OPRECHTE ZIELEN
1
DAMESSCHORTJE
Gebreide beeren*
wanten.
huh en liof
n
EENVOUDIGE WINTERJAPONNEN
DE MODERNE
WONING
Nieuwe vormen en
kleuren
Eenige gevraagde
recepten
Kent u ze, die menschen, die zoo op
zichtig oprecht en openhartig zijn?
Die bij elke gelegenheid luidkeels
en met nadruk verkondigen, dat zij van
hun hart geen moordkuil maken? Die links
en rechts alle anderen „stiekum en „ach
terbaks" vinden, zoo al niet uitgesproken
onbetrouwbaar? Die liever op de plaats
doodblijven dan iets vriendelijks te zeggen
dat ze niet heelemaal meenen, en liever de
gruwzaamste situaties scheppen dan het
geval te redden met een nietig leugentje-
om-bestwil?
Ik veronderstel dat ze hun goede zijden
hebben. Ze zullen niet gauw iemand bedot
ten of afzetten en ze zullen niet lieftallig
doen in je gezicht om je achter je rug te be
kladden. Maar daar houdt 't dan ook mee
op. Die recht-door-zee-maniakken bezitten
als regel zoo bedroevend weinig normale
wellevendheid.
Ze gaan er groot op, dat ze nimmer
vriendelijk, zelfs niet beleefd zijn tegen
iemand dien ze niet kunnen uitstaan, dat
ze nimmer „huichelen", en hun afkeuring
of antipathie „onomwonden" laten merken.
Ze verachten de menschen die iets vrien
delijks zeggen van andermans nieuwe in
richting of pasgekochten hoed, wanneer ze
een en ander in hun hart afgrijselijk vin
den. Ze flappen er „frank en vrij" hun cri-
tiek uit, maken zich vijanden en zijn daar
op zoo fier als martelaars.
Ze spreken hun „oprechte" meening soms
al uit vóór ze er om gevraagd worden, en
als de gevolgen niet aangenaam zijn, be
peinzen ze verontwaardigd, dat „de waar
heid niet gehoord wil worden".
Zelfs blunders en enormiteiten over on
derwerpen waarvan ze geen verstand heb
ben, kraaien ze met argeloos aplomb uit,
blijkbaar in de stellige meening, dat op
rechtheid alle zonden bedekt en alle tekor
ten -vergoedt.
Ziedaar 't portret van de al te oprechten.
Wie er misschien wel 'ns onder gerekend
moest worden, kan er zich zachtjes aan
spiegelen, zonder dat iemand 't merkt.
Is het, om een volkomen oprecht mensch
te zijn, werkelijk noodig dat men de open
hartigheid drijft tot grofheid en onvrien
delijkheid? Heelemaal niet! Er is altijd 'n
middenweg te vinden, zoodat men nóch
behoeft te „huichelen", nóch behoeft te
krenken.
Een vriendin van ons heeft met veel ge
duld en toewijding voor zichzelf een jum
per gebreid en we vinden 't resultaat een
nachtmerrie. We kunnen, nu natuurlijk,
met de „oprechte zielen", zeer nadrukkelijk
verklaren: „Nee ik kan heusch niet hel
pen, dat ik 't zeggen moet, maar nee, ik
vind dat hij je heelemaal niet staat." Of
we kunnen, met de onoprechten, als 'n vol
leerd tooneelspeelster uitroepen: „Hemel,
wat alleraardigst, ik had nooit kunnen
denken, dat-ie zóó beeldig zou voldoen!
Benoodigd: 1.30 M. stof van 70 a 80 c.M.
breedte, twee knoopjes, wat uitknip
sels om af te biezen. Bovenstaand
schortje maakt ge van een aardig ruitje of
een fantasiestofje. Ook wel kunt ge er on
gebleekte katoen voor nemen, wat zeer
Voordeelig is, en dan afwerken met 'n ge
kleurd biesje, waarna ge er met 'n kruis
steek een vlug motiefje op borduurt. Gé
teekent het patroontje op de aangegeven
maten, waarna ge het op de vaste lijnen
Uitknipt. Het schortje is passend voor vele
figuren, daar het aan den achterkant niet
tot elkaar sluit. Het patroon wordt op de
stof gelegd en uitgeknipt met een naad. *n
Klein geertje moet dan aangezet worden.
De 65 c.M. lange schouderbanden worden
gedeeltelijk in het armsgat gelegd, zoodat
hier geen naadje in behoeft te komen.
