Intermezzo JÊËÈÈiÈÈ^ Spoorwegloonen Medische kroniek DE UIVER EN DE CRISIS Eén daM overvlemn ZONDAG 25 NOVEMBER 1934 IDEEËN Joodsche stichting in Wieringermeer Een blijvend Gemeenschapshuis? NIEUW ONTSLAG M HOW MCÊvcKSUL" De minister handhaaft zijn eisch van vijf pet. verlaging H. M. DE KONINGIN IN DEN HAAG TERUG Intrek genomen in Huis Ten Bosch LIMBURG WEERT ZICH Voorlichtingsdagen te Venlo Het vleesch in blik Distributie ook aan landarbeiders K XVIII te Funchal De valsche oormerken De gearresteerde heeft bekend Naar huurverlaging Conferentie in Den Haag De werkloosheid in Indië Suikerziekte Postvluchten WÜ willen onze reeks beschouwingen over rechten en plichten van het privaat bezit over de wijze van uitoefening der rechten op persoonlijken eigendom en de taak, Welke de Staat daarbij heeft te verrichten, even onderbreken voor het maken van enkeie kantteekeningen bij het groote gebeuren van ae afgeloopen week. De terugkeer van het vliegtuig met de be manning, welke de aandacht van de geheele Wereld op de Nederlandsche luchtprestaties heefc gevestigd, is tot een feit van historische be- teekenis gemaakt. Wanneer latere geslachten zullen lezen van het enthousiasme, dat het Ne derlandsche volk weken lang bezielde vóór, tij dens en na de Australië-vlucht en hoe de open bare viering van den terugkeer van Parmentier en zijn mannen alle huldigingen van Romein- sche veldheeren bij een triumphtocht na een groote overwinning in de schaduw stelde, dan zal het hun niet gemakkelijk vallen de psyche van hun voorouders te begrijpen. Immers, zij zullen vooreerst geleerd hebben, dat het Neder landsche karakter koel, zakelijk en evenwichtig was, zooals het vermoedelijk over honderd en over vijfhonderd jaar nog zal zijn. Zij zullen bedenken, dat in het jaar 1934 de vliegkunst lang niet meer in het beginstadium van ont wikkeling was; dat integendeel al heel wat sprongen over den oceaan waren gemaakt; dat trouwens toen reeds eenige jaren een regelma tige vliegdienst van Amsterdam naar Batavia en omgekeerd bestond. Allemaal redenen, waarom een getrouw verslag van het enthousiasme rondom de terugkeerende Australië-vliegers aan de lezers van honderd jaar later niet heel duidelijk zal zijn. Ook nu reeds, in deze afgeloopen week, wa ren er in ons eigen midden, die van „opge schroefde beweging" spraken en de feestelijk heden op en rondom Schiphol afkeurden: de viering was naar hun meening buiten alle ver houding van de prestaties; het is geen tijd om aan deze dingen zooveel geld weg te gooien enz Wij meenen, dat deze critici voor het grootste deel ongelijk hadden en voor het andere deel niet goed ontleedden. De „vox populi", de spontaan reageerende volksbeweging, de algemeene en zich door alle crisisstemming heen baanbrekende feestvreugde heeft ook hier weer zuiver aangevoeld. Als kinderen van onzen tijd hebben wij de innige overtuiging, dat de toekomst van een volk voor een groot deel ligt in de lucht, zooals deze in vroegere eeuwen op het water lag. Heel zuiver voelt de Nederlander der twintigste eeuw ook aan, dat zijn land wel erg nietig, zijn in vloed wel zeer beperkt en zijn welvaart wel zeer bekrompen is, wanneer hij met zijn land- genooten binnen de grenzen van het gebied aan de Noordzee blijft opgesloten. Wil Nederland een rol van beteekenis in de wereld spelen, dan zal het één moeten blijven met het andere deel van het Rijk in den Indischen Archipel. Van daar dat onze blikken zich zoo graag naar het Oosten richten; dat wij de beteekenis voelen van ieder gebeuren, 't welk het eilandrijk dich ter bü ons brengt; vandaar dat wij met zulk een intense spanning ook den sprong volgden van onze vliegers over de eigen koloniën heen, naar het andere werelddeel. Door den ge slaagden Uivertocht werd gedemonstreerd, dat Nederland de eerste was in het burgerlijk lucht verkeer; de eerste, die op zoo