Het gouden Waagstuk
Vereen voudiging
der schrijfwijze
Else Mauhs
Werkfonds 1934
Waardevast geld
HET TEELTPLAN 1935
DONDERDAG 24 JANUARI 1935
Rede van minister
Marchant
De Rut" zweeg weer
1885-1935
Prof. J. van der Kloes
overleden
Het dreigend conflict te
Tegelen
Industrie en scheeps
bouw
Loyale propaganda
W. H. Vliegen ongesteld
door j. s. fletcher
Installatie der /commissie die be
noemd is met de opdracht een
nieuwe woordenlijst samen
te stellen
Spelling der bastaardwoorden
Geen revolutionnaire besluiten
Het raadsel van zijn houding
Grondlegger van de kennis der
bouwmaterialen
Belangrijke plannen ingediend
voor Utrecht en Den Haag
Spoorwegplan
Scheepsbouw
Steun voor tarwe en peulvruchten
verlaagd
De eerste aflevering van een
maandblad voor de devaluatie
verschenen
Moet zich van spreken onthouden
Simon Maris t
UIT DE STAATSCOURANT
Maandag heeft de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, Mr. H. P. Mar
chant, in het ,gebouw van zijn Departement de
commissie geïnstalleerd, die in verband met de
Vereenvoudiging van de schrijfwijze van de Ne-
derlandsche taal is benoemd met de opdracht,
een officieele woordenlijst samen te stellen ter
Vervanging van die van De Vries en Te Winkel.
Lid en voorzitter dezer commissie is dr. C. B.
Van Haeringen, leeraar aan een gemeentelijke
hoogere burgerschool te 's Gravenhage. Verder
Zijn leden dr. H. J. M. Endepels, rector van het
gemeentelijk gymnasium te Maastricht, dr. J.
Van Mierlo, hoogleeraar aan het Onze Lieve
Vrouwe College te Antwerpen en dr. R. Ver-
deyen, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
Luik. Als secretaris fungeert dr. H. D. Buis
kool te Amsterdam.
Bij de installeering waren tegenwoordig de
Belgische Gezant, de heer Maskens en de heer
Èaert, secretaris bij de Belgische Legatie.
Mr. H. P. Marchant sprak na een woord van
Velkom aan de vertegenwoordigers der Bel
gische regeering er zijn vreugde over uit, dat
deze regeering de beide taalkundigen van groo-
ten naam uit onze Zui
delijke taalbroeders heeft
bereid gevonden om deze
commissie te maken tot
het symbool van de sa
menwerking, die wel
eens ten onrechte, is ont
kend. Met feiten is te
bewijzen, dat de Neder
landsche Regeering nim
mer de bedoeling heeft
gehad, het Belgische volk
te verrassen met een
Voldongen feit. Wie in
die meening verkeeren, Mr. H. P. Marchant
kennen de feiten niet.
De Nederlandsche Regeering heeft ernstig be- 1
treurd, dat haar streven naar samenwerking
door onvoorziene omstandigheden zonder re
sultaat moest blijven.
Het is intusschen een feit, dat bij het Ne
derlandsche onderwijs een vereenvoudigde
schrijfwijze is ingevoerd.
Op zich zelf is dit verloop van zaken niet te
betreuren. Moet eenmaal de schrijfwijze wor
den gewijzigd, dan volgt België een andere pro
cedure dan Nederland. België houdt vast aan
het systeem van 1865, volgens hetwelk de
Schrijfwijze algemeen, in en buiten het onder
lijs, bindend wordt voorgeschreven. In Neder
land heeft men ditmaal voor het eerst bin
dende positieve voorschriften gegeven, maar'
hog alleen voor het onderwijs en voor sommige
examens daarbuiten.
Wij zijn hier in Nederland, aldus de Minister,
tót invoering overgegaan van nieuwe spelling
voorschriften bij het onderwijs met September.
Men heeft ons verweten, dat dit geschiedde
zonder dat vooraf een woordenlijst was uit
gegeven. De toepassing van de regels, binnen
drie maanden, op tenminste 7900 van de 8500
Scholen, openbaar en bijzonder, gaf geenerlei
moeilijkheid- Het onderwijs heeft de vereenvou
diging, grootendeels met vreugde en overigens
Zonder morren, aanvaard.
Er is dus alle aanleiding om thans ook het
Verdere werk ter hand te nemen, dat om af
doening vraagt en dit verdere werk zou verricht
moeten worden, zoowel indien de schrijfwijze
De Vries en te Winkel was gehandhaafd, als
ha de invoering der vereenvoudiging. Daarom
kan ook België, geheel onafhankelijk van wat
daar ten slotte omtrent de spelling zal worden
beslist, er aan medewerken.
Het betreft in de eerste plaats de spelling
Van de bastaardwoorden en in verband daar
mede, die van een aantal woorden, ten aanzien
daarvan ook bij toepassing der regels van De
Vries en Te Winkel geen zekerheid bestaat;
anders gezegd al die gevallen, waarvoor- de
oplossing niet kan worden gegeven door toe-
Passing van enkele eenvoudige regels, maar
Waarvoor het aanbeveling verdient, dat uit de
Verschillende mogelijkheden een keus wordt
Eedaan.
