EEN LADDER-RAADSEL
r
3
a
vex.
vei
vei
vei
vet
vei
vei
vei
vei
/o
1
il
6
a
1/ex,
vei
vei
vei
vei
vei
/o
U
/3
GEEN SPRAKE VAN!
ZONDAG 2 DECEMBER 1934
Woordvormprobleem
IS
I Dien Goedhardt was 'n geboren keukensloofke j
ONS PRIJSRAADSEL
Oplossing vorig raadsel
BOEK EN BLAD
EEN VROOLIJKE BUREN-CONFERENTIE
mm.
t...
Schilderachtig tafereeltje uit het Westen van Hongarije
KORFBAL
HOCKEY
Mr. H. P. MARCH ANT
|!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiii brabantsche brieven
Dankbaar en
1 nie ongelukkig
'n Bietje bang
van menschén
Een 15-tal woorden zijn het, die hier ge
vraagd worden onder deze beide voor-
Waarden
1 Ze bestaan alle uit 3 lettergrepen, en
hebben de middelste lettergreep ver gemeen;
2 de beginletters geven, van boven naar be
neden gelezen, den naam van een beroemd Ne-
derlandsch staatsman uit de 17e eeuw.
De 15 woorden moeten voldoen aan de vol
gende beteekenissen of omschrijvingen;
3
1 schelm, schurk, 2 een veel gebruikt medi
cament, 4 wat onlangs in Amerika is opgehe
ven. 4 wild zwijn, 5 logies, 6 plaats in Noord-
Holland, 7 familie door aanhuwelijking, 8 ver
haal van ervaringen en avonturen na afloop
van een tocht of reis, 9 industrie, 10 huwelijk,
11 transport van paarden, koeien, ,enz., 12 sa
menvattend overzicht van gehouden vergade
ringen en besprekingen, 13 het vervoer per
vliegdienst, 14 waaraan zich vele liefhebbers
van dansen overgeven, 15 ontspanning.
Het minimum-aantal schuivingen was 23.
Het was niet zoo gemakkelijk, met dit aantal
de zaak klaar te spelen, dus door elke letter
slechts éénmaal te verschuiven, de groote waar
heid op de juiste plaats te verkrijgen:
„Wie tevreden is, is gelukkig".
Het zal dus de velen, die een paar zetjes meer
noodig hadden (we hebben een aantal tot 25
nog als in orde beschouwd) wel interesseeren,
een oplossing met het kleinste aantal zetten
even na te gaan. We nummeren op de gewone
wjjze, en schuiven dan:
t van 44 naar 11; g van 15 naar 45; i van
43 naar 44; k van 32 naar 43; u van 42 naar
41; k van 24 naar 42; e van 25 naar 39; 1 van
23 naar 40; g van 12 naar 38; i van 8 naar 33;
s van 9 naar 34; n van 14 naar 18; e van
22 naar 17; d van 1 naar 16; w van 29 naar 1;
r van 2 naar 14; e van 30 naar 15; i van 13
naar 21; s van 5 naar 22; i van 3 naar 2;
e van 4 naar 3; e van 31 naar 12; v van 7
naar 13.
Dat het aantal goede oplossingen ditmaal
niet, zooals een vorige maal, de 400 zou over
schrijden dat was wel te voorzien: we gaven
ter afwisseling nu weer eens een „lastige baas".
Entoch alweer een dozijntje „oplossin
gen" met de simpele vermelding van de spreuk
voor o n s de puzzle, hoe dat nu nóg mo
gelijk is. Waarvan we deze oplossing vonden
(geholpen door de vraag van een paar puzze
laars, waarom men zijn leeftijd moest op
geven") dat men..,, de krant niet leest!
Prijswinnaars zijn:
B. J. M. H. Bartels, Sloetstraat 11, Arnhem.
Jac. Belt, Baarsstraat 11, Amsterdam (Z.)
Kees Berkhout, Vrolikstraat 242 III, Am
sterdam (O.).
