Een „Aya Sophia" te Parijs
3Ket vediaal van den dag
PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
INWIJDING DOOR KARD.
VERDIER
Jïm1
L
aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uiterlijk drie maal vier en twintig uur na het ongeval
VRIJDAG 28 DECEMBER 1934
Ook deze kerk is weer een prach
tig getuigenis voor de activiteit
der katholieken
Een mooi bouwwerk
Gasoorlog in 1241
Liefhebbers voor de
bergsport
Automobielviaduct
INHALEN
VERBODEN
f ÓÓX N-
Hitier jeugd drinkt en
rookt niet
Doodelijke voetbal
De grootste man
Uniforme school-
kleeding
Door zijn leveranciers
geleid
Moderne Robinson
Crusoë's
Vl
wensch
gaan,' ''nog ffiWf laatste
DOOR ACATHA CHRISTIE
(Bijzondere correspondentie)
Wij berichtten onlangs een en ander over
de 65 kerken, die Kardinaal Verdier in
de drie afgeloopen jaren te Parijs en in
de banlieue liet bouwen, en over de 35 andere,
die nog op het programma staan. Een der groot
ste en mooiste dezer nieuwe kerken werd heden
gewijd. Het is de kerk van den H. Geest aan
de Avenue Daumesnil te Parijs, en de Kardinaal
zelf verrichtte de ceremoniën.
De Avenue Daumesnil begint by de Bastille
en loopt door een der meest bevolkte buurten
van de stad (de Seine-haven, de goederensta
tions en de reparatie-inrichtingen der spoor
wegen liggen niet ver van daar) naar het Bois
de Vincennes, waar enkele jaren geleden de ko
loniale tentoonstelling stond. Thans vindt men
er een dierentuin een der modernste van
Europa het groote, nieuwe gebouw van het
koloniale Museum, en, aan den rand van het
bosch, de nieuwe rijen huurkazernes met-alle-
comfort, waarvan Parys sinds twee jaar maar
niet genoeg kan krygen en die allerwegen nog
uit den grond schieten in een bouwtyd van vier
maanden.
Tusschen dit nieuwe kwartier en het oude,
tusschen stad en voorstad, staat de nieuwe H.
Geest-kerk, onopvallend en wat verdrukt tus
schen de oude huizen. Een rondbouw, geheel
uit gewapend beton en op een ongeveer vierkant
terrein opgericht. Aan twee kanten zien de
slordige achtergevels dier grauwe huizen op
haar koepel, aan de derde zyde mondt een
smalle steeg, en het kerkfront met den hoofd
ingang heeft maar een meter of tien aan de
Avenue Daumesnil ter beschikking.
Misschien was het de gebondenheid aan den
terrein vorm, die den architect, Tournon, op het
idee bracht; misschien ook is het enkel dat by-
zondere element der traditie, dat de katholieke
architecten nog sterker bewaren dan de ande
ren, en dat veelal het doordringen van een
werkelijk nieuwen en oorspronkeiyken vorm
verhindert; in alle geval heeft Tournon een
Parijsche Hagia Sophia in gewapend beton ge
bouwd. Men kan op het vernemen hiervan wel
licht een kreet van ontzetting uiten, maar bij
nader bezien blijkt, dat deze nieuwe kerk in
Byzantynschen stijl in zeer goede verhoudingen
en met een zekerheid voor ruimten gebouwd is,
die menige moderne kerk bi.'ter blüft ontberen.
Een reusachtige koepel, vier geweldige apsi-
den, elk in drie nissen verdeeld, nissen met zui
len en bogen, Waardoorheen breede fresco's
zichtbaar zyn en een altaar, dat op een ver
hooging van enkele treden geheel vrijstaat, door
een zeer hooge steenen baldakijn overdekt
ziedaar in een paar woorden de hoofdiynen der
kerk geschetst. In de middelnis van het pries
terkoor, die den verren achtergrond voor het
altaar vormt, is over de geheele hoogte en
breedte een frescocompositie van het Pinkster
feest te zien, waarvan de sterke kleuren deco
ratief zeer effectvol zün en de richting naar het
altaar accentueeren.
Uit de voorhal geven gebronsde openslaande
deuren ter hoogte van ongeveer tien me
ter, toegang tot de kerkruimte, en deze
sterk uitgesproken portaalvorm opent direct op
het tegenmoment van het door baldakyn en
fresco in ruimtebeteekenis versterkte altaar,
zoodat de richtingsgedachte in dezen centraal-
bouw zeer suggestief is uitgewerkt, zy wordt
verder overgenomen doe. de zuilenrijen, die de
zybeuken links en rechts aan den blik onttrek
ken, en ter halve hoogte sluiten met een smalle
arcade, die de verbinding vormt tusschen de
empore van de ingangs- en koorapsis (In de
Hagia Sofia te Konstantinopel zyn diezelfde
zuilen tot het gewelf doorgetrokken).
