De wilde autobusdiensten Onrust in Bolivia De goudclausule Actieve Handels politiek AUTOBUS EN TREIN VRIJDAG 30 NOVEMBER 1934 Salamanca legeraan voerder Re- en dupliek Rijnstrandbad-affaire Contingenteering en tarieven Naar georganiseerde „wilde" diensten? In de hoofdstad en elders zou hei tot anti-oorlogsdemonstraties zijn gekomen Het proces inzake de Ameri- kaansche dollarleeningen is hedenmorgen voortgezet Gouduitvoer mogelijk Gouden munten onder beperking De procureur-generaal eischte een geldboete van f 2.000 of 30 dagen hechtenis Rede van prof. Kaay over Neder lands handelspolitieke maat regelen in de practijk" Rede prof. Kaay Voor- en nadeelen van contingenteering Gedachtenwisseling Het touringcar-bedrijf is in den winter niet meer rendabel te maken Uitlooper van den slech ten tijd Het concessie-stelsel Georganiseerde, „wilde" diensten? AMERIK. GOEDERENMARKT WA ONZE JANTJES NAAR DE OOST H. M.'s „Piet Hein" en H. M.'s „Evertsen" vertrokken MARKTNIEUWS De vreugde van het innerlijke AMSTERDAMSCHE BEURS Nabeurskoersen van 29 November FAILLISSEMENTEN STOOMVAARTLIJNEN LONDEN, 29 Nov. Naar uit Santiago, de hoofdstad van Chili, gemeld wordt, zou men in La Paz nog steeds volkomen in het on zekere verkeeren over de verblijfplaats van den Boliviaanschen president Salamanca. De vice- president Tejada, die, gelijk bekend is, de re- geeringszaken op zich genomen heeft, heeft verklaard, dat Salamanca zich voor een in spectiereis naar den Zuid-Oostelijken front- sector heeft begeven, ofschoon zijn aanwezig heid in de hoofdstad ter behandeling van drin gende vraagstukken noodzakelijk was. Overigens schijnt de toestand in Bolivia ern stig verward te zijn. Berichten, die buiten de censuur om uit La Paz zijn ontvangen, maken melding van een militaire ineenstorting en van politieke onlusten. Volgens berichten, die in de Chileensche haven Antofagasta en in Arica zijn ontvangen, zou de Boliviaansche grens gesloten zijn. In La Paz en in andere Boliviaansche steden zou het zijn gekomen tot anti-oorlogsdemonstraties. Het leger zou ontevreden zijn over de samen stelling van het kabinet-Salamanca. De vice-president zou vertwijfelde pogingen in het werk stellen bij de neutrale nabuur- staten, om dezen over te halen tot een be middeling voor vredesonderhandelingen met Paraguay. Voorts verluidt, dat het den Paraguaanschen troepen zou zijn gelukt door het Boliviaansche front heen te breken. Zij zouden thans trach ten de bres te vergrooten, teneinde de hoofd macht der Boliviaansche legertroepen te om singelen. De Argentijnsche regeering heeft uit La Paz vernomen, dat Salamanca de post van opper bevelhebber van het leger heeft aanvaard, ter wijl hij de leiding van de regeering in handen van Tejada heeft gelaten. -■ Gistermorgen is voor de civiele kamer van het Haagsche Gerechtshof de zaak voorgezet van de Vereeniging voor den Effectenhandel tegen de Bataafsche Petroleum-Maatschappij betref fende de goudclausule in de Amerikaansche dol larleeningen. Mr. Van Regteren Altena, voor de Ver. van den Effectenhandel pleitende, repliceerde. Nadat de Bataafsche geleend had, had zij geen rechten meer, maar alleen plichten. Zij had verbonden goldcoin te betalen van zeker gehal te en gewicht. Niets ander dan goud kan de Bataafsche be vrijden. Zelfs de wetten van den staat New York kunnen haar niet bevrijden. Als zij niet bevrijd is, moet zij presteeren. Als zij te New York niet presteeren kan, moet zij het elders doen, nJ. op de natuurlijke betaal- plaats, welke het domicilie is. Bepaald is dat de betaling moet geschieden door den fiscal agent, maar dit is alleen bepaald in het belang van den fiscal agent, d.i. is de bankier, die er provisie van krijgt. Als de betaling elders dan te New York geschiedt, behoort de Bataafsche overleg te plegen met den fiscal agent, die er even goed provisie van kan krijgen. Nergens is bepaald dat te zijnen kantore de betaling moet plaatsvinden. Vervolgens repliceerde mr. Asser, eveneens voor de Ver. voor den Effectenhandel pleitende. Hy zeide o.m., dat de tegenpartij zich beroept op een absoluut uitvoerverbod van goud, dat in Amerika zou bestaan, maar dat er ginds niet zulk een absoluut verbod is. Men kan er een license verkrijgen, ook voor gouduitvoer door particulieren als het uitvoering betreft van overeenkomsten, vroeger