Een merkwaardige oplichterij <3id wtfiaal mn DE ENGELSCHE KAPERS s Geoffrey Knox HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN GENTLEMAN-SCHURK IN ACTIE KOLEN DINSDAG 29 JANUARI 1935 toMijn cheques zijn goed" Juweelen verdwenen Zijn a.s. vertrek uit het Saargebied D3 malaria-epidemie op Ceylon Een nieuwe regenmaker Meten van sterren Een Venetiaansche grafkelder? Brieven van Verdi Engelsche rechter moest tegen wil en dank optreden als medeplichtige Met waarde van enkele miilioenen Onder uiterst moeilijke omstandig heden heeft hij het Britsche prestige hooggehouden INDISCHE POSTVLUCHTEN AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR ACATHA CHRISTIE Viscount Castlerosse, wiens buitengewoon geestige pen herhaaldelijk in dienst ge steld is van de verdediging van katho lieke moraal en ethiek, maar die aan den an deren kant in het lichte en mondaine causerie genre zijn evenknie mist, heeft onlangs verslag afgelegd van een der vernuftigste oplichters- streken, die ooit zijn uitgehaald. En het vernuf tigste was dat de oplichterij, in den zin der wet, In het geheel geen oplichterij was en dat de rechter tegen wil en dank als mede plichtige van den gentleman-schurk optrad. Id een der voornaamste hotels had een gast een zeer dure reeks appartementen gehuurd. Hij gaf zijn geld met ongelooflijke kwistigheid uit, en maakte den indruk schatrijk te zijn. Op zekeren Zaterdag, omstreeks het middaguur, stapte hij een juwelierswinkel in Bondstreet binnen en kocht, na veel afgedongen te heb ben, een ring voor 3000. Hy oetaalde met een chèque. Daar de banken des Zaterdags om twaalf uur sluiten, kon de juwelier zich niet meer met zyn bank in verbinding stellen, maar de bezoeker zei de: „Bel myn hotel op. Men weet daar in ieder geval zeker dat mijn chèques goed zyn." De juwelier gaf hieraan gevolg, en de in lichtingen welke hy van de noteldirectie kreeg waren van dien aard, dat nij den ring afgaf in ruil voor een chèque. De kooper keerde hierop naar zyn hotel terug. Gedurende de lunch zeide hij tot den zaalchef: „Ik heb vanmorgen dezen ring gekocht voor 3000, maar gy kunt hem voor een paar hon derd pond van my krijgen. Hy bevalt my niet." En hij gaf tevens den naam van den ju welier op. De zaalchef belde dezen onmiddeliyk op, er. hy begreep dat hy het slachtoffer van een op lichter geworden was. Maandag immers zou de chèque van 3000 niet uitbetaald worden, en voor dien tyd zou de zoogenaamde kooper zich uit de voeten gemaakt hebben Onmiddel iyk diende de juwelier een klacht in tegen den bedrieger, die nog dienzelfden middag in hech tenis genomen werd en het week-end in de gevangenis doorbracht. Maar toen Maandagochtend de chèque aan geboden werd, bleek zy volmaakt in orde te zyn. De bankdirecteur keerde de 3000 uit. De verdachte werd natuuriyk onmiddeliyk op vrye voeten gesteld. Deze man was dan toch geen oplichter, zal men zeggen. Hoogstens was hy een zonderling man, die een ring kocht voor 3000 pond en De juweelen van de infanta Eulalia, tante van ex-koning Alfonso van Spanje, welke ju weelen een waarde vertegenwoordigen van enkele miilioenen, zyn naar uit Parys wordt gemeld, spoorloos verdwenen. Na de revolutie zouden zy door de republikeinen uit de kelders van het koninklijk paleis te Madrid zyn ge haald en by de Bank van Spanje gedeponeerd. Volgens de infanta echter verklaart de bank, dat zy niets van de juweelen heeft gezien. Tegenover Reuter verklaarde de infanta, dat rij het verlies dezer juweelen verschrikkeiyk vond, niet voor zichzelf, doch