Strijd om Egmond Wekelijksch beurs- overzicht ZONDAG 16 DECEMBER 1934 Vrede, vrede De Big van het regiment" Moeilijkheden hij de verfilming opgelost WETHOUDERSSALARISSEN Vermindering in Den Haag voorgesteld ZEEVISSCHERIJ IN OCTOBER KERSTMIS 1934 WAT DOET MEN? Arsenal behaalt groote overwinning Sunderland handhaaft zich aan den kop Tweede League JONGEN DOODGEREDEN Ernstig auto-ongeluk te Hoensbroek 1 oC'. Krasse tegenspraak GEEN ONTVANGST TEN HOVE PORTRET WIJLEN PRINS HENDRIK ONGELUK MET SCHOOLTRElN DE „TRIBUNE"-DRUKKERIJ Chef Marinestaf Pater A. van Dijk O. P. t Postvluchten I 'ff T-ier eeuwen na haar verwoesting L? y om de regale abdij van Egmond op nieuw; strijd ontstaan. Ze laat het f geweten van Holland, maar ook de politieke partijen niet met rust. JJL. Vrijdag is de Tweede Kamer de arena geworden van door de Benedictijnen, die Nieuw-Egmond 'gaan bevolken, lang vergeven twisten. Ze zijn opgelaaid tusschen geschiedbeschouwers, die maar niet tot vrede kunnen komen, en uit de nawerking van nog niet uitgeleefde stemmingen in de geuzentraditie. Reeds de vorige maand had de oud minister Jhr. de Geer, een ook in zijn chris telijke belijdenis overtuigd en ondanks de begrijpelijke gevoeligheid voor zijn over tuiging hoogst verdraagzaam landgenoot, vrij scherp de rede van Minister Marchant bij de opening der tentoonstelling van Egmond gecritiseerd. Zijn protest betrof noch de genoemde plechtigheid, noch de tentoonstelling welke zij inleidde, noch na tuurlijk 't herstel van de oude, historische Abdij. Maar uitsluitend het accent der rede van den Minister van Onderwijs. Jhr. mr. Ruijs de Beerenbrouck had bij dezelfde gelegenheid in keurige woorden over de „krachtige uiting van nationale saamhoorigheid" gesproken, waarover men zich ook bij deze tentoonstelling weer kon verheugen. De Sub-prior der Abdij van Oosterhout herinnerde aan de plaats, die de Abdij van Egmond in het cultuurleven van vroegere eeuwen had ingenomen, en den band tusschen haar en de ge schiedenis van het oude gravenhuis van Holland. Over de vernieling werd in beide redevoeringen geen woord gespro ken. Ook prof. dr. Bijvanck, die als voor zitter van het tentoonstellingscomité iets uitvoeriger moest zijn, stipte slechts aan, dat de abdij „in de jaren 1572 en 1573 is te gronde gegaan". De Minister van On derwijs deed anders, maakte de vernie ling tot hoofdthema van zijn rede, en be naderde haar telkens weer van een ande ren kant. Dat Katholieken van smaak zich in de eenstemmige samenwerking om de ten toonstelling der oude abdij en den bouw van Nieuw-Egmond de rustplaats der Graven van Holland en zooveel Abten en Edelen onthielden van elke historische wrijving, was begrijpelijk. Jhr. de Geer had zich evenwel gekwetst aan deze zinsnede van Minister Marchant; „Wie één waren als Christenen, hadden niet, om verschil van meening, opgelaaid tot haat, moeten gaan dooden en branden en vernietigen. Zij hadden het hoogste doel door allen in samenwerking te dienen, niet uit het oog moeten verliezen. „Hadden moeten" zijn vreeselijke woorden. Maar het besluit, waartoe zij dwingen, is inkeer en herstel." De leider der christelijk-historische par tij vroeg over deze uitlating: „Wat zou men zeggen, indien bij de 350ste verjaring van het sterven van Wil lem van Oranje, als slachtoffer van den ban van Philips II, iemand had geschre ven: „Wie één waren als Christenen, had den niet, om verschil van meening, opge laaid tot haat, moeten gaan sluipmoorden. Zij hadden het hoogste doel, door allen in samenwerking