Het gouden Waagstuk Vereen voudiging der schrijfwijze Else Mauhs Werkfonds 1934 Waardevast geld HET TEELTPLAN 1935 DONDERDAG 24 JANUARI 1935 Rede van minister Marchant De Rut" zweeg weer 1885-1935 Prof. J. van der Kloes overleden Het dreigend conflict te Tegelen Industrie en scheeps bouw Loyale propaganda W. H. Vliegen ongesteld door j. s. fletcher Installatie der /commissie die be noemd is met de opdracht een nieuwe woordenlijst samen te stellen Spelling der bastaardwoorden Geen revolutionnaire besluiten Het raadsel van zijn houding Grondlegger van de kennis der bouwmaterialen Belangrijke plannen ingediend voor Utrecht en Den Haag Spoorwegplan Scheepsbouw Steun voor tarwe en peulvruchten verlaagd De eerste aflevering van een maandblad voor de devaluatie verschenen Moet zich van spreken onthouden Simon Maris t UIT DE STAATSCOURANT Maandag heeft de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. H. P. Mar chant, in het ,gebouw van zijn Departement de commissie geïnstalleerd, die in verband met de Vereenvoudiging van de schrijfwijze van de Ne- derlandsche taal is benoemd met de opdracht, een officieele woordenlijst samen te stellen ter Vervanging van die van De Vries en Te Winkel. Lid en voorzitter dezer commissie is dr. C. B. Van Haeringen, leeraar aan een gemeentelijke hoogere burgerschool te 's Gravenhage. Verder Zijn leden dr. H. J. M. Endepels, rector van het gemeentelijk gymnasium te Maastricht, dr. J. Van Mierlo, hoogleeraar aan het Onze Lieve Vrouwe College te Antwerpen en dr. R. Ver- deyen, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Luik. Als secretaris fungeert dr. H. D. Buis kool te Amsterdam. Bij de installeering waren tegenwoordig de Belgische Gezant, de heer Maskens en de heer Èaert, secretaris bij de Belgische Legatie. Mr. H. P. Marchant sprak na een woord van Velkom aan de vertegenwoordigers der Bel gische regeering er zijn vreugde over uit, dat deze regeering de beide taalkundigen van groo- ten naam uit onze Zui delijke taalbroeders heeft bereid gevonden om deze commissie te maken tot het symbool van de sa menwerking, die wel eens ten onrechte, is ont kend. Met feiten is te bewijzen, dat de Neder landsche Regeering nim mer de bedoeling heeft gehad, het Belgische volk te verrassen met een Voldongen feit. Wie in die meening verkeeren, Mr. H. P. Marchant kennen de feiten niet. De Nederlandsche Regeering heeft ernstig be- 1 treurd, dat haar streven naar samenwerking door onvoorziene omstandigheden zonder re sultaat moest blijven. Het is intusschen een feit, dat bij het Ne derlandsche onderwijs een vereenvoudigde schrijfwijze is ingevoerd. Op zich zelf is dit verloop van zaken niet te betreuren. Moet eenmaal de schrijfwijze wor den gewijzigd, dan volgt België een andere pro cedure dan Nederland. België houdt vast aan het systeem van 1865, volgens hetwelk de Schrijfwijze algemeen, in en buiten het onder lijs, bindend wordt voorgeschreven. In Neder land heeft men ditmaal voor het eerst bin dende positieve voorschriften gegeven, maar' hog alleen voor het onderwijs en voor sommige examens daarbuiten. Wij zijn hier in Nederland, aldus de Minister, tót invoering overgegaan van nieuwe spelling voorschriften bij het onderwijs met September. Men heeft ons verweten, dat dit geschiedde zonder dat vooraf een woordenlijst was uit gegeven. De toepassing van de regels, binnen drie maanden, op tenminste 7900 van de 8500 Scholen, openbaar en bijzonder, gaf geenerlei moeilijkheid- Het onderwijs heeft de vereenvou diging, grootendeels met vreugde en overigens Zonder morren, aanvaard. Er is dus alle aanleiding om thans ook het Verdere werk ter hand te nemen, dat om af doening vraagt en dit verdere werk zou verricht moeten worden, zoowel indien de schrijfwijze De Vries en te Winkel was gehandhaafd, als ha de invoering der vereenvoudiging. Daarom kan ook België, geheel onafhankelijk van wat daar ten slotte omtrent de spelling zal worden beslist, er aan medewerken. Het betreft in de eerste plaats de spelling Van de bastaardwoorden en in verband daar mede, die van een aantal woorden, ten aanzien daarvan ook bij toepassing der regels van De Vries en Te Winkel geen zekerheid bestaat; anders gezegd al die gevallen, waarvoor- de oplossing niet kan worden gegeven door toe- Passing van enkele eenvoudige regels, maar Waarvoor het aanbeveling verdient, dat