Door de hoogte van den koepel en de wanden
der apsiden, slechts door heel smalle vensters
onderbroken, is er enorm veel vlak voor wand-
De Pransche zegswijze: „L'histoire se répête",
Is op den gasoorlog eveneens van toepassing
Toen de vereenigde legers van Tartaren en
Mongolen een inval in Europa deden, bedien
den zy zich, volgens de kroniekschryvers van
dien tyd, van een machine, die ten doel had
vergiftigde gassen te verspreiden. Zoo zou tii-
dens den slag op de Wahlstatt, negen kilometer
van Liegnietz verwyderd, in April 1241 de vij-
andige cavalerie een stinkgas tegemoet gebla
zen zyn, dat, volgens denzelfden kroniekschrij
ver, zulk een kwaiyk riekenden geur verspreid
de, dat de Poolsche en Silezische ridders tot een
terugtocht gedwongen werden.
schilderingen vrügekomen. Ik weet, welke ge
dachte de Kardinaal bii het bouwen zijner ker
ken heeft willen verwezeniykenniet enkel aan
de Farijzenaars de bedehuizen te geven, die zy
behoeven, maar ook arbeiders en kunstenaars
aan het werk te zetten. En zoo zijn dan deze
muurvlakken met louter frescos bedekt, door
zeker twintig verschillende katholieke schilders
uitgevoerd, die de meest uiteenloopende thema's
tooneelen van het Concilie van Nicea, uit het
leven van Jeanne d'Arc, uit de katholieke actie
van dezen tijd elk in eigen styi hebben uit
gewerkt, zonder dat daardoor de harmonie van
het geheel gestoord wtordt; de composities zijn
geordend aan het groote mozaiek, dat de koepel
afsluit: de twaalf tronende apostelen.
Het was interes, ant, de groote belangstelling
gade te slaan, die de kerkwyding in dit kwar
tier, waar een veel te groote parochie zyn pas
toor overbelastte, vandaag trok. Het was een
broederlyke vreugde, die de bewoners van heel
de buurt met elkaar deelden; moeders met kin
deren aan de hand, oorlogsinvalieden, geheele
klassen van schoolkinderen onder de leiding
der Zusters, arbeiders, die aan den bouw heb
ben meegewerkt. Allen wilden beleven, hoe „le
bon Dieu" hier vandaag geïnstalleerd ging
Worden en de kranige orde-dienst der katho
lieke padvinders had werkelijk de handen vol,
om de belangstelling binnen de perken te hou
den.
Zeker zal met dezen erkwydingsdag het in
teresse niet voorby zyn. Integendeel, spoedig
zal ook het overige Parijs deze nieuwe kerk
gaan ontdekken, die na de Sacré Coeur de
grootste moderne koepelkerk van de stad is, en.
door haar rijkdom aan frescos alleen al een
bezienswaardigheid. Tegelijkertijd echter is ze
ook een prachtig getuigenis voor de activiteit
der Katholieken in de Pransche hoofdstad.
Op het oogenblik worden voorbereidingen ge
troffen voor de bestijging van den Elbruz, den
5.500 meter hoogen top in het Kaukasus-ge-
bergte. Zoodra het weer gunstig is, zullen 500
boeren en arbeiders tezamen de klimpartij be
ginnen. Reeds hebben verschillende gedenk
waardige bergstygingen door Sovjet-onderdanen
plaats gehad. De Lenin-top (de vroegere Kauf-
manberg) die byna 7000 meter hoog is, heeft
men voor de eerste maal aan beide zijden be
klommen. De Oesjba-top in den Kaukasus (5.200
meter), welke tot dusver slechts bereikt was
door een kleine groep West-Europeesche klim
mers, is dit jaar beklommen door zes Sovjet
alpinisten, waaronder een vrouw. Zy hadden
zeer steile bergwanden te overwinnen en moes
ten gebruik maken van haken, die als steun
punten moesten dienen. Tevens maakten zij
zich hieraan vast wanneer zy wilden slapen,
daar er geen ruimte was om te gaan liggen.
Van den zomer was aan den voet van de glet-
schers „Tseia" en „Skaza" in den Kaukasus op
2400 meter hoogte een bergkamp voor kinderen
ingericht.
In den loop van 1934 is de Elbruz-top door
niet minder dan 375 Sovjet-burgers bereikt.
Verscheidene Engelsche parlementsleden heb
ben by het ministerie van verkeer een project
ingediend, betreffende een viaduct voor auto
mobielen tusschen Lambithbridge èn Raynes
Park. De weg zou acht mijl lang zyn en zes
meter boven den beganen grond liggen. Men
ïaamt de kosten op £300.000.
