Staatkundige problemen Pluimvee en eieren "S Medische kroniek NIEUWE VORST DREIGT m Saartjes „Nou mag je zelf Mudje" ZONDAG 13 JANUARI 1935 Versch brood aan het ontbijt Residentie bezuinigt Vliegveld te Delft Kalk IDEEËN Slecht weer in het buitenland Gehakt in blik QS30 anfeg' Crisismaatregelen voor 1935 vastgesteld Spoedige oplossing van het vraagstuk? Dekkingsplan voor bijna anderhalf millioen STILLE OMGANG Onderhandelingen over financie- ring door het Werkfonds JEUGDBEWEGING IN INDIË Verbodsbepalingen voor enkele vereenigingen onvermijdelijk TÜINBOUW-LOONEN Handhaving van het loopend contract gevraagd Wie zichzelf wil verdiepen in den chaos van hedendaagsche problemen zal goed doen allereerst een scherp onderscheid te maken tusschen staatkundige, sociaal-econo mische en ethisch-religieuse vraagstukken. Niet, dat deze geen veiband met elkaar zouden hou den, integendeel. Maar eerst dient men ze af zonderlek te beschouwen, om daarna te kunnen nagaan, welken invloed ze op elkander hebben of wel moesten hebben, terwijl ze onverschillig of vijandig langs elkaar heen of tegen elkander ingaan. Wij willen vandaag iets zeggen over de staat kundige stroomingen van dezen tijd zonder daar bij zelfs maar zijdelings in een politieke dis cussie te vervallen. Geen „politiek" dus in den vulgairen zin van het woord! Veel meer zullen wij trachten na te gaan of en zoo ja in hoe verre de bestaande staatkundige verhoudingen oorzaak van de bestaande economische malaise kunnen zijn en in hoeverre veranderingen in onze staatkundige instellingen tot verbetering van het onderkomen volkshuishouden zouden kunnen leiden. 't Ligt, meenen wij, vóór de hand, waarom W« deze vragen stellen. Politieke beschouwingen hebben op deze plaats zonder meer geen zin. Er wordt meer dan genoeg over politiek gepraat en geschreven dan dat het onderwerp ook in deze wekelijksche rubriek nog zou mogen binnenslui pen. Maar, we ondervinden het dagelijks: in een overgangstijd als dezen met zijn maalstroom van telkens wisselende meeningen is men zoo licht geneigd de schuld van alle kwaad aan de bestaande politieke verhoudingen en instellingen te geven en alle heil van een nieuwe staatkunde te verwachten. Daarom kan het nuttig zijn de beteekenis van de staatkunde voor het openbare leven, speciaal voor de welvaart van een volk, te onderzoeken en te toetsen aan de heerschende politieke instituten en aan de verwachtingen Van staatkundige vernieuwingen. Het onderwerp laat zich als welhaast geen ander vrijelijk bespreken. Immers, de katholiek is aan geen enkelen staatkundigen vorm of po litieke geloofsbelijdenis gebonden: hij kan repu blikein of monarchist, democraat of conserva tief zijn. Hij heeft slechts rekening te houden met het bestaande gezag en moet dit, wanneer het wettig is, erkennen en zal aan geen revolutionnaire pogingen om dat omver te wer- Ren, deelnemen. Ongetwijfeld heeft het staatsgezag en hebben de staatsorganen invloed op het openbare leven. Is echter uiterst moeilijk uit te maken hoe groot deze invloed op een bepaald oogenblik en onder bepaalde omstandigheden is. Achteraf kunnen wij wel constateeren, dat deze of gene vorst in de geschiedenis zijn volk tot armoede bracht, door het voeren van roekelooze oorlogen of door het houden van een weelderigen staat, Waarvoor al maar meer belastingen moesten worden opgebracht. Tegenover deze kapitaal ver slindende uitgaven stonden geen eompenseeren- de inkomsten. Zulk een regeering was dan ook moordend voor de welvaart. We begrijpen ver der, dat een eenzijdig bewind, waarbij de vette landsposten aan enkele uitverkorenen werden gegeven, terwijl het volk zoo goed als rechte loos stond tegenover de knevelarijen en de hoog hartige behandeling van één bepaalden stand, tenslotte tot omverwerping