uit de Verschillende mogelijkheden een keus wordt Eedaan. Hoe ver de commissie met het opnemen van Woorden in de op te maken lijst zal moeten Eaan, en in hoever zij in verschilende gevallen meer dan één spelling zal aanvaarden, laat de Regeering geheel aan haar inzicht over. Zij Vertrouwt, dat de commissie zonder veel moei lijkheden voor de problemen, welke zij op haar Weg ontmoet, een oplossing zal kunnen geven. Hiermede verklaarde spr- de commissie ge ïnstalleerd en wenschte haar een deugdelijk en spoedig resultaat van haar werk. Hierna sprak de Belgische gezant, de heer Ch. Markens; Gaarne, aldus spr., hebben wij onze mede- Werking verleend aan deze commissie, die in het bijzonder belast is met het onderzoek van de spelling, van de bastaardwoorden en de sa mengestelde woorden. Maar toch moet de gezant verklaren dat deze medewerking geen verbintenis insluit vanwege de Belgische Regeering inzake het aanvaarden en het invoeren van de hervormde spelling. Het voorbehoud dat dienaangaande vroeger gemaakt werd, blijft steeds van kracht. Tenslotte heeft dr. van Haeringen, de voor zitter der commissie, de rede van den Minister beantwoord. Reeds nu is te voorzien, aldus spr., dat de commissie zich voornamelijk zal hebben bezig te houden met de bastaardwoorden en de z.g. verbindings-letters in samenstellingen. Er is in den overgangstijd, welken wij nu achter ons hebben, gelegenheid genoeg geweest om moei lijkheden, welke zich bij de toepassing der spel ling voordeden, ter sprake te brengen. De er varing heeft geleerd, dat die moeilijkheden, zoo als trouwens van de vereenvoudigde spelling te wachten was, al heel gering zijn. De voorzitter waagde het tenslotte erop, op de beslissingen der commissie vooruit te loopen door te verzekeren, dat de commissie geen revo lutionnaire besluiten zal nemen. Hierbij dacht spr. in het bijzonder aan de bastaardwoorden. De ervaring' met sommige radicale pogingen tot vemederlandsching van vreemde woorden, heeft geleerd, dat ons publiek op dit punt behoudend is. En waar wij vemederlandsching wenschelijk achten, daar zullen wij onze meening niet aan het publiek behoeven op te dringen, maar kun nen volstaan met een zachte aanwijzing te ge ven door beide spellingen toe te laten met voor keur voor een van die beide. De voortgaande vemederlandsching der bastaardwoorden zal geleidelijk in de officieele woordenlijst moeten worden aanvaard en vastgelegd. Nadat Dr. Van Haeringen zijn blijdschap uit gesproken had over het feit, dat twee Zuid- Nederlandsche geleerden hun medewerking heb ben willen verleenen, besloot hij zijn rede met te verzekeren, dat de commissie aan de haar op gedragen taak zich met volle toewijding zal geven. De behandeling van den roofoverval te Deurne door de Roermondsche Rechtbank, heeft een onverwachte wending genomen, door het herstel van de oude traditie van het Ossche milieu: zwijgen! „De Rut" is weer in het oude spoor terug. Tot tweemaal toe heeft hij be zwarend getuigd tegen zijn ouden makker Piet de B. De eerste maal kostte dit getuigenis de B. vijftien jaar van zijn vrijheid; de tweede maal twee jaar. En nu, de derde maal; nadat De Rut voor den rechtercommissaris bezwarende verklarin gen had afgelegd, wist hij plotseling voor de Rechtbank niets meer en den officier bleef niets anders over, dan op te geven en vrijspraak te vragen. Men staat hier voor een moeilijk psycholo gisch raadsel. De verklaring van De B. dat De Rut, om de gunst der heeren te verwerven, hem gehangen zou hebben, lijkt ons onaannemelijk. Het is niets voor een goed lid van de bende, om een compagnon te verraden in ruil voor enkele maanden straf voor eigen daad. En zeker niet als het gaat, om al of niet veroordeeling van dien kameraad tot een lange en zware straf. Voor heel wat minder ernstige zaken wordt liever gezeten dan gesproken. De Rut zit in voorarrest. Hij zal zeker uit stekend geïsoleerd zijn en het is niet aan te nemen, dat hij contact met de buitenwereld kan hebben. Waarom is hij dan in de stilte van zijn cel tot het besluit gekomen, zijn draai weer te nemen en te zwijgen? Moreele overwegingen zijn moeilijk aan te nemen. Dat De Rut gesproken zou hebben, omdat zijn geweten hem dwong: onaanneme lijk. Een meineed, om den kameraad te redden, is de gewoonste zaak van de wereld. Immers, de oude privilegie-traditie zegt, dat Den Bosch zich