INHALEN
VERBODEN
"W aar dit bord
«taat (roode rand,
linker auto rood,
reckter auto zwart)
mogen motorrij
tuigen elkander
niet inkalen
Het Rijksbestuur van de organisatie der „Hit-
lerjeugd", welke zes millioen Duitsche jongens
en meisjes omvat, heeft een verklaring gepubli
ceerd, vermeldend dat het onder de Duitsche
jeugd van heden een goede gewoonte is ge
worden om geen alcohol te gebruiken. De leden
worden eraan herinnerd, dat het nadrukkelijk
verboden is te drinken of te rooken in dienst
tijd.
Johann Muhlberg uit München, die den ge-
heelen wereldoorlog heeft medegemaakt, zon
der dat een kogel vat op hem had, is onlangs
door een .,leeren kogel" doodeiyk getroffen. Als
voetbal-enthousiast woonde hy een wedstryd
te Aichbach in Beieren bij. Ten einde beter te
kunnen zien, drong hy door tot in de voorste
rijen. Een bal, die over de lyn vloog, kwam op
zyn gezicht terecht. Dit veroorzaakte bij Muhl
berg een beroerte, waaraan hy een half uur
later overleed.
De grootste man ter wereld is een twintig
jarige Pers, die 3.20 meter lang is en 200 kilo
gram weegt. Tot zyn tiende jaar was zyn groot
te normaal. Hy werd toen ziek en gedurende
deze ziekte, waarvan men den aard niet heeft
kunnen vaststellen, begon zyn abnorma'e groei.
Zyn spieren ontwikkelden zich evenwel niet in
gelijke mate, zoodat zijn kracht niet toereikend
s om zyn reusachtig lichaam recht te houden.
De arme kerel loopt op krukken, die 2.65 meter
groot zyn.
Uit Moskou wordt vernomen, dat het volks
commissariaat voor Onderwys en Opvoeding
heeft besloten een uniforme kleeding in te voe
ren voor schoolkinderen in de geheele Sovjet-
Unie.
Jongens van de lagere school zullen een hoog
gesloten Russisch hemd moeten dragen met
metalen knoopen, alsmede een plusfour. Leer
lingen van middelbare scholen en studenten
moeten een lange broek dragen en hooggeslo
ten katoenen hemden.
Voor speciale gelegenheden moet een speciaal
costuum met metalen knoopen worden gere
serveerd. De kleur der kleeding moet zyn don
kerblauw. Meisjes moeten gekleed gaan in don
kerbruine jurken en blauwe mutsen.
Een warenhuisbezitter in Belgrado, Hongaar
van afkomst en Köbanya Arpad geheeten,
heeft dezer dagen een merkwaardig proces ver
loren van een speelgoedfabrikant, dien hy er
an beschuldigde de oorzaak te zyn eener fi-
nancieele débacle, die de firma aan den rand
van den afgrond had gebracht.
De speelgoedfabrikant, de heer Domo Alex,
•everde goederen aan den heer Köbénya vol
gens ontwerpen die hem vanwege het waren
huis verstrekt werden. De Hongaar, die er na
tuurlijk op uit was, zoo voordeelig mogelijk zijn
materiaal in te slaan, had met Dorno een over
eenkomst gemaakt, waarbij deze een gedeelte
van de winst toegezegd kreeg. Hierdoor ont
stond de merkwaardige toestand, dat de fabri
kant invloed kreeg op de uitvoering der mo
dellen. Herhaaldelijk kwam hy met klachten:
üe ontwerpen waren te ingewikkeld en namen
te veel tyd van zyn technici in beslag, de zaak
sou niet loonend zyn enz.
Köbénya had zich eenvoudig hieraan niet
runnen storen en, zooals ook was overeenge
komen, den speelgoedvervaardiger precies kun
nen voorschrijven, hoe hy het wilde hebben en
daarmee uit. Maar hy verkoos het, zich door
zyn leverancier te laten leiden. Nu eens gaf hy
zijn medewerkers opdracht de modellen „ge
makkelijker" te maken, dan weer eischte hij
andere concessies, en zoo trachtte hy tusschen
de klippen door te zeilen.
Het onaangename verschijnsel werd echter
merkbaar, dat de belangstelling van het pu
bliek voor het speelgoed, dat iedere week ba
naler werd, hevig verminderde en tenslotte
dreigde een financieele catastrofe.
