Het moorddrama te Oss
De brief
van den dood
Rijksmiddelen
LASTIGE GETUIGEN
DINSDAG 18 DECEMBER 1934
Beperking der melk
productie
Nauwkeurige opgave van melk
productie in voorgaande
jaren gevraagd
AUTOBESTUURDER GEDOOD
EEN MEISJE ONTVOERD
Mariniers naar het Saar
gebied
„De eer van het Vaderland en de
Koninklijke Marine dienen hoog
gehouden te worden"
De officier van justitie aarzelt niet
de wreedaardige gebeurtenis
een gemeenen sluipmoord
te noemen
Levenslang is de eisch
Nooit iets onbehoorlijks
Hulde aan maréchaussee
Moord
Verdediging
ERNSTIGE AUTOBOTSING
Twee personen zwaar gewond
GASVERGIFTIGING TE
ALKMAAR
Begrafenis der beide slachtoffers
GRATIE GEWEIGERD
HAAGSCHE ZIEKENHUIZEN
UITVOER VAN GARNALEN
Aanleg Twentekanalen
MOTORRIJTUIGENBELASTING
De voornaamste wijzigingen
Nederlandsch contingent mag de
250 man niet overschrijden
DE EVENREDIGE VRACHT-
VERDEELING
En de Rijnvaartakte
In November 3XA ton boven
de raming
Het N.S.B.-insigne
Nieuwe behandeling der zaak
op 7 Januari
MOTOR TEGEN VRACHTAUTO
Berijder gedood, zijn broer ernstig
gewond
MIJNWERKERS ONTSLAGEN
UIT DE STAATSCOURANT
detectieve-roman van a. fielding
Eenigen tijd geleden werden in de pers me-
dedeelingen gedaan, omtrent het besluit van
de regeering om, in het belang van het vee-
houdersbedrijf, in de toekomst tot een beper
king van de melkproductie te geraken. Getracht
zal worden zulks te bereiken door de steunver-
leening per bedrijf te limiteeren tot een be
paald, nader vast te stellen percentage der nor
maal geproduceerde melk, hetgeen by overigens
ongewijzigde omstandigheden gepaard zal kun
nen gaan met een verhooging van den toeslag
per K.G. melkvet.
Met de voorbereiding dezer beperkingsregeling
werd onverwijld een aanvang gemaakt.
Als grondslag voor de regeling is het noodig,
dat voor ieder bedrijf de normale melkproductie
in voorgaande jaren zoo nauwkeurig mogelijk
wordt vastgesteld. Ten behoeve daarvan is
thans een vragenlijst ontworpen, welke in de
tweede helft van deze, of in de eerste helft van
de volgende maand aan alle veehouders ter in
vulling zal worden toegezonden of aangeboden.
Nadere mededeelingen hieromtrent zullen
door de plaatselijke organen der provinciale
Landbouwers-crisis-organisaties worden ge
daan.
Te Den Helder is de bestuurder van een auto
van de gemeente, zekere J. t, bij een botsing
met een anderen wagen dusdanig ernstig ge
wond, dat hij kort na het ongeval is overleden.
Bij de botsing werden beide auto's ernstig be
schadigd. Het slachtoffer is gehuwd en had een
dochter.
S
den ontvanger van het kantoor van afgifte op
de kaart gestelde aanteekening, vóór dien datum
het verschil tusschen de volgens de Motorrijtui
genbelastingwet verschuldigde en de volgens de
Wegenbelastingwet, geheven belasting, berekend
over drie maanden, is bijbetaald Hieruit volgt
dus, dat bezitters van op 1 Januari 1935 geldige
voljaarskaarten of van kaarten geldig voor ne
gen of zes maanden, over de maand Januari 1935
niet behoeven bij te betalen, doch gedurende
deze maand kunnen blijven rijden met een kaart
volgens het oude tarief. Ten aanzien van de we-
genbelastingkaarten,geldig voor drie maanden,
ingaande op den eersten van elke willekeurige
maand, voor zoogenaamde Zestig-dagenkaarten
en voor kaarten voor buitenlanders (wier mini
mum-tarief is gebracht van 0.25 op 0.50) is
bepaald, dat, indien zij zijn afgegeven voor een
tijdvak, dat vóór 1 Januari 1935 is aangevan
gen en op of na dien datum eindigt, zonder bij
betaling tot het einde van dat tijdvak geldig
blijven.
Gistermiddag heeft de chef van het corps
mariniers, kolonel C. J. D. Dorren, op het
Schuttersveld te Rotterdam een toespraak ge
houden tot het detachement, dat 22 dezer ver
trekt naar het Saargebied. Te kwart over 2
stonden de beide compagnies, elk bestaande
uit 4 secties met een totale sterkte van 250
man, onder commando van den commandee
renden officier M. r. de Bruijne, opgesteld.