voor haar klein kinderen. Aangezien zy niet naar Spanje terug kan keeren, kan zy zelf geen maatregelen nemen om de juweelen op te sporen. Zy beschreef hoe de juweelen tydens den oorlog van Frankrijk, waar de infanta woonde, in een specialen koffer met het monogram E. de B., die in een diplomatiek valies was ge pakt, naar Madrid waren gezonden, waar zy in de kelders van het koninklyk paleis werden opgeborgen. Hier bleven zy bewaard tot de revolutie toen zy by een oficieel onderzoek door de republikeinsche regeering voor den dag kwa men. Daar zy als persooniyk en niet als staatsbezit werden beschouwd, gaf de regeering instructies, ze by de Bank van Spanje te deponeeren. Thans heeft de bank medegedeeld, dat zy niet kan ontdekken de Juweelen ooit ontvangen te hebben- hem later weer voor een paar honderd pond verkoopen wilde. Maar dit was juist de „oplichterij." Door den zaalchef dit aanbod te doen, wilde hy argwaan opwekken. Hij twyfelde er geen oogenblik aan dat de chef zich onmiddeliyk met den juwe lier in verbinding zou stellen en dat deze zich tot de politie zou wenden. Hy rekende er met stelligheid op dat hy gearresteerd zou worden Want zyn opzet bestond hierin dat hy, on middellijk na zyn invrijheidstelling op Maan dag, een schadeloosstelling zou eischen, veel aanzieniyker dan het Dedrag dat hij voor den ring betaald had. En daar hij formeel volkomen in zijn recht was, werd die eisch toegewezen door een rechter die er van overtuigd wns dat de eiseher een der meest geslepen oplichters van onzen tyd moest zyn. Mr. Geoffry Knox's functie als president van de Saarcommissie zal automatisch geëindigd zijn van het oogenblik af waarop hy namens den Volkenbond het gezag overdraagt aan de vertegenwoordigers der Duitsche regeering. Hy is de meest gehate man in het Saargebied geweest. Te Londen neemt men aan, dat de Britsche regeering de vorige maand plotseling, in flagranten strijd met vroeger afgelegde verkla ringen, besloot troepen voor 't Saargebied ter beschikking van den Volkenbond te stellen, om dat zij ernstig bezorgd was voor de veiligheid van Mr. Knox, indien onlusten mochten uitbreken. Te Genève verklaarde Mr. Anthony Eden, dat het beter was te „voorkomen dan te genezen"; te Londen wilde men onlusten in het Saargebied vooral voorkomen, omdat het voor de Engelsch- Du-tsohe betrekkingen de noodiottigste gevolgen had kunnen met zich sleepen indien eenig leed werd toegebracht aan Mr. Knox. Wat weinigen weten, is, dat Mr. Knox in het geheel geen Engelschman is althans niet van geboorte. Hy aanschouwde het levenslicht te Sydney, en behoort tot een der bekendste Australische families. Zyn oom, wyien Sir Adrian Knox, bekleedde den zeer hoogen post van Chief Justice van Australië. Hy zelf kwam als jongen naar Engeland, waar hy zyn opleiding genoot voor den Britschen dipiomatieken dienst. Hij is één van de vijf Australiërs, die deel uit maken van de Britsche diplomatie. Merkwaardig is het, dat geen der andere Dominions in den dienst vertegenwoordigd is. Ofschoon men in Engeland veel lof heeft voor de wijze, waarop hy zyn moeiiyk ambt vervuld heeft, verwonderde men zich er niet over, dat Ollllllllllilllllllllllllllll lllillllllllHlllilIl Willi's Wij lezen van koude, 5 Maar niét in ons land! Zoodat hier de kachel Slechts matigjes brandt. De vorst van den winter Is óveral gul, Maar hiér komt het kwik zelfs Geen graad onder nul! 