Nu ging Köbanya plotseling uit een ander
"aatje tappen; hy probeerde aanvankelijk den
lieden, die de ontwerpen in elkaar zetten, de
schuld te geven, maar toen deze zulks zeer Jte-
:echt van de hand wezen, keerde zyn woede
zich tegen den heer Dorno, aan wien hy nu
den slechten loop van zaken weet; Domo zou
door zijn vervelende op- en aanmerkingen, zyn
onbereidwilligheid om een behoorlijk object te
leveren en zyn blijkbaar onvolledige technische
uitrusting den boel in het honderd gestuurd
hebben.
Het hoeft geen verwondering te baren, dat
Dorno deze beschuldigingen als onzinnig be
schouwde. Wanneer Köbénya de ramp had wil
len voorkomen, dan had hy maar zyn eigen zin
moeten doen en niet moeten toegeven.
De overspannen Hongaar deed zyn fabrikant
een proces aan, dat hy met vlag en wimpel
verloor. „Uj Pesth" publiceert deze geschiedenis
met de bemerking, dat het in hooge mate on
verstandig is zich door zijn leveranciers te
laten negeren.
Op eenige mijlen afstand van Tristan da
Cunha liggen in het Zuidelijk deel van den
Atiantischen Oceaan twee k.eine eilandjes,
Inaccessible Island and Nightingale Island.
Het bestaan van deze eilandjes is reeds
langer dan een eeuw bekend, doch aangezien
de juiste ligging er van niet met zekerheid is
vastgesteld, is thans door de Engelsche regee
ring aan de schepen, die tusschen Afrika en
Amerika varen, verzocht de juiste plaats der
eilandjes te bepalen.
Op Inaccessible Island hebben een tijdlang
de beide geboeders Stoltenhoff uit Kaapstad
gewoond, in de hoop door het jagen op zee
honden ryk te worden, zy leidden het leven
van een Robinson Crusoë, en moesten vele
ontberingen doorstaan, tot zy na twee jaar
door een Engelsch oorlogsschip naar de be
woonde wereld terug werden gebracht.
Te hunner eere werd Inaccessible eiland her
doopt in Stoltenhoff-eiland, welke naam nog
op vele kaarten voorkomt.
Na een moeilijk afscheid was hy wegge
gaan naar zyn arbeid heel ver weg.
Moeder had zich de dagen daarvoor heel
flink gehouden, en haar jongen nog moed in
gesproken. Wees flink, mijn jongen, had zij
gezegd, wanneer hy even treurig was over
vijf jaar zien wij elkaar weer, als het God be
lieft. Wees flink, mijn jongen, het zal alles zoo
mooi zijn daar, en het is zoo goed voor je onder
heel vreemde omstandigheden je nieuwen werk
kring aan te. vangen. Ja, dit alles had zy
gezegd, hij herinnerde het zich nog zoo goed
P iinke moeder had hy hij was zoo trotsch
op haar. Sinds vader gestorven was, waren zij
samen gebleven zijn gedachten waren voor
ir.oeder en alles wat hy deed was voor moe
derEn nu moest hy haar achterlaten....
zoo alleen....
Hy had een betrekking gekregen, heel ver
weg, over den Oceaan. Hij kon nu voortaan
wel beter zorgen voor haar, maar ach, nu zoo
alleen.... zoo geheel alleen
Zoo zat hy gebogen over zijn lectuur te den
ken over de afgeloopen dagen en over het
afscheid. In zyn koffertje had hij nog allerlei
gevonden, door moeder daarin gedaan zoo
van die heel kleine dingen, die een moeder
alleen maar kan bedenken voor haar jongen.
Hy stond op en liep het dek op en neer. Het
was avond een koele avond, en de maan
stond helder aan den hemel. Hij was alleen
daar, keek naar de maan en dacht aan zyn
moeder....
Zoo bleef hy eenige oogenblikken in diep
gepeins. De zee was kalm en statig bewoog het
schip zich op de stille wateren. Theo begaf zich
eenige oogenblikken later naar zyn hut en
sliep weldra.
De dagen en weken verliepen. lederen dag
meer naderde het schip zijn einddoel land
kwam in zicht en het duurde niet lang meer
of de bestemming was bereikt.
De boot ankerde in de haven en weldra was
het overal een groote drukte bagages wer
den uitgeladen, passagiers stapten van boord,
werden verwelkomd door vrienden en beken
den en ook onze jonge Theo werd afgehaald
door een vertegenwoordiger, die uit naam der
directie hem kwam begroeten en kennismaken.
Welkom hier, zeide hy en zy drukten
elkaar de hand.
Het deed den jongen man goed zoo hartelijk
te worden ontvangenis ook hier nog
iets voor u, en meteen gaf hij aan Theo een
brief. Theo bekeek het adres en o, verrassing,
nu al een welkom van moeder.