Na een korte inspectie heeft kolonel Dorren
een rede gehouden, waarin hij zei, dat het
corps mariniers de eervolle taak is opgedragen,
om bij de volksstemming', welke met instem
ming van Duitschland en Frankrijk in het
Saargebied zal worden gehouden, deel uit te
maken van de eveneens met instemming van
beide partijen ingestelde internationale troe
penmacht.
Na de pauze zijn nog veertien getuigen ge
hoord. F. A. Ceelen is de echtgenoot van de
vrouw met wie de beide jongens omgang had
den. Hij verklaart, dat Gerrit de B. eerst veel
bij hem aan huis kwam, later Piet. Zij kwamen,
om harmonica te leeren spelen.
President: Kwamen ze niet meer om je
vrouw?
Nooit iets van gemerkt, zegt getuige, anders
had ik ze de deur uitgegooid.
De president ondervraagt hem dan over den
bewusten avond.
Beiden waren bij getuige thuis geweest. Piet
Is om 7 uur weggegaan. Om kwart voor elf
Gerrit.
Den volgenden avond was Piet bü hem. Hij
had schrammen in zijn gezicht. Dat kwam, ver
telde hij, doordat hij op zijn fiets uitgegleden
was en in de bramen gevallen. Hij had er geen
gedachte van, dat Piet de moordenaar kon zijn.
President: Ook niet toen de marechaussee
hem meenam?
Verdachte: Heelemaal niet.
President: Je verzwijgt veel!
Rechter Poerink: Is er geen woord gevallen,
toen de marechaussee binnenkwam?
Verdachte: Daar weet ik niks van.
President: Er is niemand in de zaal, die daar
iets van gelooft.
De officier twijfelt aan de goede verhouding
tusschen Ceelen en zijn vrouw. De burgemees
ter weet daar meer van.
Derhalve laat de president den burgemees
ter van Oss, den heer Ploegmakers, die in de
zaal aanwezig is, voorkomen,
Deze deelt mede, dat Ceelen eens bij hem is
geweest, om werk buiten Oss. Van deze gele
genheid heeft hij gebruik gemaakt, om eens
iets meer te weten van zekere zaken. Ceelen
heeft hem toen gezegd, dat hij wel wist, dat
zijn vrouw niet heelemaal te vertrouwen was,
„maar", had hij gezegd, „ze is erg lastig." Zij
heeft mij eens met een revolver gedreigd.
Zie je nu, zegt de president, wat blijft er
nu van je verklaringen?
Ja, zegt verdachte, de burgemeester wordt
geloofd!
De president laat tenslotte dan Ceelen maar
gaan en zijn vrouw voorkomen. Dit is de vrouw,
om wie het misdrijf zou zijn gepleegd. Zij is
24 jaar.
Nooit is er iets onbehoorlijks geweest tus
schen de twee De B.'s en haar, zegt zij.
Dat is dan de eerste leugen al,vindt de
president. Ik heb hier een proces-verbaal van
den veldwachter uit Heesch, die u betrapt heeft,
op wel iets meer dan een platonische liefde.
Getuige weet niet veel, zóó, dat de president
vraagt, of ze soms ook niet weet, dat Gerrit
Vermoord is.
Dat blijkt zij te weten.
Ze heeft ook haar man niet met een revol
ver bedreigd. Heelemaal niet waar. De revol
ver, die bij haar gevonden is, was van Gerrit.
Ook zij verklaart, dat Piet den bewusten
avond om 7 uur is weggegaan en Gerrit om
kwart voor elf.
Omtrent hetgeen er den volgenden avond bij
de arrestatie is gebeurd, praat getuige zich
hoe langer hoe meer vast, zoodat de president
het maar het beste vindt, haar weg te sturen.
De vader van verdachte, M. de B., groet
zijn zoon met een breeden armzwaai en zegt
dan tot den president, dat hij komt om de
waarheid te zeggen. Hij is dien avond om
half elf naar bed gegaan en zijn zoon kwam
eenige minuten later naar huis en ging ook
haar bed.
Hebben jullie niks tegen mekaar gezegd,
Vraagt mr. Dubois.
Nee, dat is bij ons de mode niet, zegt
verdachte, dan kun je wel aan den gang blij
ven.
Ook de vader had geen schrammen gezien.
De 37-jarige A. v. d. Elzen wil wel de waar
heid zeggen, maar niet onder eede. Hij beroept
zich er op, dat hij als ongunstig persoon be
kend staat.
Het helpt hem niet. Hij moet toch den eed
afleggen.
Ben je door den rechter-commissaris ge
hoord?
Dat weet ik niet, zegt getuige en zwijgt
dan.
Ken je lezen, vraagt mr. Poerink.
Geen antwoord.
De deurwaarder houdt hem zijn verklaring
onder den neus en getuige leest zijn verkla
ring.
Is dat zoo, vraagt de president.
Ja.
Dan ga maar.
Nog enkele andere getuigen verklaren ten
slotte een en ander over hetgeen zij wisten
omtrent de verhouding tusschen de vrouw en
Riet de B.