langen afstand toonde, dat een ongekend snelle luchtverbinding tusschen de verschillende werelddeelen geen sportief waagstuk, maar een bedrijfszeker on dernemen is. Die overwinning is in de afgeloopen week ge vierd; het losbrekende enthousiasme op Schip hol was een uiting van rechtmatigen, vader- landschen trots; een goed soort nationaliteits gevoel, des te prijzenswaardiger, omdat het in dezen tijd bij zooveel afstootend nationalisme gunstig afstak. Hiernaast geeft het feest rondom de Uiver ons toch ook aanleiding tot het maken van enkele andere kantteekeningen. Er is iets bijna huiveringwekkends in de ge dachte, dat de berichten door middel van pers en radio omtrent voorbereiding, heenvaart en terugkeer van een vliegtuig een spreekwoor delijk kalm en bezadigd volk als het Neder landsche tot de grens van enthousiaste razernij kunnen brengen. Wij hebben ons afgevraagd: zyn deze bewerkers van de publieke opinie en zijn zij, die in laatste instantie toezicht dienen te houden op de vorming van de openbare mee ning, zich wel voldoende van die macht be wust? Nu was het een onschuldige en zelfs lof waardige zaak, n. L de aandacht van het Ne derlandsche volk te vestigen op het belang, gelegen in het welslagen van de Melbourne- race en op de prestaties van onze eigen vlie gers. Er kon hoogstens sprake zijn van een weinig overschatting van eigen en onderschat ting van anderer daden. Ons volk is echter Zóó weinig chauvinistisch aangelegd, dat men er dit wel op wagen mocht. Doch loopen wij geen gevaar en zijn er voldoende afweermid delen, wanneer diezelfde publieke opinie be werkt wordt voor ideeën, die in strijd zijn met de belangen van het land, van de gemeen schap, van het zedelijk bewustzijn? Wat bij deze overweging vooral bij ons op kwam was dit: zoo vaak is de opmerking ge maakt, hoe het toch mogelijk is, dat een vreedzaam volk, voor een groot deel afkeerig van gewelddaden, in weinig tijds mobiel ge maakt wordt voor een oorlog? Er blijkt uit eindelijk niet zooveel noodig om het nationali teitsgevoel van de massa zóó hoog op te voeren, dat heel de bloem van het vaderland zingende naar de grenzen stroomt, een onzekeren krijg tegemoet. Ontzaglijk zwaar is daarom de ver antwoordelijkheid van de weinige leiders van het volk, die het in de hand hebben den vre de te bewaren of heimelijk op oorlog aan te sturen. Huiveringwekkend is hun macht, maar ook hun verantwoordelijkheid! Nog een derde kantteekening zouden wij wil len maken en wel deze: wie gelegenheid heeft gehad in de hoofdstad tot laat in den nacht van Woensdag op Donderdag de feeststemming waar te nemen, die moet tot de conclusie ko men, dat naast de oprechte en spontane blijd schap over den behouden terugkeer van de vliegende Hollanders, er nog andere factoren moeten zijn geweest, om tot zulk een uit- laaiende en uitbundige vreugde te voeren. Wie scherp toezag en luisterde moest wel tot de erkenning komen, dat dit Uiverfeest een vei ligheidsklep was voor een te lang en te hoog opgevoerde crisisspanning. Ziehier onze ana lyse: In het najaar van 1929 zette in de we reld de malaise in. In het eerste jaar be merkte de Nederlander, in zooverre hij geen groot-kapitaalbezitter was, daar niet zoo heel veel van. En ook het tweede jaar der wereld- malaise gaf nog niet de overtuiging, dat ook ons land een ramp bedreigde. Sindsdien ech ter is de crisis langzaam komen aansluipen en blijft zij tergend lang aanhouden, alle per spectief voor nieuwe welvaart afsluitend. Voor de meesten blijft het duister, dat een land hetwelk buiten den grooten oorlog bleef en zelf een overvloed van levensmiddelen voort brengt, economisch zoo ver moet wegzinken, dat er zelfs honger wordt geleden. Er is onmiskenbaar een kregelige stemming aan het groeien, waartoe zeker veel misver stand, verkeerd inzicht en onkunde bijdragen, maar waarin ook de niet geheel