Slager-propagandist
vrijgesproken
De brief
van den dood
Kinderuitzending
Vervoer per lucht
schip
W erkverschaf f ing
Conflict bij de
„Sphinx"
Schip gezonken
HET VERGAAN VAN DE
„JUPITER"
DONDERDAG 10 JANUARI 1935
Nieuw zendstelsel
Ongesmolten dierlijk
vet
Kamer van Koophandel
te Den Haag
Verkeersstagnatie te
Rotterdam
Bemanning gered
Overval gefingeerd
Subsidie-voorwaarden gewijzigd
De kapitein door den Raad voor
de Scheepvaart berispt
Onderzoek naar mogelijkheid van
luchtreederij
Onlangs ingevoerd systeem maakt
twee gesprekken op één radio
zender mogelijk
Nieuwe contingenteering in
werking getreden
De „Hertog Hendrik"
Regeling der plaatsing van kost
winners en kostgangers
Kostwinners
Kostgangers
AUTOBUSDIENSTEN IN DE
WIERINGERMEER
Kwestie bij den Raad van State
Zestig arbeiders leggen het
werk neer
N ieuw jaarsred e
Kleine oorzaak met groote
gevolgen
Consumptiemelk
Er is meer noodig, om tot een ver
oordeeling te komen
Na een aanvaring op de Waal met
een ander sleepschip
Vrouw had het geld opgemaakt
HIJ HAD NOG MEER OP ZIJN
GEWETEN
Ossche moordenaar verdacht
van roofoverval
BRAND IN MEUBELFABRIEK
BRAND IN BOERDERIJ
Verscheidene stuks stamboekvee
omgekomen
ONDER VRACHTAUTO
GEDOOD
IN HET RUIM GEVALLEN
SCHIPPERS GAAN STAKEN
ZWERVER VERDRONKEN
UIT DE STAATSCOURANT
DETECTIEVE-ROMAN VAN A. FIELDING
In de voorwaarden gesteld ter verkrijging
van een subsidie in de kosten van de kinder
uitzending, opgenomen in de Nederlandsche
Staatscourant van 17 Januari 1934, no. 12, wor
den de volgende wijzigingen gebracht:
1. In art. 5, le lid, worden de woorden „3
Jaar" vervangen door „1 jaar".
Het laatste lid van dit artikel vervalt.
2. Art. 10 wordt gelezen als volgt:
Ieder lid van het personeel moet in het be
zit zijn van een verklaring, afgegeven door een
geneeskundige, verbonden aan een van Rijks
wege gesubsidieerd Consultatiebureau, dat door
middel van een Rontgenologisch onderzoek is
komen vast te staan, dat hij of zij niet lijdende
is aan een vorm van tuberculose, welke be
smettingsgevaar voor de kinderen oplevert.
Deze verklaring mag niet ouder zijn dan twee
jaar.
Personeel, dat op 1 Januari 1935 in dienst
is, moet vóór 1 Maart 1935 in het bezit zijn van
die verklaring. Personeel, dat na 1 Januari
1935 in dienst komt, moet op den dag van m
dienst treding zoodanige verklaring bezitten.
De inspecteur moet bij zijn bezoek aan het
koloniehuis te allen tijde inzage van de ver
klaringen kunnen nemen, waarbij hem dan te
vens overgelegd moet worden een door het be
stuur gewaarmerkte lijst, waarop vermeld zijn
de namen van het personeel en de datum van
hun indiensttreding.
De verklaringen, hiervoren bedoeld, moeten
telken jare in de maand Mei of indien het
koloniehuis alsdan nog niet geopend is, bin
nen een maand na den datum, waarop het is
geopend worden ingezonden bij den Genees
kundig Inspecteur van de Volksgezondheid in
wiens ambtsgebied het koloniehuis ligt, onder
bijvoeging van een lijst, als bedoeld in het vo
rige lid.
Het bestuur bevordert, dat op een hiertoe
van den Inspecetur ontvangen verzoek, de ver
klaring van een lid van het personeel binnen
den door den Inspecteur aangegeven termijn
bij dezen wordt ingezonden en dat het betref
fende lid van het personeel zich aan een on
derzoek op een Consultatiebureau onderwerpt
ter verkrijging van een nieuwe verklaring. Deze
nieuwe verklaring of de mededeeling dat geen
verklaring is uitgereikt kunnen worden, moet
vóór den door den Inspecteur aangegeven da
tum aan hem worden toegezonden.
3. Art. 16 wordt gelezen als volgt:
„De Vereenigingen, die kinderen uitzenden
naar gezinnen, moeten uiterlijk vanaf 1 Maart
1935 als inspectrice in dienst hebben een ver
pleegster wier benoeming aan de goedkeuring
van den Minister is onderworpen. De Vereeni
gingen, die reeds vóór 1 Januari 1935 een in
spectrice in dienst hebben, moeten alsnog de
goedkeuring van den Minister aanvragen.
