Een poging tot ordening Het proces Hauptmann. Buziau veertig jaar revue-komiek. DE GESCHIEDENIS DER CENTRALE H.L.S. ZATERDAG 5 JANUARI 1935 De Centrale H.L.S. BOEK EN BLAD FOTOREPORTAGE $W<«' Da beklaagde Hauptmann (midden) mat zijn verdediger (links) tijdens de behandeling van het proces te Fle- mington, waarbij tegen Hauptmann wegens ontvoering van Lindbergh's baby da doodstraf Is geëischt Veertig jaar revue-komiek. Drie prachtige creaties van Johan Buziau in de nieuwe Bouwmeester-revue .Met vlag en wim pel' Da bijaankomst van da Duitscha Rijksragaaring mat da Rijks-stadhouders an da laidanda Instanties dar Rijkswear, SS. an S A. In da Staatsopera ta Berlijn. Troepen zettan dan wag dlan Hitler an da autoriteitan zullen volgen, af Door da nationale luchtvaartsehool Is aan nieuw tweepersoons-zweefvliegtuigje aangeschaft dat twea kleine landlngswielen met luchtbanden bezit an bestemd Is voor het lasgeven De heer J. Systermans, voormalig opperwachtmeester bij de Marechaussee, h geïnstalleerd als burgemeestar van Huybergen, bij welke gelegenheid hij door vele autoriteiten gecomplimenteerd werd S'ern Heyden, de bekende Nederlandsche schaatsenrijder, vertrok Vrijdag uit Rotter dam naar Davos, om deel te nemen aan de internationale schaatswedstrijden aldaar. Het afscheid van vrouw en kind In den zomer van 1933 zag het ar uit alsof eindelijk ernstig begonnen zou worden met een ordening van het bedrijfsleven. Langzamer hand was men in alle tringen gaan begrijpen, dat een strijd van allen tegen allen niet het meest geschikte middel ls om uit de crisis te geraken. De economie maakt geen uitzonde ring op den algemeenen regel, dat samenwer king beter is dan strijd en dat samenwerking slechts mogelijk ie onder bevoegde en vooruit ziende leiding. Het pas opgetreden mlnisterie-Colijn liet dan ook een forsch geluid hooren. In de memorie van antwoord op het voorloopig verslag omtrent hoofdstuk I heet het: „anders staat zij (de regeering) tegenover de ontwikkeling der maatschappij "in corpo ratieven zin. Hieraan wil de regeering mede werken. Zij wenscht echter te waarschuwen, zich niet te spoedig gevangen te geven aan de leuzen van den dag. Voor zooveel de re geering zou1 oordeelen, dat wijzigingen in <le Grondwet noodzakelijk zijn, zal zij niet aar zelen daarover te zijner tijd voorstellen in te dienen." En in de Memorie van Antwoord op hoofd stuk X dier begrooting schreef Minister Ver schuur, waar hij het over regelmatig contact tusschen regeering en bedrijfsleven had: „een bedrijf, dat wellicht voor-een stap als hier bedoeld rijp is, zou kunnen zijn de schoe nen- en lederindustrie." Met de ordening van deze industrie was dan ook reeds een begin gemaakt. De toestanden in die branche leenden zich dan ook bijzonder voor een saneering in dien zin, dat een wilde concurrentie alle prijzen zoover omlaag gedre ven had dat ei geen droog brood meer te ver dienen viel. - - Op 26 Mei 1933 was de Oentrale H. L. S. op gericht, waarin niet alleen alle ondernemers in de huiden-, leer- en schoenenbranche, maar ook de fabrikanten en handelaars in bet ne venartikel rubber zouden worden samenge bracht en waarin zij met elkaar overieg zouden kunnen plegen. Den geheelen winter door werkten de organi satoren om de Centrale al-omvattend te ma ken. Daarbij hadden zij allen steun van minis ter Verschuu". De leerfabrikanten in ons land koesterden reeds lang den wensch, dat de in voer van hun artikel beperkt zou worden. „Con- öngenteering kunt ge krijgen." zei men op het departement, „mits ge U bij de Centrale aan- miiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiim In het begin van dit jaar stond de fj poging tot ordening in de huiden-, leer- en schoenenindustrie in het H middelpunt der belangstelling. Moet men deze poging thans als mislukt j| j§ beschouwen? In een tweetal artikelen E zullen wij het ontstaan, het werk en |j H de moeilijkheden der organisatie j| schetsen, waarbij de vraag onder het jjj H oog gezien zal worden, of de