Intermezzo
JÊËÈÈiÈÈ^
Spoorwegloonen
Medische kroniek
DE UIVER EN DE CRISIS
Eén daM overvlemn
ZONDAG 25 NOVEMBER 1934
IDEEËN
Joodsche stichting in
Wieringermeer
Een blijvend Gemeenschapshuis?
NIEUW ONTSLAG
M
HOW MCÊvcKSUL"
De minister handhaaft zijn eisch
van vijf pet. verlaging
H. M. DE KONINGIN IN
DEN HAAG TERUG
Intrek genomen in Huis Ten Bosch
LIMBURG WEERT ZICH
Voorlichtingsdagen te Venlo
Het vleesch in blik
Distributie ook aan landarbeiders
K XVIII te Funchal
De valsche oormerken
De gearresteerde heeft bekend
Naar huurverlaging
Conferentie in Den Haag
De werkloosheid in Indië
Suikerziekte
Postvluchten
WÜ willen onze reeks beschouwingen over
rechten en plichten van het privaat
bezit over de wijze van uitoefening der
rechten op persoonlijken eigendom en de taak,
Welke de Staat daarbij heeft te verrichten,
even onderbreken voor het maken van enkeie
kantteekeningen bij het groote gebeuren van
ae afgeloopen week.
De terugkeer van het vliegtuig met de be
manning, welke de aandacht van de geheele
Wereld op de Nederlandsche luchtprestaties heefc
gevestigd, is tot een feit van historische be-
teekenis gemaakt. Wanneer latere geslachten
zullen lezen van het enthousiasme, dat het Ne
derlandsche volk weken lang bezielde vóór, tij
dens en na de Australië-vlucht en hoe de open
bare viering van den terugkeer van Parmentier
en zijn mannen alle huldigingen van Romein-
sche veldheeren bij een triumphtocht na een
groote overwinning in de schaduw stelde, dan
zal het hun niet gemakkelijk vallen de psyche
van hun voorouders te begrijpen. Immers, zij
zullen vooreerst geleerd hebben, dat het Neder
landsche karakter koel, zakelijk en evenwichtig
was, zooals het vermoedelijk over honderd en
over vijfhonderd jaar nog zal zijn. Zij zullen
bedenken, dat in het jaar 1934 de vliegkunst
lang niet meer in het beginstadium van ont
wikkeling was; dat integendeel al heel wat
sprongen over den oceaan waren gemaakt; dat
trouwens toen reeds eenige jaren een regelma
tige vliegdienst van Amsterdam naar Batavia en
omgekeerd bestond. Allemaal redenen, waarom
een getrouw verslag van het enthousiasme
rondom de terugkeerende Australië-vliegers
aan de lezers van honderd jaar later niet heel
duidelijk zal zijn.
Ook nu reeds, in deze afgeloopen week, wa
ren er in ons eigen midden, die van „opge
schroefde beweging" spraken en de feestelijk
heden op en rondom Schiphol afkeurden: de
viering was naar hun meening buiten alle ver
houding van de prestaties; het is geen tijd om
aan deze dingen zooveel geld weg te gooien enz
Wij meenen, dat deze critici voor het grootste
deel ongelijk hadden en voor het andere deel
niet goed ontleedden.
De „vox populi", de spontaan reageerende
volksbeweging, de algemeene en zich door alle
crisisstemming heen baanbrekende feestvreugde
heeft ook hier weer zuiver aangevoeld.