De inspectrice is belast met de hygiënische
keuring der nieuwe gezinnen en met het hy
giënisch toezicht op de verzorging der kinderen,
waartoe zij tenminste éénmaal de gezinnen
gedurende het verblijf van eenzelfde kind, be
zoekt.
Vóór den 15den van iedere maand brengt de
inspectrice zoowel aan haar bestuur als aan
de(n) Inspecteur(s) in wiens (wier) ambtsge
bied de gezinnen, welke zij in de afgeloopen
maand bezocht heeft, woonachtig zijn, volgens
een door de Geneeskundige Inspectie vastge
steld model, verslag uit van haar werkzaam
heden en bevindingen.
Wanneer aan de inspectie blijkt, dat een ge
zin niet aan behoorlijke eischen, zoowel wat
betreft den aard der verpeging als wat betreft
het aantal kinderen, voldoet, wordt voor de
verpleging in dergelijke gezinnen geen subsi
die toegekend."
Aanvragen om subsidie, geschreven op ge
zegeld papier, moeten vóór 1 Maart worden
ingediend.
De Raad voor de Scheepvaart heeft Woens
dag uitspraak gedaan inzake het omslaan en
zinken van het motorschip „Jupiter" van de
Maatschappij „Jupiter" te Delfzijl.
De Raad is van oordeel, dat deze ramp is
veroorzaakt door het overgaan van de lading.
Een mooi en kostbaar schip is hierdoor ver
loren gegaan. De vraag, of ten deze aan den
kapitein eenig verwijt valt te maken, in dien
zin, dat de ramp mede aan zijn schuld te wij
ten is, beantwoordde de Raad bevestigend.
De Raad stelt voorop, dat wel gebleken is,
dat de kapitein, in vol vertrouwen op de deug
delijkheid der door hem getroffen maatregelen,
de reis heeft aangevangen. Maar dit op zich
zelf is niet voldoende, om hem te ontlasten.
Wanneer de kapitein komt te staan voor het
innemen van een hem geheel onbekende la
ding en zijn kennis omtrent den aard van de
lading hem niets zegt omtrent het al of niet
aanwezig zijn van gevaar, dan is hij er niet mee
af door zijn gebrek aan inzicht van het gebied
der zeemanschap naar dat van de warenkennis
te verleggen. Hij moet als zeeman en als ka
pitein, die de verantwoording draagt, voor zich
de gerechtvaardigde zekerheid kunnen hebben,
dat de wijze van stuwing van de lading deug
delijk is.
Het schepenbesluit (art. 91) legt hem de ver
plichting op om de lading met goede zeeman
schap te stuwen en ervoor te zorgen, dat geen
gevaar kan ontstaan, dat de lading of een ge
deelte daarvan levendig wordt. In die verplich
ting is de betrokkene te kort geschoten.
Waar de Raad aan de goede trouw van den
kapitein niet twijfelt en hij ook in het alge
meen niet blijk heeft gegeven van zorgeloos
heid, meent de Raad, hoe ernstig in het onder
havige geval de gevolgen van bedoelde tekort
koming ook zijn geweest, met een berisping
te kunnen volstaan.
In de Woensdagmiddag gehouden bijeenkomst
van het Kon. Instituut van Ingenieurs heeft
de heer A. F. Bronsing, directeur van de Stoom
vaart Mij. „Nederland" en een der leiders van
het syndicaat Luchtschipverbinding met Neder-
landsch-Indië, eenige mededeelingen gedaan
over de plannen van het syndicaat, bericht de
„Telegraaf".
Uitvoerige studie heeft het syndicaat de over
tuiging gegeven, dat luchtschepen een veilig
en relatief goedkoop vervoermiddel zijn. Bij he-
liumvulling is de passageprijs gelijk aan eerste-
klasse scheepspassage, bij waterstofvulling zelfs
belangrijk lager. Er zijn natuurlijk nog verbe
teringen mogelijk, doch het syndicaat is reeds
ruimschoots tevreden.
In samenwerking met K.L.M. en rijkssctudie-
dienst voor de luchtvaart wordt een nader
onderzok ingesteld naar de mogelijkheden van
een luchtreederij. De K.L.M. werkt nauw samen
met de mailreederijen en met het syndicaat.
Van deze samenwerking zijn goede resultaten
te verwachteh. Er zijn nog tal van lacunes in
de kennis van de luchtschipmogelijkheden die
aangevuld moeten worden, doch het syndicaat
acht wel reeds het oogenblik gekomen om het
noodige kapitaal bijeen te brengen. Hierbij is
internationaal overleg noodzakelijk om in de
naaste toekomst verwoestende concurrentie te
voorkomen.
Sedert geruimen tijd maakt prof. dr. ir. N.
Koomans proeven met radio-uitzending „met
êên-zijband". Naar het „Handelsbladverneemt,
heeft Kootwijk het S5»3teem nog weer vervol
maakt en wel in de radiotelefonische verbinding
met Indië, toegepast bij de jongste Kerst- en
Nieuwjaarsgesprekken.