onjuiste over tuiging werkt, dat er bij krachtdadiger en meer doelbewuste leiding der centrale overheid min der ellende en meer uitzicht zou zijn. Hoe lan ger hoe meer kan men de meening hooren uiten, dat er bü de landsregeering een soort fatalisme schijnt te heerschen, hetwelk de cri sis wil laten uitzieken en hetwelk het nog zoo kwaad niet acht, dat het volk den druk der tijden eens voelt. Al te lang heeft men in dien gedachtengang het leven als een vermaak be schouwd; na de wufte jaren van hoogconjunc tuur moet men tot zijn heil de bitterheden der zeven magere jaren maar eens ondergaan. Wij weten niet, of er in de maatregelen en in de officieele taal van een deel der tegen woordige regeering inderdaad opzet ligt om de volksstemming kunstmatig in mineur te hou den. Zeker is, dat tienduizenden het alaus gevoelen en een gelegenheid als de aankomst van de Uiver op Woensdag j.l. hebben aange grepen om eens een oogenblik los te komen, zich te verbroederen in een nationale vreugde en uiting te geven aan dat allermenschelijk- ste gevoel, dat ook achter de donkerste wolken de zon toch nog schijnt. Hierbij werd opnieuw bewezen, wat reeds zoo vaak is beweerd, dat in de heerschende economische crisis een aan tal psychologische factoren werken. Hef net gebrek aan vertrouwen op en het economisch leven zal voor een groot deel een ander aan schijn krijgen! En ziedaar: voor één dag liet Nederland in de hoofdstad alle pessimisme varen en het geld rolde met stroomen. Duizen den kleine menschen hebben dien dag zelfs weer een boterham verdiend en vooral de zoo geslagen middenstand heeft één dag her ademd. Opnieuw kregen zij gelijk, die tot uit den treure beweerden: maak, dat het vertrou wen weerkeert; bestrijd in ieder geval het pessimisme. Geld is er nog in overvloed en, al zal het nationaal vermogen door de onmoge lijkheid van export niet aangroeien, wanneer het geld rolt' zal er in ieder geval binnen on ze grenzen veel minder ellende geleden worden dan noodig is. De spontane feestvreugde van deze week heeft zeker geen oplossing van de crisis ge bracht, maar heeft toch wel dit bewezen, dat, wanneer de leiders van ons volk met wat min der fatalisme en met wat meer blijmoedigheid en geestdrift trachtten de raderen van den vastgeloopen economischen wagen in beweging te brengen en anderen wisten te bezielen door hun vertrouwen in de toekomst, spoedig zou blijken, dat er binnen de eigen landsgrenzen nog levendigheid genoeg te brengen is in handel en nijverheid. Zij het dan op wat lager niveau zou daardoor het leven voor allen meer levenswaard kunnen worden. Wat zoo'n vliegtuig al niet leeren kan! LIBRA. Het Eerste Kamerlid van Citters heeft de volgende vragen gesteld aan den Minister van Waterstaat: Is het juist gelijk uit de dagbladberichten omtrent de inwijding van het Werkdorp Nieu- wesluis (Wieringermeer) valt af te leiden dat de Regeering er toe is overgegaan het werk dorp Nieuwesluis en 75 H.A. grond er omheen, voor tien jaren gratis ter beschikking te stellen voor opleiding van Joodsche vluchtelingen? Is het juist, dat bij gelegenheid dier inwijding ten behoeve der vreemde bewoners, aanvang is gemaakt met de stichting (bouw) van een blij vend Gemeenschapshuis voor dat dorp? Is het juist, dat niet alleen vluchtelingen, maar ook vrijwillig zich aanmeldende vreemde lingen in dat werkdorp worden opgenomen? Zoo ja, is een en ander dan niet in strijd met de mededeelingen, door den Minister van Wa terstaat gedaan aan de Eerste Kamer der Sta- ten-Generaal in de Memorie van Antwoord der Kamer over het ontwerp van wet tot vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar 1934? r Zijn Excellentie heeft toch medegedeeld, dat de Regeering aan het Voorloopig Comité voor de Joodsche vluchtelingen toezegging heeft ge daan om kosteloos de beschikking te kunnen krijgen over barakken en loodsen