mn den dag DE ENGELSCHE KAPERS L Plebiscieten na den wereldoorlog HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN HET LAATSTE ACHTER DEN RUG DE TURK rr VRIJDAG 18 JANUARI 1935 Onder de bewoners van ruim een dozijn gebieden is een volks stemming gehouden Vreedzame oplossingen William Edgell Aluminium-ski's Latymer Court Dïerentuinnieuws gearresteerde j Egyptisch fruit Wonderdieren DOOR AGATHA CHRISTIE De stemming waarmee de bevolking van het Saargebied Zondag in overweldi gende meerderheid te kennen gaf dat zij Duitsch is en Duitsch wil blijven, was de laatste die werd voorgeschreven door het Ver drag van Versailles om de bewoners van ruim een dozijn gebieden zelf te doen uitmaken bij •welken staat zij wenschten te worden in gelijfd De eerste volksstemming na den wereld oorlog werd gehouden in Sleeswljk met het doel de door het Verdrag van Weenen vast gestelde grens te wijzigen. Het gebied waar de stemming gehouden moest worden, werd in twee deelen gesplitst: een Noordelijke strook van 390.000 HA. met 107.000 bewoners en een Zuidelijke strook van 133 000 HA. met 109.000 bewoners waarvan er 63.000 de bevol king der stad Flensburg vormden. De Noordelijke strook stemde het eerst en wel op 10 Februari 1920. Niet minder dan 74.2 pet. der uitgebrachte stemmen was voor Denemarken, wat na zes-en-vijftig jaren Pruisische overheersching een merkwaardig resultaat genoemd mag worden. De Zuidelijke strook ging met 79 pCt. der stemmen aan Duitschland over. In Denemarken beschouw de men dit als een ramp. Koning Christiaan X ontsloeg het kabinet waarvan de Premier Zahle zich tegen de aansluiting van Flens burg bij Denemarken had verzet. Een paar maanden later, 11 Juli 1920, moesten de bewoners der gebieden van Allen- steln en Marienwerder welke deel uitmaakten van Oost- en West-Pruisen, beslissen of zij zich bij Polen zouden aansluiten of niet. Het resultaat was een nog grootere triomf voor Duitschland dan thans in het Saaxgebied. Voor het „grosze Vaterland" spraken zich uit in Marienwerder 368 van de 396 kiesdistric ten en 96.900 van de 106.000 kiezers, in Allen- stein 1694 van de 1704 kiesdistricten en 98 pet. der kiezers. Polen kreeg slechts, volgens de bepalingen van Versailles, bij Marienwerder op beide oevers van de Weichsel een strook gronds van dertig meter lengte en vijftig meter breedte, alsmede vier dorpen en de haven van Kurze- brack. Het doel hiervan was, Warschau de souvereiniteit over genoemde rivier te ver zekeren. De grenzen van het na-oorlogsche Oosten rijk werden vastgesteld door het Verdrag van Trianon, behalve voor wat betreft het bekken van Klagenfurt. Dit gebied werd in twee deelen gesplitst, waarvan de Zuidelijke helft onder Jcego-Slavië stond en de Noordelijke helft onder Oostenrijk. Een volksstemming zou uitmaken of deze toestand bestendigd werd, dan wel of hert het bekken ofwel aan Joego slavië, ofwel aan Oostenrijk zou vervallen. Het was den 10 October 1922 dat de stem gerechtigden van de Zuidelijke helft ter stem bus togen. Van de 22.025 stemmen waren er 15.278 of 59 pet. voor Oostenrijk. Volgens de vredesbepalmgen hoefde nu de Noordelijke helft niet meer te stemmen en heel het bek ken van Klagenfurt bleef Oostenrijksch als het steeds geweest was. De belangrijkste der volksstemmingen was ongetwijfeld die van Opper-Silezië waarbij het ging tusschen Polen en Duitschland om een oppervlakte van 1.077.334 H.A. met groote na tuurlijke rijkdommen en 2J280.0C3 bewoners. De Verdragen van Saint-Germain en Tria non bepaalden dat Hongarije de 356 K.M.2 groote. Duitsch sprekende omgeving van So- pron (Oedenburg) moest afstaan aan Oosten rijk en ontruimen vóór 9 Augustus 1921. Hon garije begon echter een felle protestactie en de Oostenrijksche gendarmerie