Hoe ver de commissie met het opnemen van
Woorden in de op te maken lijst zal moeten
Eaan, en in hoever zij in verschilende gevallen
meer dan één spelling zal aanvaarden, laat de
Regeering geheel aan haar inzicht over. Zij
Vertrouwt, dat de commissie zonder veel moei
lijkheden voor de problemen, welke zij op haar
Weg ontmoet, een oplossing zal kunnen geven.
Hiermede verklaarde spr- de commissie ge
ïnstalleerd en wenschte haar een deugdelijk
en spoedig resultaat van haar werk.
Hierna sprak de Belgische gezant, de heer
Ch. Markens;
Gaarne, aldus spr., hebben wij onze mede-
Werking verleend aan deze commissie, die in
het bijzonder belast is met het onderzoek van
de spelling, van de bastaardwoorden en de sa
mengestelde woorden.
Maar toch moet de gezant verklaren dat deze
medewerking geen verbintenis insluit vanwege
de Belgische Regeering inzake het aanvaarden
en het invoeren van de hervormde spelling.
Het voorbehoud dat dienaangaande vroeger
gemaakt werd, blijft steeds van kracht.
Tenslotte heeft dr. van Haeringen, de voor
zitter der commissie, de rede van den Minister
beantwoord.
Reeds nu is te voorzien, aldus spr., dat de
commissie zich voornamelijk zal hebben bezig
te houden met de bastaardwoorden en de z.g.
verbindings-letters in samenstellingen. Er is in
den overgangstijd, welken wij nu achter ons
hebben, gelegenheid genoeg geweest om moei
lijkheden, welke zich bij de toepassing der spel
ling voordeden, ter sprake te brengen. De er
varing heeft geleerd, dat die moeilijkheden, zoo
als trouwens van de vereenvoudigde spelling te
wachten was, al heel gering zijn.
De voorzitter waagde het tenslotte erop, op
de beslissingen der commissie vooruit te loopen
door te verzekeren, dat de commissie geen revo
lutionnaire besluiten zal nemen. Hierbij dacht
spr. in het bijzonder aan de bastaardwoorden.
De ervaring' met sommige radicale pogingen tot
vemederlandsching van vreemde woorden, heeft
geleerd, dat ons publiek op dit punt behoudend
is. En waar wij vemederlandsching wenschelijk
achten, daar zullen wij onze meening niet aan
het publiek behoeven op te dringen, maar kun
nen volstaan met een zachte aanwijzing te ge
ven door beide spellingen toe te laten met voor
keur voor een van die beide. De voortgaande
vemederlandsching der bastaardwoorden zal
geleidelijk in de officieele woordenlijst moeten
worden aanvaard en vastgelegd.
Nadat Dr. Van Haeringen zijn blijdschap uit
gesproken had over het feit, dat twee Zuid-
Nederlandsche geleerden hun medewerking heb
ben willen verleenen, besloot hij zijn rede met te
verzekeren, dat de commissie aan de haar op
gedragen taak zich met volle toewijding zal
geven.
De behandeling van den roofoverval te
Deurne door de Roermondsche Rechtbank,
heeft een onverwachte wending genomen, door
het herstel van de oude traditie van het Ossche
milieu: zwijgen! „De Rut" is weer in het oude
spoor terug. Tot tweemaal toe heeft hij be
zwarend getuigd tegen zijn ouden makker Piet
de B.
De eerste maal kostte dit getuigenis de B.
vijftien jaar van zijn vrijheid; de tweede maal
twee jaar.
En nu, de derde maal; nadat De Rut voor
den rechtercommissaris bezwarende verklarin
gen had afgelegd, wist hij plotseling voor de
Rechtbank niets meer en den officier bleef
niets anders over, dan op te geven en vrijspraak
te vragen.
Men staat hier voor een moeilijk psycholo
gisch raadsel.
De verklaring van De B. dat De Rut, om de
gunst der heeren te verwerven, hem gehangen
zou hebben, lijkt ons onaannemelijk. Het is
niets voor een goed lid van de bende, om een
compagnon te verraden in ruil voor enkele
maanden straf voor eigen daad. En zeker niet
als het gaat, om al of niet veroordeeling van
dien kameraad tot een lange en zware straf.
Voor heel wat minder ernstige zaken wordt
liever gezeten dan gesproken.
De Rut zit in voorarrest. Hij zal zeker uit
stekend geïsoleerd zijn en het is niet aan te
nemen, dat hij contact met de buitenwereld
kan hebben.
Waarom is hij dan in de stilte van zijn cel
tot het besluit gekomen, zijn draai weer te
nemen en te zwijgen?
Moreele overwegingen zijn moeilijk aan te
nemen. Dat De Rut gesproken zou hebben,
omdat zijn geweten hem dwong: onaanneme
lijk. Een meineed, om den kameraad te redden,
is de gewoonste zaak van de wereld. Immers,
de oude privilegie-traditie zegt, dat Den Bosch
zich niet te bemoeien heeft met de rechtspraak
van Oss en dat het goed recht is, als men zijn
eigen boontjes dopt. Chicaneeren tegen het
officieele justitie-apparaat is daarom plicht.
