1 Welvaartspolitiek in Overijsel BIJ AL CAPONE OP BEZOEK De winkels open De ondervoeding Bouw omroep zender Er moet aangepakt worden ELF JAREN LANDMETERSCURSUS ZATERDAG 15 DECEMBER 1934 Vergadering te Zwolle op initiatief van den Commissaris der Koningin Commissie van onder zoek ingesteld Inleiding prof. Gelissen Industriebanken Vóór- en tegenstanders Commissie van Onderzoek Mr. dr. L. Bosch Ridder van Rosenthal, Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, opende Vrijdag de nieuwe schoenfabrieken te Bunschoten Regelingen voor Kerstmis-periode en Oudejaar Oudejaar Arbeids- en rusttijden VAK HET HOF A.N.W.R.-monument in de hoofdstad Ka het 50-jarig jubilé van den T oeristenbond mm „Mijn omzet is grooter dan die van vele banken en warenhuizen Vrijwillige gevangen schap? M. Gemmeke De onthulling Liberale theorie OKDERSCHEIDIKGEK Belangrijke buitenlandsche order voor de Kederlandsche Radio-industrie Overplaatsing van Wageningen naar Delft De benoeming van mr. Reymer Ds. Lingbeek wil er meer van weten Op initiatief van den commissaris der Koningin in Overijsel vond Vrijdagmiddag te Zwolle een bijeenkomst plaats, waarop door prof. dr. ir. Gelissen een inleiding werd gehouden over het vraagstuk van de regionale welvaartsvoorziening. Na een uitvoerige gedachtenwisseling werd een commissie ingesteld, welke de mérites van het vraagstuk voor Overijsel onder de oogen zal zien. De vergadering welke onder leiding stond van den commissaris der Koningin in Overijsel, mr. A. E. baron van Voorst tot Voorst, was be zocht door een uitgelezen gezelschap van onge veer 300 personen, waaronder leden van Gede puteerde en Provinciale Staten, burgemeesters en vertegenwoordigers van gemeentebesturen in Overijsel, vele leden van de Kamers van Koop handel voor Twente, Salland en Noord-Overijsel, voorts verschillende industrieelen en vooraan staande personen uit de handels- en bankwe reld. De commissaris der Koningin opende de ver gadering met een korte rede, over den toestand van den Nederl. handel en industrie. De hand Kloet aan den ploeg worden geslagen en om gezien worden naar maatregelen en daden, welke verbetering kunnen brengen. Er is behoefte aan een instituut dat zoekt naar regionale energie bronnen en bepaalt waar een bepaalde industrie op haar plaats zou zijn. Dit research-instituut moet de basis vormen voor een actieve regionale doch centraal georiënteerde welvaartspolitiek, Waarbij techniek en wetenschap eendrachtig samenwerken. Prof. dr. ir. H. Gelissen verkreeg hierna het Woord om te spreken over doel en wezen van een industriebank en van een economisch-tech- Kologisch instituut. In 1933 is voor 485 millioen meer ingevoerd dan uitgevoerd. Neemt mén aan, dat ons land voor K van dat bedrag zelf had geproduceerd, dan wil dat zeggen dat daarin 40 millioen loon 2it, waarmede 40.000 menschen aan het werk konden gezet worden. Op de schouders der in dustrie rust een tweeledige taak: eenerzijds ka pitaalsvorming, anderzijds werkverruiming. Na dat prof. Gelissen op deze beide punten dieper Was ingegaan, stelde hij de vraag, wat ten be hoeve van industrieele expansie kan worden ge daan. In Limburg heeft men gezegd, het is beter systematisch te gaan zoeken of bestaande industrieën kunnen worden uitgebreid, dan dit over te laten aan het inzicht van een enkeling. Het economisch-technologisch instituut gaat na Wat er nog te doen is op het gebied van in dustrie-uitbreiding en industrie-vestiging. Men heeft zich in Limburg niet op het individualis- tisch-economisch standpunt gesteld, doch zich nationaal georiënteerd. Daarom zendt ieder in stituut een afgevaardigde naar den technisch- economischen raad, waar de gewestelijke gege vens samenkomen om te voorkomen, dat regio- Kaal iets wordt gedaan dat niet in het