van het bestaande gezag voerde. Maar zulke grove fouten waren doorgaans uitwassen, die langzaam groeiden en niet vastzaten aan een bepaald staatkundig sys teem. Wie de geschiedenis goed leest, leert daar uit, dat een volk bijna onder iederen regeerings- vorm gelukkig en welvarend kan leven en ook, dat iedere staatkundige ordening tot wanbeleid en grove misbruiken kan uitgroeien. En nog iets anders leert de historie, n.m. dit: een geweld dadige politieke omwenteling voerde meestal tot het omgekeerde van wat de massa verwachtte. In plaats van uitkomst, vrijheid, welvaart, lever de zij gemeenlijk de bloedige overheersching van een ambitieuse kleine minderheid, een schrik bewind en economische ellende op. Het is een groote fout de politieke verhou dingen in zjjn eigen land los van de overige wereld en vooral los van de wereldgeschiedenis te zien. Politiek heeft nu eenmaal een slechten naam. Zeer velen zijn geneigd om niet verder te kijken dan naar de plaatselijke grootheden van hun gemeenteraad, de toevallig gekozen volksvertegenwoordigers en de aan het bewind zijnde regeeringspersonen. Al deze menschen en instellingen hebben de schaduwzijden, aan alle menschen en menschenwerk verbonden. In tij den van welvaart lacht men daar wat mee en laat „de politiek" verder rustig langs zich heen gaan. Maar zoodra het getij verloopt, de zaken slecht gaan en de arbeider geen werk meer heeft, wordt naar een schuldige gezocht en naar iemand of iets, dat de malaise in nieuwe wei- Vaart kan doen verkeeren; oude, kleine grie ven worden eensklaps als ondraaglijke lasten ge voeld; onverschilligheid voor „de politiek" slaat over in feilen haat tegen een bestaande regee ring, regeeringssysteem en oude, staatkundige instellingen. Twee cardinale fouten worden hier bij dan gewoonlijk gemaakt: 1ste een groot deel van de oorzaken eener economische crisis en zeker van een als die, welke wij nu doorma ken moet op internationaal terrein worden gezocht, terwijl men de oplossing daarvan ver geefs binnen eigen grenzen wil forceer en; en 2de: voor wat de rest betreft is inderdaad meestal een deel van zulk een crisis te wijten aan onvoldoende of verkeerde regeeringsmaat- regelen, maar dan van vroegere bewinds lieden. Immers een crisis is het laatste stadium van een ziekteproces; breekt de crisis uit, dan woedden de ziektekiemen al lang in het orga nisme. Laten wij een voorbeeld nemen uit eigen land en uit dezen tijd. Een der zwaarst wegen de factoren in deze malaise is de overvloed aan land-, tuinbouw- en zuivelproducten in ons land. Wanneer regeeren vooruitzien beteekent, had vroeger moeten worden bedacht, dat bij een altijd te wachten economische wereldcrisis het geweldige overschot aan bodemproducten naast een vrijwel onbeschermde industrie tot een ern stige wanverhouding zou moeten leiden. Zijn nu Al degenen, die mede dezen toestand jaren lang bestendigd hebben en er in den vetten tijd di rect of indirect profijt van hebben getrokken, zoo eerlijk om thans een mM> culpa te slaan?. Bij dit alles blijft dan nog deze vraag on beantwoord: kan een felle, economische crisis ook geen ernstige staatkundige fouten bloot leggen, fouten ook in het regeeringssysteem? Natuurlijk; de geschiedenis geeft er vele voor beelden van. Maar men zal dan, zooals wij bo ven reeds zeiden, wel moeten nagaan, of het hier gaat om het systeem zelf of om de toevallige uitwassen daarvan; met andere woorden of het noodig is van systeem te veranderen of het be staande uit te zuiveren. Een eeuw geleden is na de Fransche omwen teling trapsgewijze in heel de zoogenaamde be schaafde wereld het constitutioneele regeerstel- sel met het parlementaire systeem ontstaan. Niet geheel ten onrechte wordt daarop in onzen tijd vooral onder den invloed der economische