De eedsformule heeft in dit licht bezien geen
enkele moreele waarde.
Toch heeft De Rut gesproken! Heeft hij de
waarheid gezegd of niet? Of heeft hij voor de
Roermondsche Rechtbank naar waarheid ver
klaard, toen hij zijn verklaringen voor den
rechter-commissaris loochende?
De eenige drijfveer voor zijn spreken moet
haat geweest zijn. Haat tegen de leiders-
terreur van den jongen de B., haat om een
vrouw?
Zou in den eentonigen tredmolen van het
hechtenis-leven de hartstochtelijke vlam ge
doofd zijn en plaats hebben gemaakt voor den
ouden bende-geest met zijn koele berekening
van kansen?
Het is en blijft een raadsel, vergroot nog dooi
de rustige zelfverzekerdheid van De B„ die door
een vonnis van vijftien jaar niet in het minst
van zijn stuk blijkt te zijn gebracht en die in
de kleinere zaken met minutieuze oplettend
heid het bewijs tracht te ontzenuwen.
Met spanning wordt de behandeling van den
doodslag voor het Bossche Hof tegemoet ge
zien. De verklaringen van De Rut zijn voor de
Rechtbank betwist. Het Hof zal er dus opnieuw
kennis van moeten nemen. Zal nu De Rut
in déze zaak bij zijn bezwarende verklaringen
blijven, of zal hij doorgaan in de richting van
de te Roermond genomen zwenking?
De situatie bergt nog de mogelijkheid voor
merkwaardige verrassingen te over. Het wordt
in ieder geval de Justitie niet gemakkelijk ge
maakt.
Vrijdag 25 Januari hoopt Else Mauhs, een
van Nederlands grootste tooneelspeelsters, haar
50sten geboortedag te herdenken.
Else Mauhs werd geboren den 25en Januari
1885 te Mühlheim nabij Keulen. Tot haar 14de
jaar bezocht zij de H.B.S. te Keulen. In 1899
emigreerden haar ouders naar Amsterdam en
sinds dien verblijft zij in Nederland. Aanvanke
lijk werd zij na het verlaten der school opge
leid tot concertzangeres, waartoe zij gedurende
vier jaar de school voor Vocale en Dramatische
Kunst onder directie van Cato Esser bezocht, aan
wie Else haar succes als tooneeliste zegt ver
schuldigd te zijn. Het was ook op aanraden van
haar, dat zij aan het tooneel ging. Toen zij de
school had verlaten, kreeg zij een engagement
bij het Rotterdamsch Tooneelgezelschap, waar
bij ze in 1903 voor de eerste maal optrad. Se
dert dien heeft Else Mauhs ontelbare rollen
gecreëerd. Bij verschillende tooneelgezelschap-
pen als van Eysden, Het Kon. Vei-. Tooneel, het
Rotterdamsch Tooneelgezelschap, is zij werk
zaam geweest. Haar eerste succesrol was die in
„Muisje".
In het voorjaar 1933 werd mede onder haar
artistieke leiding een nieuw tooneelgezelschap
„Het Masker" samengesteld, waarbij zij wordt
bijgestaan door Jan Musch en Co Arnoldi.
In Maart van het vorig jaar nog viel Else
Mauhs een bijzondere onderscheiding te beurt.
Zooals men zich zal herinneren, ontving mevr.
Mann-Bouwmeester bij de herdenking van haar
40-jarig tooneeljubileum van de Amsterdam-
sche burgerij eon zeldzamen ring ten geschen
ke, zulks uit waardeering en dank voor de vele
mooie uren, welke het hoofdstedelijk publiek
door haar subliem spel mocht beleven. In de
bijgevoegde oorkonde werd haar verzocht den
ring na te laten of bij haar leven te overhan
digen aan de actrice, die zij de belangrijkste
acht. Zij besloot het sieraad te schenken aan
de begaafde actrice Else Mauhs. Deze schen
king vond plaats in den Amsterdamschen Stads
schouwburg op 7 Maart 1934, na de voorstel
ling van „Vorstelijke Emigranten", welk stuk
werd gespeeld door het ensemble „Het Masker",
waaraan Else Mauhs is verbonden en waarin
zij de hoofdrol vertolkte. Door de schenking
van dezen kostbaren ring, waarin de naam van
mevr. Mann-Bouwmeester staat gegraveerd,
heeft Else Mauhs eerst recht kunnen bemer
ken, hoe groot de waardeering is, welke van
de Nederlandsche tooneelisten en het Neder
landsche tooneellievend publiek naar haar uit
gaat.
In den leeftijd van 90 jaar is Woensdagnacht
te Delft prof. J. A. van der Kloes, oud-hoogleer
aar aan de Technische Hoogeschool, overleden.
Prof. v. d. Kloes werd geboren op 4 Juni 1845
en studeerde aan het gymnasium te Nijmegen.