niet te bemoeien heeft met de rechtspraak van Oss en dat het goed recht is, als men zijn eigen boontjes dopt. Chicaneeren tegen het officieele justitie-apparaat is daarom plicht. De eedsformule heeft in dit licht bezien geen enkele moreele waarde. Toch heeft De Rut gesproken! Heeft hij de waarheid gezegd of niet? Of heeft hij voor de Roermondsche Rechtbank naar waarheid ver klaard, toen hij zijn verklaringen voor den rechter-commissaris loochende? De eenige drijfveer voor zijn spreken moet haat geweest zijn. Haat tegen de leiders- terreur van den jongen de B., haat om een vrouw? Zou in den eentonigen tredmolen van het hechtenis-leven de hartstochtelijke vlam ge doofd zijn en plaats hebben gemaakt voor den ouden bende-geest met zijn koele berekening van kansen? Het is en blijft een raadsel, vergroot nog dooi de rustige zelfverzekerdheid van De B„ die door een vonnis van vijftien jaar niet in het minst van zijn stuk blijkt te zijn gebracht en die in de kleinere zaken met minutieuze oplettend heid het bewijs tracht te ontzenuwen. Met spanning wordt de behandeling van den doodslag voor het Bossche Hof tegemoet ge zien. De verklaringen van De Rut zijn voor de Rechtbank betwist. Het Hof zal er dus opnieuw kennis van moeten nemen. Zal nu De Rut in déze zaak bij zijn bezwarende verklaringen blijven, of zal hij doorgaan in de richting van de te Roermond genomen zwenking? De situatie bergt nog de mogelijkheid voor merkwaardige verrassingen te over. Het wordt in ieder geval de Justitie niet gemakkelijk ge maakt. Vrijdag 25 Januari hoopt Else Mauhs, een van Nederlands grootste tooneelspeelsters, haar 50sten geboortedag te herdenken. Else Mauhs werd geboren den 25en Januari 1885 te Mühlheim nabij Keulen. Tot haar 14de jaar bezocht zij de H.B.S. te Keulen. In 1899 emigreerden haar ouders naar Amsterdam en sinds dien verblijft zij in Nederland. Aanvanke lijk werd zij na het verlaten der school opge leid tot concertzangeres, waartoe zij gedurende vier jaar de school voor Vocale en Dramatische Kunst onder directie van Cato Esser bezocht, aan wie Else haar succes als tooneeliste zegt ver schuldigd te zijn. Het was ook op aanraden van haar, dat zij aan het tooneel ging. Toen zij de school had verlaten, kreeg zij een engagement bij het Rotterdamsch Tooneelgezelschap, waar bij ze in 1903 voor de eerste maal optrad. Se dert dien heeft Else Mauhs ontelbare rollen gecreëerd. Bij verschillende tooneelgezelschap- pen als van Eysden, Het Kon. Vei-. Tooneel, het Rotterdamsch Tooneelgezelschap, is zij werk zaam geweest. Haar eerste succesrol was die in „Muisje". In het voorjaar 1933 werd mede onder haar artistieke leiding een nieuw tooneelgezelschap „Het Masker" samengesteld, waarbij zij wordt bijgestaan door Jan Musch en Co Arnoldi. In Maart van het vorig jaar nog viel Else Mauhs een bijzondere onderscheiding te beurt. Zooals men zich zal herinneren, ontving mevr. Mann-Bouwmeester bij de herdenking van haar 40-jarig tooneeljubileum van de Amsterdam- sche burgerij eon zeldzamen ring ten geschen ke, zulks uit waardeering en dank voor de vele mooie uren, welke het hoofdstedelijk publiek door haar subliem spel mocht beleven. In de bijgevoegde oorkonde werd haar verzocht den ring na te laten of bij haar leven te overhan digen aan de actrice, die zij de belangrijkste acht. Zij besloot het sieraad te schenken aan de begaafde actrice Else Mauhs. Deze schen king vond plaats in den Amsterdamschen Stads schouwburg op 7 Maart 1934, na de voorstel ling van „Vorstelijke Emigranten", welk stuk werd gespeeld door het ensemble „Het Masker", waaraan Else Mauhs is verbonden en waarin zij de hoofdrol vertolkte. Door de schenking van dezen kostbaren ring, waarin de naam van mevr. Mann-Bouwmeester staat gegraveerd, heeft Else Mauhs eerst recht kunnen bemer ken, hoe groot de waardeering is, welke van de Nederlandsche tooneelisten en het Neder landsche tooneellievend publiek naar haar uit gaat. In den leeftijd van 90 jaar is Woensdagnacht te Delft prof. J. A. van der Kloes, oud-hoogleer aar aan de Technische Hoogeschool, overleden. Prof. v. d. Kloes werd geboren op 4 Juni 1845 en studeerde aan het gymnasium te Nijmegen. Financieele moeilijkheden verhinderden hem aan zijn verlangen, om aan de Polytechnische School te gaan studeeren, gevolg te geven en in 1866 werd hij daarom teekenaar aan de ma