nationaal kader past. Daarnaast acht spr. een instituut voor conjunctuur en marktanalyse een dringenden eisch des tijds. Op deze wijze krijgt Kien een goed systeem, dat leidt tot samen- Werking tusschen kapitaal, arbeid en weten schap. Vervolgens komt spr. tot de industriebanken. He industrie heeft behoefte aan lang geld, geld, dat op langen termijn worcit afgeschreven. Het korte geld dient voor de financiering van het loopende bedrijf. Van kort geld kan de in dustrie zich in voldoende mate voorzien, doch de banken hebben zich terecht van kapitaal voorziening op langen termijn afgehouden. De groot-industrie kan een beroep doen op de ka- kapitaalmarkt, de klein- en midden-industrie kan dit evenwel niet. Om ook deze industrie kans te geven tot uitbreiding, dienen industrie banken in het leven te worden geroepen. Deze banken kunnen niet alleen aan de industrie voordeel brengen, mits deze industrie zich on der controle van het economisch-technologisch instituut stelt, maar ook voordeel beteekenen Voor de bestaande Nederlandsche banken, dfe gelegenheden krijgen om aan de industriebank kort geld te verschaffen. Het risico van de in dustriebanken is gering; ten eerste, omdat de belegging wordt gecontroleerd, ten tweede, om dat het geld belegd wordt in industrieën van Verschillende aard en ten derde, indien de in dustriebank uitgroeit, is het aandeelenkapitaal niet bevroren, maar beleenbaar en verhandel baar. Op de inleiding van prof. Gelissen volgde een geanimeerde gedachtenwisseling. De heer PETERI, industrieel te Enschedé, vertolkte de meening van meerdere Twentsche fabrikanten, die op het standpunt staan, dat een economisch-technologisch instituut, dat groote sommen verslindt onnoodig is. De in dustriebank acht spr. onderhevig aan politieke invloeden en hij ziet daarin een poging tot op richting van een staatsbank. In Twente wil een particuliere commissie een industriebank op bescheiden schaal in het leven roepen en daaraan een inlichtingendienst verbinden, die door jeugdige werkloozen en intellectueelen Wordt bediend. Dr. ZWIJNENBERG, lid van Prov. Staten, toonde zich een warm voorstander van de ideeën van prof. Gelissen, terwijl de heer GEL- DERMAN, voorzitter van het Verbond van Ned Werkgevers te Oldenzaal niet zoo enthousiast Was, omdat spr. bang is, dat verwachtingen gewekt worden in een richting, waarvan wjj de lijn niet kennen. Toenemende industrialisatie acht spr. voor ons land, althans op dit oogen- blik niet verantwoord. Spr. wil afwachten, wat men er in Limburg van terecht brengt. De heer JASPER WARNER uit Zwolle bracht namens de drie Kamers van Koophandel in Overijsel den commissaris der Koningin dank voor het genomen initiatief. De heer KRIJGER, lid van de Tweede Ka mer, wilde voor Twente het economisch-tech nologisch instituut primair en de industrie bank secundair zien, omdat, volgens spr., aan deze laatste in Twente minder behoefte zal blijken dan in Limburg. De heer v. d WALLE, vertegenwoordiger van het N. V. V. viel prof. Gelissen in verschillen de punten bij, doch verklaarde zich voorstander van een staatsbank. Nadat F. Gelissen de verschillende sprekers had beantwoord, werd op voorstel van den Commissaris der Koningin besloten tot instel ling van een Commissie van Onderzoek voor Overijsel. Deze commissie zal bestaan uit een vertegen woordiger van de Kamers van Koophandel voor Salland, Twente en Midden-Overijsel, een be stuurslid van de afd. Overijsel van de Vereeni- ging van Ned. Gemeenten, een vertegenwoor diger van de wefkgevers- en werknemersorga nisaties en van de landbouworganisaties, terwijl zich ter vergadering nog bereid verklaarde in deze commissie zitting te nemen Prof. Mr. J. van Loon te Deventer; Ir. W. H. Boom te Hengelo (O.) en Ir. J. C. Keiler te Zwolle. In verband