Als kinderen van onzen tijd hebben wij de
innige overtuiging, dat de toekomst van een
volk voor een groot deel ligt in de lucht, zooals
deze in vroegere eeuwen op het water lag. Heel
zuiver voelt de Nederlander der twintigste eeuw
ook aan, dat zijn land wel erg nietig, zijn in
vloed wel zeer beperkt en zijn welvaart wel
zeer bekrompen is, wanneer hij met zijn land-
genooten binnen de grenzen van het gebied aan
de Noordzee blijft opgesloten. Wil Nederland
een rol van beteekenis in de wereld spelen, dan
zal het één moeten blijven met het andere deel
van het Rijk in den Indischen Archipel. Van
daar dat onze blikken zich zoo graag naar het
Oosten richten; dat wij de beteekenis voelen
van ieder gebeuren, 't welk het eilandrijk dich
ter bü ons brengt; vandaar dat wij met zulk
een intense spanning ook den sprong volgden
van onze vliegers over de eigen koloniën heen,
naar het andere werelddeel. Door den ge
slaagden Uivertocht werd gedemonstreerd, dat
Nederland de eerste was in het burgerlijk lucht
verkeer; de eerste, die op zoo langen afstand
toonde, dat een ongekend snelle luchtverbinding
tusschen de verschillende werelddeelen geen
sportief waagstuk, maar een bedrijfszeker on
dernemen is.
Die overwinning is in de afgeloopen week ge
vierd; het losbrekende enthousiasme op Schip
hol was een uiting van rechtmatigen, vader-
landschen trots; een goed soort nationaliteits
gevoel, des te prijzenswaardiger, omdat het in
dezen tijd bij zooveel afstootend nationalisme
gunstig afstak.
Hiernaast geeft het feest rondom de Uiver
ons toch ook aanleiding tot het maken van
enkele andere kantteekeningen.
Er is iets bijna huiveringwekkends in de ge
dachte, dat de berichten door middel van pers
en radio omtrent voorbereiding, heenvaart en
terugkeer van een vliegtuig een spreekwoor
delijk kalm en bezadigd volk als het Neder
landsche tot de grens van enthousiaste razernij
kunnen brengen. Wij hebben ons afgevraagd: zyn
deze bewerkers van de publieke opinie en zijn
zij, die in laatste instantie toezicht dienen te
houden op de vorming van de openbare mee
ning, zich wel voldoende van die macht be
wust?
Nu was het een onschuldige en zelfs lof
waardige zaak, n. L de aandacht van het Ne
derlandsche volk te vestigen op het belang,
gelegen in het welslagen van de Melbourne-
race en op de prestaties van onze eigen vlie
gers. Er kon hoogstens sprake zijn van een
weinig overschatting van eigen en onderschat
ting van anderer daden. Ons volk is echter
Zóó weinig chauvinistisch aangelegd, dat men
er dit wel op wagen mocht. Doch loopen wij
geen gevaar en zijn er voldoende afweermid
delen, wanneer diezelfde publieke opinie be
werkt wordt voor ideeën, die in strijd zijn met
de belangen van het land, van de gemeen
schap, van het zedelijk bewustzijn?
Wat bij deze overweging vooral bij ons op
kwam was dit: zoo vaak is de opmerking ge
maakt, hoe het toch mogelijk is, dat een
vreedzaam volk, voor een groot deel afkeerig
van gewelddaden, in weinig tijds mobiel ge
maakt wordt voor een oorlog? Er blijkt uit
eindelijk niet zooveel noodig om het nationali
teitsgevoel van de massa zóó hoog op te voeren,
dat heel de bloem van het vaderland zingende
naar de grenzen stroomt, een onzekeren krijg
tegemoet. Ontzaglijk zwaar is daarom de ver
antwoordelijkheid van de weinige leiders van
het volk, die het in de hand hebben den vre
de te bewaren of heimelijk op oorlog aan te
sturen. Huiveringwekkend is hun macht, maar
ook hun verantwoordelijkheid!