chinefabriek van de fa. Stork te Borne. Na ver scheidene betrekkingen op technisch gebied te hebben vervuld, werd hij in 1882 benoemd aan de Polytechnische School te Delft, waarvan hij, bij de omzetting in 1915 tot Technische Hooge school, hoogleeraar werd. Zijn meest bekende werk is „Onze Bouwmate rialen", door welk werk hij de grondlegger werd van de kennis der bouwmaterialen. Onder leiding van prof. Aalberse, rijksbemid delaar in het vierde district, werd Woensdag een conferentie gehouden met partijen, betrok ken bij het dreigend conflict bij de N.V. Cancy Herfkens Steenfabrieken te Tegelen. Besloten is de loonsverlaging voorloopig uit te stellen, terwijl een commissie zal worden gevormd, welke tot taak zal hebben een onderzoek in te stellen naar de ter plaatse geldende loonen, in aan verwante bedrijven, zoodat het door vergelijking mogelijk zal worden over de al of niet gerecht vaardigdheid van een loonsverlaging te oor- deelen. Vóór 1 Maart zullen partijen met elkander een nadere bespreking houden, naar aanleiding van het door deze commissie uitgebrachte rap port. Mevr. Else Mauhs wordt Vrijdag 50 jaar. Men ziet haar hier met MevrMann Bouwmeester, die haar den tooneelring overhandigt. Blijkens het driemaandelijksch verslag van het Werkfonds 1934 is met de vakorganisaties overeenstemming bereikt over de volgende wer ken te Rotterdam: Groote Rijnbrug, raming f34.000. Ziekenhuis, raming f 1.000.000. Ten aanzien van den bouw van een gymna sium en van een politiebureau aan het Sandel- lingplein stuiten de onderhandelingen met de betrokken vakvereenigingen op principieele be zwaren. Bovendien is in voorbereiding de stich ting van een nieuw beursgebouw, waarvan de kosten worden geraamd op f2 600.000. In een noot wordt echter melding gemaakt, dat na het afsluiten van dit rapport bericht is ontvangen, dat dit gebouw geheel door parti culier kapitaal zal worden gebouwd. De Ministerieele Commissie hechtte haar goedkeuring aan de met de organisaties van bouwvakarbeiders te Almelo overeengekomen arbeidsvoorwaarden, welke zullen gelden voor het maken van een rioolgemaal bij de Sumpel (raming f35.700), zoodat de verdere behande ling in overleg met het gemeentebestuur kan plaats hebben. Ditzelfde geldt voor de onder- tuimeling van de Spoorbaan te Enschede, waarvan de raming f 490.000 bedraagt, en voor de werken te Hengelo aan het abattoir (raming f 334.000). Utrecht diende een zeer omvangrijk spoor wegplan in, behelzende de ophooging der spoorbanen in de richtingen Utrecht, Am sterdam en Amersfoort en Utrecht's Her togenbosch. Daar het algemeen nut van deze werken ver-der reikt dan het gemeen telijk belang, heeft de Ministerieele com missie zich kunnen vereenigen met een kostenverdeeling. De totale kosten van dit project worden geraamd op f 7.5 millioen. Vermoedelijk zullen deze geringer blijken daar de prijzen en loonen sedert de raming werd gemaakt, belangrijk zijn gedaald. De verdere behandeling van dit project vindt op dezen grondslag plaats. Voor 's Gravenhage werd het onderstaande drietal werken naar voren gebracht: het gra ven van een gedeelte der Binckhorsthavens met bijbehoorende werken f 1000.000; de verbreeding van den Houtweg te Loosduinen, f55.750; de aanleg van een tweeden rijweg langs den Be- zuidenhoutschen weg, f 89.200. Totaal f 1.145.850. Bovendien zijn nog een tweetal plannen in voorbereiding, o.a. de aanleg van een vliegveld bij Delft, waarvan de helft der kosten even tueel voor rekening der gemeente 's Graven hage zal komen, tot een totaal bedrag door het Werkfonds te financieren, voorloopig geraamd op rond f 1-325.000. Totaal voor Den Haag f 2.470.850. Aan de Ministerieele Commissie zullen bin nen zeer korten tijd voorstellen aangaande de arbeidsvoorwaarden worden aangeboden. Een groot aantal ingediende plannen leent zich, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, bijzonder goed voor uitvoering in werk verschaffing. Dienaangaande wordt gere geld overleg gepleegd met de afdeeling werkverschaffing van het Departement van Sociale Zaken. Reeds zijn de volgende plannen ter behan deling aan genoemden dienst overgedragen: pol der Wieringerwaard, uitbaggeren van de Bar- singerwegvaart gemeente Utingeradeel, verbe tering en omlegging van wegen; Provinciaal bestuur van Noord-Holland, diverse werken in de duinterreinen te Bergen, Egmond en