Haastig en zenuwachtig opende hy het cou
vert, en daar las hy: „Wees flink, myn jon
gen. Denk nu maar by al je arbeid: Moeder
vergeet je niet, dat zal je dan moed geven."
Een envelopje apart in de enveloppe, hij
maakte het open en wat zag hyeen portret
van moeder, en daaronder geschreven: „Flink
zijn, mijn jongen, moeder denkt aan je." Dit
kwam op zyn bureau te staan, dacht Theo.
Samen gingen zy naar de zaak om met -3e
directie en het andere personeel kennis te ma
ken en den volgenden morgen ging Theo aan
den arbeid.
Het was een groot en druk kantoor met veel
personeel: allen werkten met energie Dat had
Theo al gauw bemerkt allen waren bezield
met één gedachte, hun krachten in te spannen
om de zaak groot te maken. Theo voelde zich
dan ook spoedig thuis en ook aan het klimaat
ging hij langzamerhand wennen. Hij ging el-
ken dag met moed aan den arbeid, eiken dag
keek hy naar het portret en naar hetgeen
moeder er onder geschreven had eiken dag
netzelfde, maar toch altijd weer nieuw.
De jaren verliepen en groote vorderingen
werden door Theo gemaakt; hy had ook al
enkele malen promotie gemaakt. Er was een
geregelde briefwisseling over en weer. wat zou
ry graag eens om een hoekje kijken, wanneer
de post een brief van hem bracht, even maar
om een hoekje dat gezicht van moeder.
Moeders gezondheid bleef goed, in haar
laatsten brief schreef zy het nog. „Als je met
verlof komt, is moeder aan de boot om je te
Daarna zochten we 'n goed hotel op en richt
ten er ons voor een verblijf van enkele weken
behaagiyk. Na een paar dagen kwam er een
antwoorö-telegram uit Washington, waarm
stond dat ze erg blij waren over onze ontsnap
ping en de onderhandelaars met het losgeld bij
tijds hadden kunnen terugroepen; verder dat
de Amerikaansche regeering ons ontsloeg van
de opdracht om in Mantsjoerye een onderzoek
naar den stand van zaken in te stellen en dat
myn vader en moeder weer naar Amsterdam
zouden vertrekken, vergezeld van tante Sidney.
Mynheer Dickens en Amy waren reeds eenige
weken te voren naar Engeland afgereisd.
Dat was een duur telegrammetje, zei ik tegen
Oom, toen wy 's avonds in bed lagen. Maar ik
zou nu toch wel weer eens naar huis terug wil
len. Zouden we. zoo ging ik verder, niet naar
Ned.-Inöië kunnen vliegen, daar het toestel
verkoopen om dan per boot naar Nederland
of Engeland terug te gaan? Een prachtig
voorstel, Bok. dat doen we!
Den volgenden dag gingen we, gezeten in
een riksjaw, naar het regeeringspaleis te Nan
king, waar de autoriteiten ons uiigenoodigd
hadden, teneinde een verslag te komen uitbren
gen van onze wonderlijke avonturen. De ont
vangst was zeer hartelijk en de heeren waren
meer dan verbaasd, toen ze van onze ervaringen
vernamen.
Daarna maakten we onze toebereidselen voor
ons vertrek, en na eenige dagen startten wy
van het vliegveld te Nanking, maakten een
urenlange vlucht over Zuid-China om tenslotte
de kust onder ons te zien verdwijnen en onzen
tocht over de Zuid-Chineesche zee voort te
zetten.
halen en dan zal het feest zijn myn jongen,
feest in ons huis."
Steeds had hij geld naar Holland gezonden,
l.reeg dan een brief van moeder terug, dat zij
bly was met het geld, maar toch voornamelijk
dat het haar jongen zoo goed ging. Een plaats
vervanger werd reeds voor Theo aangewezen,
cm in zyn werk te worden ingeleid. Het verlof
r.aar Holland zou spoedig worden verleend.
Moeder wist het ook al en in haar laatsten
brief schreef zy er over. Nu kom je spoedig met
verlof, myn jon
gen. Zy was al 1
maanden, dan
stond zy aan l
de boot en dan..
dan zal het feest
zyn in huis. Beiden, zoo ver van elkander, ver
heugden zich al op een bly weerzien in Hol
land.
Moeder had zich al die jaren goed gehouden.
Zestig jaar was zij nu geworden. Op haar ver
jaardag had zij in den brief gelezen, dat, als
zij dezen ontving, Theo zich al op de boot had
ingescheept en de terugtocht naar Holland
was aanvaard. Dit was wel de grootste verras-
s ng, die zy ontving. Nu ging zij de dagen tel
len: 30, 29, 28, 27 enz. Zoo telde zy en iede-
ren avond ging zy met een bly hart ter ruste.