Nog een derde kantteekening zouden wij wil
len maken en wel deze: wie gelegenheid heeft
gehad in de hoofdstad tot laat in den nacht
van Woensdag op Donderdag de feeststemming
waar te nemen, die moet tot de conclusie ko
men, dat naast de oprechte en spontane blijd
schap over den behouden terugkeer van de
vliegende Hollanders, er nog andere factoren
moeten zijn geweest, om tot zulk een uit-
laaiende en uitbundige vreugde te voeren. Wie
scherp toezag en luisterde moest wel tot de
erkenning komen, dat dit Uiverfeest een vei
ligheidsklep was voor een te lang en te hoog
opgevoerde crisisspanning. Ziehier onze ana
lyse: In het najaar van 1929 zette in de we
reld de malaise in. In het eerste jaar be
merkte de Nederlander, in zooverre hij geen
groot-kapitaalbezitter was, daar niet zoo heel
veel van. En ook het tweede jaar der wereld-
malaise gaf nog niet de overtuiging, dat ook
ons land een ramp bedreigde. Sindsdien ech
ter is de crisis langzaam komen aansluipen en
blijft zij tergend lang aanhouden, alle per
spectief voor nieuwe welvaart afsluitend. Voor
de meesten blijft het duister, dat een land
hetwelk buiten den grooten oorlog bleef en
zelf een overvloed van levensmiddelen voort
brengt, economisch zoo ver moet wegzinken,
dat er zelfs honger wordt geleden.
Er is onmiskenbaar een kregelige stemming
aan het groeien, waartoe zeker veel misver
stand, verkeerd inzicht en onkunde bijdragen,
maar waarin ook de niet geheel onjuiste over
tuiging werkt, dat er bij krachtdadiger en meer
doelbewuste leiding der centrale overheid min
der ellende en meer uitzicht zou zijn. Hoe lan
ger hoe meer kan men de meening hooren
uiten, dat er bü de landsregeering een soort
fatalisme schijnt te heerschen, hetwelk de cri
sis wil laten uitzieken en hetwelk het nog zoo
kwaad niet acht, dat het volk den druk der
tijden eens voelt. Al te lang heeft men in dien
gedachtengang het leven als een vermaak be
schouwd; na de wufte jaren van hoogconjunc
tuur moet men tot zijn heil de bitterheden der
zeven magere jaren maar eens ondergaan.
Wij weten niet, of er in de maatregelen en
in de officieele taal van een deel der tegen
woordige regeering inderdaad opzet ligt om de
volksstemming kunstmatig in mineur te hou
den. Zeker is, dat tienduizenden het alaus
gevoelen en een gelegenheid als de aankomst
van de Uiver op Woensdag j.l. hebben aange
grepen om eens een oogenblik los te komen,
zich te verbroederen in een nationale vreugde
en uiting te geven aan dat allermenschelijk-
ste gevoel, dat ook achter de donkerste wolken
de zon toch nog schijnt. Hierbij werd opnieuw
bewezen, wat reeds zoo vaak is beweerd, dat
in de heerschende economische crisis een aan
tal psychologische factoren werken. Hef net
gebrek aan vertrouwen op en het economisch
leven zal voor een groot deel een ander aan
schijn krijgen! En ziedaar: voor één dag liet
Nederland in de hoofdstad alle pessimisme
varen en het geld rolde met stroomen. Duizen
den kleine menschen hebben dien dag zelfs
weer een boterham verdiend en vooral de zoo
geslagen middenstand heeft één dag her
ademd. Opnieuw kregen zij gelijk, die tot uit
den treure beweerden: maak, dat het vertrou
wen weerkeert; bestrijd in ieder geval het
pessimisme. Geld is er nog in overvloed en, al
zal het nationaal vermogen door de onmoge
lijkheid van export niet aangroeien, wanneer
het geld rolt' zal er in ieder geval binnen on
ze grenzen veel minder ellende geleden worden
dan noodig is.
De spontane feestvreugde van deze week
heeft zeker geen oplossing van de crisis ge
bracht, maar heeft toch wel dit bewezen, dat,
wanneer de leiders van ons volk met wat min
der fatalisme en met wat meer blijmoedigheid
en geestdrift trachtten de raderen van den
vastgeloopen economischen wagen in beweging
te brengen en anderen wisten te bezielen door
hun vertrouwen in de toekomst, spoedig zou
blijken, dat er binnen de eigen landsgrenzen
nog levendigheid genoeg te brengen is in
handel en nijverheid. Zij het dan op wat lager
niveau zou daardoor het leven voor allen meer
levenswaard kunnen worden.