W. J. C. Boer, Mamixstraat 73 zw. Haarlem.
H. A. S; van Breda,^Atjehstraat 106, Haarlem.
Ant. v. d. Broek, Noordsingel 29, Bergen op
Zoom.
L. J. W. Drinkenburg, Pieter Kiesstraat 58 r.,
Haarlem.
Mej. A. Gerlich v. Dalen, Akkerstraat 21,
Deventer.
H. J. Graansma, Vermeerstraat 27, Amers
foort.
Dames Groenen, A 84, Lichtenvoorde.
Mej. D. van Heiningen, Borneostraat 54,
Utrecht.
J. Huisinga, Westerkade 4 III, A'dam (C.)
Mej. M. C. Karstens, Voorzorgstraat 28,
Haarlem.
A. B. J. van Kleef, van Oldenbarneveldtstr.
101, Amsterdam.
Mevr. A. M. Ie Loux, Lijsterlaan 25, Villa
park, Eindhoven.
Mej. C. H. Majoor, Amst. Straatweg 241 A
bis. Utrecht.
J. Mekenkamp, Couperusstraat 3, Arnhem.
P. J. H. Osterhaus, Rijnlaan 39, Utrecht.
P. A. Overhaart, Kruislaan 26, Bussum.
J. M. B. Ross, Geuzenstraat 52 II, Amster
dam (W.).
Mej. Chr. de Ruijter, Maurikstraat 14,
Zeist.
G. Schiebergen, St. Josephstraat 38, Arnhem.
M. Stoelinga, Pieter Langendijkstraat 11 III,
Amsterdam (W.).
B. M. J. Tulfer, Hortensiastraat 27, Zwolle.
H. J. Uijterwaal, Merelstraat 3, Utrecht.
Onder de goede oplossers worden elke week
25 prijsboeken verloot, welke door de admi
nistratie worden toegezonden.
Inzendingen met vermelding van leeftijd
en adres onder de oplossing tot Donderdag
12 uur aan den heer G. M. A. Jansen, Ruijs-
daelstraat 60, Utrecht.
„VAARWEL!", door J. W. J.
baron van Haersolte. Uitg.:
Andries Blitz. Amsterdam.
Baron van Haersolte, bekend als schrijver van
„Het Gulden Boek der Zee", heeft zich in dit
nieuwe boek tot taak gesteld op eenvoudige,
bevattelijke wijze een beeld te geven van de
zeevaart. Deze taak is geen eenvoudige. Be
halve technisch juist moet de lectuur begrijpe
lijk zijn voor den domste en tegelijk genietbaar
blijven voor den meer geschoolde. In zijn opzet
r—
is Baron van Haersolte volledig geslaagd:
Vaarwel" is een frisch boek geworden, dat op
onderhoudende wijze verhaalt van al de din
gen, die op, bij en van de zee zijn en waar
voor zelfs de meest verstokte landrot, als recht
geaard Nederlander, toch altijd een heimelijke
genegenheid koestert. Geen oogenblik verveelt
de lectuur. Men proeft van bladzij tot bladzij
den bij uitstek deskundige, die op prettige wijze
vertelt van interessante dingen en daarbij den
lezer telkenmale verrast met pakkende anec-
doten uit het nautische leven. Kort en goed
het is een .boek, dat zoowel den leek als den
zeeman boeit. Wie dit boek heeft gelezen, kan
zeggen, dat hij in groote trekken natuur
lijk de dingen kent van de zee, van een
schip, van de navigatie. Het boek is geïllustreerd
met niet minder dan 127 zorgvuldig gekozen
foto's en nog vele teekeningen ter verduide
lijking van den tekst. De mooie band is een
aanwinst voor de boekenkast.
Een enkele opmerking tot slot: op blz. 91
wordt beweerd, dat Lady Hamilton in 1901 een
gedicht op Nelson's vertrek schreef. Dit moet
klaarblijkelijk 1801 zijn. De correctie is trou
wens niet overal 100 pet. Het woord „vlet", door
den schrijver Onzijdig gebruikt, is volgens
spraakgebruik en woordenboek vrouwelijk. Als
de schrijver beweert, dat de dubbele bodem
hoofdzakelijk voor de veiligheid dient (blz. 169)
moeten wij hem tegenspreken. Waterballast is
hoofdzaak, veiligheid, behalve op de schepen
die onder de Scheepvaartverdragwet vallen, een
gaarne aanvaarde bijzaak.