't Is winter, maar 't vriest niet, Een handjevol vuur Brengt spoedig de kamer Op temperatuur! In tegenspraak zéker Met wat men vertélt, Rookt thans onze schoorsteen Met héél weinig geld! Maar toch staat de winter, Zoo zacht en frivool, Bij velen geteekend Met zeer zwarte kool! De mijnen gaan sluiten, Men zit met een strop. Men brandt niet, doch stapelt De voorraden op! Derhalve die stapels Zijn, wat u beseft De gloeiende kolen Op 't hoofd, wien het treft! Een winter.... die uitmunt In buitjes van Maart Is, om u te troosten, De kool ook niet waard! MARTIN BERDEN Nadruk verboden ^IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllr= deze Australiër, in wien de uiterst-vrye tradities van zijn geboorteland zoo sterk nawerken, van partijdigheid verdacht geworden is door de Nazi's van het Saargebied. Dat dezen zyn per soonlijke sympathieën niet gehad kunnen heb ben, hiervan is men in Engeland overtuigd, en de Nazi's moeten dit sterk gevoeld hebben, ook al deed Mr. Knox niets om htm vyandschap gaande te maken. Mr. Knox, die vyftig jaar oud is, zal, wan neer de Saarcommissie ontbonden is, waar- schynlyk een lange vacantie nemen. Daarna zal hy, zoodra er een gezantschapspost vrykomt, benoemd worden tot hoofd eener legatie. Vóór hy president der Saarcommissie was, heeft hy verschillende consulaire posten bekleed. Verder verwacht men, dat de regeering hem binnenkort benoemen zal tot Knight of the British Empire, een onderscheiding, welke voor- nameiyk verleend wordt aan personen uit de Dominions en Koloniën, die het land belang rijke diensten bewezen hebben. Ofschoon Mr Knox als president van de Saarcommissie niet in dienst gestaan heeft van Engeland, maar van den Volkenbond, voelt men in regeenngskringen toch, dat hem een bewys van erkentelykheid gegeven moet worden wegens de wyze waarop hij, onder zeer moeilyke omstandigheden, toch indirect het Britsche prestige opgehouden heeft. De aanvallen, tot het laatste oogenblik ze its toe, door officieele persooniykheden in Duitsch- land op hem gedaan, zou de Britsche regeering willen beantwoorden met het toekennen eener hooge onderscheiding. De „Havik", op de uitreis is te Bagdad aan gekomen. Het ministerie van gezondheid te Colombo lieeft uiting gegeven aan de vrees, dat het ern stige tekort aan ruimte in de ziekenhuizen er. rie gebrekkige hygiënische toestanden zullen leiden tot een nieuwe uitbreiding van de ma laria-epidemie, die Ceylon gedurende de laatst? zeven weken geteisterd heeft. Zoo ernstig is de toestand, dat de minister van binnenlandsche zaken, er bij den staatsraad op aangedrongen heeft, om aan dit gevaar zyn algeheeie aandacht te willen schenken. Ofschoon het aantal te behandelen gevallen in enkele districten ver mindert, zyn volgens een officieel bericht de toestanden in de streken, die het ergst geteis terd zyn, nog steeds slecht, en de pogingen, de epidemie te bestryden mogen niet verslappen. Ket groote aantal zieken, dat naar de zieken huizen wordt gebracht, is aanleiding dat thans een minimum standaard in acht wordt geno men voor de zieken, die van regeeringswege be handeld willen worden. De toestand wordt nog verergerd door de voortdurende droogte, waar door in vele streken groote schade aan den oogst is veroorzaakt, en hongersnood dreigt. Het aantal regenmakers is wederom met één vermeerderd. Deze maal is het een oud-profes sor van de Queen's Universiteit te Belfast, de heer John Lawson Greenham die lid is van de vereeniging van scheikundigen in Engeland en Amerika. Greenham beweert een chemische formule te hebben gevonden, waardoor hy regen kan veroorzaken, wanneer het over wolken verspreid wordt. De kosten