Alvorens het woord te geven aan den offi
cier brengt de president in warme bewoordin
gen hulde aan de wachtmeesters De Gier en
Curfs voor het prachtige werk, dat zij ander
half jaar hebben verrichct. Hij wenscht hen
daarmee geluk.
Onbeschrijflijk wreedaardig is hetgen
dien nacht daar is geschied, vangt mr. Du
bois aan, het is een vuile sluipmoord. Met
67 messteken is het slachtoffer op beest
achtige wijze afgemaakt en op zij van den
weg gesmeten.
Hulde brengt ook spr. aan den opperwacht
meester en de beide wachtmeesters voor wat
zij in deze zaak deden en aan dr. Hesselink
voor zijn uiterst minutieuse onderzoekingen.
De houding van dezen verdachte is cynisch
geweest en gebleven. Hij is en blijft onver
schillig.
Pleit deze houding in het nadeel van ver
dachte, hij was ook de eenige, die van den
dood van Gerrit de Bie vruchten plukte.
De tenlastelegging besprekend zegt spr., dat
hier sprake is van moord, moord in optima
forma.
De eerste vraag is nu: is het wettig bewijs
geleverd, dat deze verdachte de dader is?
De tweede vraag: is er voorbedachte rade ge
weest?
Spr. toont aan, dat het geenszins bewezen
is, dat verdachte thuis was.
Tegen verdachte pleiten sterk de ontmoeting,
die hij dien avond had met Boeyen; de over
eenkomst van de bloedgroepen, gevonden op
het lijk, in de pet en op de zaklantaarn van
verdachte; het feit, dat zijn daagsche kleeding
den dag na den moord uitgewasschen was; en
ten slotte de verklaring van v. d. Putten, dat
verdachte hem bekend heeft, den moord te
hebben gepleegd. Toen v. d. Putten deze ver
klaring aflegde was hij zelf gedetineerd en was
dus contact uitgesloten.
Voorbedachte rade blijkt uit het feit, dat het
is komen vast te staan, dat hij dol verliefd was
op de vrouw van Ceelen. Hij was jaloersch.
Daarbij komt, dat Gerrit loslippig was over
samen ondernomen rooftochten en Piet dus ge
vaar liep, er in te loopen.
Verdachte is met Gerrit op een smal
paadje gaan loopen, zoodat deze vlak voor
hem uit moest loopen, zoodat hij hem uit
de beste positie overvallen kon.
Alles wijst op rustig goed voorbereid werk.
Nu de strafmaat. Verzachtende omstan
digheden zijn er nlet- Integendeel. Vijf
roofovervallen tenminste hebt gij, De B.,
naar mijn overtuiging gepleegd. Tal van
andere misdrijven hebt gij op uw geweten.
Gij zijt een gevaar voor de maatschappij
en het zal goed zijn, dat de gevangenis
poort zich voor goed achter u zal sluiten.
Derhalve concludeerde de officier
tot schuldigverklaring aan moord en
veroordeeling van verdachte tot
levenslange gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Schipperijn, sprak er zijn
verwondering over uit, dat de officier, die aan
neemt, dat verdachte zoo iets afschuwelijks
gedaan heeft, geen onderzoek gevraagd heeft
naar de geestvermogens van verdachte.
Volgens pl. heeft verdachte het niet gedaan.
PI. valt het bewijsmateriaal van den officier
aan en legt het zwaartepunt van de betrouw
baarheid naar de zijde der déchargeerende ver
klaringen.
Wat de verklaring van v. d. Putten betreft,
wijst pl. er op, dat er een veete bestaat tusschen
dezen man en een zwager van verdachte.
Pl. geeft toe, dat de verklaringen van de des
kundigen bezwarend zijn. Maar zij zijn niet
voldoende voor het bewijs.
Hij is het eens met den officier, dat dit feit
de zwaarste straf verdient. Als de doodstraf
bestond zou zij hier moeten worden toegepast.
Zou de rechtbank in dit geval een onherstel
bare straf durven opleggen?
Als de rechtbank deze redeneering volgt, dan
is pl. overraigd, dat verdachte zal worden vrij
gesproken.
Verdachte zegt, dat, als hij wordt veroor
deeld, dit is omdat de getuigen gelogeit hebben.
De president bepaalt dan de uitspraak op
31 December.
Te Wassenaar vond Maandagmiddag op den
Schouwweg, hoek Rust en Vreugdelaan, een
ernstige autobotsing plaats tusschen een per
sonenauto, bestuurd door B. uit Wassenaar, en
een vrachtauto, bestuurd door J. C. van R. uit
Katwijk-Binnen. De heer B. nam met een vaart
van 80 K.M. de bocht nabü de Koekoekslaan,
toen op hetzelfde moment de vrachtauto uit
deze laan te voorschijn kwam. Een botsing was
toen onvermijdelijk en met een geweldigen klap
reden de wagens tegen elkaar. De bestuurder
van den vrachtauto kwam met den schrik vrij,
doch de heer B. en diens echtgenoote werden
zwaar gewond en zijn op advies van dokter Hub-
berink uit Wassenaar per ziekenauto naar hun
woning vervoerd. De beide wagens werden ver
nield.
