Een „Aya Sophia" te Parijs 3Ket vediaal van den dag PER VLIEGMACHINE DE WERELD ROND HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN INWIJDING DOOR KARD. VERDIER Jïm1 L aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uiterlijk drie maal vier en twintig uur na het ongeval VRIJDAG 28 DECEMBER 1934 Ook deze kerk is weer een prach tig getuigenis voor de activiteit der katholieken Een mooi bouwwerk Gasoorlog in 1241 Liefhebbers voor de bergsport Automobielviaduct INHALEN VERBODEN f ÓÓX N- Hitier jeugd drinkt en rookt niet Doodelijke voetbal De grootste man Uniforme school- kleeding Door zijn leveranciers geleid Moderne Robinson Crusoë's Vl wensch gaan,' ''nog ffiWf laatste DOOR ACATHA CHRISTIE (Bijzondere correspondentie) Wij berichtten onlangs een en ander over de 65 kerken, die Kardinaal Verdier in de drie afgeloopen jaren te Parijs en in de banlieue liet bouwen, en over de 35 andere, die nog op het programma staan. Een der groot ste en mooiste dezer nieuwe kerken werd heden gewijd. Het is de kerk van den H. Geest aan de Avenue Daumesnil te Parijs, en de Kardinaal zelf verrichtte de ceremoniën. De Avenue Daumesnil begint by de Bastille en loopt door een der meest bevolkte buurten van de stad (de Seine-haven, de goederensta tions en de reparatie-inrichtingen der spoor wegen liggen niet ver van daar) naar het Bois de Vincennes, waar enkele jaren geleden de ko loniale tentoonstelling stond. Thans vindt men er een dierentuin een der modernste van Europa het groote, nieuwe gebouw van het koloniale Museum, en, aan den rand van het bosch, de nieuwe rijen huurkazernes met-alle- comfort, waarvan Parys sinds twee jaar maar niet genoeg kan krygen en die allerwegen nog uit den grond schieten in een bouwtyd van vier maanden. Tusschen dit nieuwe kwartier en het oude, tusschen stad en voorstad, staat de nieuwe H. Geest-kerk, onopvallend en wat verdrukt tus schen de oude huizen. Een rondbouw, geheel uit gewapend beton en op een ongeveer vierkant terrein opgericht. Aan twee kanten zien de slordige achtergevels dier grauwe huizen op haar koepel, aan de derde zyde mondt een smalle steeg, en het kerkfront met den hoofd ingang heeft maar een meter of tien aan de Avenue Daumesnil ter beschikking. Misschien was het de gebondenheid aan den terrein vorm, die den architect, Tournon, op het idee bracht; misschien ook is het enkel dat by- zondere element der traditie, dat de katholieke architecten nog sterker bewaren dan de ande ren, en dat veelal het doordringen van een werkelijk nieuwen en oorspronkeiyken vorm verhindert; in alle geval heeft Tournon een Parijsche Hagia Sophia in gewapend beton ge bouwd. Men kan op het vernemen hiervan wel licht een kreet van ontzetting uiten, maar bij nader bezien blijkt, dat deze nieuwe kerk in Byzantynschen stijl in zeer goede verhoudingen en met een zekerheid voor ruimten gebouwd is, die menige moderne kerk bi.'ter blüft ontberen. Een reusachtige koepel, vier geweldige apsi- den, elk in drie nissen verdeeld, nissen met zui len en bogen, Waardoorheen breede fresco's zichtbaar zyn en een altaar, dat op een ver hooging van enkele treden geheel vrijstaat, door een zeer hooge steenen baldakijn overdekt ziedaar in een paar woorden de hoofdiynen der kerk geschetst. In de middelnis van het pries terkoor, die den verren achtergrond voor het altaar vormt, is over de geheele hoogte en breedte een frescocompositie van het Pinkster feest te zien, waarvan de sterke kleuren deco ratief zeer effectvol zün en de richting naar het altaar accentueeren. Uit de voorhal geven gebronsde openslaande deuren ter hoogte van ongeveer tien me ter, toegang tot de kerkruimte, en deze sterk uitgesproken portaalvorm opent direct op het tegenmoment van het door baldakyn en fresco in ruimtebeteekenis versterkte altaar, zoodat de richtingsgedachte in dezen centraal- bouw zeer suggestief is uitgewerkt, zy wordt verder overgenomen doe. de zuilenrijen, die