Evenzoo de strikbanden, die na afwerking
45 c.M. lang en 4 c.M. breed moeten zijn.
Wanneer alles geknipt is, maakt ge van de
Uitknipsels schuine biesjes, die 3 c.M. breed
Worden en ongeveer 3 c.M. lang. Hierna
kunt ge de bies langs den heelen buiten
kant van het schortje op den verkeerden
kant langs stikken, waarna ge deze om
haalt en dan op den goeden kant over
tikt. De bies is dan pl.m. l'A c.M. breed,
hl de strikbanden wordt een smal zoompje
gemaakt, terwijl ge de schouderbanden met
een zoompje of op gelijke wijze als het
schortje af kunt werken. De zakjes
Werkt ge aan den bovenkant ook met een
hiesje af, waarna ge ze opzet 6 c.M. vanat
het midden en pl.m. 50 c.M. vanaf deii on
derkant. De schouderbanden worden tegen-
gestikt en aan den bovenkant van de bies
onzichtbaar tegengezoomd. De strikbanden
Worden 3 c.M. naar binnen op het schortje
Aangezet, zoodat het schuine knoopsgat op
dubbele stof wordt gemaakt. De knoopjes
Worden aangezet aan den onderkant van de
schouderbanden. DINï
Maar er is heusch nog wel een derde uit
weg. Waarom kunnen we de klippen niet
omzeilen door spontaan te zeggen: „Wat
ben je toch knap, dat je zooiets zelf kunt
en wat heb je 'm keurig gelijk gebreid!" We
hebben dan niet 't pleizier van de betrok
kene bedorven en evenmin van ons hart
de beroemde moordkuil gemaakt.
En zooals in dit doodeenvoudig voorbeeld
je kunnen we ook te werk gaan in ernsti
ger en neteliger gevallen. Voor alle mis
lukkingen, voor alle smakeloosheden, voor
alle vergissingen, is er altijd nog wel een
goed en begrijpend woord te vinden. De
onverbeterlijke „oprechte ziel" is veelal te
grof besnaard om zich op te kunnen hou
den met zulk een delicaat werkje als 't zoe
ken hiernaar. Doch wie niet alleen onwaar
achtigheid doch ook krenkende plompheid
schuwt, zal het gewoonlijk weten te vin
den, dat woord dat nóch de waarheid
kwetst, nóch de gevoelens van den ander.
S. A. T.
OP VERZOEK
Men breit met 3-draads wol en 4 bij-
behoorende naalden met punten
aan beide kanten. Men zet 18 st.
op de le en de 2e naald en 16 st. op de
3e naald, dus 52 st. in de rondte.
Hierop breit men eerst 36 toeren 2 r., 2
aver, en vervolgens 10 toeren r.
In den 47sten toer begint men aan den
duim als volgt: 1 aver., 2 r. in den daarop-
volgenden st., 2 r., 2 r. in den 5den st., 1
aver., verder r.
48e en 49e toer r. overbreien met 'n aver,
st. boven de aver, van den vorigen toer.
50e toer: 1 aver., 2 r. in den volgenden
st., r. tot den st. vóór den aver. Dan weer
1 st. meerderen en 1 aver, boven den vo
rigen aver. Verder r.
Deze laatste 3 toeren herhaalt men nu
telkens tot men zooveel gemeerderd heeft
dat men, tusschen de 2 aver, st., 18 st.
heeft. Dan breit men nog eens de 48e en
de 49e toer.
In den daarop volgenden toer breit men.
1 r., 4 st. bij opzetten en de volgende 18 st.
op 'n aparte naald of op 'n draad over
brengen. Men breit verder de naald uit zon
der deze 18 st., zoodat men dus weer 52 st.
in 't rond heeft. Hierop breit men 34 toe
ren r. Dan vervolgt men aldus:
le toer telkens: 11 r., 2 samenbr. tot het
einde van den toer.
2e toer telkens: 6 r., 2 samenbr., 6 toe
ren overbreien.
9e toer telkens: 5 r., 2 samenbr., 5 toeren
overbreien.
15e toer telkens: 4 r., 2 samenbreien, 4
toeren overbreien.
20e toer telkens: 2 st. samenbreien, 1 toer
overbreien. Dan breekt men den draad af,
rijgt hem in 'n stopnaald, haalt hem door
alle st., trekt den draad stevig aan en naait
hem af aan den linkerkant.
De duim. Men verdeelt de voor den duim
bestemde 18 st. over 2 naalden. Met 'n
derde naald breit men 6 st. op de opening
tusschen beide naalden in (de 4 opgezette
st.). Op deze 24 st. breit men nu 23 toe
ren r.
