Het verhaal van den spiegel Md wiftaal van den dag PER'VLIEGMACHINE DE WERELD ROND bedenkt het telkens weer.. Dokuit zijwegen komt verkeer. NEIL LYNDON ONTSNAPT DINSDAG 11 DECEMBER 1934 JAPANSCH SPROOKJE Van een moeder en een dochter, die beiden even eenvoudig opgroeiden Haar laatste verzoek Brandblussching uit vliegtuigen Watergebrek in Zagreb Polens president en de wetenschap Oliebron in den tuin van een armenhuis Geen rouge en geen baard Wispelturige rivier Belastingheffing op advertenties Het hoogst gelegen dorp in Europa Chineesche Himalaya- beklimmers Kinderen in Amerika en Australië Behandeling van zaden met Röntgen-stralen Een encyclopedie over de H. Eucharistie China ageert tegen de moderne mode Menschelijk kameleon AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR VICTOR BRIDGES Lang, heel lang geleden, leefden m een Klein, stil plaatsje een jonge man en zijn vrouw. Ze hadden één kind, een dochter tje. De namen weet ik niet meer, want die zijn al lang vergeten, maar het dorp, waar ze woonden, heette Matsuyama, in de provincie Echigo. Nu gebeurde het op zekeren dag, toen het kind nog heel klein was, dat de vader voor zaken op reis moest naar een groote stad, de hoofdplaats van Japan. Het was te ver voor de moeder en het dochtertje en daarom ging hij alleen, nadat hij beloofd had veel mooie dingen mee te brengen. De jonge vrouw was nog nooit verder van huis geweest dan het dichtstbijgelegen dorp; ze maakte zich ongerust bij de gedachte aan ae lange reis van haar man. Maar tegi Uikerty'd was ze toch ook wel een klein beetje trotsch, omdat hij de eerste was uit oe heele omgeving, die naar de groote stad ging. waar de Koning woonde met zijn hof en waar zooveel moois en ook zooveel zeldzaams te ziec was. Eindelijk kwam de tijd. dat haar man zou terugkeeren. Ze trok haar kindje de be-.ce kiee- ren aan en zelt' kleedde ze zich ook zoo mooi mogelijk. Groot was de blijdschap van net kind, bij het zién van al het mooie speeigied, aat de vader had meegebracht. De man had veel te vertellen van al het moois en al het vreemde, dat hij op reis en in de stad gezien had. „Ik heb wat aardigs voor je meegeoracht", zei hü tegen zijn vrouw, „men noemt bet een spiegel. Kijk eens, en zeg me dan, wat je ziet." Hij gaf haar een platte, witte houten doos, en toen ze die openmaakte, vond ze er °en rond stuk metaal in. De eene kant leek wel van zil ver en was versierd met vogels en prachtige bloemen, de andere zijde glinsterde als het beste kristal. De jonge moeder keek er vol be wondering naar en zag een lachend, gelukkig gezicht met stralende oogen. „Wat zie je nu?" vroeg haar man. ,Ik zie een aardige vrouw die mij aankijkt en haar lippen beweegt alsof ze spreekt en ze is in 't blauw gekleed net als ik!" „Och, domme vrouw, 't is je eigen gezicht, dat je ziet. Dat ronde stuk metaal wordt een spiegel genoemd, en in de stad heeft iedereen er zoo een, hoewel ik er hier uren in den om trek nooit een gezien heb." De vrouw was verrukt over het geschenk van haar man en ze kon er de eerste dagen maar niet genoeg in kijken. Maar ten slotte vond zij het voorwerp toch veel te kostbaar om er da gelijks gebruik van te maken en ze sloot het dus weg bij al haar andere schatten. Jaren verliepen en een man en een vrouw leefden in ongestoord geluk. Hun doen Ier was de vreugde van hun leven, ze leek spiekend op haar moeder, en ze was zóó hulpvaardig, dat iedereen veel van haar hield. En daarbij was ze héél schoon. De moeder dacht aan haar eigen -oorbij- gaande ijdelheid en hield den spiegel zorgvul dig achter slot. Ze sprak er nooit over en de vader dacht er niet meer aan. Zoo groeide het meisje even eenvoudig op als haar moeder. Doch na jaren gebeurde er een ongeluk. De oude moeder werd ziek, en