De najaarsstormen kwamen en met de stor
men de koude regenvlagen, slecht weer voor
Moeder. Zij was altijd zoo flink geweest, maar
nu had een zwaar gevatte kou haar in bed ge
houden. Zij lag met hooge koortsen De ont
boden dokter raadde opname in een zieken
huis aan. Daar had zy een goede verzorging en
alles bij de hand. Moeder zou dan wel weer
gauw opknappen. Zy was een zonnetje voor de
andere patiënten, want ieder, die in haar om
geving-was, vertelde zy van haar zoon in Indië,
cie zoo groote promotie had gemaakt en nu na
5 jaar weg te zijn geweest spoedig met verlof
kwam. Zy had het uitgerekend, net nog in het
Oudejaar kon hy terug zyn.
Op de ziekenzaal stond een Kerstboom te
branden, en de zusters zongen Kerstliederen.
Moeder dacht aan vroeger dagen, toen zy ook
nog met vader en haar jongen Kerstfeest vier
de, hy was toen nog klein, wat was hy altyd
bly met zyn cadeautjes en wat vond hy den
Kerstboom mooi en de lichtjes en op Oude
jaarsavond moest de boom ook nog branden.
Haar oogen schitterden by de gedachten aan
dat lang verleden. Vermoeid viel zij in een
diepen slaap.
Op de boot was het een en al vroolykheid,
Theo de jonge ambtenaar had op de boot ken-
ris gemaakt met een aardig blond meisje en
samen hadden zy voor elkaar uitgemaakt den
rtap maar te wagen en zich te verloven.
En daarom was er met enkele kennissen een
ultiem feestje aangericht. De brief met de ver
rassende boodschap was al aan moeder gezon
den en mede ingesloten een portret van het
meisje.
Wat zal moeder bly zyn als wy samen aan
komen, zei Theo. zy schreef my al vroeger, als
je aankomt, is moeder aan de boot en er zal
feest zyn, groot feest zijn in huis. En nu, als
wij dan samen komen.... verlangend zagen zy
al naar dien dag uit.
Moeder ging langzaam achteruit. De dokter
had haar nog 14 dagen te leven gegeven. Ver
langend zag zy naar de komst van haar kin
deren uit. De boodschap van de verloving had
zil ontvangen en innerlijk had zy zich al ver
heugd op de toekomst van haar jongen.
De koorts week maar niet, hoe langer hoe
zwakker werd ze, maar met moed hield zy zich
sterk, lederen avond bad ze, dat ze nog maar
zoo lang mocht bly ven leven, dat ze haar kin
deren had gezien, haar Theo, haar jongen en
dan nu met zyn toekomstige vrouw.
Een telegram werd aan het ziekenhuis be
zorgd, nog twee dagen, en dan kon de boot
aan zyn.
En moeder wachtte met sterk verlangen die
laatste dagen. Hoeveel uur is het nu nog, zus
ter? zei ze met zwakke stem. „Nog 4 uurtjes en
dan kan uw zoon hier zyn. Hy wordt afge
haald."
Met smachtend verlangen lag zy daar. roer
loos stil, de oogen naar de deur gericht. Zou
ze hen nog zien?
„O God, laat my nog even hier," steunde zij,
Jk wou ze nog zoo graag even zien...." en
toengebeurde het, de deur ging open en
een paar jongelui kwamen binnen.
„Myn kinderen," klonk een zwakke stem uit
de ziekenzaal. „Zyn jullie daar? Goddank, toch
nog gezien!"
Dan neemt zy de handen van haar kinderen,
omklemt ze in de hare.... spreken ging heel
moeilijk, maar zy kon nog zeggen: .,Ga samen
net leven in, ik vind het goed; God zegene jelui
leiden."
En toen nog eenmaal met gebroken oogen
keek zy hen aan, een hemelsche glimlach op
haar gelaat
Oudejaars-avond. Het orgel op de zaal
speelde heel zacht:
Uren, dagen, maanden, jaren,
Vlieden als een schaduw heen.
Moeder was niet meer, de kinderen aan het
doodsbed omhelsden eikaar. Voor hen was de
Nieuwjaarsmorgen aangebroken, het begin van
een nieuw leven.
En voor moeder.Ook voor haar was het
Iheuwjaar, maar in den hemel.
S.
A 11*. °P dlt blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid t Pt werkendoor f 7Cfi bij een ongeval met f Of/1 by verlies van een hand f 1 O C oij verlies van een f Cf) bij een breuk van f A tl bU verlies van 'n
/rll€ CLOOHTI" O ongevallen verzekerd voor een der volgenae uitkeeringen O1/1/ U»m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen I /OU»- doodeiyken afloop £tO\J»~ een voet of een oog# JbO»-duim of wysvinger I OU." been of arm Ti/." anderen vinger
3
„Morgen, lady Coote," zei Gerald Wade. „Waar
zijn al de anderen?"