met inventa ris, benevens den grond waarop deze barakken en loodsen geplaatst zullen worden; dat de ne- schikbaarstelling geschiedt voor niet langer dan drie jaren en dat de overige, door het Comité verlangde gronden met schuren, zullen worden verhuurd aan de sindsdien opgerichte stichting Joodsche Arbeid, eveneens voor drie jaren en tegen normalen huurprijs. Is de Minister bereid aan de Kamer mede- deeling te doen van den inhoud der stichtings- acte, overeenkomst of ander geschrift, waarbij de beschikbaarstelling van de roerende en on roerende goederen (eventueel inclusief levende have, werktuigen enz.) heeft plaats gehad? De laatste weken zijn bij de N.V. Kon. Maat schappij De Schelde weer vierhonderd werk lieden ontslagen. Gelijk bekend, heeft onlangs de Minister van Waterstaat aan de directie van de Ned. Spoor wegen als zijn wensch te kennen gegeven, dat de loonen en salarissen (met inbegrip van emo lumenten) van het spoorwegpersoneel, ingaan de 1 Januari 1935 met vijf procent zouden wor den verlaagd. Nadien is tusschen directie en Personeelsraad overeenstemming verkregen over verlaging van drie procent, waarvan aan den minister mede- deeling is gedaan Thans vernemen wij, dat Zaterdagmorgen bij den secretaris van den Personeelsraad te Utrecht van den minister bericht is inge komen, dat Z.Exc. den eisch van vijf pro cent verlaginge ingaande 1 Januari 1935, handhaaft en aan de directie heeft opge dragen een loonregeling, waarin die korting is verwerkt, te ontwerpen. Na een langdurig verblijf ten Paleize Het Loo is H. M. de Koningin Zaterdagmiddag te 14.27 uur met den gewonen trein aan het Staatsspoorstation in de Residentie aangeko men. Zoowel op het perron als buiten het station stond een groot aantal belangstellenden de komst van H. M. af te wachten. Precies op den aangegeven tijd stoomde de trein binnen. Op het perron waren ter verwelkoming aan wezig, de burgemeester Mr. S. J. de Monchy en de Gouverneur der Koninklijke Residentie luitenant-generaal Jhr. W. Röell. Toen H. M. het salonrijtuig verliet weerklon ken luide hoera's en riep men „Leve de Konin gin". Nadat H. M. zich korten tijd in den ont vangstsalon met de autoriteiten had opgehou den, stapte zij in den gereedstaanden hofauto, wederom lulde toegejuicht door het talrijke pu bliek. De Koningin reed vervolgens met haar gevolg naar het Huis Ten Bosch. Het economisch Technologisch Instituut in Limburg, daartoe financieel in staat gesteld door een aantal industrieele ondernemingen in de provincie, organiseert op Donderdagavond 29 en Vrijdag 30 dezer Limburgsche Voorlich tingsdagen, waartoe vrijwel alle Nederlandsche couranten zijn uitgenoodigd. Een 40-tal redac ties (waaronder die van de groote bladen) gaf aan de uitnoodiging gevolg. Bovendien zullen vele autoriteiten uit Limburg en buiten die pro vincie, alsmede Limburgsche industrieelen de Voorlichtingsdagen bijwonen. Na een officieele ontvangst ten stadhuize door B. en W. van Venlo, op Donderdagavond half negen, zal mr. E. O. J. M. Baron v. Hövell tot Westerflier, Commissaris der Koningin in de provincie Limburg en voorzitter van den Raad van Bestuur van het E.T.I.L., de dagen met een algemeen inleidend woord openen. De eigenlijke werkdag is Vrijdag 30 November, wanneer zes sprekers belangrijke onderwerpen, voornamelijk op industrieel gebied, zullen be handelen. Het is de bedoeling, om op die manier al gemeene onderwerpen, welke van nationale be teekenis zijn, in het midden der belangstelling te plaatsen. Als sprekers zullen optreden op Donderdag avond de heeren: Mr. E. O. J. M. Baron van Hövell tot Wes terflier, Commissaris der Koningin en Voor zitter van den Raad van Bestuur van 'tE.T.LL. en mr. B. M. Berger, burgemeester van Venlo. Op Vrijdag de heeren: Ir. H. Bemelmans, directeur van den Limb. L.T.B.; ir. M. C. E- Bongaerts, oud-minister en lid van de