gesloten. Men wil het Amerikaansche recht gebrui ken om in Holland verkregen rechten in Holland krachteloos te maken. Dit gaat niet. De pleitnota der tegenpartij is een mooi stuk, maar zij wordt op enkele plaatsen ontsierd. Zoo staat er, dat pl.'s actie is een actie tot con tractbreuk. Maar als er debitrice is, die heeft beloofd, in goud of in goudwaarde te betalen, en die zich dan van buitenlandsch recht be dient om te trachten van haar verplichtingen af te komen, is het vrijmoedig om zoo iets te schrijven. Hierna dupliceerde, voor de Bataafsche plei tende, Prof. Mr. Molster. Hij Handhaafde, dat het hier een contract betreft met een trustee, als gerechtigde uit een obligatieleening. Voorts moet de overeenkomst niet slechts in het belang van één partij wor den geïnterpreteerd. Wij hebben niet beloofd gouden munten, maar wy hebben beloofd gouden munten, voor zoover het Amerikaansche recht de betaling daarvan toestaat. Als pl. goed is ingelicht is uitvoer van goud te New York toegestaan ter reguleering van den wisselkoers, maar niet voor een ander doel. De Bataafsche is verplicht te New York gou den munten te betalen. Pl. handhaafde, dat deze verplichting niet gesplitst kan worden in een essentieel en een niet-essentieel deel. Voor de civiele kamer van het Haagsch Ge rechtshof kwam Donderdag na de zaak tegen de Bataafsche betreffende de goudclausule in de Amerikaansche dollarleeningen de zaak van de Koninklijke Petroleummaatschappij tegen de Vereeniging voor den Effectenhandel aan de orde. De directeur van de Koninklijke, ir. J. F. E. de Kok, gaf een toelichting op de balans van de maatschappij. Hij bestreed, dat de Koninklij ke voordeel van de devaluatie zou hebben ge- 2234^ Prof. mr. A B. Oppenheim lichtte de memo rie van grieven der Koninklijke toe. Men hoort nu al een jaar lang dat de Ko ninklijke zich verschuilt achter chicanes en dat dit deze maatschappij niet lang meer zal geluk ken, tegen welke betichting van kwade trouw spr. met klem opkomt. Uitvoerig betoogde pl. dat, wanneer men uit gaat van de stelling, dat het vonnis der recht bank ten aanzien van de Bataafsche juist is, het vonnis ten aanzien van de Koninklijke onjuist genoemd moet worden. Nergens staat dat de Koninklijke zal beta len in New-York, Amsterdam, Londen enz., maar steeds is scherp onderscheiden dat de ge- heele betaling zal plaats hebben in New-York aan Dillon Read. En dan vindt men nergens anders dat Dillon Read zal zorgen voor een machinerie, voor arrangementen, ten gevolge waarvan de houder zijn coupon tegen dagkoers zou kunnen innen in Amsterdam, Londen enz. Pl. besprak vervolgens o.m. den inhoud van de coupon. Hier staat duidelijk, dat de schulde naar te betalen zal hebben in goud te New- York. Wanneer de verplichting om in meerdere plaatsen te betalen aanwezig was geweest, dan had dit toch zeker in de coupon vermeld moe ten worden, Resumeerende kwam prof. Oppenheim tot de conclusie, dat de goudclausule een gouden muntclausule is, gelijk bij de Bataafsche ten aanzien van precies dezelfde clausule, door beide partijen is erkend. De Koninklijke moest dus aanvankelijk in gouden munt betalen. De Koninklijke is dan ook thans, wat de be taling in New-York betreft, bevrijd door het nominaal bedrag der door haar verschuldigde gelden in papieren dollars te betalen, op de zelfde gronden als de Bataafsche dit is. De collection-mogelijkheid voor den coupon houder b.v. te Amsterdam heeft geen andere beteekenis dan dat de couponhouder er recht op heeft, dat de in die hoofdstad aangewezen banken zijn coupon van hem overnemen, zonder berekening van provisie tegen een bedrag, dat op den dag van aanbieding, het aequivelent vormt van het bedrag in dollars dat hem in New-York zou zijn betaald, zoo hij daar bij Dillon Read definitief van zijn coupon afstand had gedaan. Wegens het vergevorderd uur werd besloten de zitting te schorsen. De president deelde mede, dat de behandeling Zaterdagochtend 10 uur zal worden voortgezet. Dan is het woord aan de tegenpartij. De behandeling der strafzaak Rijnstrandbad werd gisteren voortgezet. De heer IJ. wordt verhoord en bevestigt de verklaringen, die hij destijds voor de rechtbank aflegde. De directeur van het bad heeft hem inzage van de boeken geweigerd. De heer IJ. had geen idee van het totale bedrag der schul den. De