„Die zyn allen naar Market Basing,zef iady
Coote.
„Waarvoor?"
„Een grap," zei lady Coote met haar diepe,
melancholieke stem.
„Het is nogal vroeg voor grappen," zei myn
heer Wade.
„Het is niet zoo heel vroeg meer," zei lady
Coote met nadruk.
„Ik vrees, dat ik een beetje laat beneden was,"
zei mynheer Wade met ïnnemende oprechtheid
„Het is raar, maar waar ik ook logeer, ik ben
altyd het laatst beneden."
„Erg raar," zei lady Coote.
„Ik weet niet hoe het komt," zei mynheer
Wade nadenkend. „Ik kan er heusch niet
achter komen."
„Waarom sta je dan niet eenvoudig op." stelde
lady Ccot voor.
„O," zei mynheer Wade, tamelijk onaange
naam verrast om den eenvoud van die oplossing.
Ernstig vervolgde lady Coote het gesprek.
„Ik heb sir Oswald dikwijls hooren zeggen,
dat er niets een jongeman meer vooruit helpt
dan stipte gewoonten."
„O, dat weet ik," zei mynheer Wade. „En
dfe heb ik ook als ik in de stad ben. Ik be
doel, dat ik om elf uur op dat gezellige minis
terie van Buitenlandsche Zaken moet zyn. U
moet niet denken, dat ik altyd zco'n uierik
ben lady Coote. Wat hebt u toch vreeseiyk
aardige bloemen in die lage border. Ik weet
niet meer hoe ze heeten, maar we hebben ze
thuis ook, die lila dingetjes. Myn zuster is ver
schrikkelijk dol op den tuin."
Lady Coot werd onmiddellijk afgeleid. Ze was
te zeer vervuld van haar grieven.
„Wat hebt u voor tuinlieden?"
„O, maar één. Ik vfnd het een ouden, eigen-
aardigen kerel. Hy weet niet veel, maar hij doet
wat je zegt. En dat is al veel, is het niet?"
Lady Coole beaamde dit met zulk een diep
gevoel in haar stem. dat het zonder twijfel voor
haar een onschatbare waarde zou geweest zyn,
als ze een melodramatische geweest was. Ze
begonnen een gesprek over de ongerechtigheden
van tuinlieden.
Onderwyi ging het de expeditie goed. Ze had
den het voornaamste magazijn van Market
Basing bestormd en de plotselinge vraag naar
wekkers verbijsterde den eigenaar ten zeerste.
„Ik wou, dat Bundie hier was." mompelde
Bill. „Jij kent haar toch Jimmv? O, jy zou
haar aardig vinden. Zy is een vreeselyk aardig
meisje een echte vroolyke meid en boven
dien; ze heeft een goed verstand, jy kent haar
toch Ronny." Ronny schudde het hoofd.
„Ken je Bundie niet? In welken achterhoek
heb jy dan toch gezeten? Ze is er een van het
echte soort."
„Een beetje subtieler, Bill," zei Soeks. „Schel
uit met over je vriendinnen te zwetsen en
schiet wat op met de zaak."
Mijnheer Margatroyd, de eigenaar van het
magazijn werd welsprekend.
„Als ik u mag raden juffrouw, dan zou ik
zeggen niet die van 4.75 dat is een goede
klok, versta me wel ik wil ze niet afkeuren
maar ik zou u ten sterkste aanraden deze te
nemen van 6.50. Die is den hoogeren prijs een
volle waard. Betrouwbaar begrypt u? Ik zou niet
graag hebben, dat u later zei
„We hebben geen erg betrouwbare klok noo-
di'g,-1' zei Nancy.
„Ze hoeft maar een dag te gaan, dat is vol
doende," zei Helen.
„Het hoeven geen subtiele te zyn," zei Soeks.
„We moeten er een hebben die goed hard
afloopt."
„We moeten...." begon Bill, maar hy kon
den zin niet afmaken, want Jimmy, die aanleg
voor werktuigkunde had, had eindelijk de con
structie gesnapt.
De volgende vyf minuten verging de winkel
van het harde, rauwe gebel van vele wekkers.
Ten slotte hadden ze toch zes uitstekende
wekkers uitgekozen.
„En weet je wat," zei Ronny royaal „Ik zal
er een koopen voor Pongo. Hy heeft het ver
zonnen en het zou schande zyn als hij er niet
aan meedeed. Hy zal vertegenwoordigd wor
den."
