mn den dag
DE ENGELSCHE KAPERS
L
Plebiscieten na den wereldoorlog
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
HET LAATSTE ACHTER
DEN RUG
DE TURK
rr
VRIJDAG 18 JANUARI 1935
Onder de bewoners van ruim een
dozijn gebieden is een volks
stemming gehouden
Vreedzame oplossingen
William Edgell
Aluminium-ski's
Latymer Court
Dïerentuinnieuws
gearresteerde j
Egyptisch fruit
Wonderdieren
DOOR AGATHA CHRISTIE
De stemming waarmee de bevolking van
het Saargebied Zondag in overweldi
gende meerderheid te kennen gaf dat
zij Duitsch is en Duitsch wil blijven, was de
laatste die werd voorgeschreven door het Ver
drag van Versailles om de bewoners van ruim
een dozijn gebieden zelf te doen uitmaken bij
•welken staat zij wenschten te worden in
gelijfd
De eerste volksstemming na den wereld
oorlog werd gehouden in Sleeswljk met het
doel de door het Verdrag van Weenen vast
gestelde grens te wijzigen. Het gebied waar
de stemming gehouden moest worden, werd
in twee deelen gesplitst: een Noordelijke
strook van 390.000 HA. met 107.000 bewoners
en een Zuidelijke strook van 133 000 HA. met
109.000 bewoners waarvan er 63.000 de bevol
king der stad Flensburg vormden.
De Noordelijke strook stemde het eerst en
wel op 10 Februari 1920. Niet minder dan
74.2 pet. der uitgebrachte stemmen was voor
Denemarken, wat na zes-en-vijftig jaren
Pruisische overheersching een merkwaardig
resultaat genoemd mag worden. De Zuidelijke
strook ging met 79 pCt. der stemmen aan
Duitschland over. In Denemarken beschouw
de men dit als een ramp. Koning Christiaan
X ontsloeg het kabinet waarvan de Premier
Zahle zich tegen de aansluiting van Flens
burg bij Denemarken had verzet.
Een paar maanden later, 11 Juli 1920,
moesten de bewoners der gebieden van Allen-
steln en Marienwerder welke deel uitmaakten
van Oost- en West-Pruisen, beslissen of zij
zich bij Polen zouden aansluiten of niet. Het
resultaat was een nog grootere triomf voor
Duitschland dan thans in het Saaxgebied.
Voor het „grosze Vaterland" spraken zich uit
in Marienwerder 368 van de 396 kiesdistric
ten en 96.900 van de 106.000 kiezers, in Allen-
stein 1694 van de 1704 kiesdistricten en 98
pet. der kiezers.
Polen kreeg slechts, volgens de bepalingen
van Versailles, bij Marienwerder op beide
oevers van de Weichsel een strook gronds van
dertig meter lengte en vijftig meter breedte,
alsmede vier dorpen en de haven van Kurze-
brack. Het doel hiervan was, Warschau de
souvereiniteit over genoemde rivier te ver
zekeren.
De grenzen van het na-oorlogsche Oosten
rijk werden vastgesteld door het Verdrag van
Trianon, behalve voor wat betreft het bekken
van Klagenfurt. Dit gebied werd in twee
deelen gesplitst, waarvan de Zuidelijke helft
onder Jcego-Slavië stond en de Noordelijke
helft onder Oostenrijk. Een volksstemming zou
uitmaken of deze toestand bestendigd werd,
dan wel of hert het bekken ofwel aan Joego
slavië, ofwel aan Oostenrijk zou vervallen.
Het was den 10 October 1922 dat de stem
gerechtigden van de Zuidelijke helft ter stem
bus togen. Van de 22.025 stemmen waren er
15.278 of 59 pet. voor Oostenrijk. Volgens de
vredesbepalmgen hoefde nu de Noordelijke
helft niet meer te stemmen en heel het bek
ken van Klagenfurt bleef Oostenrijksch als
het steeds geweest was.
De belangrijkste der volksstemmingen was
ongetwijfeld die van Opper-Silezië waarbij het
ging tusschen Polen en Duitschland om een
oppervlakte van 1.077.334 H.A. met groote na
tuurlijke rijkdommen en 2J280.0C3 bewoners.