Financieele moeilijkheden verhinderden hem
aan zijn verlangen, om aan de Polytechnische
School te gaan studeeren, gevolg te geven en
in 1866 werd hij daarom teekenaar aan de ma
chinefabriek van de fa. Stork te Borne. Na ver
scheidene betrekkingen op technisch gebied te
hebben vervuld, werd hij in 1882 benoemd aan
de Polytechnische School te Delft, waarvan hij,
bij de omzetting in 1915 tot Technische Hooge
school, hoogleeraar werd.
Zijn meest bekende werk is „Onze Bouwmate
rialen", door welk werk hij de grondlegger werd
van de kennis der bouwmaterialen.
Onder leiding van prof. Aalberse, rijksbemid
delaar in het vierde district, werd Woensdag
een conferentie gehouden met partijen, betrok
ken bij het dreigend conflict bij de N.V. Cancy
Herfkens Steenfabrieken te Tegelen. Besloten
is de loonsverlaging voorloopig uit te stellen,
terwijl een commissie zal worden gevormd, welke
tot taak zal hebben een onderzoek in te stellen
naar de ter plaatse geldende loonen, in aan
verwante bedrijven, zoodat het door vergelijking
mogelijk zal worden over de al of niet gerecht
vaardigdheid van een loonsverlaging te oor-
deelen.
Vóór 1 Maart zullen partijen met elkander
een nadere bespreking houden, naar aanleiding
van het door deze commissie uitgebrachte rap
port.
Mevr. Else Mauhs wordt Vrijdag 50 jaar.
Men ziet haar hier met MevrMann
Bouwmeester, die haar den tooneelring
overhandigt.
Blijkens het driemaandelijksch verslag van
het Werkfonds 1934 is met de vakorganisaties
overeenstemming bereikt over de volgende wer
ken te Rotterdam:
Groote Rijnbrug, raming f34.000.
Ziekenhuis, raming f 1.000.000.
Ten aanzien van den bouw van een gymna
sium en van een politiebureau aan het Sandel-
lingplein stuiten de onderhandelingen met de
betrokken vakvereenigingen op principieele be
zwaren. Bovendien is in voorbereiding de stich
ting van een nieuw beursgebouw, waarvan de
kosten worden geraamd op f2 600.000.
In een noot wordt echter melding gemaakt,
dat na het afsluiten van dit rapport bericht is
ontvangen, dat dit gebouw geheel door parti
culier kapitaal zal worden gebouwd.
De Ministerieele Commissie hechtte haar
goedkeuring aan de met de organisaties van
bouwvakarbeiders te Almelo overeengekomen
arbeidsvoorwaarden, welke zullen gelden voor
het maken van een rioolgemaal bij de Sumpel
(raming f35.700), zoodat de verdere behande
ling in overleg met het gemeentebestuur kan
plaats hebben. Ditzelfde geldt voor de onder-
tuimeling van de Spoorbaan te Enschede,
waarvan de raming f 490.000 bedraagt, en voor
de werken te Hengelo aan het abattoir (raming
f 334.000).
Utrecht diende een zeer omvangrijk spoor
wegplan in, behelzende de ophooging der
spoorbanen in de richtingen Utrecht, Am
sterdam en Amersfoort en Utrecht's Her
togenbosch. Daar het algemeen nut van
deze werken ver-der reikt dan het gemeen
telijk belang, heeft de Ministerieele com
missie zich kunnen vereenigen met een
kostenverdeeling. De totale kosten van dit
project worden geraamd op f 7.5 millioen.
Vermoedelijk zullen deze geringer blijken
daar de prijzen en loonen sedert de raming
werd gemaakt, belangrijk zijn gedaald. De
verdere behandeling van dit project vindt
op dezen grondslag plaats.
Voor 's Gravenhage werd het onderstaande
drietal werken naar voren gebracht: het gra
ven van een gedeelte der Binckhorsthavens met
bijbehoorende werken f 1000.000; de verbreeding
van den Houtweg te Loosduinen, f55.750; de
aanleg van een tweeden rijweg langs den Be-
zuidenhoutschen weg, f 89.200. Totaal f 1.145.850.
Bovendien zijn nog een tweetal plannen in
voorbereiding, o.a. de aanleg van een vliegveld
bij Delft, waarvan de helft der kosten even
tueel voor rekening der gemeente 's Graven
hage zal komen, tot een totaal bedrag door het
Werkfonds te financieren, voorloopig geraamd
op rond f 1-325.000.
Totaal voor Den Haag f 2.470.850.
Aan de Ministerieele Commissie zullen bin
nen zeer korten tijd voorstellen aangaande de
arbeidsvoorwaarden worden aangeboden.
Een groot aantal ingediende plannen
leent zich, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk,
bijzonder goed voor uitvoering in werk
verschaffing. Dienaangaande wordt gere
geld overleg gepleegd met de afdeeling
werkverschaffing van het Departement van
Sociale Zaken.
Reeds zijn de volgende plannen ter behan
deling aan genoemden dienst overgedragen: pol
der Wieringerwaard, uitbaggeren van de Bar-
singerwegvaart gemeente Utingeradeel, verbe
tering en omlegging van wegen; Provinciaal
bestuur van Noord-Holland, diverse werken in
de duinterreinen te Bergen, Egmond en Bak-
kum en Heemskerk, Anna Paulownapolder,
verbetering van wegen, Banne Niedorp, ver
betering van wegen.