crisis heftige critiek uitgeoefend. Het is echter fout het voor te stellen alsof dat stelsel zoo maar opeens uit de lucht is komen vallen en maar weer zoo spoedig mogelijk door een ander ver vangen moet worden. In Engeland toch was het parlementaire stelsel al lang een beproefd re geeringssysteem gebleken alvorens het op het vaste land van Europa zijn entree deed. En ook hier was het geen nieuwe vinding, maar de natuurlijke overgang van wat in eeuwen ge groeid was. De volksvertegenwoordiging, door algemeen kiesrecht bijeengebracht, naast een staatshoofd, dat den eed op de grondwet heeft afgelegd, is de laatste schakel in de ontwikke ling van den mensch uit slavernij en lijfeigen schap tot het vrije burgerschap, eerst onder een souvereinen vorst dan onder een staats hoofd, gebonden door een grondwet, 't Is on loochenbaar, dat die volksvrijheden tot ernstige uitwassen voerden. De parlementen waren vaak verre van voorbeeldige regeeringscolleges en de waardigheid van het gezag leed ernstig onder het hunkeren naar de kiezersgunst door de ge kozenen. Anderzijds heeft datzelfde democrati sche regeeringssysteem een zóó snelle volksont wikkeling en volksverheffing tot stand gebracht, als bij een ander stelsel allicht niet zou zijn ge beurd. Verbetering van het volksonderwijs en de volkshuisvesting en tal van sociale voorzie ningen zijn onmiskenbaar vrucht van de zelf- regeering. Daarnaast zijn in vele landen en niet het minst in het onze een vrije geestelijke ont wikkeling en een katholieke machtsontplooiing mogelijk geweest, waarvan een eeuw geleden nie mand had durven droomen. Nu zijn er die dezen tijd rijp achten om de volksvrijheden weer op te geven en terug te kee- ren naar het absolutisme van den éénen leider, erger dan in den tijd van het absolute koning schap. Het is inderdaad denkbaar, dat de volks rechten zóózeer worden misbruikt en dat de anarchie zóó driest den kop opsteekt, dat orde en welvaart alleen te redden zijn door een straf, eenhoofdig bewind. De groote nadeelen hiervan zijn dan te verkiezen boven de nog ernstiger ge varen, dreigend in een overheersching van de proletarische dictatuur. Maar zóó ver is het in de meeste Europeesche landen en zeker in het onze niet gekomen. Daarom is elk streven naar een vernietiging onzer eenmaal gevestigde volks rechten en een overgaan naar een dictatuur in ons land, zacht gezegd, onverantwoordelijk. De ook hier bestaande parlementaire uitwassen kunnen afgesneden worden; wie de parlemen taire geschiedenis van de laatste kwarteeuw kent ziet nu reeds in de eigen volksvertegen woordiging aanmerkelijke beterschap, vooral in versobering der discussies. Zonder eenige om wenteling of ingrijpen in bestaande rechten kan het openbaar gezag gemakkelijk versterkt wor den. Daarom is ieder streven naar een ander re geeringssysteem, zooals gezegd, onverantwoorde lijk. Voldoende aanleiding daartoe ontbreekt ten eenen male en het buitenland heeft geleerd, dat het risico hetwelk vooral wij, katholieken, bij zulke politieke experimenten loopen, zeer groot is. „Wanneer in een land met gemengde bevol king als het onze schreef het Nederlandsch Episcopaat verleden jaar in zijn vastenmande- ment een ongecontroleerde macht alles be stuurt met miskenning van alle ander recht, kan volstrekt niemand voorzien, waarheen dit, wel licht ook tegen de bedoeling der leiders zelf in, voeren kan en hoeveel goed, zelfs bij een kort stondig bestuur, belemmerd of zelfs voor goed vernietigd kan worden." De jongste geschiedenis van het land aan onze oostergrenzen heeft de juistheid van deze uitspraak volkomen bevestigd. Wij weten, dat wij het onderwerp hiermee niet hebben uitgeput; dat speciaal ten opzichte van de „partijen"-regeering als beletsel van een nationalen opbloei bezwaren blijven