Wat zoo'n vliegtuig al niet leeren kan!
LIBRA.
Het Eerste Kamerlid van Citters heeft de
volgende vragen gesteld aan den Minister van
Waterstaat:
Is het juist gelijk uit de dagbladberichten
omtrent de inwijding van het Werkdorp Nieu-
wesluis (Wieringermeer) valt af te leiden dat
de Regeering er toe is overgegaan het werk
dorp Nieuwesluis en 75 H.A. grond er omheen,
voor tien jaren gratis ter beschikking te stellen
voor opleiding van Joodsche vluchtelingen?
Is het juist, dat bij gelegenheid dier inwijding
ten behoeve der vreemde bewoners, aanvang is
gemaakt met de stichting (bouw) van een blij
vend Gemeenschapshuis voor dat dorp?
Is het juist, dat niet alleen vluchtelingen,
maar ook vrijwillig zich aanmeldende vreemde
lingen in dat werkdorp worden opgenomen?
Zoo ja, is een en ander dan niet in strijd met
de mededeelingen, door den Minister van Wa
terstaat gedaan aan de Eerste Kamer der Sta-
ten-Generaal in de Memorie van Antwoord der
Kamer over het ontwerp van wet tot vaststelling
van de begrooting van inkomsten en uitgaven
van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar
1934?
r
Zijn Excellentie heeft toch medegedeeld, dat
de Regeering aan het Voorloopig Comité voor
de Joodsche vluchtelingen toezegging heeft ge
daan om kosteloos de beschikking te kunnen
krijgen over barakken en loodsen met inventa
ris, benevens den grond waarop deze barakken
en loodsen geplaatst zullen worden; dat de ne-
schikbaarstelling geschiedt voor niet langer dan
drie jaren en dat de overige, door het Comité
verlangde gronden met schuren, zullen worden
verhuurd aan de sindsdien opgerichte stichting
Joodsche Arbeid, eveneens voor drie jaren en
tegen normalen huurprijs.
Is de Minister bereid aan de Kamer mede-
deeling te doen van den inhoud der stichtings-
acte, overeenkomst of ander geschrift, waarbij
de beschikbaarstelling van de roerende en on
roerende goederen (eventueel inclusief levende
have, werktuigen enz.) heeft plaats gehad?
De laatste weken zijn bij de N.V. Kon. Maat
schappij De Schelde weer vierhonderd werk
lieden ontslagen.
Gelijk bekend, heeft onlangs de Minister van
Waterstaat aan de directie van de Ned. Spoor
wegen als zijn wensch te kennen gegeven, dat
de loonen en salarissen (met inbegrip van emo
lumenten) van het spoorwegpersoneel, ingaan
de 1 Januari 1935 met vijf procent zouden wor
den verlaagd.
Nadien is tusschen directie en Personeelsraad
overeenstemming verkregen over verlaging van
drie procent, waarvan aan den minister mede-
deeling is gedaan
Thans vernemen wij, dat Zaterdagmorgen
bij den secretaris van den Personeelsraad te
Utrecht van den minister bericht is inge
komen, dat Z.Exc. den eisch van vijf pro
cent verlaginge ingaande 1 Januari 1935,
handhaaft en aan de directie heeft opge
dragen een loonregeling, waarin die korting
is verwerkt, te ontwerpen.
Na een langdurig verblijf ten Paleize Het
Loo is H. M. de Koningin Zaterdagmiddag te
14.27 uur met den gewonen trein aan het
Staatsspoorstation in de Residentie aangeko
men.
Zoowel op het perron als buiten het station
stond een groot aantal belangstellenden de
komst van H. M. af te wachten. Precies op den
aangegeven tijd stoomde de trein binnen.
Op het perron waren ter verwelkoming aan
wezig, de burgemeester Mr. S. J. de Monchy
en de Gouverneur der Koninklijke Residentie
luitenant-generaal Jhr. W. Röell.