Bak- kum en Heemskerk, Anna Paulownapolder, verbetering van wegen, Banne Niedorp, ver betering van wegen. Ook in deze verslagperiode kwamen verschil lende aanvragen bij het Werkfonds binnen voor het geven van een geringe tweede hypo theek op motorkusitvaartuigen, teneinde den bouw daarvan mogelijk te maken. De Minis terieele commissie hechtte haar goedkeuring aan een viertal dezer projecten, terwijl ver schillende dergelijke aanvragen nog in behan deling zijn en voor een vijftal de Ministerieele goedkeuring is gevraagd. Het bestuur besloot in drie gevallen, om aan de Ministerieele commissie de goedkeuring te vragen voor het verleenen van leeningen aan bestaande fabrieken, teneinde er toe over te kunnen gaan de vervaardiging van nieuwe producten, welke hier te lande nog niet ge maakt worden ter hand te nemen. Het crediet ten behoeve van het reconstruc- tiebedrijf 1934 te Amsterdam is aan dit bedrijf verstrekt. Het aantal te werk gestelde jeug digen is in deze verslagperiode verdubbeld, zoo dat er thans 40 a 50 werkzaam zijn, terwijl verwacht wordt, dat dit aantal in de naaste toekomst nog zal worden vermeerderd. Een zeer groot aantal der binnengekomen projecten moest worden afgewezen. In totaal was op 15 December vastgelegd f 16.248.425.65. Het groot belang voor de landbouwers om, in verband met de vaststelling van hun teelt plan, tijdig op de hoogte te zijn van de teelt regelingen en richtprijzen voor de Akkerbouw gewassen, welke zullen gelden voor den oogst 1935, heeft den Minister van Economische Zaken doen besluiten thans mededeeling te doen van de maatregelen, welke de Regeering voor den oogst 1935 voornemens is te treffen. Het spreekt vanzelf, dat, wanneer zich wijzi gingen in den toestand voordoen, dit voor de Regeering aanleiding kan zijn de richtprijzen te herzien. Wat betreft de tarweteelt, evenals het vorig jaar zal wederom 1/3 gedeelte van het bouw land met tarwe mogen worden beteeld. Een uitzondering hierop wordt gemaakt ten aanzien van bedrijven met ten hoogste l'A HA. bouwland. Het is toegestaan op deze bedrijven telken jare ten hoogste H.A. tarwe te telen, dus op een bedrijf met 1 H.A. bouwland zal Y- H.A. tarwe mogen worden gezaaid. De richtprijs van groene erwten, waaronder 1935 is bepaald op 10 per 100 K.G., berekend volgens dezelfde grondslagen als tot dusver. De teelt van de andere granen en de peul vruchten is niet aan beperkingen onderwor pen. Het bestaande systeem van toeslagen voor rogge, gerst en veldboonen, met dien verstande dat de teler hiervoor zal ontvangen een prijs liggende tusschen ƒ7 en ƒ8 per 100 K.G. resp. voor rogge en gerst en voor veldboonen, een prijs liggende tusschen 8 en 9 per 100 K.G., blijft gehandhaafd. De richtprijs van groene erwetn, waaronder begrepen kroonerwten, blauwpeulerwten en Wij- ker vale erwten, lange en ronde bruine boonen, platte capucijners, Hoornsche zoowel als Mans- holtcapucijners, rozijn- of wel grauwe erwten op 10.50 per 100 K.G.; en van witte boonen op 15 per 100 K.G. Het maximaal voor consumptieaardappelen toe te laten areaal is bepaald op 100.000 HA. Voor het telen is een uitpoot-vergunning ver- eischt, waarvoor een teeltheffing van ƒ0.30 per H.A. is verschuldigd. Deze teeltheffing is niet verschuldigd wan neer men niet meer dan 5 Are verbouwt, ter wijl bij de berekening van de teeltheffing voor elk toegelaten oppervlak een oppervlak van 5 Are wordt afgetrokken. Voor niet op de consumptiemarkt te plaatsen aardappelen is wederom denaturatie mogelijk, de grootte van de denaturatievergoedingen kan nog niet worden vastgesteld. De uitpoot van fabrieksaardappelen wordt niet meer geregeld aan de hand van de teelt in voorgaande jaren, doch naar het bedrijfs- type. De totale hoeveelheid garantiebieten is we derom vastgesteld op 1540 millioen K.G. De toewijzing zal echter anders geschieden dan voor den oogst 1934. Den telers zal worden toegewezen gedeelte van de garantie waar voor ze volgens hun bietenverleden in aanmer king zouden komen, terwijl yt gedeelte over de districten onder de aanvragers zal worden ver deeld, waarbij rekening zal worden gehouden met het bedrijfstype. Voor bedrijven met een maximum bouwland oppervlakte van 2 HA. zal garantie kunnen worden gegeven voor een hoeveelheid overeen komende met de opbrengst van H.A. bouw land. De garantieprijs voor de bieten is, ge leverd op de