„TANTE GRIET", door C. As-
scher-Pinkhof. Uitg.: Gebr.
Kluitman. Alkmaar.
Greet is nog maar H.B.S.'ester uit de vierde
klas, wanneer zij verblijd wordt met de mede-
deeling, dat haar eenige en getrouwde zuster
moeder is geworden van een gezonde tweeling.
Deze gebeurtenis promoveert haar tot „tante
Griet", op welke functie zij niet weinig
trotsch is.
Wanneer dan zus door haar daghit in den
steek wordt gelaten, offert tante Griet haar
vacantie op, om als hulp in de huishouding te
fungeeren. Hierin vindt zij, dat haar roeping
ligt. Wel maakt ze nog met gunstig gevolg haar
eindexamen maar van verder studeeren komt
niets. Het moederloos dochtertje van een pro
fessor wekt haar medelijden op en ze weet zich
in dat gezin geplaatst te krijgen als verzorgster
van de ietwat verwaarloosde kleine.
Een uitstekend boek voor meisjes van 14 tot
16 jaar.
„MET VOL GAS.'", bewerkt naar
het Engelsch van F. C. Bridges
en H. H. Tilman, door Henri
Meyer. Uitg.: W. J. Thieme en
Cie. Zutphen.
Er zijn weinig uitvindingen die zich zoo snel
ontwikkeld hebben en zoo'n enorme vlucht ge
nomen hebben als de automobiel. In enkele
tientallen jaren is het automobilisme geworden
van de liefhebberij van een enkelen excentrie
ken sportman tot een algemeen gebruikelijk
vervoermiddel en een der groote factoren in het
economisch leven. Hoe dat alles in zijn werk
gegaan is wordt in dit boek verteld; niet in
een zware wetenschappelijke verhandeling met
dorre cijfers en statistieken, maar in een smake
lijk, gezellig boek vol anecdoten en spannend
avontuur.
Bijzonder onderhoudend is al dadelijk het
begin waarin het werk van de eerste pioniers
beschreven wordt, toen een tocht van Amster
dam naar den Haag als een sportprestatie van
den eersten rang beschouwd werd.
Ook de sportieve kant is niet verwaarloosd.
Eenige hoofdstukken zijn gewijd aan de record
verbeteringen, snelheidswedstrijden en andere
sportieve prestaties, waarbij zeker niet in de
laatste plaats de onedekkingsreizen per auto
komen.
Natuurlijk is de rol van de auto in den oorlog
niet vergeten (tanks) en evenmin de auto en
de misdaad (autobandieten).
Bijzonder interessant is de beschrijving van de
enorme moeite die men zich gegeven heeft om
de auto zoo veilig en betrouwbaar te maken
als we tegenwoordig gewend zijn en de zonder
linge proefnemingen, die men met dit doel ge
daan heeft. Het boek eindigt met een fantasie
over de auto in de toekomst en de beschrijving
van een grooe autofabriek.
FRIESCHE SAGEN, door J. P.
Wiersma, met houtsneden van
Nic. J. B. Bulder. Uitg.: W. J-
Thieme en Cie. Zutphen.
In de bekende serie „Mythen en legenden",
uitgegeven door Thieme en Cie. te Zutphen, is
bovenstaand werk een mooie aanwinst. Wie be
lang stelt in onze vroegste geschiedenis, wie
zich wil verdiepen in de Friesche oudheid en
in de antieke cultuur, welke in de eerste eeuwen
onzer jaartelling in de lage landen aan de
Noordzee bestond, vindt er veel van zijn ga
ding. Voor het eerst ziet men hier de voornaam
ste sagenstof, door den schrijver menigmaal in
historische omlijsting gevat, uit het gansche
Friesche gebied dus ook uit de Friesche ge
westen in Noord-West—Duitschland bijeen
gebracht.