bestaan; dat wij het verband van pplitiek en economischen toestand in dezen tijd nauwelijks hebben aan geroerd. Wij komen op een en ander terug, maar meenden deze algemeene beschouwing welke de hoofdpunten van de vraag: „oude of nieuwe staatkunde" beheerscht, vooraf te moe ten laten gaan. LIBRA. De depressie breidt zich nog steeds verder in Zuid-Oostelijke richting uit, maar in het Noor den en Westen stijgen de barometers sterk, zoodat reeds spoedig nieuwe afkoeling te wach ten is. In Oost-Frankrijk en Duitschland heeft de vorst zich nog gehandhaafd en zij nam in Zuid-Frankrijk en Zuid-Duitschland zelfs toe, in Polen bleef zij nog streng, hoewel minder dan Vrijdag. Daarbij valt in Duitschland overai sneeuw, uit Scandinavië was de vorst bijna ver dwenen, maar zij zal in Zweden weer spoedig terugkomen. Op de Britsche eilanden en in West-Frank rijk waaien krachtige stormachtige Noord-Wes telijke winden, met regen in Frankrijk en re gen of sneeuw op de Britsche eilanden. Bij verdere ruiming van den wind is ook hier te lande weer vorst te wachten. Men deelt ons mede, dat zij, die in het bezit zijn van eene kaart voor de distributie van vleesch in blik, binnenkort ook gehakt in blik zullen kunnen verkrijgen. :ÏT:'::iiiiïiii:i iii i 11i i11 In aansluiting op de onlangs in de pers ver schenen mededeelingen omtrent de crisismaat regelen voor 1935 ten aanzien van pluimvee en eieren kan thans worden bericht dat een dezer dagen in de Staatscourant zal verschijnen de Crisis-Pluimveehouderijbeschikking 1935 I, be vattende de voornaamste uitvoeringsmaatrege len van het Crisis-Pluimveehouderijbesluit 1935 I, hetwelk op 1 Januari 1935 in werking is ge treden. In deze beschikking is geregeld hoeveel eieren een kuikenbroeder aan wien op grond van het bepaalde in het Crisis-Pluimveehouderijbesluit 1935 I een broedvergunning is verstrekt, dit jaar in zijn broedmachines zal mogen inleggen. De toewijzing is voor alle kuikenbroeders, die in 1934 him bedrijf uitoefenden, gebaseerd op percentages van de hoeveelheid eieren, die zij in 1934 vóór 13 April 1934 in hun broedmachines hebben ingelegd. Bij de toewijzing dezer per centages is in de eerste plaats onderscheid gemaakt tusschen kuikenbroeders die ten ge- noege der Nederlandsche Centrale voor Eieren en Pluimvee kunnen aantoonen, dat zü gewoon zijn de uit de door hen in hun broedmachines ingelegde eieren geboren kuikens uitsluitend te bestemmen voor verjonging van den pluim veestapel op eigen bedrijf en kuikenbroeders, die dit niet kunnen aantoonen. Voorts is een verschillend percentage toege kend naar gelang kuikenbroeders zich al of niet tegenover genoemde Centrale verbonden hebben uitsluitend eieren in hun broedmachines in te leggen, welke rechtstreeks betrokken zijn van fokkers en/of houders van vermeerderingsbe- drijven. Het officieel orgaan van den Ned Bakkers- bond bericht in zijn jongste nummer o.a. het volgende: Wij hebben vernomen, dat in een plaatsje, een voorstad van Rotterdam, iederen morgen de winkel van een firma vol staat met koopers of koopsters en dat op het station, vanwaar de fo rensen vertrekken naar de stad, waar zij hun dagtaak hebben, zeer velen in hun tassehen dit versche brood meenemen en dat dit vooral op den eersten Maandag zeer groote afmetingen heeft aangenomen, zoodat men weldra in ge noemden winkel „uitverkocht" was. Men kan dit nu wel als een vooruitgang be schouwen in het bakkersbedrijf, wij zien het als een grooten druk op het middenstandsoedrijf, dat het weelde-artikel de koelkast of de ijs- kamer niet kan aanschaffen en daarom wordt beconcurreerd door den grooten broer. Het orgaan van den Ned. Bakkerscond meld de verder, dat de bakkersorganisaties thans spoedig een besluit dienen te nemen ten aan zien der kwestie. In een vergadering van het bestuur is onder voorzitterschap van den heer F. C. Staehie be sloten, den minister van Sociale Zaken volledig in te lichten. Waarschijnlijk zullen vertegen woordigers van den bond Woensdag 16 dezer door den minister worden ontvangen. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over de ontwerp-begx-oo- ting der gemeente 'sGravenhage voor 1935. B. en W. deelen o.m. het volgende dekkingsplan voor een bedrag van 1.436.000 mede. Verdere bezuiniging op het hoofdstuk Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen (boven het reeds eerder vermelde bedrag van 400.000) 200.000. Een nadere korting op de salarissen en loonen van 2 pet. boven het reeds eerder vermelde be drag van 525.000 (3 pet.) zal alsnog een bedrag van ƒ350.000 opleveren. Voorgesteld wordt een verlaging van het af schrijvingspercentage bij den reinigingsdienst voor automobielen, hetgeen ƒ40.000 bezuiniging zal opleveren. Voorts wordt een bezuiniging van organisatorischen aard bij den reinigingsdienst geraamd op ƒ100.000. Een bezuiniging bij den geneeskundigen dienst en de gemeentezieken huizen zal eveneens een bedrag van 100.000 moeten opleveren. Uit de bedrijfsreserves zal alsnog een bedrag van ƒ400.000 moeten worden geput. Op de ont- werp-begrooting werd reeds ƒ300.000 uit deze reserves gehaald, in totaal wordt dus 700.000 uit deze reserves geput. Een wijziging van de straatbelasting zal als nog een bedrag van 230.000 moeten opleveren. Verschillende kleine bezuinigingen brengen ten slotte nog ƒ16.000 besparing. Tot opvolger van den overleden heer C. Elsenbuig als voorzitter van 't Amsterdamsche Gezelschap van den Stillen Omgang heeft de Bisschop van Haarlem benoemd diens oudsten zoon, den heer Alph. Elsenburg, die het oudste lid van het be stuur van dit Gezelschap is. In hun memorie van antwoord in zake de gemeente-begrooting voor 1935 deelen B. en W. van Den Haag mede, dat omtrent den aanleg van het gemeenschappelijke vliegveld voor Rot terdam en Den Haag, dat te Delft zal komen, onderhandelingen worden gevoerd over de fi nanciering van de uitvoering van het vliegveld door het werkfonds 1S34. Een voorstel ter zake zal naar B. en W. hopen, binnen niet te langen tijd den raad be reiken en wel zoodra omtrent de beschikbaar stelling van gelden uit het werkfonds voor de vliegplannen meer zekerheid is verkregen. In hun voorstel aan den raad van 3 Juni 1930 werd o.m. de basis aangegeven, waarop overeenstem ming met Rotterdam was verkregen. Hierin was een regeling in zake het bijdragen door 's Gra- venhage in de exploitatie-tekorten van Waal haven opgenomen. Indien de plannen nu hun beslag zullen krijgen, zal dit punt thans echter opnieuw onder de oogen worden gezien. BATAVIA, 12 Jam (Aneta). In verband met de richting, waarin de jeugdvertakkingen van de Partai Indonesia zich bewogen, zijn verdere huiszoekingen geschied, zoowel te Bata via als elders. De uitslag hiervan heeft tot de conclusie geleid, dat voor enkele jeugdvereeni- gingen volledige verbodsbepalingen onvermijde lijk zijn. Te Loosduinen heeft een bespreking plaats gehad tusschen de besturen van de afdeelingen van den R. K. Land- en Tuinbouwbond, den Chr. Boeren- en Tuinderbond en den Ned. Tuindersbond met de vertegenwoordigers van de drie landarbeidersorganisaties. Aan de arbeidersorganisaties was het voor stel gedaan, dat over het komende seizoen een loonkorting van 3 a 4 gulden per week zou worden toegepast, met dien verstande dat een fonds zal worden gevormd, waaruit de gehuw den, met uitzondering van hen, die meer dan ƒ25 per week verdienen, een wekelijkschen bij slag zullen ontvangen. De landarbeidersorgani saties wenschen echter de loonen en verdere arbeidsvoorwaarden van het contract 19341935 te handhaven. Er bestaat in Nederland een