te dienen, niet uit het oog moeten verliezen." Hadden moeten zijn vreeselijke woorden. Maar het besluit, waartoe zij dwingen, is in keer." Zou dit niet schreiend onbillijk zijn te genover de R. K. en hun geestelijke voor ouders? De protestanten als zoodanig heb ben geen deel aan den gruwel van de ver woesting der Abdij en kunnen dus niet hierin reden vinden tot „inkeer". Het an ders te zien, getuigt van gebrek aan histo rische visie. Ook de aansporing, die de mi nister van onderwijs in dezelfde rede gaf, dat wij nu uit het gebeurde „leering" zullen trekken en als Christenen ons zullen veree nigen tegen het aanstormende nieuwe hei dendom van dezen tijd, gelijk vroeger de Abdij een schuts was tegen de Noorman nen, klonk om dezelfde reden prikkelend. De aansporing was bovendien overbodig. „Straks zal het niet zijn Roomsch of On- roomsch, maar over alle muren van kerk- genootschappelijk verschil zullen de geloo- vigen elkaar de hand reiken om te kunnen bestaan in den grooten strijd tegen elk ge openbaard geloof." Zóó schreef reeds 60 jaar geleden prof. Van Oosterzee, theolo gisch hoogleeraar te Utrecht. Tegen deze kritiek heeft Minister Mar chant zich j.l. Vrijdag verzet in de Twee de Kamer. Hij werd daarbij knap gesecun- deerd door dr. Moller het juiste inzicht in den strijd tegen Spanje had het niet beter kunnen treffen die het tegen „de anti-papisten Lingbeek en Kersten" opnam, zooals „Het Volk" schrijft: In zijn repliek heeft dr. Moller op dezelf de voortreffelijke wijze zijn parate kennis der historie in het vuur gebracht tegen de anti-papisten Lingbeek en Kersten, die in tweede instantie nog gepoogd hebben 's ministers betoog over den aard van den strijd tegen Spanje te ontzenuwen en het godsdienstig karakter van dezen strijd voor hun propaganda te redden. De Katholieke afgevaardigde toonde met gevatte argumenten aan, dat Willem van Oranje de eenheid der Nederlanden en de vrijheid van godsdienst voorstond, dat de oorlog geheel tegen zijn gevoelens in pas later tot een godsdienststrijd ontaard is en dat trouwens tijdens den oorlog tegen Spanje slechts 4 pCt. van het Nederland- sche volk niet tot den Katholieken gods dienst behoorde. Ook Minister Marchant argumenteerde dat de tachtigjarige oorlog niet op de eer ste plaats een godsdienstoorlog was. Het was een onafhankelijkheidsstrijd tegen Spanje, waaraan de Katholieken evenzeer hebben meegedaan. En zijn critiek op de verwoesting van de abdij van Egmond had dan ook slechts „den heer Sonoy" alleen gegolden omdat deze in uitdrukkelijker: strijd met een verbod van Willem den Zwij ger, zich vergrepen had aan dit Benedic- tijnsch milieu, dat nooit iets anders gedaan had dan zich wijden aan beschaving en naastenliefde en dat geheel buiten den strijd stond, die op dat oogenblik woedde. Daar de Handelingen nog niet verschenen zijn, en wij voor het oogenblik liefst een Kamerverslag citeeren uit een blad, dat niet verdacht kan worden een ons bijzon der welwillend gezinde saamvatting van dezen passus uit mr. Marchant's rede te geven, halen we het verslag van „Het Volk" aan: Bij spr.'s rede over de Egniondse abdij heeft hij gesproken over het vermoorden en branden door den heer Sonoy. (Vreugde). Daarop heeft ds. Lingbeek hier gezegd, dat ook Alva dit gedaan heeft. Dat is blijkbaar de christelijke leer van de school van Hoe- demaker! (Algemeen gelach). Men kan op deze gebeurtenissen een andere historische visie hebben dan de heren ds. Lingbeek en De Geer. Ik ben van mening aldus de minister dat Sonoy zijn