Te Bloemendaal zal men een monument
plaatsen voor den onbekende, die het
eerst de helmbeplanting heeft toege
past
Maandagmiddag had op de Algemeene Be
graafplaats te Alkmaar de ter aarde bestelling
plaats van de slachtoffers, moeder en tweejarig
zoontje, van het vergiftigingsongeval, na de
ontsmetting van de woning. Reeds bij het Cen
traal Ziekenhuis bestond veel belangstelling.
Ook op de begraafplaats hadden zich honder
den belangstellenden verzameld.
De slachtoffers werden volgens het ceremo
nieel van het Leger des Heils, waarvan de
vrouw lid was, begraven. Verschillende toespra
ken werden gehouden, terwijl het zusterkoor
van het Leger des Heils toepasselijke liederen
zong.
Verschillende bloemstukken dekten de beide
kisten, die tegelijk In de groeve neerdaalden,
op welk moment velen hun tranen niet konden
bedwingen.
Diep onder den indruk verlieten de vele hon
derden den doodenakker.
BUITENZORG, 17 Dec. (Aneta). De luite
nant-kolonel van de infanterie G. H. C., die
eenige tijd geleden wegens verduistering werd
veroordeeld en gratie vroeg, heeft thans be
richt ontvangen dat zijn gratie-verzoek is afge
wezen.
Volgens „de Preangerbode" zal hij van de
legersterkte worden afgevoerd met vervallenver
klaring van het recht op pensioen.
De Haagsche gemeenteraad heeft benoemd
met 42 van de 43 uitgebrachte stemmen tot ge
neesheer-directeur van de gemeentelijke zieken
huizen te 'sGravenhage dr. P. H. van Roojen,
directeur van den Gemeentelijken geneeskun
digen- en gezondheidsdienst en geneesheer
directeur van het gemeenteziekenhuis te Zaan
dam.
Ter voorkoming van moeilijkheden aan de
grens bij den uitvoer van geïmporteerde garna
len, (prawns, shrimus, crevettes rouges) ten
aanzien waarvan de bepalingen in het Con-
sumptie-Garnalenbesluit 1934 I betreffende den
uitvoer niet van toepassing zijn, worden de
exporteurs van deze garnalen aangeraden iede
re uit te voeren partij geïmporteerde garnalen
als bovenbedoeld, te voorzien van een verkla
ring. over te leggen aan de grens, waaruit blijkt,
dat de uit te voeren garnalen niet vallen onder
het hiervoren genoemde Besluit.
Deze verklaring is op aanvrage te verkrijgen
bij de Nederlandsche Visscherijcentrale, Be-
zuidenhoutscheweg no. 109 te 's-Gravenhage.
De hoofdopzichter van den Rijkswaterstaat in
het district Twentekanalen te Zutphen heeft
aanbesteed het opruimen van elf dammen en
het op diepte oaggeren van twee kanaalgedeel
ten tusschen Hengelo (O.) en Goor, het maken
van beveiligingswerken bij vier ijzeren bruggen,
het maken van meerstoelen bij de sluis te Del
den en het maken van bijkomende werken, be-
hoorende tot den aanleg der Twentekanalen.
Er waren dertien biljetten ingekomen. De ra
ming bedroeg 166.000 gulden.
Laagste inschrijfster het Aannemingsbedrijf
v.h. Van Dongen en Van Hoven te Dordrecht
voor 141.500 bij gebruik van eikenhout van
willekeurigen oorsprong en 144.200 bij gebruik
van Nederlandsch eigenhout.
Reis der K XVIII
Er is bericht binnengekomen bij het Departe
ment van Defensie, dat H.Ms. K XVIII van St.
Vincent is vertrokken.
Een 15-jarig meisje uit Kerkrade, dat de
ouderlijke woning heimelijk had verlaten, is
aangehouden in een volkslogement te Heerlen,
in gezelschap van haar ontvoerder. Met mede
weten van de logementhoudster verbleef het
meisje onder een valschen naam in het huis.
Zoowel de vrouw als de man werden Zaterdag
naar de gevangenis te Maastricht overgebracht.
De K. N. A. C. meldt ons:
Met ingang van 1 Januari a.s. zullen de hou
ders van motorrijtuigen inplaats van „wegen
belasting", „motorrijtuigenbelasting" moeten
betalen, een naamsverandering welke hun duur
te staan zal komen. Velen zullen dan ook met
belangstelling de beantwoording van de vraag
hoeveel zij te betalen zullen krijgen, tegemoet
zien.
Hieronder laten wij daarom een korte sani
men vatting volgen van de aangebrachte wij
zigingen
Voor personenauto's (ingericht voor het ver
voer met niet meer dan zes personen, zonder
bestuurder) is de belasting met ƒ2.— per 100
K.G. verhoogd met een minimum van 64.