met het naderen van Kerstmis en Oudejaar wordt onder de aandacht van belang hebbenden gebracht, dat voor het winkelbedrijf dan de volgende regelingen zullen gelden: Van 18 tot en met 24 December mogen alle winkels tot 10 uur n.m. geopend zijn, behalve op Zondag 23 December; behoudens hierna te noemen uitzonderingen, moeten op dien datum alle winkels gesloten zijn. De Kerstdagen vallen ditmaal op Dinsdag en Woensdag, zoodat alle winkels dan geduren de den geheelen dag tot 8 uur n.m. ge opend mogen zijn. Zondag 23 December gelden voor bepaalde branches de gewone uitzonderingsbepalingen voor den Zondag. Voor winkels in het algemeen gelden, nu Oudejaar ditmaal op Maandag valt, de gewone sluitingsbepalingen voor werkdagen. Bloemenwinkels mogen op 30 December tot 10 uur n.m. geopend zijn. Winkels, waarin uitsluitend of in hoofdzaak een of meer der volgende waren: brood, ban ket, suikerwerken, chocolade, al dan niet teza men met consumptie-ijs ten verkoop in voor raad zijn (doch uitsluitend voor den verkoop dezer waren, tusschen 9 en 10 uur n.m.) als mede winkels met slijtvergunning of volledige vergunning krachtens de Drankwet, mogen op 31 December tot 10 uur n.m. geopend zijn. In afwijking van den normalen arbeidstijd van 9'A uur per dag en 53 uren per week, mag in winkels door winkelpersoneel van 18 jaar of ouder arbeid verricht worden gedurende 11 uren per dag en 62 uren per week op alle werkda gen in het tijdvak van 18 tot en met 24 De cember. Een verplichte nachtrust van minstens 9 uur moet daarbij in acht genomen worden. Tevens mag in hetzelfde tijdvak voor deze arbeiders afgeweken worden van het verbod van arbeiden na 8!4 uur n.m.., mits niet later wordt gewerkt dan een half uur na het tijdstip, waarop de winkels voor het publiek gesloten moeten zijn (dat is dus niet later dan half elf.). Personen beneden den leeftijd van 18 jaar mogen echter geen arbeid verrichten vóór 8 uur V.m. en na 8 uur n.m. Winkelpersoneel boven 18-jarigen leeftija mag bovendien, in afwijking van de normale arbeidsregeling, in de volgende branches ar beid verrichten als volgt: In winkels in brood, banket, suikerwerk en chocolade op 24 December gedurende ten hoog ste 14 uren per dag, op 31 December gedurende ten hoogste 13 uren en in de week, waarin 31 December valt, gedurende ten hoogste 62 uren. In bloemenwinkels op 22, 23, 24 en 30 De cember gedurende ten hoogste 14 uren per dag en in de week, waarin 30 December valt, gedu rende ten hoogste 62 uren. In vischwinkels op 30 December gedurende ten hoogste 11 uren, op 31 December geduren de ten hoogste 14 uren en in de week, waarin 31 December valt, gedurende ten hoogste 62 uren. In slagerswinkels op 31 December gedurende ten hoogste 11 uren (dit geldt ook voor winkels in vleeschwaren) In het vorenstaande is uiteraard geen reke ning gehouden met afwijkingen van de winkel sluitingsregeling, welke door den gemeenteraad bij verordening, krachtens art. 9 der Winkel sluitingswet of krachtens de z.g. crisisregeling, zijn of worden vastgesteld. Is zoodanige verordening voor alle of bepaal de groepen van winkels tot stand gekomen, dan mag in die winkels op dagen, dat zij na 8 uur n.m. geopend zijn, gedurende ten hoogste 11 uren per dag arbeid verricht worden. Tijdelijke afwijkingen van de arbeidslijst, in verband met vorenstaande uitzonderingsrege ling, kunnen ingevolge art. 25 van het winkel werktijdenbesluit worden aangegeven door ver melding van de voor die dagen geldende rege ling op een geschrift, dat door den patroon of den bevoegden chef wordt onderteekend en naast de arbeidslijst wordt gehangen. Inzen- dig van nieuwe arbeidslijsten voor die enkele dagen is dus overbodig. Afschrift van net zoo juist genoemde geschrift behoeft niet aan de Arbeidsinspectie te worden gezonden. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Ju liana hebben Vrijdagmiddag in het Huis ten Bosch in ontvangst genomen de betuigingen van rouwbeklag van de gezanten en zaakgelastigden der vreemde mogendheden en van hun echt- genooten. De minister van buitenlandsche zaken was hierbij tegenwoordig. Te Amsterdam is hedenmiddag een mo- mentale zonnewijzer onthuld, welke het hul deblijk is van het Nederlandsche Volk aan den A. N. W. B. bij zijn 50-jarig bestaan. Het monument staat aan het eind van de Noorder-Amstellaan, „in de schaduw" van het groote gebeeldhouwde paard van Hildo Krop. De ontwerper, ir. A. Boeken, is uitgegaan van de gedachte, dat de zon een belangrijke rol ver vult bij het toerisme. Op een grondplaat van natuursteen is een bol van bronzen stangen geplaatst en om de as van dezen bol is een plaat aangebracht, die den zonnetijd aangeeft. Op den aequatorring staat in bronzen letters de opdracht „Het Nederland sche Volk aan den A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland, 18831933." Om het monument heen is een bestrating van flagstones gemaakt. Met het plantsoen als ach tergrond maakt dit A. N W. B.-gedenkteeken, dat geheel afwijkt van hetgeen Amsterdam aan monumenten bezit een goed effect te midden van de moderne bebouwing in dit nieuwe, ruime stadsgedeelte. De onthulling van het monument, die aanvan kelijk bepaald was op Zaterdag 22 September, daags na de "herdenking van het 50-jarig jubi leum van den Bondsvoorzitter den heer Edo J. Bergsma, moest uitgesteld worden, omdat wegens vertraagde aflevering van de metalen onderdee- len, het gedenkteeken niet op den aanvankelijk vastgestelden tijd gereed kon zijn. Van den lan- geren tijd die daardoor beschikbaar was heeft de architect partij getrokken, door op de grond- plaat van natuursteen, waarop de zonnewijzer DdmDO verdriift spoedig alle kou in hoofd r en neus, op borst en keel door in- wrijving met Dampo en inademing der dampen. Doos 30 ct. Bij Apothekers en Drogisten. „W at Mijnhardt maakt is goe d." Noem den naam van Al Capone en ieder een zal u alles over hem vertellen. Capone, de prins der bootleggers, gangster, is zonder twijfel de meest bekende man ter wereld. Om deze wonderlijke figuur werden dozijnen ro mans, scenario's en tooneelspelen geweven. Capone is een held en een schurk; de men schen vereeren en haten hem. Wie is deze bij kans legendarische figuur? In zijn voorkomen is hij een korte en dikke Italiaan. Als u hem zag zoudt u hem waarschijnlijk houden voor een goedkoop café-eigenaar, ten spijt van zijn kleeding welke volmaakt van snit is. Doch als men met hem spreekt, bemerkt men, dat men te doen heeft met een ongewoon mensch. Zijn Engelsch is volmaakt met een bijna onmerk baar Amerikaansch accent. Zijn manieren zijn aangenaam en indien hij zich had toegelegd op oplichting door misbruik van vertrouwen in plaats van bootlegging, zou hij de grootste „vertrouwens"- man zijn geweest, dien de we reld ooit heeft gekend. Elf jaren lang hebben Staats- en federale regeeringen tegen dezen wonderlijken man ge streden en elf jaar lang heeft hij ze schaak mat gezet. Zelfs, hoewel hij op het oogenblik in de gevangenis zit, weet ieder, dat hij zich slechts achter de tralies bevindt, omdat het hem past ,daar te blijven. Een lijfwacht kan men nog omkoopen, maar dit is onmogelijk bij de gevangenisbewaarders van een Ameri- kaansche federale gevangenis. Dit weet Ca pone en hij verkiest de veiligheid der op sluiting boven de onzekerheid van het leven in vrijheid. Vele verhalen zijn in omloop ge weest betreffende Capone's intrede in het land der gangsters, doch een feit is, dat hij van huize uit geen gangster was. Toen hij uit nederige Italiaansche ouders geboren werd, hadden zij andere plannen met hem. Hij zou