Steun aan tuberculoselijders Kruschen Salts CAL0UIHAL Geen godsdienststrijd in Oostenrijk VERKOUDHEID Gedwongen afkoop van dijkplicht Buziau gehuldigd WAARBORGEN IN DE GRONDWET PIËTEITVOLLE DAAD WAARSCHUWING. IN GELDERLAND ZATERDAG 26 JANUARI 1935 Gevaarlijke actie in het buitenland Inzameling van gelden Waar moet het geld vandaan komen PASTOOR M. GIJLSWIJK O.P. SPIRITUS GESMOKKELD Kapitein en stuurman der „Mila" veroordeeld De stichting van een Nationaal Herdenkingsfonds zal den arbeid van H. M. de Ko ningin-Moeder voor het mooie doel levendig houden Het is gebleken, dat hier en daar in het buitenland door opkoopers met Kruschen Salts geknoeid is. De fabrikanten waarschuwen daarom het publiek, Kruschen Salts in geen geval te koopen onder buitenlandsch etiquet, doch uitsluitend in den alom bekenden poedervorm in onge schonden Hollandsche verpakking, terwijl de naam N.V. Rowntree Handels Maatschappij zoowel op de verpakking als op het etiquet gedrukt moet zijn. Alleen bij dit echte Kruschen Salts zult U baat vinden. E. GRIFFITHS HUGHES Ltd., MANCHESTER, Opgericht 1756: Waardeering voor streven voorkomen en genffifeit Blêt TABLETTEN NATUURLIJK KALKFR0DUCT Affiche ROTTERDAMSCHE BANK Drie procent dividend Bij de vele zorgen der kleine boeren komt zich een nieuwe zware last voegen De dij klasten Het nieuwe reglement Vereenvoudiging Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, A'dam PLATS DU JOUR EN a LA CARTEj Veertig jaar koning van den lach NATIONALE BEDEVAART NAAR LOURDES Academische examens (Van onzen Weenschen correspondent). De absolutistische liberale staat van de achttiende eeuw heeft zijn tijd gehad. Wat de Kerk steeds heeft geleerd n.l. dat er tusschen het zuiver stoffelijke en het zuiver geestelijke gebied een zone van gemengde be langen ligt, omtrent wier ordening Kerk en Staat in gemeenschappelijk overleg hebben te treden, wordt meer en meer door het moderne staatsrecht erkend. Vandaar het toenemende ge tal concordaten met de Vatikaansche Stad. Ook tusschen het Vatikaan en landen, waar geen katholieke volksmeerderheid bestaat. Zelfs het nationaal-socialistische Duitschland heeft door de sluiting van een concordaat met het Vati kaan in principe deze opvatting erkend. De ge zantschappen b\j het Vatikaan, de toekenning van traditioneele rechten aan kerkelijke waar- digheidsbekleeders, zoowel aan katholieke als protestantsche, heeft in den grond denzelfden zin. Desniettemin valt telkens weer een gekunstel de of ook echte zenuwachtigheid waar te nemen, wanneer ergens ter wereld de katholieken het recht der Kerk omtrent bovengenoemde zone van gemengde belangen opvorderen. Tegenwoor dig schijnt de opbouw van Nieuw-Oostenrijk en de Katholieke Actie in Oostenrijk de niet-ka- tholieke wereld zenuwachtig te maken. Oosten rijk is naar de pjechtige verklaringen zijner lei ders een katholieke staat! De katholieke staats- en maatschappijleer, zóóals deze in de pauselijke encyclieken is neergelegd, vormt het fundament van het nieuw te bouwen Oostenrijk! Een innig samenwerken tusschen staat en katholieke kerk moet daarvan het gevolg zijn. De verantwoorde lijke staatslieden van Oostenrijk belijden in het openbaar, dat zij katholiek zijn en de katholieke levensopvatting als onderbouw van hun politiek streven beschouwen. Dat is in 't contemporaine staats-politieke leven zeker ongewoon, uniek. Oostenrijk wil, na de Vatikaansche Stad, de eer ste staat zijn in de wereld, die na de lange pe riode der liberalistische laïceering van maat schappij, politiek en economie midden in een wereld, welke ondanks teekenen eener wending ten goede nog meterdiep in religleuse onver schilligheid en ongeloof steekt, het aandurft, zich openlijk vóór Christus te bekennen en de daaruit logisch volgende consekwenties te trek ken. Het kan ons eigenlijk moeilijk verbazen, dat deze pionierswil tot herkerstening der