24e toer telkens: 4 r., 2 samenbr., 2 toe
ren overbreien.
27e toer telkens: 2 st. samenbr., 1 toer
overbreien.
Dan breekt men den draad af, rijgt hem
door alle st., haalt hem stevig aan en
naait hem af aan den linkerkant.
De tweede handschoen wordt op dezelfde
manier gebreid.
Tot slot worden beide, onder 'n vochtl-
gen doek, zorgvuldig gestreken.
DORA
In den Kersttijd heeft men misschien 'n
Kerstster gehad. Zoodra de bloemen er af
zijn, laat men de plant rustig staan in een
niet te warme omgeving. Zijn de bladeren
afgevallen, dan snijdt men bij een jonge
plant alles weg tot kort boven den pot en
bij een oudere tot kort boven de laagste
vertakkingen. Men wacht een poosje tot de
lente komt en geeft dan weer meer water
en 's zomers voedsel. Als de nachten in het
najaar kouder worden, brengt men ze weer
binnen op een zeer lichte, maar niet te
koude plaats. Men moet vaak sproeien, want
in een droge lucht krullen de blaren en
vallen af.
Kalkmergel is ook noodig op gronden,
waar geen spinazie wil groeien. Op zuur-
achtigen grond wil deze groente niet op
schieten.
Blad- en bloemplanten moeten beide op
bepaalde tijden een bemesting hebben. Als
men kunstmest geeft, dan mag men wel
onthouden dat de planten meer stikstol
kunnen hebben dan bloemplanten. Tegen
woordig zijn er heel wat vertrouwde bloem-
mestmengsels in den vorm van poeder of
tabletten in den handel. Indien men de
mest gebruikt zooals staat aangegeven op
de verpakking, verkrijgt men buitengewone
resultaten. Oin één zaak moet men bij alle
uitgebloeide planten denken: geef minstens
een paar maanden beslist geen voedsel en
weinig of geen water. Begin dan weer lang
zaam aan met water, maar in den beginne
geen of weinig kunstmest.
„Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo
dellen, die aan het mode-album „Winterweelde" ontleend zijn, kunnen bij
het Patronenkantoor „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen be
steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor
mantels en japonnen, en 20 ets voor rokken, kleine avond jasjes en kin-
derkleeding. Voor toezending per post, ook bij bestelling aan de agen
ten, 10 ets. extra. Het.fraai uitgevoerde album zelf, 160 modellen bevat
tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar."
Fig. 979. Eenvoudige winterjapon van
bruine wollen stof. De rok is, evenals de
taille, versierd met afstaande biezen, die
tot in den rug doorloopen. De halsuitsnij
ding is afgewerkt met een smal opstaand
kraagje, strikje en afhangende bies. De
mouw met het even aangehechte manchet
je is origineel gegarneerd.
Benoodigde stof: 3.25 M. van 130 c.M.
breed. Het patroon is te verkrijgen in de
maten 42, 44, 46 en 48.
Fig. 980. Japon in kimono-model met
zeer diepe halsuitsnijding. Deze is afge
werkt met een bies van dezelfde stof en
wordt aangevuld met een ruime vestgar-
neering van lichte zijde. Ook de driekwart
mouwen zijn op deze wijze versierd. De
rok is een weinig klokkend. Een moderne
fantasieceintuur wordt om de taille gedra
gen. Ook dit patroon is te verkrijgen in
de maten 42, 44, 46 en 48.
Fig. 1075. Snoezig jurkje voor kleine meis
jes van donkerblauw fluweel. Het korte
bovenstuk je is gemaakt in den vorm van
'n bolero jak je met een puntig uitloopend
vestje, dat met twee groote knoopen sluit.
Het rokje is met 'n paar smalle plooitjes
aangezet. De lange mouwtjes hebben een
kleine manchet.
Het patroon voor deze jurk is verkrijg
baar in bovenwijdte 60 en 64 c.M.
POLA
In de moderne flat-woning is alles inge
bouwd, hetgeen beteekent: ruimte en
arbeidsbesparing. Beginnende met de
hal, welke reeds ingebouwde smalle kas
ten kan hebben, om weg te werken alles
wat nu door den overladen kapstok een
rommeligen aanblik geeft.
Ingenieus is de in een moderne flat al
hier en daar aangebrachte ruimte, waarin
de vuilnisemmer bewaard wordt en welke
van buiten door den vuilnisman er uitge
haald en geleegd kan worden.