de zybeuken links en rechts aan den blik onttrek ken, en ter halve hoogte sluiten met een smalle arcade, die de verbinding vormt tusschen de empore van de ingangs- en koorapsis (In de Hagia Sofia te Konstantinopel zyn diezelfde zuilen tot het gewelf doorgetrokken). Door de hoogte van den koepel en de wanden der apsiden, slechts door heel smalle vensters onderbroken, is er enorm veel vlak voor wand- De Pransche zegswijze: „L'histoire se répête", Is op den gasoorlog eveneens van toepassing Toen de vereenigde legers van Tartaren en Mongolen een inval in Europa deden, bedien den zy zich, volgens de kroniekschryvers van dien tyd, van een machine, die ten doel had vergiftigde gassen te verspreiden. Zoo zou tii- dens den slag op de Wahlstatt, negen kilometer van Liegnietz verwyderd, in April 1241 de vij- andige cavalerie een stinkgas tegemoet gebla zen zyn, dat, volgens denzelfden kroniekschrij ver, zulk een kwaiyk riekenden geur verspreid de, dat de Poolsche en Silezische ridders tot een terugtocht gedwongen werden. schilderingen vrügekomen. Ik weet, welke ge dachte de Kardinaal bii het bouwen zijner ker ken heeft willen verwezeniykenniet enkel aan de Farijzenaars de bedehuizen te geven, die zy behoeven, maar ook arbeiders en kunstenaars aan het werk te zetten. En zoo zijn dan deze muurvlakken met louter frescos bedekt, door zeker twintig verschillende katholieke schilders uitgevoerd, die de meest uiteenloopende thema's tooneelen van het Concilie van Nicea, uit het leven van Jeanne d'Arc, uit de katholieke actie van dezen tijd elk in eigen styi hebben uit gewerkt, zonder dat daardoor de harmonie van het geheel gestoord wtordt; de composities zijn geordend aan het groote mozaiek, dat de koepel afsluit: de twaalf tronende apostelen. Het was interes, ant, de groote belangstelling gade te slaan, die de kerkwyding in dit kwar tier, waar een veel te groote parochie zyn pas toor overbelastte, vandaag trok. Het was een broederlyke vreugde, die de bewoners van heel de buurt met elkaar deelden; moeders met kin deren aan de hand, oorlogsinvalieden, geheele klassen van schoolkinderen onder de leiding der Zusters, arbeiders, die aan den bouw heb ben meegewerkt. Allen wilden beleven, hoe „le bon Dieu" hier vandaag geïnstalleerd ging Worden en de kranige orde-dienst der katho lieke padvinders had werkelijk de handen vol, om de belangstelling binnen de perken te hou den. Zeker zal met dezen erkwydingsdag het in teresse niet voorby zyn. Integendeel, spoedig zal ook het overige Parijs deze nieuwe kerk gaan ontdekken, die na de Sacré Coeur de grootste moderne koepelkerk van de stad is, en. door haar rijkdom aan frescos alleen al een bezienswaardigheid. Tegelijkertijd echter is ze ook een prachtig getuigenis voor de activiteit der Katholieken in de Pransche hoofdstad. Op het oogenblik worden voorbereidingen ge troffen voor de bestijging van den Elbruz, den 5.500 meter hoogen top in het Kaukasus-ge- bergte. Zoodra het weer gunstig is, zullen 500 boeren en arbeiders tezamen de klimpartij be ginnen. Reeds hebben verschillende gedenk waardige bergstygingen door Sovjet-onderdanen plaats gehad. De Lenin-top (de vroegere Kauf- manberg) die byna 7000 meter hoog is, heeft men voor de eerste maal aan beide zijden be klommen. De Oesjba-top in den Kaukasus (5.200 meter), welke tot dusver slechts bereikt was door een kleine groep West-Europeesche klim mers, is dit jaar beklommen door zes Sovjet alpinisten, waaronder een vrouw. Zy hadden zeer steile bergwanden te overwinnen en moes ten gebruik maken van haken, die als steun punten moesten dienen. Tevens maakten zij zich hieraan vast wanneer zy wilden slapen, daar er geen ruimte was om te gaan liggen. Van den zomer was aan den voet van de glet- schers „Tseia" en „Skaza" in den Kaukasus op 2400 meter hoogte een bergkamp voor kinderen ingericht. In den loop van 1934 is de Elbruz-top door niet minder dan 375 Sovjet-burgers