uiterst handig boekje, nJ. het Pharmaco-therapeutisch Vademecum, uitgegeven door Dr. Pinkhof en Prof. van der Wielen. Bijna elke arts bezit het, omdat het een vrijwel onmisbare samen vatting geeft van alle in Nederland gebruikte geneesmiddelen, de te gebruiken hoeveelheid, de ziekten waarvoor zij aangewend worden. Elke arts is den samenstellers van dit boek grooten dank verschuldigd, ik zelf dus ook. Daarom is het echter niet alles evangelie, wat er in staat. Maar de schrijvers zelve bedoelen dit ook niet zoo. Wanneer zij zeggen, dat een bepaald nieuw geneesmiddel tegen een bepaalde ziekte doel matig is, geven zij vaak aan, wie deze toepas sing het eerst beschreven heeft. Daaruit blijkt niet, dat de schrijvers van het nut dezer toe passing overtuigd zijn. Maar om volledig te zjjn, geven zij al deze dingen aan. Zoo ook over kalk. Zij zijn echter zelf nog al eens twijfel achtig. Kalk is volgens hun boek in de volgen de gevallen nuttig, maar hier en daar plaatsen zij een vraagteeken. Calcium (kalk) en calcium-zouten worden toe gediend om de stolbaarheid van het bloed te vergrooten, dus in die ziekten, waarbij gemak kelijk bloedingen optreden. De meest bekende daarvan is de z.g. bloederziekte, waardoor het bloed zoo weinig stolbaar is, dat de patiënt uit een klein wondje doodbloeden kan. De ziekte is zeldzaam. Verder wordt het gegeven tegen tuberculose. Wanneer iemand longtuberculose heeft en daar van later geneest, dan gebeurt het vaak, dat de tuberculeuze haarden in de long verkalkt zijn. Zoo meende men dus door kalk de gene zing van die longhaarden te kunnen bevorde ren. Ook werd het gegeven tegen longbloeding, met de bedoeling het bloed stolbaarder te kun nen maken. Deze toepassingen zijn al weer lang niet algemeen en dan ook minder zeker. Ook in sommige toestanden, die met netelroos in verband staan of daarmee overeenkomen, wordt de kalk zeer veel aangewend. Zoo bijv. bij het z.g. vluchtig oedeem van Quincke. Dit is een plaatselijke zwelling, b.v. van de lip, die zeer snel opkomt en even snel verdwijnt, meest al zonder bekende oorzaak; het is geen ont steking: in kort, het is een ziekte op zich zelf. Deze ziekte, als men het zoo tenminste noe men mag is het eerst door Quincke beschreven. In mijn verbeelding zie ik Prof. Quincke als een man, die in 't geheel niet hard werkt, en eigenlijk lui is, maar die iets meer ziet dan een ander, en daarom zoo nu en dan een interes sante ontdekking doet. De beschrijving b.v. van het vluchtig oedeem is iets, waarvoor men in t geheel niet behoeft te werken: men behoeft het maar eenmaal gezien te hebben. Dan heeft Quincke zeer interessante waarnemingen ge daan over den nagelpols. Bij sommige personen, en vooral bij sommige zieke personen, is ni. de polsslag te herkennen aan de kleur van de nagels. Wanneer men heel zachtjes op den vrijen rand van een nagel drukt, wordt het uiterste stuk van den nagel wit, en het hoo- ger gelegen blijft rood doorschijnen. Dan kan men soms bij eiken polsslag dit rood even bree der zien worden: het bloed, dat voortgestuwd wordt, overwint dan den druk op den nagel en kleurt een groot gedeelte rood. Ook dit is een ontdekking, een inval, waar men niet voor be hoeft te werken. Ook heeft Quincke uitgevonden de zeer bekende lumbaal-punctie; men wist dat bij verschillende ziekten, vooral bij menin gitis, ziekelijke afwijkingen voorkwaxhen in het hersenvocht en ruggemergsvocht. Quincke kwam op het denkbeeld, een geheel nieuw denkbeeld, om op een bepaalde plaats tusschen twee len denwervels in het wervelkanaal te prikken, en zoo eenig vocht door een holle naald af te tappen; thans wordt deze methode, zoowel voor de diagnostiek, als voor de genezing, in de daarvoor in aanmerking komende gevallen al gemeen aangewend. Ook dit is weer een