zijn betrekkelyk ge ring. Vyfduizend ton regen kosten 20 50 dollar. De aanwezigheid van wolken is echter nood- zakeiyk. Greenham is nu bezig een machine te construeeren, die, in een vliegtuig geplaatst, de stof zal verspreiden. Hy heeft reeds paten ten aangevraagd in Ottawa. Twee sterrenkundigen van het Yale Obser vatory hebben ten behoeve van den,door dr. Frank Schlesinger, directeur van het Ameri- kaansche Yale Observatory uit te geven ster rencatalogus, waarin de afstanden van 6000 sterren zullen zyn opgenomen, de enorme taak volbracht, de afstanden van 1000 sterren te meten, in slechts negen jaar, hetgeen een recordtyd beteekent. Dat het werk in zulk een betrekkelyk korten tyd volbracht is, is te danken aan het groot aantal heldere nachten te Johannesburg, waar in waarnemingen kunnen worden gedaanals mede aan de uitstekende telescoop, die het Ob servatory bezit en de „meetmachine", die het Yale Observatory te Newhaven (Connecticut) ter beschikking heeft gesteld. De groote voor uitgang die de astronomie de laatste jaren heeft bereikt, wordt geïllustreerd door het feit, dat 10 jaar geleden nog slechts 2000 sterren waren geregistreerd, en van nauwelijks 100 sterren de afstand met eenige mate van nauwkeurigheid was vastgesteld. Ik voelde me erg slapjes en daar dat zelfs door Lize werd opgemerkt, moest het nogal ernstig zijn. Lize is het goedhartigste schep sel der wereld, maar zij heeft altyd zoo ver schrikkeiyk veel te vertellen, en zóó veel stof tot praten, dat zy er met den besten wil niet toe komt om er eens over te denken of anderen ook eens niet wat te zeggen of op het hart hebben. Maar ditmaal Lize had er juist den tijd voor genomen om my op haar eigen breedspra- kerige manier te vertellen, wat haar vriendin Eva gezegd had, toen zy hoorde, wat Bertha van Margot tegen Annie had gezegd „weet-je Bob, Annie is toch die ik heb het je, geloof ik, al verteld maar wat zie je er toch slecht uit, Bob. Je rookt zeker te veel mijn huis dokter zei laatst nog, toen ik waarom ben je zoo nerveus, Bob? Je hebt werkelijk een beetje ontspanning noodig, je moest er eens 'n paar dagen uit, heelemaal uit weet je wat je doet? Je komt eenvoudig dit week-end bij ons logee- ren, dan heb je frissche lucht, den tuin en vóói alles rust; niet waar? Bob? Je komt toch? Kan ik er op aan? Je zult eens zien, hoeveel goed het je zal doen, en weet-je? Bob? Zooals gezegdik voelde me inderdaad el lendig en tegen Lize kun je niet op. Vooral niet, als haar vitaliteit in naastenliefde ontaardt. Toen het week-end daar was, reed ik er heen. Lize aan het tuinhek: Bob, de reis heeft je erg vermoeid, ga maar direct een beetje liggen! Dat zal je een zee van goed doen! De reis had een goed half uur geduurd en ik keek haar vry ver stoord aan. „Kom, Bob, dan zal ik je je kamer wyzen; de hoofdzaak is toch maar, dat je vol komen rust hebt; niemand mag je storen daar voor zal ik wel zorgen. Ik heb al een volmaakt rustplan voor je uitgewerkt, weet je! Ik kan je verklaren, dat toen moeder verleden jaar ook zoo uitgeput was, tante Betty zei 'n Hall uur later trekt Lize zich met haar beste wea- schen voor myn spoedig opknappen, eindeiyk, eindeiyk terug. Juist heb ik van verlichting een paar maal diep adem gehaald of daar heb je haar al weer: „Bob, ik heb vergeten je een war me deken voor je ligstoel te brengen, je zou nog rheumatiek krijgen! De schoonzuster van To- nia(en dan volgen tien minuten lang gedetailleerde ziekteberichten uit den kring van Lizes vrienden en bekenden naaste en verre