bereikt. Verscheidene Engelsche parlementsleden heb ben by het ministerie van verkeer een project ingediend, betreffende een viaduct voor auto mobielen tusschen Lambithbridge èn Raynes Park. De weg zou acht mijl lang zyn en zes meter boven den beganen grond liggen. Men ïaamt de kosten op £300.000. INHALEN VERBODEN "W aar dit bord «taat (roode rand, linker auto rood, reckter auto zwart) mogen motorrij tuigen elkander niet inkalen Het Rijksbestuur van de organisatie der „Hit- lerjeugd", welke zes millioen Duitsche jongens en meisjes omvat, heeft een verklaring gepubli ceerd, vermeldend dat het onder de Duitsche jeugd van heden een goede gewoonte is ge worden om geen alcohol te gebruiken. De leden worden eraan herinnerd, dat het nadrukkelijk verboden is te drinken of te rooken in dienst tijd. Johann Muhlberg uit München, die den ge- heelen wereldoorlog heeft medegemaakt, zon der dat een kogel vat op hem had, is onlangs door een .,leeren kogel" doodeiyk getroffen. Als voetbal-enthousiast woonde hy een wedstryd te Aichbach in Beieren bij. Ten einde beter te kunnen zien, drong hy door tot in de voorste rijen. Een bal, die over de lyn vloog, kwam op zyn gezicht terecht. Dit veroorzaakte bij Muhl berg een beroerte, waaraan hy een half uur later overleed. De grootste man ter wereld is een twintig jarige Pers, die 3.20 meter lang is en 200 kilo gram weegt. Tot zyn tiende jaar was zyn groot te normaal. Hy werd toen ziek en gedurende deze ziekte, waarvan men den aard niet heeft kunnen vaststellen, begon zyn abnorma'e groei. Zyn spieren ontwikkelden zich evenwel niet in gelijke mate, zoodat zijn kracht niet toereikend s om zyn reusachtig lichaam recht te houden. De arme kerel loopt op krukken, die 2.65 meter groot zyn. Uit Moskou wordt vernomen, dat het volks commissariaat voor Onderwys en Opvoeding heeft besloten een uniforme kleeding in te voe ren voor schoolkinderen in de geheele Sovjet- Unie. Jongens van de lagere school zullen een hoog gesloten Russisch hemd moeten dragen met metalen knoopen, alsmede een plusfour. Leer lingen van middelbare scholen en studenten moeten een lange broek dragen en hooggeslo ten katoenen hemden. Voor speciale gelegenheden moet een speciaal costuum met metalen knoopen worden gere serveerd. De kleur der kleeding moet zyn don kerblauw. Meisjes moeten gekleed gaan in don kerbruine jurken en blauwe mutsen. Een warenhuisbezitter in Belgrado, Hongaar van afkomst en Köbanya Arpad geheeten, heeft dezer dagen een merkwaardig proces ver loren van een speelgoedfabrikant, dien hy er an beschuldigde de oorzaak te zyn eener fi- nancieele débacle, die de firma aan den rand van den afgrond had gebracht. De speelgoedfabrikant, de heer Domo Alex, •everde goederen aan den heer Köbénya vol gens ontwerpen die hem vanwege het waren huis verstrekt werden. De Hongaar, die er na tuurlijk op uit was, zoo voordeelig mogelijk zijn materiaal in te slaan, had met Dorno een over eenkomst gemaakt, waarbij deze een gedeelte van de winst toegezegd kreeg. Hierdoor ont stond de merkwaardige toestand, dat de fabri kant invloed kreeg op de uitvoering der mo dellen. Herhaaldelijk kwam hy met klachten: üe ontwerpen waren te ingewikkeld en namen te veel tyd van zyn technici in beslag, de zaak sou niet loonend zyn enz. Köbénya had zich eenvoudig hieraan niet runnen storen en, zooals ook was overeenge komen, den speelgoedvervaardiger precies kun nen voorschrijven, hoe hy het wilde hebben en daarmee uit. Maar hy verkoos het, zich door zyn leverancier te laten leiden. Nu eens gaf hy zijn medewerkers opdracht de modellen „ge makkelijker" te maken, dan weer eischte hij andere concessies, en zoo trachtte hy tusschen de klippen door te zeilen. Het onaangename verschijnsel werd echter merkbaar, dat de belangstelling van het pu bliek voor het speelgoed, dat iedere week ba naler werd, hevig verminderde en tenslotte dreigde een financieele catastrofe. Nu ging Köbanya plotseling