maatschappij, dat een dergelijk ontzaglijk Initiatief in een klein, verscheurd, door revo luties geschokt, misbruikt en beklaagd land al leen reeds om wille van zijn koene nieuwheid twijfel, wantrouwen en ook wel ongerustheid wekt. Dit te meer, daar de niet-katholieke we reld maar al te makkelijk haar kalmte en nuch ter oordeel verliest, wanneer het gaat over ^al leen zaligmakende kerk", „ultramontanismei" en „clericalisme" gedrapeerd met ketterverbran ding. In breede protestantsche kringen, veel bree der dan men misschien wel gelooft, is men op recht bezorgd. Men is van meening, dat de proclamatie van den katholieken staat in Oos tenrijk noodzakelijk samen moet gaan met on derdrukking en knechting der niet-katholieke belijdenissen. Zelfs zijn reeds de woorden con tra-reformatie en protestantenvervolging geval len. Dit is zeer betreurenswaardig. Immers zoo licht kan dit uitloopen op belemmering van de godsdienstvrijheid, op verwijdering van niet- katholieken uit hooge staatsposities, en straf- baarverklaring vam overgang tot het protestan tisme enz. Protestanten, weest op uw hoede, sluit een ring om Oostenrijk, beschermt uw bedreigde broeders in de Oostenrijksche diaspora! Het „Europeesche Centraalwerk voor kerke lijke Hulpactie" te Edinburgh, de „Protestant sche Bond" en de „Internationale Bond voor binnenlandsche Missie en Diakonie" op slot Hemmen in Holland vergaderd, de „Evangelische Maatschappij", de sec.-generaal Gooch van de „World's Evangelical Alliance", de „Wereld bond voor het internationale Vriendschapswerk der Kerken" te Fanö in Denemarken, protestant sche Bonden in Zweden en Zwitserland, de „Evangelische Bund" in Duitschland e.a. hou den zich meer of minder geprikkeld met dit vraagstuk bezig. In Fransch Zwitserland werd zelfs een „Ac tion evangéliqüe pour l'Autriche" opgericht. Men wil Oostenrijk bewerken met geldmid delen, zendelingen en propaganda-materiaal. Ook de Joodsche wereldorganisaties schijnen ietwat nerveus te zijn geworden en beginnen hier en daar over vervolging van Oostenrijksche joden op confessioneele gronden te spreken. In Genève heeft zich reeds een joodsche delegatie doen hooren. Ook de „Jewish Agency" schijnt ongerust te zijn. Men durft zelfs de bewering aan, dat Oostenrijksche joden onder dwang „bekeerd" worden! We willen hier geen gebruik maken van pijn lijke historische herinneringen en ook niet het eene land met het andere vergelijken. We ne men Oostenrijk zooals het is. Oostenrijk is een katholiek land. De be volking is er voor circa 90 procent katholiek. Protestanten en joden sa men maken nog geen tien procent uit. Laat het waar zijn, dat hoogstens een derde van de 90 procent katholiek gedoopten „praktiseert", een feit blijft 't, dat ook na den officieelen afval van circa vier procent der ka tholieke bevolking tijdens de na-oorlogsjaren, na den gedeeltelijken terugkeer, die op de revo lutie in Februari 1934 en den geforceerden af val in bepaalde nationale kringen, die op de re volutie van Juli 1934 volgde, feit blijft 't, dat circa 90 pet. der Oostenrijksche bevolking in den gebruikelijken zin katholiek te noemen is. Op grond van dit feit achtten de gepronon ceerde katholieken, sinds 1933 onder leiding van bondskanselier dr. Dollfuss en na diens dood vooral onder leiding van bondskanselier dr. Schluschnigg, zich gerechtigd een katholieke staatspolitiek te voeren. Dat echter de Oosten rijksche katholieke staatspolitiek niet insluit belemmering, onderdrukking, laat staan ver volging van niet-katholieke belijdenissen, blijkt reeds uit de nieuwe grondwet, welke nadrukke lijk verklaart, dat „alle inwoners van Oosten rijk volle geloofs- en gewetensvrijheid genieten en zoowel particulier als in het openbaar gods dienstoefeningen mogen houden inzooverre zij hierdoor niet in strijd komen met de publieke orde en de goede zeden." Art. 27.1) Verder kan men daar