president: Het maakt sterk den indruk, dat u op 15 Juni getracht hebt uw eigen vor- dering te redden ten nadeele der andere credi teuren. De heer IJ.: Dan was het toch niet slim van me, op dienzelfden dag er op aan te dringen de andere crediteuren op de hoogte te stellen. Af schrift van een schrijven aan de crediteuren, zooals het door den heer IJ. is opgesteld, is in het dossier aanwezig. De zaak van het Rijnstrandbad stond er in Juni goed voor. De heer IJ. voert aan, dat veer tien dagen na de opening geen reden aanwezig was, om een faillissement te verwachten. De procureur-generaal, mr. Cnopius, meent, dat hier geen twijfel kan bestaan omtrent het al of niet bewezen zijn, hoogstens twijfel om trent de strafbaarheid. Spr. meent, dat de grens der strafbaarheid is overtreden. De p.-g. betwijfelt de waarde der verklaringen van B. V., die financieel niet op de hoogte was. De getuige d. P., die de finesses kende, verdient meer gehoor. Het Rijnstrandbad was commercieel niet goed opgezet. Het publiek was niet bevredigd, omdat er te strenge eischen omtrent de zedelijkheid werden gesteld. De zaak was zonder financiën opgezet. De zaak moest failliet gaan. De motiveering van de rechtbank gaf van de vrijspraak van verduistering is kortzichtig. Volgens de p.-g. moesten verduistering en bedrieglijke bankbreuk bewezen worden geacht. Daar de dagvaarding alternatief is, kan hij geen veroordeeling wegens beide feiten vragen. De nadruk ligt voor den p.-g. op de bankbreuk. Verduistering acht spr. bewezen. De bedrieg lijke bankbreuk is bewezen, omdat het fail lissement verwacht moest worden, toen de heer IJ. het bedrag tot zich trok. De procureur-generaal eischt wegens verduis tering (321 Sr.) een geldboete van ƒ2000, sub sidiair 30 dagen hechtenis. Mr. Witteman, uit Amsterdam, ving zijn plei dooi aan. De heer IJ., sieraad van zijn Kerk en zijn partij is z. i. volkomen onschuldig aan het hem ten laste gelegde. De Officier van Justitie heeft de strafver volging tegen den heer IJ. eerst ingesteld, nadat de officier zich een uitlating had laten ont vallen die de pers publiceerde, en waarna de heer IJ. sprak van eerroof. De strafvervolging van den verdachte maakt op de buitenwereld den indruk te zijn begonnen en te zijn voort gezet ter wille van het prestige van den officier. De heer IJ. heeft zich met het Rijnstrandbad bemoeid, zooals hij zich voor zoovele zaken om ideëele redenen heeft beschikbaar gesteld. Het ging er den heer IJ. om een bad te steunen, waarin de katholieke opvattingen der moraal werden gevolgd. De heer IJ. meende dat de zaken goed gin gen. Spr. beroept zich op de getuigenverklarin gen, en gaat aan de hand daarvan de feiten na. De heer IJ. heeft pas eind Juli de situatie begrepen, en toen krachtig inzage in de boeken geëischt. Den heer D. heeft de heer IJ. medegedeeld, dat hij zich voor zijn waarborgsom niet aan sprakelijk stelt. De verdediger betwist daarna de betrouw baarheid van d. P., die oorspronkelijk voor de verduistering terecht stond. Spr. wil zich eerder beroepen op getuige V. Het requisitoir van den officier hangt samen van onbewezen suggesties en juridische con structies om van te duizelen. Wat betreft de verduistering: toen d. P. het geld van D. opmaakte, pleegde hij, volgens den officier, geen verduistering, wanthet geld bleef, slechts de muntstukken veranderden. Toen echter de heer IJ. het geld aannam, ver dween het. Voor een gewoon menschenverstand is dat hocus pocus. Verwonderlijk is, dat de officier in beroep ging op het vrijsprekend vonnis van IJ., terwijl hij berustte in de vrijspraak van d. P. Wat betreft de bedrieglijke bankbreuk acht spr., met de rechtbank, bewezen, dat op 15 Juni de heer IJ. niet de wetenschap had, dat een faillissement dreigde. Het was natuurlijk, dat de heer IJ. zijn kasvoorschot opeischte. Dat de heer IJ. de débacle had moeten voorzien, is achterafwijsheid. Op het eind van zijn pleidooi, na stuk voor stuk de elementen der dagvaarding te hebben besproken, beroept spr. zich op den levensloop van den heer IJ., die steeds offervaardigheid heeft betoond voor het algemeen belang. Het is diep treurig, dat deze man door een justitioneel ambtenaar van dergelijke feiten, als is geschied, wordt beschuldigd. Uitspraak 13 December, De voorzichtigebrengt zijn bagage mee! (Die lachende