werd door tot op zekere hoogte geregelde benden aangevallen waar zij zich vertoonde. Italië bood zijn be middeling aan en 13 October kwamen beide partijen te Venetië overeen dat een volks stemming beslissen zou over de toekomst van het land van Sopron. Het was 14 December 1921 dat men ter stembus toog. Hongarije be haalde met 15.300 tegen 8.200 stemmen de overwinning. Oostenrijk protesteerde omdat de stemming niet vrij was geweest en omdat de kiezerslijsten vervalscht waren. De con ferentie van ambassadeurs erkende echter 23 December den uitslag en in Februari 1922 be rustte ook Weenen er in. Het is ook eenige malen voorgekomen dat volksstemmingen wel vastgesteld waren, doch niet gehouden werden. Dit gebeurde in Te- schen en te Wilna. Polen en Tsjecho-Slowakije streefden beiden naar het bezit van Teschen en om daar een einde aan te maken, besloot men tot een volksstemming in September 1919. Het gevolg echter was een zoo gevaarlijke spanning dat zoowel Polen als Tsj>echo-Slowakije van de volksstemming afzagen en de vaststelling hunner grenzen toevertrouwden aan de Con ferentie van Ambassadeurs. In Wilna waren de oorzaken van het niet doorgaan der volksstemming van heel ande ren aard. Tijdens hun terugtocht voor de Poolsche troepen, hadden de bolsjewieken de slad aan Lithauen gegeven. De staatsgreep van den „opstandigen" generaal Zeligowski bracht Wilna echter op 9 Oct. 1920 in Poolsch bezit. Lithauen liet het daar niet bij en het einde van een fel geschil was dat de Volken bond in 1921 vccirstelde een internationale troepenmacht naar Wilna te sturen en een volksstemming te houden. Polen noch Lithauen durfde dat echter aan, daar Sovjet-Rusland dreigde in de aanwezigheid van een interna tionale troepenmacht aan zijn grenzen een „casus belli" te zullen zien. En nog is de lange rij niet ten einde. Volks stemmingen toch werden verder gehouden in Vorarlberg (1919), op de Aaland-eilanden (1917—1921) in Eupen en Malmédy (1920) iD Tirol en Salzburg (1921), te Wilna *1922». Doch het belangrijkste van dit alles is dat wij eindelijk de laatste achter den rug hebben van deze „vreedzame oplossingen" die erger kun nen zijn dan een oorlog. Hoe dikwijls houden zij den oorlogsgeest wakker? Hoe dikwijls* voeden zij den haat? Hoe dikwijls prikkelen ze tot revanche? Mr. William Edgell is op 73-jarigen leeftijd te Midsomer Norton, nabij Bath, over leden, schrijft ons onze Londensche cor respondent, na vijftig jaren van zijn leven ge wijd te hebben aan pogingen om te bewijzen, dat de aarde niet bolvormig, maar plat was. Hü hield er meer theorieën op na. onder an dere deze, dat de middellijn van de ron niet meer dan 10 mijlen (16 kilometers) bedraagt. Zijn „geoplanarisch" stokpaardje beieed hij op nadrukkelijk verlangen van zijn vader, die op zijn sterfbed den wensch te kennen gegeven had, dat de toen 23-jarige William niet zou rusten voor hij klinkklaar bewezen had. rat de aarde plat was. De zoon legde de belofte af. maar niemand weet zeker of hü zelf wel ge loofde in de juistheid van de steking, die hü zün leven lang poogde te bewüzen. Velen achten het onwaarschijnlük. vooral daar hü er op later leeftüd de bijna nog grilliger theorie betreffende de middellün der zon bü- nam. Het was alsof hü met de heele zaak den draak wilde steken. Hij moge een eenigszins zonderling man ge weest zün, hü was echter in geen geval een man zonder kennis en vernuft. Op werktuig kundig gebied heeft hü eenige prestaties ver richt, die nu wel niet bepaald gen taai waren, maar toch getuigden van vindingrijkheid. Ook waren de argumenten of drogredenen waarmede hü het „ondergaan" van zon en maan achter de platte, eenigszins scho- telvormige aarde verklaarde, zeer spits vondig, maar hü was er op net