uit een ander "aatje tappen; hy probeerde aanvankelijk den lieden, die de ontwerpen in elkaar zetten, de schuld te geven, maar toen deze zulks zeer Jte- :echt van de hand wezen, keerde zyn woede zich tegen den heer Dorno, aan wien hy nu den slechten loop van zaken weet; Domo zou door zijn vervelende op- en aanmerkingen, zyn onbereidwilligheid om een behoorlijk object te leveren en zyn blijkbaar onvolledige technische uitrusting den boel in het honderd gestuurd hebben. Het hoeft geen verwondering te baren, dat Dorno deze beschuldigingen als onzinnig be schouwde. Wanneer Köbénya de ramp had wil len voorkomen, dan had hy maar zyn eigen zin moeten doen en niet moeten toegeven. De overspannen Hongaar deed zyn fabrikant een proces aan, dat hy met vlag en wimpel verloor. „Uj Pesth" publiceert deze geschiedenis met de bemerking, dat het in hooge mate on verstandig is zich door zijn leveranciers te laten negeren. Op eenige mijlen afstand van Tristan da Cunha liggen in het Zuidelijk deel van den Atiantischen Oceaan twee k.eine eilandjes, Inaccessible Island and Nightingale Island. Het bestaan van deze eilandjes is reeds langer dan een eeuw bekend, doch aangezien de juiste ligging er van niet met zekerheid is vastgesteld, is thans door de Engelsche regee ring aan de schepen, die tusschen Afrika en Amerika varen, verzocht de juiste plaats der eilandjes te bepalen. Op Inaccessible Island hebben een tijdlang de beide geboeders Stoltenhoff uit Kaapstad gewoond, in de hoop door het jagen op zee honden ryk te worden, zy leidden het leven van een Robinson Crusoë, en moesten vele ontberingen doorstaan, tot zy na twee jaar door een Engelsch oorlogsschip naar de be woonde wereld terug werden gebracht. Te hunner eere werd Inaccessible eiland her doopt in Stoltenhoff-eiland, welke naam nog op vele kaarten voorkomt. Na een moeilijk afscheid was hy wegge gaan naar zyn arbeid heel ver weg. Moeder had zich de dagen daarvoor heel flink gehouden, en haar jongen nog moed in gesproken. Wees flink, mijn jongen, had zij gezegd, wanneer hy even treurig was over vijf jaar zien wij elkaar weer, als het God be lieft. Wees flink, mijn jongen, het zal alles zoo mooi zijn daar, en het is zoo goed voor je onder heel vreemde omstandigheden je nieuwen werk kring aan te. vangen. Ja, dit alles had zy gezegd, hij herinnerde het zich nog zoo goed P iinke moeder had hy hij was zoo trotsch op haar. Sinds vader gestorven was, waren zij samen gebleven zijn gedachten waren voor ir.oeder en alles wat hy deed was voor moe derEn nu moest hy haar achterlaten.... zoo alleen.... Hy had een betrekking gekregen, heel ver weg, over den Oceaan. Hij kon nu voortaan wel beter zorgen voor haar, maar ach, nu zoo alleen.... zoo geheel alleen Zoo zat hy gebogen over zijn lectuur te den ken over de afgeloopen dagen en over het afscheid. In zyn koffertje had hij nog allerlei gevonden, door moeder daarin gedaan zoo van die heel kleine dingen, die een moeder alleen maar kan bedenken voor haar jongen. Hy stond op en liep het dek op en neer. Het was avond een koele avond, en de maan stond helder aan den hemel. Hij was alleen daar, keek naar de maan en dacht aan zyn moeder.... Zoo bleef hy eenige oogenblikken in diep gepeins. De zee was kalm en statig bewoog het schip zich op de stille wateren. Theo begaf zich eenige oogenblikken later naar zyn hut en sliep weldra. De dagen en weken verliepen. lederen dag meer naderde het schip zijn einddoel land kwam in zicht en het duurde niet lang meer of de bestemming was bereikt. De boot ankerde in de haven en weldra was het overal een groote drukte bagages wer den uitgeladen, passagiers stapten van boord, werden verwelkomd door vrienden en beken den en ook onze jonge Theo werd afgehaald door een vertegenwoordiger, die uit naam der directie hem kwam begroeten en kennismaken. Welkom hier, zeide hy en zy drukten elkaar de hand. Het deed den jongen man goed zoo hartelijk