Toen H. M. het salonrijtuig verliet weerklon
ken luide hoera's en riep men „Leve de Konin
gin". Nadat H. M. zich korten tijd in den ont
vangstsalon met de autoriteiten had opgehou
den, stapte zij in den gereedstaanden hofauto,
wederom lulde toegejuicht door het talrijke pu
bliek. De Koningin reed vervolgens met haar
gevolg naar het Huis Ten Bosch.
Het economisch Technologisch Instituut in
Limburg, daartoe financieel in staat gesteld
door een aantal industrieele ondernemingen in
de provincie, organiseert op Donderdagavond
29 en Vrijdag 30 dezer Limburgsche Voorlich
tingsdagen, waartoe vrijwel alle Nederlandsche
couranten zijn uitgenoodigd. Een 40-tal redac
ties (waaronder die van de groote bladen) gaf
aan de uitnoodiging gevolg. Bovendien zullen
vele autoriteiten uit Limburg en buiten die pro
vincie, alsmede Limburgsche industrieelen de
Voorlichtingsdagen bijwonen.
Na een officieele ontvangst ten stadhuize door
B. en W. van Venlo, op Donderdagavond half
negen, zal mr. E. O. J. M. Baron v. Hövell tot
Westerflier, Commissaris der Koningin in de
provincie Limburg en voorzitter van den Raad
van Bestuur van het E.T.I.L., de dagen met een
algemeen inleidend woord openen.
De eigenlijke werkdag is Vrijdag 30 November,
wanneer zes sprekers belangrijke onderwerpen,
voornamelijk op industrieel gebied, zullen be
handelen.
Het is de bedoeling, om op die manier al
gemeene onderwerpen, welke van nationale be
teekenis zijn, in het midden der belangstelling
te plaatsen.
Als sprekers zullen optreden op Donderdag
avond de heeren:
Mr. E. O. J. M. Baron van Hövell tot Wes
terflier, Commissaris der Koningin en Voor
zitter van den Raad van Bestuur van 'tE.T.LL.
en mr. B. M. Berger, burgemeester van Venlo.
Op Vrijdag de heeren: Ir. H. Bemelmans,
directeur van den Limb. L.T.B.; ir. M. C. E-
Bongaerts, oud-minister en lid van de Tweede
Kamer; ir. R. C. A. Franken, directeur van
de N.V. Limagas; prof. dr. ir. H. C. J. H. Ge-
lissen, directeur der N.V. Prov. Limb. El. Mü;
mr. R. A. H. M. Gielen, directeur van het
E.T.IJj. en mr. L. B. J. van Oppen, burge
meester van Maastricht.
In een circulaire aan de gemeentebesturen
deelt de minister van Binnenlandsche Zaken
mede, dat, behalve aan de daarvoor tot dusver
reeds in aanmerking komenden, de distributie
van rundvleesch in blik met ingang van 25 No
vember a.s. ook zal kunnen geschieden aan
personen, die als landarbeiders werkzaam zijn.
Voor gezinnen van meer dan zes personen
wordt het aantal kilogrambussen, dat betrokken
kan worden, met ingang van dien datum ver
hoogd van twee op drie kilogrambussen per
week.
De fabricage van gehakt in blik wordt nog
nader overwogen.
Met ingang van Maandag 26 November a.s.,
zal de prijs van het op bon verkrijgbaar ge
stelde rundvleesch in blik in plaats van 0.35
worden 0.25 per blik.
De voor de maand November afgegeven bons
vermelden nog den ouden prijs.
Men lette er op, dat niettemin in plaats van
0.35 slechts f 0.25 behoeft te worden betaald.
De voor de volgende maand af te geven bons
zullen den nieuwen prijs vermelden.
In verband met de door de prijsverlaging
noodig geworden inventaris-opneming bij de
slagers, zal de verkoop op Maandag as. wel
licht iets minder vlot kunnen geschieden.
