Het moorddrama te Oss De brief van den dood Rijksmiddelen LASTIGE GETUIGEN DINSDAG 18 DECEMBER 1934 Beperking der melk productie Nauwkeurige opgave van melk productie in voorgaande jaren gevraagd AUTOBESTUURDER GEDOOD EEN MEISJE ONTVOERD Mariniers naar het Saar gebied „De eer van het Vaderland en de Koninklijke Marine dienen hoog gehouden te worden" De officier van justitie aarzelt niet de wreedaardige gebeurtenis een gemeenen sluipmoord te noemen Levenslang is de eisch Nooit iets onbehoorlijks Hulde aan maréchaussee Moord Verdediging ERNSTIGE AUTOBOTSING Twee personen zwaar gewond GASVERGIFTIGING TE ALKMAAR Begrafenis der beide slachtoffers GRATIE GEWEIGERD HAAGSCHE ZIEKENHUIZEN UITVOER VAN GARNALEN Aanleg Twentekanalen MOTORRIJTUIGENBELASTING De voornaamste wijzigingen Nederlandsch contingent mag de 250 man niet overschrijden DE EVENREDIGE VRACHT- VERDEELING En de Rijnvaartakte In November 3XA ton boven de raming Het N.S.B.-insigne Nieuwe behandeling der zaak op 7 Januari MOTOR TEGEN VRACHTAUTO Berijder gedood, zijn broer ernstig gewond MIJNWERKERS ONTSLAGEN UIT DE STAATSCOURANT detectieve-roman van a. fielding Eenigen tijd geleden werden in de pers me- dedeelingen gedaan, omtrent het besluit van de regeering om, in het belang van het vee- houdersbedrijf, in de toekomst tot een beper king van de melkproductie te geraken. Getracht zal worden zulks te bereiken door de steunver- leening per bedrijf te limiteeren tot een be paald, nader vast te stellen percentage der nor maal geproduceerde melk, hetgeen by overigens ongewijzigde omstandigheden gepaard zal kun nen gaan met een verhooging van den toeslag per K.G. melkvet. Met de voorbereiding dezer beperkingsregeling werd onverwijld een aanvang gemaakt. Als grondslag voor de regeling is het noodig, dat voor ieder bedrijf de normale melkproductie in voorgaande jaren zoo nauwkeurig mogelijk wordt vastgesteld. Ten behoeve daarvan is thans een vragenlijst ontworpen, welke in de tweede helft van deze, of in de eerste helft van de volgende maand aan alle veehouders ter in vulling zal worden toegezonden of aangeboden. Nadere mededeelingen hieromtrent zullen door de plaatselijke organen der provinciale Landbouwers-crisis-organisaties worden ge daan. Te Den Helder is de bestuurder van een auto van de gemeente, zekere J. t, bij een botsing met een anderen wagen dusdanig ernstig ge wond, dat hij kort na het ongeval is overleden. Bij de botsing werden beide auto's ernstig be schadigd. Het slachtoffer is gehuwd en had een dochter. S den ontvanger van het kantoor van afgifte op de kaart gestelde aanteekening, vóór dien datum het verschil tusschen de volgens de Motorrijtui genbelastingwet verschuldigde en de volgens de Wegenbelastingwet, geheven belasting, berekend over drie maanden, is bijbetaald Hieruit volgt dus, dat bezitters van op 1 Januari 1935 geldige voljaarskaarten of van kaarten geldig voor ne gen of zes maanden, over de maand Januari 1935 niet behoeven bij te betalen, doch gedurende deze maand kunnen blijven rijden met een kaart volgens het oude tarief. Ten aanzien van de we- genbelastingkaarten,geldig voor drie maanden, ingaande op den eersten van elke willekeurige maand, voor zoogenaamde Zestig-dagenkaarten en voor kaarten voor buitenlanders (wier mini mum-tarief is gebracht van 0.25 op 0.50) is bepaald, dat, indien zij zijn afgegeven voor een tijdvak, dat vóór 1 Januari 1935 is aangevan gen en op of na dien datum eindigt, zonder bij betaling tot het einde van dat tijdvak geldig blijven. Gistermiddag heeft de chef van het corps mariniers, kolonel C. J. D. Dorren, op het Schuttersveld te Rotterdam een toespraak ge houden tot het detachement, dat 22 dezer ver trekt naar het Saargebied. Te kwart over 2 stonden de beide compagnies, elk bestaande uit 4 secties met een totale sterkte van 250 man, onder commando van den commandee renden officier M. r. de Bruijne, opgesteld. Na een korte inspectie heeft kolonel Dorren een rede gehouden, waarin hij zei, dat het corps mariniers de eervolle taak is opgedragen, om bij de volksstemming', welke met instem ming van Duitschland en Frankrijk in het Saargebied zal worden