gebruikelijke condities aan groot- scheepsvaarwater en van gemiddeld suikerge halte, vastgesteld op 10 per 1000 K.G. netto. De bestaande steunregeling voor de cichorei zal gehandhaafd worden. In afwijking van de regeling voor de vlas teelt in 1934, waarbij het gesteunde areaal be perkt was tot 6000 HA., zal in 1935 vermoede lijk een uitbreiding van het oppervlak tot 10000 H.A. kunnen worden toegestaan. De toestand op de vlasmarkt, die in den laatsten tijd een gunstige wending nam, laat niet toe, dat reeds thans definitieve steunmaatregelen voor dit product worden vastgesteld. Afgewacht dient te worden hoe de toestand zich verder zal ont wikkelen. Het ligt evenwel in de bedoeling van de Re geering om in ieder geval vóór 1 Juni 1935 zich ten opzichte van steunmaatregelen voor het vlas uit te spreken. De Nederlandsche Vereeniging voor Waarde vast geld, onlangs opgericht te Amsterdam, heeft ter voorziening in het euvel, dat verschillende organen de voorstanders der devaluatie niet ob jectief aan het woord laten, een eigen tijdschrift opgericht, waarvan het eerste, keurig verzorgde nummer dezer dagen het licht zag. In haar inleidend woord schrijft het bestuur der Vereeniging, er prijs op te stellen eens en vooral er den nadruk op te leggen, dat niets de Vereeniging verder ligt dan oppositie tegen onze Regeering als zoodanig. „Men kan als loyale organisatie verandering bepleiten in de door de Regeering gevolgde landbouwpolitiek, spellingsvoorschriften, han delspolitiek, bezuinigings-methoden, enz. Evenzeer kan men als loyale organisatie ver andering bepleiten in de tot dusverre betrach te wijze van aanpassing en in de monetaire politiek. Dat wij zulks doen, maakt ons niet, gelijk sommigen willen doen gelooven, tot op posanten van de Regeering." Het bestuur beschouwt den strijd om de deva luatie niet als een kwestie van „gelijk hebben". „Wij waardeeren, schrijft het, een leder, welk standpunt hij ook met argumenten verdedige. Wij veronderstellen goede trouw bij een ieder. En „gelijk" heeft slechts hij, van wien op theo retische en practische gronden mag worden ver wacht, dat zijn stelsel de welvaart van land en volk het beste zal dienen." De voorzitter der Vereeniging, Prof. Polak, stelt in een hoofdartikel de kwestie van het ver band tusschen devaluatie en waardevastheid van het geld, de secretaris, Mr. Bogaardt, me moreert de geboorte en de eerste levensteeke nen der organisatie en de redactie, samenge steld uit de hoogleeraren Gimbrère en Verryn Stuart en den heer Justus Meijer, belicht en commentariseert enkele documenten en pers uitingen van den laatsten tijd. De redactie van het tijdschrift is gevestigd aan de Teding van Berkhoutlaan 15 te Aerden- hout; de administratie aan den N. Z. Voorburg wal 6573 te Amsterdam. De heer W. H. Vliegen, voorzitter van de sociaal-democratische raadsfractie in de Residentie zal op advies van zijn dokter zich eenigen tijd van spreken moeten onthouden. De jjegrootingsvergaderingen van den Haag- schen Raad, die hedenmorgen aanvangen, zal hij voorshands niet kunnen bijwonen. De teraardebestelling van het stoffelijk over schot van den heer Simon Maris, zal plaats hebben op Vrijdag 25 Januari as. te half twaalf op „Zorgvliet" aan den Amsteldijk te Amster dam. Vertrek van het sterfhuis te elf uur. Bij K.B. is benoemd tot tweeden luitenant bij het 14e regiment infanterie de cadet-sergeant W. A. Young van de Kon. Mil. Academie. Bij K.B. is aan den baas le klasse der crust- vuurwerkers bij de Rijkswerf, J. H. van Kam pen met ingang van 1 Maart eervol ontslag verleend wegens ongeschiktheid voor de ver dere waarneming van zijn betrekking uit hoofd- de van ziekten of gebreken. Bij K.B. is benoemd tot officier van gezond heid der 2e klasse bij de Kon. Marine dr. A E. Schuringa. Bij beschikking van den minister van Defen sie is de luitenant ter zee der 3e klasse Kon. Marine-reserve F. Heijman den len Februari geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Vlissingen. Bij K.B. is met ingang van 30 Maart aan den generaal-majoor, inspecteur van het wapen der genie van het Koninklijk Ned. Indisch leger L. C. A. van de Kasteele op zijn verzoek wegens volbrachten diensttijd eervol ontslag verleend onder dankbetuiging voor de langdurige dien sten door hem aan den lande bewezen. Bij K.B. is benoemd tot notaris te Neuzen