De Verdragen van Saint-Germain en Tria
non bepaalden dat Hongarije de 356 K.M.2
groote. Duitsch sprekende omgeving van So-
pron (Oedenburg) moest afstaan aan Oosten
rijk en ontruimen vóór 9 Augustus 1921. Hon
garije begon echter een felle protestactie en
de Oostenrijksche gendarmerie werd door tot op
zekere hoogte geregelde benden aangevallen
waar zij zich vertoonde. Italië bood zijn be
middeling aan en 13 October kwamen beide
partijen te Venetië overeen dat een volks
stemming beslissen zou over de toekomst van
het land van Sopron. Het was 14 December
1921 dat men ter stembus toog. Hongarije be
haalde met 15.300 tegen 8.200 stemmen de
overwinning. Oostenrijk protesteerde omdat
de stemming niet vrij was geweest en omdat
de kiezerslijsten vervalscht waren. De con
ferentie van ambassadeurs erkende echter 23
December den uitslag en in Februari 1922 be
rustte ook Weenen er in.
Het is ook eenige malen voorgekomen dat
volksstemmingen wel vastgesteld waren, doch
niet gehouden werden. Dit gebeurde in Te-
schen en te Wilna.
Polen en Tsjecho-Slowakije streefden beiden
naar het bezit van Teschen en om daar een
einde aan te maken, besloot men tot een
volksstemming in September 1919. Het gevolg
echter was een zoo gevaarlijke spanning dat
zoowel Polen als Tsj>echo-Slowakije van de
volksstemming afzagen en de vaststelling
hunner grenzen toevertrouwden aan de Con
ferentie van Ambassadeurs.
In Wilna waren de oorzaken van het niet
doorgaan der volksstemming van heel ande
ren aard. Tijdens hun terugtocht voor de
Poolsche troepen, hadden de bolsjewieken de
slad aan Lithauen gegeven. De staatsgreep
van den „opstandigen" generaal Zeligowski
bracht Wilna echter op 9 Oct. 1920 in Poolsch
bezit. Lithauen liet het daar niet bij en het
einde van een fel geschil was dat de Volken
bond in 1921 vccirstelde een internationale
troepenmacht naar Wilna te sturen en een
volksstemming te houden. Polen noch Lithauen
durfde dat echter aan, daar Sovjet-Rusland
dreigde in de aanwezigheid van een interna
tionale troepenmacht aan zijn grenzen een
„casus belli" te zullen zien.
En nog is de lange rij niet ten einde. Volks
stemmingen toch werden verder gehouden in
Vorarlberg (1919), op de Aaland-eilanden
(1917—1921) in Eupen en Malmédy (1920) iD
Tirol en Salzburg (1921), te Wilna *1922».
Doch het belangrijkste van dit alles is dat wij
eindelijk de laatste achter den rug hebben van
deze „vreedzame oplossingen" die erger kun
nen zijn dan een oorlog. Hoe dikwijls houden
zij den oorlogsgeest wakker? Hoe dikwijls*
voeden zij den haat? Hoe dikwijls prikkelen ze
tot revanche?
Mr. William Edgell is op 73-jarigen leeftijd
te Midsomer Norton, nabij Bath, over
leden, schrijft ons onze Londensche cor
respondent, na vijftig jaren van zijn leven ge
wijd te hebben aan pogingen om te bewijzen,
dat de aarde niet bolvormig, maar plat was.
Hü hield er meer theorieën op na. onder an
dere deze, dat de middellijn van de ron niet
meer dan 10 mijlen (16 kilometers) bedraagt.
Zijn „geoplanarisch" stokpaardje beieed hij
op nadrukkelijk verlangen van zijn vader, die
op zijn sterfbed den wensch te kennen gegeven
had, dat de toen 23-jarige William niet zou
rusten voor hij klinkklaar bewezen had. rat de
aarde plat was. De zoon legde de belofte af.
maar niemand weet zeker of hü zelf wel ge
loofde in de juistheid van de steking, die hü
zün leven lang poogde te bewüzen.
Velen achten het onwaarschijnlük. vooral daar
hü er op later leeftüd de bijna nog grilliger
theorie betreffende de middellün der zon bü-
nam. Het was alsof hü met de heele zaak den
draak wilde steken.
Hij moge een eenigszins zonderling man ge
weest zün, hü was echter in geen geval een
man zonder kennis en vernuft. Op werktuig
kundig gebied heeft hü eenige prestaties ver
richt, die nu wel niet bepaald gen taai waren,
maar toch getuigden van vindingrijkheid. Ook
waren de argumenten of drogredenen
waarmede hü het „ondergaan" van zon en
maan achter de platte, eenigszins scho-
telvormige aarde verklaarde, zeer spits
vondig, maar hü was er op net negen-
blik van zün dood nog niet in geslaagd de
phasen van de maan, en de zons- en maans
verduisteringen, in overeenstemming te brengen
met zün theorie betreffende een piatte aarde.