gehouden, deel uit te maken van de eveneens met instemming van beide partijen ingestelde internationale troe penmacht. Na de pauze zijn nog veertien getuigen ge hoord. F. A. Ceelen is de echtgenoot van de vrouw met wie de beide jongens omgang had den. Hij verklaart, dat Gerrit de B. eerst veel bij hem aan huis kwam, later Piet. Zij kwamen, om harmonica te leeren spelen. President: Kwamen ze niet meer om je vrouw? Nooit iets van gemerkt, zegt getuige, anders had ik ze de deur uitgegooid. De president ondervraagt hem dan over den bewusten avond. Beiden waren bij getuige thuis geweest. Piet Is om 7 uur weggegaan. Om kwart voor elf Gerrit. Den volgenden avond was Piet bü hem. Hij had schrammen in zijn gezicht. Dat kwam, ver telde hij, doordat hij op zijn fiets uitgegleden was en in de bramen gevallen. Hij had er geen gedachte van, dat Piet de moordenaar kon zijn. President: Ook niet toen de marechaussee hem meenam? Verdachte: Heelemaal niet. President: Je verzwijgt veel! Rechter Poerink: Is er geen woord gevallen, toen de marechaussee binnenkwam? Verdachte: Daar weet ik niks van. President: Er is niemand in de zaal, die daar iets van gelooft. De officier twijfelt aan de goede verhouding tusschen Ceelen en zijn vrouw. De burgemees ter weet daar meer van. Derhalve laat de president den burgemees ter van Oss, den heer Ploegmakers, die in de zaal aanwezig is, voorkomen, Deze deelt mede, dat Ceelen eens bij hem is geweest, om werk buiten Oss. Van deze gele genheid heeft hij gebruik gemaakt, om eens iets meer te weten van zekere zaken. Ceelen heeft hem toen gezegd, dat hij wel wist, dat zijn vrouw niet heelemaal te vertrouwen was, „maar", had hij gezegd, „ze is erg lastig." Zij heeft mij eens met een revolver gedreigd. Zie je nu, zegt de president, wat blijft er nu van je verklaringen? Ja, zegt verdachte, de burgemeester wordt geloofd! De president laat tenslotte dan Ceelen maar gaan en zijn vrouw voorkomen. Dit is de vrouw, om wie het misdrijf zou zijn gepleegd. Zij is 24 jaar. Nooit is er iets onbehoorlijks geweest tus schen de twee De B.'s en haar, zegt zij. Dat is dan de eerste leugen al,vindt de president. Ik heb hier een proces-verbaal van den veldwachter uit Heesch, die u betrapt heeft, op wel iets meer dan een platonische liefde. Getuige weet niet veel, zóó, dat de president vraagt, of ze soms ook niet weet, dat Gerrit Vermoord is. Dat blijkt zij te weten. Ze heeft ook haar man niet met een revol ver bedreigd. Heelemaal niet waar. De revol ver, die bij haar gevonden is, was van Gerrit. Ook zij verklaart, dat Piet den bewusten avond om 7 uur is weggegaan en Gerrit om kwart voor elf. Omtrent hetgeen er den volgenden avond bij de arrestatie is gebeurd, praat getuige zich hoe langer hoe meer vast, zoodat de president het maar het beste vindt, haar weg te sturen. De vader van verdachte, M. de B., groet zijn zoon met een breeden armzwaai en zegt dan tot den president, dat hij komt om de waarheid te zeggen. Hij is dien avond om half elf naar bed gegaan en zijn zoon kwam eenige minuten later naar huis en ging ook haar bed. Hebben jullie niks tegen mekaar gezegd, Vraagt mr. Dubois. Nee, dat is bij ons de mode niet, zegt verdachte, dan kun je wel aan den gang blij ven. Ook de vader had geen schrammen gezien. De 37-jarige A. v. d. Elzen wil wel de waar heid zeggen, maar niet onder eede. Hij beroept zich er op, dat hij als ongunstig persoon be kend staat. Het helpt hem niet. Hij moet toch den eed afleggen. Ben je door den rechter-commissaris ge hoord? Dat weet ik niet, zegt getuige en zwijgt dan. Ken je lezen, vraagt mr. Poerink. Geen antwoord. De deurwaarder houdt hem zijn verklaring onder den neus en getuige leest zijn verkla ring. Is dat zoo, vraagt de president. Ja. Dan ga maar. Nog enkele andere getuigen verklaren ten slotte een en ander over hetgeen zij wisten omtrent de verhouding tusschen de vrouw en Riet de B. Alvorens het woord te geven aan den offi cier brengt de president in warme bewoordin gen hulde aan de wachtmeesters De Gier en Curfs voor het prachtige werk, dat zij ander half jaar hebben verrichct. Hij wenscht hen daarmee geluk. Onbeschrijflijk wreedaardig