Ook uit economisch oogpunt biedt het nieuwe
systeem belangrijken vooruitgang, want door de
afwezigheid van de draaggolf is de be-
noodigde electrische energie veel geringer en
bovendien kunnen beide zijbanden gebruikt
worden, elk voor een ander gesprek, zoodat over
één zender twee gesprekken tegelijk kunnen
worden gevoerd!
Hierdoor is 't mogelijk geweest, om op I Ja-
nuari niet minder dan 67 gesprekken met Indië
op één zender af te wikkelen.
De telefoonverbinding NederlandIndië is ter
wereld de éénige kortegolf-verbinding op groo-
ten afstand, welke van het éénzijband-systeem
met onderdrukte draaggolf gebruik maakt-
De Stichting Crisis-Zuivel-Centrale te 'sGra-
venhage maakt bekend, dat met ingang van 1
Januari 1935 een nieuwe contingenteering voor
ongesmolten dierlijk vet in werking is getreden,
waarvoor een percentage ad 25 pCt. van het
jaargemiddelde van den invoer gedurende de
basisjaren 1929, 1930 en 1931 voor de periode
van 1 jaar is vastgesteld.
Aanvragen ter verkrijging van een vergun
ning voor invoer van ongesmolten dierlijk vet
welke na 31 Januari 1935 worden ingeleverd,
kunnen niet meer in behandeling worden ge
nomen.
Blijkens een bij het Departement van Defen
sie ontvangen bericht is Hr. Ms. „Hertog Hen
drik" Dinsdagavond Dungeness gepasseerd.
De Minister van Sociale Zaken heeft den
Inspecteur voor de Werkverschaffing opge
dragen aan belanghebbende gemeentebesturen
in hun ressort het bijgaand schrijven te doen
toekomen:
Tot nog toe kunnen hoofden van gezinnen
en kostwinners eerst voor plaatsing bij de
werkverschaffing in aanmerking komen, zoo
dra zij den leeftijd van 23, c.q. 18 jaren hebben
bereikt. Voor het verkrijgen van steun geldt
deze leeftijdsgrens niet. Teneinde nu in dit op
zicht overeenstemming aan te brengen zal, te
beginnen met 1 Februari a.s. een bepaalde
leeftijdsgrens voor plaatsing in de werkver
schaffing komen te vervallen. Gehandhaafd
blijft echter de bepaling dat zij, die na 1 April
1934 tijdens hun werkloosheid zijn gehuwd, niet
als gehuwden worden geplaatst, dan nadat zij
na hun huwelijk ten minste drie maanden in
het vrije bedrijf hebben gewerkt. Diegenen, die
gaan huwen, terwijl zij als kostganger waren
geplaatst, kunnen mitsdien ook na hun hu
welijk voor plaatsing als kostganger in aan
merking blijven komen, zoolang zij nog geen
drie maanden in het vrije bedrijf hebben ge
werkt. Het ligt voor de hand dat slechts zij
als kostwinner mogen worden beschouwd van
wie werkelijk vaststaat, dat zij in het levens
onderhoud van het gezin waartoe zij behooren,
kunnen voorzien.
De regeling van de plaatsing van kostgangers
bij de werkverschaffing blijft onveranderd van
toepassing. Deze regeling komt in het algemeen
hierop neer, dat kostgangers gedurende een
periode van 5 weken, 3 weken bij de werkver
schaffing geplaatst mogen worden. Van deze
tewerkstelling zijn uitgesloten:
le. zij, die jonger zijn dan 21 jaren, met uit
zondering van diegenen, wier ouders overleden
zijn (personen beneden 18 jaar worden nim
mer geplaatst).
2e. zij, die 21 jaren of ouder zijn en wier
ouders in de plaats van inwoning of in een
aangrenzende gemeente woonachtig zijn, tenzij
de betrokkene reeds langer dan één jaar niet
bij zijn ouders inwoont.
3e. zij, die zich reeds tijdens hun werkloos
heid in de gemeente, waar zij plaatsing bij de
werkverschaffing verzoeken, hebben gevestigd
of tijdens de werkloosheid kostganger zijn ge
worden, tenzij dit een gevolg mocht zijn van
het overlijden van de ouders van den betrok
kene.
Bij de toepassing van de regeling hiervoren
aangegeven, dient nog met het volgende reke
ning te worden gehouden:
le. Tewerkstelling kan eerst geschieden, na
dat op de gebruikelijke wijze de aanvraag-for-
mulieren bij de Inspectie der Werkverschaffing
zijn ingediend en deze de plaatsing heeft ge
regeld:
2e. bij plaatsing bijvoorbeeld gedurende 3
weken in een periode van 5 weken dan wel
5 van de 6 weken, enz., mag gedurende de we
ken, dat geen tewerkstelling plaats vindt, dus
volgens de genoemde voorbeelden twee weken
en één week, geen steun ingevolge de steun
regeling worden verleend, terwijl door dageiyk-
sche melding en anderszins, in de weken
waarin de betrokkene niet is tewerkgesteld,
controle op eventueele verdiensten moet blijven
bestaan;
3e. belanghebbenden zullen steeds opgave heb
ben te verstrekken van eventueele wijzigingen
in de gezins- of andere inkomsten, waarvan
door uw tusschenkomst aan de inspectie der
Werkverschaffing mededeeling moet worden
gedaan een en ander teneinde een juiste plaat
sing te bewerkstelligen. Bij verzwijging van in
komsten zal men van plaatsing worden uitge
sloten.