Voor motorrijtuigen (ingericht voor het ver
voer van meer dan zes personen) is de be
lasting eveneens met ƒ2.per 100 K.G. eigen
gewicht verhoogd tot 10.—. Bovendien wordt
nog een aparte zitplaatsbelasting geheven, wel
ke afhankelijk is van het aantal.
Het begrip: „rijwiel met hulpmotor" is ver
vallen. Men kent in het vervolg slechts motor
rijtuigen op twee, drie of meer dan drie wie
len.
De belasting op vrachtautomobielen heeft als
noviteit, dat de belastinggrondslag bij toeneming
van het eigen gewicht eenige progressie vertoont.
Deze progressie is zoo gekozen, dat voor wagens
met verschillend laadgewicht een belasting, zal
worden betaald, welke, indien men deze om
slaat over eigen gewicht en gemiddelde lading
per 100 K.G. ongeveer dezelfde is.
Voorts is een verhooging van belasting ad
5.verschuldigd voor een duo-zitting, wat bij
de Wegenbelastingwet niet het geval was, ter
wijl de belasting van een tweewielig motorrij
tuig, dat een rij- of voertuig of een zijspan
voortbeweegt, wordt verhoogd met 13.50.
De belastingverhooging voor aanhangwagens
of opleggers, die door motorrijtuigen op meer
dan twee wielen worden voortbewogen, heeft een
belangrijke wijziging ondergaan. Zij wordt thans
niet meer, zooals in de Wagenbelastingwet,
overeenkomstig vaste bedragen 18.60.of
90.al naar gelang van het gewicht van den
aanhangwagen geheven, doch zal worden be
rekend volgens het tarief van de gewone motor
rijtuigen op meer dan drie wielen. Met andere
woorden dus, er is geen verschil meer tusschen
het tarief van motorrijtuigen en dat van aan
hangwagens. De reden hiervan is, dat tractoren,
met aanhangwagens volgens het oude systeem
wel zeer bevoordeeld waren boven vrachtauto's
terwijl zij juist de meeste ruimte op den weg
vragen en op smalle wegen het moeilijkst voor
bij te rijden zijn. Aan deze ongelijkheid heeft
de wetgever een einde willen maken.
De verhooging van de belasting wegens het
gebruik van cushionbanden (30 pCt.) massieve
rubberbanden (60 pCt.) en metalen banden
(loo pCt.) is ongewijzigd gebleven.
Tenslotte zij nog gewezen op het volgende.
Wegenbelastingkaarten voor het belastingjaar
19341935 (van 1 Mei 1934 tot en met 30
April 1935) voor een vol jaar, negen of zes
maanden, verliezen hare geldigheid met ingang
van 1 Februari 1935, tenzij blijkens een door
Het corps mariniers boogt op een oude tra
ditie en het is dan ook niet t^ verwonderen,
dat onze verwachtingen hoog staan. Spr. heeft
er goed vertrouwen in, dat de opgelegde taak
vervuld zal worden met waardigheid en cor
rectheid. Spr. vertrouwde, dat het detachement
zal bijdragen tot het hoog houden van de eer
van het vaderland en de koninklijke marine,
en hij rekende er op, dat alle manschappen in
moed en kameraadschap zouden samenwerken.
Ik wensch u allen goede reis en ik druk u op
het hart u ook buiten dienst waardig en cor
rect te gedragen, besloot spr.
Bij het overleg te Saarbruecken tusschen den
president der Regeeringscommissie en de mili
taire vertegenwoordigers der aan de vorming
van de gemeenschappelijke internationale troe
penmacht deelnemende staten is besloten mèt
het oog op de beschikbare fondsen de sterkte
van elk der contingenten in zooverre eenige
vermindering te doen ondergaan, dat het aan
die contingenten toegevoegd administratief ver
plegend en hulppersoneel niet zal komen boven
de sterkte, maar daarin zal zijn begrepen.
De ingevolge daarvan vrijkomende man
schappen zullen als reserve worden beschouwd.
Op grond hiervan zal ook het Nederlandsche
contingent zoodanig worden gereduceerd, dat
de totale sterkte 250 hoofden niet zal over
schrijden.
De Hooge Raad heeft Maandag' arrest ge
wezen in de zaak van den Rotterdamschen
schipper J. v. d. P., wien ten laste is gelegd,
dat hij in de haven van Rotterdam 75-500 Kg.
graan heeft ingeladen zonder tusschenkomst
van een Sevrachtingscommissie. De schipper
voerde als verweer, dat hl) geen vergunning
noodig had, omdat het graan bestemd was voor
(in Nederland) aan den Rijn gelegen plaatsen
en dat de Rijnvaartacte dit vervoer vrij laat.
De kantonrechter te Rotterdam heeft v. d. P.
vrijgesproken, doch de rechtbank vernietigde dit
vonnis en sprak een veroordeeling uit tot 25
boete.