bloedverwanten) maar Bob, waarom rust je nu niet, je bent toch hier om weer aan te ster ken!" Lize af. Twee minuten later trommelt een dienstmeisje op mijn deur. „De juffrouw laat vragen of me neer nog iets wenscht of noodig heeft." „Weet-je wat" zeg ik. „breng mij een slaap poeder of nee, een weinig congnac zou beter zyn. Idioot die ik ben! Nog eens twee minuten en daar is Lize weer. „Verschrikkeiyk, Bob! Gaat het zóó slecht? Wat voor 'n slaappoeder wou je hebben? Kun je ze wel verdragen? Frits heeft me laatst verteld „Ja, ik weet het! Misschien zou wat cognac beter zyn." Lize schudt treurig het hoofd. „Maar Bob! In jouw toestand wil je je nog aan alcohol bezon digen? Ik zal wat heete melk brengen, dat is het beste slaapmiddel, dat er bestaat!" Melk heb ik, sinds ik anderhalf jaar oud was, niet meer over de lippen gehad! Maar Lize is al weg. Ik wapen my met een sigaret op haar terugkomst. „Bob! je mag niet rooken! Daarvoor ben je er veel te slecht aan toe. Erika's broer heeft van die el lendige rookgewoonte nicotinevergiftiging gehad (zes minuten lang opsomming van alle symp- tonen, kinkhoest, inbegrepen), en dan neemt De vreemdeling kwam ook tot de ontdekking, dat Hal hem inhaalde en keek over z'n schouders. Toen draaide hy zich om en liep een zygang in, in de hoop z'n vervolger op een verkeerd spoor te brengen. Maar Hal zag, dat hy van richting veranderde en was gauw ook in de zygang. Hier was niet veel licht, maar Hal's oogen waren nu aan de duisternis gewend en hy zag den vluchte ling naar een vlonder toe hollen, die over een kloof lag. „Hy zal gauw uitgeput zyn" hygde Hal, terwyi hy zich nog eens extra inspande. De vreemdeling was byna aan het eind van z'n krachten. Hij spande zich tot het uiterste in, maar kon byna niet meer. Vlak achter hem hoorde hy Hal's voetstappen. till Lize my m'n voorraad sigaretten af. Maar ze gaat tenminste. Ik begiet met de melk de geraniums, die op het kozyn staan, en dan ga ik weer liggen Nog tweemaal verschynt het dienstmeisje om infor matie naar de temperatuur van het badwater en „of meneer een warme kruik in het bed wil hebben", dan is er rust, onwaarschijnlyke en volkomen rust nu kan ik slapen Boem Daar staat Lize en schettert: „Bob. ik dacht dat je misschien nog een extra kussen onder je hoofd wou hebben!" Ja, 't is roerend en men kan haar toch niet gewoon afbrullen. Als zij nu maar niet de melkvelletjes in de bloembakken ziet! Nee, ze gaat en ik glijd op myn bloote voeten heel TJtËc-h zacht naar myn i JK.UST koffer om er een H boek uit te ha- len. Want met het slapen wil het toch niet meer. Jammer genoeg heb ik het boek niet vlug ge noeg kunnen wegstoppen als Lize met wat avondeten voor me komt aanzetten. „Lezen mag je in geen geval! Want dat is je heele slapte, dat je zooveel leest. Heb ik daarover laatst niet met den man van Henny van Zoest „Lize, ik heb honger!" ,,'n Wonder, Bob! Zie maai eens even wat voor fynen versterkenden kost ik hier voor je heb!" Op een bord ligt een rauwe, ge schraapte winterwortel aan schijfjes gesneden en daarnaast iets groens, dat ik voor gewoon bosch-, veld- of bleekveldgras houd. „Rauw kost!" straalt Lize. ,Als toetje krijg je nog wat gestoofde pruimen en een halven liter melk, dat is het beste diëet. De moeder van mevrouw Nie- boer heeft Ik overleg koortsachtig: als ik nu niet eet, dan zal Lize onberekenbare voorzieningen tref fen om mijn eetlust op te wekken. Als ik haar zeg, dat ik gewoon ben zonder toekijkers te eten, dan zal ze een psychoanalist halen of me in natkoude