Ook in deze verslagperiode kwamen verschil
lende aanvragen bij het Werkfonds binnen
voor het geven van een geringe tweede hypo
theek op motorkusitvaartuigen, teneinde den
bouw daarvan mogelijk te maken. De Minis
terieele commissie hechtte haar goedkeuring
aan een viertal dezer projecten, terwijl ver
schillende dergelijke aanvragen nog in behan
deling zijn en voor een vijftal de Ministerieele
goedkeuring is gevraagd.
Het bestuur besloot in drie gevallen, om aan
de Ministerieele commissie de goedkeuring te
vragen voor het verleenen van leeningen aan
bestaande fabrieken, teneinde er toe over te
kunnen gaan de vervaardiging van nieuwe
producten, welke hier te lande nog niet ge
maakt worden ter hand te nemen.
Het crediet ten behoeve van het reconstruc-
tiebedrijf 1934 te Amsterdam is aan dit bedrijf
verstrekt. Het aantal te werk gestelde jeug
digen is in deze verslagperiode verdubbeld, zoo
dat er thans 40 a 50 werkzaam zijn, terwijl
verwacht wordt, dat dit aantal in de naaste
toekomst nog zal worden vermeerderd.
Een zeer groot aantal der binnengekomen
projecten moest worden afgewezen.
In totaal was op 15 December vastgelegd
f 16.248.425.65.
Het groot belang voor de landbouwers om,
in verband met de vaststelling van hun teelt
plan, tijdig op de hoogte te zijn van de teelt
regelingen en richtprijzen voor de Akkerbouw
gewassen, welke zullen gelden voor den oogst
1935, heeft den Minister van Economische Zaken
doen besluiten thans mededeeling te doen van
de maatregelen, welke de Regeering voor den
oogst 1935 voornemens is te treffen.
Het spreekt vanzelf, dat, wanneer zich wijzi
gingen in den toestand voordoen, dit voor de
Regeering aanleiding kan zijn de richtprijzen
te herzien.
Wat betreft de tarweteelt, evenals het vorig
jaar zal wederom 1/3 gedeelte van het bouw
land met tarwe mogen worden beteeld.
Een uitzondering hierop wordt gemaakt ten
aanzien van bedrijven met ten hoogste l'A HA.
bouwland. Het is toegestaan op deze bedrijven
telken jare ten hoogste H.A. tarwe te telen,
dus op een bedrijf met 1 H.A. bouwland zal
Y- H.A. tarwe mogen worden gezaaid.
De richtprijs van groene erwten, waaronder
1935 is bepaald op 10 per 100 K.G., berekend
volgens dezelfde grondslagen als tot dusver.
De teelt van de andere granen en de peul
vruchten is niet aan beperkingen onderwor
pen.
Het bestaande systeem van toeslagen voor
rogge, gerst en veldboonen, met dien verstande
dat de teler hiervoor zal ontvangen een prijs
liggende tusschen ƒ7 en ƒ8 per 100 K.G. resp.
voor rogge en gerst en voor veldboonen, een
prijs liggende tusschen 8 en 9 per 100 K.G.,
blijft gehandhaafd.
De richtprijs van groene erwetn, waaronder
begrepen kroonerwten, blauwpeulerwten en Wij-
ker vale erwten, lange en ronde bruine boonen,
platte capucijners, Hoornsche zoowel als Mans-
holtcapucijners, rozijn- of wel grauwe erwten
op 10.50 per 100 K.G.; en van witte boonen
op 15 per 100 K.G.
Het maximaal voor consumptieaardappelen
toe te laten areaal is bepaald op 100.000 HA.
Voor het telen is een uitpoot-vergunning ver-
eischt, waarvoor een teeltheffing van ƒ0.30 per
H.A. is verschuldigd.
Deze teeltheffing is niet verschuldigd wan
neer men niet meer dan 5 Are verbouwt, ter
wijl bij de berekening van de teeltheffing voor
elk toegelaten oppervlak een oppervlak van 5
Are wordt afgetrokken.
Voor niet op de consumptiemarkt te plaatsen
aardappelen is wederom denaturatie mogelijk,
de grootte van de denaturatievergoedingen kan
nog niet worden vastgesteld.
De uitpoot van fabrieksaardappelen wordt
niet meer geregeld aan de hand van de teelt
in voorgaande jaren, doch naar het bedrijfs-
type.
De totale hoeveelheid garantiebieten is we
derom vastgesteld op 1540 millioen K.G.
De toewijzing zal echter anders geschieden
dan voor den oogst 1934. Den telers zal worden
toegewezen gedeelte van de garantie waar
voor ze volgens hun bietenverleden in aanmer
king zouden komen, terwijl yt gedeelte over de
districten onder de aanvragers zal worden ver
deeld, waarbij rekening zal worden gehouden
met het bedrijfstype.
Voor bedrijven met een maximum bouwland
oppervlakte van 2 HA. zal garantie kunnen
worden gegeven voor een hoeveelheid overeen
komende met de opbrengst van H.A. bouw
land. De garantieprijs voor de bieten is, ge
leverd op de gebruikelijke condities aan groot-
scheepsvaarwater en van gemiddeld suikerge
halte, vastgesteld op 10 per 1000 K.G. netto.