Welt, Leipzig) De vereeniging voor actieve handelspolitiek hield Donderdagmiddag in Pulchri Studio te Den Haag, haar openbare jaarvergadering, waarin prof. H. A. Kaag, hoogleeraar aan de R. K. Hoogeschool te Tilburg het onderwerp: „Nederlands handelspolitieke maatregelen in de practijk" inleidde. De voorzitter, prof. mr. P. A. DIEPEN HORST, opende de bijeenkomst met woorden van welkom. Spr. wees erop, dat in onze han delspolitiek een ommekeer heeft plaats gehad, en lichtte dit met enkele voorbeelden toe. Van het offensief aldus spr. zijn wij gekomen tot het defensief: behouden en ver dedigen is nu eerste zaak geworden. De tegen woordige crisiswetgeving is evenwel veel te laat gekomen en de uitvoering toont nog vele fou ten, welke echter voor verbetering vatbaar zijn. Prof. KAAG, daarna zijn rede aanvangende, constateerde, dat tot einde 1933 onze handels politiek in de crisisjaren is beheerscht door de erisisinvoerwet 1931. Allen, die de contingen- teeringsmaatregelen hebben ondervonden of met aandacht gevolgd, zullen moeten erkennen, dat de Nederlandsche industrie zich op voortref felijke wijze heeft aangepast. De contingenteering heeft ertoe geleid, dat tal van artikelen thans in Nederland worden vervaardigd, waarvoor men eerst op het bui tenland was aangewezen: voorts heeft de con tingenteering de werkgelegenheid hier te lan de in belangrijke mate verhoogd en de energie in vele opzichten aangewakkerd, in plaats van, zooals wel gevreesd werd, in slaap gesust. Dat de prijzen gestegen zouden zijn door de contingenteering is een in haar algemeenheid onjuiste bewering; i ndiverse gevallen is zelfs een prijsdaling als gevolg der contingentee ring te constateeren, grooter dan die der ge middelde indexcijfers. In elk geval heeft de contingenteering de aanpassing aan de prijsverschillen vergemak kelijkt. Wellicht zou dit nog meer zijn geslaagd indien Nederland het voorbeeld van Engeland had gevolgd, doch dit vraagstuk wil spr. hier laten rusten. De mate van prijsbeinvloeding hangt af van verschillende omstandigheden. Men meent wel, dat waardecontingenten prijsdalend en hoeveel- heidscontingenten prijsstijgend werken, doch ook hier is het effect in de practijk niet zoo sprekend. Spr. acht als algemeene grens een hoeveelheidscontingent wenschelijk, doch voor de uitgifte van consenten een waardemaatstaf daarnaast. Naarmate de groep grooter is, kan de con tingenteering gemakkelijker worden toege past. Een nadeel van de contingenteering is de verstarring. Vast staat evenwel, dat bij de onderhande lingen met verschillende landen resultaten zijn verkregen, die zonder de contingenteerings- maatregelen niet verkregen zouden zijn. Men moet intusschen de consequentie aan vaarden, dat de meeste landen bewust streven naar protectie; reciprociteit staat niet meer voorop. Merkwaardig is het, dat hier te lande thans een beroep wordt gedaan op de protec- tionisten. Komende tot de wet inzake instelling, ver hooging, verlaging of afschaffing van invoer rechten, betoogde spr., dat tarieven in wezen onschuldiger zijn dan contingenteering. Ver- staringsverschijnselen en administratieve romp slomp doen zich bij de tarieven nauwelijks voor, terwijl de stabiliteit grooter is dan bij contin genteering. Specifieke rechten zijn volgens spr. beter dan waarderechten. In het tarief en in de contingenteering beide ziet spr. echter middelen om den invoer te be perken. Zooals dr. Colijn heeft gezegd in zijn rede: „St. Vitusdans", moeten wij thans als eer ste taak vechten voor het naakte be staan. Onze maatregelen, hetzij tarieven dan wel contingenteeringen, moeten daarom op dat doel in de eerste plaats zijn gericht. Op de rede volgde een gedachtenwisseling. De heer Raaymakers (Rotterdam) informeer de naar de wenschelijkheid van nationale or dening'. De heer Dusseldorp (Den Haag) meende aan de voordeelen van invoerrechten te moeten toe voegen het voordeel voor de schatkist. Een deel van de invoerrechten wordt door het buitenland betaald. Het merkwaardige is, dat dat juist vrijhandelslanden als Engeland en Nederland een duurder levensstandaard hebben dan vele protectielanden. Wij dienen de tarieven te bren gen op het peil van het buitenland. De heer Hartogs (Rotterdam) gaf te kennen, dat het invoerrecht minstens 30 pet. diende te 5tfn. De heer L. G. Kortenhorst (Den Haag; achtte het nuttig, dat voor Nederland het belang van den export niet uit het oog wordt verloren. Vele takken van industrie hebben van Neder land uit zich verder ontwikkeld. Spr. is nog al tijd vrijhandelaai-. Wij zouden de contingentee ring vooral moeten toepassen op artikelen, De z.g. „wilde" autobusdiensten kunnen zich in de algeheele publieke belangstelling verheu gen. Niet het minst, doordat de overheid het noodig heeft geoordeeld in te grijpen en ver schillende wagens in beslag heeft genomen. Met belangstelling wacht men af, hoe in hoogste instantie hieromtrent beslist zal wor den. De wilde diensten hebben vooral den laatsten tijd de aandacht op zich gevestigd door de ge weldig lage prijzen. Dat pakt het publiek on middellijk. Wij meenden goed te doen over deze aange legenheid het oordeel eens te vragen van iemand, die in het touringcar-wezen is inge werkt en wendden ons tot den heer N. J. M. Brugman te Amsterdam, voorzitter van den Nederl. Bond van Touringcar-onaernemers en eveneens voorzitter van Cebuto, het bureau, dat voor de georganiseerde touringcar-ondernemers reizen organiseert. Wat de heer Plesman is voor de K. L. M. is de heer Brugman voor het touringcarwezen Wij vonden hem aanstonds bereid om onze nieuwsgierigheid te bevredigen. Nauwelijks had den wij onze eerste vraag: „Hoe is men tot de wilde diensten gekomen", gesteld of de heer Brugman stak met geestdrift van wal, over een onderwerp, dat hem dierbaar is, en onmid dellijk bleek ons, dat het pad van den touring car-ondernemer niet alleen over rozen gaat. De wilde dienst, aldus de heer Brugman, is een uitlooper van den slechten tijd. Het winter seizoen biedt uit den aard der zaak den touring- carondememer weinig werk. Het gaat dan voornamelijk om wat voetbalwedstrijden, con gressen en eventueele bijzondere gebeurtenis sen. Toen de spoorwegen een andere richting in sloegen, met tariefsverlaging, uitbreiding en vergemakkelijking van gezelschapsbiljetten, en door voor voetbalwedstrijden e. a. extra treinen te laten loopen, liep het winterwerk nog meer terug en met de lage tarieven bleek het onmo gelijk voor den touringcar-ondernemer om nog rendabel te rijden. Dit is, volgens onzen zegsman, de oorzaak van de totstandkoming der wilde diensten, al wil men dat niet algemeen aanvaarden. Velen verdedigen n.I. de stelling, dat de wilde diensten ontstaan zijn als een gevolg van een ouden strijd tusschen de Rotterdamsche ge meente en de touringcar-ondernemers uit deze stad, die destijds in Rotterdam concessies had den tot het onderhouden van stadsdiensten Concessies, die ingetrokken werden, toen de Rotterdamsche tram in gemeentebeheer over ging. Daardoor ontstond een felle concurrentie strijd en zeker heeft ook dit een belangrijken stoot gegeven tot de instelling van de z.g. wilde autobusdiensten. De wilde diensten ontstonden dus in Rotter dam voor locaal verkeer met als eerste doel een scherpe concurrentie te voeren. Min of meer tegen de verwachting in bleek al heel spoedig, dat deze wijze van vervoer er bij het publiek „in ging". Er bleek zooveel vraag te zijn, dat de diensten rendabel bleken en toen de aftrek van het publiek steeds grooter werd, breidde men de zaak uit tot grootere trajecten. Zijn het alleen ongeorganiseerde onderne mers, die zich met de wilde diensten bezig hou den? vroegen wij den heer Brugman. Er zijn inderdaad ook enkele georganiseerde bedrijven bij betrokken. U moet wel goed in het oog houden het ver schil tusschen den touringcar-ondernemer en het autobusbedrijf. Het is met het touringcarbedrijf gegaan als met zoovele andere bedrijven. Het ging goed, tot er een teveel van kwam. Het werd voor het touringcarbedrijf nog erger, toen de spoorwegen zich meer en meer op dit terrein gingen begeven door gezelschaps biljetten te verstrekken met aansluitende auto ritten van de A.T.O. De busondernemers hadden hun eigen gecon- cessionneerde diensten, maar voor den touring carondernemer was het bedrijf in den winter niet meer rendabel te maken. De lasten voor het touringcarbedrijf zijn zeer hoog. Voor een dertig-persoonswagen wordt per jaar 1400 betaald aan benzinebelasting, wegen- en personeele belasting'! Waar een tou ringcar maar honderd rijdagen in bedrijf is, maakt dit dus alleen aan deze kosten 14 per dag! De ondernemers van de