Het boek bevat in totaal drie en dertig sagen,
met tal van Friesche fragmenten en oud-
Frlesche teksten.
Een achttal illustraties van den heer W.
Bulder, weten treffend de sfeer te vatten, waar
in de sagen optreden.
Een uitgebreide litteratuurlijst met bronver
melding, personen- en plaatsenregister, als
mede een kaart van Friesland ten tijde van
Karei de Groote, verhoogen de waarde van
het boek.
WAAROM KATHOLIEK TOERISME?
In den loop van dit jaar heeft de heer P. J. Th.
Dieges een radiorede gehouden ter gelegenheid
van het tienjarig bestaan der Ned. Reisver-
eeniging voor katholieken
Deze rede is thans bewerkt en in brochure
vorm uitgegeven. Het is een warm pleidooi
voor een eigen katholieke organisatie, waar
voor goede gronden aanwezig zijn. Duidelijk
wordt aangetoond, hoe zelfs op dit gebied de
neutraliteit kan schaden.
Een advertentie behoeft geen ..kapitalen" te
kasten Plaats maar eens een Omroepen Rubri-
leering en gelijkvormige zetwijze. Billijk ha»-
delstarief.
WESTELIJKE le KLASSE
NOORD-HOLLAND
SwiftDTV; Koog ZaandijkOlympia.
ZUID-HOLLAND
DeetosHKV; HSVRozenburg.
OOSTELIJKE le KLASSE
EKCA—Hellas; ZKC—Onder Ons; Vada—
Rapiditas.
NOORD-HOLLAND
2e Klasse: ZKV—Westerkwartier 2; DED
Koog Zaand. 2; Sparta—Ajax; VogelBiltho-
ven; KattenburgRohda; VestaBlauw Wit 2;
SamosDTV 2; HerculesAllen Weerbaar.
ZUID-HOLLAND
2e Klasse: RegenboogHKV 2; SellichaDie
Haghe; ReadyHet Zuiden 2; Spangen—Vree
wijk.
OOSTELIJKE AFDEELING
2e Klasse: Borculo—ZKC 2; AKC 2Markelo;
Goorsche K C—Odio; Groen ZwartDOS 2.
ZUIDELIJKE AFDEELING
2e Klasse: Emo—FSV; Oranje WitVol.
„Korfbal Revue".
WESTELIJKE AFDEELING
le Klasse: H'sumBl.daal; HOCHDM;
H.H.IJ.C.Amsterdam; GooiSCHC.
PROMOTIE
A'dam 2Laren; TogoVictoria; Kievieten—
H'sum 2; HDM 2—MHC.
2e Klasse: AlkmaarLeiden; Bl'daal 2
StrawbDSt.HC—De Vierde; A'dam 3—Pinok-
kio; MHC 2—Be Fair; BHV—Amersfoort;
SCHC 2—Gooi 2.
OOSTELIJKE AFDEELING
le Klasse: Arnh.Hengelo; ZutphenZwolle;
Nijmegen—PW.
2e Klasse: A'dam—Zutph. 2; Dev. 3Dev. 2;
PW 2—Almelo; Nijm. 2Upward; Upw. 2—
Union.
ZUIDELIJKE AFDEELING
le Klasse: Tilburg—MOP; BredaEMHC;
THCCMiddelburg; Venlo 2—Concordia; HTCC
2HTCC 3; Venlo—HTCC 4; Zw. Wit 1—Zw.
Wit 2; Tempo—Breda 2; Tilburg 2—Breda 3;
MOP 3Peliaan.
NOORD
BEKERWEDSTRIJDEN
DAMES
le Klasse West: H.H.IJ.C.—Gooi; BDHC
RW; H'sum—HOC.
PROMOTIE
LeidenLaren; BDHC 2HDM.
2e Klasse: Victoria—Te Werve; OK—H.H.IJ.C.