omslagen laten wikkelen. Ik byt dus met doodsverachting in den getrancheerden wortel en neem daar wat groen(te?) by. Lize leeft er geheel in mee! „O, Bob, acht dagen rauwkost zullen je een wereld van goed doen. En dan die rust en kalmte hier! En geen boe ken, geen alcohol, geen sigaretten en je zult als een nieuw mensch naar de stad terugkeeren!" Dat vreesde ik zelf ook. „Lize, ik kan nu geen gestoofde pruimen meer eten! En de melk zou ik liever later in bed nu, goed, als je er dan bepaald op staat Dertig jaar lang heb ik geen melk gedronken! En nu moet ik onder Li- zes milddadig lachen -er een halven liter van naar binnen wurmen! Maar daarna gaat ze dan ook! Want ik heb rust noodig. En of! Terwyi ik myn koffer pak, overweeg ik eenige vluchtmogelykheden. Lize zal me in geen geval met haar toestemming de eerste acht dagen van haar kuur ontslaan. En op een mooi praatje of een uitvlucht zal zy niet Ingaan. Het gaat dus slechts met ruw geweld; op gevaar af, dat Lize doodelyk beleedigd zal zyn en bovendien morgenmiddag aan een kring van tachtig vrienden en bekenden de mededee- ling zal doen, dat ik waanzinnig ben geworden, wat zij immers al zoo dikwijls voorspeld had moet ik, in nacht en ontijd over de geranium- bakken klauteren en naar het station sluipen. Den volgenden morgen belde ik haar op Eer ik nog in de gelegenheid was om berouwvol myn verontschuldiging te stamelen, riep Lize half verheugd uit: „Goed, dat je me opbelt. Bob! Ik had gisteravond namelyk heelemaal vergeten te vertellen, dat Hilda van Ernst ge hoord heeft, dat Gerrit aan Elsje heeft verteld, dat Tonia hem had gezegd, dat Zelfs geen „mot" kun je met Lize krygen. Eenige arbeiders, die werkzaamheden ver richtten in verband met den aanleg van een weg tusschen Kartal en Maltepe, hebben even buiten Istanboel de overblijfselen opgegraven van hetgeen naar men vermoedt eertyds een Venetiaansche grafkelder is geweest. Onder de gevonden voorwerpen bevinden zich eenige prachtige marmeren grafsteenen en een tun- nelvormige catacombe. Men meent, dat deze grafkelder minstens duizend jaar oud is, en deskundigen staan versteld over den uitsteken den staat waarin alles nog verkeert. De direc teur van het Turksche Staatsmuseum heeft op dracht gegeven, de vondst nader te laten on derzoeken, teneinde den ouderdom hiervan vast te stellen. Uit Milaan wordt gemeld, dat het Theater museum aldaar een collectie brieven van Verdi aan den Napolitaanschen schilder Domenlco Morelli ten geschenke heeft gekregen van de erfgenamen van laatstgenoemden kunstenaar. Deze brieven, 28 in totaal, geven een interes sant beeld van het leven en werken van den grooten componist. by een ongeval met II I P A O/"^TVTMïT'Ci OP dit blad zyn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 7Klfi bi3 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door TC1 - J-k I .3 ,r, pil f I XI I M O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 I verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 1 8 tlv» doodelyken anoop FOC! jO| biJ verlies van een hana daleen voet of een oog 89 „Niets gedaan, jy gaat naar bed en slaapt." „O," zei Bundie, „erg spannend is dat niet" „Dat kim je nooït weten," zei Jimmy vrien delijk. „Je kunt vermcord worden *n je slaap, terwyi Bill en ik er zonder kleerscheuren af komen." „Ja, die mogeiykheid bestaat altijd. Weet je Jimmy, fk vertrouw die gravin niet erg goed. Ik verdenk haar." „Onzin," zei Bill heftig. „Ze staat boven alle Verdenking." „Hoe weet je dat?" vroeg Bundie gevat. „Omdat ik het