wilde diensten achten het concessiestelsel onrechtvaardig, onbillijk en bekrompen. Ten eerste is 't een bevoorrechting van een bepaalde groep ondernemers, omdat bij nieuwe concessie-aanvragen die ondernemer voorrang heeft, die reeds eerder een concessie heeft ver kregen. Dit geschiedt omdat deze ondernemers reeds bewezen, dat zij de bepalingen en ver plichtingen nakomen. Onbillijk en bekrompen achten zij het, dat verhinderd wordt naast de bestaande snelle spoorwegverbinding tusschen bepaalde plaatsen een busdienst in te leggen. Nu zoo overduidelijk blijkt, dat een deel van het publiek gaarne gebruik maakt van een goedkoopere, langzamere gelegenheid, moet in het belang van dat publiek daar gelegenheid voor gegeven worden. Dat de goedkoopere en langduriger autobusrit groote schade aan het spoorwegvervoer toe bracht geloofde de heer Brugman niet. Het meerendeel toch van de reizigers, die van de zgn. wilde diensten gebruik maken, zijn menschen die deze goedkoope gelegenheid aan grijpen voor familiebezoek. Het grootste ge deelte van dit reizend publiek zou zonder den wilden dienst thuis blijven en toch niet met den trein gaan. Om de desbetreffende wetsbepalingen te ont duiken heet het, dat men alleen rijdt met groe pen, zoodat er dan feitelijk van geen dienst sprake is. Ook werden zgn. reisvereenigingen opgericht, waarvan men voor een zeer gering bedrag lid kan worden en waardoor men dan het voorrecht geniet om voordeelig per tou ringcar te „reizen". De wetsbepalingen zijn van ouden datum, waarbij in het geheel niet gerekend is op de enorme vlucht, welke het touringcar-wezen heeft genomen, waardoor de omstandigheden zoo geheel veranderd zijn. Een nieuwe wet ligt gereed en deze dreigt het geheele touringcar-wezen onmogelijk te maken, wat volgens onzen zegsman een gevolg is van het optreden van de „wilde"-onderne- mers. Treedt de bond niet tegen deze ondernemers op? Ook de bonafide-ondernemers zijn van mee ning, dat het concessiestelsel te eng wordt toe gepast. De bond adviseerde de leden om in geen geval aan de wilde diensten mee te doen. De meesten gingen er dan ook niet toe over, een enkele wel. Het resultaat was bevredigend en dit had tengevolge, dat een massa nieuwe onderneminkjes te voorschijn kwam omdat voor het laten loopen van deze diensten geen kennis van het veel ingewikkelder touringbe- drijf wordt geëischt. Op 8 December 1933 werd een algemeene ver gadering gehouden, waarop het hoofdbestuur voorstelde om zelf bij den Minister stappen te doen om het kwaad van de wilde diensten in de kiem te smoren. Hiertoe is men niet geko men, omdat men het voorstel te verstrekkend achtte om de eigen leden in hun bedrijf wet telijk te binden. Voor twee jaar terug werd er in de afdeeling Amsterdam, waarvan de heer Brugman even eens voorzitter is, op aangedrongen om gecom bineerd een Mij. op te richten, die wilde dien sten instelde naar alle mogelijke plaatsen tegen uiterst lage tarieven, waardoor het voor een ander onmogelijk zou worden om de diensten rendabel te maken. De heer Brugman heeft dit plan tegen gehouden, omdat hij van meening was, dat een bonafide ondernemer^ zich niet op dit glibberige pad mag begeven. Er is half December '33 in Amsterdam een gecombineerde vergadering gehouden, omdat de touringcar-ondernemers zelf schade ondervon den van de wilde diensten. Als een touringcar-ondernemer b.v. voor een trip naar Rotterdam ƒ2.vraagt kan een dienst-ondememer het gemakkelijk veel voor- deeliger doen, omdat deze op een dag wel drie diensten heen en terug kan rijden met den zelf den wagen! Op de gecombineerde vergadering werd dan ook besloten dat de dienst-ondernemers 't tou ringcarbedrijf niet meer zouden beconcurree- ren, door behoorlijke tarieven te rekenen en t materiaal niet voor andere doeleinden te verhu ren. Tot opheffing der diensten was men niet te brengen. De belachelijk lage prijs van den laatsten tijd, waardoor de aandacht op de diensten zóo algemeen gevestigd werd, was alleen een gevolg van plaatselijke concurrentie en duurde slechts korten tijd. Geen enkele Amsterdamsche touringcar-on dernemer heeft hier ooit aan meegedaan. Dege nen, die er nu aan meedoen, zijn nieuw opge richte bedrijven van het laatste jaar. Er is in dezen strijd volgens den heer Brug man een groote overeenstemming' met den taxi- strijd in