een advocaat of een makelaar in effecten heb ben kunnen zijn. In beide beroepen zou hij waarschijnlijk carrière hebben gemaakt. Op jongen leeftijd wijdde de jonge Alphonse zich reeds aan de misdaad. Hij werd nooit veroordeeld, omdat hij te sluw was en toen hij ouder werd, begon hij de aandacht te trek ken van leidende gangsters. Ten slotte was t John Torrio, de „Prins" der gangsters, die hem aanbeval bij Joe Colisimo, die het eerst boot legging in de States op een zakelijke basis stel de, als iemand, die het ver zou kunnen brengen. Colisimo was bereid en Torrio noodigde Ca pone uit met hem naar Chicago te gaan. Van het oogenblik af dat hij deze stad in oogen- schouw nam, besloot hij haar te veroveren. Hij heeft het mogen beleven, dat de voornaamste burgers dezer groote stad zich voor hem in het stof buigen en zijn naam vereeren. Colisimo was het eens met Torrio, dat Ca pone hem uitstekend van dienst kon zijn. Doch hij maakte een fout. Capone werd aangestoken door ambitie. Hij had genoeg hersens en moed om zijn wildste droomen in vervulling te doen gaan. Niemand weet (of liever kan bewijzen), wie Big Joe Colisimo gedood heeft, maar het feit blijft bestaan, dat spoedig na Capone's aankomst te Chicago de eerste zakenman- bootlegger plotseling stierf door loodvergiftiging en Capone, tezamen met Torrio, werd meester van geheel Chicago. Zijn eerste taak was zich te ontdoen van machtige mededingers. Dit ge schiedde met behulp van een twintigtal gun men. Zelfs de politie zou niet kunnen zeggen hoeveel menschen zijn „afgemaakt" sinds Capone's heerschappij in Chicago een aanvang nam. Nu en dan worden lijken aangetroffen in de bosschen buiten de stad, doch jaarlijks ver dwijnen honderden mannen en vrouwen zon der een spoor na te laten. Een groot aantal daarvan zijn slachtoffers van den strijd tus schen de benden. De politie heeft niet de macht daaraan een einde te maken. Laat mij u Capone voorstellen zooals ik hem zag in zijn grootsch kantoor in een hotel te Chicago. Het was een heel gewoon en eerder klein hotel in een fatsoenlijke wijk. Van buiten zag het er niet anders uit dan honderd an dere in Chicago, maar als u er een kamer had willen bestellen ware u een onaangename verrassing beschoren. Als u de hal binnen treedt steken een dozijn keurig gekleede mannen plotseling hun hand in den zak en wandelen in uw richting. Terwijl u inlichtingen vraagt, zullen zij u niet lastig vallen, maar u moet al een zeer harde huid hebben om niet te zien, dat u als een muis door een kat wordt beloerd. De meesten zien er geenszins ongunstig uit. In hen zoudt u zeker geen moordenaars vermoe den, die klaar staan u neer te schieten bij de eerste verdachte beweging. Vraagt u de telefoniste om een kamer, dan glimlacht ze vriendelijk en zegt, dat het hotel vol is. Het spijt haar zeer, maar misschien kunt u een ander hotel probeeren, een beetje ver derop. De gunmen veranderen niet van houding, noch komt hun dreigende hand uit den zak. Maar u bent volkomen veilig zoolang u geen verdachte beweging maakt. Want anders, al bent u ook een onschuldig en eerzaam reiziger, wordt u zonder dralen neergeschoten en geen haan die ernaar kraait. Slechts de wet van Onlangs kondig den wij reeds vrij uitvoerig aan de vertaling van L. W. Holmes' boek „An Englishman among gangsters", die onder den titel „Corruptie en af persing de ondergang van Amerika?" van de hand van den Amsterdamschen politie-inspecteur, den heer M. J. M. Gemmeke bij Valkhoff en Co. te Amers foort verscheen. In dit werk, dat een schril beeld geeft van de terreur der misdadigersbenden in de United States komt het volgende hoofdstuk voor, gewijd aan den onge- kroonden koning der gangsters Al Capone. Capone gold in Chicago. Voor verraad van zijn beulsknechten kende hij geen