In huizen-blokken past men reeds langer
den vuilniskoker toe, waarin men het vuil
nis kan werken, dat terecht komt in een
verzamelbak gelijkvloers, welke eveneens
door den vuilnisman geleegd wordt, zoodat
het sjouwen met emmers alle verdiepingen
ms:
a.f en het in huis hebben van den onwel-
riekenden emmer opgeheven is.
De zitkamer, welke ook als eet- en werk
kamer gebruikt wordt, heeft alle meubelen
zooals buffetten, bergruimten, schrijftafel,
zitbanken enz. in één lijn langs den wand
gebouwd, weinig ruimte innemend, omdat
ze slechts weinig naar voren springen, doch
met een zooveel grooter comfort dan het
enkele breed naar voren komend meubel,
het buffet.
De in één lijn gebouwde meubelen heb
ben practische uittrekbladen voor eettafel,
schrijftafel enz., ingebouwde radio, een
schrijfhoekje, kasten voor porcelein en glas,
afgewisseld met planken voor boeken, sier
voorwerpen en boven en onder bergruim
ten voor allerlei dingen, welke we dagelijks
noodig hebben.
De moderne slaapkamer heeft één muur
heelemaal door kasten ingenomen, één
kleerenkast voor den man en één voor *le
vrouw, aan iederen kant, met daartusschen
in de nis een toiletspiegel, waarvoor de
verlichting in het plafond is afgeschermd
door een glasplaat.
Boven den diepliggenden spiegel en de
kasten zijn weer bergruimten gemaakt.
De moderne keuken kan ook niet langer
afgeleverd worden alléén met een nis voor
kookgelegenheid en tegels rondom.
De kasten waren altijd een vraagstuk,
Waar weinig aandacht aan geschonken
werd.
Glazen kasten veel te smal, om voor eenig
doel gebruikt te kunnen worden, of kas
ten van den grond tot 30 a 40 c.M. onder
het plafond met bovenop een verzamel
plaats voor rommel en stof, schenen de
eenige oplossing te zijn welke men kon vin
den
Thans echter, hoewel nog spaarzaam, ziet
men de keukencabinets met practische
bergruimten, welke één kant der keuken
innemen, van den grond tot aan het pla
fond.
Geen stoffige open planken, geen gaten
en hoeken, doch een afgesloten ruimte, ver
deeld in verschillende vakken, voorzien
van schuif- of openslaande deuren. Men
ziet ook veel het fornuis vrijstaand, zoodat
men er rondom bij kan; een lnjfel komt
er dan in ieder geval boven met een ven-
tilatie-opening, voor dampen en kooklucht.
Twee verchroomde kranen boven den
gootsteen, één voor warm en één voor koud
water zijn zóó geplaatst, dat men een
emmer gemakkelijk vullen kan, terwijl
naast den gootsteen teakhouten draineer-
borden gebruikt worden, welke de eigen
schap hebben niet weg te rotten.
De koelkast en het gasfornuis zijn over
dekt, zoodat ze als werktafel kunnen die
nen, terwijl verder een roestvrije klaptafel
en een uittrekbare strijkplank het geheel
completeeren.
Tenslotte is misschien het trapstoeltje,
een stoeltje hetwelk omgekeerd als trapje
dienst doet, u welbekend, terwijl zeker de
keukenstoel niet over het hoofd gezien
mag worden, die te verstellen is naar de
houding, welke de beste is voor het werk
dat u bezig is te doen.
ANEMOON
VOOR DE KEUKEN
Krijgen wij dit jaar geen nieuwe lam
penmodellen," zoo deed een onzer
lezeressen haar beklag, „mijn licht
punten zien er schandalig uit." Hoe kon 't
anders hè, als die Eta toch ook niets in
deze richting bracht. Bij den eersten brief
was ik wel een héél klein beetje uit mijn
hum. Was ik dan werkelijk verantwoorde
lijk voor alles? Maar toen een weekje later
weer een briefje arriveerde: „Denkt U s.v.p.
ook eens aan nieuwe lampenvormen?", ja
toen voelde ik 't al als een verzuim en
schuldbewust ben ik direct aan 't werk
getogen, want als er eensneen, meer
dergelijke briefjes zou ik heusch niet kun
nen verdragen! Natuurlijk had ik er om
moeten denken dat mijn lezeressen, net als
ik zelf, graag nieuwe moderne kappen en
lampjes zouden willen hebben en om 't nu
weer in orde te maken heb ik heel erg mijn
best gedaan om iets bizonder aardigs te
bedenken. Zullen we deze lampjes dan
maar als vredelichtjes beschouwen? Ja?