de hoofdstad, waar de snorders zich vereenigden in de A.T.O. en die na een feilen strijd vergunning en standplaats kregen. Ook de „wilde" ondernemers zijn thans bezig zich te organiseeren en de touringcar-onderne mers, die een voorbeeld zien in den taxi-strijd vragen zich thans af, of zij niet altijd te netjes zijn geweest. In afwachting van de uitspraak van den Hoogen Raad overwegen de bonafide on dernemers dan ook om gecombineerd, op grooten voet, de wilde diensten in het le ven te roepen. Het laatste woord in de wilde autobussen- dienst-affaire zal nog wel niet gesproken zijn. welke wij zelf niet produceeren, maar welke het buitenland hier graag wil invoeren. De export dient te worden vergroot. Bij de samen werking van internationale concerns dient Ne derland te zorgen een ruime plaats te verkrijgen. De heer Duyvis (Amsterdam) wees er op, dat Nederland als het ware een duurte-eiland is, dat echter door zijn kapitaal in de gelegenheid is, betrekkelijk goedkoop in te koopen. Van deze omstandigheid dient bij de handelspolitiek partij te worden getrokken. Nog werden enkele ondergeschikte punten bij de discussie besproken. Prof. Kaag, de sprekers beantwoordend, zeide, dat wij er rekeping mee moeten houden, zeer groote offers te' moeten brengen om onzen ex port te herwinnen. Eerder dient onze politiek te zijn gericht op structuurverandering. De vraag hoe hoog het invoerrecht moet zijn, kan slechts worden beantwoord naar omstandighe den, zich bij elk artikel of elke groep van ar tikelen voordoende. Spr. is geen autarkist, doch om een zeker export te verkrijgen moeten we groote offers brengen op de binnenlandsche markt. Prof. Diepenhorst sloot de bijeenkomst met woorden van dank. 29 Nov. 28 Nov. WINNIPEG, 29 Nov. 29 Nov. 28 Nov. Tarwe Gerst Dec 771/4 Dec. 53% o4 Mei 821/4 831/4 Mei 56% 57 Juli 82% 84 Juli 56% c6% Rogge Lijnzaad Dec 56% 57 Dec 1-35% 1.35% Mei 60% 607/8 Mei 1.41% 1-421/a Juli 60Vs 61% Juli 1.431/g 1.43% Haver Dec 413/g 41% Mei 43% 43% Juli 43% 43% Gistermorgen om half twaalf hebben H. M.'s „Piet Hein" en „Evertsen" vanuit de haven van Nieuwediep de verre reis naar Indië aan vaard. Voor dit vertrek bestond overgroote belang stelling, niet alleen van familieleden en kennis sen der opvarenden, doch half Den Helder was naar de haven gekomen. Velen waren ook per trein of per auto uit het binnenland naar Den Helder gekomen om dit vertrek gade te slaan. Bij den uitgang van de haven stond het corps van de stafmuziek opgesteld, terwijl de Schout bij-Nacht en verschillende hooge zee-officieren het vertrek vanaf het pierhoofd gadesloegen. GRAANNOTEERING LIVERPOOL, 29 Nov. Tarwe. Dec. 4.9 Maart 5.2 Mei 5.4 Juli 5.6 y„ Een kind wordt geboren, groeit op, wordt alras menschje met spraak en wil en verstand. Wij genieten van het kind. We her leven in het kind onze eigene jeugd. En we vormen onze wenschen om van het kind al die moeilijkheden verre te houden, welke onze jeugd misschien hebben vergald. We willen het kind een betere toekomst geven dan onze eigene. Intusschenwe leven voort en de levensmoeilijkheden stormen aan en de ongenoegens komen Wat blijft er over van ons vast voor nemen om het kind te geven het al lerbeste? Neen, we behoeven ons niet in te beelden, dat we het kind mate rieel een betere toekomst kunnen ga randeeren, noch dat we het vrijwa ren kunnen van leed. Onmogelijk! Maar wat wel in ons vermogen ligt is het een goede opvoeding te geven door ons voorbeeld vooral. Laat het kind thuis vóór alles vinden gezellig heid, eendracht, liefde. Late het voor beeld van vader noch moeder ooit ook maar aanleiding of voorwendsel kunnen zijn voor het kind om van den juisten weg af te wijken. We wil len voor 't kind het geluk, Welnu, zorgen toe ieder dan door eigen voor beeld te midden van het gezinsleven het kind het allerbeste op den levens weg mee te geven: de vreugde van het innerlijke. Medegedeeld door Simoons en Co., A. van Vliet en Zonen en L. Slijper Adam Rubber 91% Opgegeven door v. d. Graaf Co., N.V. (Afd. Handesinformaties) Rectificatie •28 November 1934 surséance van betaling ver zocht door E. Zwolmans, Rijswijkseheweg 463, Den Haag, dit moet zijn R. Zwolsman. Op 23 November 1934 niet gefailleerd H. J. Ruurma, doch H. J. Buurma. Surséance van betaling: Verzocht door A. A. Hogewoning, bloembollen- kweeker, Rijnsburg, handelende