De bestaande steunregeling voor de cichorei
zal gehandhaafd worden.
In afwijking van de regeling voor de vlas
teelt in 1934, waarbij het gesteunde areaal be
perkt was tot 6000 HA., zal in 1935 vermoede
lijk een uitbreiding van het oppervlak tot 10000
H.A. kunnen worden toegestaan. De toestand
op de vlasmarkt, die in den laatsten tijd een
gunstige wending nam, laat niet toe, dat reeds
thans definitieve steunmaatregelen voor dit
product worden vastgesteld. Afgewacht dient te
worden hoe de toestand zich verder zal ont
wikkelen.
Het ligt evenwel in de bedoeling van de Re
geering om in ieder geval vóór 1 Juni 1935
zich ten opzichte van steunmaatregelen voor
het vlas uit te spreken.
De Nederlandsche Vereeniging voor Waarde
vast geld, onlangs opgericht te Amsterdam, heeft
ter voorziening in het euvel, dat verschillende
organen de voorstanders der devaluatie niet ob
jectief aan het woord laten, een eigen tijdschrift
opgericht, waarvan het eerste, keurig verzorgde
nummer dezer dagen het licht zag.
In haar inleidend woord schrijft het bestuur
der Vereeniging, er prijs op te stellen eens en
vooral er den nadruk op te leggen, dat niets de
Vereeniging verder ligt dan oppositie tegen onze
Regeering als zoodanig.
„Men kan als loyale organisatie verandering
bepleiten in de door de Regeering gevolgde
landbouwpolitiek, spellingsvoorschriften, han
delspolitiek, bezuinigings-methoden, enz.
Evenzeer kan men als loyale organisatie ver
andering bepleiten in de tot dusverre betrach
te wijze van aanpassing en in de monetaire
politiek. Dat wij zulks doen, maakt ons niet,
gelijk sommigen willen doen gelooven, tot op
posanten van de Regeering."
Het bestuur beschouwt den strijd om de deva
luatie niet als een kwestie van „gelijk hebben".
„Wij waardeeren, schrijft het, een leder, welk
standpunt hij ook met argumenten verdedige.
Wij veronderstellen goede trouw bij een ieder.
En „gelijk" heeft slechts hij, van wien op theo
retische en practische gronden mag worden ver
wacht, dat zijn stelsel de welvaart van land en
volk het beste zal dienen."
De voorzitter der Vereeniging, Prof. Polak,
stelt in een hoofdartikel de kwestie van het ver
band tusschen devaluatie en waardevastheid
van het geld, de secretaris, Mr. Bogaardt, me
moreert de geboorte en de eerste levensteeke
nen der organisatie en de redactie, samenge
steld uit de hoogleeraren Gimbrère en Verryn
Stuart en den heer Justus Meijer, belicht en
commentariseert enkele documenten en pers
uitingen van den laatsten tijd.
De redactie van het tijdschrift is gevestigd
aan de Teding van Berkhoutlaan 15 te Aerden-
hout; de administratie aan den N. Z. Voorburg
wal 6573 te Amsterdam.
De heer W. H. Vliegen, voorzitter van de
sociaal-democratische raadsfractie in de
Residentie zal op advies van zijn dokter zich
eenigen tijd van spreken moeten onthouden.
De jjegrootingsvergaderingen van den Haag-
schen Raad, die hedenmorgen aanvangen, zal
hij voorshands niet kunnen bijwonen.
De teraardebestelling van het stoffelijk over
schot van den heer Simon Maris, zal plaats
hebben op Vrijdag 25 Januari as. te half twaalf
op „Zorgvliet" aan den Amsteldijk te Amster
dam. Vertrek van het sterfhuis te elf uur.
Bij K.B. is benoemd tot tweeden luitenant bij
het 14e regiment infanterie de cadet-sergeant
W. A. Young van de Kon. Mil. Academie.
Bij K.B. is aan den baas le klasse der crust-
vuurwerkers bij de Rijkswerf, J. H. van Kam
pen met ingang van 1 Maart eervol ontslag
verleend wegens ongeschiktheid voor de ver
dere waarneming van zijn betrekking uit hoofd-
de van ziekten of gebreken.
Bij K.B. is benoemd tot officier van gezond
heid der 2e klasse bij de Kon. Marine dr. A E.
Schuringa.
Bij beschikking van den minister van Defen
sie is de luitenant ter zee der 3e klasse Kon.
Marine-reserve F. Heijman den len Februari
geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip
te Vlissingen.
Bij K.B. is met ingang van 30 Maart aan den
generaal-majoor, inspecteur van het wapen der
genie van het Koninklijk Ned. Indisch leger
L. C. A. van de Kasteele op zijn verzoek wegens
volbrachten diensttijd eervol ontslag verleend
onder dankbetuiging voor de langdurige dien
sten door hem aan den lande bewezen.