lezen: „Het genot der burgerlijke en staatsburger lijke rechten zoowel als de toelating tot open bare instellingen, ambten en waardigheden is van de geloofsbelijdenis onafhankelijk". Art. 27 2). „De Katholieke Kerk en de andere wettig er kende kerken en godsdienstige gemeenten ge nieten een publiek-rechtelijke positie". Art. 29 1). „De aangelegenheden der wettig erkende ker ken en godsdienstige gemeenten, die ook staatsbelangen raken, worden in het bijzonder geregeld". Art. 30 1). „Voor de Katholieke Kerk geschiedt deze re geling principieel in een overeenkomst tusschen den bondsstaat en den H. Stoel." Art. 30 3). „Bjj de andere wettelijk erkende kerken en godsdienstige gemeenten geschiedt deze rege ling door de wet na beraadslaging en instem ming van dezen." Art. 30 5). Dat dit geen zinledige woorden zijn blijkt reeds hieruit, dat naast de vertegenwoordigers van den katholieken clerus een lid van den pro- testantschen Kerkeraad en van de joodsche ge meente zitting hebben in den Cultuurraad. Hulpacties en dergelijke maatregelen van den kant van het internationale protestantisme en het jodendom om de zgn. bedreigde Oosten rijksche broeders te hulp te komen, is niet al leen overvloedig, maar ook gevaarlijk voor den godsdienstvrede. Een van het buitenland uitgaande, van rijke middelen voorziene „Hilfsaktion" voor het „be dreigde Oostenrijksche protestantisme", dat in werkelijkheid hoegenaamd niet bedreigd wordt zou maar al te gemakkelijk als een invasie, als een aanval op de katholieke kerk in Oostenrijk, als een herleving van een militante „Los-van- Rome-beweging" opgevat kunnen worden en dan tot noodzakelijke tegenmaatregelen kun nen dwingen met het noodlottig gevolg van een nieuw-opkomend'en strijd tusschen katholieken en protestanten, een strijd, welke maar al te gemakkelijk tot diep in Duitschland zou kun nen overslaan. De gevaren van' een op touw- gteeette protesUantsch offensief in Oostenrijk zijn te minder denkbeelden, daar zekere poli tieke opponenten den overgang van het katholi cisme naar het protestantisme als een politieke demonstratie misbruikt en gepropagandeerd hebben. Al moet erkend worden, dat over en weer het godsdienstig element wel eens ten on pas wordt uitgespeeld in de politiek, systeem is dat niet. En katholieken èn protestanten, en hier be doelen wij vooral de geloovige protestanten, moeten er ernstig naar streven een onzaligen strijd te vermijden, vooral nu de Oostenrijksche katholieken zoo innig medeleven met het leed en de worsteling der protestantsche volksge- nooten in Duitschland, die evenals de katholie ken met moed en overtuiging het gemeen schappelijke Christelijke erfgoed verdedigen. Er moet één sterke christelijke phalanx van daadkrachtige geloovigen gevormd worden tegen religieuze onverschilligheid en erger. i:'i Vrijdag arriveerden de eerste "boeren in den Vlieringermeerpolder om den ouden particulieren wordt verpacht, te ontginnen Zuiderzeebodem, welke thans ook aan De Zeereerw. Pater M. Gijlswijk O.P., Pastoor der parochie van St. Dominicus te Utrecht, werd Vrijdag opgenomen in het ziekenhuis van St. Joannes de Deo aldaar. De patiënt maakt het naar omstandigheden redelijk goed en heeft een vrij rustigen nacht doorgebracht. De rechtbank te Stockholm heeft, meldt de „Telegraaf" vonnis geveld in het proces tegen de bende smokkelaars, die met het Nederland- sche stoomschip „Mila", dat op 7 dezer bij Ho- burg op Gotland is gestrand, spiritus frauduleus in Zweden hebben willen invoeren. De kapitein en de stuurman zijn wegens den verboden invoer van spiritus veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, omdat de recht bank van oordeel is, dat zij er voor verantwoor delijk zijn, dat de „Mila" in de Zweedsche ter ritoriale wateren is gekomen. De tien verdachte Estlanders en een Neder lander zijn vrijgesproken, zij zullen echter door de politie over de