schennende hand geslagen heeft aan Benedictijnen, al leen, omdat het monniken waren! Willem de Zwijger had verboden de Benedictijnen kwaad te doen, maar Sonoy bekommerde zich daarom niet. Hij ging zijn gang. Uit een boekje citeert spr., dat Sonoy geen Nederlander was. Hij was geboren in Kleef (Vreugde; opwinding bij ds. Ling beek). Het misverstand is, dat de heren, die op Sonoy geen critiek willen horen, katholie ken en Spanjaarden hebben geïdentifi ceerd. De visie, dat de strijd tegen Spanje een strijd tegen de katholieke kerk is ge weest, is volkomen fout. De heer Lingbeek: Nee, dat is de juiste visie Minister Marchant: Dat is niet waar, maar men hamert deze voorstelling erin, blijkbaar om het katholieke volksdeel tegen het protestantse deel op te zetten. Daarop heeft spr. in zijn gecritiseerde rede gewezen en daarbij tot de eenheid van de christe nen opgewekt. Mocht ik dat niet doen? Ongetwijfeld mocht Minister Marchant dat, en zijn zuivere intentie is buiten kijf. Maar in het „herstel" en den „inkeer", door de heeren Marchant en de Geer ver langd, zullen alle nationale goedwillenden elkander ten slotte vinden. De strijd moge niet zonder belang zijn, maar hij geeft toch niet den juisten weer klank aan de beteekenis van het harmoni sche benedictijnsche leven in het nationale cultuurleven van Nederland. Een figuur waarvoor alle partijen in ons land eerbied hebben, mr. D. J. v. Lennep, heeft al bijna een eeuw geleden in het Kon. Nederl. In stituut ten overstaan van Koning Willem II aangedrongen op het zwijgen van het „onstuimig gewoel op der voorzaten heilig gebeente." En hij drong op verzoening van de historie aan door allen, die gevoelen voor de grootheid van Hollands verleden: O, verzoend zij de misdaad, geboet zij de schuld, Dus te lang door verzuim nog aan 't groeien. En de voor ons nationaal leven gevoelige liberale journalist Ch. Boissevain nam de gedachte van mr. Van Lennep over, hij schreef in het „Alg. Handelsblad", dat de politieke twisterijen om Egmond eindelijk zouden dooven voor den vrede: „Zouden de Benedictijnen, die geen paro- chieele bediening uitoefenen, doch zich al leen bezighouden met kunsten en weten schap, niet als aangewezen zijn, om hun koninklijke abdij te herstellen? Zij zijn als vanzelve de bewaarders der grafstede, waarin liggen de overblijfselen van het al oude vorstenhuis, dat der abdij zoo gene gen was. Zouden die geleerde monniken niet bereid zijn, ter eere van de nagedach- nis dier vorsten, een gebouw op te richten, zoodat wij, Hollanders, ons niet meer be hoeven te schamen, dat. boven de rust plaatsen der Graven, Edelen en Abten rus tig het vee graast? De protestantsche Ne derlander kan, dunkt mij, in dien wensch deelen. Wordt er geld gespaard, dan draag ik mijn penninkske bij en ga collecteeren bij vrienden en vriendinnen." De Benedictijnen laten het nationaal verlangen niet wachten. Dit najaar is in tegenwoordigheid van den Commissaris van H. M. de Koningin in N.-Holland de eerste steen gelegd voor het herstel van Egmond. Het volgend jaar zal de psalm van den vrede rüischen op de plaats, waar geen nationaal misverstand onze geschiedenis terug heeft kunnen houden van haar op gang. En in het stilgevallen rumoer van de dan verzoende historie zullen ,,over alle kerkgenootschappen) k verschil de geloovi- gen elkaar de hand reiken," zooals de Protestant van Oosterzee wenschte. Mogen ook onze landgenooten, nog ge scheiden van den dogmatischen oorsprong onzer eenheid, het doel verstaan, dat Willi- brord, Adelbert en hun mede-monniken naar Egmond dreef. Pax is het begin en einde van het benedictijnsche leven. Om Egmond geen hernieuwing van den strijd, vrede, vrede. 