K. J. Hoving, candidaat-notaris te Niekerk. Bij K.B. is benoemd tot notaris te Oostburg J. Mijs, candidaat-notaris aldaar. Bij beschikking van den Minister van Eco nomische Zaken zijn benoemd tot vertegen woordigers der Nederlandsche regeering op het van 15 tot 20 Juli a.s. te Londen te houden zesde internationale congres voor wetenschap pelijke bedrijfsorganisatie buiten bezwaar van 's Rijks schatkist de heeren Mr. J. L. C. van Meerwijk en Prof. Th. Limperg Jr., resp. voor zitter en vice-voorzitter van het Nederlandsch Instituut voor Efficiency. Bij beschikking van den directeur-generaal der P.T.T. is met ingang van 1 April aange wezen als adjunct-inspecteur der P.T.T. te Arnhem J. D. v. Brink, thans adjunct-inspecteur der P.T.T. te Maastricht. 6 Laurence boog zich ver naar voren uit het venster en keek aandachtig naar de bloemen onder de vensterbank. Het was nog licht genoeg om te zien dat er abso luut geen sporen van laarzen in de zachte aarde waren achtergebleven, maar dat lag °ok niet erg voor de hand daar de afstand van het grintpad tot aan het venster zóó klem was öat men gemakkelijk over die bloemen had kun- ben heenstappen. En zóó zou men zijn kamer °ok wel binnengedrongen zijn. De geheimzinnige vÜand was hem naar „De drie reizigers" gevolgd en had rustig zijn kans afgewacht. Laurence sloot zijn venster weer en liep door he koffiekamer naar de gelagkamer. Daar zat ^aple in een gemakkelijken stoel een bril op hen neus, een Jcrant in de hand en een glas eet- lustwekkend vocht vóór zich op tafel. Mijnheer Waple! zei Laurence. Waple keek'hem over den rand van zijn bril aan. Zou u eens 'n oogenblik mee willen gaan? ik zou u graag even willen spreken. Waple heesch zijn zwaar lichaam uit zijn stoel °nihoog en legde zijn bril en krant op tafeL Laurence die ondanks alles en onder alle om standigheden een fijn oog bleef houden voor de humoristische zijde van een zaak, liep heel voor zichtig op zijn teenen naar zijn eigen kamer te rug, gevolgd door Waple die zijn voorbeeld wilde volgen en even voorzichtig op zijn teenen liep ais een oliefant. Er is toch niets aan de hand mijnheer, fluis terde Waple, toen zij de deur van Laurence's kamer hadden bereikt. Als u nog iets noodig heeft, zal ik Kijk! fluisterde Laurence en wees met een dramatisch gebaar naar zijn opengesneden koffer. Waple boog zich over dén koffer.heen en be keek dien met stomme verbazing. Met zijn vin gers streek hij langs den gladden rand van de kleine opening. Open gesneden, zei hij eindelijk. En toch duurde het nog een volle minuut voor dat de beteekenis van dien vernielden koffer tot hem doordrong. Toen hij eindelijk ging be seffen wat er gebeurd moest zijn werd hij vuur rood van woede en zijn aderen zwollen zóó on heilspellend dat Laurence zich een beetje onge rust begon te maken. Och, zooveel heeft het niet te beteekenen! zei hij vlug. De dieven zijn natuurlijk door het venster binnen gekomen. Waple liet zijn rechterhand met groote kracht terechtkomen in den palm van zijn linkerhand én na veel moeite bracht hij uit: Dieven!Dieven! Neen, waarschijnlijk één enkele dief maai", protesteerde Laurence. Een of twee of drie of drie en twintig mijn heer! bulderde Waple nu dat 's allemaal het zelfde. Dieven in „De Drie reizigers". Dieven onder het dak van Tony Waple! Groote hemel! Ik kan het bijna niet gelooven. Charity, mijn kind, kom eens gauw hier; de een of andere schavuit is door het venster de kamer van dezen heer binnengedrongen en heeft zijn lederen koffer opengesneden en het wil me voorkomen dat die snuiter het met een scheermes gedaan moet hebben. Mist u iets, mijnheel"? Geld of ju- weelen? Laurence schudde het hoofd en keek glim lachend naar Charity. Neen, dat zou niet zoo erg geweest zijn. Die man heeft mij een geheim ontstolen! Een geheim? vroeg Waple, die er niet veel van begreep. Jawel, wel niet het geheele geheim, maar toch meer dan ik iemand ooit verteld zou heb ben. Ik heb u toch gezegd dat ik waardevolle papieren in dien koffer had. Nu die zijn ge stolen. Waple die het een heele opluchting scheen te vinden, dat er geen geld gestolen was, ging op den rand van het bed zitten en veegde zijn voor hoofd af met zijn grooten zakdoek, nog steeds een beetje angstig starend naar dien zwarten koffer. Eneh.. stak er geld in dat geheim mijnheer? vroeg hij eindelijk. Ja, een heel groot fortuin, antwoordde