sanee- M E ring nog te redden is. E iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiil sluit". Den fabrikanten van schoenen werd te kennen gegeven, dat verlenging der contingen- teering van hun artikel gevaar liep. wanneer ook niet zij iid werden van de Centrale. De winkeliers en schoenmakers sloten zich voor het meerendeel aan op aanraden van hun bon den. Deze zagen in de Centrale een middel ter beveiliging tegen een nieuwen, machtigen concurrent, Bata, van wien men vreesde, dat hij na de oprichting van zijne fabriek in Best zijn veriroops-organisatie zou uitbreiden. De Centrale aan het werk In het voorjaar van 1934 waren wel haast alle Nederlandsche belanghebbenden bij de Centrale aangesloten. Toen werd het voorbe reidingsstadium afgesloten met een daad, die ten doel had, de organisatie te consolideeren. Het bestuur nam een tweetal bindende beslui ten, waarbij het aan leden verboden werd da den van koophandel, betreffende leder en schoenen, te verrichten met personen of instel lingen, die geen lid van de Centrale waren. De bedoeling ligt voor de hand. Wilde de Centrale iets kunnen uitrichten dan moest zij de leden ook aan zich binden. Geen Poolsche landdag, waar iedereen uit kan loopen, die het er niet mee eens is. De bindende besluiten maakten het uittreden van een enkeling on mogelijk. Maar nog voordat zij haar positie door de „bindende besluiten betreffende daden van koophandel" zooveel als maar mogelijk was had versterkt, had de Centrale reeds een aanvang gemaakt met de saneering van de branche. Aan een regeling der productie viel nog niet te den ken. Maar tegen enkele der meest funeste misstanden kon men toch reeds optreden. Zoo nam op 19 Maart het bestuur een bin dend besluit inzake uitverkoopen en opruimin gen. Men weet, dat uit middenstandskringen reeds lang aangedrongen wordt op wettelijke rege ling van het uitverkoopwezen. Er schijnt dan ook een wetsontwerp te zijn, maar dat ligt nog altijd bedolven onder paperassen in een of an dere papierlade ten departement®. De Centrale kon er zelf een maken en doorvoeren en heeft daarmede aan den schoenhandel in de afge- loopen zomer uitstekende diensten bewezen. Dienzelfden datum trad een besluit in wer king, dat voor de onderscheiden soorten schoe nen en pantoffels minimumprijzen vaststelde. De goedkoopste heerenschoenen werden geno teerd op 2.95. Geen overdreven orijs. Een ander bindend besluit, dezen zomer ge nomen, betrof de vrijheid om in alle betreffende branches nieuwe zaken te openen. Speciaal de schoenmakers zagen zich vaak bedreigd door beunhazen, die om een of andere reden zonder middelen van bestaan geraakt, een schoenma kerijtje begonnen, omdat daar al heel weinig kapitaal voor noodig is. Het is trouwens een euvel, dat den geheelen middenstand bedreigt en niet zonder reden heeft de N. R. K. M. In zijn urgentie-program een tijdelijk vestigingsverbod en een concessie- stelsel aan de regeering gevraagd. Mogelijk lig gen ook desbetreffende ontwerpen m een de partementale lade te vergelen. Doch de Cen- tiale-H. L. S. trachtte zelf iets tot stand te brengen. Rumor in casa Natuurlijk waren er leden der Centrale, die het met de besluiten niet eens waren. Het is nu eenmaal onmogelijk om het in een organi satie in een geheelen bedrijfstak het een ieder naar den zin te maken. Daar waren er ook, die de wijze waarop de besluiten werden ge nomen te „tyranniek" vonden. Deze werden volgens de statuten „in spoedeischende geval len" door het dagelijksche bestuur genomen traden soms dienzelfden dag nog in werking en vervolgens naar het algemeen bestuur door gezonden, dat de betreffende groepscommissies boorde en dan de genomen maatregelen kon bekrachtigen of vernietigen. Ook lokte de vorm der Centrale, waarin alle groepen onder één „toporganisatie", één algemeen bestuur veree- nigd waren, van sommige zijden critiek uit. Er werd geroepen om meer decentralisatie, car, meerdere vrijheid der afzonderlijke groepen, die dan op voet van gelijkheid konden