grens gezet worden. Schip en lading zijn verbeurd verklaard. De kapitein zal met zijn stuurman in verbinding met den Ne- derlandschen consul worden gebracht, om nader verhoord te worden. Het proces tegen de bij de smokkelarij betrokken Zweden wordt voortge zet. Kort na het overlijden van H. M. de Konin gin-Moeder, die sedert het bestaan van de Centrale vereeniging tot bestrijding der tu berculose beschermvrouwe dezer veeeniging was en die op zoo velerlei wijze heeft doen blij ken van Haar belangstelling en medeleven in de bestrijding dier gevreesde volksziekte, zijn in vele kringen stemmen opgegaan om door een nationale daad te getuigen van de groote dankbaarheid voor wat Koningin Emma voor het Nederlandsche volk in dit opzicht heeft beteekend. Ten einde aan die getuigenis van dankbaar heid een daadwerkelijken vorm te geven, heeft zich op initiatief van de Ned. Centrale ver eeniging tot bestrijding der tuberculose een comité van uitvoering gevormd ter voorberei ding van de stichting van een Nationaal Ko ningin-Moeder herdenkingsfonds, tot steun van on- en minvermogende tuberculose-lij- ders. In een persconferentie ten kantore van deze vereeniging aan de Riouwstraat 7 te 's-Gra- venhage, heeft de voorzitter, dr. J. D. Hefting, een uiteenzetting gegeven van de stappen, wel ke het comité van uitvoering bereids heeft ondernomen om het plan lijke wijze te doen slagen. op zoo ruim moge- De concrete bedoeling van het fonds is het tot stand brengen van een zelfstandige stichting om overal in den lande waar steun voor de verpleging van tbc-lijders noodig is, dezen steun te kunnen verleenen, hetzij door opneming in een of ander sanatorium dan wel door huisverpleging, het scheppen van betere omstandigheden voor het wel zijn der betrokkenen, enz. Nadat het bestuur der Centrale Vereeniging zich had overtuigd, dat dit plan de instem ming van H. M. de Koningin en van de Re geering had, is aan den Minister van Sociale Zaken, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine het eere-voorzitterschap van het comité van aanbeveling aangeboden, hetgeen Z.Exc. gaar ne heeft willen aanvaarden. Dr. Hefting- heeft het voorzitterschap zoowel van het comité van aanbeveling als van het comité van uitvoering op zich genomen, terwijl in het comité van aanbeveling mede zitting hebben willen nemen de vice-president van den Raad van State, Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, commis sarissen der Koningin, de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam en van de pro vinciale hoofdsteden, de directeur-generaal van de Volksgezondheid, de voorzitter van de Al- gemeene Rekenkamer en verschillende andere autoriteiten. Het secretariaat van het comité van uitvoe ring berust bij Mej. A. Thorbecke, Benoorden - houtscheweg 26, Den Haag, terwijl mr. H. P. Tjeenk Willink, Ruygroklaan 8, Den Haag, het penningmeesterschap op zich heeft geno men. Verder zijn in het comité van uitvoering nog een 14-tal personen opgenomen, die zich ten opzichte van de tuberculose-bestrijding als krachtige medewerkers hebben doen kennen. Dr. Hefting heeft in dit verband met waar deering gewezen op het streven, dat zoowel in Den Haag als te Amsterdam tot uiting is ge komen om de nagedachtenis van Koningin Emma te eeren door het oprichten van een standbeeld, doch waar het hier een nationale zaak geldt, de aandacht er op gevestigd, dat het Koningin-Moeder Herdenkingsfonds naast de plannen van Amsterdam en Den Haag zijn nationale beteekenis moet hebben. Het comité van uitvoering heeft zich dan ook reeds eenigen tijd geleden zoowel tot de burgemeesters van alle gemeenten hier te lande als tot de besturen der plaatselijke ver eeniging, aangesloten bij de Nederlandsche Centrale vereeniging tot bestrijding der tuber culose gewend met een rondschrijven, waarin het doel van het te stichten fonds wordt aan gegeven. Tal van blijken van sympathie met het stre ven heeft het comité inmiddels ontvangen en OOOS 100 TABLETTEN I. 2.