is hetgen dien nacht daar is geschied, vangt mr. Du bois aan, het is een vuile sluipmoord. Met 67 messteken is het slachtoffer op beest achtige wijze afgemaakt en op zij van den weg gesmeten. Hulde brengt ook spr. aan den opperwacht meester en de beide wachtmeesters voor wat zij in deze zaak deden en aan dr. Hesselink voor zijn uiterst minutieuse onderzoekingen. De houding van dezen verdachte is cynisch geweest en gebleven. Hij is en blijft onver schillig. Pleit deze houding in het nadeel van ver dachte, hij was ook de eenige, die van den dood van Gerrit de Bie vruchten plukte. De tenlastelegging besprekend zegt spr., dat hier sprake is van moord, moord in optima forma. De eerste vraag is nu: is het wettig bewijs geleverd, dat deze verdachte de dader is? De tweede vraag: is er voorbedachte rade ge weest? Spr. toont aan, dat het geenszins bewezen is, dat verdachte thuis was. Tegen verdachte pleiten sterk de ontmoeting, die hij dien avond had met Boeyen; de over eenkomst van de bloedgroepen, gevonden op het lijk, in de pet en op de zaklantaarn van verdachte; het feit, dat zijn daagsche kleeding den dag na den moord uitgewasschen was; en ten slotte de verklaring van v. d. Putten, dat verdachte hem bekend heeft, den moord te hebben gepleegd. Toen v. d. Putten deze ver klaring aflegde was hij zelf gedetineerd en was dus contact uitgesloten. Voorbedachte rade blijkt uit het feit, dat het is komen vast te staan, dat hij dol verliefd was op de vrouw van Ceelen. Hij was jaloersch. Daarbij komt, dat Gerrit loslippig was over samen ondernomen rooftochten en Piet dus ge vaar liep, er in te loopen. Verdachte is met Gerrit op een smal paadje gaan loopen, zoodat deze vlak voor hem uit moest loopen, zoodat hij hem uit de beste positie overvallen kon. Alles wijst op rustig goed voorbereid werk. Nu de strafmaat. Verzachtende omstan digheden zijn er nlet- Integendeel. Vijf roofovervallen tenminste hebt gij, De B., naar mijn overtuiging gepleegd. Tal van andere misdrijven hebt gij op uw geweten. Gij zijt een gevaar voor de maatschappij en het zal goed zijn, dat de gevangenis poort zich voor goed achter u zal sluiten. Derhalve concludeerde de officier tot schuldigverklaring aan moord en veroordeeling van verdachte tot levenslange gevangenisstraf. De verdediger, mr. Schipperijn, sprak er zijn verwondering over uit, dat de officier, die aan neemt, dat verdachte zoo iets afschuwelijks gedaan heeft, geen onderzoek gevraagd heeft naar de geestvermogens van verdachte. Volgens pl. heeft verdachte het niet gedaan. PI. valt het bewijsmateriaal van den officier aan en legt het zwaartepunt van de betrouw baarheid naar de zijde der déchargeerende ver klaringen. Wat de verklaring van v. d. Putten betreft, wijst pl. er op, dat er een veete bestaat tusschen dezen man en een zwager van verdachte. Pl. geeft toe, dat de verklaringen van de des kundigen bezwarend zijn. Maar zij zijn niet voldoende voor het bewijs. Hij is het eens met den officier, dat dit feit de zwaarste straf verdient. Als de doodstraf bestond zou zij hier moeten worden toegepast. Zou de rechtbank in dit geval een onherstel bare straf durven opleggen? Als de rechtbank deze redeneering volgt, dan is pl. overraigd, dat verdachte zal worden vrij gesproken. Verdachte zegt, dat, als hij wordt veroor deeld, dit is omdat de getuigen gelogeit hebben. De president bepaalt dan de uitspraak op 31 December. Te Wassenaar vond Maandagmiddag op den Schouwweg, hoek Rust en Vreugdelaan, een ernstige autobotsing plaats tusschen een per sonenauto, bestuurd door B. uit Wassenaar, en een vrachtauto, bestuurd door J. C. van R. uit Katwijk-Binnen. De heer B. nam met een vaart van 80 K.M. de bocht nabü de Koekoekslaan, toen op hetzelfde moment de vrachtauto uit deze laan te voorschijn kwam. Een botsing was toen onvermijdelijk en met een geweldigen klap reden de wagens tegen elkaar. De bestuurder van den vrachtauto kwam met den schrik vrij, doch de heer B. en diens echtgenoote werden zwaar gewond en zijn op advies van dokter Hub- berink uit Wassenaar per ziekenauto naar hun woning vervoerd. De beide wagens werden ver nield. Te Bloemendaal zal