wat men ook deed, hoe men haar ook verzorgde, haar toestand werd erger en op 't laatst was er geen hoop meer: zij moest sterven. De arme vrouw was zeer bezorgd over het lot van haar kind, toen ze wist dat ze spoedig zou heengaan. Ze riep het meisje bij z;ch en sprak: „Lieve kind, je weet, dat ik trg ziek ben; ik zal niet lang meer leven, en aan moet In den afgeloopen zomer zijn in de Sovjet-Unie proeven genomen met het blusschen van veld en steppenbranden met behulp van vliegtuigen en chemische middelen. De hierbij gevolgde methode bestond uit het vormen van een brandvrije zone rondom het brandende gebied op een afstand van honderd a tweehonderd meter hiervan, door uit een vliegtuig brandwerende chemicaliën te werpen. Van de chemicaliën bleken het rookende zwavelzuur „Oleum" en een aertig procents bijtende soda-oplossing het meest doeltreffend. Het vuur breidde zich, zoodra het de door de chemicaliën bereikte brandvrije zone had bereikt, niet verder uit. Voor het uitwerpen van de chemicaliën van uit het vliegtuig, werd gebruik gemaakt van een speciaal verstuivingsapparaat, dat de ver- eischte chemicaliën binnen een zekere tijds ruimte uitwerpt, en een brandvrije zone van een bepaalde breedte doet ontstaan. Dit ver stuivingsapparaat wordt in den vliegtuigromp op de plaats van de middelste cabine Inge bouwd. De hoogte, waarop het vliegtuig ope reert, varieert van acht tot tien meter. ik jou en vader alleen laten. Beloof me. dat je als ik er niet meer zijn zal, lederen morgen in den spiegel zult kijken. Dan zul je mi) zien en je zult weten, dat ik nog altijd ever je waak.'* Het kind beloofde het en kreeg den spiegel. De moeder werd rustiger dan ze geweest was; na eenige uren stierf zij. Nooit vergat het meisje het laatste verzoek van haar moeder; lederen morgen en ook lede ren avond keek zU lang en ernstig in den spiegel. Dan zag zij het vriendeiyk-Jachend evenbeeld van haar moeder, niet bleek en ziek, maar jong en mooi, zooals ze jaren geleden geweest was. Eiken avond vertelde zij van "de zorgen, die ze had. en vroolijk ging ze 's morgens aan haar werk, als ze een blik had geworpen op dat lieve gezicht. Zoo ging het dag na dag. De vader, die haar geregeld 's morgens en 's avonds in den spiegel zag kijken en haar dan hoorde spreken, vroeg haar eindelijk, wat dat te beteekenen had. „Vader", zoo sprak ze, „ik kijk eiken dag in den spiegel, om moeder te zien en met haar te spreken." Toen vertelde ze, wat haar moeder haar op haar sterfbed gevraagd had. De vader kreeg tranen in de oogen, maar hij durfde het kind niet zeggen, dat net beeld haar eigen lief en vriendelijk gezicht was, dat met den dag meer op dat van haar moeder begon te lijken.... De stad Zagreb maakt aanspraak op een zonderling record: het hoogste waterverbruik per hoofd der bevolking in Europa. Buiten het water, dat direct doet- de gemeente wordt verbruikt, is het dagelijksch verbruik 220 liter per persoon. Tengevolge van dit enorme ver bruik van water, waarvan, naar men zegt, een groot gedeelte wordt verspild, is de watertoe voer der stad niet toereikend. Er wordt thans naar middelen gezocht, om in dezen toestand verbetering te brengen. Als mogelijke oplossing overweegt men controle en hoogere tarieven. De Poolsche pers wijdt uitvoerige artikelen aan den dertigsten verjaardag van de weten schappelijke werkzaamheden van den Presi dent der Poolsche Republiek, professor Ignace Moscicki, wiens uitvindingen, speciaal op het gebied der nitraten, van wereldbeteekenis zijn Twee arbeiders uit de petroleumboor- industrie, die zich drie jaar geleden in een armenhuis te Marietta (Ohio) hadden laten opnemen, omdat zij geen werk konden vinden, hebben in den tuin van het armenhuis olie aangeboord. Nadat zij den directeur van de inlichting gewezen hadden op de mogelijkheid, dat zich onder den tuin olie bevond, verklaarde deze zich bereid tot finar.