De Raad van State, afd. voor geschillen van
bestuur, heeft een aantal beroepen behan
deld, o. a. van de Ned. Spoorwegen, de ge
meentebesturen van Den Helder en Anna-
Paulowna tegen een besluit van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, waarbij aan de
West-Friesche Autocar-Onderneming (W. A.
C. O.) te Hoorn vergunning is verleend voor
het exploiteeren van autobusdiensten in en
nabij den Wieringermeerpolder.
Voorts eenige beroepen van denzelfden aard
inzake verleende vergunning aan de Holland-
sche Autobusonderneming te Noord-Schar-
woude.
Mr. De Bruyn trad op namens de Nederland
sche Spoorwegen. Wat de diensten der W. A-
C. O. betreft, vroeg pl. een vervoerverbod tus-
schen de eindpunten van eenige lijnen, die con-
curreerend zijn met de Spoorwegen. Ook ten
aanzien van eenige lijnen der H. A. B. O. vroeg
pleiter vervoerverboden en voor andere weige
ring der vergunningen.
Namens de wed. Spaans, de eerste conces-
sionaresse in 't Noord-Hollandsche polderland,
trad op mr. N. J. van Leeuwen, die betoogde,
dat voor deze onderneming geen bestaansmoge
lijkheid meer blijft onder den nieuwen toe
stand.
Dr. I. H. J. Vos verdedigde de belangen van
de W.A.C.O. Hij betoogde, dat er geen speciaal
spoorwegbelang bestaat, maar dat alleen het
algemeen belang den doorslag moet geven. De
bedoeling is, dat de autobussen van de W.A.C.O.,
die uit noodzaak in het leven is geroepen, de
kleine plaatsen verbinden, waarbij geen concur
rentie plaats heeft met de Spoorwegen. Tus-
schen de autobusondernemers zal het tot sa
menwerking komen.
Mr. J. A. C. Buiskool trad op voor de H.A.
B. Odie voor iedere lijn op de zakelijke be
zwaren antwoordde.
De Kroon zal In deze zaak later beslissen.
De arbeiders van de afdeeling sanitair aarde
werk van „De Sphinx" te Maastricht hebben
volgens „Het Volk" Woensdagmorgen het werk
gestaakt als gevolg van de grieven, die reeds
herhaalde malen door de besturen van de
arbeids-organisaties met de directie zijn be
handeld, zonder dat dit tot een bevredigend
resultaat heeft geleid.
De oorzaak van het conflict is, dat de di
rectie voor de sanitair-gieters reeds jarenlang
een breuk-percentage van vijf percent heeft
toegestaan, als erkenning, dat niet alle risico's
op de arbeiders kunnen worden verhaald.
Ingaande 1 November 1934 zou hieraan een
einde worden gemaakt, behalve voor closets,
waarvoor een breuk-percentage van twee per
cent bleef toegestaan. Deze maatregel was in
strijd met de bepalingen van het collectief
contract. Nu de herhaalde waarschuwingen van
de organisatie-besturen geen resultaat hebben
gehad, hebben de arbeiders het werk neerge
legd. Het betreft hier een zestigtal arbeiders,
die bijna allen georganiseerd zijn in de Ned.
Ver. Van Fabrieksarbeiders en den R.K. Fa-
brieksarbeidersbond.
Heden zal met den rechtskundigen raadsman
van de directie, mr. Van Spaendonck, over de
dreigende situatie aan de fabriek een conferen
tie gehouden worden.
In de gisteravond gehouden vergadering van
de Kamer van Koophandel heeft de voorzitter
een Nieuwjaarsrede uitgesproken.
Hierin werden uitvoerige beschouwingen ge
geven over den toestand in het binnen- en bui
tenland.
De voorzitter sprak zich uit voor bedrijfsor-
dening.
Spr. gaf voorts een overzicht van belangrijke
gebeurtenissen in het afgeloopen jaar.
Betreffende de contingenteeringsmaatregelen
deelde spr. mede, dat thans ongeveer een vijfde
van onzen totalen invoer door de contingentee
ring getroffen wordt.
Indien dollar en pond sterling in 1935 gesta
biliseerd zouden worden, valt daarvan met ze
kerheid heil te verwachten.
Spr. besloot met aanprijzing van een geloof
en vertrouwen in een begin van herstel en de
beste wenschen voor 1935.
Woensdagmorgen is het verkeer op den Lin
ker Maasoever te Rotterdam ten gevolge van
een klein defect aan de Spoorweghavenbrug ge
durende bijna drie uur gestremd. Nadat de brug
even voor acht uur voor de scheepvaart open
was geweest, is bij het dichtdraaien een tand
van een der tandwielen gebroken en daardoor
kon de brug halverwege niet' meer dichtgedraaid
worden.