Hü had eenige volgelingen: hü zou er naar
hü zelf eens te kennen gaf veel meer eehari
hebben wanneer hü dwazer dingen verkondigd
had.
Velen hebben zich op goedaardige wüze vroo-
lijk om hem gemaakt, maar anderen achten het
niet onmcgelük, dat hüzelf den spot dreef met
de wereld, en dat hü in zün begrensden kring
puiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii
iiiimiiiiiiiilllUMIII'J
Langzaam aan wordt nu Turkije
Op moderne leest geschoeid,
Daar het Oostersche karakter
De regeering niet meer boeit.
Al wat Westersch heet is welkom,
Al wat Oostersch is moet weg
En dit gaat zeer systematisch,
Haast metOostersch overleg!
Eerst de sluiers van de dames!
Dit verwekte sympathie,
Want ook Turksche vrouwen snakten i
1 Naar de mode de Paris!
Toen de roode fez der mannen. i
Doch dit lukte niet zóó gauw, i
H Want de mannen zijn in doorsnee
Méér vasthoudend dan de vrouw!
Men gaat weer een stapje verder i
I En een nieuwe wet bepaalt,
Dat door heel de rij van feesten i
'n Heel dik streepje wordt gehaald!
Want men heeft véél vrije dagen i
In het land der halve maan.
I Niets-doen is een stuk religie
i Voor den Turk-Mohammedaan!
Nooit was men nog zóó eenparig
In een uiting van verzet.
Machtig rijzen de protesten f
I dis de berg van Mohammed!
Maarnu zou je bijna zeggen:
Dit bewiist dan toch haar-fijn,
i Dat de Turken in hun hartje
Al reeds langverwesterd zijn!
MARTIN BERDEN 1
Nadruk verboden)
Üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiin
de kwasi-wetenschappelijke pose van het mo
derne publiek wilde .hekelen. Aan een man, die
eens op een büeenkomst uitriep, dat hij aileen
dén in God gelooven zou, wanneer hüzelf het
bestaan van God kon aantoonen (hetgeen nü
niet kon), vroeg William Edgell of hij ervan
overtuigd was, dat de aarde bolvormig was.
„Natuurlük!" zei de man uit de hoogte.
„Kunt u het bewüzen?" drong Edgell aan.
„Bewüzen niet, maar het spreekt van zelf...."
„Ik kan het ook niet bewüzen, en daarom ge
loof ik niet, dat de aarde rond is," zei Edgell.
Velen, die hem persoonlijk gekend nebben,
houden vol, dat hü ongetwijfeld een zonderling
was, maar dat zün geloof in een platte aarde
toch maar voorgewend was, evenals dat In een
zon met een diameter van tien mijlen. Hü
schünt op zün manier een filosoof geweest te
zün, en zün vrienden beweren, dat zijn grillige
theorieën niets anders waren dan een protest
tegen het rotsvaste geloof der onontwikkelde
massa in wetenschappelijke dogma's die zij
klakkeloos aanvaardt zonder ze te kunnen be-
oordeelen, in tegenstelling tot godsdienstige
leerstellingen, die zü klakkeloos beoordeelt zon
der ze te willen aanvaarden.
Te St. Moritz worden proefnemingen gedaan
met aluminium-ski's, een Zwitsersch fabrikaat,
dat vele voordeelen zou bezitten boven de hou
ten ski. De aluminium-ski is even buigzaam als
de houten, van hetzelfde gewicht, behoeft ech
ter niet geolied te worden, is onbreekbaar en
heeft geen specialen metalen rand noodig.
De skiloopers die het nieuwe model gepro
beerd hebben, uitten zich er gunstig over.
Londen gaat er, volgens onzen Londenschen
correspondent, terecht of ten onrechte prat op
het grootste „flat"-gebouw van Europa te bezit
ten. M.i. ten onrechte: er is in het geheel geen
reden om er trotsch op te zün, wanneer een paar
honderd menschen onder één dak wonen. Dit
gebouw werd in den afgeloopen zomer voltooid;
het staat in Hammersmith, voert >ien dsftigen
naam Latymer Court, heeft 500.000 g ikest en
bevat 360 flats en 30 winkels. Als alles verhuurd
is, dan zullen er ongeveer 1200 menscher. in dit
„huis" wonen.