Tweede Kamer; ir. R. C. A. Franken, directeur van de N.V. Limagas; prof. dr. ir. H. C. J. H. Ge- lissen, directeur der N.V. Prov. Limb. El. Mü; mr. R. A. H. M. Gielen, directeur van het E.T.IJj. en mr. L. B. J. van Oppen, burge meester van Maastricht. In een circulaire aan de gemeentebesturen deelt de minister van Binnenlandsche Zaken mede, dat, behalve aan de daarvoor tot dusver reeds in aanmerking komenden, de distributie van rundvleesch in blik met ingang van 25 No vember a.s. ook zal kunnen geschieden aan personen, die als landarbeiders werkzaam zijn. Voor gezinnen van meer dan zes personen wordt het aantal kilogrambussen, dat betrokken kan worden, met ingang van dien datum ver hoogd van twee op drie kilogrambussen per week. De fabricage van gehakt in blik wordt nog nader overwogen. Met ingang van Maandag 26 November a.s., zal de prijs van het op bon verkrijgbaar ge stelde rundvleesch in blik in plaats van 0.35 worden 0.25 per blik. De voor de maand November afgegeven bons vermelden nog den ouden prijs. Men lette er op, dat niettemin in plaats van 0.35 slechts f 0.25 behoeft te worden betaald. De voor de volgende maand af te geven bons zullen den nieuwen prijs vermelden. In verband met de door de prijsverlaging noodig geworden inventaris-opneming bij de slagers, zal de verkoop op Maandag as. wel licht iets minder vlot kunnen geschieden. Bij het Departement van Defensie is heden bericht ontvangen, dat de K XVIII Zaterdag ochtend te 9 uur (paatsehjke tijd) te Funcha is aangekomen. Met betrekking tot de opzienbarende ontdek king van de vervaardiging van valsche oormer ken voor varkens, welke heeft geleid tot de arrestatie van den heer H. S. te Woudenberg, verneemt „De Telegraaf" nog het volgende: Reeds geruimen tijd bestond verdenking te gen den heer S. Onderzoekingen door politie, marechaussee en controleurs der Crisis-Var- kenswet leidden tot in wijden omtrek steeds naar deze gemeente en den persoon van S. Ongeveer een maand geleden werd hem ook reeds een verhoor afgenomen. De betrokkene ontkende toen echter hardnekkig, terwijl de gegevens nog niet van dien aard bleken te zijn, dat zij een voldoend overtuigend bewijs kon den leveren. Nu gaf Donderdag een inwoner van Biltho- ven de politie aldaar een aanwijzing, die leidde tot de ontdekking van de plaats waar de val sche merken, althans de blikjes daarvoor, wer den vervaardigd. Bij het onmiddellijk ter plaat se ingestelde onderzoek kwam toen aan het licht, dat deze in opdracht van den heer S. werden gemaakt en aan hem afgeleverd. De betrokken fabrikant blijkt geheel te goe der trouw te zijn geweest. Hem was de be stemming der blikjes totaal onbekend, aange zien de stempeling der merken door den heer S. zelf geschiedde. Hij verstrekte de politie alle mogelijke inlichtingen, waardoor de han delingen van den heer S. zoodanig werden ge openbaard, dat voldoende grond tot diens ar restatie aanwezig was. De heer S. heeft bekend. Ter bespreking van het vraagstuk der verla ging van huren zal in de komende week onder leiding van prof. mr. P. A. Diepenhorst in Den Haag een samenkomst gehouden worden van vertegenwoordigers der bestaande organisaties op het gebied van hypotheken, spaarbanken, verzekeringsmaatschappijen en vertegenwoordi gers van den bond van huiseigenaren en bouw ondernemers. In deze vergadering zal aan de orde worden gesteld een rapport van de heeren Brouwer Bruinsma en v. d. Schaar, houdende aanwijzin gen tot bevordering van huurverlaging. BATAVIA, 24 Nov. (Aneta.) Einde September waren bij de onderscheidene arbeidsMtarzen in geschreven 3955 Europeesche, 11.782 iffiieemsche en 1167 Chineesche werkloozen tegen op einde Augustus 3920 Europeesche, 11.017 Inheemsche en 1123 Chineesche werkloozen. In totaal werden 5454 personen uit alle land aarden gesteund met een totaal-bedrag van 88.055.29, in Augustus was het aantal