2; SCHC—Gooi 2; A'foort— H'sum 2; Gooi 3—
BHV.
2iiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiiuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiu
Naar aanleiding van bovenstaande
caricatuur van Minister Marchant
ontvingen wij van een onzer lèzers
de volgende karakteristiek:
De grootmeester van den lach:
Minister Buziau
Van de vele inzendingen, die wij deze
week ontvingen werd aan de hierboven-
jjj stoande karakteristiek, ingezonden door
den heer J. DE KONING, Noorder Am-
stellaan 44, Amsterdam de prijs van
2.50 toegekend.
Wélken bekenden Nederlander heeft I
de caricaturist thans hierboven in
beeld gebracht en waardoor werd hij
bekend?
Aan den lezer, die ons in ten hoog-
ste vijftig woorden, naar het oordeel
van onze redactie, de pakkendste ka-
rakteristiek geeft van den hierboven 1
afgebeelden landgenootzal een prijs 1
van f 2.50 worden toegekend.
Inzendingen tot Woensdagavond a.s.
aan ons redactiebureau onder het motto
„Karakteristiek".
üiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiMiiiiiiMiMiiiiMiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiimii^
Oost. le Klasse: PWDeventer; Arnh.
Zutphen.
2e Klasse: Arnh. 2Union; Apeld.Zutph. 2;
Dev. 2—DKS; Zwolle—PW 2.
ZUIDEN
OEFENWEDSTRIJD
Noord, 2e klasse: LHC 2Heerenveen.
Hllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllil
ULVENHOUT, 27 Nov. 1934
Menier,
Kurieus, zoo as 't eene
menschke veurbestemd schijnt te
zijn om heel z'n leven te slijten
in 'n keukentje en d'aander as 't ware gescha
pen is veur de salon.
'tEene menschke z'n vingers staan naar den
greep om 'nen natten schuurborstel en d'aan
der naar 'n bonbonneke en 'n sigaretje.
En 't eene menschke is toegesteld op „eeuwi
ge" eenzaamheid en d' aander is altij omgeven
van heeren en dames-van-gezelschap.
't Is ieveraans zoo in de schepping.
D'n eenen hond schijnt alleen maar gescha
pen om heel z'n leven weggeschupt te worren.
de eenzaamheid in van 't zwerversbestaan; d'n
aanderen schijnt geboren veur canapés en hart-
vervetting. Zooas 't eene blommeke bloeit aan den
voet van 'nen mesthoop en 't aandere staat te
geuren in 'n gouwen mand met zijen strikken,
en.... glaaskens malsch water bij de vleet.
Daar is maar éen woord veur: kurieus
De menschen noemen 't meestentijen: „for
tuin" of „onfortuin". Ik weèt 't nie!
Veur sommigten is 't 'n reden om te pruilen.
Veur aanderen om er politieke partijen teu
gen op te richten.
Veur sommigten is t 'n reden om 't mest-
hoopblommeke, 't schurftig hondje en 't, keu
kensloofke in bescherming te nemen, zonder
pruilerij, zonder politiek, maar mee de gedachte
aan Onzenlievenheer, die ök as 'nen ermen
verschuppeling ter weareld kwam en deur *t
leven ging.
As timmermanszeuntje wier ie geboren, en
Hij heeft 't nie wijd gebrocht in de weareld,
volgens de motschappelijke begrippen. Waant
Hij stierf, lijk ie geboren was: poover!
Maar daar ga-g-'t nou nie over, Tc wou ge-
zeed hebben g'ad: van al wat er leeft op èèrde,
schijnt 't lot toch wel heelegaar
vastgesteld te zijn op den dag,
dat de zon oew veur 't eerst
oescheen.
Geluk? Ongeluk?
Fortuin? Onfortuin?
D'n erme kan nie eten en
drinken wat ie wil, vanweuge
zijnen armoei.
D'n rijke kan nie eten en drinken wat ie wil,
vanwege z'n suikerziekte, z'n pootje, z'n vet of
aander ongerief.
Geluk? Fortuin?