- cieelen steun. Zij leenden een boorinstallatie en de kolen noodig voor het stoken van den ketel, haalden zij uit een ouden steenkolen- ader, die zij in den tuin hadden ontdekt. Drie weken lang van 's morgens vier uur tot het invallen van de duisternis, boorden zij daarop, en reeds begonnen zij de hoop op te geven, toen op zekeren dag een oliestraal uit het boorgat omhoogspoot. De beide mannen, die respectievelijk 61 en 69 jaar oud zijn, ontvingen daarop verschillende gunstige aanbiedingen, doch deze hebben zij van de hand gewezen, daar zij de exploitatie van de bron wilden overlaten aan het armen huis, dat hen indertijd zoo liefderijk heeft opgenomen. Het Ministerie van Onderwijs in Turkije heeft onderwijzeressen verboden om rouge en poeder te gebruiken, aangezien het dit een slecht voorbeeld voor jonge kinderen vindt. Onderwijzers mogen echter geen baard meer dragen en moeten correct, doch eenvoudig ge kleed gaan. Sommige onderwijzers zijn hier zeer veront waardigd over, doch het ministerie heeft ver klaard hen te zullen ontslaan als ze zich er niet aan houden. De rivier de Arda, die de grens vormt tus- schen Turkije en Griekenland heeft tot inter nationale verwikkelingen aanleiding gegeven De rivier is namelijk bezig van bedding te ver anderen en dit is een zeer lastige kwestie voor de grensbewoners. Op een bepaald moment kunnen dezen zich midden in de rivier op een eiland bevinden en eenigen tijd later aan de andere zijde daarvan. Ze weten dan niet of ze in Turkije of Griekenland wonen. Een Grieksch-Turksche commissie van geologen zal het probleem bestudeeren. De gemeenteraad van Brusey ln Moravië heeft een ingenieuze manier uitgevonden om geld binnen te krijgen. Men is n.l. voornemens be lasting te heffen van alle advertenties in dit district, welke in een vreemde taal gesteld zijn. Daar de meeste advertenties worden afge drukt in het Duitsch of Poolsch, niettegen staande de bevolking Tsjechisch ls, hoopt de gemeenteraad hieruit een aanzienlijk bedrag te halen. Het hoogste dorp van Europa heet St. Veran en is gelegen in de Hoog-Alpen nabij de Fransch-Italiaansche grens. Het begint op een hoogte van 1990 meter en kronkelt zich tot 2042 meter de hoogte in. Wel zijn er berghut ten die hooger gelegen zijn, maar geen neder zetting zooals St. Veran, dat 450 inwoners, een burgemeester, een pastoor, een gemeenteraad en een school heeft. Hier boven ligt acht maan den van het jaar sneeuw en de lucht is zoo ijl. dat normaal pasgeborenen ze heelemaal niet in kunnen ademen. De tegenwoordige families wonen echter reeds zoo lang op deze hoogte, dat hun gestel er langzamerhand aan gewend geraakt is. In het afgeloopen jaar werden in dit Alpendorp niet minder dan 31 kindei cn geboren. Vier jeugdige Chineesche onderzoekers, voorzien van een introductiebrief van de Lan- chen Lama aan de autoriteiten van Tibet, zijn thans onderwqg om den Mount Everest te beklimmen. ZU rekenen er op zes maanden te zullen wegblijven en verwachten meer succes te heb ben dan de jongste twee Engelsche expedities. De onderzoekers zijn tevens voornemens de zeden en gewoonten te bestudeeren van de volken der Chineesche grensprovincies. Met de bedoeling de goede verstandhouding tusschen Amerlkaansche en Australische kinde ren te bevorderen zullen driemaal per week on der leiding van een dame uit Sydney (Austra lië) speciale radio-uitzendingen via het station KOLte Seattle worden gehouden. Het wisselen van brieven tusschen de kinderen der zoo ver van elkaar verwijderd liggende we- relddeelen wil men bevorderen door via de ra dio de namen en adressen uit te wisselen van kinderen die