Bij K.B. is benoemd tot notaris te Neuzen
K. J. Hoving, candidaat-notaris te Niekerk.
Bij K.B. is benoemd tot notaris te Oostburg
J. Mijs, candidaat-notaris aldaar.
Bij beschikking van den Minister van Eco
nomische Zaken zijn benoemd tot vertegen
woordigers der Nederlandsche regeering op het
van 15 tot 20 Juli a.s. te Londen te houden
zesde internationale congres voor wetenschap
pelijke bedrijfsorganisatie buiten bezwaar van
's Rijks schatkist de heeren Mr. J. L. C. van
Meerwijk en Prof. Th. Limperg Jr., resp. voor
zitter en vice-voorzitter van het Nederlandsch
Instituut voor Efficiency.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T. is met ingang van 1 April aange
wezen als adjunct-inspecteur der P.T.T. te
Arnhem J. D. v. Brink, thans adjunct-inspecteur
der P.T.T. te Maastricht.
6
Laurence boog zich ver naar voren uit
het venster en keek aandachtig naar de
bloemen onder de vensterbank. Het was nog
licht genoeg om te zien dat er abso
luut geen sporen van laarzen in de zachte
aarde waren achtergebleven, maar dat lag
°ok niet erg voor de hand daar de afstand van
het grintpad tot aan het venster zóó klem was
öat men gemakkelijk over die bloemen had kun-
ben heenstappen. En zóó zou men zijn kamer
°ok wel binnengedrongen zijn. De geheimzinnige
vÜand was hem naar „De drie reizigers" gevolgd
en had rustig zijn kans afgewacht.
Laurence sloot zijn venster weer en liep door
he koffiekamer naar de gelagkamer. Daar zat
^aple in een gemakkelijken stoel een bril op
hen neus, een Jcrant in de hand en een glas eet-
lustwekkend vocht vóór zich op tafel.
Mijnheer Waple! zei Laurence.
Waple keek'hem over den rand van zijn bril
aan.
Zou u eens 'n oogenblik mee willen gaan?
ik zou u graag even willen spreken.
Waple heesch zijn zwaar lichaam uit zijn stoel
°nihoog en legde zijn bril en krant op tafeL
Laurence die ondanks alles en onder alle om
standigheden een fijn oog bleef houden voor de
humoristische zijde van een zaak, liep heel voor
zichtig op zijn teenen naar zijn eigen kamer te
rug, gevolgd door Waple die zijn voorbeeld wilde
volgen en even voorzichtig op zijn teenen liep ais
een oliefant.
Er is toch niets aan de hand mijnheer, fluis
terde Waple, toen zij de deur van Laurence's
kamer hadden bereikt. Als u nog iets noodig
heeft, zal ik
Kijk! fluisterde Laurence en wees met een
dramatisch gebaar naar zijn opengesneden
koffer.
Waple boog zich over dén koffer.heen en be
keek dien met stomme verbazing. Met zijn vin
gers streek hij langs den gladden rand van de
kleine opening.
Open gesneden, zei hij eindelijk.
En toch duurde het nog een volle minuut voor
dat de beteekenis van dien vernielden koffer
tot hem doordrong. Toen hij eindelijk ging be
seffen wat er gebeurd moest zijn werd hij vuur
rood van woede en zijn aderen zwollen zóó on
heilspellend dat Laurence zich een beetje onge
rust begon te maken.
Och, zooveel heeft het niet te beteekenen!
zei hij vlug. De dieven zijn natuurlijk door
het venster binnen gekomen.
Waple liet zijn rechterhand met groote kracht
terechtkomen in den palm van zijn linkerhand
én na veel moeite bracht hij uit:
Dieven!Dieven!
Neen, waarschijnlijk één enkele dief maai",
protesteerde Laurence.
Een of twee of drie of drie en twintig mijn
heer! bulderde Waple nu dat 's allemaal het
zelfde. Dieven in „De Drie reizigers". Dieven
onder het dak van Tony Waple! Groote hemel!
Ik kan het bijna niet gelooven. Charity, mijn
kind, kom eens gauw hier; de een of andere
schavuit is door het venster de kamer van dezen
heer binnengedrongen en heeft zijn lederen
koffer opengesneden en het wil me voorkomen
dat die snuiter het met een scheermes gedaan
moet hebben. Mist u iets, mijnheel"? Geld of ju-
weelen?
Laurence schudde het hoofd en keek glim
lachend naar Charity.
Neen, dat zou niet zoo erg geweest zijn. Die
man heeft mij een geheim ontstolen!
Een geheim? vroeg Waple, die er niet veel
van begreep.
Jawel, wel niet het geheele geheim, maar
toch meer dan ik iemand ooit verteld zou heb
ben. Ik heb u toch gezegd dat ik waardevolle
papieren in dien koffer had. Nu die zijn ge
stolen.
Waple die het een heele opluchting scheen te
vinden, dat er geen geld gestolen was, ging op
den rand van het bed zitten en veegde zijn voor
hoofd af met zijn grooten zakdoek, nog steeds
een beetje angstig starend naar dien zwarten
koffer.
Eneh.. stak er geld in dat geheim
mijnheer? vroeg hij eindelijk.
Ja, een heel groot fortuin, antwoordde Lau
rence laconiek. Daarom heb ik het juist al
dien tijd geheim gehouden.