negen- blik van zün dood nog niet in geslaagd de phasen van de maan, en de zons- en maans verduisteringen, in overeenstemming te brengen met zün theorie betreffende een piatte aarde. Hü had eenige volgelingen: hü zou er naar hü zelf eens te kennen gaf veel meer eehari hebben wanneer hü dwazer dingen verkondigd had. Velen hebben zich op goedaardige wüze vroo- lijk om hem gemaakt, maar anderen achten het niet onmcgelük, dat hüzelf den spot dreef met de wereld, en dat hü in zün begrensden kring puiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii iiiimiiiiiiiilllUMIII'J Langzaam aan wordt nu Turkije Op moderne leest geschoeid, Daar het Oostersche karakter De regeering niet meer boeit. Al wat Westersch heet is welkom, Al wat Oostersch is moet weg En dit gaat zeer systematisch, Haast metOostersch overleg! Eerst de sluiers van de dames! Dit verwekte sympathie, Want ook Turksche vrouwen snakten i 1 Naar de mode de Paris! Toen de roode fez der mannen. i Doch dit lukte niet zóó gauw, i H Want de mannen zijn in doorsnee Méér vasthoudend dan de vrouw! Men gaat weer een stapje verder i I En een nieuwe wet bepaalt, Dat door heel de rij van feesten i 'n Heel dik streepje wordt gehaald! Want men heeft véél vrije dagen i In het land der halve maan. I Niets-doen is een stuk religie i Voor den Turk-Mohammedaan! Nooit was men nog zóó eenparig In een uiting van verzet. Machtig rijzen de protesten f I dis de berg van Mohammed! Maarnu zou je bijna zeggen: Dit bewiist dan toch haar-fijn, i Dat de Turken in hun hartje Al reeds langverwesterd zijn! MARTIN BERDEN 1 Nadruk verboden) Üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiin de kwasi-wetenschappelijke pose van het mo derne publiek wilde .hekelen. Aan een man, die eens op een büeenkomst uitriep, dat hij aileen dén in God gelooven zou, wanneer hüzelf het bestaan van God kon aantoonen (hetgeen nü niet kon), vroeg William Edgell of hij ervan overtuigd was, dat de aarde bolvormig was. „Natuurlük!" zei de man uit de hoogte. „Kunt u het bewüzen?" drong Edgell aan. „Bewüzen niet, maar het spreekt van zelf...." „Ik kan het ook niet bewüzen, en daarom ge loof ik niet, dat de aarde rond is," zei Edgell. Velen, die hem persoonlijk gekend nebben, houden vol, dat hü ongetwijfeld een zonderling was, maar dat zün geloof in een platte aarde toch maar voorgewend was, evenals dat In een zon met een diameter van tien mijlen. Hü schünt op zün manier een filosoof geweest te zün, en zün vrienden beweren, dat zijn grillige theorieën niets anders waren dan een protest tegen het rotsvaste geloof der onontwikkelde massa in wetenschappelijke dogma's die zij klakkeloos aanvaardt zonder ze te kunnen be- oordeelen, in tegenstelling tot godsdienstige leerstellingen, die zü klakkeloos beoordeelt zon der ze te willen aanvaarden. Te St. Moritz worden proefnemingen gedaan met aluminium-ski's, een Zwitsersch fabrikaat, dat vele voordeelen zou bezitten boven de hou ten ski. De aluminium-ski is even buigzaam als de houten, van hetzelfde gewicht, behoeft ech ter niet geolied te worden, is onbreekbaar en heeft geen specialen metalen rand noodig. De skiloopers die het nieuwe model gepro beerd hebben, uitten zich er gunstig over. Londen gaat er, volgens onzen Londenschen correspondent, terecht of ten onrechte prat op het grootste „flat"-gebouw van Europa te bezit ten. M.i. ten onrechte: er is in het geheel geen reden om er trotsch op te zün, wanneer een paar honderd menschen onder één dak wonen. Dit gebouw werd in den afgeloopen zomer voltooid; het staat in Hammersmith, voert >ien dsftigen naam Latymer Court, heeft 500.000 g ikest en bevat 360 flats en 30 winkels. Als alles verhuurd is, dan zullen er ongeveer 1200 menscher. in dit „huis" wonen. Het gebouw ziet