te worden ontvangenis ook hier nog iets voor u, en meteen gaf hij aan Theo een brief. Theo bekeek het adres en o, verrassing, nu al een welkom van moeder. Haastig en zenuwachtig opende hy het cou vert, en daar las hy: „Wees flink, myn jon gen. Denk nu maar by al je arbeid: Moeder vergeet je niet, dat zal je dan moed geven." Een envelopje apart in de enveloppe, hij maakte het open en wat zag hyeen portret van moeder, en daaronder geschreven: „Flink zijn, mijn jongen, moeder denkt aan je." Dit kwam op zyn bureau te staan, dacht Theo. Samen gingen zy naar de zaak om met -3e directie en het andere personeel kennis te ma ken en den volgenden morgen ging Theo aan den arbeid. Het was een groot en druk kantoor met veel personeel: allen werkten met energie Dat had Theo al gauw bemerkt allen waren bezield met één gedachte, hun krachten in te spannen om de zaak groot te maken. Theo voelde zich dan ook spoedig thuis en ook aan het klimaat ging hij langzamerhand wennen. Hij ging el- ken dag met moed aan den arbeid, eiken dag keek hy naar het portret en naar hetgeen moeder er onder geschreven had eiken dag netzelfde, maar toch altijd weer nieuw. De jaren verliepen en groote vorderingen werden door Theo gemaakt; hy had ook al enkele malen promotie gemaakt. Er was een geregelde briefwisseling over en weer. wat zou ry graag eens om een hoekje kijken, wanneer de post een brief van hem bracht, even maar om een hoekje dat gezicht van moeder. Moeders gezondheid bleef goed, in haar laatsten brief schreef zy het nog. „Als je met verlof komt, is moeder aan de boot om je te Daarna zochten we 'n goed hotel op en richt ten er ons voor een verblijf van enkele weken behaagiyk. Na een paar dagen kwam er een antwoorö-telegram uit Washington, waarm stond dat ze erg blij waren over onze ontsnap ping en de onderhandelaars met het losgeld bij tijds hadden kunnen terugroepen; verder dat de Amerikaansche regeering ons ontsloeg van de opdracht om in Mantsjoerye een onderzoek naar den stand van zaken in te stellen en dat myn vader en moeder weer naar Amsterdam zouden vertrekken, vergezeld van tante Sidney. Mynheer Dickens en Amy waren reeds eenige weken te voren naar Engeland afgereisd. Dat was een duur telegrammetje, zei ik tegen Oom, toen wy 's avonds in bed lagen. Maar ik zou nu toch wel weer eens naar huis terug wil len. Zouden we. zoo ging ik verder, niet naar Ned.-Inöië kunnen vliegen, daar het toestel verkoopen om dan per boot naar Nederland of Engeland terug te gaan? Een prachtig voorstel, Bok. dat doen we! Den volgenden dag gingen we, gezeten in een riksjaw, naar het regeeringspaleis te Nan king, waar de autoriteiten ons uiigenoodigd hadden, teneinde een verslag te komen uitbren gen van onze wonderlijke avonturen. De ont vangst was zeer hartelijk en de heeren waren meer dan verbaasd, toen ze van onze ervaringen vernamen. Daarna maakten we onze toebereidselen voor ons vertrek, en na eenige dagen startten wy van het vliegveld te Nanking, maakten een urenlange vlucht over Zuid-China om tenslotte de kust onder ons te zien verdwijnen en onzen tocht over de Zuid-Chineesche zee voort te zetten. halen en dan zal het feest zijn myn jongen, feest in ons huis." Steeds had hij geld naar Holland gezonden, l.reeg dan een brief van moeder terug, dat zij bly was met het geld, maar toch voornamelijk dat het haar jongen zoo goed ging. Een plaats vervanger werd reeds voor Theo aangewezen, cm in zyn werk te worden ingeleid. Het verlof r.aar Holland zou spoedig worden verleend. Moeder wist het ook al en in haar laatsten brief schreef zy er over. Nu kom je spoedig met verlof, myn jon gen. Zy was al 1 maanden, dan stond zy aan l de boot en dan.. dan zal het feest zyn in huis. Beiden, zoo ver van elkander, ver heugden zich al op een bly weerzien in Hol land. Moeder had zich al die jaren goed gehouden. Zestig jaar was zij nu geworden. Op haar ver jaardag had zij in den brief gelezen, dat, als