pardon. Toen ik Capone bezocht, was dit niet om zakelijke redenen. Een dagbladeigenaar te Chicago had mij een aanbevelingsbrief gegeven en de groote man had in een onderhoud toegestemd. Dit was mij medegedeeld in een getypten brief, waarin ik werd verzocht mij om 3.30 's na middags aan het hotel te vervoegen en den brief mede te brengen. Deze laatste alinea was dik onderstreept. Ik was voldoende op de hoogte met de bootleggingindustrie om te we ten, dat het beter was dit niet te vergeten. „O. K„ jongen, ik heb een afspraak met Num mer Een. Ik heb een brief bij me." Hij keek mij aan en glimlachte, maar zijn oogen bleven als staal. „Ja? Wel, laat eens kijken. Pas op; geen trucs!" „Geen kans," antwoordde ik. „Je gelooft toch zeker niet dat ik zoo gek ben om te probeeren hier iets uit te halen?" En ik moet daaraan toevoegen, dat ik dat wel degelijk meende. Indien ik gangster was en tegen Capone, zou ik er wel voor zorgen mijlen uit de buurt van zijn hotel te blijven. Mijn brief werd zeer nauwkeurig onderzocht. De lei der knikte en werd zeer beleefd. „O. K. Mr. Holmes," glimlachte hij. ,U, weet wij kunnen hier geen risico loopen. Gaat u maar in de lift." De man knikte naar een lift, welke bediend werd door een neger. Ik merkte onmiddellijk op dat er geen trappen waren in het hotel. De eenige verbinding met de bovenverdiepingen werd gevormd door de lift. Slechts na nauw keurig door de wacht te zijn onderzocht, kon men deze bereiken. Ik ging door twee mannen begeleid de lift binnen. Toen wij uitstapten, be valen ze mij stil te blijven staan. Dit deed ik en zij voelden of ik wapens bij mij droeg. „Excuseer," verontschuldigde zich een der mannen, „maar ieder die hier komt moeten wij onderzoeken. Je kunt nooit weten wat de wandluizen in hun schild voeren." Ik wist, dat hij een toespeling maakte op de gevaarlijke bende der Zuidzijde van „Wandluis" Moran, Capone's grootste vijanden. Verschillen de malen heeft hij getracht hen uit te roeien, maar Moran is er steeds in geslaagd den groo- ten bendeleider te ontloopen. De lift voerde ons geplaatst is en waarop een kaart van Nederland is ingehakt, welke het verband tusschen den A. N. W. B. en het Nederlandsche volk uitbeeldt, de gebeeldhouwde figuren uit te werken tot een op de verschillende vormen van toerisme toe passelijke voorstelling. Bij de onthulling waren aanwezig burgemees ter dr. W. de Vlugt, en de leden van het Alge meen Bestuur en verdere ambtsdragers van den A. N. W. B„ die daarbij in het restaurant „Pa viljoen Apollo" de gasten waren van het onder voorzitterschap van dr. M. de Hartogh gevormde schenk." Dr. de Hartogh, die het monument overdroeg, zeide in zijn toespraak, dat het gedenkteeken jong"en oud den A. N. W. B. in herinnering zal brengen als het lichaam, welks werk voor het Nederlandsche volk is „een voortdurend rijk ge- schen." Daarna sprak de voorzitter van den Bond, de heer Edo Bergsma, die den strijd van den A. N. W. B. voor de ontwikkeling van 't verkeer roemde en de eensgezindheid prees waarmede het heele volk dien strijd steunde. Het was vervolgens Amsterdam's burgemees ter, dr. W. de Vlugt, die van het werk van den A. N. W. B. in van groote waardeering getui gende bewoordingen gewaagde en de verzekering gaf, dat het gemeentebestuur van Amsterdam zijn medewerking voor de Plaatsing van het monument volgaarne heeft verleend. Na een dankwoord van den heer Bergsma gaf de ontwerper van het monument, ir. A. Boeken, architect B. N. A„ eenige technische inlichtingen over zijn schepping. Het gezelschap begaf zich vervolgens naar buiten voor de plechtigheid van de onthulling welke zich, mede onder groote belangstelling van het publiek achter de afzetting voltrok. Ofschoon de R. K. Kamerfractie reden heeft, tevreden te zijn over de hulp, die