onder de firma Harry A. Hogewoning. Vehoor Donderdag 10 Ja nuari 1935 te 11.30 uur in het Geechtsgebouw te Den Haag. Bewindvoerder mr. P. J. Teebaal, Leiden. Verzocht door de Naamlooze Vennootschap Stoom-. Brood- en Scheeps-Beschuitfabriek voor heen firma wed. J. de Jonge, gevestigd en kan- toorhoudende te Amsterdam, O. Z. Voorburgwal 22. Bewindvoerder m. R. Korthals Altes, Amster dam, Heerengracht 388. Verhoor: Donderdag 24 Januari 1935 des v.m. te 10.30 uur, in het Paleis van Justitie, Prinsengracht Amsterdam. Verlenging Surséance van betaling verzocht door de Naamlooze Vennootschap Amsterdamsche in- dustrieele Maatschappij, voorheen W. H. Spiegel, Lijnbaansgracht 231. Verhoor Donderdag 24 Jan. 1935, des v.m. te elf uur, Paleis van Justitie, Am sterdam. Faillies verklaard: 28 Nov.: N.V. Bouw- en Exploitatie Maatschappij „Como", Amsterdam. W. Brenner, kapper, Amsterdam, Ceintuur-' baan 19. De nalatenschap van P. M. Kem, Amsterdam, Vondelstraat 63. Pr. L. Bohlander, banketbakker, Amster dam. Overtoom 496. K. S. Ris, handelaar in aardappelen, Am sterdam, Eikenweg 18, belétage. L. Siebring, caféhouder, Amsterdam, Meeu wenlaan 118a, hs. zaak gedreven hebbende aan de Meeuwenlaan 37. De nalatenschap van wijlen W. Verkerk, ge woond hebbende te Maarsseveen, Zagwetering 6. A. Monshouwer, Zeist, Noordweg 9. G. LeMterkerk; Zzn„ Benschop 291. J. Schönhage, grossier in kunstbloemen, Utrecht, Haverstraat 40. T. Molendijk, kruidenier, Dordrecht, Blee- kersdiik 50. D. den Hartog, koopman, Dordrecht, Hoofd straat 87. J. van der Stouwe, koopman. Kampen, Bo ven Nieuwstraat. B. Th. Reiman, goederenvervoerder, Ermelo, Rijksstraatweg. B. Locht, timmerman en aannemer, Zwolle, Molenweg 179. 29 Nov.: S. Vaz Dias, zaak drijvende Vijzelstr. 5, Amsterdam, Granville Studio, wonende Am sterdam. Roompotstraat 7 hs. A. Stegman. Amsterdam, Ceintuurbaan 47 III. Opgehe-.en wegens gebrek aan actief de fail lissementen van: M. van Houten. Tilburg; A. J. Broeken, Made; P. M. C. van Ruth, Tilburg; Chr. C. Anririessen, Bergen op Zoom; G. van der Heij den, Bilthoven, Gem. De Bilt; A. T. Jansen. Zui len; N. V. v.h. J. M. van der Veer in liquidatie, Amersfoort; A. van Duin, Soestdijk, Gem. Baarn; A. A. van Son, Amsterdam. A. A. van Son. Amsterdam; J. A. Chr. Quicken, Hilversum; B. Brander, Amsterdam. BINNENLANDSCHE HAVENS IJMUIDEN. Aangekomen 29 Nov.: Bockenheim, s„ Tampa; Melampus. s„ Bremen; Myrmidon, s„ Java; Vechtstroom, s., Huil; Alt, s„ Goole. Vertrokken 29 Nov.: Baarn, s., Chili; Tartary, s., Falmouth; Asturias, s„ Oslo; City of Dundee. s„ Basrah via Antwerpen; Preradovic, s„ Vlaar- dingen; Amstelkerk, s„ W.-Afika; Rhea. m.s., Middl. Zee rla Rottedam; Odysseus, s.. idem. AMSTERDAM. Aangekomen 29 Nov.: Bocken heim. Tampa, fosfaat, Fosfaatfabriek, Baltica; Melampus, Bremen, stukgoed, Borneokade, Meyer Co.'s Scheepv. Mij.: Myrmidon, Java, stukgoed. Borneokade. idem; Vechtstroom, Huil, stukgoed, Handelskade. Holl. Stoomb. Mij.; Alt, Goole, stuk goed, Handelskade, Gebr. Scheuer. HALCYON LIJN STAD VLAARDINGEN. 29 Nov. van Kirkenaes naar VER. NEDERL. SCHEEPV. MIJ. HOLLAND-AÜSTRALIE LIJN ALMKERK, thuisreis, 28 Nov. van Melbourne. SILVER-JAVA-PACIFIC LIJN TAWALI, 29 Nov. van Pacific Kust te Kaapstad. ROTT. LLOYD KOTA NOPAN. thuisreis, 29 Nov. van Port Said. KON. NED. STOOMB. MIJ. STELLA. 29 Nov. van Alexandrië naar Jaffa. GANYMEDES, 29 Nov. van Salonica te Volo. TIBERIUS, 29 Nov. Van Napels te Castellon. VULCANUS, Middl. Zee naar Amst., pass. 29 Nov. n.m. 2 uur 10 Lydd. BAARN. 29 Nov. van Amst. naar Chili. ORION, Amst. via Rotterdam naar Middl. Zee, 29 Nov. te Velsen. RHEA, 29 Nov. van Amst. via Rotterdam naaf Middl. Zee. ODYSSEUS, 29 Nov. van Amst. via Rotterdam naar Middl. Zee. HOLLAND-WEST-AFRIKA LIJN AMSTELKERK, 29 Nov. van Amst. n. W.-Afrika. MIJ. OCEAAN MYRMIDON, 29 Nov. van Java te Amsterdam. MELAMPUS, 29 Nov. van Bremen te Amsterdam. DIVERSE SCHEPEN KEILEHAVEN, 29 Nov. van Las Palmas naar Rouaan. MAASHAVEN, 28 Nov. van R'dam te Port Gentil. PARKHAVEN, 29 Nov. van Angra do Reis te Rio Janeiro. SCHIELAND, 28 Nov. van Rouaan naar de Tyne. ST. ANNALAND. 28 Nov. van Hamburg op de Tyne. STOLWIJK, Salonica naar Antwerpen, pass. 2» Nov. Gibraltar. BEYERLANP, 29 Nov, van de Tyne n. Amst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 2