gesteun- den 4997 met een bedrag van ƒ93.083.67. Ziedaar een ziekte, waarvan de verklaring aan de geneesheeren tientallen jaren gekost heeft, nadat eenmaal het eerste punt ontdekt was, Maar ik zal den lezer niet vermoeien met de geschie denis van de verklaringen en van het begrip dezer ziekte, doch in het kort de oorzaak, de verschijnselen en de geneeswijze uiteenzetten. De naam suikerziekte is ontleend aan de suiker in de urine, die bij deze ziekte wordt gevonden. Dit is geen riet- of bietsuiker, maar druivensuiker, glucose, door de bakkers ook wel blanke stroop genaamd. Deze suiker is een van de onmisbare voedingsmiddelen van den mensch; maar zij wordt in den vorm van glucose zeer weinig gebruikt. De meeste suiker komt tot den mensch in het zetmeel, dat het voor naamste bestanddeel is van granen, aardappe len, erwten, boonen en zaden. Hierin zijn ver schillende andere suikers aanwezig, maar zij alle worden door maag- en darmsappen en vooral door de lever omgevormd tot glucose. Deze glucose wordt in den vorm van z.g glycogeen bewaard in de lever en ook voor een klein ge deelte in andere organen; en wanneer nu het lichaam behoefte heeft aan suiker dan wordt deze suiker door de lever in het bloed losgelaten en vandaar vervoerd naar de organen, vooral de spieren, die daaraan behoefte hebben. Die suiker wordt dan door het lichaam, vooral door de spieren verbrand tot water en koolzuur, en deze verbranding geeft de energie voor de lichaamsbewegingen en zorgt ook voor het onderhoud der lichaamswarmte. De suikerziekte is nu een onmacht om deze suiker te verbranden. Dat is de kern van de geheele zaak. De suiker kan niet verbrand wor den, deze brandstof kan niet ten nutte ge maakt, dit voedsel kan niet verteerd worden. Het is thans ook bekend, hoe drt komt. Voor deze vertering en verbranding is noodig een ferment; evenals een stuk papier eerst brandt, als men er b.v. een lucifer bij houdt, zoo kan ook de suiker eerst verbrand worden, wanneer er een bepaald ferment is. Dit ferment, d.i. een hulpstof voor de vertering, wordt geleverd door het pancreas of alvleeschklier, een klier, die achter de maag ligt. Deze klier produceert in zeer geringe hoeveelheden een stof, die in het bloed komt, en wanneer deze stof in het lichaam aanwezig is, kan de suiker verbrand worden. Deze stof heet insuline, d.w.z. eiland- stof. Er is n.l. reeds lang geleden bemerkt, dat in het pancreas eigenaardige kleine groepjes cellen zijn, die alle apart liggen en daarom eilandjes genoemd worden. Het eerste gevolg van dit onvermogen de suiker te verbranden, is natuurlijk een over vloed van suiker fn het bloed. In den regel be draagt de hoeveelheid suiker in het bloed niet meer dan 1.3 gram per liter. Bij suikerziekte stijgt dit gehalte tot hooger dan 3 gram per liter. Maar wanneer de suiker meer bedraagt dan 1.8 gram per liter, gaat zij in de urine over. Maar de suiker overstroomt niet alleen het bloed, maar ook de weefsels. Het gansche lichaam wordt dus min or meer versuikerd. Wanneer het lichaam te veel stoffen bevat, die er in normalen toestand uitgespoeld worden, ontstaat er dorst. De mensch neemt dan water tot zich, die stoffen worden verdund, en kunnen dan in dezen verdunden toestand met de urine uitgescheiden worden. De suikerzieke wordt dus zeer dorstig. Daarom moet hij vaak urine loc zen. Zooals wij reeds gezegd hebben, gaat de suiker uit het bloed fn de urine over, en aldus ver liest de patiënt veel kostbaar voedsel. Het ge volg daarvan is honger, en dus veel eten De drie verschijnselen van suikerziekte, die voorop staan, zijn dus veel eten, veel drinken, veel urineeren, of in het potjeslatijn dat hier Grieksch is polyphagie, polydfpsie, polyurie. De versuikering van het organisme heeft nog andere gevolgen. De spierkracht vermindert de patiënt voelt zich slap en gekraakt, nij is spoe dig vermoeid. Vaak