Het gebouw ziet er in zijn soort niet kwaad
uit. Het is slechts zeven verdiepingen hoog en
maakt dus, ondanks zün buitensporige breedte
eu diepte en zün honderden en honderden
vensters een minder overweldigenden indruk
dan men van zulk een menschen-kazerne ver
wachten zou. De architect heeft, zoo goed en
zoo kwaad als het ging, het „kolossale" pogen
te temperen door middel van eenvoudige deco
ratieve kunstgrepen, en menig gebouw van veel
geringer afmetingen lükt bü den eersten aan
blik grooter en grootscher.
Maar door geen kunstgrepen kan het büna
afschuwelüke feit weggecijferd worden dat dit
ééne huis bestemd is voor 360 gezinnen, groot
en klein.
Voor wij anderhalf Jaar verder zün, zullen
wü echter in Latymer Court een eerste en be
scheiden poging zien om een „flat"-huis van
eenigszins aanzienlijke afmetingen te bouwen.
Want dan zal aan Grosvenor road, gelyk de
fraaie Theemskade ten westen van het Parle
mentsgebouw heet, een „block" flats verrezen
zün, in vergelüking waarmede Latymer Court
maar een Lilliputter is.
Ormonde-square, gelük het „huis" genoemd
zal worden naar het square of binnenplein, dat
er geheel door zal worden ingesloten, zal be
staan uit 1340 appartementen, te zamen opstaan
de uit 4400 kamers. Het zal bewoond worden
door ongeveer 4000 personen.
De totale kosten, met inbegrip van den aan
koop van het 7 A acre groote terrein, zullen
1.750.000 bedragen. Het gebouw zal onder an
deren een garage bevatten voor vele honderden
auto's, een zwembad van 30 Meter bü 18. een
groot restaurant en tal van andere wonderlijk
en aantrekkelükheden. Het kan zün dat het, na
zijn voltooiing, een bezienswaardigheid van den
eersten rang is inwendig zoowel als uitwen
dig. Wij hebben een ontwerp gezien; deze ka
zerne belooft overweldigend groot te worden,
zóó groot dat zü. ondanks haar tien verdiepin
gen, laag lükt. Althans op de teekening.
Komt gü tegen dien tijd te Londen, dan moet
gij niet verzuimen Ormonde square te gaan
zien. Welk een grootsche aanblik: een gebouw
van 4400 kamers! En welk een heerlüke gedach
te: niet in dat gebouw te wonen!
In den dierentuin te Boedapest toonde een
leeuwin zich zoo vijandig tegenover haar pas
geboren jongen, dat deze door haar opgevreten
dreigden te worden. Men heeft daarop de jon
ge leeuwtjes in een andere kooi ondergebracht,
waarin zich een herdershond met haar jongen
bevond. Deze ontfermde zich over de leeuwtjes;
die zich thans in een goede gezondheid mogen
verheugen.
Mr. Daniël Greeve was een der vriendelük-
ste menschen van heel Liverpool. Hij had
altijd voor iedereen een vriendelük
woord en werd dan ook door iedereen met wie
hü in aanraking kwam, geacht en bemind.
Op zekeren Zondagmorgen dat hü z'n och
tendwandeling maakte, werd z'n aandacht ge
trokken door eenige vrü goed gekleede men
schen, die op den hoek der straat een concert
gaven en na afloop met een hoed rondgingen.
Mr. Greeve was een man van den ouden
stempel en hij was er alles behalve over gesticht,
dat deze heeren, blijkbaar werklooze musici, op
Zondagmorgen hun beroep uitoefenden. Hü her
innerde zich nog een oude wetsbepaling, waarbij
het verboden was op Zondag in het openbaar
muziek te maken. Nu kon hij zich wel indenken,
dat men iets door de vingers zag, als het een
of anderen stumper betrof. Maar deze gezonde
jonge menschen waren toch in staat op andere
dagen te concerteeren. Hij besloot dan ook, hun
een flink lesje te geven. Toen het muziekstuk
uit was, stapte hü op het groepje toe en zag
juist, dat een hunner, een paar halve kroon
stukken in een hoed wierp en aanstalten maakte,
rond te gaan. Toevallig was Mr. Greeve de
eerste, wien de hoed werd voorgehouden.
„Zoo Jongeman", vroeg hü, „waarom gooide je
eerst dat geld in den hoed?"
„Om het publiek aan te moedigen" luidde het
antwoord.