99 De moeilijkheden, die ontstaan zijn door in trekken der werkvergunning van een buiten- landschen medewerker aan de verfilming van de Nederlandsche rolprent „De Big van het regiment" zijn na besprekingen, welke verte genwoordigers van den Ned. Bioscoopbond met den betreffenden dienst van het Departement van Sociale Zaken te Den Haag hebben ge houden, uit den weg geruimd. Maandag zullen de werkzaamheden voor de vervaardiging van de film in de Cinetone-stu- tue worden hervat. De Haagsche raadsleden Hartmann, de Jong, Josephus Jitta, Michon, Smitskamp en Vliegen hebben aan den raad voorgesteld aan Gedep. Staten in overweging te geven de jaarwedden der wethouders te verminderen van ƒ7000 tot 6000 en voorts, wanneer Ged. Staten zich met dit voorstel kunnen vereenigen, de bijdrage van 3 pCt., welke de wethouders in de kosten van hun pensioen betalen, te laten vervallen. In het graafschap Cornwallis in Engeland de grootste moeite om heeft de melkboer wegens het hoogwater zijn klanten te bereiken De Afdeeling Visscherijen van het Departe ment van Economische Zaken deelt het volgen de mede omtrent de zeevisscherij in de maand October 1934, waarbij de tusschen haakjes ge- Plaatste cijfers betrekking hebben op de maand October 1933. Aan de zeevisscherij namen 540 (553) Neder landsche vaartuigen deel. Door Nederlandsche en vreemde vaartuigen werd volgens voorloo- Pige opgaven hier te lande aangevoerd 33.445.695 Kg. (22.902.825 Kg.) visch, met een waarde van f 2480.316.— (f 2.215.275.—). In totaal Waren 80 (88) stoomtrawlers in be drijf. Te IJmuiden brachten de stoomtrawlers in 205 (220) reizen 3.082.045 Kg. (2.986.940 Kg.) Noordzeevisch aan, waarvoor f 498.477. (464.560.—) werd besomd of gemiddeld per reis dag 1493 Kg. (1406 Kg.) en f 242.— (f 219.—). Bovendien brachten 3 (2) haringstoomtrawlers m 3 (5) reizen 106.215 Kg. (152.500 Kg.) visch, m hoofdzaak haring aan, waarvoor f 6471. (f 14.051.werd besomd. Aan de trawlvisschertj langs de Nederlandsche Noordzeekust namen 162 (173) motorvaartuigen waaronder ook enkele kotters en 13 (13) half- Men gaat weef prettige dagen tegemoet en overal prepareert men zich op Men wil zijn huisgenooten, zijn vrienden, zijn kennissen ver rassen met een aardig cadeautje, een gezellig diner, een avond in schouwburg of bioscoop dan wel door een ouderwetsch- genoeglijke reünie bij den huiselijken haard Men wil zich op de hoogte stellen van wat er alzoo gaande en te koop is, men grijpt z'n krant en men mist.. Uw annonce! Nog is het niet te laat! De advertentie-afdeeling van ons blad houdt zich gereed om Uw tekst tele fonisch te noteeren of te doen afhalen (Vrij naar een Morrison-poster) gedekte en open zeilvaartuigen deel. De motorkustvisschers maakten 855 (823) rei zen en brachten 248.420 Kg. (25T.301 Kg.) Noordzeevisch aan, ter waarde van f 68.210. (f 65.954.of gemiddeld per reis 291 Kg. (313 Kg.) en f 80.— (f 80.—). Voor zoover bekend vischten 14 (22) Neder landsche motorvaartuigen met de zeevischze- gen. In 23 (45) reizen brachten deze vaartuigen 24.870. Kg. (39.848 Kg.) Noordzeevisch aan, ter waarde van f 5.540.— (f 10.377.—) of gemiddeld per reis 1081 Kg. (886 Kg.) en 241. (f 231). Voor de drijfnetvisscherij op haring waren 43 (38) ^stoomloggers en 191 (181) motorloggers in bedrijf. De Nederlandsche haringschepen (waaronder voor October j.l. opgenomen de schepen van de vroegere Poolsche maatschappij te Vlaardingen) brachten in 87 (69) reizen der stoomloggers en 527 (311) reizen der motorloggers 248.635 (174.334) kantjes of 23.620.325 Kg. (16.561.730 Kg.) pekel- en steurharing aan ter waarde van f 1.543.807.