samenwer ken. Op 23 April 1934 benoemde de Minister van Eccn. Zaken prof. H. A. Kaag te Tilburg tot „regeeringscontactcommissaris." Tot hem wend den zich de opposanten met hun klachten. An derzijds deden sommigen hun best, de beslui ten te ontduiken en handel te drijven met niet- aangeslotenen. Zü vielen daarbij hun Centrale in den rug aan en bemoeilijkten de saneering van hun eigen bedrijf. Maar in het midden van den zomer had het bestuur goede hoop dat de eenheid bewaard en versterkt zou worden. Want op 23 Juni had minister Colijn ingediend het Wetsontwerp tot verbindendverklaring van ondernemers-over eenkomsten. (Slot volgt). „HET OBJECT DER PSYCHOLO GIE", door Dr. J. Brederveld. Uitg.: J. B. Wolters, Groningen. De schrijver noemt de psychologie het moei lijke kind in het gezin der wetenschappen. Eenerzijds beleeft zij een tijdperk van grooten bloei, aan den anderen kant vertoont zij een beeld van chaotische verwarring, die reeds aan vangt in het stellen van haar object. De „psy che" is een voorwerp, dat niet met den vinger kan worden aangewezen, waarvan men wezen en eigenschappen moet afleiden uit de ver schijnselen, waarin het zich openbaart. En zelfs over de vraag welke die verschijnselen zijn neerscht geen eenstemmigheid. Het proefschrift van Dr. Brederveld nu geeft een voortreffelijke uiteenzetting van de verschillende meeningen dienaangaande en tracht eenige ordening in den chaos te brengen. Al wijken zijn wijsgeerige inzichten op meerdere punten van de onze af, wij kunnen zijn arbeid ten volle waardeeren en juichen het toe, dat hij zijn geschrift voor bree- dere kringen van beoefenaars der psychologie toegankelijk maakte. Interieurfoto van de beroemde Oostenrijksche Admont-bibliotheek, waar zeer waarde volle boeken, o.a. eenige zeer oude Bijbeluitgaven, worden bewaard. De bibliotheek heeft toestemming gekregen, eenige honderden boeken aan het buitenland te verkoopen „HET GEZONDHEIDSKOLONIE- WEZEN VOOR KINDEREN IN NEDERLAND." Een sociaal-pae- diatrische bijdrage door Dr. A. A. Koopal. Uitg.: Wolters, Gro ningen. Met de bijbedoeling de volksgezondheid te be vorderen via de kinderen, stelde Dr. Koopal dit proefschrift ook in den handel verkrijgbaar. Dit teekent de maatschappelijke naast de we tenschappelijke instelling van zijn heeie boek, dat geheel in de lijn der sociale genees kunde van Prof. Scheltema het koloniewezen voor kinderen in den thans bestaanden vorm schetst en wegen aanwijst om het nog méér dan tot dusver aan zijn doel te doen beantwoor den. Voor ieder, die met het gezondheidskolo nie-wezen te maken heeft, zal het practisch onmisbaar blijken. JEUGD IN OPSTAND", door Dum-Dum. Uitgeverij „Oister- wijk", in opdracht van het Neder- landsch Volksfascisme ,£wart Front." Fascistische poëzie van een jongen zonder dichterlijk talent, die veel verwacht van het z.g. „Zwart Front", als een der tallooze fascisti sche beweginkjes in ons vaderland. Hoe de dichterlijke vertegenwoordiger van „Zwart Front'; oordeelt over de beweging van Ir. Mus- sert kan blijken uit het volgende versje, door den schrijver aangediend als een gedicht: Wij zijn de N. S. B.-juweelen Wij hebben hartjes om te stelen Hoort, hoe wij lieflijk: „Vova" kweelen Wie wil niet mee met Mussert spelen? Wij zijn nét eng'len uit den hooge En w' hebben onze schaapjes op het droge Wij zijn fatsoendelijke leeuwen Hoort ons beschaafd: „Houzee-zè.g" schreeuwen De geestigheid is van dezelfde soort als in „De Notenkraker", de poëzie is flauw, maar het is interesant om te hooren, hoe de fascisten over elkanders groepeeringen denken. „NEO-SOC1ALISME? Orde, ge zag, natie", door B. Montagnon. Adrien Marquet, Marcel Déat en Max Bonnafous, vertaald en inge leid door E. Boekman. Uitg.: Em. Querido, Amsterdam. Overal kraakt het in de socialistische partijen. De golf van nationale strevingen, van afkeer tegen de klassenstrijdgedachte in haar scherpsten vorm heeft den rechtervleugel geraakt en den blik eenigszins verruimd. Men wil, om de leiding over