„O, nu, dank je wel hoor!" zei de vriendelijke
rechter, terwül hij op hetzelfde oogenblik z'n
hand in den hoed stak en een halve kroon er
uit pakte. „Ik zal er een behoorlijk gebruik van
maken. Goeden dag."
Met deze woorden keerde hij zich om en ver-
wüderde zich zoo snel hü kon. „Ziezoo," zei
hij tot zichzelf, „die moet tegen mij maar eens
een aanklacht indienen, dan zullen wü dat zaak
je eens voor de rechtbank uitvechten. Kij krügt
dan z'n halve kroon terug, en waarschünlük zal
hij dan nog wel iets meer krijgen wegens bede-
larü op Zondag."
Hü had al een flink eind gewandeld, toen htf
zich aan z'n mouw voelde trekken. Een stem
naast hem zei: „Mag ik die halve kroon van u
terug hebben, münheer?"
De rechter keek op en naast hem stond de
muzikant, die hem den hoed had voorgehouden.
„Waarom, beste vriend? Je hebt er mü toch
eerlijk een aangeboden," antwoordde hü vrien
delük.
„Dat weet u wel beter, mijnheer. We kunnen
toch niet de menschen op muziek vergasten en
hun nog halve kroonstukken cadeau doen?"
„O, maar ik heb het anders opgevat," zei Mr.
Greeve. „Ik dacht, dat de menschen, die naar
jullie gekrü'sch hadden geluisterd daarvoor met
een halve kroon beloond werden."
De muzikant was verslagen. Dat iemand een
halve kroon uit z'n hoed nam was nog tot daar
aan toe, maar dat men hun kosteüjke muziek
als „gekrüsch" bestempelde was iets, dat totaal
boven zijn verstand ging. De man besloot dan
ook agressiever te worden in z'n aanval.
„Als u mij dat geld niet teruggeeft, roep ik de
politie," dreigde hü.
„Maar, m'n goede vriend, dat zou ik juist
graag willen."
De man wist blükbaar niet wat hij er van
denken moest. Gelukkig kwam er juist op dit
oogenblik een van z'n collega's aan en met dezen
sprak hü er over, wat ze zouden doen.
„Welnu," zei de rechter, nog altüd even vrien
delük, „roepen jullie nu haast de politie, anders
zal ik het moeten doen."
„Wat denk jij er van?" vroeg de hoed-rond
gaander aan z'n collega.
Te laat bemerkten ze, dat ze het paard van Troje
binnen lieten. De ruiters bleven wüselük een weinig
achter en lieten den open wagen met zün gevaarlüken
inhoud voor gaan.
Toen de wagen eenmaal veilig de brug gepasseerd
was, volgde kapitein Gay met zün ruiters. Onmiddellijk
trokken ze hun zwaarden en onder luid krijgsge
schreeuw werd de vüand gechargeerd. De Spanjaarden
waren wederom volkomen verrast.
Van alle kanten werden de Spaansche soldaten be
sprongen. Ze kregen geen gelegenheid meer om hun
wapens te halen, de aanvallers waren volkomen de
baas en spoedig namen ze de vlucht.
„Laat dien vent het geldstuk maar houden.
Hij ziet er nog al hongerig uit en misschien is
het 't eenige, dat hü op 't oogenblik aan geld
bij zich heeft."
De beide mannen keerden zich om en gingen
weer terug naar hun collega's.
De laatste woorden hadden rechter Greeve met
schrik vervuld, want hü herinnerde zich, dat die
juist waren, daar hij vergeten had zün geld uit
z'n vorig costuum over te steken. Gelukkig had
hü nu iets, zoodat hü met den ondergrondschen
spoorweg naar huis kon gaan om z'n eigen geld
te halen. Wel vond hü het ellendig, dat „gesto
len" geldstuk te moeten gebruiken. Hij wandelde
nu naar het dichtstbij gelegen ondergrondsche
station en vroeg aan het loket een kaartje. Als
betaling legde hü de halve kroon voor den klerk
neer. Deze nam het geldstuk op, bekeek het
aan alle kanten eu tikte vervolgens met z'n pot
lood hard tegen
het ruitje van 't j
loket. Onmiddel- ±JC
naast den vrien- <rr>rh tor
delüken rechter, EEllWl
grepen hem ieder ...............m..
bü een arm en trokken hem voor het loket weg.
„Zoo vriend, nou hebben we je!" zei een hun
ner, terwül hü een paar handboeien voor den
dag haalde en om de polsen van Mr. Daniël
Greeve vastmaakte. „Nou, jij bent ook een stom
meling, om altüd op dezelfde plaats dat trucje
uit te halen."