men een monument plaatsen voor den onbekende, die het eerst de helmbeplanting heeft toege past Maandagmiddag had op de Algemeene Be graafplaats te Alkmaar de ter aarde bestelling plaats van de slachtoffers, moeder en tweejarig zoontje, van het vergiftigingsongeval, na de ontsmetting van de woning. Reeds bij het Cen traal Ziekenhuis bestond veel belangstelling. Ook op de begraafplaats hadden zich honder den belangstellenden verzameld. De slachtoffers werden volgens het ceremo nieel van het Leger des Heils, waarvan de vrouw lid was, begraven. Verschillende toespra ken werden gehouden, terwijl het zusterkoor van het Leger des Heils toepasselijke liederen zong. Verschillende bloemstukken dekten de beide kisten, die tegelijk In de groeve neerdaalden, op welk moment velen hun tranen niet konden bedwingen. Diep onder den indruk verlieten de vele hon derden den doodenakker. BUITENZORG, 17 Dec. (Aneta). De luite nant-kolonel van de infanterie G. H. C., die eenige tijd geleden wegens verduistering werd veroordeeld en gratie vroeg, heeft thans be richt ontvangen dat zijn gratie-verzoek is afge wezen. Volgens „de Preangerbode" zal hij van de legersterkte worden afgevoerd met vervallenver klaring van het recht op pensioen. De Haagsche gemeenteraad heeft benoemd met 42 van de 43 uitgebrachte stemmen tot ge neesheer-directeur van de gemeentelijke zieken huizen te 'sGravenhage dr. P. H. van Roojen, directeur van den Gemeentelijken geneeskun digen- en gezondheidsdienst en geneesheer directeur van het gemeenteziekenhuis te Zaan dam. Ter voorkoming van moeilijkheden aan de grens bij den uitvoer van geïmporteerde garna len, (prawns, shrimus, crevettes rouges) ten aanzien waarvan de bepalingen in het Con- sumptie-Garnalenbesluit 1934 I betreffende den uitvoer niet van toepassing zijn, worden de exporteurs van deze garnalen aangeraden iede re uit te voeren partij geïmporteerde garnalen als bovenbedoeld, te voorzien van een verkla ring. over te leggen aan de grens, waaruit blijkt, dat de uit te voeren garnalen niet vallen onder het hiervoren genoemde Besluit. Deze verklaring is op aanvrage te verkrijgen bij de Nederlandsche Visscherijcentrale, Be- zuidenhoutscheweg no. 109 te 's-Gravenhage. De hoofdopzichter van den Rijkswaterstaat in het district Twentekanalen te Zutphen heeft aanbesteed het opruimen van elf dammen en het op diepte oaggeren van twee kanaalgedeel ten tusschen Hengelo (O.) en Goor, het maken van beveiligingswerken bij vier ijzeren bruggen, het maken van meerstoelen bij de sluis te Del den en het maken van bijkomende werken, be- hoorende tot den aanleg der Twentekanalen. Er waren dertien biljetten ingekomen. De ra ming bedroeg 166.000 gulden. Laagste inschrijfster het Aannemingsbedrijf v.h. Van Dongen en Van Hoven te Dordrecht voor 141.500 bij gebruik van eikenhout van willekeurigen oorsprong en 144.200 bij gebruik van Nederlandsch eigenhout. Reis der K XVIII Er is bericht binnengekomen bij het Departe ment van Defensie, dat H.Ms. K XVIII van St. Vincent is vertrokken. Een 15-jarig meisje uit Kerkrade, dat de ouderlijke woning heimelijk had verlaten, is aangehouden in een volkslogement te Heerlen, in gezelschap van haar ontvoerder. Met mede weten van de logementhoudster verbleef het meisje onder een valschen naam in het huis. Zoowel de vrouw als de man werden Zaterdag naar de gevangenis te Maastricht overgebracht. De K. N. A. C. meldt ons: Met ingang van 1 Januari a.s. zullen de hou ders van motorrijtuigen inplaats van „wegen belasting", „motorrijtuigenbelasting" moeten betalen, een naamsverandering welke hun duur te staan zal komen. Velen zullen dan ook met belangstelling de beantwoording van de vraag hoeveel zij te betalen zullen krijgen, tegemoet zien. Hieronder laten wij daarom een korte sani men vatting volgen van de aangebrachte wij zigingen Voor personenauto's (ingericht voor het ver voer met niet meer dan zes personen, zonder bestuurder) is de belasting met ƒ2.— per 100 K.G. verhoogd met een minimum van 64. Voor motorrijtuigen (ingericht voor het ver voer van meer dan zes personen) is de be lasting eveneens met ƒ2.per 100 K.G. eigen gewicht verhoogd tot 10.