is jeukte het eerste ver schijnsel, waardoor de patiënt tot den arts komt. Zeer vaak komen ook bij den suiker patiënt huidaandoeningen voor, en wel putsten, steenpuisten, zelfs negenoogen, in 't kort allerlei etterige aandoeningen, want de huid is bij deze patiënten zeer vatbaar. Ook eczeem-aehtige aan doeningen ziet men bij hen vaak. en dikwijls het z.g. smetten. Ook komen er veel tndziekten voor, de tanden gaan los staan; ook het zenuwstelsel wordt niet gespaard, veel zenuwpijnen (neural gieën) en zenuwontstekingen zelfs komen voor. Ziekten aan de oogen, staar, en een geneeslijke blindheid, komen eveneens doch niet vaak, bij suikerziekte voor. Een der meest gevreesde complicaties is het versterf van de uiteinden der ledematen, bijna steeds van de teenen. Wanneer nu daarbij, zooals vaak geschiedt, een infectie komt, dan is het lot van den suikerpatiënt vaak beslist. Het is dus een ernstige ziekte. Maar dit zou men aan duizenden suiker patiënten in 't geheel niet zeggen. Verreweg de meeste patiënten van over de vijftig jaar en die vrij goed hl het vet zitten, hebben slechts een heel onschuldige ziekte, die met een niet al te onaangenaam diëet even oud worden als gezonden, en zeer goed hun werk kunnen doen. Dit soort suikerziekte is dan beperkt tot de verstoring van de suikervertering. Maar bij de ernstiger vormen van suikerziekte is ook de vertering van de eiwitten en de vetten ver stoord. Suikers, eiwitten en vetten zijn de voe dingsmiddelen van den mensch. Natuurlijk is ook water noodig, sommige zouten, sommige metalen in zeer geringe hoeveelheden, en vita minen. Maar het eigenlijk voedsel bestaat toch uit suiker (of koolhydraten), eiwitten en vetten, en wanneer de vertering van deze drie nu ge stoord is, dan begrijpt eenieder, dat het lichaam daar zwaar onder lijden moet. Doch over deze ernstige vormen zullen wij later spreken. Het grootste aantal van de patiënten heeft een vrij onschuldige suikerziekte, mits zij dieet houden. Een zekere hoeveelheid suiker kunnen de meesten wel verdragen, en deze hoeveelheid wordt door den arts eerst vastge steld, op directe of indirecte wijze, door de suiker in de urine of de suiker in het bloed te meten. Wanneer het nu bekend Is hoeveel suiker de patiënt verdragen kan, dan wordt het dieet daarmee in overeenstemming gebracht. En wanneer de overvloed van suiker in bloed en weefsels op die wijze tot normale verhoudingen wordt teruggebracht dan verdwijnen ook de verschijnselen. De honger verdwijnt en de dorst en de huidaandoeningen genezen, de jeukte wordt niet meer gevoeld en de patiënt voelt zich weer goed. Maar nu heeft de mensch een zekere behoefte aan suikers noodig. Krijgt hij deze niet, dan wordt het evenwicht in de voeding verbroken en groote gevaren bedreigen den patiënt De moeilijkheid is dus, een zoodanig dieet te geven, dat de patiënt genoeg, maar niet te veel suiker krijgt. Om te zórgen, dat hij genoeg suiker krijgt, en toch niet meer dan hij verdragen kan, kunnen verschillende middelen worden aan gewend. Daar zijn b.v. de haverkuren, want het is een feit, dat suiker in bepaalde vormen beter verdragen wordt dan in andere. Ook laat men den patiënt wel eens enkele dagen vasten: in den regel kan de patiënt daarna veel meer suiker verdragen. Wanneer echter de patiënt niet zooveel suiker verdragen kan, als hij toch strikt noodig heeft, dan wordt het noodig, hem met insuline te behandelen. Wanneer men daarmee eenmaal begint, kan men er niet meer mee ophouden. De patiënt moet eiken dag worden tn gespoten. En omdat dit toch een weinig lastig ir en met veel zorgen moet gebeuren, is ook de ouder- wetsche behandeling met dieet door de ontdek king van het insuline nog niet verdwenen. DR. TH. SCHLICHTING De „Havik" (thuisreis) is uit Alor Star ver trokken en te Akyab aangekomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 4