„Maar m'n beste agent," zei de rechter doode-
lük verschrikt. „Je vergist je! Weet je wel wie
ik ben? Ik ben mr. Daniël Greeve, president
van de Arrondissements-Rechtbank in Seven-
Deals."
„Och, is het waar?" spotte de agent. „Nu,
'?n ben Jfc li rr- i. <■;<>-£" ji i r-aat
hier is Admiraal Kensington en ik ben de Keizer
van Japan. We reizen ook incognito. Dus ga nu
maar gauw mee naar 't bureau."
En ze duwden Mr. Greeve voor zich uit.
„Het is stom van je, om drie maanden lang
op dezelfde plek iets dergelüks te te doc:i en ik
zou je aanraden, om maar direct te zeggen wie
je medewerkers zün."
Half versuft luisterde rechter Greeve, maar de
laatste woorden van den agent brachten hem
plotseling op een idee.
„Goed," sprak hü„ik zal jullie het heele stel
letje valsche munters tegelük overleveren, maar
dan moeten jullie me vergezellen zonder deze
handboeien, anders hebben ze het direct, in de
gaten."
De agenten, die in het verschiet „promotie"
zagen, als ze een heele bende valsche munters
arresteerden, voldeden aan het verzoek en geen
tien minuten later stonden zü met hun arrestant
vcor de openbare Jazz-band.
„Dat zün ze," fluisterde hü- „Van dien man
daar kreeg ik het geld en hü heeft nog veel
meer."
„Is dat waar?" vroeg de oudste der twee po-
litie-agenten streng. „O, wee, als je liegt."
Onderzoek maar den hoed, waarmee rond
gaan, dan zal je er nog meer in vinden. Al dis
halve kroonstukken, die er in liggen, hebben
ze er zelf eerst ingedaan om het publiek aan te
moedigen."
„Vooruit dan, dan zullen we tegelük dat heele
stelletje inrekenen!" en met deze woorden dron
gen de beide politiemannen door het publiek
heen, toonden hun penning en grepen direct
naar den met geldstukken gereed liggenden
hoed.
En toen de waarheid van rechter Greeve's
woorden bleek, werd het viertal muzikanten in
clusief den vriendelüken rechter, in optocht naar
het bureau gebracht. Er was er echter één, die
10 minuten later het bureau weer verliet, uitge
leide gedaan door twee diep buigende commis
sarissen van politie en in het bezit van genoeg
echt geld om gemakkelük naar huis te kunnen
komen.
De Egyptische regeering heeft besloten de
subsidie aan de exporteurs van mandarijnen en
sinaasappelen te verhoogen tot 40 000. Het
Departement van Handel en Industrie heeft den
exporteurs meegedeeld, dat zü de volgende 5
jaar op subsidie kunnen rekenen, maar dat deze
elk jaar met 20 proc. verminderd wordt.
Men hoopt n.l., dat na 5 jaar de Egyptische
fruit-industrie zal kunnen concurreeren met die
van andere landen zonder steun der regeering.
Gemeld wordt, dat een Duitsche firma te Bre
men het Egyptische Departement van Handel
en Industrie heeft meegedeeld, dat in Duitsch
land een afzetgebied bestaat voor Egyptische
sinaasappelen en men aldaar met succes kan
concurreeren met het product uit Palestina.
De Duitsche firma heeft aangeboden om
groote hoeveelheden sinaasappelen uit Egypte
in te voeren in tuil voor steenkool of andere
Duitsche producten, die Egypte kan gebruiken.
In het dorp Kamenka in het district Tomak
(Siberië) heeft een koe twee kalveren geworpen
en hebben twee schapen elk een lammetje ter
wereld gebracht met twee koppen, waarbij de
kop van een der lammetjes vier oogen had.
bij een ongeval met
II T p A D 1VT "AJ IC1 'C op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen "C1 7^/TI by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door „f,nrm
f\ I .1 ,r. 1 v IN £j O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen E öwa" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen Jl I WW» doodelijken atioop
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FOC(f"fc bij verlies van een hano
een voet of een oog
20.