Ochèrm!
Daar is zoo weinig van da goedje in de wea
reld, dat d'n eenen mensch 't den aander mis
gunt.
'tls heel wa zeldzamer dan goud.
Waant de weareld telt altij nog duuzenden
millionnairs!
Maar telt ae weareld duuzenden gelukkigen?
Deur mekaar genomen krijgen we allemaal
ons partje.
't Blommeke in de gouwen mand met de zijen
strikken, verkwijnt onder 't eenzijdig voedsel
van „lekker wé,ter".
't Blommeke in den stank en den schaduw
van den mesthoop, staat steuvig op z'n wor
teltjes van de puike voeïng.
Jalouzie en afgunst is daarom 'n kwestie van
veul onverstaand. van veul gebrek aan wijsheid
D'n echt-gelukkigen mensch is den wijzen
mensch. „Die de wijsheid bezit, bezit 't leven."
En wijsheid is gin kwestie van geld, van ge
leerdheid, van'n vet baantje of zooiets,
wijsheid is weeggeleed veur dieën mensch, die
de levenslessen, die Onzenlievenheer ons alle
maal gift, betaalde en ter harte nam.
Dien Goedhardt was 'n geboren keuken
sloofke. Zo'n tiepeke, da ze bij ons noemen:
,,'n goeie sloor".
Vroeg wees, was ze op 'r virtiende jaren al
ir. 'n z.g. „net dienstje" gekomen, waar ze eiken
mergen twee botrammen mee suiker kreeg, drie-
honderdvijfenzestig twaalfuurkes per jaar van
vier botrammen mee pindakaas, ze mocht
zelf baas-speulen over 't potje, as ze dan maar
gin boter gebruikte, en eiken avond om zes
uren mocht ze gaan eten, as de „menschen-
binnèn" gedaan hadden.
Ze kreeg „alles" wat de „menschen-binnen"
hadden, tenminste.... as er wat overschoot van
de pudding of zooiets lekkers.
Veul dingen schenen veur Dienekes nie ge
schapen. Eieren bijvoorbeeld. Daar zag ze alleen
de schalen maar van. Ham had ze ééns ge-
pruufd, toen de verleiding te groot wier. maar
den smaak viel teugen! Heur mondje stond
meer naar spek. Goeie dingen motten geléérd
worden te genieten.
Ze kost na korten tijd de lekkerste dingen
beschouwen, zonder ze te zien. Zooas 'nen
bankbediende in de gouwen tientjes kan klaau-
wen, lijk 'nen timmerman in de krullen 't Wa
ren „dingen van 'n aander"; 't was „materiaal-
waar-ze-mee-werkte", om oew kostje te scher-
len.
En al heel gaauw kost Dieneke, die altij al
leen was en veul prakizeerde heur eigen er-
moeike waardeeren, boven "n aander zijnen
weelde.
Ik bedoel daarmee te zeggen: as er „bij de
lui" 'n schilderijke kapot viel, dan mocht Dien
't hebben veur heur kamerke boven (onder de
pannen). Dan pas wier 't veur heur 'n dingske
van beteekenis. Dan pas zag zij 't ding veur "t
éérst! Dan pas was 't iets aanders dan 'n veur-
werp dat iederen dag afgestoft en ééns in de
week geboend moest worden, veur 'nen botram
mee pindakaas.
En zoo scherlde dat erme prulleke 'n „huis
houwentje" bij malkaar van afdaankerkes, die
zij 's avonds, na tienen, gong poetsen en boenen
en ripperareeren.
Daar stond op 't. lest zelfs 'nen perreplu-bak
op heur slaapkamerke, mee 'nen kollesaal laan
gen eenzamen steel eruit. Heur perreplu. D'n
bak was lek, maar da wier verholpen mee 'n
katteschotteltje.
Twee keeren in heur leventje hee ze veul
verdriet g'ad.
Den eenen keer, om 'n gerippereerd H. Anto-
niusbeeldje; den aanderen keer om 'nen vrijer.