— (f 1.342.869.—) en 3.020.585 Kg. versche haring ter waarde van f 90.731.— (f 26.298.De aanvoer van de Poolsche sche pen bedroeg 22.278 (18.108) kantjes pekel- en steurharing. ArsenalLeicester City 80 Birmingham—Huddersfield Town o—4 Blackburn Rovers—Derby County 2—5 Leeds UnitedPreston Northend 33 Liverpool—Tottenham Hotspurs 4—1 Manchester City—Chelsea 2O Middlesbrough—Aston Villa 4—1 Portsmouth—Sunderland 2—4 Sheffield Wednesday—Everton 0—0 Stoke CityWolverhampton Wanderers 12 Westbromwich Albion—Grimsby Town 4—2 BlakcpoolSouthampton BradfordManchester United BrentfordBamsley BuryNotts County FulhamPort Vale Hull CityBradford City Newcastle United—Oldham Athletic Norwich City—Burnley Nottingham Forests-Sheffield United Plymouth ArgyleSwansea Town Westham UnitedBolton Wanderers 4—1 1—2 8—1 10 2—0 1—0 4—2 2—3 2—1 3—2 4—1 Vrijdagavond is het zoontje van den slager N. nabij de Staatsmijn Emma te Hoensbroek door een passeerenden auto van den heer B.uit Hoensbroek overreden. Het knaapje bekwam ernstige verwondingenen is tengevolge daarvan overleden. De politie stelt een onderzoek in. AMSTERDAM, 14 December 1934. De vorige week eindigden wij ons beursover- zicht met; het vermelden van de ingrijpende Jtorganisatiepiannen der Nederlandsche Han del Mij., welk feit sindsdien in het middelpunt der financieele belangstelling is blijven staan. Dit geeft.ons aanleiding om het onderwerp deze week als eerste punt op de agenda te plaatsen. De Nederlandsche Handel Mij. neemt onder de financieele instellingen een bijzondere en tweeslachtige plaats in. Oorspronkelijk cultuur- en handelslichaam is zij historisch gegroeid en ontwikkeld tot algemeene bankinstelling. Door deze constructie is de positie van aandeelhou ders en crediteuren veel riskanter als die bij andere groote banken. Hier staat echter tegen over, dat er voor crediteuren nooit reden tot ongerustheid bestaat, gezien het algemeen be lang, dat bij deze instelling gemoeid is, waar door de Staat practisch steeds de positie der crediteuren moet beschermen. Nu begrijpt men ook, hoe het mogelijk is, dat de Handel-Maat- schappij openiijk met haar groote stroppen voor den dag kan komen en een werkelijk dras tisch reorganisatievoorstel kan doen, zonder oat de crediteuren een „run" op de bank on dernemen. De reorganisatie wordt voorgesteld met het doel het bedrijf weer op een rendabele basis te brengen. In de eerste plaats is het dus noodzakelijk de diverse activa aan een herwaar- rieering te onderwerpen, zoodat de werkelijke bedrijfswaarde in cijfers tot uiting komt. Dat de Ned. Handel Mij. momenteel durft over te gaan tot een herwaardeering van haar activa liewijst, dat zij aanneemt, dat de economische en financieele verhoudingen een relatief even wichtspunt hebben bereikt, althans dat zij in deze verhoudingen geen verdere inzinkingen verwacht. Mocht deze overtuiging meer alge meen worden, dan zal de Ned. Handel Mij. het eerste schaap zijn geweest van een groote kud de, welke nog over de reorganisatie-dam moet komen. Na het tijdstip is de omvang der reor ganisatie een punt van bespreking. Over de af stempeling van het aandeelenkapitaal met 75 procent loopen de meeningen sterk uiteen. Er zijn van die opgewekte naturen, die vermoeden, dat het geheele kapitaal wel kon worden afge schreven, terwijl anderen een amputatie van 75 pCt. te drastisch noemen. Wij gelooven dat een voorzichtige politiek is gevolgd, dat ruime afschrijvingen hebben plaats gehad en dat men voor diverse risico's nog flinke bedragen heeft gereserveerd. Zoo staat het geheele com plex van suikerbelangen voor ƒ1.