Bill had zooiets gezegd, dat hü uit
vinder was. Dan waren er nog de minister van
de Luchtvaart en sir Oswald Coote. die in
staal deed. Op de een of andere manier scheen
dat verband te houden. Daar het nutteloos was
verdere bespiegelingen te houden gaf Bundle
het cp en concentreerde haar gedachten jo net
op handen zünde onderhoud met laay Caterham,
D.e dame woonde in een groot som oer huis op
een van Londen's deft ge p'einen. Binnen rook
het naar zegellak, vogelzaad en eerigszfns ver
gane bloemen. Lady Caterham was een groote
vrouw.... groot op allerlei manieren. Hare
afmetingen waren meer majestueus dan breed,
ze had een grooten krommen neus en haar ooven-
lip deed een heel klein we'.nlgje een snor ver
moeden. Zü was verwonderd haar rucht te zien.
bood haar een koude wang aan. die Bundie
plichtmatig kuste.
„Dat te een heel onverwacht genoegen,
Eileen," merkte ze koel op.
„We zün eerst kort te-ug. tante Marcia."
„Dat weet ik. Hoe maakt je vader het? Zooals
gewoonlük?"
Haar toon hield kleineering fn. Ze had geen
fcoogen dunk van Alastaïr Edward Brent,
negenden markfes van Caterham. Als ze de uit
drukking gekend had. zou ze hem een raren
snuiter genoemd hebben.
„Vader maakt het heel goed. Hü is °P
Chimneys."
„Zoo. Je weet wel Eileen, dat ik dat verhuren
van Chimneys nooit goedgekeurd heb. Op veler
lei wijzen is het gebouw een historisch mouu-
ment. Men moet het dus hooghouden."
j(Het moet schitterend geweest zün, toen oom
Henry nog leefde," zef Bundle met een lichten
zucht.
„Henry besefte de verantwoordelükheid. die
hij droeg," zei Henry's weduwe.
.Bedenk eens welke menschen er hebben
gelogeerd," ging Bundie geestdriftig verder. ,,A1
de voornaamste staatslieden van Europa."
Lady Caterham zuchtte.
,Jk kan naar waarheid zeggen, dat daar meer
dan eens de geschiedenis gemaakt Ts." merkte
ze op. ,,Als je vader maar...."
Zij schudde bedroefd het hoofd.
.Politiek verveelt vader." zei Bundie. „en toch
is het büna de boeiendste studie die er bestaat
zou ik zeggen. Vooral als je het uit de eerste
hand hoort." Ze maakte deze buitensporige be
wering geheel fn strijd met haar gevoelens
zonder zelfs te blozen.
Haar tante keek haar met eenige verwonde
ring aan.
„Het doet me genoegen je dat te hooren zeg
gen," zei ze. „Ik heb altüd gedacht Eileen, dat
je nergens om gaf dan om dat moderne naja
gen van genoegens."
„Dat deed ik ook," zei Bundie.
„Je was ook zoo heel jong," zef lady Caterham
nadenkend. ,,Maar met Jouw voordeden en als
je een geschikt huwelük deed, zou je een van de
voornaamste politieke gastvrouwen van den
tegenwoordigen tüd kunnen zün."
Bundie werd een beetje bang. Ze vreesde even
dat haar tante nu al direct een geschikten echt
genoot te voorschqn zou tooveren.
„Maar ik voel me zoo dom," zef Bundie. „Ik
bedoel, dat ik zoo weinig weet."
„Dat kan gemakkelük verholpen worden," zei
lady -Caterham levendig. Ik heb erg veel lec
tuur er over, die ik kan leenen.
„Graag tante Marcia," zei Bundie en ging
haastig over tot haar tweeden aanval.
„Ik heb me afgevraagd of u mevrouw Macatta
ook kent, tante Marcia."
„Zeker ken ik haar, een zeer achtenswaar
dige dame met een buitengewoon verstand. Ik
houd er over het algemeen niet van. dat vrou
wen zitting hebben in het parlement. Zij kun
nen op meer vrouwelüke wüze invloed uit
oefenen."
Zü zweeg, waarschünlük om zich de vrouwe
lijke wüze te herinneren waarop ze een onwil-
ligen man gedwongen had de politieke arena
te betreden en het wonderbaarlijke succes dat
züne en hare pogingen bekroond had
„Maar de tijden veranderen en het werk dat
mevrouw Macatta doet is werkelük van natio
naal belang en is in hooge mate belangrijk voor
alle vrouwen. Ik vind dat het echt vrouwelük
werk fs. Je moet heusch eens kennis maken met
mevrouw Macatta."
Bundie slaakte een treufrgen zucht.
„Ze is de volgende week op een partü hü
George Lomax. Hü heeft vader uitgenoodigd,
die natuurlijk niet wil gaan, maar hü heeft
er heelemaal niet aan gedacht mü uit te noo-
digen. Ik veronderstel dat hij me veel te stom
vindt."