- BUISJE fc 20 TABLETTEN L O 50 fNEDERLANDSCH FABRIKAAT] DER N.V. AMSTERDAMSCHE C HININ EF A B R I EK. de vorming van plaatselijke comité's is in middels op groote schaal ter hand genomen. Het comité van uitvoering hoopt, dat de actie ter inzameling van de gelden voor het fonds overal in den loop van Februari kan geschieden. Een fraai uitgevoerd affiche, waarop het be kende vier-armig kruis, het embleem van de tuberculosebestrijding met op den achtergrond een sierlijke hoofdletter E in schrijfvorm, kroon en lauwerkrans en de woorden „Steunt Natio naal Koningin-Moeder Herdenkingsfonds, stich ting tot steun van on- en minvermogende tu berculoselijders," worden weergegeven, is ter beschikking van de plaatselijke comité's ge steld. Daarnevens zullen op groote schaal wit me talen speldjes worden aangeboden, waarop in den vorm van een kiein rond schildje de hoofdletter E met kroontje is afgebeeld. Deze speldjes zullen bij de collectes uitmuntende diensten kunnen bewijzen. Gelijk reeds in de dagbladen is vermeld zal de Minister van Sociale Zaken, prof. dr. Slote maker de Bruine Dinsdag a.s. te 8.05 uur over beide Nederlandsche zenders een korte rede houden ter aanbeveling van dit nationale werk. Het adres van het comité van uitvoering is Riouwstraat 7, 's Gravenhage, giro 248800. Aan het verslag der Rotterdamsche Bankver- eeniging N.V. over 1934 ontleenen wij het vol gende Het afgeloopen jaar bracht in het econo misch leven geen verbetering. Voortdurend nieu we belemmeringen in het internationale ver keer drongen den handel binnen steeds nau were perken terug. Toch mag men misschien spreken van een zeker evenwicht, dat op het tegenwoordig ni veau is verkregen. Daartoe draagt zonder twijfel bij, dat de ponden- en dollardeviezen sedert eenigen tijd slechts geringe schommelingen ver- toonen. Het is zeer te wenschen, dat. deze fei telijke stabilisatie binnen niet te langen tijd een wettelijken grondslag zal verkrijgen. Overtuigd dat deze maatregel een van de meest belangrijke elementen zal zijn voor een herstel van handel en verkeer, moeten wij ons reeds daarom verklaren tegen iedere poging tot devaluatie van den gulden. De teruggang in het zakenleven weerspiegel- Meer dan ons lief is hebben we reeds ge schreven over den nood der kleine boeren op het platteland. In de Betuwe, het land van Maas-en-Waal, de Bommelerwaard, het land van Ravesteijn: het is overal dezelfde trieste geschiedenis: de akkers en boomgaarden bren gen niets meer op, woning en land liggen zwaar onder hypotheeek veelal pachtschuld van vorige jaren, die niet kon worden opgebracht de koeien en varkens kosten meer dan ze op brengen en waar de menschen nog van leven daar staat een stadsbewoner die in deze gezinnen komt, ontsteld van. Het beschrijven van al deze ellende is een somber en neer drukkend werk, en we zouden er niet op te rug komen als er zich in Gelderland geen nieuwe omstandigheid had voorgedaan. Men schen, die niet weten waar ze de volgende week van zullen leven, hebben thans aanmaningen gekregen om sommen te betalen die soms hon derden guldens bedragen. „Onder verwijzng naar art. 389 lid 1 en 3 van het Rivierpolderreglement, waarbij is be paald dat met ingang van I Juni 1934 alle dijkplicht moet worden afgekocht, geven wij U kennis, dat door U is te betalen wegens af koop van uitkeeringen in geld ter vervanging van dijkonderhoud van het te uwen name staande dijkvak: ineens 20 maal f 27.19 f 543.80 of te uwer keuze, gedurende 10 achtereenvol gende jaren: 2% X f 27.19 f 67.95. Dit document zagen we te Kerkdriel in de Bommelerwaard in handen van een weduwe, die met zes kinderen ternauwernood kan leven van de opbrengst van de groenten die een doch ter in Den Bosch op de Markt brengt en van het kruidenierswinkeltje, dat ze daarbij houdt. Een