Bij het Departement van Defensie is heden
bericht ontvangen, dat de K XVIII Zaterdag
ochtend te 9 uur (paatsehjke tijd) te Funcha
is aangekomen.
Met betrekking tot de opzienbarende ontdek
king van de vervaardiging van valsche oormer
ken voor varkens, welke heeft geleid tot de
arrestatie van den heer H. S. te Woudenberg,
verneemt „De Telegraaf" nog het volgende:
Reeds geruimen tijd bestond verdenking te
gen den heer S. Onderzoekingen door politie,
marechaussee en controleurs der Crisis-Var-
kenswet leidden tot in wijden omtrek steeds
naar deze gemeente en den persoon van S.
Ongeveer een maand geleden werd hem ook
reeds een verhoor afgenomen. De betrokkene
ontkende toen echter hardnekkig, terwijl de
gegevens nog niet van dien aard bleken te zijn,
dat zij een voldoend overtuigend bewijs kon
den leveren.
Nu gaf Donderdag een inwoner van Biltho-
ven de politie aldaar een aanwijzing, die leidde
tot de ontdekking van de plaats waar de val
sche merken, althans de blikjes daarvoor, wer
den vervaardigd. Bij het onmiddellijk ter plaat
se ingestelde onderzoek kwam toen aan het
licht, dat deze in opdracht van den heer S.
werden gemaakt en aan hem afgeleverd.
De betrokken fabrikant blijkt geheel te goe
der trouw te zijn geweest. Hem was de be
stemming der blikjes totaal onbekend, aange
zien de stempeling der merken door den heer
S. zelf geschiedde. Hij verstrekte de politie
alle mogelijke inlichtingen, waardoor de han
delingen van den heer S. zoodanig werden ge
openbaard, dat voldoende grond tot diens ar
restatie aanwezig was.
De heer S. heeft bekend.
Ter bespreking van het vraagstuk der verla
ging van huren zal in de komende week onder
leiding van prof. mr. P. A. Diepenhorst in Den
Haag een samenkomst gehouden worden van
vertegenwoordigers der bestaande organisaties
op het gebied van hypotheken, spaarbanken,
verzekeringsmaatschappijen en vertegenwoordi
gers van den bond van huiseigenaren en bouw
ondernemers.
In deze vergadering zal aan de orde worden
gesteld een rapport van de heeren Brouwer
Bruinsma en v. d. Schaar, houdende aanwijzin
gen tot bevordering van huurverlaging.
BATAVIA, 24 Nov. (Aneta.) Einde September
waren bij de onderscheidene arbeidsMtarzen in
geschreven 3955 Europeesche, 11.782 iffiieemsche
en 1167 Chineesche werkloozen tegen op einde
Augustus 3920 Europeesche, 11.017 Inheemsche
en 1123 Chineesche werkloozen.
In totaal werden 5454 personen uit alle land
aarden gesteund met een totaal-bedrag van
88.055.29, in Augustus was het aantal gesteun-
den 4997 met een bedrag van ƒ93.083.67.
Ziedaar een ziekte, waarvan de verklaring aan
de geneesheeren tientallen jaren gekost heeft,
nadat eenmaal het eerste punt ontdekt was, Maar
ik zal den lezer niet vermoeien met de geschie
denis van de verklaringen en van het begrip
dezer ziekte, doch in het kort de oorzaak, de
verschijnselen en de geneeswijze uiteenzetten.
De naam suikerziekte is ontleend aan de
suiker in de urine, die bij deze ziekte wordt
gevonden. Dit is geen riet- of bietsuiker, maar
druivensuiker, glucose, door de bakkers ook wel
blanke stroop genaamd. Deze suiker is een van
de onmisbare voedingsmiddelen van den
mensch; maar zij wordt in den vorm van glucose
zeer weinig gebruikt. De meeste suiker komt
tot den mensch in het zetmeel, dat het voor
naamste bestanddeel is van granen, aardappe
len, erwten, boonen en zaden. Hierin zijn ver
schillende andere suikers aanwezig, maar zij
alle worden door maag- en darmsappen en
vooral door de lever omgevormd tot glucose.