zij na veel moeite verkregen heeft voor de werkloozen, hebben de debatten tusschen Minister Slotemaker de Bruine en de Kamer opnieuw den liberalen inslag in de sociale mentaliteit van dezen Minister duidelijk gemaakt. Wat recht heeft men te protesteeren, vroeg hij? ons dunkt: het recht, dat door ondervoeding de volkskrachten worden benadeeld. Hoe heeft de R. K. Kamerfrac tie niet een gevecht van man tegen man moeten aangaan, om geleidelijk, langzaam, bij brokjes en brokjes het meest noodzake lijke van de Regeering los te krijgen. Is dat actieve, duidelijke crisis-politiek? En welk een penibel wringen om zich van de dreigende ondervoeding in het land af te maken. Welk een blague, die verklaring, dat ondervoeding eerst na jaren zal blij ken en dat zij in geen geval het gevolg van de Juli-verlaging kan zijn. De Minister was overtuigd niet harteloos te zijn, en wij gelooven in die overtuiging, maar wekt hij den indruk, met inzet van zijn geheele ministerieele bevoegdheid op te komen voor het wegnemen van schreeu wende misstanden, als hij zich verontschul digt en in Maas en Waal er „totaal bui ten" zegt tejptaan? Hij erkende, dat er meer dan enkele ge vallen bij kinderen van werkloozen voor komen, maar heeft hij gelezen, wat b.v. in ons blad verschillende geneesheeren mannen van de praktijk alreed^ omtrent de kwestie der dreigende of reeds aanwe zige ondervoeding verklaard hebben? In dien de Minister zelf een tocht door Maas en Waai maakt, zal hij zich vermoedelijk de toestanden daar meer aantrekken dan thans uit zijn houding in de Kamer bleek. Wil de Regeering ook de toestanden in de mijnstreek, in Drente, enz. als „bui ten bemoeiing" vallende beschouwen? Wan neer hij zich zwart op wit voorgere kend ziet, dat in talloos vele gezinnen per dag en per persoon voor de voeding niet meer dan weinige centen overschieten, dan heeft zij geen behoefte aan eenige jaren wachtens, om te constateeren, dat er on dervoeding gaan heerschen in Nederland! De Volkskrant verneemt,, dat de wegens den rouw van ons Koninklijk Huis uitgestelde be giftiging van koninklijke onderscheidingen op den verjaardag der Koningin op 31 Augustus, nog dit jaar zal plaats hebben, en wel op Oudejaarsdag. verscheidene verdiepingen de hoogte in. Mijn escorte stapte voor mij uit. „Kom mee," zeide een der mannen en ik stap te met hen mede. Wij bleven staan voor een zware eiken deur. Een der mannen klopte aan. Een geheimzinnig ruischend geluid deed zich hooren, een der pa- neelen ging open en een gezicht vertoonde zich. „Dat is Holmes zeker?" vroeg het gezicht en maakte de deur vlug open. Ik bevond me in een nauwe hal, waarin zich twee wachters ophielden. Een andere deur ging open en ik aanschouwde het grootste en meest luxueuse kantoor, dat ik ooit heb gezien. Het meubilair alleen moet een waarde van honderd duizend dollar hebben gehad, terwijl de vloer- kleeden onschatbaar waren. Kleine tafels ston den hier en daar in de kamer verspreid, terwijl achterin achter een enorm bureau de groote man zat. Hij begroette mij met een glimlach en vroeg mij binnen te komen, maar de handen der vier wachters in de hoeken van de kamer kwamen niet uit hun zak. Capone, dik, een beetje zalvend, in het fijnste costuum, dat ik ooit gezien heb, was beleefd en hoogst inne mend. Wij spraken over algemeene onderwer pen. Ik droeg er zorg voor zijn „zaken" niet in het gesprek te betrekken. Capone is op dit punt zeer gevoelig. Hoewel hij omging met de hoogst geplaatste personen in den lande, ge neerde hij zich niet dezen „hun vet te geven als zij tegenover hem het chapiter business aanroerden. Daarentegen sprak hij er soms uit eigen beweging over en in zekeren zin deed hij dit gedurende mijn bezoek. „Ik heb de grootste zaak in Amerika geor ganiseerd," zeide