De brugwachters werden met een roeibootje
van de brug gehaald en personeel van de af
deeling Onderhoud Bruggen stelde en onder
zoek in.
Eerst om kwart voor elf slaagde men er in
het defect op te heffen en de brug dicht te
draaien. Het verkeer moest gedurende al dien
tijd worden omgeleid door de Roode straat.
De prijs voor het taxegedeelte van consump
tiemelk, gekocht op Regeeringscontract, is voor
de volgende week bepaald op 6!4 cent per liter,
eventueel verhoogd met premie of verminderd
met de afdracht met de afdracht voor de kwa
liteit.
De afdracht voor andere dan consumptiemelk
is vastgesteld op 2% cent per liter.
Voor den politierechter te Zutphen werd
Woensdag de zaak behandeld tegen den gewe
zen N.S.B.-propagandist, den slager H. Th. R.,
uit Rotterdam, aan wien was ten laste gelegd,
dat hij in een openbare vergadering te Die
penveen de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal zou hebben beleedigd. R. zou o.m. gezegd
hebben, dat de Tweede Kamer een poppenkast
was.
Nadat een tweetal getuigen a décharge ge
zegd had, dat zij niet den indruk hadden ge
kregen, dat vera, de bedoeling had gehad om
zich beleedigend uit te drukken, achtte de Of
ficier van Justitie het ten laste gelegde bewe
zen en eischte een maand gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Frowein, betoogde, dat het
nieuwe artikel 173A van het W. v. S. niet toe
passelijk is op hetgeen hier ten laste was gelegd.
De politierechter zeide, dat uit de stukken is
gebleken, dat de gewraakte uitdrukkingen in
grooter verband zijn gebezigd en er meer noo
dig was om tot een veroordeeling van verdachte
te komen. Hij sprak daarom verdachte dan ook
vrij.
Woensdagmiddag omstreeks half vijf is het
sleepschip „De Zeven Gebroeders", dat te Ouder
kerk aan den IJsel thuisbehoort, op de Waal
ter hoogte van de steenfabriek „De Zandberg"
te Gent (bij Nijmegen), aangevaren door hes
sleepschip „Rhenus 47", dat vermoedelijk den
verkeerden wal heeft gehouden.
De aanvaring was zoo ernstig, dat de „De
Zeven Gebroeders" onmiddellijk zonk. De „Rhe
nus" draaide bij en nam de bemanning aan
boord. De knecht van het zinkende schip raak
te daarbij te water, doch ook hij kon gered wor
den.
De „Rhenus" kreeg averij aan den kop en
maakte water. Het schip is voor anker gegaan.
De plaats, waar de „De Zeven Gebroeders" die
met grind geladen was, is gezonken, is door
bakens aangegeven.
Zooals wij berichtten, heeft onlangs een roof
overval plaats gehad te Brunssum, waarbij twee
gemaskerde bandieten een vrouw zoodanig zou
den hebben mishandeld, dat zij voor langen tijd
haar spraak had verloren. De politie heeft
daarop een ernstig onderzoek ingesteld, en zij
bemerkte, dat de gegevens, welke de vrouw ver
strekte, elkaar soms merkwaardig tegenspraken.
Ten slotte, meldt de „Telegraaf", is uitgeko
men, dat de vrouw het geheele geval slechts
heeft gefantaseerd, omdat zij het geld had op
gemaakt, en daarop bang werd voor een con
flict met haar man. De politie heeft wegens
valsche aangifte proces-verbaal opgemaakt.
Naar de Telegraaf verneemt, moet P. W. de
B„ die door de Bossche Rechtbank wegens
moord werd veroordeeld tot vijftien jaar ge
vangenisstraf op 22 Januari as. verschijnen
voor de Rechtbank te Roermond als verdacht
van een roofoverval op den 73-jarigen land
bouwer Van G. te Deurne in den nacht van
3 op 4 Juli 1934, samen met J. P. C. uit Oss, die
sinds Juli vorig jaar gedetineerd is in het Huis
van Bewaring te Roermond. Als getuige in deze
zaak is gedagvaard v. d. P. uit Oss, de kroon
getuige uit de moordzaak-De B.
Gisterenavond ongeveer half zeven werd een
uitslaande brand gemeld in de Van Ostade-
straat 1, te Den Haag, in de meubelfabriek van
den heer E. Knol Zoon.
Vermoedelijk door een vonk uit een lijmkachel,
die terecht kwam in een hoop krullen, is de
brand ontstaan. Dichte rookwolken sloegen uit
de ramen, doch het bleef beperkt tot een bin
nenbrand.
De motorspuit uit de Van der Vennestraat
was spoedig aanwezig, die het smeulende vuur
met enkele stralen bluschte.
Ter assistentie was een motorspuit van den
Rijswijkscheweg aanwezig.
Door onbekende oorzaak is onder Wolvega
de boerderij van K. de W. totaal afgebrand; 28
runderen en twee paarden, voor het grootste
gedeelte stamboekvee, zijn in de vlammen om
gekomen. De schade wordt door verzekering
gedekt.