—. Bovendien wordt nog een aparte zitplaatsbelasting geheven, wel ke afhankelijk is van het aantal. Het begrip: „rijwiel met hulpmotor" is ver vallen. Men kent in het vervolg slechts motor rijtuigen op twee, drie of meer dan drie wie len. De belasting op vrachtautomobielen heeft als noviteit, dat de belastinggrondslag bij toeneming van het eigen gewicht eenige progressie vertoont. Deze progressie is zoo gekozen, dat voor wagens met verschillend laadgewicht een belasting, zal worden betaald, welke, indien men deze om slaat over eigen gewicht en gemiddelde lading per 100 K.G. ongeveer dezelfde is. Voorts is een verhooging van belasting ad 5.verschuldigd voor een duo-zitting, wat bij de Wegenbelastingwet niet het geval was, ter wijl de belasting van een tweewielig motorrij tuig, dat een rij- of voertuig of een zijspan voortbeweegt, wordt verhoogd met 13.50. De belastingverhooging voor aanhangwagens of opleggers, die door motorrijtuigen op meer dan twee wielen worden voortbewogen, heeft een belangrijke wijziging ondergaan. Zij wordt thans niet meer, zooals in de Wagenbelastingwet, overeenkomstig vaste bedragen 18.60.of 90.al naar gelang van het gewicht van den aanhangwagen geheven, doch zal worden be rekend volgens het tarief van de gewone motor rijtuigen op meer dan drie wielen. Met andere woorden dus, er is geen verschil meer tusschen het tarief van motorrijtuigen en dat van aan hangwagens. De reden hiervan is, dat tractoren, met aanhangwagens volgens het oude systeem wel zeer bevoordeeld waren boven vrachtauto's terwijl zij juist de meeste ruimte op den weg vragen en op smalle wegen het moeilijkst voor bij te rijden zijn. Aan deze ongelijkheid heeft de wetgever een einde willen maken. De verhooging van de belasting wegens het gebruik van cushionbanden (30 pCt.) massieve rubberbanden (60 pCt.) en metalen banden (loo pCt.) is ongewijzigd gebleven. Tenslotte zij nog gewezen op het volgende. Wegenbelastingkaarten voor het belastingjaar 19341935 (van 1 Mei 1934 tot en met 30 April 1935) voor een vol jaar, negen of zes maanden, verliezen hare geldigheid met ingang van 1 Februari 1935, tenzij blijkens een door Het corps mariniers boogt op een oude tra ditie en het is dan ook niet t^ verwonderen, dat onze verwachtingen hoog staan. Spr. heeft er goed vertrouwen in, dat de opgelegde taak vervuld zal worden met waardigheid en cor rectheid. Spr. vertrouwde, dat het detachement zal bijdragen tot het hoog houden van de eer van het vaderland en de koninklijke marine, en hij rekende er op, dat alle manschappen in moed en kameraadschap zouden samenwerken. Ik wensch u allen goede reis en ik druk u op het hart u ook buiten dienst waardig en cor rect te gedragen, besloot spr. Bij het overleg te Saarbruecken tusschen den president der Regeeringscommissie en de mili taire vertegenwoordigers der aan de vorming van de gemeenschappelijke internationale troe penmacht deelnemende staten is besloten mèt het oog op de beschikbare fondsen de sterkte van elk der contingenten in zooverre eenige vermindering te doen ondergaan, dat het aan die contingenten toegevoegd administratief ver plegend en hulppersoneel niet zal komen boven de sterkte, maar daarin zal zijn begrepen. De ingevolge daarvan vrijkomende man schappen zullen als reserve worden beschouwd. Op grond hiervan zal ook het Nederlandsche contingent zoodanig worden gereduceerd, dat de totale sterkte 250 hoofden niet zal over schrijden. De Hooge Raad heeft Maandag' arrest ge wezen in de zaak van den Rotterdamschen schipper J. v. d. P., wien ten laste is gelegd, dat hij in de haven van Rotterdam 75-500 Kg. graan heeft ingeladen zonder tusschenkomst van een Sevrachtingscommissie. De schipper voerde als verweer, dat hl) geen vergunning noodig had, omdat het graan bestemd was voor (in Nederland) aan den Rijn gelegen plaatsen en dat de Rijnvaartacte dit vervoer vrij laat. De kantonrechter te Rotterdam heeft v. d. P. vrijgesproken, doch de rechtbank vernietigde dit vonnis en sprak een veroordeeling uit tot 25 boete. De Hooge Raad heeft nu overwogen, dat de Wet op de evenredige vrachtverdeeling nergens de bij de herziene Rijnvaartakte