Natuurlijk antwoordde Waple. Maar ik
begrijp niet goed waarom die kerel u juist hier
heeft moeten bestelen.
Hij heeft me natuurlijk gevolgd en heeft
toen zijn kans afgewacht en gebruik gemaakt
van de gelegenheid, zei hij.
Hij wendde zich nu tot Charity die met een
bezorgde uitdrukking op het gelaat naar den
koffer stond te kijken.
Heeft u misschien verdachte lui in de buurt
gezien terwijl ik met uw oom naar de varkens
was kijken, juffrouw Charity?
Neen, antwoordde het neisje, dat een kleur
kreeg, toen zij haar naam voor het eerst van die
lippen hoorde. Neen, ik heb niemand gezien
dien ik niet kende, uitgezonderd een paar boe
renarbeiders, die naai" het hooiland gingen. Het
is beslist uitgesloten dat iemand deze kamer is
binnengegaan, zonder dat ik hem gezien zou
hebben, door de gelagkamer dan altijd.
Ja, de dief is door het venster naar binnen
gekomen, merkte Laurence op. Het moet een
handige kerel zijn. Dit is nu de tweede maal
dat hij mijn plannen gestolen heeft.
Wat? De tweede maal? riep Waple verwon
derd uit. Dan moeten dat wel heel zonderlinge
papieren zijn!
Dat zijn het ook. Het betreft de meest op
zienbarende uitvinding van dezen tijd. En als 't
den dief mocht gelukken de kleinigheden te vin
den welke aan mijn papieren ontbreken, dan
gaat dat groote fortuin aan mijn neus voorbij.
Laten we dan maar hopen dat dit niet het
geval is, mijnheer! riep Waple uit Maar mijn
heer zou het niet beter ziin als u de politie van
het geval in kennis stelde? De dief kan nog niet
ver weg zijn.
Langzaam schudde Laurence het hoofd.
Neen, dat zou niets helpen. Die man is veel
te sluw voor de politie. Op het oogenblik is hij
natuurlijk al in veiligheid en heeft mijn papieren
doorgelezen. Maar we zullen maar berusten. Ik
vind het natuurlijk erg vervelend, maar mijn
eetlust is er niet door bedorven, juffrou Cha
rity!
En daar op dat oogenblik toch niets meer te
doen viel, verklaarde Waple dat dit een heel
verstandige opmerking was en dat het hem ge
noegen deed te hooren, dat zijn gast een gezon
den eetlust had en zoo zetten die drie menschen
zich aan tafel om te genieten van een maaltijd,
waarvan de hoofdschotel bestond uit eenden
„malsch en vleezig als een zeug" zooals Waple
opmerkte.
HOOFDSTUK V
Toen Laurence dien avond vóór het naar bed
gaan zijn horloge opwond, moest hij onwillekeu
rig lachen.
Tenslotte heeft de persoon, die de papieren
gestolen heeft toch nog niets. Op ditzelfde
oogenblik wenschen zij mij natuurlijk alles toe,
wat minder aardig is, omdat ik juist die ééne
kleinigheid niet op papier heb gezet. Maar als
zij. nu zij al het andere in hun bezit hebben,
die kleinigheid toevallig zouden ontdekken, wat
zou er dan van mij moeten worden?
Voor iemand met minder vastberadenheid dan
Laurence zou dat allicht een minder aangename
gedachte geweest zijn. Maar Laurence bezat meer
doelbewustheid en vastberadenheid, dan de
meeste menschen en evenmin als hij zijn eetlust
had laten verdrijven door dien diefstal, zou hij
zich door sombere gedachten in zijn slaap laten
storen. Toen hij in slaap viel, dacht hij aan Cha
rity. Want, ondanks zijn militair uiterlijk en
zijn vierkante kin, was Laurence een mensch, die
heel erg vatbaar was voor indrukken en er wa
ren maar heel weinig menschen, cp wie het
nichtje van Waple geen goeden indruk maakte.
Toen Laurence den volgenden morgen bene
den kwam, vernam hij, dat Waple naar de stad
was om een paar varkens te verkoopen, terwijl
Chrity juist op het punt scheen te staan daar
ook eenige inkoopen te gaan doen voor „De drie
reizigers." Van deze gelegenheid maakte Lau
rence, met een vrijmoedigheid, welke overigens
niet misplaatst was, gebruik, om haar voor te
stellen, haar zoover te vergezellen.
Dat treft al buitengewoon goed! riep hij
uit. Nu mijn koffer die splinternieuw was,
door dien dief vernield is, zal ik wel een nieu
wen moeten gaan koopen. Misschien wil u mij
wel even vertellen, waar ik zoo'n koffer kan koo
pen, juffrouw Charity? In ruil voor uw vriende
lijkheid zal ik dan uw mandje dragen.
Ik heb heelemaal niet gezegd, dat ik een
mandje zou meenemen, antwoordde t meisje. En
al nam ik zoo'n ding mee, dan zou ik nog niét
willen, dat u het droeg.
O, neen?
Hier in Engeland draagt een heer geen
mandje!
(Wordt vervolgd)