met hun ver-verwijderde „pen vrienden" in correspondentie willen treden. Het radiostation te Sydney zal tot dit doel eveneens speciale programma's organiseeren. Naar het Tass-agentschap meldt, neemt men op het oogenblik in het Dnj.propetr-wsk- gebied (Oekraïne) proeven met het behande len van zaden met Röntgen-stralen. De op deze wijze behandelde zaden, die men in den herfst heeft uitgezaaid, leveren, voor zoover men thans reeds heeft kunnen vaststel len, planten met een verhoogde levenskracht en van grooteren wasdom. Ook behandeling met ultra-korte golven heeft goede resultaten opgeleverd. Katoen vruchten, verkregen uit bestraalde zaden, sprongen 27 dagen vroeger open, dan die van niet behandelde zaden. Bij tomaten werd de bps*raling der zaden den eersten oogst met elf dagen bespoedigd, augurken zijn acht a twaalf dagen eerder rijp dan anders. Ook de groente-opbrengst wordt door bestra ling der zaden aanzienlijk vergroot. De proeven met ultra-korte golven worden thans belangrijk uitgebreid. In de tot dit doel speciaal opgerichte laboratoria zal zaadgoed voor een oppervlakte van meer dan 100 H A. bestraald worden. Na de eerste woorden heerschte er reeds een ademlooze stilte in het lokaal. Roer loos zaten de studenten te luisteren naar hetgeen prof. Van Ieten hun daar vertelde. Ten volle drong nu tot hen door dat daar voor hen een genie aan het woord was. „Reeds velen hebben gezocht naar den steen der Wijzen," vervolgde de geleerde, na even genoten te hebben van den aanblik van die doodstil luisterende studenten, „maar niemand heeft hem tot nog toe gevonden. De oude al chimisten hadden geen succes en evenmin de hedendaagsche geleerden, die door middel van electriciieit het overtollige atoom trachten te verbrijzelen, waardoor lood in goud zou ver anderen. Ik ben er echter in geslaagd een natuur kracht, duizend- en duizendmaail sterker dan electriciteit, aan banden te leggen. Hier in dit tubetje, gemaakt van een bijzonder soort me taal, is een kleine hoeveelheid van de sterkste natuurkracht, die er bestaat, opgesloten. Een materie, waarvan de oorsprong en uitwerking mij alleen bekend zijn. Door middel van deze kracht ben ik in staat de atomen te ontleden in electronen, sterker nog, de electronen in nog kleinere deeltjes onder te verdeelen. Deze natuurkracht stelt mij in staat het allergroot ste te verrichten, iets wat niemand van u ooit gedroomd zal hebben. Het ls mU namelijk gelukt door middel van deze kracht een lichaam of voorwerp in deeltjes, kleiner dan electronen te verdeelen, met dien verstande echter, dat het lichaam of voorwerp voor het oog volkomen in tact blijft. Doordat het echter in onnoemelijk kleine deeltjes is verdeeld, kan het door de dichtst mogelijke stoffen heendringen, zonder eenig spoor achter te laten. Zoo Is de moge lijkheid geschapen, dat een mensch dwars door een muur heen zal kunnen loopen." Geestdriftig, vol gloed, had prof. Van Ieten gesproken. Van de oorpsronkelijke bedeesdheid van den man was niets overgebleven. Hij was veranderd in een domineerende persoonlijkheid, wien de geest van den uitvinder en ontdekker uit de oogen straalde. Met ergernis zag hij hoe sommige zijner leer lingen elkaar aanstootten en ongeloovig glim lachten. Meende h(j werkelijk dat zij het fa beltje zouden slikken, dat hij hun zoo juist had opgediend? Toch waren er enkelen, die zwegen; het waren zij, die het geniale brein van hun leeraar kenden. Met een driftig gebaar griste de professor het buisje van de tafel. Hij zou die ongeloovi- gen het bewijs leveren, dat zijn woorden niet IJdel waren. Voor de oogen van de verbaasde studenten haalde hij uit een klein houten doosje een witte muis te voorschijn. Het tubetje, twee centi meter lang, met aan ieder uiteinde 'n