weet. En een van de lui van het Hongaarsche gezantschap staat voor haar In." „O," zet Bundle, even van haar stuk ge bracht door zyn heftigheid. „Jullie meisjes zyn allemaal precies eender," mopperde Bill. Juist omdat ze een aardige knappe vrouw...." Bundie kende deze onredelyke manter van redeneeren maar al te goed. „Nu, maat fluister dan maar geen confiden ties fn haar rose oorschelpje," merkte ze op. „Ik ga naar bed, ik heb me dood verveeld in dat salon en fk ga er niet meer naar toe." Ze verliet de kamer. Bill keek Jiinmy aan. „Bund.'e is toch een goeie meid," zef hij. „Ik was bang, dat we last met haar zouden krijgen. Je weet hoe dolgraag ze overal aan meedoet. Ik vond dat ze het gewoonweg wonderlijk goed opnam." ,Jk ook," zei Jimmy. „Ik stond er paf van." „Bundie heeft wel verstand. Ze ziet het fn, als iets absoluut niet gaat. Zeg moeten we geen doodelyke wapens hebben? Dat hebben de lui gewoonlyk, wanneer ze zoo'n grapje uithalen." „Ik heb esn blauw geneusd automatisch pistool," zei Jimmy met lichten trcts. „Het weegt verscheidene ponden en ziet er heel moorddadig uit. Ik zal het je leenen als de tyd daar is." Bill keek hem aan met eerbied en afgunst. „Koe kwam jy erby om dat te koopen?" zei hy. „Dat weet ik niet," zei Jfmmy nonchalant. „Het kwam zoo maar bij me op." „Ik hoop dat we niet den verkeerde dood zullen schieten," zei Bill niet zonder bezorgd heid. „Dat zou ongelukkig zyn," zef meneer Thesi- ger ernstig. ACHTTIENDE HOOFDSTUK JIMMY'S AVONTUREN Onze kroniek moet zich hier splitsen fn drie afzonderiyke en duideiyk onderscheiden gedeel ten. De nacht zou gewichtig blyken. We zullen beginnen met Jimmy Thesiger, dien prettigen en fnnemenden jongen man, op net oogenblik dat hy eindehjk zyn mede-samenzweerder Bill Eversleigh goeden nacht wenschte. „Vergeet het niet," zei Bill, „drie uur van., dat wil zeggen als je nog leeft," voegde hy er hartelijk aan tce. „Ik mag dan een stommerik zyn," zei Jimmy. terwyi hy zich met spyt de opmerking herin nerde die Bundle hem had medegedeeld, maar ik ben toch heelemaal niet zoo'n stommerik als ik er uit zie." „Dat zei je ook van Gerry Wade," zef Bill langzaam. „Weet je nog? En dienzelfden nacht werd...." „Hou je mond gek," zef Jimmy. „Heb je heelemaal geen tact?" „Natuuriyk heb ik tact," zei Bill. „Ik ben een ontluikende diplomaat. Alle diplomaten hebben tact." „O," zef Jimmy, „dan ben jij zeker nog in het larve stadium of hoe men dat noemt." „Ik moet den heelen tyd aan Bund.'e denken," zei Bill plotseling terugkeerend tot een vorig onderwerp van gesprek. „Ik zou zeker verwacht hebben, dat ze nu jalastig zou zyn. Bundie £s er beter op geworden. Heel wat beter op geworden," „Dat zei je baas ook," zef Jimmy. „Hy zei dat hy aangenaam verrast was." „Ik zelf vond, dat ze het er nogal dik oplegde," zei Bill. „Maar de Kabelauw is zoo n stommerik dat hy alles slikt. Nu wel te rusten. Ik denk dat het je nogal moeite zal kosten om me wakker te maken als de tyd er is, maar hou vol." „Dat zal niet helpen als je Gerry Wade navolgt," zef Jimmy boosaardig. Bill keek hem verwytend aan. „Waarom wil je verduiveld iemand een heelen tijd bang maken?" vroeg hy. „Dan krijg je nog maar je verdiende loon," zei Jïmmy. „Hoepel op!" Maar Bill bleef. Hy stond in een ongemak- kelyke houding eerst op den eenen voet dan op den anderen. „Hoor eens," zei hy. „Ja?" „Ik wil maar zeggen.... fk bedoel, dat je toch wel veilig zult zyn? Er mee spotten is allemaal goed en wel, maar als ik aan dien armen Gerry denk en aan dien armen Ronny...." Jfmmy