er in zijn soort niet kwaad uit. Het is slechts zeven verdiepingen hoog en maakt dus, ondanks zün buitensporige breedte eu diepte en zün honderden en honderden vensters een minder overweldigenden indruk dan men van zulk een menschen-kazerne ver wachten zou. De architect heeft, zoo goed en zoo kwaad als het ging, het „kolossale" pogen te temperen door middel van eenvoudige deco ratieve kunstgrepen, en menig gebouw van veel geringer afmetingen lükt bü den eersten aan blik grooter en grootscher. Maar door geen kunstgrepen kan het büna afschuwelüke feit weggecijferd worden dat dit ééne huis bestemd is voor 360 gezinnen, groot en klein. Voor wij anderhalf Jaar verder zün, zullen wü echter in Latymer Court een eerste en be scheiden poging zien om een „flat"-huis van eenigszins aanzienlijke afmetingen te bouwen. Want dan zal aan Grosvenor road, gelyk de fraaie Theemskade ten westen van het Parle mentsgebouw heet, een „block" flats verrezen zün, in vergelüking waarmede Latymer Court maar een Lilliputter is. Ormonde-square, gelük het „huis" genoemd zal worden naar het square of binnenplein, dat er geheel door zal worden ingesloten, zal be staan uit 1340 appartementen, te zamen opstaan de uit 4400 kamers. Het zal bewoond worden door ongeveer 4000 personen. De totale kosten, met inbegrip van den aan koop van het 7 A acre groote terrein, zullen 1.750.000 bedragen. Het gebouw zal onder an deren een garage bevatten voor vele honderden auto's, een zwembad van 30 Meter bü 18. een groot restaurant en tal van andere wonderlijk en aantrekkelükheden. Het kan zün dat het, na zijn voltooiing, een bezienswaardigheid van den eersten rang is inwendig zoowel als uitwen dig. Wij hebben een ontwerp gezien; deze ka zerne belooft overweldigend groot te worden, zóó groot dat zü. ondanks haar tien verdiepin gen, laag lükt. Althans op de teekening. Komt gü tegen dien tijd te Londen, dan moet gij niet verzuimen Ormonde square te gaan zien. Welk een grootsche aanblik: een gebouw van 4400 kamers! En welk een heerlüke gedach te: niet in dat gebouw te wonen! In den dierentuin te Boedapest toonde een leeuwin zich zoo vijandig tegenover haar pas geboren jongen, dat deze door haar opgevreten dreigden te worden. Men heeft daarop de jon ge leeuwtjes in een andere kooi ondergebracht, waarin zich een herdershond met haar jongen bevond. Deze ontfermde zich over de leeuwtjes; die zich thans in een goede gezondheid mogen verheugen. Mr. Daniël Greeve was een der vriendelük- ste menschen van heel Liverpool. Hij had altijd voor iedereen een vriendelük woord en werd dan ook door iedereen met wie hü in aanraking kwam, geacht en bemind. Op zekeren Zondagmorgen dat hü z'n och tendwandeling maakte, werd z'n aandacht ge trokken door eenige vrü goed gekleede men schen, die op den hoek der straat een concert gaven en na afloop met een hoed rondgingen. Mr. Greeve was een man van den ouden stempel en hij was er alles behalve over gesticht, dat deze heeren, blijkbaar werklooze musici, op Zondagmorgen hun beroep uitoefenden. Hü her innerde zich nog een oude wetsbepaling, waarbij het verboden was op Zondag in het openbaar muziek te maken. Nu kon hij zich wel indenken, dat men iets door de vingers zag, als het een of anderen stumper betrof. Maar deze gezonde jonge menschen waren toch in staat op andere dagen te concerteeren. Hij besloot dan ook, hun een flink lesje te geven. Toen het muziekstuk uit was, stapte hü op het groepje toe en zag juist, dat een hunner, een paar halve kroon stukken in een hoed wierp en aanstalten maakte, rond te gaan. Toevallig was Mr. Greeve de eerste, wien de hoed werd voorgehouden. „Zoo Jongeman", vroeg hü, „waarom gooide je eerst dat geld in den hoed?" „Om het publiek aan te moedigen" luidde