schroefje, werd met twee stukjes dun koperdraad aan de pootjes van het beestje bevestigd. Het diertje bleef trillend op tafel zitten. Toen de professor het echter een licht tikje gaf, trippelde het langzaam over de tafel. Vol verbazing hadden de leerlingen toegeke ken. Wat was de professor toch van plan? „Rechter voor- en linkerachterpoot van het beestje," verklaarde deze, als had hij de ge dachten der studenten gelezen, „heb ik ver bonden met de uiteinden, de polen, van hef buisje. De natuurkracht stroomt nu door net lichaam en ontleedt het in de kleinst bestaan bare deeltjes. Nu zal ik u aantoonen, dat het heusch geen sprookje is, hetgeen ik u verteld heb. Ik zal namelijk het diertje dwars door een dikke houten plank heen laten loopen." De daad bij het woord voegende, plaatste hij een plank van ongeveer drie centimeter dikte vlak voor het muisje. Het beestje wilde ijlings omkeeren, maar de geleerde greep het vast en duwde het zachtjes tegen de plank. En ziet, voor de oogen der van verbazing stok stijf zittende studenten ging het wild klauwen de diertje dwars door de plank heen, zoooat op een gegeven oogenblik de kop van het beestje aan den eenen kant en de staart en een ge deelte van de romp aan den anderen kant te zien waren. 1 JOl We zwaaiden als razenden met onze licht- doeken. Steeds nader kwam het schip. Zou he: ons opmerken? Thans konden we de lichten onderscheiden. Goddank, men scheen ons aan boord te hebben opgemerkt. Het schip wijzigde zijn koers en kwam op ons af. Door de tame lijk hooge zee kon het schip niet langszij ko men, waarop men ons eenige reddinggordel3 toewierp. 'tWas tijd. Het toestel dreigde or ter ons weg te zinken. Vlug sprongen we in 't water. Intusschen had men van het schip een sloep gestreken en deze bemand. Weldra waren we veilig en wel aan boord van het schip, dat een vrachtschip bleek te zijn. Gelukkig had de kapitein juist bijtijds een kabel om den staart van ons vliegtuig weten te krijgen, zoodat dit niet verloren was. We dankten den kapitein hartelijk voor zijn redding. Deze deelde daarop mede dat hij ons naar Honoloeloe terug zou brengen en tevens ons toestel op sleeptouw zou nemen. Bij aankomst te Honoloeloe werden we har telijk door de autoriteiten ontvangen, waarbij men ons met het nazien der motoren van hei vliegtuig zooveel mogelijk behulpzaam was. Binnen weinige dagen v'as de machine weer geheel startklaar, zoodat we weldra onzen tocht konden voortzetten. Het verdere verloop van den tocht was erg voorspoedig en weldra vlogen we boven de Japansche eilandengroep, waarna we koers zetten naar Yokohama, waar we veilig land den. Ook hier was men ons erg ter wille en zelfs wilde men de noodige feestelijkheden op touw zetten om onzen kranigen tocht te vieren. We wezen dit echter van de hand en begaven ons ten spoedigste naar een der hotels teneinde ons wat op te knappen en te rusten. Niemand bleef nu nog op zijn plaats zitten. Allen verdrongen zij zich om de tafel, waarop liet experiment plaats vond. Ademloos keken zij toe hoe het diertje voor een tweeden keer dwars door de ongeschonden plank heen ging. „Had ik het buisje anders verbonden, met de beide voorpootjes, dan zou het diertje op zijn achterpootjes moeten loopen, daar het anders met zijn voorpootjes en vervolgens heelemaal in de tafel, waar het op loopt, ZOU wegzakken, licht- i te de professor I /m toe, „maar nu zal (jtCTHG ik overgaan tot een grooter ex- periment. Ik zal zelf met behulp van een grootere tube, dwars door de deur heengaan." Voorzichtig bracht hij een soortgelijke tube, alleen van grooter formaat, te voorschijn en liep langzaam, de uiteinden in beide handen klem- wend, op de deur toe. De stilte was beangsti gend. Sprakeloos zagen de studenten hoe hun