— op de ba lans, terwijl de grootste pessimist toch zal moe ten toegeven, dat een kem van waarde onge twijfeld gehandhaafd zal blijven. Natuurlijk zullen de veranderde omtandigheden in de sui kerindustrie belangrijke en dure herzieningen noodig maken, waarvoor echter f 12lA mülioen is gereserveerd. De vorderingen op Duitschland worden gewaardeerd op 35 pCt. Na de reorga nisatie zou er een wanverhouding gaan ont staan tusschen eigen en vreemde middelen. Het aandeelenkapitaal vormt voor crediteuren nu eenmaal een veilig stootblok, waar de eerste en ernstigste schokken door kunnen worden opge vangen. Deze overweging heeft geleid tot het uitbreiden van het aandeelenkapitaal met 15 millioen. Op de as. aandeelhoudersvergadering zullen nog verschillende onduidelijkheden op gehelderd moeten worden en zal er menig woordje van critiek gemompeld worden. Men is o.m. bang, dat de buitenlandsche invloed te sterk wordt, dat directie en commissarissen als tantièmisten de groote vruchtgebruikers der reorganisatie worden etc. etc. Het zou sterk zijn af te keuren als houders van certificaten niet op de vergadering zullen worden toegela ten, nu zy voor omwisseling geen tijd meer hebben. Toch zullen aandeelhouders wel inzien, dat ook hun belang gediend is met een aan passen van de financieele constructie van het bedrijf aan de nieuwe omstandigheden, met een erkenning van de reëele waarde der activa, waardoor winstmogelijkheden in de toekomst zachte pleisters zullen zijn op de door de af stempeling gemaakte wonde. Aandeelen Ned. Handel Mij. reageerden met een daling van 5 punten, op de publiceering der reorganisatievoorstellen. Er is een leven dige handel in dit fonds en het aanbod wordt momenteel goed opgenomen. Dc waarde der eventueele claim is theoretisch ongeveer 18, doch de praktijk zal deee schattingen nog moe ten bewijzen. De koersen der binnenlandsche industrieelen fluctueerden nauwelijks, terwijl gebrek aan animeerende berichten de belang stelling deed verflauwen. Slechts Aku's werden overwegend aangeboden op een in minor ge steld communiqué van de directie, welke een productiebeperking aankondigde. Hierdoor wordt de kostprijs ongunstig beïnvloed, "waardoor de concurrentie met Italië, Japan en Engeland nog moeilijker wordt. Productiebeperking is noodzakelijk, omdat Duitschland als afzetge bied vrijwel als verloren kan worden be schouwd. Duitschland streeft ook ten aanzien van kunstzijde naar volkomen onafhankelijkheid van het buitenland. Het Nederlandsche bedrijf van de Aku, dat ingesteld is op een grooten ex port, heeft wel bijzonder te lijden onder den druk der rondom opgetrokken tariefmuren. Er heeft een verschuiving plaats van de bedrijvig heid der Nederlandsche fabrieken naar de Duitsche, hetgeen helaas gaat ten koste van de werkgelegenheid in Nederland. Aandeelen Kon. Petrol, boekten een winstje van 3 punten, zonder dat men van een geani- meerden handel kon spreken. In Amerika zijn de benzineprijzen niet onaardig verhoogd en wordt de verhouding tusschen de groote con cerns en de onafhankelijke steeds beminne lijker. Men maakt zich erg druk over de kwes tie, of Henry Deterding nu wel of niet in Ber- ujn is geweest. De beste oplossing is, dat men verzoekt om inzage