De Hooge Raad heeft nu overwogen, dat de
Wet op de evenredige vrachtverdeeling nergens
de bij de herziene Rijnvaartakte erkende vrije
vaart ter zijde stelt of beperkt, zij ook bij eer
biediging der uit de akte voortvloeiende rechten
een gebied zal hebben, waarop zij haar werking
kan ontplooien en uit de geschiedenis der wet
blijkt, dat het steeds de bedoeling is geweest,
de herziene akte omtrent de Rijnvaart buiten
de werking der Wet te houden, terwijl daarvan
verscheidene uitingen van den toenmallgen mi
nister van Economische Zaken getuigen.
De Hooge Raad heeft op dezen grond het von
nis vernietigd, t bewezen verklaarde niet straf
baar verklaard en den schipper ontslagen van
rechtsvervolging
Eveneens wees de Hooge Raad arrest in de
zaak van H. J. C„ die voor eenzelfde feit heeft
terechtgestaan voor de rechtbank te Arnhem,
die hem echter van rechtsvervolging heeft ont
slagen, tegen welk vonnis de officier van
justitie te Arnhem cassatie aanteekende.
Dit cassatieberoep heeft de Hooge Raad ver
worpen.
In de maand November hebben de
Rijksmiddelen opgebracht f 32.536.469,
hetgeen f 326.678 meer is dan de raming
en f 1.651.127 meer dan over Novem
ber 1933.
Over de eerste elf maanden van dit
jaar was de opbrengst f 325,843.25 7 of
f 27.442.659 meer dan over hetzelfde
tijdvak in 1933, doch f 28.464.451 min
der dan de raming.
De wegen- en de rijwielbelasting
brachten over November resp. op
f 805.830 en f 34.457.
Op grond dat de kennisgeving van behande
ling der zaak tegen J. J. B., die door de recht
bank te Roermond is ontslagen van rechtsver
volging van het hem ten laste gelegde dragen
van een opzichtig politiek onderscheidingstee-
ken (N. S. B.-insigne), is geschied door aan
plakking en den Hoogen Raad nader de woon
plaats van B. is gebleken, heeft dit college een
nieuwe behandeling der zaak gelast op 7 Ja
nuari.
Maandagmiddag omstreeks 12 uur reed een
motorrijder, de 22-jarige A. J. G„ die niet op
lette, op den hoek van de Benthuizerstraat-
Bloklandstraat te Rotterdam tegen een met
zand beladen vrachtauto. A. G. en zijn broer,
die op de duo zat, werden tegen de straat ge
slingerd. A. J. G. werd op slag gedood, terwijl
zijn broer met een zware schedelbreük naar
het ziekenhuis aan den Coolsingel werd ver
voerd.
Op de Domaniale mijn te Kerkrade worden
met ingang van 1 Januari tachtig mijnwerkers,
allen buitenlanders (Duitschers) ontslagen.
Op verzoek met 1 Januari eervol ontslagen
Mr. P. W. A. Cort van der Linden als lid Raad
van State met dankbetuiging voor de vele en
gewichtige diensten door hem in die betrekking
aan Koningin en Lande bewezen.
Met 1 Januari benoemd tot burgemeester van
Huybergen J. M. Sijstermans.
Benoemd tot secretaris van hoofdbestuur Ne
derlandsche Roode Kruis Jhr. H. Beelaerts van
Blokland en voor vijf jaar tot kringcommissaris
in den Kring Drenthe Mr. W. J. Hofdijk te
Assen.
Bij K.B. is het Consulaat der Nederlanden te
Bouchir (Perzië) opgeheven;
is de heer André J. Cabiro benoemd tot vice-
consul der Nederlanden te Bayonne, buiten be
zwaar van 's Lands schatkist;
is de heer M. L. Maduro benoemd tot consul
der Nederlanden te San José, Costa Rica, bui
ten bezwaar van 's Lands schatkist. Het ressort
van het consulaat strekt zich uit over de repu
bliek Costa Rica.
Aan den heer Maduro kan in de Engelsche
of Spaansche taal worden geschreven.
■Bij K.B. is benoemd tot ridder in de Orde
van Oranje-Nassau de heer E. M. C. de Laat
de Kanter, hoofdadministrateur van de Ke-
rintji-ondernemingen der N.V. Handelsvereeni-
ging „Amsterdam" te Kajoe Aro, Residentie
Sumatra's Westkust.
Bij K.B. is benoemd tot lid van het College
van Toezicht, bedoeld in artikel 119 der Ziekte
wet, 'K. Kruithof te Utrecht.
Bij K.B. is benoemd tot ridder in de Orde
van Oranje-Nassau T. van Delden te Voorst
(Geld.).
Bij K.B. is toegekend de zilveren eeremedaille
der Oranje-Nassau-Orde aan B. Noorlander,
fabrieksbaas bij de firma J. Groeneveld Czn.
en Zoon's Houtwarenfabriek te Krimpen a. d.