oude man met twee volwassen zoons, die zelf zijn gezinsinkomen op f 600 schatte en zich daarbij tot de meer welgestelden rekende, omdat hij zijn brood verdiende met visscherij op de Maas en niet met landbouw, had een bedrag van ongeveer gelijke hoogte te betalen. Een en ander wekt nogal ontsteltenis bij vele betrokkenen, die zeker weten dat zij de ge vraagde sommen niet kunnen betalen en thans hun huis en land met openbaren verkoop be dreigd zien. Niettemin stonden we verbaasd over de ge latenheid waarmede de betrokkenen dat nood lot zien naderen, ofschoon het onafwendbaar is, wanneer de wet in al haar scherpte wordt uitgevoerd. Zooals men reeds uit de bovenstaande aan maning kan lezen, gaat het om den afkoop van dijkplicht. Het zijn de zware kosten van dijkonderhoud, die nu eenmaal onvermijde lijk zijn. „Wien 't water deert, die 't water keer." Vol gens dit oud-Hollandsche spreekwoord zijn de ingelanden der waterschappen zelf gehouden tot onderhoud van de hen beveiligende dijken. Veel vroeger werd deze onderhoudsplicht na gekomen doordat de ingelanden ieder persoon lijk het hun toegewezen dijkvak onderhielden. Maar van dat systeem is men al spoedig afgestapt, omdat één enkele die zijn vak niet behoorlijk onderhoudt daarmee den heelen pol der in gevaar van overstrooming brengt. De polderbesturen zijn toen begonnen met van de eigenaars der in den polder gelegen landen gelden te gaan heffen en zelf de dijken door eigen arbeiders te laten onderhouden. Daartoe werd jaarlijks van de ingelanden een bedrag geheven, naar verhouding van het belang dat zij bij den goeden toestand hadden. Zoo ging het tot nog toe en naarmate de landerijen minder opbrachten gingen de dijklasten, zooals alle vaste lasten die de boer te betalen heeft, zwaarder wegen. Daar was nu eenmaal niets aan te doen dat is de consequentie van de regeeringspolitiek. Maar in het begin van 1934 hebben de Pro vinciale Staten van Gelderland een nieuw ri vierpolderreglement vastgesteld, dat door de Kroon is goedgekeurd en op 1 Juli 1934 in werking is getreden. En daarin staat art. 389 „de dijkplicht moet worden afgekocht. In plaats van een jaarlijksch bedrag moeten de ingelanden van de Geldersche polders nu dit jaar een bedrag in ééns betalen dat twin tig maal zoo groot is. Dat wordt dan door het polder-districtsbestuur belegd en uit de rente wordt dan ieder jaar de dijk onderhouden. Ook kunnen de ingelanden hun dijkplicht in tien termijnen afkoopen, door tien jaar lang een bedrag te storten, dat 2K> maal zoo groot is als de som die zij vroeger jaarlijks betaal den, hetgeen tusschen twee haakjes neer komt op het berekenen van een rente van meer dan 25 pet.! De bedoeling van dezen maatregel is: ver eenvoudiging der administratie van de polder districten. Dat wordt er ongetwijfeld mee be reikt. Men hoeft nu niet meer ieder jaar de dijklasten te innen. Maar een vreemde manier van vereenvoudigen is het wel! Wij hopen niet dat de Minister van Financiën ooit een derge- lijken inval krijgt en aan zijn belastingbetalers schrijft: „Het jaarlijksch innen der belastingen is veel te lastig. Gij moet nu inééns een bedrag storten, gelijk aan twintig maal het jaarlijksch door U verschuldigde. Dit zal ik dan voor U beleggen en uit de rente zal ik dan de kosten van den staatsdienst bestrijden." En voorwaar heeft men thans 'n mooien tijd gekozen om den dijkplicht te doen afkoopen! Een groot deel der boeren leeft van wat ze in vroeger jaren hebben overgespaard, zoekt contact met het crisis-comité en probeert zich te redden door zoo zuinig mogelijk te leven. En nu komt het provinciaal bestuur en dwingt deze armlastigen om een aanzienlijk kapitaal bijeen te brengen en dat te leggen in han den van de polderdistrictsbesturen. Het is waar: het nieuwe reglement heeft, vóórdat het werd vastgesteld, bij de polder besturen ter inzage gelegen. De ingelanden