zij dezen ontving, Theo zich al op de boot had ingescheept en de terugtocht naar Holland was aanvaard. Dit was wel de grootste verras- s ng, die zy ontving. Nu ging zij de dagen tel len: 30, 29, 28, 27 enz. Zoo telde zy en iede- ren avond ging zy met een bly hart ter ruste. De najaarsstormen kwamen en met de stor men de koude regenvlagen, slecht weer voor Moeder. Zij was altijd zoo flink geweest, maar nu had een zwaar gevatte kou haar in bed ge houden. Zij lag met hooge koortsen De ont boden dokter raadde opname in een zieken huis aan. Daar had zy een goede verzorging en alles bij de hand. Moeder zou dan wel weer gauw opknappen. Zy was een zonnetje voor de andere patiënten, want ieder, die in haar om geving-was, vertelde zy van haar zoon in Indië, cie zoo groote promotie had gemaakt en nu na 5 jaar weg te zijn geweest spoedig met verlof kwam. Zy had het uitgerekend, net nog in het Oudejaar kon hy terug zyn. Op de ziekenzaal stond een Kerstboom te branden, en de zusters zongen Kerstliederen. Moeder dacht aan vroeger dagen, toen zy ook nog met vader en haar jongen Kerstfeest vier de, hy was toen nog klein, wat was hy altyd bly met zyn cadeautjes en wat vond hy den Kerstboom mooi en de lichtjes en op Oude jaarsavond moest de boom ook nog branden. Haar oogen schitterden by de gedachten aan dat lang verleden. Vermoeid viel zij in een diepen slaap. Op de boot was het een en al vroolykheid, Theo de jonge ambtenaar had op de boot ken- ris gemaakt met een aardig blond meisje en samen hadden zy voor elkaar uitgemaakt den rtap maar te wagen en zich te verloven. En daarom was er met enkele kennissen een ultiem feestje aangericht. De brief met de ver rassende boodschap was al aan moeder gezon den en mede ingesloten een portret van het meisje. Wat zal moeder bly zyn als wy samen aan komen, zei Theo. zy schreef my al vroeger, als je aankomt, is moeder aan de boot en er zal feest zyn, groot feest zijn in huis. En nu, als wij dan samen komen.... verlangend zagen zy al naar dien dag uit. Moeder ging langzaam achteruit. De dokter had haar nog 14 dagen te leven gegeven. Ver langend zag zy naar de komst van haar kin deren uit. De boodschap van de verloving had zil ontvangen en innerlijk had zy zich al ver heugd op de toekomst van haar jongen. De koorts week maar niet, hoe langer hoe zwakker werd ze, maar met moed hield zy zich sterk, lederen avond bad ze, dat ze nog maar zoo lang mocht bly ven leven, dat ze haar kin deren had gezien, haar Theo, haar jongen en dan nu met zyn toekomstige vrouw. Een telegram werd aan het ziekenhuis be zorgd, nog twee dagen, en dan kon de boot aan zyn. En moeder wachtte met sterk verlangen die laatste dagen. Hoeveel uur is het nu nog, zus ter? zei ze met zwakke stem. „Nog 4 uurtjes en dan kan uw zoon hier zyn. Hy wordt afge haald." Met smachtend verlangen lag zy daar. roer loos stil, de oogen naar de deur gericht. Zou ze hen nog zien? „O God, laat my nog even hier," steunde zij, Jk wou ze nog zoo graag even zien...." en toengebeurde het, de deur ging open en een paar jongelui kwamen binnen. „Myn kinderen," klonk een zwakke stem uit de ziekenzaal. „Zyn jullie daar? Goddank, toch nog gezien!" Dan neemt zy de handen van haar kinderen, omklemt ze in de hare.... spreken ging heel moeilijk, maar zy kon nog zeggen: .,Ga samen net leven in, ik vind het goed; God zegene jelui leiden." En toen nog eenmaal met gebroken oogen keek zy hen aan, een hemelsche glimlach op haar gelaat Oudejaars-avond. Het orgel op de zaal speelde heel zacht: Uren, dagen, maanden, jaren, Vlieden als een schaduw heen. Moeder was niet meer, de kinderen aan het doodsbed omhelsden eikaar. Voor hen was de Nieuwjaarsmorgen aangebroken, het begin van een nieuw leven. En voor moeder.Ook voor haar was het Iheuwjaar, maar in den hemel. S. A 11*. °P dlt blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid t Pt werkendoor f 7Cfi bij een ongeval met f Of/1 by verlies