Woensdagmiddag is de 16-jarige fietsrijder
Emons op de Servaesbrug te docr
een vrachtauto aangereden en op slag gedood.
De jongen was eerst in botsing geweest met
een fiets, waarop een dame gezeten was.
Deze dame is in haar val eveneens ernstig
gewond en naar het ziekenhuis overgebracht.
Een 27-jarige stoker van het Noorsche stoom
schip „Ara", komende uit Duinkerken en be
stemd voor Rotterdam, is in het ruim gevallen
en onmiddellijk gedood. Zijn lijk is Woensdag
aan den wal te VHssingen gebracht. Het schip
heeft zijn reis naar Rotterdam voortgezet.
Op de Schipp ersbeurs te Rotterdam hebben
de schippers Woensdagmorgen wegens de plot
seling ingevallen vorst opneming van de z.g.
ijsclausule in hun charterpartijen geëischt.
Toen de bevrachtingscommissie dit niet defini
tief kon toezeggen, weigerden zij te nummeren,
zoodat de aangeboden partijen niet konden
worden bevracht.
In de nabijheid van Wanroy is dezer dagen
uit een sloot het lijk opgehaald van den zwerver
v. D. uit Eindhoven. De man is waarschijnlijk
door de duisternis misleid in de sloot terecht
gekomen.
De heer J. P. Macgregor is erkend er. toege
laten als consul van het Britsche Rijk voor
Suriname en Curasao met standplaats Cu
rasao.
Benoemd tot lid van den Voogdijraad te Zut
phen A. J. Joosten, Geneesheer-Directeur van
het R. K. Ziekenhuis te Winterswijk, wonende
aldaar.
Verleend de Eeremedaille, verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau, in zilver aan G. Lem-
men, organist van de Ned. Herv. Kerk te
Lexmond.
Herbenoemd tot kantonrechter-pl.verv. in
het kanton Zwolle, met 20 Januari, Mr. C. F.
H. Huysman, Delft; met 10 Febr. C. W. de
Rochefort, Assen; met 12 Febr. Mr. R. Huges.
Middelburg, met 15 Febr. Mr. P. Dieieman en
Mr. F. B. Evers, Deventer, met 1 Maart Mr. Dr.
H. W. Jordens. Heerenveen; met 5 Maart Mr.
W. T. van der Leij. Schiedam; met 8 Maart
Mr. M. M. van Velzen, Delft; met 25 Maart
Mr. Ph. B. Libouret. Leiden; met 25 Maart Mr.
E. A. Cosman, Dordrecht; met 25 Maart Mr. K.
K. Douw van der Krap. Hoorn; met 25 Maart
Mr. S. A. Thomas.
Benoemd tot kantonrechter-pl.verv. in het
kanton Apeldoorn jhr. mr. C. G. C. Quarles
van Ufford, burgemeester van Apeldoorn en
mr. H. T. Th. Wolter, notaris aldaar.
Benoemd tot notaris binnen het arrondisse
ment Utrecht, ter standplaats Abcoude, Ph. W-
Timmer, thans idem te Harlingen.
Benoemd tot lid der bij K. B. van 20 Februari
1897 ingestelde Staatscommissie tot voorberei
ding van de te nemen maatregelen ter bevor
dering der codificatie van het Internationaal
Privaatrecht, mr. W. J. Berger, Advocaat-
Generaal bij den Hoogen Raad der Nederlan
den en mr. L. A. Nijpels. Raadsheer in den
Hoogen Raad der Nederlanden.
Benoemd zijn in de provincie Friesland: tot
lid van het dag. bestuur van het waterschap
De Lemstersluis, M. F. de Vries, te Lemmer;
in Overijsel: met 1 Januari, tot heemraad
van het waterschap de Zuider Vechtdijken, W.
v. d. Kolk. te Zwoller kerspel;
in Utrecht: tot dijkgraaf van het groot-
waterschap Heycop, genaamd de Lange Vliet,
mr. A. M. A Baron van Boetzelaer van Loenen
en Wolferen, te de Bilt;
in Noord-Holland: tot heemraad van het
hoogheemraadschap van de Uitwaterende Slui
zen in Kennemerland en West-Friesland, D.
Kooiman, te Purmerend; met 1 Januari, tot
hoogheemraad van het hoogheemraadschap van
de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en
West-Friesland. P. A. de Lange, te Heiloo;
tot heemraad van het waterschap de Scher
mer, F. Posch, te Zuid- en Noord-Schermer;
in Zuid-Holland: tot dijkgraaf van het hoog
heemraadschap De Bemisse, A. van Beek, te
Geervliet;
in Gelderland en Zuid-Holland: tot dijkgraaf
van den polder Heukelum G. R. Vonk, te As-
peren.
Op verzoek met 1 Februari eervol ontslagen
met dank N. X. T. M. Vos de Wael als burge
meester van Oldenzaal.