hebben er hun bezwaren tegen kunnen inbren gen engeen klacht is er toen gehoord. Maar dat had men eigenlijk van te voren kunnen weten. De menschen in het algemeen, en de boeren in het bijzonder, bekommeren zich nü eenmaal heelemaal niet om publieke zaken, vóórdat zij het gevaar aan den lijve voelen. Erger is, dat één der Gedeputeerde Staten, die dus zelf over het reglement gestemd had, nadat de boeren zich tot hem gewend hadden, moest antwoorden dat hij van deze bepaling heel erg was geschrokken, maar dat zij hem bij de behandeling in de Staten helaas niet was opgevallen. Voorwaar geen aanbeveling voor de democratische regeermethode En zoo heeft zich bij de vele geldzorgen van de kleine boeren weer een nieuwe gevoegd. Hun bezit, dat zij, zwaar verhypothekeerd, nog bewonen, dreigt nu te worden geëxecuteerd, en zij, letterlijk, aan den dijk gezet. Wü voor ons gelooven nog niet dat het zoover zal komen. Allereerst is het de vraag of er veel koopers voor het zwaar-belaste land fe vinden zul len zijn. En eigenlijk zou het toch al te dwaas zijn, eerlijke menschen uit hun bezit te stoo- ten, omdat zij het onderhoud van de dijken over tien, over honderd jaar.thans niet betalen kunnen. Buziau veertig jaar op de planken daarvoor heeft men hem Vrijdag in den Tivoli-Schouw- burg gehuldigd. Toen het doek na het schier eindelooze ap plaus, dat op de Duizend-en-één-nacht volgde, weer omhoog ging, stond het huldigingscomité op het tooneel met de dames uit het haremspel en de leidster van het gezelschap, mevrouw L. Bouwmeester-Sandbergen. Buziau's geschminkte kop keek oolijk uit den deftig-zwarten rok. De heer Ch. A. Cocheret, de woordvoerder van het comité, sprak de groote waardeering uit van Rotterdam voor Buziau. Het leven heeft van die wonderlijke verrassingen, zoo betoogde de heer Cocheret. Wie zou gedacht hebben, dat wij samen nog eens in een harem zouden staan? Als plaatselijk comité komen wij u hier namens de Rotterdamsche burgerij een huldeblijk aanbieden; als dat bescheiden is, is dat in overeenstemming met de tijdsomstandig heden en met uw eigen wenschen. De hartelijke genegenheid der Rotterdammers is er echter niet minder om. Het verheugt ons, u voor deze volle zaal eens te kunnen zeggen, welk een groote plaats gij inneemt in het hart van alle Rotterdammers. In de eerste plaats bewonderen wij u, in de tweede plaats eerst lachen wij om u, omdat wij in uw malste parodieën altijd men- schelijke verdwazing en onze eigen tekortko mingen herkennen. In u lachen wij, ieder op onze beurt, ons zeiven uit. U bent eigenlijk een transparant wezen, onder uw witgekalkte pal jasmasker zien wij steeds den levensernst. Trou wens, als spot niet tot ernst werd, zouden wij er niet om kunnen lachen. Vraagt men dan of lachen zulk een noodzakelijk ingrediënt is voor ons levensgeluk, dan zeggen wij daarop volmon dig ja. Rotterdam wenscht u in uw rol van serieuzen dwaas nog vele jaren te zien spelen en het hoopt, dat gij nog vele schitterende re vues als medewerker van mevr. Bouwmeester, voor wie wij zulk een oprechte bewondering koesteren, zult helpen vertoonen. Spr. bood als blijvend aandenken een Rotter- damsch stadsgezicht van Jan Visser aan, en sprak de hoop uit, dat het in de woning van Buziau een plaats zal krijgen naast de andere tropeeën. Het overige bedrag, bijeengebracht uit heel veel kleine bijdragen, zal worden gestort in de kas van het nationale huldigingscomité. Buziau werd daarop nogmaals door de stamp volle zaal luid toegejuicht. De heer Cocheret deed vervolgens mededee- ling van de ontvangst van tal van telegrammen. Er waren er van Elsensohn, van Octave van Aerschot, van Koos en Polly Speenhoff, Henri Morriën, Susan, Annie en Cor v. d. Lugt Mel- sert, directie van het Théatre Royal in Den Haag en van vele anderen. Bloemen en kransen werden opgedragen, eerst van mevrouw Buziau en haar zoon, die, na den