leeraar, centimeter voor centimeter, dwars door de deur heenging. Sommigen knepen zich in hun arm, daar zij dachten dat zij droomden, maar toen zij zagen hoe even later de profes sor geheel achter de deur stond en daarna op de gewone manier binnentrad, drong het tot hun door dat het ongeloofelijke was geschied. Rustig stond professor van Ieten op heil po dium. Hoe weinig hy ook om bewondering gaf, toch voelde hij zich trotsch onder de blikken van vereering, waarmede de leerlingen hun grooten meester aanstaarden. Met een licht trillende stem kondigde hij aan dat hy andermaal het experiment zou volbren gen, maar dit keer hardloopend. Door de eene pool van de buis iets te verstellen, zou de kracht sterker worden, hetgeen hem ln staat zou stel len hardloopend door den muur heen te gaan. Met de buis in zyn handen stelde de profes sor zich aan het einde van het lokaal op, zette zich af en liep, nog even een triomfanteiyken blik werpend op de angstig toekijkende studen ten, met een flinke vaart recht op den tegen- overgestelden muur in. Langzaam werden de sterretjes voor zUn oogen minder en flauw klonk van uit de verte de stem zyner vrouw tot hem door: „Wat mankeert je, man? Waarom loop je met je hoofd tegen den muur op. Heb je ge droomd? F. Br. In de reeks „Handboeken voor den Katholiek van de daad" verscheen dezer dagen te Parys een groote encyclopaedie over de H. Eucharistie. Het lijvige boekwerk bevat een schat van historisch, dogmatisch en praktisch materiaal, waarin alles is samengevat, wat in den loop der eeuwen in alle landen en in alle talen der wereld over de Eucharistie is geschreven. Acht en twintig personen hebben werken van 400 verschillende schrijvers, waaronder ook oude geschriften en incunabelen bestudeerd. Het boek bestaat uit zeven groote hoofdstukken, die over de volgende onderwerpen handelen: „De instelling van de H. Eucharistie", „De geschiedenis van het dogma", „De katholieke leer", „Eucharistische vroomheid", „Kanoniek recht en Liturgie", „Apologie" en ten slotte „Litteratuur en kunst in dienst van de PI. Eu charistie". De „Osservatore Romano" die dit werk re censeert, spreekt den wensch uit, dat de ver breiding van dit boek een verdere bespreking van het onderwerp zeer zou vergemakkelijken, zoodat het werkeiyk zou kunnen worden tot een Encyclopaedie van het H. Sacrament des Altaars. Met buitengewone snelheid grypt in China de beweging om zich heen, die zich keert tegen de uitingen der moderne Westersche mode. Thans heeft het gemeentebestuur van Peiping weer bepalingen afgekondigd in zake de klee ding der vrouwen. O.a. mogen zij niet op straat verschynen in pyama en sandalen, of in shorts. Mouwen moe ten tot aan den elleboog reiken, rokken tot over de knieën en de kleeding mag niet te streng getailleerd zyn. Naaisters en kleermakers, die kleeding ma ken voor hun vrouweiyke cliënteele, waarby met deze bepalingen geen rekening wordt gehouden, krijgen zware boetes. In het gemeenteiyk ziekenhuis te Kansas City bevindt zich een vrouw, wier huidkleur dage- ïyks verandert. Van blauw vla purper tot bruin heeft haar huid alle kleuren van den regenboog. De doctoren zy'n van oordeel, dat zy aan een byzonderen vorm van huidziekte ïydt, die de medici dermatitis chimica noemen. A 11 dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofifï/l by levenslange geheele ongeschiktheid t ut werken door f 7C/1 by een ongeval met f OCfl bij verlies van een hand f 1 9C 3lJ verlies van een f Cfi by een breuk van f Afi bij verlies van 'n jfl.ll" Hls O Tl TlC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f «Jl/l/l/»" verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen f f doodelijken afloop een voet of een oog# luim of wijsvinger f 1/- been of arm# Ti#»" anderen vinger 