van een hand f 1 O C oij verlies van een f Cf) bij een breuk van f A tl bU verlies van 'n /rll€ CLOOHTI" O ongevallen verzekerd voor een der volgenae uitkeeringen O1/1/ U»m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen I /OU»- doodeiyken afloop £tO\J»~ een voet of een oog# JbO»-duim of wysvinger I OU." been of arm Ti/." anderen vinger 3 „Morgen, lady Coote," zei Gerald Wade. „Waar zijn al de anderen?" „Die zyn allen naar Market Basing,zef iady Coote. „Waarvoor?" „Een grap," zei lady Coote met haar diepe, melancholieke stem. „Het is nogal vroeg voor grappen," zei myn heer Wade. „Het is niet zoo heel vroeg meer," zei lady Coote met nadruk. „Ik vrees, dat ik een beetje laat beneden was," zei mynheer Wade met ïnnemende oprechtheid „Het is raar, maar waar ik ook logeer, ik ben altyd het laatst beneden." „Erg raar," zei lady Coote. „Ik weet niet hoe het komt," zei mynheer Wade nadenkend. „Ik kan er heusch niet achter komen." „Waarom sta je dan niet eenvoudig op." stelde lady Ccot voor. „O," zei mynheer Wade, tamelijk onaange naam verrast om den eenvoud van die oplossing. Ernstig vervolgde lady Coote het gesprek. „Ik heb sir Oswald dikwijls hooren zeggen, dat er niets een jongeman meer vooruit helpt dan stipte gewoonten." „O, dat weet ik," zei mynheer Wade. „En dfe heb ik ook als ik in de stad ben. Ik be doel, dat ik om elf uur op dat gezellige minis terie van Buitenlandsche Zaken moet zyn. U moet niet denken, dat ik altyd zco'n uierik ben lady Coote. Wat hebt u toch vreeseiyk aardige bloemen in die lage border. Ik weet niet meer hoe ze heeten, maar we hebben ze thuis ook, die lila dingetjes. Myn zuster is ver schrikkelijk dol op den tuin." Lady Coot werd onmiddellijk afgeleid. Ze was te zeer vervuld van haar grieven. „Wat hebt u voor tuinlieden?" „O, maar één. Ik vfnd het een ouden, eigen- aardigen kerel. Hy weet niet veel, maar hij doet wat je zegt. En dat is al veel, is het niet?" Lady Coole beaamde dit met zulk een diep gevoel in haar stem. dat het zonder twijfel voor haar een onschatbare waarde zou geweest zyn, als ze een melodramatische geweest was. Ze begonnen een gesprek over de ongerechtigheden van tuinlieden. Onderwyi ging het de expeditie goed. Ze had den het voornaamste magazijn van Market Basing bestormd en de plotselinge vraag naar wekkers verbijsterde den eigenaar ten zeerste. „Ik wou, dat Bundie hier was." mompelde Bill. „Jij kent haar toch Jimmv? O, jy zou haar aardig vinden. Zy is een vreeselyk aardig meisje een echte vroolyke meid en boven dien; ze heeft een goed verstand, jy kent haar toch Ronny." Ronny schudde het hoofd. „Ken je Bundie niet? In welken achterhoek heb jy dan toch gezeten? Ze is er een van het echte soort." „Een beetje subtieler, Bill," zei Soeks. „Schel uit met over je vriendinnen te zwetsen en schiet wat op met de zaak." Mijnheer Margatroyd, de eigenaar van het magazijn werd welsprekend. „Als ik u mag raden juffrouw, dan zou ik zeggen niet die van 4.75 dat is een goede klok, versta me wel ik wil ze niet afkeuren maar ik zou u ten sterkste aanraden deze te nemen van 6.50. Die is den hoogeren prijs een volle waard. Betrouwbaar begrypt u? Ik zou niet graag hebben, dat u later zei „We hebben geen erg betrouwbare klok noo- di'g,-1' zei Nancy. „Ze hoeft maar een dag te gaan, dat is vol doende," zei Helen. „Het hoeven geen subtiele te zyn," zei Soeks. „We moeten er een hebben die goed hard afloopt." „We moeten...." begon Bill, maar hy kon den zin niet afmaken, want Jimmy, die aanleg voor werktuigkunde had, had eindelijk de con structie gesnapt. De volgende vyf minuten verging de winkel van het harde, rauwe gebel van vele wekkers. Ten slotte hadden ze toch zes uitstekende wekkers uitgekozen. „En weet je wat," zei Ronny royaal „Ik zal er een koopen voor Pongo. Hy heeft het ver zonnen en het zou schande zyn als hij er niet aan meedeed. Hy zal vertegenwoordigd wor den." „Dat is goed," zei Bill. „En ik zal er een nemen voor lady Coote. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. En zy doet de pionierswerk. Waar schijnlijk zit ze nu te zwammen tegen Gerry." Inderdaad zat lady Coote in geuren en kleuren een verhaal te doen over Mac Donald en een bekroonden perzik en ze amuseerde zich goed De wekkers werden ingepakt en betaald. Met een uitdrukking van verbijstering zag mynheer Margatroyd de auto's wegrijden. De jongelui uit de eerste standen waren tegenwoordig wel heel bijdehand, maar niet gemakkelijk te begrij pen! Hy wende zich met een zucht van ver lichting tot de domineesvrouw die een nieuw soort theepot, dfe beslist niet drupte, moest hebben, TWEEDE HOOFDSTUK OVER WEKKERS „Waar zullen we ze nu zetten?" Het diner was afgeloopen. Lady Coote moest haar gasten weer bezighouden. Sir Oswald was haar onverwachts te hulp gekomen door voor te stellen om te bridgen alhoewel voorstellen het juiste woord niet is. Sir Oswald zooals dat een van „Onze Industrieeele Leiders" betaamt, drukte slechts een voorkeur uit en zyn omgeving haastte zich te schikken naar de wenschen van den grooten man. Rupert Bateman en sir Oswald waren partners tegen lady Coote en Gerald Wade, hetgeen een zeer gelukkige regeling was. Sir Oswald speelde bridge zooals hy alles deed, n.l. buitengewoon goed, en hy hield ervan, dat zijn partner dat ook deed. Bateman was een even uitstekend bridgespeler als hy een uitstekend secretaris was. Beiden bepaalden zich uitsluitend tot het spel, terwijl ze slechts nu en dan, kort en barsch, alsof ze keften, mededeelden: „Drie honneurs." „Ik doubleer," „Drie schoppen." Lady Coote en Gerald Wade speelden beminnelijk en onlogisch en de jongeman liet niet na om na ieder spelletje te zeggen: „Partner, dat was gewoonweg uit stekend gespeeld van je," op een toon van een voudige bewondering, die ongewoon en nieuw was voor lady Coote en haar bijzonder vleide. Bovendien kregen ze heel goede kaarten. Men dacht, dat de anderen aan het dansen waren op de muziek van de radfo. In werkeiyk- heid stonden ze by de deur van Gerald Wade's slaapkamer en de lucht was vervuld van inge houden lachbuien en het harde tikken der wek kers. „Op een rijtje onder het bed," stelde Jimmy voor als antwoord op Bill's vraag. „En op hoe laat zullen we ze zetten? Allemaal op denzelfden tyd zoodat er een verschrikkelijke herrie losbreekt, of by tusschenpoozen?" Men begon te redetwisten over dat punt. zeer hevig zelfs. De eene party bracht naar voren, dat voor een eerste klas slaper, als Gerald Wade het bellen van acht wekkers tegelijk noodig was, de andere zijde wees op het nut van een geregeld, afwisselend maar aanhoudend af- loopen. Eindelijk won het deze laatste party. De wek kers werden zoo gezet, dat ze na sikaar af zou den loopen te beginnen om 6 urn- 30 voormid dag. „En ik hoop," zei Bill braaf, „dat het een lesje voor hem zal zijn." „Hoort, hoort," zei Soeks. Ze waren juist begonnen met de wekkers te verstoppen, toen ze opeens verschrokken. „St, st," zei Jimmy. „Er komt iemand de trap op." Een panïek volgde. „Het is in orde," zei Jimmy, „het is Pongo maar." Mijnheer Bateman maakte gebruik van de ge legenheid dat hy „blinde" was om op zijn kamer een zakdoek te halen. Hij stond onderweg stil en overzag de situatie oogenblikkelyk. Dadelijk maakte hy een opmerking zonder twyiei een eenvoudige en practische opmerking. „Hij zal ze hooren tikken als hy naar bed gaat," zei hy. De samenzweerders keken elkaar aan. „Wat zei ik jullie," zei Jimmy op eerbiedigen toon. „Pongo heeft altijd een goed verstand ge had." He man met het verstand ging weg. „Het is waar," gaf Ronny Devereux toe, zijn hoofd nadenkend een wefnig op zij gebogen. „Acht wekkers die tegelijk tikken maken een helsch lawaai. Het zou zelfs Gerry niet ontgaan, al is hy nog zoo'n ezel. Hy zou waarschijnlijk raden, dat er iets aan het handje was." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1934 | | pagina 9