Het kwam lady Caterham voor dat haar nicht
werkelük een wonderlüke verbetering had onder
gaan. Had ze misschien een ongelukkige lief
desgeschiedenis gehad? Lady Caterbam's op
vatting was dat een ongelukkige liefdeshis
torie dikwüls zeer heilzaam is voor jonge meisjes.
Daardoor begonnen zü het leven ernstig op te
nemen.
„Ik veronderstel niet dat George Lomax zelfs
maar een oogenblik beseft dat Je.... zullen we
zeggen volwassen bent? Mün beste Eileen ik
moet eens met hem praten," zef ze.
„Hij kan me niet lijden," zei Bundie. „Ik weet
dat hü me niet zal uitneodigen.
„Onzin," zei lady Caterham. „Ik zal het wel
met hem klaarspelen. Ik kende Lomax i.l toer.
jü nog zóó grcot was."
Zü wees een absoluut onmogelüke hoogte aan.
„Hij zal al blü zün. mü een gunst te kunnen
bewüzen. En hü zal zelf ook vast inzien dat het
van essentieel belang is dat de tegenwoordige
jonge meisjes een verstandig belang stellen in
het welvaren van hun land."
„Bravo! Bravo!" zei Bundie büna, maar ze
hield zich in.
„Nu zal ik wat lectuur erover zoeken," zei
lady Caterham opstaande.
Zü riep met een schrille stem:
„Juffrouw Connor."
Een heel keurige secretaresse kwam aanloo
pten met een verschrikte uitdrukking op haar
gezfeht. Lady Caterham gaf haar verschillend?
aanwüzingen. Kort daarop reed Bundie terug
naar Brook Street, haar armen vol met lectuur
zoo droog als men zich maar kan voorstellen.
Het volgende wat ze deed was Jimmy Thesi-
ger opbellen. Zün eerste woorden waren vol
triomf.
„Ik heb het klaar gespeeld," zei hü. „Maar
ik had toch heel wat last met Bill. Hü had het
in zün dikken kop gehaald, dat ik een lam zou
zün onder de wolven. Maar ten laatste heb ik
het hem aan het verstand gebracht. Nou ik heb
een massa rommel en bestudeerde die... Je weet
wel Parlements- en regeeringsrapperten. Afgrü-
selük saaimaar als je iets doet moet je het
goed doen Heb je ooit gehoord van de grens
kwestie van Santa-Fé?"
.Nooit," zei Bundie.
„Nu daar geef ik me speciaal moeite voor. Die
heeft jaren geduurd en was heel ingewikkeld.
Ik ga er diep op in. Tegenwoordig moet men
zich wel specialiseeren."
„Ik heb ook een massa van die dingen," zei
Bundie. „Tante Marcia heeft ze me gegeven."
„Tante.... wfe?"
„Tante Marciavaders schoonzuster. Ze
gaat erg op in politiek. Ze zal dan ook zorgen
dat ik uitgenoodigd wordt op de partü die
George geeft."
„Neen? O zeg, dat zal vreeselük leuk züa"
Hü zweeg even en toen zet hü
„Zeg, dat moesten we Loraine maar liever niet
vertellen, hè?"
„Misschien niet."
„Ja, zie je, misschien vindt ze het niet leuk,
dat men haar er buiten laat. En ze moet er
heusch buiten gehouden worden."
„Ja."
,Jk bedoel, dat je zoo'n meisje geen gevaar
kunt laten loopen."
Bundie bedacht dat het münheer Thesiger
eenigszins aan tact ontbrak. HU scheen heele
maal geen gewetensbezwaren te hebben over het
feit dat zü gevaar liep.
„Ben je al weg?"
„Neen, ik dacht maar even na."
„O zeg, ga jü morgen naar de lükschouwing?"
„Ja, en jü?"
„Ja en tusschen twee haakjes, het staat in
de avondbladen, maar verscholen in een hoek...
ik had gedacht dat ze er nogal ophef van ge
maakt zouden hebben."
„Jaik ook."
„Nu," zei Jimmy, „moet ik een beetje gaan
opschieten met mün taak. Ik ben juist geko
men, dat Bolivia ons een nota gezonden heeft."
„Ik moet ook opschieten met mün afdeeling,"
zei Bundie. „Ga je den heelen avond zitten
vossen?"
„Ik denk het wel. En jü?"
„O waarschünlük wel. Goeden avond."
Wordt vervolgd.