in zijn paspoort hetgeen echter nog geen 100 pCt zekerheid geeft, ge zien den momenteel floreerenden handel inniet- authentieke passen. Er gaan geruchten over een crediet van £55 millioen aan Duitschland, waarvan 40 pCt. in den vorm van benzineleve ringen zou worden verleend, welke geruchten echter door bevoegde instanties ten stelligste worden tegengesproken. In Amerika voltrekt zich een lichte reactie op de willige stemming van de laatste weken Op het Damrak werden deze fondsen in aan sluiting met New York een tot twee punten la ger genoteerd. Op de afdeelingen waar gewoonlijk Cultures worden verhandeld, kwam vrijwel de geheele ,week niemand opdagen. Vermelding verdient, een opwekkend geluid uit de suikerindustrie, waar de heer Posthumus zoo juist terugkeerde van een studieries in Britsch-Indië. Deze mede werker aan het proefstation te Pasoeroean be oordeelde de exportmogelijkheden naar Britsch- Indië niet ongunstig. De suikerindustrie in dit land heeft nog niet veel te beteekenen, terwijl de productie geschiedt op zeer primitieve wijze. Voor de verschillende producenten van palm olie kan het van belang zijn, dat Amerika met Nederland een nieuw handelsverdrag wi) slui ten op basis van reciprociteit. Onze regeering zal een poging doen de hooge invoerrechten op dit artikel irf Amerika te verlagen. De beleggingsmarkt was uitgesproken vast, zoowel voor Nederlandsche als Indische staats fondsen. Duitsche waarden konden zich hand haven op het hoogere niveau. Van invloed op deze koersen is o.m. de grootere vraag naar Sperr-marken, welke blijkbaar sterk gestegen is door de Duitsch-Engelsche verrekeningsover- eenkomst. Slotkoersen 4% Nederland 1934 4% Nêd. Indie 1934 A 3 A pet. Engeland 5 Vi Yongl. m. verklaring A. K. U Ned. Ford Philips Unilever Ned. Scheepv. Unie Koninkl. Olie Redjang Lebong Amsterd. Rubber H. V. A. Deli Mij Senembah Beth. Steel U. S. Steel Anaconda Intern. Nickel 7 Dec. 14 Dec. 102 102% 101 101 667/8 67% 30% 30% 331/s 3IV2 230 239% 218 220 72% 74% 28 26 132 135V4 1701/s 1721/4 89% 871/4 149% 115% 125 123 1251/i 123% 19% 18% 23Vé 227/8 7V4 6% 14% 14% 7 32% 7 31 1.47" 1.47% 59 42 59 36 1 qCt. R.M Prolongatie S Ex-dividend (Ingezonden door de Spaarne-Bank N-V, Amsterdam). Volgens de „Handelingen" heeft mi nister Slotemaker de Bruine, spre kende over het gevaar van onder voeding in verband met lage en verlaagde steunbedragen, in de Kamer letterlijk gezegd: „Wanneer wij moeite hebben met het feit, dat naar onze overtuiging eenige menschen beneden het minimum leven, dan moeten wij die quaestie behandelen met het oog op alle menschen, van wie het geldt; dan moeten wij niet dit onderwerp behandelen speciaal als wij het hebben over werkloozen en over de steunregeling van 1 Juli. Dit brengt mij tot een ander en breeder onderwerp; het is het onderwerp van de ondervoeding, waarover enkele van de ge achte afgevaardigden hebben gesproken en dat ik in dit verband behandel ook om aan te wijzen, dat het immers inderdaad niet gaat over werkloozen als zoodanig. Voordat ik dit aanwijs, moet ik een woord voorlezen uit den open brief, dien dr. Heijer- mans in „Het Volk" aan mij heeft gericht en waarin met betrekking tot de ondervoe ding deze woorden voorkomen: „dat men bij een enquête van dit oogenblik geen inzicht in de situatie kan verkrijgen, aangezien pas na jaren de gevolgen van ondervoeding zich manifesteeren." Wanneer dat juist is en het is natuur lijk juist dan moet men niet spreken over huidige verschijnselen van ondervoe ding in verband met de