61 Nu ik evenwel gewaarschuwd was, voelde ik, dat het een buitengewoon listige agent moest zijn, dfe er in slagen zou mij te arres teeren. Overdag, zoolang ik 6oed kon uitky- ken. was iets als een overrompeling onmoge- ïyk en na dezen nacht besloot Ik op de Betty" te gaan slapen. Het eenige bezwaar was, dat ik de luxe van een boo' sman zou moeten af schaffen. Hoe nuttig hy ook mocht zyn om brieven naar Ti'bury te brengen, het zou toch beslist belemmerend werken als hy aan boord was, als ik vlug op de boot zou moeten komen, indien een paar agenten me op de ielen zaten. Om zes uur was er nog steeds geen spoor van een bezoeker te zien, ik besloot lus naar de Betty" te wandelen en Gow te vertellen, dat hy weer eenige dagen vacantie kreeg. Hiermee zou ik ongeveer ln een ïalf uur klaar zijn en voor het geval, dat McMurtrfe mocht komen, terwyi ik weg was, kon Ik een briefje op de deur bevestigen om hem te berichten, dat ik om zeven uur terug zou zyn, Dat deed ik dan ook en na nog eens goed rondgekeken te hebben of alles veilig was, ging ik naar de kreek. Ik vond Gow zooals gewooniyk, rustig zittend; hoofd en schouders staken net boven den voorsteven uit, een lange pyp in zyn mond. Met de correctheid van een trouwen dienaar, stak hy zyn pyp dadeiyk weg, toen hy mUn geroep hoorde, en haastte zich om de 'ol te krygen. „Ik kom niet aan boord," zei Ik, „ik kom Je alleen maar vertellen, dat ,1e weer voor een paar dagen aan wal kunt gaan. We zul len de boot niet gebruiken voor Zaterdag of Zondag." Hy bedankte me en tikte aan zyn bet (ik kon zien, dat hy er over begon te denken, dat het een heel gemakkeiyk baantje was. dat hy zoo toevallig te pakken had gekregen) en daarna voegde hy er. met een gezicht alsof uy een nare tyd'ng overbracht, by: „Wist u, mynheer dat we heelemaal geen petroleum meer hebben?" Ik wist het niet en in deze oUzondere om standigheden was ik biy, dat hy het vertelde. „Kun je ze my bezorgen gauw?" --roeg ik. Hy knikte. „Ik zal morgenochtend een paar kan halen, mynheer, en ze aan boord brengen." „Verder nog nieuws?" vroeg lk. „Ja, mynheer, ik zag vanmiddag 1fe be ruchte boot, hy ging weer precies ven snel als toen ze my overvaren hebben. Hebt u al gelegenheid gehad iets omtrent die zaak te doen, mijnheer?" „Ik ben er al mee bezfg, Gow," zei lk, „Ik heb een vriend, die mij er mee helpt en onder ons gezegd, geloof lk, dat we wel vergoeding zullen krijgen." Met dit antwoord scheen hij tevreden te zyn. „Ik zal dadeiyk naar boord gaan om mijn pakje te krygen, mynheer," zei hij „Ik denk, dat ik beter doe, de jol op de bank vast te leggen, dan hfer. Als iemand uit Tilbury langs mocht komen zullen ze hem niet zien tusschen het hooge gras." Het was een goed overdacht voorstel maar met het oog er op, dat ik misschien snel aan boord moest komen, kon lk dergeiyk onnoodig oponthoud nfet wagen. „Doe dat vanavond maar niet, Gow.'1 zet fk. „Sleep haar maar net boven de hoogwate lijn. 't Is best mogeiyk. dat ik hier haar morgen ln den ochtend gebruik." Nadat ik deze voorzorgsmaatregelen voer myn moge'yke vlucht genomen had, keerde ik langs den gewonen weg, langs den rivier kant naar de hut terug. Ik nam de voorzorg myn hoed af te nemen en voorzichtig over den dyk te kyken, maar ik had me deze moeite best kunnen besparen. Het grasveld was even verlaten als altyd en toen ik by de hut kwam vond ik myn briefje nog steeds op de deur geprikt en geen enkel spoor van iemand, die me een bezoek had gebracht tydens mijn afwezigheid. Ik bleef vcor de rest van den avond in denzelfden staat van absolute afzondering. Het was niet moeilijk de wacht te houden, want toen de zon onder was kwam de maan prachtig helder op, het veld en de weg naar Tilbury haast even helder verlichtend als overdag. Ik