het antwoord. „O, nu, dank je wel hoor!" zei de vriendelijke rechter, terwül hij op hetzelfde oogenblik z'n hand in den hoed stak en een halve kroon er uit pakte. „Ik zal er een behoorlijk gebruik van maken. Goeden dag." Met deze woorden keerde hij zich om en ver- wüderde zich zoo snel hü kon. „Ziezoo," zei hij tot zichzelf, „die moet tegen mij maar eens een aanklacht indienen, dan zullen wü dat zaak je eens voor de rechtbank uitvechten. Kij krügt dan z'n halve kroon terug, en waarschünlük zal hij dan nog wel iets meer krijgen wegens bede- larü op Zondag." Hü had al een flink eind gewandeld, toen htf zich aan z'n mouw voelde trekken. Een stem naast hem zei: „Mag ik die halve kroon van u terug hebben, münheer?" De rechter keek op en naast hem stond de muzikant, die hem den hoed had voorgehouden. „Waarom, beste vriend? Je hebt er mü toch eerlijk een aangeboden," antwoordde hü vrien delük. „Dat weet u wel beter, mijnheer. We kunnen toch niet de menschen op muziek vergasten en hun nog halve kroonstukken cadeau doen?" „O, maar ik heb het anders opgevat," zei Mr. Greeve. „Ik dacht, dat de menschen, die naar jullie gekrü'sch hadden geluisterd daarvoor met een halve kroon beloond werden." De muzikant was verslagen. Dat iemand een halve kroon uit z'n hoed nam was nog tot daar aan toe, maar dat men hun kosteüjke muziek als „gekrüsch" bestempelde was iets, dat totaal boven zijn verstand ging. De man besloot dan ook agressiever te worden in z'n aanval. „Als u mij dat geld niet teruggeeft, roep ik de politie," dreigde hü. „Maar, m'n goede vriend, dat zou ik juist graag willen." De man wist blükbaar niet wat hij er van denken moest. Gelukkig kwam er juist op dit oogenblik een van z'n collega's aan en met dezen sprak hü er over, wat ze zouden doen. „Welnu," zei de rechter, nog altüd even vrien delük, „roepen jullie nu haast de politie, anders zal ik het moeten doen." „Wat denk jij er van?" vroeg de hoed-rond gaander aan z'n collega. Te laat bemerkten ze, dat ze het paard van Troje binnen lieten. De ruiters bleven wüselük een weinig achter en lieten den open wagen met zün gevaarlüken inhoud voor gaan. Toen de wagen eenmaal veilig de brug gepasseerd was, volgde kapitein Gay met zün ruiters. Onmiddellijk trokken ze hun zwaarden en onder luid krijgsge schreeuw werd de vüand gechargeerd. De Spanjaarden waren wederom volkomen verrast. Van alle kanten werden de Spaansche soldaten be sprongen. Ze kregen geen gelegenheid meer om hun wapens te halen, de aanvallers waren volkomen de baas en spoedig namen ze de vlucht. „Laat dien vent het geldstuk maar houden. Hij ziet er nog al hongerig uit en misschien is het 't eenige, dat hü op 't oogenblik aan geld bij zich heeft." De beide mannen keerden zich om en gingen weer terug naar hun collega's. De laatste woorden hadden rechter Greeve met schrik vervuld, want hü herinnerde zich, dat die juist waren, daar hij vergeten had zün geld uit z'n vorig costuum over te steken. Gelukkig had hü nu iets, zoodat hü met den ondergrondschen spoorweg naar huis kon gaan om z'n eigen geld te halen. Wel vond hü het ellendig, dat „gesto len" geldstuk te moeten gebruiken. Hij wandelde nu naar het dichtstbij gelegen ondergrondsche station en vroeg aan het loket een kaartje. Als betaling legde hü de halve kroon voor den klerk neer. Deze nam het geldstuk op, bekeek het aan alle kanten eu tikte vervolgens met z'n pot lood hard tegen het ruitje van 't j loket. Onmiddel- ±JC naast den vrien- <rr>rh tor delüken rechter, EEllWl grepen hem ieder ...............m.. bü een arm en trokken hem voor het loket weg. „Zoo vriend, nou hebben we je!" zei een hun ner, terwül hü een paar handboeien voor den dag haalde en om de polsen van Mr. Daniël Greeve vastmaakte. „Nou, jij