de massa te behouden, zich thans ook tot boeren en middenstanders wenden, het eenzij dig standpunt van het arbeidersbelang alleen laten varen. Van den anderen kant dringt de groeiende macht van 't fascisme, dat voor hen verlies van al hun practische resultaten betee- kent, de socialistische leiders in de reactie. Hun aanhangers zien achter het fascisme den grijns van het liberalisme en vragen ongeduldig hun leiders waarom zij niet „naar de macht grijpen" wat zij al zoo lang hebben beloofd. Zoo groeit er een conflict, een spanning, die tenslotte tot scheuring voert. Dat is de achtergrond van dit boekje, waarin de redevoeringen der scheur makers van het Fransche socialisme op het congres waar de splitsing een feit werd, staan opgenomen. Een bijzonder interessant boekje voor wie de hedendaagsche ontwikkeling van het socialisme volgt. HANDENARBEID II, door H. El- singa. Uitg.: J B. Wolters, GroningenBatavia. Wij hebben voor ons liggen het tweede deeltje van .Handenarbeid", dat speciaal over hout- arbeid gaat. „In de serie houtmodellen, die in dit boek voorkomen", aldus in de inleiding, is er naar gestreefd, de modellen zoo te kiezen, dat het meerendeel zoowel door jongens als door meis jes kan worden gemaakt." Daar het boekje bedoeld is als een beknopt leerboek ten dienste van hen die zich bekwa men voor het examen handenarbeid, ls dit na tuurlijk van groot belang. Dat er enkele werk stukken in het boekje voorkomen, die voor meisjes misschien minder geschikt zijn, doet aan dezen algemeenen regel niet af. Alle in het boekje voorkomende teekeningen zijn volledig, zoodat de werkstukken dus geheel naar die werkteekeningen uitgevoerd kunnen worden. Het boekje beoogt slechts het beperkte gebied van het examen-programma voor de akte han denarbeid te bestrijken. Daarin lijkt ons de schrijver ten volle geslaagd te zijn. ,JIIEUWE NORMEN. De Bronnen van de productiviteit en van de vreugde", door H. Dubreuil, ver taald door E. Stoffel Uitg.: JE. Kluwer, Deventer. In Frankrijk staat het technisch kunnen reeds van ouds in goede faam. Wel te ver staan: de Franschman bewondert het ratio- neele, dat er in ligt, niet zoozeer de energie tot zelf uitvoeren en aanpakken, die den Duitscher kenmerkt. Wanneer hij naar Amerika kijkt, trekken de hersenconstructies in dat land hem meer dan de prestaties in staal en beton. Hij waardeert den geest van den ingenieur meer dan zijn arbeid. De boeken van Dubreuil vertoonen die men taliteit duidelijk. Zij bevatten een consequent doorgeredeneerde lofprijzing op de techniek niet op haar producten, maar op den geest die haar draagt, den geest van door en door ver standelijke inzichten, met uitsluiting van alle gevoelsfactoren of irrationeele momenten. De geest van cijfers en cirkels, van taylorisme en psychometrische instrumenten. Tot welke eigenaardige gevolgtrekkingen men in deze mentaliteit komt, toont b.v. 'n uitlating van den schrijver op blz. 92 van dit boek, waar hij naast elkaar stelt de kosten van de oneer lijkheden der lezers, die boeken verduisteren uit de openbare leeszalen en de kosten van controle en opsporing van op deze wijze verdonkere maande werken. De laatste zijn hooger, dus de cijfers wijzen uit dat een dergelijke controle niet moet bestaan. Van daar naar het afschaf fen der dure gevangenissen omdat een moord minder „kost" is slechts één stap. Het doet niet beschaafd meer aan zulke din gen te lezen. Dat heeft met cultuur niets meer te maken. Dat is 't vleesch geworden rentabiii- teitsrekenen, de ergste uitvinding, waar mee Satan het menschdom heeft bezocht. „EEN KERSTVERHAAL", door Jeanna Oterdahl. Uitg.: J. M. Meulenhoff, Amsterdam. Als Kerstbrief heeft de firma Meulenhoff dit sprookje, dat verhaalt hoe Maria met het kind je in den Kerstnacht op aarde rondwandelt door niemand wordt herkend, integendeel over al wordt verstooten tot aan het einde vaa Haar aardsch verblijf twee oude vrome zielen zich over Haar ontfermen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 4