had een konijn op een afstand van vjjftig meter kunnen ontdekken, laat staan een dikken en opvarenden detective van Scotland Yard. Om ongeveer één uur ging lk een paar uur slapen. Ik voelde dat, als Sonja dadeiyk naar de politie zou zyn gegaan, ze nu roods gehan deld zouden hebben, terwy'l als ze aov eens een nachtje zou slapen over haar mogeiyke wraak, er voor my geen reden bestond, niet hetzelfde te gaan doen. De verwachting, dat McMurtrie zou komen, had ik opgegeven tot den volgenden morgen. Ik werd om half vier wakker en ging weer op wacht zitten in de koele schemering van den aanbrekenden dag. Ik zag de zon opkomen boven de rivier en langzaam hooger stügen aan den lichtblauwen hemel, iie weer een prachtigen dag beloofde. Er was nauwelijks een vleugje wind en alles was heeriyk rustig en vreedzaam. Om acht uur, juist toen ik van plan was wat klaar te maken voor mjjn ontbijt, zag lk een klein zwart stipje naderby komen, langs den Tilbury-weg, wat spoedig myn trouwe Charles bleek te zyn. Hy sloeg af naar het grasveld en kwam op de hut toe, waar lk op hem stond te wachten. ,Twee telegrammen en een brief voor u, mynheer," zei hy ze te voorschijn halende. „Ze kwamen vanmorgen, mijnheer." Met een air van onverschilligheid, die ik absoluut niet voelde, nam ik ze van hem aan. De brief was geschreven door McMurtrie, maar dien legde ik een oogenblik ter zyde, om de telegrammen eerst te bekijken. De eerste was van Joyce. „Sprak L. gisterenavond. Hy zal vandaag ingrijpen. Gaat aecoord met myn voorstel om trent de „Betty", indien noodzakeiyk - J." Ik stopte het in myn zak en maakte het andere open. „Een agent kwam gisteravond en vroeg naar Hy sprak juffrouw O." Een oogenblik bekeek lk deze geheimzinnige boodschap in stomme verbazing. Toen schoot my plotseling myn laatste instructie aan Gertie Uggins te binnen. Dus Sonja was werkeiyk naar de DOlitie ge gaan of had er tenminste voor gezorgd, dat deze een waarschuwing kreeg, wat hetzelfde doel had. Hun bezoek aan Edith Terrace was waar- schyniyk daaraan te wyten, dat ze beide adres sen had opgegeven om de waarheid te kunnen vaststellen. In ieder geval was het uitgelekt en met een nieuw en onprettig gevoel van op gewondenheid vouwde ik Gertie's telegram op en maakte McMurtrie's brief open. „Beste mynheer Nicholsen, Ik ben uitgeweest voor zaken en heb nu eerst uw brief ontvangen. Anders zou ik van middag naar u toegekomen zyn. Veroorloof my u in de eerste plaats van harte geluk te wen- schen met uw succes, hetwelk ik persooniyk nooit in twyfel heb getrokken. Ik ben op het oogenblik niet meer in hotel Russell, maar logeer by eenige vrienden in Sheppey. Ik zal morgen vroeg de rivier opko men in hun jacht, want ik geloof, dat er vlak by de hut een kleine kreek is, waar we hem kunnen vastleggen. Kunt u er voor zorgen wat van het poeder gereed te hebben en als het mogelUk is zou ik graag willen, dat u een demonstratie er mee hield, want ik neem een vriend mee, dfe zeer geïnteresseerd is by onze zaak en die er meer geld in zou willen steken, als hy overtuigd is van het succes van uw uitvinding. U kunt ons met hoog water verwachten tus schen half tien en tien uur. Uw oprechte "riend, McMurtrie." Toen ik de handteekening zag. kwam Mc Murtrie's glimlachend maskergezicht me plot seling voor den geest en al mUn vroegere ge voelens van wantrouwen en weerzfn voelde ik weer ln mij opkomen. Hy was dus by de bungalow en zou in minder dan een uur hier zyn.... hy en de geheimzinnige vriend, die reeds „zeer geïnteresseerd was by enze zaak." Ik glimlachte grimmig by dezen zin. Het was zoo typisch van den dokter, hoewel hy toen hy het schreef niet kon weten, dat fk begreep hoe hjj het bedoelde. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 10