„Dat is goed," zei Bill. „En ik zal er een nemen
voor lady Coote. Hoe meer zielen, hoe meer
vreugd. En zy doet de pionierswerk. Waar
schijnlijk zit ze nu te zwammen tegen Gerry."
Inderdaad zat lady Coote in geuren en kleuren
een verhaal te doen over Mac Donald en een
bekroonden perzik en ze amuseerde zich goed
De wekkers werden ingepakt en betaald. Met
een uitdrukking van verbijstering zag mynheer
Margatroyd de auto's wegrijden. De jongelui
uit de eerste standen waren tegenwoordig wel
heel bijdehand, maar niet gemakkelijk te begrij
pen! Hy wende zich met een zucht van ver
lichting tot de domineesvrouw die een nieuw
soort theepot, dfe beslist niet drupte, moest
hebben,
TWEEDE HOOFDSTUK
OVER WEKKERS
„Waar zullen we ze nu zetten?"
Het diner was afgeloopen. Lady Coote moest
haar gasten weer bezighouden. Sir Oswald was
haar onverwachts te hulp gekomen door voor
te stellen om te bridgen alhoewel voorstellen
het juiste woord niet is. Sir Oswald zooals dat
een van „Onze Industrieeele Leiders" betaamt,
drukte slechts een voorkeur uit en zyn omgeving
haastte zich te schikken naar de wenschen van
den grooten man.
Rupert Bateman en sir Oswald waren partners
tegen lady Coote en Gerald Wade, hetgeen een
zeer gelukkige regeling was. Sir Oswald speelde
bridge zooals hy alles deed, n.l. buitengewoon
goed, en hy hield ervan, dat zijn partner dat
ook deed. Bateman was een even uitstekend
bridgespeler als hy een uitstekend secretaris
was. Beiden bepaalden zich uitsluitend tot het
spel, terwijl ze slechts nu en dan, kort en barsch,
alsof ze keften, mededeelden: „Drie honneurs."
„Ik doubleer," „Drie schoppen." Lady Coote en
Gerald Wade speelden beminnelijk en onlogisch
en de jongeman liet niet na om na ieder spelletje
te zeggen: „Partner, dat was gewoonweg uit
stekend gespeeld van je," op een toon van een
voudige bewondering, die ongewoon en nieuw
was voor lady Coote en haar bijzonder vleide.
Bovendien kregen ze heel goede kaarten.
Men dacht, dat de anderen aan het dansen
waren op de muziek van de radfo. In werkeiyk-
heid stonden ze by de deur van Gerald Wade's
slaapkamer en de lucht was vervuld van inge
houden lachbuien en het harde tikken der wek
kers.
„Op een rijtje onder het bed," stelde Jimmy
voor als antwoord op Bill's vraag.
„En op hoe laat zullen we ze zetten? Allemaal
op denzelfden tyd zoodat er een verschrikkelijke
herrie losbreekt, of by tusschenpoozen?"
Men begon te redetwisten over dat punt. zeer
hevig zelfs. De eene party bracht naar voren,
dat voor een eerste klas slaper, als Gerald Wade
het bellen van acht wekkers tegelijk noodig
was, de andere zijde wees op het nut van een
geregeld, afwisselend maar aanhoudend af-
loopen.
Eindelijk won het deze laatste party. De wek
kers werden zoo gezet, dat ze na sikaar af zou
den loopen te beginnen om 6 urn- 30 voormid
dag.
„En ik hoop," zei Bill braaf, „dat het een
lesje voor hem zal zijn."
„Hoort, hoort," zei Soeks.
Ze waren juist begonnen met de wekkers te
verstoppen, toen ze opeens verschrokken.
„St, st," zei Jimmy. „Er komt iemand de
trap op."
Een panïek volgde.
„Het is in orde," zei Jimmy, „het is Pongo
maar."
Mijnheer Bateman maakte gebruik van de ge
legenheid dat hy „blinde" was om op zijn kamer
een zakdoek te halen. Hij stond onderweg stil
en overzag de situatie oogenblikkelyk. Dadelijk
maakte hy een opmerking zonder twyiei een
eenvoudige en practische opmerking.
„Hij zal ze hooren tikken als hy naar bed
gaat," zei hy.
De samenzweerders keken elkaar aan.
„Wat zei ik jullie," zei Jimmy op eerbiedigen
toon. „Pongo heeft altijd een goed verstand ge
had."
He man met het verstand ging weg.
„Het is waar," gaf Ronny Devereux toe, zijn
hoofd nadenkend een wefnig op zij gebogen.
„Acht wekkers die tegelijk tikken maken een
helsch lawaai. Het zou zelfs Gerry niet ontgaan,
al is hy nog zoo'n ezel. Hy zou waarschijnlijk
raden, dat er iets aan het handje was."
(Wordt vervolgd)