Lek.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T. is met ingang van 16 Januari aan
gewezen als directeur van het P.T.T.-kantoor te
Venray de commies bij den P.T.T.-dienst,
L. Paping.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T. is aangewezen als directeur van het
P.T.T.-kantoor te Culemborg de commies bij
den P.T.T.-dienst A. Hol, directeur van het
P.T.T.-kantoor te Oudewater.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T. is met ingang van 1 Januari aan
gewezen als directeur van het P.T.T.-kantoor
te Oosterhout de commies bij den P.T.T.-dienst
F. Rozeveld, thans directeur van het P.T.T.-
kantoor te Neder-Hardinxveld.
38
„Hoe zou ik een bedrieger kunnen wezen, als
ik mijn verblijf betaal! Ik mag een zenuwpa
tiënt zijn, doch alleen arme drommels worden
bedriegers genoemd.
„Nu dan, hoe lang heb je 't plan te blijven?"
„Een nacht zal wel voldoende zijn".
„O, in dat geval. Ik las in de kranten, dat
sir Martin in Schotland is. Je hebt dus een
6oede kans.
„Hij zal me toch niet in mijn slaap opereeren",
bpperde Pointer, die heelemaal niet op dokters
Besteld was.
„Mijn beste vriend, Je zou nog wel in een do
zijn verschillende kamers terecht moeten komen,
voordat je onder 't mes ging", antwoordde Scott
geruststellend. „Eerst gaan ze je met X-stralen
behandelen, vinden natuurlijk niets afwijkends
en vertellen je dat."
„Goed. Bel dan even voor me op en vraag
de mooiste kamer. Ik zal een taxi nemen, maar
ik zou eerst graag wat toebereidselen maken.
Mag ik je slaapkamer gebruiken?" vroeg' Poin
ter.
Dit werd toegestaan.
De detective trok heel fijn ondergoed aan en
pakte een groote tasch vol met kleéren. Wat
handig aangebrachte grijze haren was al, wat hij
verder durfde te wagen, maar zijn neergeslagen,
bevende oogleden en trillende afhangende mond,
gevoegd bij zijn sloffenden gang, deden genoeg.
De detective was niet te herkennen.
Buitengekomen riep Scott een taxi voor hem
aan en Pointer strompelde er heen. Met veel
moeite nam hij plaats met de woorden: „Ik
hoop, dat ik er levend aankom, dokter!" „Dat
hoop ik ook", was het koele antwoord, en zon
der op de verontwaardiging van den chauffeur
te letten, deed Scott het portier dicht. „Het zal
best gaan, als u zich maar wat beheerscht, mr.
Brown", riep hij zijn patiënt nog na. Hierop
reed Pointer weg.
De aankomst in de aardige, oude ziekenin-
richting werd zeer vergemakkelijkt door de
boodschap per telefoon van dokter Scott. Een
sympathieke hoofdverpleegster zag toe, hoe een
zorgzame verpleger mr. Brown aan den arm
naar binnen leidde.
Zijn kamer was voor hem in gereedheid ge
bracht. Binnen een uur ongeveer zou hij be
straald worden en dan hoopte men te ontdek
ken, wat er aan haperde. Sir Martin werd den
volgende dag in den namiddag terug verwacht,
zoodat die de verdere maatregelen zou kunnen
nemen. Aldus praatte de zuster met Pointer,
toen ze samen in de lift zaten. Bij het stoppen
liet de detective een vreeselijk gezucht en ge
steun hooren, zooals hij dat van den Griek ge
hoord had ter hoogte van de Golf van Biscaye.
Hij smaakte de voldoening er de zuster angst
mee aan te jagen. Ze haastte zich ten minste, om
zoo gauw mogelijk de lift te verlaten. Zonder
verder een woord te spreken bracht ze hem
naar zijn kamer. Zuster Mason zou komen om
hem verder te verzorgen, verzekerde ze, terwijl
ze wegtrippelde.
Van onder de halfgesloten oogleden speurden
de oogen van den detective rond en namen
zuster Mason, een nog jonge vrouw, terdege op,
zoodra ze de kamer binnen gekomen was. Poin
ter vergiste zich niet vaak in menschen, die een
duidelijken indruk op hem maakten. Miss Ma
son nu was zoo iemand. De detective oordeelde,
dat ze een zeer eerlijke, rechtschapen vrouw
moest wezen. Hij was natuurlijk de eerste om
toe te geven, dat eerlijk en rechtschapen heel
goede eigenschappen genoemd konden worden
en toch voelde hij zich eenigszins teleurgesteld,
want het waren juist niet die eigenschappen,
welke hem bij zijn naspeuringen van dienst
konden zijn. Eenige uren later werd Pointer
door een verpleger naar de kamer gebracht,
waar hij met X-stralen behandeld zou worden
en dezen keer trof hij het beter. De verpleger
had een sluw gezicht en een wreeden mond,
die op gierigheid en hebzucht wees.
„Kom vanavond in mijn kamer," fluisterde
Pointer den man toe.
„Heel goed, mijnheer," was het antwoord, ver
gezeld van een begrijpend en onderdanig
lachje.