Deze glucose wordt in den vorm van z.g glycogeen
bewaard in de lever en ook voor een klein ge
deelte in andere organen; en wanneer nu het
lichaam behoefte heeft aan suiker dan wordt
deze suiker door de lever in het bloed losgelaten
en vandaar vervoerd naar de organen, vooral de
spieren, die daaraan behoefte hebben. Die
suiker wordt dan door het lichaam, vooral door
de spieren verbrand tot water en koolzuur, en
deze verbranding geeft de energie voor de
lichaamsbewegingen en zorgt ook voor het
onderhoud der lichaamswarmte.
De suikerziekte is nu een onmacht om deze
suiker te verbranden. Dat is de kern van de
geheele zaak. De suiker kan niet verbrand wor
den, deze brandstof kan niet ten nutte ge
maakt, dit voedsel kan niet verteerd worden.
Het is thans ook bekend, hoe drt komt. Voor
deze vertering en verbranding is noodig een
ferment; evenals een stuk papier eerst brandt,
als men er b.v. een lucifer bij houdt, zoo kan
ook de suiker eerst verbrand worden, wanneer
er een bepaald ferment is. Dit ferment, d.i. een
hulpstof voor de vertering, wordt geleverd
door het pancreas of alvleeschklier, een klier,
die achter de maag ligt. Deze klier produceert
in zeer geringe hoeveelheden een stof, die
in het bloed komt, en wanneer deze stof in
het lichaam aanwezig is, kan de suiker verbrand
worden. Deze stof heet insuline, d.w.z. eiland-
stof. Er is n.l. reeds lang geleden bemerkt, dat
in het pancreas eigenaardige kleine groepjes
cellen zijn, die alle apart liggen en daarom
eilandjes genoemd worden.
Het eerste gevolg van dit onvermogen de
suiker te verbranden, is natuurlijk een over
vloed van suiker fn het bloed. In den regel be
draagt de hoeveelheid suiker in het bloed niet
meer dan 1.3 gram per liter. Bij suikerziekte
stijgt dit gehalte tot hooger dan 3 gram per
liter. Maar wanneer de suiker meer bedraagt
dan 1.8 gram per liter, gaat zij in de urine
over. Maar de suiker overstroomt niet alleen het
bloed, maar ook de weefsels. Het gansche
lichaam wordt dus min or meer versuikerd.
Wanneer het lichaam te veel stoffen bevat, die
er in normalen toestand uitgespoeld worden,
ontstaat er dorst. De mensch neemt dan water
tot zich, die stoffen worden verdund, en kunnen
dan in dezen verdunden toestand met de urine
uitgescheiden worden. De suikerzieke wordt dus
zeer dorstig. Daarom moet hij vaak urine loc
zen.
Zooals wij reeds gezegd hebben, gaat de suiker
uit het bloed fn de urine over, en aldus ver
liest de patiënt veel kostbaar voedsel. Het ge
volg daarvan is honger, en dus veel eten De
drie verschijnselen van suikerziekte, die voorop
staan, zijn dus veel eten, veel drinken, veel
urineeren, of in het potjeslatijn dat hier
Grieksch is polyphagie, polydfpsie, polyurie.
De versuikering van het organisme heeft nog
andere gevolgen. De spierkracht vermindert de
patiënt voelt zich slap en gekraakt, nij is spoe
dig vermoeid. Vaak is jeukte het eerste ver
schijnsel, waardoor de patiënt tot den arts
komt. Zeer vaak komen ook bij den suiker
patiënt huidaandoeningen voor, en wel putsten,
steenpuisten, zelfs negenoogen, in 't kort allerlei
etterige aandoeningen, want de huid is bij deze
patiënten zeer vatbaar. Ook eczeem-aehtige aan
doeningen ziet men bij hen vaak. en dikwijls het
z.g. smetten. Ook komen er veel tndziekten voor,
de tanden gaan los staan; ook het zenuwstelsel
wordt niet gespaard, veel zenuwpijnen (neural
gieën) en zenuwontstekingen zelfs komen voor.