bent ook een stom meling, om altüd op dezelfde plaats dat trucje uit te halen." „Maar m'n beste agent," zei de rechter doode- lük verschrikt. „Je vergist je! Weet je wel wie ik ben? Ik ben mr. Daniël Greeve, president van de Arrondissements-Rechtbank in Seven- Deals." „Och, is het waar?" spotte de agent. „Nu, '?n ben Jfc li rr- i. <■;<>-£" ji i r-aat hier is Admiraal Kensington en ik ben de Keizer van Japan. We reizen ook incognito. Dus ga nu maar gauw mee naar 't bureau." En ze duwden Mr. Greeve voor zich uit. „Het is stom van je, om drie maanden lang op dezelfde plek iets dergelüks te te doc:i en ik zou je aanraden, om maar direct te zeggen wie je medewerkers zün." Half versuft luisterde rechter Greeve, maar de laatste woorden van den agent brachten hem plotseling op een idee. „Goed," sprak hü„ik zal jullie het heele stel letje valsche munters tegelük overleveren, maar dan moeten jullie me vergezellen zonder deze handboeien, anders hebben ze het direct, in de gaten." De agenten, die in het verschiet „promotie" zagen, als ze een heele bende valsche munters arresteerden, voldeden aan het verzoek en geen tien minuten later stonden zü met hun arrestant vcor de openbare Jazz-band. „Dat zün ze," fluisterde hü- „Van dien man daar kreeg ik het geld en hü heeft nog veel meer." „Is dat waar?" vroeg de oudste der twee po- litie-agenten streng. „O, wee, als je liegt." Onderzoek maar den hoed, waarmee rond gaan, dan zal je er nog meer in vinden. Al dis halve kroonstukken, die er in liggen, hebben ze er zelf eerst ingedaan om het publiek aan te moedigen." „Vooruit dan, dan zullen we tegelük dat heele stelletje inrekenen!" en met deze woorden dron gen de beide politiemannen door het publiek heen, toonden hun penning en grepen direct naar den met geldstukken gereed liggenden hoed. En toen de waarheid van rechter Greeve's woorden bleek, werd het viertal muzikanten in clusief den vriendelüken rechter, in optocht naar het bureau gebracht. Er was er echter één, die 10 minuten later het bureau weer verliet, uitge leide gedaan door twee diep buigende commis sarissen van politie en in het bezit van genoeg echt geld om gemakkelük naar huis te kunnen komen. De Egyptische regeering heeft besloten de subsidie aan de exporteurs van mandarijnen en sinaasappelen te verhoogen tot 40 000. Het Departement van Handel en Industrie heeft den exporteurs meegedeeld, dat zü de volgende 5 jaar op subsidie kunnen rekenen, maar dat deze elk jaar met 20 proc. verminderd wordt. Men hoopt n.l., dat na 5 jaar de Egyptische fruit-industrie zal kunnen concurreeren met die van andere landen zonder steun der regeering. Gemeld wordt, dat een Duitsche firma te Bre men het Egyptische Departement van Handel en Industrie heeft meegedeeld, dat in Duitsch land een afzetgebied bestaat voor Egyptische sinaasappelen en men aldaar met succes kan concurreeren met het product uit Palestina. De Duitsche firma heeft aangeboden om groote hoeveelheden sinaasappelen uit Egypte in te voeren in tuil voor steenkool of andere Duitsche producten, die Egypte kan gebruiken. In het dorp Kamenka in het district Tomak (Siberië) heeft een koe twee kalveren geworpen en hebben twee schapen elk een lammetje ter wereld gebracht met twee koppen, waarbij de kop van een der lammetjes vier oogen had. bij een ongeval met II T p A D 1VT "AJ IC1 'C op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen "C1 7^/TI by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door „f,nrm f\ I .1 ,r. 1 v IN £j O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen E öwa" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen Jl I WW» doodelijken atioop AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FOC(f"fc bij verlies van een hano een voet of