hij, „Mijn omzet is grooter dan die van een groot aantal banken en de groote warenhuizen. Het is zuiver een business. De menschen verlangen drank en ik geef het hun. Zij verlangen spel en vrouwen, en deze verschaf ik hun eveneens." Hij bood mij een glas aan en vroeg hoe ik de whisky vond. Ik antwoordde waarheidsgetrouw, dat het beter was dan alles wat ik in langen tijd had geproefd. „Ik zal u een kist sturen," glimlachte hij. „U kunt u niet veroorloven deze te koopen. Wij hebben het speciaal voor ambassadeurs. U zoudt opzien als u de lijst van mijn klanten zag. Alle menschen zijn hetzelfde. Openlijk schreeu wen zij om recht en orde, maar heimelijk drin ken zij mijn whisky." Capone zei weinig meer, dat van eenig belang was en ik voelde, dat het tijd werd om heen te gaan. In verschillende boeken over Capone heb ik gelezen, dat hij Napoleon vereert en dat zijn kantoor en de vertrekken van zijn paleis te Miami vol staan met borstbeelden en schilde rijen van den kleinen man. Voor zoover ik heb kunnen waarnemen, was er van iets dergelijks niets in het hotel te bespeuren. Een van de gunmen, die mij wegleidde, vertelde mij, dat het allemaal onzin was. „Ja, ze schrijven veel onzin over Capone in de kranten," zei hij, „maar nog nooit heeft een verslaggever een voet in zijn kantoor gezet. De baas zelf vertelt de pers wat hij kwijt wil zijn. Een beetje overdrijving is hem niet onwelkom." Naar wij vernemen, heeft de Neder landsche radio-industrie wederom een be langrijke opdracht gekregen uit Z'uid-Ame- rika voor het bouwen van een volledigen omroepzender, thans in Rio de Janeiro. Het betreft hier een 20 KW N.S.F.-Philips zender. Dit zal de eerste omroepzender van beteeke- nis zijn in Brazilië. Tot heden was er in dit land een zeer groot aantal kleine zendstations met een gering vermogen, zoodat de omroep hier nog weinig ideaal was. Dank zij een regeerings- maatregel zal hierin een aanmerkelijke verbete ring komen. De Braziliaansche regeering heeft n.l. bepaald, dat iedere omroepzender een mini mumvermogen moet hebben van 5 KW, terwijl er ook nog andere technische eischen gesteld worden. Het gevolg is, dat de kleine omroep- zenders zullen verdwijnen en vervangen worden door slechts enkele groote stations. Het is een verheugend feit, dat de opdracht voor den eersten grooten omroepzender in Bra zilië aan de Nederlandsche radio-industrie, is toegewezen en haar prestaties op dit gebied dus ook in het buitenland gewaardeerd worden. In Februari zal de volledige zendinstallatie, die op een golflengte van 270 M. zal werken, naar Bra zilië worden verscheept. Naar wfj vernemen, zal de Landmeterscursus, verbonden aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen, met ingang van 1 September 1935, worden verplaatst naar Delft en ondergebracht aan de Technische Hoogeschool aldaar. Voor de Landbouwhoogeschool en voor Wage ningen beteekent dit een ernstig verlies. Het Tweede Kamerlid Lingbeek heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken ge vraagd, of deze niet van meening is, dat in zen tijd van werkloosheid en van daarmede gepaard gaande klachten over cumulatie van pensioenen, enz., bij benoemingen van Regee- ringswege nieuwe gevallen van cumulatie van inkomsten uit Overheidskassen, in afwachting van het daaromtrent toegezegde wetsontwerp, moeten worden vermeden. Houdt de Minister, aldus vrager, met de dooi de Regeering in de vergadering der Tweede Ka mer van 9 November j.l. uitgesproken erken ning, dat op het gebied van voorkoming van cumulatie nog wel iets kan worden gedaan, bij alle benoemingen wel voldoende rekening en heeft Zijn Excellentie dit met name gedaan bij de onlangs plaats gehad hebbende benoeming ,van den burgemeester van Roermond?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 5