56
„U telefoneerde mÜ, dat er belangrijke ont
hullingen te wachten waren," sprak zij.
„Dat is ook zoo," was het antwoord. „Doch
eerst had ik gaarne, dat u eenige vragen be
antwoordde en wilde ik u van eenige feiten op
de hoogte stellen. Ah, daar is graaf di Monti."
Met een kreet sprong Sibella overeind. Ook
dit Monti scheen op deze ontmoeting niet voor
bereid.
„Neemt beiden plaats, astublieft," ging Poin
ter verder.
„Deze voorafgaande ophelderingen zullen mis
schien eenige tijd in beslag nemen. Vóór alles,
miss Scarlett, kan ik u meedeelen, dat de aan
wijzingen, welke u graaf di Monti gaf ovjr de
samenkomsten in het atelier, hoegenaamd niets
te maken hebben met den dood van uw
nichtje."
„Oh!" bracht het jonge meisje uit. Het was
een kreet van verlossing, waarin evenwel nog
eenige angst doorklonk. „Oh, is dat waar?"
Haar oogen gingen van den graaf naar Pointer,
doch bleven ten slotte op di Monti rusten.
„Als men u het tegendeel verteld heeft," ver
volgde de detective op strengen toon
„Ik heb je nooit gezegd, dat dat de reden
was," viel di Monti in 0p harden, snijdenden
toon. „Ik had niets met Rose's dood te maken!"
Sibella wendde haar oogen van hem af. Ze
was haar ontroering blijkbaar niet genoeg
meester, om te spreken. Ze keek alleen maar.
„Als deze man u iets anders vertelde, miss
Scarlett," ging Pointer verder, „dan was dit
alleen, omdat hij er belang bij had, dat u rn de
meening verkeerde in zekeren zin tot Rose's
dood te hebben bijgdragen."
„In zekeren zin!" kermde Sibella, terwijl ze
haar gelaat met de handen bedekte. „Koe is
het mogelijk! Hoe is het mogelijk. Niemand zou
zün ergsten vijand laten lijden wat ik geleden
heb sinds Rose's dood. Ik ben krankzinnig ge
weest van wanhoop en ellende," sidderend zweeg
ze even, „ik heb gedacht, dat ik zelf den slag
had toegebracht Dat mijn hand de zijne ge
leid had Ik bedoel ze kon niet verder.
Met bovenmatige krachtsinspanning besloot ze:
Reserve machine 18.
„Sinds men haar doode lichaam thuis gebracht
had, heb Ik gedacht, dat het mijn werk was,
dat het door mijn toedoen zoo geloopen was."
Sibella sidderde van het hoofd tot de voeten.
„Ik zou graag de heele geschiedenis weten.
Miss Scarlett. Wat den graaf betref dat den
graaf betreft dat komt later wel," sprak Poin
ter, terwijl hij met koelen, strengen blik di Mon
ti aankeek. Be graaf klemde de tanden op el
kaar. Plotseling ging hij op het meisje toe, en
nam haar hand in de zijne.
„Deze man heeft het recht niet, je ook maar
een enkele vraag te stellen, Sibella," zei hij. „En
als ik je heb doen lijden, welnu, dan was je de
eenige niet, die leed, ook ik heb veel te dragen
gehad."
„Waarom?" stemelde ze, haar oogen met een on-
geloovigen blik op hem gevestigd, alsof ze een
vreemde voor zich had, „waarom heb je me
doen lijden, en zoo vreeselijk! Zeg me, waarom
deed je dat?'"
Ze gaf hem geen tijd om te antwoorden, ter
wijl hij keek, alsof hij juist veel tijd noodig ge
had zou hebben om haar alles te verklaren.
„Wat had je eraan, me zoo te kwellen?" ging
ze verder, „lichamelijk en geestelijk kwellen? Ik
O," ze deinsde terug, alsof de hand, die de
hare drukte, een tarantula was ,,Je speelde met
me! Je gebruigkte me als een pion bij het
schaakspel! Je dacht, dat ik spreken zou, je ver
raden, als je mij den mond niet snoerde Ik had
naar de politie moeten gaan, In plaats van aan
je ottvluchting mee te helpen!" Ze wendde zich
tot Pointer met een gebaar, dat een filma-ac-
trice haar benijd zou hebben en sprak:
„Vraag alles, wat u weten wilt. Ik zal de
waarheid zeggen.''
„Anima mia!" pleitte de Italiaan, terwijl hij
haar met een onstuimig gebaar, dat haar on
bewogen liet, in de armen nam, „Anima mia, ik
was tot die leugen gedwongen. Heel mijn onze
toekomst hing af van het feit, niet gearresteerd
te worden, juist toen deze potsenmaker er toe
wilde overgaan. Zoodra ik wist, dat de politie
in het bezit was van den hanger, dien ik in het
atelier opgeraapt had, begreep ik wat mij te
wachten stond. Mijn trouwe Arrigo zag een agent
praten met den man, wien ik het voorwerp naar
het hoofd slingerde, zooals ik met een kluit
aarde gedaan zou hebben. Ik hechtte niet meer
aan het sieraad, dat gedragen werd door die
hier gebruikte hij een ruwe Italiaansche uit
drukking, „ik wilde er mijn vingers niet weer
mee vuil maken. Zie je nu niet in, lieveling, dat
alles afhing'van mijn plotseling vertrek? Ik zou
me nooit vernederd hebben, bij haar begrafenis
den treurenden minnaar te spelen, als het niet
noodzakelijk geweest Was. Ik en bedroefd
om haar! Ik wist, dat je me niet helpen zou,
als je niet in de meening verkeerde, dat mijn
leven in gevaar was, en je moest me helpen
ik kon je hulp niet ontberen!"