erkende vrije vaart ter zijde stelt of beperkt, zij ook bij eer biediging der uit de akte voortvloeiende rechten een gebied zal hebben, waarop zij haar werking kan ontplooien en uit de geschiedenis der wet blijkt, dat het steeds de bedoeling is geweest, de herziene akte omtrent de Rijnvaart buiten de werking der Wet te houden, terwijl daarvan verscheidene uitingen van den toenmallgen mi nister van Economische Zaken getuigen. De Hooge Raad heeft op dezen grond het von nis vernietigd, t bewezen verklaarde niet straf baar verklaard en den schipper ontslagen van rechtsvervolging Eveneens wees de Hooge Raad arrest in de zaak van H. J. C„ die voor eenzelfde feit heeft terechtgestaan voor de rechtbank te Arnhem, die hem echter van rechtsvervolging heeft ont slagen, tegen welk vonnis de officier van justitie te Arnhem cassatie aanteekende. Dit cassatieberoep heeft de Hooge Raad ver worpen. In de maand November hebben de Rijksmiddelen opgebracht f 32.536.469, hetgeen f 326.678 meer is dan de raming en f 1.651.127 meer dan over Novem ber 1933. Over de eerste elf maanden van dit jaar was de opbrengst f 325,843.25 7 of f 27.442.659 meer dan over hetzelfde tijdvak in 1933, doch f 28.464.451 min der dan de raming. De wegen- en de rijwielbelasting brachten over November resp. op f 805.830 en f 34.457. Op grond dat de kennisgeving van behande ling der zaak tegen J. J. B., die door de recht bank te Roermond is ontslagen van rechtsver volging van het hem ten laste gelegde dragen van een opzichtig politiek onderscheidingstee- ken (N. S. B.-insigne), is geschied door aan plakking en den Hoogen Raad nader de woon plaats van B. is gebleken, heeft dit college een nieuwe behandeling der zaak gelast op 7 Ja nuari. Maandagmiddag omstreeks 12 uur reed een motorrijder, de 22-jarige A. J. G„ die niet op lette, op den hoek van de Benthuizerstraat- Bloklandstraat te Rotterdam tegen een met zand beladen vrachtauto. A. G. en zijn broer, die op de duo zat, werden tegen de straat ge slingerd. A. J. G. werd op slag gedood, terwijl zijn broer met een zware schedelbreük naar het ziekenhuis aan den Coolsingel werd ver voerd. Op de Domaniale mijn te Kerkrade worden met ingang van 1 Januari tachtig mijnwerkers, allen buitenlanders (Duitschers) ontslagen. Op verzoek met 1 Januari eervol ontslagen Mr. P. W. A. Cort van der Linden als lid Raad van State met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem in die betrekking aan Koningin en Lande bewezen. Met 1 Januari benoemd tot burgemeester van Huybergen J. M. Sijstermans. Benoemd tot secretaris van hoofdbestuur Ne derlandsche Roode Kruis Jhr. H. Beelaerts van Blokland en voor vijf jaar tot kringcommissaris in den Kring Drenthe Mr. W. J. Hofdijk te Assen. Bij K.B. is het Consulaat der Nederlanden te Bouchir (Perzië) opgeheven; is de heer André J. Cabiro benoemd tot vice- consul der Nederlanden te Bayonne, buiten be zwaar van 's Lands schatkist; is de heer M. L. Maduro benoemd tot consul der Nederlanden te San José, Costa Rica, bui ten bezwaar van 's Lands schatkist. Het ressort van het consulaat strekt zich uit over de repu bliek Costa Rica. Aan den heer Maduro kan in de Engelsche of Spaansche taal worden geschreven. ■Bij K.B. is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau de heer E. M. C. de Laat de Kanter, hoofdadministrateur van de Ke- rintji-ondernemingen der N.V. Handelsvereeni- ging „Amsterdam" te Kajoe Aro, Residentie Sumatra's Westkust. Bij K.B. is benoemd tot lid van het College van Toezicht, bedoeld in artikel 119 der Ziekte wet, 'K. Kruithof te Utrecht. Bij K.B. is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau T. van Delden te Voorst (Geld.). Bij K.B. is toegekend de zilveren eeremedaille der Oranje-Nassau-Orde aan B. Noorlander, fabrieksbaas bij de firma J. Groeneveld Czn. en Zoon's Houtwarenfabriek te Krimpen a. d. Lek. Bij beschikking van den directeur-generaal der P.T.T. is met ingang van 16 Januari aan gewezen als directeur van het P.T.T.-kantoor te Venray de commies bij den P.T.T.-dienst, L. Paping. Bij beschikking van den directeur-generaal der P.T.T. is aangewezen als directeur van het P.T.T.