Mee da beeldje zat 't zoo:
Antonius was gevallen en.... had z'n kopke
verloren.
Dus Dien kreeg deuzen koploozen Antonius
cadeau, 't Beeld zette ze op heur kamertje, d'n
kop stak ze bij heur.
Ze sprak met 'nen drogist over heuren kop
loozen Antonius en den drogist leerde heur 't
kunstje om Antonius er weer bovenop te helpen.
'nStukske ijzerdraad, wa gips afijn, den-
zelfsten avond lachte den H. Antonius met 't
kindeke Jezus op zijnen erm, weer sjuust zoo
vrindelijk, of er nooit iets mee hum gebeurd
was. En Dieneke kreeg zo'n plazier in 't heilig
beeldeke, da ze 'r 'n consolleke onder kocht en
't zoo 'n eereplekske gaf teugenover heur in 't
bed. Ge kost na de ripperatie nie meer zien
dat 't dingske kapot gewiest was. Dieneke gong
er van houwen. Brandde er nouw en dan 'n
kèèrske bij en den H. Antonius wier Dieneke's
ennigsten en besten vriend.
Op 'nen keer kwam mevrouw op 't kamerke
Zag 't schoone, blaanke beeldeke, rose besche
nen van 't kèèrseke, prijken teugen den witten
muur.
Mevrouw mokte ineens zonde van heur „goed
geefsheid" en.... nam 't beeldeke mee naar „be
neden". Met consolleke en al.
Over de rest kan 'k eigenlijk gerust zwijgen.
Dien was kapot van verdriet.
Ze kost nie zeggen da ze nouw heuren ennig
sten aanspraak verloren had, da ze heuren
troost kwijt was. Ze vrat 't verdriet op en heur
lipkes wieren dun van zwijgen.
Ze kreeg kennis aan den knecht van den bak
ker. Vertelde van heur „huishouwentje" Ver
telde 't sjuust zoo, as zij zelf heur spullekens
bezag. Dus ze vertelde 't bezonder mooi!
D'n bakker kreeg trek in Dieneke'shuis
houwentje.
Tot ie 't eens zien mocht. Stiekum. heel stie-
kum, mevrouw was effekes de deur uit, mocht
ie 's om de deur van 't kamerke op den zolder
kijken, naar „ons" aanstaande huishouwen.
Toen ie 't gezien had, kwam Dien hum den
aanderen Zondag met 'n aander meske teugen!
Ze zee heuren dienst op. Eiken dag veur
dieën bakker opendoen en mee hum praten of
er niks gebeurd was, da was heur te bar.
Ze had gaauw 'nen aanderen dienst En t
eerste wa ze dee, was 'nen veuls te grooten
verhuiswagen bestellen....!
Van toen af aan hiette zij in 't stadje: „die
zotte Dien Goedhardt."
Den H. Antonius nam ze op "t leste moment
terug.
's Avonds stond 'nen grooten diender in heur
nuuwe kamerke bij de „nieuwe lui", die Anto
nius in beslag nam.
De „nuuwe lui" voelden d'r eigen toen schrik
kelijk opgescheept met die „zotte Dien-die-nog-
zoo-zot-nie-was", maar Dien mocht blijven,
vanweuge den gevreesden verhuiswagen, die
weer veur de deur zou komen!
Dien wier, na heuren bakker, schuw van de
mannen.
Ze is alleen gebleven. Alleen mee 'nen nuu-
wen H. Antonius. Ze had al zooveul verdriet
van hum g'ad, da ze 'm niemeer missen kost
De gevangenis had ze veur hum gewaagd,
docht ze.
Kortgelejen is Dieneke Goedhardt gedeco
reerd. De Vereeniging van Huisvrouwen heur
eerste mevrouw zat ok in 't bestuur is Dien
komen huldigen. Met 'n medaille en 'n „di
ploma".
Dien heeft 't Bestuur ontvangen in heur ka
merke, 'n schoon vertrekske metda's heu
ren grooten trots, met.... vier rechte muren
en 'n „groot" raam.