tooneelkus, gearmd met den jubilaris naar voren kwamen en mede in het applaus deelden; van Bouwmeester's revue; van het tooneelpersoneel van Tivoli; van den bureaulist; van Van Aerschot. Fritz Hirsch, een vertegenwoordiger van de directie van den Grooten Schouwburg, en Siem Nieuwenhuizen spraken den jubilaris nog in hartelijke bewoordingen toe. Bloemen werden aangelxxien en Siem overhandigde hem een al bum met de namen van het heele personeel van de Bouwmeester's revue, versierd met een por tret van „Buus, onzen beroemden Buus". Mevr. L. BouwmeesterSandbergen, directrice van het Revue-gezelschap, huldigde den .die ven mijnheer Buziau" eveneens. Gedurende on ze jarenlange samenwerking, aldus spr., heb ik kunnen constateeren, hoe voortreffelijk gij uw taak als kunstenaar opvat. lederen avond geeft gij het beste van het beste. Gij weet niet, hoe zeer ik dat op pjijs stel. Zij uitte den wensch, dat Buziau nog vele jaren aan het ge zelschap verbonden mocht blijven en bood hem een fraaien krans aan. Buziau dankte ontroerd allen. Hij kon niet anders zeggen dan „hartelijk dank, nog eens dank". Als blijk van waardeering voor de sa menwerking bood hij mevrouw Bouwmeester een bloemenmand aan. Hij hoopte nog vele jaren bij haar te kunnen werken. De zaal hief ten slotte een „lang zal hij leven" aan. de zich ook in den omvang van ons bedrijf. De credietvraag bleef gering; voor de ons toe vertrouwde gelden op veilige wijze loonend em- ploi te vinden werd steeds moeilijker. Niette min heeft grootere levendigheid op het gebied van emissies ter conversie van staats-, pro vincie- en gemeenteleeningen, alsmede van wissel- en goudarbitrage het verkrijgen van een zeer bevredigend resultaat mogelijk ge maakt. Met instemming van Commissarissen hebben wij besloten voor te stellen over te gaan tot aflossing van de nog uitstaande amortisatie- bewijzen, waarvoor een bedrag van 10.000.000 wordt vereischt. Wij wenschen daarvoor een belangrijk deel van de winst n.l. 3.500.000 te bestemmen en aan de openbare reserve een be drag van 6.500.000 te onttrekken. Deze reserve zal daarna ƒ13.500.000, d. i. 30 pet. van het uit staande kapitaal, bedragen. Wij geven er de voorkeur aan voor aflossing van amortisatiebewijzen geen bedragen te ont leenen aan onze onder crediteuren opgenomen bijzondere reserve tegen mogelijke risico's, om dat wij deze reserve onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden sterk wenschten te houden. Met het oog op de moeilijkheden, welke Duitschland bij de afwikkeling van zijn buiten- landsche verplichtingen ondervindt, hebben wij gemeend het bedrag onzer vorderingen op Duit- sche debiteuren zeer belangrijk te moeten ver minderen. Voor zoover dit geschied is door de opvraging in registermarken heeft de verkoop daarvan een verlies opgeleverd, dat ten laste van de bijzondere reserve is gebracht. Het to taal dezer vorderingen, voorzoover geen zeker heden buiten Duitschland daarvoor aanwezig zijn, bedraagt thans nog circa ƒ4.500.000.—. De bijzondere reserve strekt mede tot dekking van het in dit totaal schuilende risico. Na storting in het pensioenfonds en afschrij ving op gebouwen kan een dividend van 3 pet. worden uitgekeerd. De groote Ned. Nationale Bedevaart naar Lourdes zal dit jaar plaats hebben van Dinsdag 23 Juli tot en met Donderdag 1 Augustus. Den zieken, die aan deze bedevaart wenschen deel te nemen, wordt verzocht hun verlangen hiertoe tijdig bekend te maken aan het Bureau V. N. B., Lindeplein 17, Heerlen. AMSTERDAG. (Gem. Univ.). Bevorderd tot doctor in de Geneeskunde op proefschrift: Over de operatieve behandeling van netvliesloslating" de heer B. C. J. tan der Meer, geboren te Maas tricht. Cand. ex. Klassieke Letteren de heer A. G. Nieuwendijk. Candidaatsexamen in de Sociale Geographie de dames: V. R. A. D. Huberts en M. Teunissen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5