„Ja, ik begrijp je nu wel!" sprak Sibella, hard
en toonloos.
„Een arrestatie juist toen, of zelfs maar een
toespeling er op, zou mijn mislukking, mijn on
dergang beteekend hebben," vervolgde di Monti.
„Maar nu," hij liet haar los, daar ze zijn gevoe
lens niet beantwoordde en niet in t minst ver-
teederd werd, „nu kan deze politieman me niets
meer maken, de post is mij definitief toegewe
zen door onze regeering te Rome."
„Maar je vertelde me toch, dat je Rose ge
dood had," hield Sibella vol, met een zware,
doffe stem, die kleurloos was als haar gelaat.
„Je zei, dat je in je woede harder sloeg, dan je
bedoeld had. En dus verkeerde ik in de mee
ning, dat ik O, dat je me in dien waan ge
laten, hebt!"
,.Ik heb haar niet neergeslagen, noch gedood!
Deze man hier heeft je zoo juist verteld, dat
ik het niet gedaan heb. Hij zei duidelijk genoeg,
dat de ontmoetingen in het atelier niets met
den moord uit te staan hebben. Daar volgt van
zelf uit, dat ik haar niet gedood heb, niet waar?
Want mijn eenige reden, om haar te dooden
zouden die samenkomsten in het atelier geweest
zijn, Christo! Zij verdiende te sterven, doch ik
heb geen recht gedaan," snauwde di Monti.
„Recht! Je spreekt van gerechtigheid, Giulio!
Maar was je dan rechtvaardig tegenover mij?
Toen je me vertelde, dat je Rose gedood had,
doodde je tegelijkertijd iets in mij. Ik ben niet
de vrouw om van een moordenaar te houden,
doch ik zou ten slotte hebben kunnen droomen,
van wat geweest zou zijn, als ik je niet naar bet
atelier gestuurd had. Nu heb je me zelfs dien
droom ontnomen!" eindigde Sibella met een
zucht; Di Monti maakte weer een gebaar in
haar richting, doch Pointer viel met een zeer
koele en officieele stem in:
„Waarom hebt u de politie verteld, dat Miss
Rose Charteris bevreesd was voor iets of
iemand? Ze was inderdaad bevreesd, maar voor
u. Gij wist, dat haar gevoel van angst alleen u
betrof. Hoewel hier natuurlijk niet uit volgt,
dat er geen andere reden geweest is, om haar
te dooden, dan woede of jaloezie."
Hierna wendde Pointer zich tot Sibella en zei
vriendelijk:
„Zoudt u me nu eens precies willen vertellen,
wat er dien Donderdagavond gebeurd is?"
„Sibella!" begon de Italiaan, doch de detec
tive» die hem nauwlettend gadesloeg, plaatste
zich tusschen hem en het meisje met de woor
den:
„Vergeet niet, dat u in Scotland Yard bent.
Als u geen handboeien aan wilt hebben, moet u
zich kalm houden, graaf di Monti.
De Italiaan keek, of hij Pointer vermoorden
wilde. Een oogenblik aarzelde hij. Dan ging hij
schouderophalend in den stoel zitten, welke de
detective hem aanwees, sloeg de beenen over el
kaar en stak een cigarette op.
„Rose hield werkelijk van Mr. Bellaïrs," be
gon Sibella, alsof ze blij was, eindelijk te kun
nen spreken.
„Mijn vader dacht, dat hij en ik beter bij el
kaar pasten. Heel lang geleden, toen we nog
bijna kinderen waren, had er iets tusschen ons
bestaan. Nadat graaf di Monti naar Engeland
gekomen was, aarzelde Rose tusschen de twee
jonge mannen. Ze besloot ten laatste, om graaf
di Monti aan te nemen, doch bleef met Bel
laïrs een briefwisseling onderhouden, en later
ontmoetten zij elkaar weer in zijn atelier."
„Waar hij haar portret schilderde?" vroeg
Pointer.
„Ja. Nu vond ik die houding niet eerlijk te
genover ons. Daarom vertelde ik graaf di Monti,
Donderdag even voor de lunch, wat ik van de
briefwisseling en de ontmoetingen afwist. Daar
mee begon mijn ongeluk. Zoodra ik zijn toome-
looze woede zag, begreep ik, dat ik iets heel ge
vaarlijks gedaan had. Wat was hij vreeselijk!
(Wordt vervolgd)