-kantoor te Culemborg de commies bij den P.T.T.-dienst A. Hol, directeur van het P.T.T.-kantoor te Oudewater. Bij beschikking van den directeur-generaal der P.T.T. is met ingang van 1 Januari aan gewezen als directeur van het P.T.T.-kantoor te Oosterhout de commies bij den P.T.T.-dienst F. Rozeveld, thans directeur van het P.T.T.- kantoor te Neder-Hardinxveld. 38 „Hoe zou ik een bedrieger kunnen wezen, als ik mijn verblijf betaal! Ik mag een zenuwpa tiënt zijn, doch alleen arme drommels worden bedriegers genoemd. „Nu dan, hoe lang heb je 't plan te blijven?" „Een nacht zal wel voldoende zijn". „O, in dat geval. Ik las in de kranten, dat sir Martin in Schotland is. Je hebt dus een 6oede kans. „Hij zal me toch niet in mijn slaap opereeren", bpperde Pointer, die heelemaal niet op dokters Besteld was. „Mijn beste vriend, Je zou nog wel in een do zijn verschillende kamers terecht moeten komen, voordat je onder 't mes ging", antwoordde Scott geruststellend. „Eerst gaan ze je met X-stralen behandelen, vinden natuurlijk niets afwijkends en vertellen je dat." „Goed. Bel dan even voor me op en vraag de mooiste kamer. Ik zal een taxi nemen, maar ik zou eerst graag wat toebereidselen maken. Mag ik je slaapkamer gebruiken?" vroeg' Poin ter. Dit werd toegestaan. De detective trok heel fijn ondergoed aan en pakte een groote tasch vol met kleéren. Wat handig aangebrachte grijze haren was al, wat hij verder durfde te wagen, maar zijn neergeslagen, bevende oogleden en trillende afhangende mond, gevoegd bij zijn sloffenden gang, deden genoeg. De detective was niet te herkennen. Buitengekomen riep Scott een taxi voor hem aan en Pointer strompelde er heen. Met veel moeite nam hij plaats met de woorden: „Ik hoop, dat ik er levend aankom, dokter!" „Dat hoop ik ook", was het koele antwoord, en zon der op de verontwaardiging van den chauffeur te letten, deed Scott het portier dicht. „Het zal best gaan, als u zich maar wat beheerscht, mr. Brown", riep hij zijn patiënt nog na. Hierop reed Pointer weg. De aankomst in de aardige, oude ziekenin- richting werd zeer vergemakkelijkt door de boodschap per telefoon van dokter Scott. Een sympathieke hoofdverpleegster zag toe, hoe een zorgzame verpleger mr. Brown aan den arm naar binnen leidde. Zijn kamer was voor hem in gereedheid ge bracht. Binnen een uur ongeveer zou hij be straald worden en dan hoopte men te ontdek ken, wat er aan haperde. Sir Martin werd den volgende dag in den namiddag terug verwacht, zoodat die de verdere maatregelen zou kunnen nemen. Aldus praatte de zuster met Pointer, toen ze samen in de lift zaten. Bij het stoppen liet de detective een vreeselijk gezucht en ge steun hooren, zooals hij dat van den Griek ge hoord had ter hoogte van de Golf van Biscaye. Hij smaakte de voldoening er de zuster angst mee aan te jagen. Ze haastte zich ten minste, om zoo gauw mogelijk de lift te verlaten. Zonder verder een woord te spreken bracht ze hem naar zijn kamer. Zuster Mason zou komen om hem verder te verzorgen, verzekerde ze, terwijl ze wegtrippelde. Van onder de halfgesloten oogleden speurden de oogen van den detective rond en namen zuster Mason, een nog jonge vrouw, terdege op, zoodra ze de kamer binnen gekomen was. Poin ter vergiste zich niet vaak in menschen, die een duidelijken indruk op hem maakten. Miss Ma son nu was zoo iemand. De detective oordeelde, dat ze een zeer eerlijke, rechtschapen vrouw moest wezen. Hij was natuurlijk de eerste om toe te geven, dat eerlijk en rechtschapen heel goede eigenschappen genoemd konden worden en toch voelde hij zich eenigszins teleurgesteld, want het waren juist niet die eigenschappen, welke hem bij zijn naspeuringen van dienst konden zijn. Eenige uren later werd Pointer door een verpleger naar de kamer gebracht, waar hij met X-stralen behandeld zou worden en dezen keer trof hij het beter. De verpleger had een sluw gezicht en een wreeden mond, die op gierigheid en hebzucht wees. „Kom vanavond in mijn kamer," fluisterde Pointer den man toe. „Heel goed, mijnheer," was het antwoord, ver gezeld van een begrijpend en onderdanig lachje. Iets in een glas voor den patiënt en iets in je zak voor je