'n Pak van m'n hart hoor! Ik breng dan
nu maar voor elk wat wils, groote en klei
ne lampen, voor slaap- en woonkamer, hal
of gang en van zijde of perkament. We
krijgen dan eerst die prachtige slaapkamer-
ampel van zachtrose zijde met den gebor-
duurden rand. De groote bloemen, welke
hierin aangebracht zijn, werden met oud-
rose en de bladeren met blauw-groene zijde
geborduurd. De laatste kan men echter ook
uit zijde knippen en opfestonneeren. De
stengel is met den steelsteek eveneens met
blauw-groene zijde geborduurd. De golven
de lijnen en de rondjes zijrr met goud
draad gewerkt. Deze kan niet door de zijde
getrokken worden, doch moet met *n draad
gele stikzij met heel kleine overhandsche
steekjes vastgenaaid worden. De boven- en
ondernaad van den breeden rand werd met
een goudgalonnetje afgezet. De lange, zwa
re kwast werd vervaardigd van rose, blauw
groene en gouddraden. Ook kunnen hier
voor kralen gebruikt worden.
Ons tweede model is zeer apart en hoe
wel ook voor de slaapkamer, toch bizonder
geschikt voor hal of gang. Dat model kan
óf van zijde óf van perkament vervaardigd
worden en alle twee zijn goede materialen.
In 't eerste geval kiest men gele zijde, die
met oranje, bruine en donkerblauwe zijde
geborduurd wordt. De versiering bestaat uit
drie in elkaar vallende ringen op ieder
zijdevlak. Op de zijvlakken zijn ze wel iets
kleiner gehouden. Langs den bovenrand
wordt een bruin koord in bogen opgenaaid
en in ieder boogje komt afwisselend een
oranje, bruin en donkerblauw rondje. Langs
den omtrek van de groote zoowel als de
kleine ringen maakt men kleine steekjes,
zooals op de teekening duidelijk te zien is.
Een kleurige kwast maakt onze lamp af.
Mochten wij tot perkament besluiten, dan
dienen wij ieder vlak van gaatjes te voor
zien om alles aan elkaar te kunnen rijgen.
De versiering wordt er in dat geval in de
aangegeven kleuren met transparantverf
opgeschilderd. De lamp is geheel dicht en
bestaat uit twee breede en twee smalle on-
derdeelen en boven- en onderkant. Het
derde model is zeer eenvoudig en toch bi
zonder aardig door zijn kleurenrijkdom.
Het bestaat uit twee ringen van ijzer-
draad, die aan weerskanten met een ijzer-
draad verbonden zijn en een rechte reep
geolied papier. Hierin ponsen wij langs bo
ven- en onderkant gaatjes om het, als 't
beschilderd is, aan de ringen te rijgen. De
naad wordt dichtgeplakt. Voor het beschil
deren neemt men roode, citroengele, brui
ne, lichtgroene en een tikje zwarte verf.
Men brengt deze in grillige vormen aan.
Voor het vastrijgen neme men zwart zijden
koordje, ook de zwaardere ophangkoorden
zijn zwart. Dit model kan, indien gewenscht,
ook van zijde vervaardigd worden. Er zijn
schitterende gebatikte lampenzijden ln
den handel. Het spreekt vanzelf, dat de
zijde dan opgenaaid en met koord afgezet
wordt.
Nu onze kleine schemerlampjes. Wat pit
tig kan zoo'n nietig „dingsken" aandoen
op den schoorsteenmantel, op een tafeltje
of kastje. Een knip en onze kamer krijgt
een heel ander, intiemer aanzien. Ze zijn
dus onze belangstelling ten volle waard.
Hoe vindt u dat lampje voor uw schrijf
tafel? Een zwart voetstuk met scherproode
Kip m gelei. Bij een groote kip rekent
men hiervoor een halve kalfspoot
en 'n kalfskniestuk. Verder 'n paar
wortelen en 'n bosje peterselie. Daarvoor
bindt men 't struikje selderij, wat peterse
lie worteltjes, 'n stukje thijm en 'n laurier
blad stevig samen.
Het vleesch wordt eerst aan alle kanten
even gebraden in heete boter, dan bedekt
men alles met water, laat dit even opko
ken, schuimt het goed af en laat daarna de
kip gaar koken op 'n zacht vuurtje. Men
voegt er intusschen de kruiden bij en het
benoodigde zout.