Iets in een glas voor den patiënt en iets in je
zak voor je zelf, was de stelregel van den ver
pleger. Hij was een man van ondervinding. Het
gebeurde zoo dikwijls dat hij in de kamer van
een patiënt ontboden werd, om stilletjes een
glas drank naar binnen te smokkelen. Waren de
patiënten eenmaal echte „gevallen" geworden,
dan was natuurlijk alles uit, doch daarvoor
waarom ook zou hij die menschen geen cock
tail gunnen?
Zoo gebeurde het, dat dienzelfden avond om
elf uur de verpleger, mr. Keane, bij Pointer bin
nensloop. Hij zag bij het licht van de lamp iets
groots in bed liggen. Alvorens echter ergens aan
dacht aan te schenken overtuigde hij zich ervan,
dat de deur goed gesloten was. Toen die met een
tikje in 't slot gevallen was, kuchte hij even en
sprak:
„Hier ben ik, mijnheer."
„In orde," antwoordde Pointer rustig, terwijl
hij den verpleger doordringend aankeek. Op een
toon van meerderheid vervolgde hij: „Ik zeg je
van te voren, houd je kalm man! Ik ben privaat
detective en ik zou voor een van mijn cliënten
die zeer vermogend is, eenige inlichtingen willen
inwinnen. Hij is bereid, er goed voor te be
talen."
„Dit lijkt wel een filmavontuurl" riep de ver
pleger uit. „Dus dat zuchten van u was comedie.
Een bedelaar zou een fortuin kunnen verdienen,
als hij dat gesteun na kon doen. Ik heb hier al
heel wat narigheid meegemaakt, maar zulk ge
kerm! daar werd ik koud van. Doch wat be-
teekent dit alles?"
„Het gaat over een man. die hier verleden
Donderdagavond, den isten Mei, binnengebracht
werd. Hij moet gewond geweest zijn," legde
Pointer uit, terwijl hij zijn notitieboek te voor
schijn haalde, benevens een bankbiljet van vijf
pond. „Weet je iets omtrent zoo iemand?"
„Is dat een bladwijzer?" vroeg Keane, zijn
oogen begeerig op het bankbiljet.
„Het is de belooning voor een braven jongen,"
verzekerde Pointer hem. „Is hier op een avond
een man binnengebracht?"
„Ik weet wel, dat er een patiënt aankwam,
maar dat is ook alles. Meer weet ik er niet van."
„Zou ik hem niet even kunnen zien?"
„O, geen denken aan!" zei de verpleger, met
eenig leedvermaak in zijn stem. „Dus al dat
zuchten van u is voor niets geweest. Niemand
wordt in die kamer binnen gelaten als alleen de
hoofdverpleegster en zuster Mason. „Hij is Za
terdag door sir Martin geopereerd en het schijnt
dat 't goed met hem gaat, want alleen mr. Car-
lyle, dat is de huisdokter en assistent-chirurg,
bezoekt hem 's ochtends en 's avonds. Heb ik u
genoeg verteld voor die vijf pond?" Pointer
schudde van neen en borg het bankbiljet weer
op.
„Deze inlichtingen zijn hoogstens tien shil
lings waard," zei hij.
„Maar hoe weet ik nu eigenlijk, wie u bent?"
kwam Keane met eenige achterdocht. Het lijkt
me een vies zaakje, waar ik in betrokken word."
„Ik ben Merton, van Merton en Mertons, pri
vaat-detectives," antwoordde Pointer. „Hier- is
mijn kaartje. Je kunt mijn kantoor opbellen en.
navraag naar me doen."
Het hoofd van de firma, die Pointer opgaf
was een vroegere inspecteur van de Yard. De
detective had van te voren een regeling met hem
getroffen. Keane keek met begeerige oogen naar
het biljet van tien shillings.
„Geef dan op," fluisterde hij.
Pointer keek den man aan, zijn hoofd iets op
zij houdend en sprak:
„Zoo gemakkelijk niet, vriend! Je vergeet, dat
een biljet van tien shillings heel wat is in deze
slechte tijden. Ik wil er een pond van maken,
als ik even in de kamer mag kijken, voor een
seconde maar!"
„Je mag hoor!" spotte de ander, terwijl hij
het tegenovergestelde bedoelde. „En," ging hij
verder, „dan moet ik zeker mijn haantje kwijt
raken hé! Daar zou je minder om geven!"
„Ik wil het dubbele geven, als ik de kleeren
van den jongeman mag zien, die hij bij zijn
komst aan had; want het is toch een jonge
man?" vroeg Pointer. Hij overhandigde de tien
shillings,
„Dat kan ik niet zeggen, want ik heb hem
immers nooit gezien?" antwoordde de verpleger.
„De hoofdverpleegster en Mr. Carlyle wachtten
den auto op en hebben den patiënt eigenhandig
op de draagbaar gelegd. Zijn moeder hielp hen."
„Is het gebruikelijk, dat de huisdokter en de
hoofdverpleegster zoo op den uitkijk staan, als
er een patiënt aankomt?" vroeg Pointer.
.Wordt vervolgd.