zelf, was de stelregel van den ver pleger. Hij was een man van ondervinding. Het gebeurde zoo dikwijls dat hij in de kamer van een patiënt ontboden werd, om stilletjes een glas drank naar binnen te smokkelen. Waren de patiënten eenmaal echte „gevallen" geworden, dan was natuurlijk alles uit, doch daarvoor waarom ook zou hij die menschen geen cock tail gunnen? Zoo gebeurde het, dat dienzelfden avond om elf uur de verpleger, mr. Keane, bij Pointer bin nensloop. Hij zag bij het licht van de lamp iets groots in bed liggen. Alvorens echter ergens aan dacht aan te schenken overtuigde hij zich ervan, dat de deur goed gesloten was. Toen die met een tikje in 't slot gevallen was, kuchte hij even en sprak: „Hier ben ik, mijnheer." „In orde," antwoordde Pointer rustig, terwijl hij den verpleger doordringend aankeek. Op een toon van meerderheid vervolgde hij: „Ik zeg je van te voren, houd je kalm man! Ik ben privaat detective en ik zou voor een van mijn cliënten die zeer vermogend is, eenige inlichtingen willen inwinnen. Hij is bereid, er goed voor te be talen." „Dit lijkt wel een filmavontuurl" riep de ver pleger uit. „Dus dat zuchten van u was comedie. Een bedelaar zou een fortuin kunnen verdienen, als hij dat gesteun na kon doen. Ik heb hier al heel wat narigheid meegemaakt, maar zulk ge kerm! daar werd ik koud van. Doch wat be- teekent dit alles?" „Het gaat over een man. die hier verleden Donderdagavond, den isten Mei, binnengebracht werd. Hij moet gewond geweest zijn," legde Pointer uit, terwijl hij zijn notitieboek te voor schijn haalde, benevens een bankbiljet van vijf pond. „Weet je iets omtrent zoo iemand?" „Is dat een bladwijzer?" vroeg Keane, zijn oogen begeerig op het bankbiljet. „Het is de belooning voor een braven jongen," verzekerde Pointer hem. „Is hier op een avond een man binnengebracht?" „Ik weet wel, dat er een patiënt aankwam, maar dat is ook alles. Meer weet ik er niet van." „Zou ik hem niet even kunnen zien?" „O, geen denken aan!" zei de verpleger, met eenig leedvermaak in zijn stem. „Dus al dat zuchten van u is voor niets geweest. Niemand wordt in die kamer binnen gelaten als alleen de hoofdverpleegster en zuster Mason. „Hij is Za terdag door sir Martin geopereerd en het schijnt dat 't goed met hem gaat, want alleen mr. Car- lyle, dat is de huisdokter en assistent-chirurg, bezoekt hem 's ochtends en 's avonds. Heb ik u genoeg verteld voor die vijf pond?" Pointer schudde van neen en borg het bankbiljet weer op. „Deze inlichtingen zijn hoogstens tien shil lings waard," zei hij. „Maar hoe weet ik nu eigenlijk, wie u bent?" kwam Keane met eenige achterdocht. Het lijkt me een vies zaakje, waar ik in betrokken word." „Ik ben Merton, van Merton en Mertons, pri vaat-detectives," antwoordde Pointer. „Hier- is mijn kaartje. Je kunt mijn kantoor opbellen en. navraag naar me doen." Het hoofd van de firma, die Pointer opgaf was een vroegere inspecteur van de Yard. De detective had van te voren een regeling met hem getroffen. Keane keek met begeerige oogen naar het biljet van tien shillings. „Geef dan op," fluisterde hij. Pointer keek den man aan, zijn hoofd iets op zij houdend en sprak: „Zoo gemakkelijk niet, vriend! Je vergeet, dat een biljet van tien shillings heel wat is in deze slechte tijden. Ik wil er een pond van maken, als ik even in de kamer mag kijken, voor een seconde maar!" „Je mag hoor!" spotte de ander, terwijl hij het tegenovergestelde bedoelde. „En," ging hij verder, „dan moet ik zeker mijn haantje kwijt raken hé! Daar zou je minder om geven!" „Ik wil het dubbele geven, als ik de kleeren van den jongeman mag zien, die hij bij zijn komst aan had; want het is toch een jonge man?" vroeg Pointer. Hij overhandigde de tien shillings, „Dat kan ik niet zeggen, want ik heb hem immers nooit gezien?" antwoordde de verpleger. „De hoofdverpleegster en Mr. Carlyle wachtten den auto op en hebben den patiënt eigenhandig op de draagbaar gelegd. Zijn moeder hielp hen." „Is het gebruikelijk, dat de huisdokter en de hoofdverpleegster zoo op den uitkijk staan, als er een patiënt aankomt?" vroeg Pointer. .Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 3