een voudige, hoewel geniale uitvinding. En zoo zie ik in mijn verbeelding Prof. Quincke als iemand, die beroemd is geworden, niet door werken, maar door enkele gelukkige, geniale invallen. Evenwel, Goethe heeft ge zegd: Genie is vlijt; en daarom zal Prof. Quincke zijn geniale invallen wel aan een groote werkzaamheid te danken hebben. Het vluchtig oedeem, naar hem genoemd, kan evenwel ook aan het strottenhoofd voorkomen, en dan is het niet zoo onschuldig, want dat kan den patiënt zeer benauwd maken. Ook het asthma wordt gerekend tot deze groep van ziekten, en ook daar wordt kalk nog al eens toegepast. Verder wordt het aangewend bij aanleg tot kramp, en bij sommige angsttoestanden. Daar mee is de lijst nog lang niet afgeloopen. Lijders aan albuminuric (eiwit in de urine), zoo ver volgen de schrijvers van het Vademecum, acute waterzucht, winterhanden en -voeten, bevrie zing, adderbeet, neusverkoudheid, asthma, Engelsche ziekte, tetanie, hyperthyrevidicine (d.i. verhoogde werking van de schildklier) hooikoorts, longontstekingen, zouden allen gunstigen invloed van dit middel ondervinden. Nog zjjn wij niet aan het einde. Ook bleeke, onrustige kinderen worden daardoor genezen; ook werkt het gunstig tegen het nachtzweet van lijders aan tuberculose. Hiermee is de lijst af geloopen; en vermelden wij nu nog, dat de auteurs critische menschen zijn, die waarschijn lijk nog heel wat hebben weggelaten. Kalk is een merkwaardig element; men weet, dat het in het lichaam voor verschillende ver richtingen noodzakelijk is. Dat het been zonder kalk niet solide kan zijn, weet iedereen. Ook is het zeker, dat het voor de stolbaarheid van iiet bloed noodig is; en dat een fout in de kalkstofwisseling, waarbij het kalkgehalte daalt, tot krampen aanleiding kan geven. Maar een geheel andere kwestie is, of men hier door kalktoediening de ziekte kan verhelpen. Wan neer men een poeder met kalk inneemt, kan men er geen label op plakken met de bestem ming: naar de beenderen, of naar het bloed. De ziekte is immers juist daarin gelegen, dat de gewone kalk uit het voedsel den weg niet meer vindt naar die weefsels en die vochten, waar het moet zijn. De behandeling geschiedt by dergelijke ziekten in den regel dan ook niet door directe toediening van kalk, maar door een zoo danige beïnvloeding van het organisme, dat de kalkstofwisseling weer hersteld wordt. Het zal den opmerkzamen lezer niet ont gaan zijn, dat kalk ongeveer voor alles goed is, althans volgens sommigen. De lezer zal eveneens gemakkelijk begrijpen, dat dit waar schijnlijk sterk overdreven is. Zooals vroeger Pink-pillen en Haarlemmerolie, zoo zijn thans verschillende meer wetenschappelijke prepa raten goed voor alles. Het groote voordeel is, dat deze preparaten vrijwel altijd onschuldig zijn. Dat heeft een zeer eenvoudige oorzaak. De itiiddelen, waarvoor onder het publiek zeer veel reclame gemaakt wordt, mogen rU. wel onwerk zaam, di. nutteloos zijn, maar niet schadeiijk. De medische stand als geheel acht zich n.l. veel sterker geroepen, om tegen schadelijke prepa raten te waarschuwen, dan om zich op te wer pen als strijders tegen de reclame voor nutte- looze preparaten. De middelen, die op de markt geworpen worden, waar veel reclame voor ge maakt wordt, en waarop veel geld verdiend wordt, zijn zeer vaak onwerkzaam. Zoo ook de reclame voor kalk. Het wordt door het publiek, meestal als een duur preparaat, bij massa's verslonden, want het is overal goed voor. Ge lukkig is het niet schadelijk. Kan ik dus van het algemeen gebruik geen goed zeggen, kwaad mag ik er ook niet van spreken. Ik heb dit dus niet geschreven om het gebruik er van tegen te gaan. De reclame heeft een krachtiger stem dan ik. TH. H. SCHLICHTING

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5