steunregeling van 1 Juli; want een autoriteit als dr. Heijer- mans zegt, dat de gevolgen pas na jaren blijken kunnen." Over deze uitlating van den minister heeft „Het Volk" met dr. Heijermans ge sproken. Deze toonde zich zeer verstoord over de uitlegging, die de minister aan zijn open brief, welke aan duidelijkheid niets te wenschen overliet, gegeven heeft. Hij ver klaarde aan de redactie: „Er is ondervoeding als gevolg van de steunregeling en ik heb dat in mijn open brief ook verklaard. Ik heb er tevens in gezegd, dat de gevolgen van die ondervoeding zich pas na jaren openbaren. Maar dan is het te laat om er iets aan te doen! Wie uit mijn verklaringen leest, dat er geen ondervoeding is, moet wel slecht gelezen hebben." Het blijkt dus, dat de minister eigenlijk langs dr. Heijermans héén gesproken heeft. Natuurlijk is het waar, dat in de meeste gevallen ondervoeding zich eerst na jaren in haar ernstige gevolgen openbaart en voorzoover ons bekend, heeft dr. Heijer mans ook nooit beweerd wat de minister suggereert dat de laatste steunverlaging op zichzelf ondervoeding zou hebben doen ontstaan in dien zin, dat personen, die vóór 1 Juli volkomen doorvoed en gezond wa ren, na 1 Juli min of meer plotseling slacht offer van ondervoeding zouden zijn gewor den. Maar zeer zeker kan ondervoeding na 1 Juli ontstaan en bevorderd zijn in reeds tevoren geleidelijk verzwakte gestellen. Dat heeft de minister ook niet tegenge sproken, doch verkeerdelijk is door hem toch de suggestie gewekt, dat de steunver laging en de ondervoeding niets met el kaar te maken hebben. En 't is hiertegen, dat dr. Heijermans zijn krasse tegenspraak richt. De Grootmeesteres en de Grootmeester van het Huis van H. M. de Koningin maken bekend, dat in verband met de droeve omstandig" heid, waarin het Koninklijk Huis verkeert Hare Majesteit de Koningin besloten heeft g?" durende dit winterseizoen niet te ontvangen. Het ligt daarom niet to de bedoeling va» H. M. de Koningin dat aanvragen voor eerbie dige opwachting, dankbetuiging, voorstelling en aanbieding van verzoekschriften zullen worden ingediend. Zaterdagochtend heeft mevr. PayneBest in het Huis ten Bosch een door haar geschil derd portrer van wijlen Z. K. H. den Prins persoonlijk aan H. K. H. Prinses Juliana over handigd. BATAVIA, 15 Dec. (Aneta) Bij het ver trek van een schooltrein, viel op het station Koningsplein een leerlinge, Wies de Vries, van het balcon tusschen de wielen en het perron. Zij werd zwaar gewond opgenomen en naar de Centrale Burgerlijke Ziekeninrichting overgebracht. De Hooge Raad heeft bij arrest verworpen het beroep van den Raad van Arbeid te Am sterdam tegen het arrest van het gerechtshof aldaar, waarbij vernietigd werd het vonnis der rechtbank tot faillietverklaring van de N. V. Atalanta en de Raad van Arbeid niet ontvan kelijk werd verklaard in zijn verzoek tot fail lietverklaring van genoemde N.V. BATAVIA, 15 Dec. (Aneta) De kapitein ter zee F. W. Coster, chef van den Marinestafi zal, in tegenstelling met vroegere berichten» voorloopig in Ned.-Indië blijven. Zaterdagmorgen is in de Dr. Nolet-stichtinS te Schiedam, waar hij Donderdagavond was op genomen, overleden de Weleerw. pater Aloysim» van Dijk OH., kapelaan aan de kerk van den H. Joannes den Dooper. De overledene was een uitmuntend kenner van het Grieksch. De „Havik" en de .Xeeuwerik" (samen ®P de uitreis) zijn uit Athene te Cairo aangekomen- De „Kwartel" (thuisreis) arriveerde uit Bang kok te Karachi. 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 6