Als de kip zoo gaar is, dat het vleesch
gemakkelijk loslaat van de beenderen,
neemt men ze uit de pan, snijdt het vleesch
van, de beenderen en verdeelt het in nette
stukjes. Men schikt deze stukjes op een
schotel, zeeft den bouillon en giet dien over
het vleesch. Mocht de gelei niet stijf ge
noeg worden, dan moet men hem nog even
verwarmen en er 'n paar in koud water
geweekte blaadjes gelatine doorheen roeren.
Aspic is, in korrelvorm, bij kleine busjes
in den handel. Deze behoeft slechts in wa
ter te worden opgelost en is direct voor T
gebruik gereed. Men giet de opgeloste as
pic eenvoudig over het vleesch en laat t
mengsel gedurende een nacht staan om
koud en stijf te worden.
Paling in gelei. Bij twee pond paling
heeft men noodig 4>4 d.L. inmaakazijn, 5
gram gelatine, 1 Spaansche peper, 'n paar
peperkorrels, 2 uitgetande schijfjes citroen,
zonder pitten, 'n paar laurierbladen, 3 dl*,
water en zout.
Men snijdt de paling in mooten van 8 a
10 c.M., bestrooit ze met zout en laat ze
zoo ongeveer 134 uur staan. Daarna droogt
men ze af en kookt ze, in tien minuten,
gaar in 3 dJL. kokend water met azijn en
kruiden. De schijfjes citroen houdt men
apart.
Men schikt de stukjes gekookte paling
in 'n flesch of pot, met de Spaansche peper
en de schijfjes citroen er tusschen. De
vloeistof waarin de visch gekookt is wordt
gezeefd, waarna men er de gelatine in laat
oplossen. Men laat ze dan wat bekoelen,
zoodat ze eenigszins begint op te stijven
en giet ze dan over de paling, die geheel
onder moet staan. Na drie weken ongeveer
is deze paling op z'n lekkerst.
Weener gebraad. Men heeft er 1 pond
rib voor noodig, 2 fijn gewreven beschuiten,
'n uitje, 75 gram boter of vet, zout en
peper of paprica.
Het vleesch wordt met de fijn gemaakte
beschuiten aan beide kanten goed dun uit
geklopt, zoodat de beschuit er heelemaal in
dringt. Men wrijft het dan in met peper en
zout. Vet of boter wordt in de pan goed
heet gemaakt, men braadt het vleesch aan
beide kanten even aan, voegt er dan de
fijn gesnipperde ui bij en braadt het vleesch
verder, het nu en dan omkeerend tot het
uitje lichtbruin is. Dan neemt men het
vleesch uit de pan. Het is zeer smakelijk
met pommes frites.
ruiten ën een scherprood kapje met heel
fijne zwarte ruiten.
En onze pul dan met ruim geplooide
strook? Mooi hè? Een licht-crême pul be
schilderen wij met roode verf met een op
loopenden hoek. Evenzoo het geoliede pa
pier. Door geponste gaatjes komt 'n rood
zijden lint, hetwelk met een strikje ein
digt. Wij zetten het kapje zóó, dat de twee
roode punten in tegenovergestelde richting
liggen. Het derde model vertoont een kleu
rig geschilderde bloem en zwarte streepjes
op heel lichten ondergrond. Ook kan men
de laatste rij dwarse streepjes in de kleur
der bloem houden. Het laatste model is
zeer origineel. Aan een gewoon lampe
voetje hangen twee gezellige zijden balon-
netjes. Deze kan men van effen of gekleur
de zijde kiezen, of, wat ook een aardig ef
fect geeft, in twee contrasteerénde tinten.
Ik heb T bijv. laten uitvoeren in citroen
geel en rood en ik vind 't bizonder mooi.
Ook batikzijde zal zeer mooi staan. Ze ge
ven zoo'n vroolijke stemming, deze grap
pige balonnetjes en ik hoop, dat al onze
lezeressen zoo'n dingetje zien machtig te
worden. Dit model leent zich ook zeer goed
voor een groote staande lamp; ze zal aan
uw interieur een modem cachet gaven.
ETA TANGELDER
DIE VROUW 1EW HAAR HflUllSHOUDlIMG
VWWWVWWV^WV^VWWVWfaWWWWWWV^VWVWWbVW^VWWWWWW
VWWWVWWWV%%*WWi>WW^rt<WW%%WW%VWWWWWyWWW^VWUW»WVW