een oog 20. Bill had zooiets gezegd, dat hü uit vinder was. Dan waren er nog de minister van de Luchtvaart en sir Oswald Coote. die in staal deed. Op de een of andere manier scheen dat verband te houden. Daar het nutteloos was verdere bespiegelingen te houden gaf Bundle het cp en concentreerde haar gedachten jo net op handen zünde onderhoud met laay Caterham, D.e dame woonde in een groot som oer huis op een van Londen's deft ge p'einen. Binnen rook het naar zegellak, vogelzaad en eerigszfns ver gane bloemen. Lady Caterham was een groote vrouw.... groot op allerlei manieren. Hare afmetingen waren meer majestueus dan breed, ze had een grooten krommen neus en haar ooven- lip deed een heel klein we'.nlgje een snor ver moeden. Zü was verwonderd haar rucht te zien. bood haar een koude wang aan. die Bundie plichtmatig kuste. „Dat te een heel onverwacht genoegen, Eileen," merkte ze koel op. „We zün eerst kort te-ug. tante Marcia." „Dat weet ik. Hoe maakt je vader het? Zooals gewoonlük?" Haar toon hield kleineering fn. Ze had geen fcoogen dunk van Alastaïr Edward Brent, negenden markfes van Caterham. Als ze de uit drukking gekend had. zou ze hem een raren snuiter genoemd hebben. „Vader maakt het heel goed. Hü is °P Chimneys." „Zoo. Je weet wel Eileen, dat ik dat verhuren van Chimneys nooit goedgekeurd heb. Op veler lei wijzen is het gebouw een historisch mouu- ment. Men moet het dus hooghouden." j(Het moet schitterend geweest zün, toen oom Henry nog leefde," zef Bundle met een lichten zucht. „Henry besefte de verantwoordelükheid. die hij droeg," zei Henry's weduwe. .Bedenk eens welke menschen er hebben gelogeerd," ging Bundie geestdriftig verder. ,,A1 de voornaamste staatslieden van Europa." Lady Caterham zuchtte. ,Jk kan naar waarheid zeggen, dat daar meer dan eens de geschiedenis gemaakt Ts." merkte ze op. ,,Als je vader maar...." Zij schudde bedroefd het hoofd. .Politiek verveelt vader." zei Bundie. „en toch is het büna de boeiendste studie die er bestaat zou ik zeggen. Vooral als je het uit de eerste hand hoort." Ze maakte deze buitensporige be wering geheel fn strijd met haar gevoelens zonder zelfs te blozen. Haar tante keek haar met eenige verwonde ring aan. „Het doet me genoegen je dat te hooren zeg gen," zei ze. „Ik heb altüd gedacht Eileen, dat je nergens om gaf dan om dat moderne naja gen van genoegens." „Dat deed ik ook," zei Bundie. „Je was ook zoo heel jong," zef lady Caterham nadenkend. ,,Maar met Jouw voordeden en als je een geschikt huwelük deed, zou je een van de voornaamste politieke gastvrouwen van den tegenwoordigen tüd kunnen zün." Bundie werd een beetje bang. Ze vreesde even dat haar tante nu al direct een geschikten echt genoot te voorschqn zou tooveren. „Maar ik voel me zoo dom," zef Bundie. „Ik bedoel, dat ik zoo weinig weet." „Dat kan gemakkelük verholpen worden," zei lady -Caterham levendig. Ik heb erg veel lec tuur er over, die ik kan leenen. „Graag tante Marcia," zei Bundie en ging haastig over tot haar tweeden aanval. „Ik heb me afgevraagd of u mevrouw Macatta ook kent, tante Marcia." „Zeker ken ik haar, een zeer achtenswaar dige dame met een buitengewoon verstand. Ik houd er over het algemeen niet van. dat vrou wen zitting hebben in het parlement. Zij kun nen op meer vrouwelüke wüze invloed uit oefenen." Zü zweeg, waarschünlük om zich de vrouwe lijke wüze te herinneren waarop ze een onwil- ligen man gedwongen had de politieke arena te betreden en het wonderbaarlijke succes dat züne en hare pogingen bekroond had „Maar de tijden veranderen en het werk dat mevrouw Macatta doet is werkelük van natio naal belang en is in hooge mate belangrijk voor alle vrouwen. Ik vind dat het echt vrouwelük werk fs. Je moet heusch eens kennis maken met