Lau rence laconiek. Daarom heb ik het juist al dien tijd geheim gehouden. Natuurlijk antwoordde Waple. Maar ik begrijp niet goed waarom die kerel u juist hier heeft moeten bestelen. Hij heeft me natuurlijk gevolgd en heeft toen zijn kans afgewacht en gebruik gemaakt van de gelegenheid, zei hij. Hij wendde zich nu tot Charity die met een bezorgde uitdrukking op het gelaat naar den koffer stond te kijken. Heeft u misschien verdachte lui in de buurt gezien terwijl ik met uw oom naar de varkens was kijken, juffrouw Charity? Neen, antwoordde het neisje, dat een kleur kreeg, toen zij haar naam voor het eerst van die lippen hoorde. Neen, ik heb niemand gezien dien ik niet kende, uitgezonderd een paar boe renarbeiders, die naai" het hooiland gingen. Het is beslist uitgesloten dat iemand deze kamer is binnengegaan, zonder dat ik hem gezien zou hebben, door de gelagkamer dan altijd. Ja, de dief is door het venster naar binnen gekomen, merkte Laurence op. Het moet een handige kerel zijn. Dit is nu de tweede maal dat hij mijn plannen gestolen heeft. Wat? De tweede maal? riep Waple verwon derd uit. Dan moeten dat wel heel zonderlinge papieren zijn! Dat zijn het ook. Het betreft de meest op zienbarende uitvinding van dezen tijd. En als 't den dief mocht gelukken de kleinigheden te vin den welke aan mijn papieren ontbreken, dan gaat dat groote fortuin aan mijn neus voorbij. Laten we dan maar hopen dat dit niet het geval is, mijnheer! riep Waple uit Maar mijn heer zou het niet beter ziin als u de politie van het geval in kennis stelde? De dief kan nog niet ver weg zijn. Langzaam schudde Laurence het hoofd. Neen, dat zou niets helpen. Die man is veel te sluw voor de politie. Op het oogenblik is hij natuurlijk al in veiligheid en heeft mijn papieren doorgelezen. Maar we zullen maar berusten. Ik vind het natuurlijk erg vervelend, maar mijn eetlust is er niet door bedorven, juffrou Cha rity! En daar op dat oogenblik toch niets meer te doen viel, verklaarde Waple dat dit een heel verstandige opmerking was en dat het hem ge noegen deed te hooren, dat zijn gast een gezon den eetlust had en zoo zetten die drie menschen zich aan tafel om te genieten van een maaltijd, waarvan de hoofdschotel bestond uit eenden „malsch en vleezig als een zeug" zooals Waple opmerkte. HOOFDSTUK V Toen Laurence dien avond vóór het naar bed gaan zijn horloge opwond, moest hij onwillekeu rig lachen. Tenslotte heeft de persoon, die de papieren gestolen heeft toch nog niets. Op ditzelfde oogenblik wenschen zij mij natuurlijk alles toe, wat minder aardig is, omdat ik juist die ééne kleinigheid niet op papier heb gezet. Maar als zij. nu zij al het andere in hun bezit hebben, die kleinigheid toevallig zouden ontdekken, wat zou er dan van mij moeten worden? Voor iemand met minder vastberadenheid dan Laurence zou dat allicht een minder aangename gedachte geweest zijn. Maar Laurence bezat meer doelbewustheid en vastberadenheid, dan de meeste menschen en evenmin als hij zijn eetlust had laten verdrijven door dien diefstal, zou hij zich door sombere gedachten in zijn slaap laten storen. Toen hij in slaap viel, dacht hij aan Cha rity. Want, ondanks zijn militair uiterlijk en zijn vierkante kin, was Laurence een mensch, die heel erg vatbaar was voor indrukken en er wa ren maar heel weinig menschen, cp wie het nichtje van Waple geen goeden indruk maakte. Toen Laurence den volgenden morgen bene den kwam, vernam hij, dat Waple naar de stad was om een paar varkens te verkoopen, terwijl Chrity juist op het punt scheen te staan daar ook eenige inkoopen te gaan doen voor „De drie reizigers." Van deze gelegenheid maakte Lau rence, met een vrijmoedigheid, welke overigens niet misplaatst was, gebruik, om haar voor te stellen, haar zoover te vergezellen. Dat treft al buitengewoon goed! riep hij uit. Nu mijn koffer die splinternieuw was, door dien dief vernield is, zal ik wel een nieu wen moeten gaan koopen. Misschien wil u mij wel even vertellen, waar ik zoo'n koffer kan koo pen, juffrouw Charity? In ruil voor uw vriende lijkheid zal ik dan uw mandje dragen. Ik heb heelemaal niet gezegd, dat ik een mandje zou meenemen, antwoordde t meisje. En al nam ik zoo'n ding mee, dan zou ik nog niét willen, dat u het droeg. O, neen? Hier in Engeland draagt een heer geen mandje! (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3