Weer stond er 'nen H. Antonius met Kindeke
cp 'n consolleke; weer braandde er 'n kèèrseke
veur. Waant vandaag, deuzen schoonen zuive
ren feestdag, vandaag moest deuzen heiligen
\rind van Dienekes Onzenlievenheer extra be-
daanken veur de veule, de royale en kwistige
gaven, die Hij aan Dieneke gespendeerd had.
En daarveur wier heuren H. Antonius in 't zon-
neke gezet van 'n waxine-kèèrske in 'n rooi-
glazen potje.
Ja, Dieneke was daankbaar. En nie ongeluk
kig, amico.
Nooit had deus erm prulleke 'n huiske ge
kend, dat 't heure was. Toch snakte ze 'r naar
da blijkt toch wel uit heur „eigen kamerke",
niewaar?
Nooit had ze éénen avond gekend temidden
van familie.
Ginnen verjaardag, ginnen Sinterklaas, gin
Kerstfeest, gin Ouwe jaar, niks! Ze zat tot tier.
uur in de keuken 's avonds, dan ging ze naar
„boven" en poetste en wreef over heur spulle
kens. Da was 't mooiste uur van den dag. Da
poetsen, da rippereeren, dat oppakken-en-weer
neerzetten, dat alles was hein: geluk.
'tls 'n mager stroef wefke geworren. Ze ls
'n bietje bang van de menschen. Och, ze heeft
er zoo weinig goeds van ervaren.
Al 't kwaad, da zij bedreven hee, kan op m"n
hand liggen, amico. Den „gestolen" Antonius
inbegrepen.
Er is om heur nooit 'n feest gewist.
Maar as ze gaat vertellen van heuren me
daille, dan wordt dieën dag zoo schoon, zoo
schoon as heur huishouwentje bij dieën bakker
indertijd. Dieën dag bestraalt as 'n gouden zon
haar mesthoop-blomme-leventje.
Dieneke Goedhardt is geboren om te leven in
'n keukentje. Waar ze ok dood zal gaan Heu
ren verjaardag wit ze nie percies, waant ze is
in de wéér gekomen op 't end met heuren
naamdag. Toen heeft ze die dagen op 't lest
allebei maar vergeten.
Ze trekt teugeswoorig twee guldens ouwer-
domspensioen.
't Geld kan nie op.
„As ik nog 's veraanderde, Dré," hee ze me
verteld, „dan had ik wel twee verhuiswagels
noodig. Maar zo'nen grooten, die ha 'k zékers
noodig."
Dan bedoelt ze den dieën van toen, die „vol"
was met heuren lekken perreplu-bak en den
H. Antonius.
Daar is éénen grooten troost veur de men
schen, die wa voelen kunnen veur zo'n keuken-
prutske: ze is nie ongelukkig!
't Heeft heur aan van alles ontbroken, zonder
da ze 't besefte.
Ze heeft minder gekost, heur heele leven,
dan de sigaren van 'nen „millionnair". Wie met
heur in aanraking is gekomen, die heeft Die
neke onrecht aangedaan.
Waant ze is zoo érg bescheiën as t heur
eigen betreft.
En alleen onbescheiën menschen zijn
duur! Heel, heel erg duur.
Dieneke is teugeswoorig bij de cumulatie. Die
twee pegels pensioen't geld kan nie op.
Ik ken er, die twee gulden per minuut verdie
nen en die, afijn!
Over da soort ga-g-'t deuze week nie.
Maar.... duuzend maal zooveul Dienekes in
de weareld en weg! Malaise!
Nog twee keer zooveul dure veumaamheid op
de weareld en naar den bliksem, Weareld!
As dé de schaal is van Onzenlievenheer straks,
dan staat Dieneke, „de die van den H Anto
nius", zullen ze in den Hemel zeggen, er nog nie
zoo slecht op!
Dè, geleuf ik. Maar ik geleuf nie in politieke
partijen teugen de z.g. „misdeeldheid"
Veul groeten van Trui en as altij gin horke
minder van oewen
toet a voe
DRÉ