mevrouw Macatta." Bundie slaakte een treufrgen zucht. „Ze is de volgende week op een partü hü George Lomax. Hü heeft vader uitgenoodigd, die natuurlijk niet wil gaan, maar hü heeft er heelemaal niet aan gedacht mü uit te noo- digen. Ik veronderstel dat hij me veel te stom vindt." Het kwam lady Caterham voor dat haar nicht werkelük een wonderlüke verbetering had onder gaan. Had ze misschien een ongelukkige lief desgeschiedenis gehad? Lady Caterbam's op vatting was dat een ongelukkige liefdeshis torie dikwüls zeer heilzaam is voor jonge meisjes. Daardoor begonnen zü het leven ernstig op te nemen. „Ik veronderstel niet dat George Lomax zelfs maar een oogenblik beseft dat Je.... zullen we zeggen volwassen bent? Mün beste Eileen ik moet eens met hem praten," zef ze. „Hij kan me niet lijden," zei Bundie. „Ik weet dat hü me niet zal uitneodigen. „Onzin," zei lady Caterham. „Ik zal het wel met hem klaarspelen. Ik kende Lomax i.l toer. jü nog zóó grcot was." Zü wees een absoluut onmogelüke hoogte aan. „Hij zal al blü zün. mü een gunst te kunnen bewüzen. En hü zal zelf ook vast inzien dat het van essentieel belang is dat de tegenwoordige jonge meisjes een verstandig belang stellen in het welvaren van hun land." „Bravo! Bravo!" zei Bundie büna, maar ze hield zich in. „Nu zal ik wat lectuur erover zoeken," zei lady Caterham opstaande. Zü riep met een schrille stem: „Juffrouw Connor." Een heel keurige secretaresse kwam aanloo pten met een verschrikte uitdrukking op haar gezfeht. Lady Caterham gaf haar verschillend? aanwüzingen. Kort daarop reed Bundie terug naar Brook Street, haar armen vol met lectuur zoo droog als men zich maar kan voorstellen. Het volgende wat ze deed was Jimmy Thesi- ger opbellen. Zün eerste woorden waren vol triomf. „Ik heb het klaar gespeeld," zei hü. „Maar ik had toch heel wat last met Bill. Hü had het in zün dikken kop gehaald, dat ik een lam zou zün onder de wolven. Maar ten laatste heb ik het hem aan het verstand gebracht. Nou ik heb een massa rommel en bestudeerde die... Je weet wel Parlements- en regeeringsrapperten. Afgrü- selük saaimaar als je iets doet moet je het goed doen Heb je ooit gehoord van de grens kwestie van Santa-Fé?" .Nooit," zei Bundie. „Nu daar geef ik me speciaal moeite voor. Die heeft jaren geduurd en was heel ingewikkeld. Ik ga er diep op in. Tegenwoordig moet men zich wel specialiseeren." „Ik heb ook een massa van die dingen," zei Bundie. „Tante Marcia heeft ze me gegeven." „Tante.... wfe?" „Tante Marciavaders schoonzuster. Ze gaat erg op in politiek. Ze zal dan ook zorgen dat ik uitgenoodigd wordt op de partü die George geeft." „Neen? O zeg, dat zal vreeselük leuk züa" Hü zweeg even en toen zet hü „Zeg, dat moesten we Loraine maar liever niet vertellen, hè?" „Misschien niet." „Ja, zie je, misschien vindt ze het niet leuk, dat men haar er buiten laat. En ze moet er heusch buiten gehouden worden." „Ja." ,Jk bedoel, dat je zoo'n meisje geen gevaar kunt laten loopen." Bundie bedacht dat het münheer Thesiger eenigszins aan tact ontbrak. HU scheen heele maal geen gewetensbezwaren te hebben over het feit dat zü gevaar liep. „Ben je al weg?" „Neen, ik dacht maar even na." „O zeg, ga jü morgen naar de lükschouwing?" „Ja, en jü?" „Ja en tusschen twee haakjes, het staat in de avondbladen, maar verscholen in een hoek... ik had gedacht dat ze er nogal ophef van ge maakt zouden hebben." „Jaik ook." „Nu," zei Jimmy, „moet ik een beetje gaan opschieten met mün taak. Ik ben juist geko men, dat Bolivia ons een nota gezonden heeft." „Ik moet ook opschieten met mün afdeeling," zei Bundie. „Ga je den heelen avond zitten vossen?" „Ik denk het wel. En jü?" „O waarschünlük wel. Goeden avond." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 10