keek hem verbitterd aan. Bill be hoorde tot de menschen, die het zonder twyfel goed meenen, maar het resultaat van zijn pogingen kon niet bemoedigend genoemd wor den. „Ik zie wel," merkte hy op, „dat ik je Leopold moet laten zien." Hy stak zyn hand fn den zak van zyn don kerblauw pak, dat hy juist aangetrokken had, en liet iets aan Bill zien. „Een echt blauw-geneu d automatisch pistool," zei' hij met nederigen trots. „Neen, zeg," zei Bill, „is dat heusch?" Hy was zonder twyfel onder den indruk. „Stevens, mijn knecht, heeft het voor me ge haald. Het is gegarandeerd echt en methodisch in zyn gewoonten. Je drukt op den knop en Leopold doet de rest." „O," zei Bill. „Zeg Jimmy." „Ja?" „Voorzichtig zijn hoor. Ik bedoei, schiet dat ding nu niet op iedereen af. Het zou heel ver velend zyn als je den ouden Digby doodschoot, terwyl hy slaapwandelde." „Maak je maar niet bezorgd," zet Jimmy. „Natuuriyk moet Leopold zyn geld opbrengen nu ik hem eenmaal gekocht heb, maar ik zal zyn bloeddorstige instincten zooveel mogelyk bedwingen." „Nu, wel te rusten," zei Bfll voor den veertien den keer en dezen keer verdween j werkelyk. Jfmmy werd alleen achtergelaten om zijn nachtwerk te beginnen. Sir Stanley Digby be woond een kamer aan het uiteinde van den westelyken vleugel. Aan den eenen kant werd die begrensd door een badkamer en aan den anderen kant leidde een verbindingsdeur naar een kleinere kamer, die betrokken was door mijnheer Terence O'Rourke. De deuren van deze drie kamers kwamen uit op een korte gang. De waker had een eenvoudige taak. Een stoel, die op een onopvallende plaats was gezet in de schaduw van een eiken kast, juist waar de gang uitkwam op de hoofdgalerij, vormde een uitstekenden uitkykpost. Men kon op geen andere manier den westelyken vleugel bereiken, en federeen die er vandaan kwam of er naar toe ging, moest men zien. Eén lamp was nog aan. Jimmy ging er gemakkelyk by zitten, sloeg zijn beenen over elkaar en wachtte, Leopold lag klaar op zijn knie, Hij keek op zyn horloge. Het was twintig minuten voor éénhet was jui'st een uur geleden dat men zich ter ruste haa begeven. Geen geluid verbrak de stilte benalve ergens veraf het tikken van een klok. Jimmy kon het nfet helpen, maar hy hoorde dat geluid niet graag. Het bracht hem allerlei dingen te bin nen. Gerard Wade en die zeven tikkende wek kers op den schoorsteenmantelWiens hand had di'e daar gezet en waarom? Hy rilde. Het was een grfezilge geschiedenis dit wachten. Als je zoo in het duister zat, kwam je in een geëxalteerden toestand..A schrok je allicht op by het minste geluid. En je werd bestormd door onpretti'ge gdachten. Ronny Devereux! Ronny Devereux en Gerry Wade! Beiden nog jong, vol leven en energie, gewone, aardige, gezonde jongelui. En waar waren ze nu. Vochtige aarde.... wonnen di® hen verteerden.... Bah! waarom kon hy deze vreeseiyke gedachten niet verbannen? Hu keek weer op zyn horloge. Pas twintig minu ten voor één. Wat kroop de tyd toch. Een buitengewoon meisje die Bundie. 3tel je voor, dat je den moed en durf had om waarachtig naar dat ding in „Zeven wyzerplaten' te gaan. Waarom had hy den moed en net initiatief niet gehad om daaraan te denken? Hy dachi. omdat het Inderdaad zoo'n fantastisch idee was. No. 7. Wie voor den drommel kon No. J zyn? Was hy misschien op dit oogenblik in dit huis? Vermomd als een bediende? Het kon toch zeker geen van de gasten zyn.Neen dat wa« onmogeiyk. Maar dan was de heele zaak onmo- gelijk. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 10