Ziekten aan de oogen, staar, en een geneeslijke
blindheid, komen eveneens doch niet vaak, bij
suikerziekte voor.
Een der meest gevreesde complicaties is het
versterf van de uiteinden der ledematen, bijna
steeds van de teenen. Wanneer nu daarbij,
zooals vaak geschiedt, een infectie komt, dan
is het lot van den suikerpatiënt vaak beslist.
Het is dus een ernstige ziekte.
Maar dit zou men aan duizenden suiker
patiënten in 't geheel niet zeggen. Verreweg de
meeste patiënten van over de vijftig jaar en
die vrij goed hl het vet zitten, hebben slechts
een heel onschuldige ziekte, die met een niet al
te onaangenaam diëet even oud worden als
gezonden, en zeer goed hun werk kunnen doen.
Dit soort suikerziekte is dan beperkt tot de
verstoring van de suikervertering. Maar bij de
ernstiger vormen van suikerziekte is ook de
vertering van de eiwitten en de vetten ver
stoord. Suikers, eiwitten en vetten zijn de voe
dingsmiddelen van den mensch. Natuurlijk is
ook water noodig, sommige zouten, sommige
metalen in zeer geringe hoeveelheden, en vita
minen. Maar het eigenlijk voedsel bestaat toch
uit suiker (of koolhydraten), eiwitten en vetten,
en wanneer de vertering van deze drie nu ge
stoord is, dan begrijpt eenieder, dat het
lichaam daar zwaar onder lijden moet. Doch
over deze ernstige vormen zullen wij later
spreken. Het grootste aantal van de patiënten
heeft een vrij onschuldige suikerziekte, mits
zij dieet houden. Een zekere hoeveelheid suiker
kunnen de meesten wel verdragen, en deze
hoeveelheid wordt door den arts eerst vastge
steld, op directe of indirecte wijze, door de
suiker in de urine of de suiker in het bloed te
meten. Wanneer het nu bekend Is hoeveel
suiker de patiënt verdragen kan, dan wordt het
dieet daarmee in overeenstemming gebracht.
En wanneer de overvloed van suiker in bloed en
weefsels op die wijze tot normale verhoudingen
wordt teruggebracht dan verdwijnen ook de
verschijnselen. De honger verdwijnt en de dorst
en de huidaandoeningen genezen, de jeukte
wordt niet meer gevoeld en de patiënt voelt zich
weer goed.
Maar nu heeft de mensch een zekere behoefte
aan suikers noodig. Krijgt hij deze niet, dan
wordt het evenwicht in de voeding verbroken
en groote gevaren bedreigen den patiënt De
moeilijkheid is dus, een zoodanig dieet te geven,
dat de patiënt genoeg, maar niet te veel suiker
krijgt. Om te zórgen, dat hij genoeg suiker krijgt,
en toch niet meer dan hij verdragen kan,
kunnen verschillende middelen worden aan
gewend. Daar zijn b.v. de haverkuren, want het
is een feit, dat suiker in bepaalde vormen beter
verdragen wordt dan in andere.
Ook laat men den patiënt wel eens enkele
dagen vasten: in den regel kan de patiënt
daarna veel meer suiker verdragen.
Wanneer echter de patiënt niet zooveel
suiker verdragen kan, als hij toch strikt noodig
heeft, dan wordt het noodig, hem met insuline
te behandelen. Wanneer men daarmee eenmaal
begint, kan men er niet meer mee ophouden.
De patiënt moet eiken dag worden tn gespoten.
En omdat dit toch een weinig lastig ir en
met veel zorgen moet gebeuren, is ook de ouder-
wetsche behandeling met dieet door de ontdek
king van het insuline nog niet verdwenen.
DR. TH. SCHLICHTING
De „Havik" (thuisreis) is uit Alor Star ver
trokken en te Akyab aangekomen.