S TA D S N I E U W S Zoekt gij betrouwbaar Personeel? Plaats dan 'n„Omroeper" J voor 75.000 gezinnen Economische toestand des lands EERSTE KAMER OVER DE BEGROOTING WTtiiiiiUiiiiiiiiiiiiimiiiiinuiJHiiMiiiiiiiiiiKiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHjiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiimiiiiiir^ DONDERDAG 31 JANUARI 1935 finiiiiiiiniiiniiniiiiiiniiiiiiiiniiiiiniiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiniiiiiHuiüiiiiiiiiniiunuiiinnnninnnnninni PIETER SAENREDAM Schilder o.a. van kerkinterieurs te Haarlem 15971655 GEMEENTEZAKEN Verbetering Waardeweg. Wordt gemeenteweg Uitbreidingsplan Phoénïxterrein Een kerk op het terrein van den Kinderhuissingel In België hebben hevige sneeuwstormen geivoed. Vele auto's sneeuwden in CONCERTEN DER H.O.V. NAT. KONINGIN-MOEDER HERDENKINGSFONDS BURGERLIJKE STAND Ein Frühlingstrauni im \lten Wien Vele leden teleurgesteld door de resultaten der handelspoli tiek; Nederlands positie uiterst kwetsbaar geacht Steun aan industrie Uiterst kwetsbaar Geheim protocol Industrie en landbouw Waarschuwing Scheepvaart Toezicht op het bankwezen Landbouw Crisis-Accountantsdienst Zeldzame ontmoeting Tusschen Den Haag en Leiden in een wagon derde klasse FLORIJN'S CENTRAAL APOTHEEK Het Eeuwige Kind NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Een groot aantal dames en heeren hadden gevolg gegeven aan den oproep van het bestuur van Haarlem en waren bijeen in een bovenzaal van de Kroon. Met de rondborstigheid en den sier, welke voorzitter Tadema eigen is. leidde deze den spreker, den heer P. T. A. Swillens, technisch-assistent bij het Kunsthistorisch In stituut der Rijks Universiteit te Utrecht in. Spreker behandelde in het eerste gedeelte den artist als kunstenaar in zijn oorsprong en werk wijze om na de pauze zijn Haarlemsche wer ken ook technisch te verklaren. We kunnen natuurlijk slechts hier en daar een greep doen. Spreker heeft reeds 15 jaar lang een studie gemaakt van Pieter Saenredam en in dien tijd heel wat gevonden, dat hij nu in de ge legenheid was mede te deelen. Later komt dit uitvoeriger in boekvorm. Van Saenredam's werken bezit Haarlem veel, maar ook veel is in buitenlandsche musea, maar ook nog in particulier bezit. Kende men eerst 40 hier en 20 in het buitenland, nu weet men al 220 van zijn meesterwerken en wie weet hoe- vele in den loop der eeuwen verloren gingen. De naam wijst er reeds op, dat de familie af komstig was uit Zaandam. Daar woonde o.a. zijn overgrootvader Petrus de Jonge. Een andere Saenredam bleef tot zijn 46ste jaar in Assen delft. Diens zoon was weer predikant in den Bosch. Pieter Saenredam Sr. stierf in 1547. Jo hannes Saenredam was reeds graveur en leer ling van Goltzius. Onze Pieter Saenredam was schilder en etser en zag 9 Juni 1597 te Assendelft het levenslicht. Hij moet 16 Augustus 1665 te Haarlem zijn over leden en volgens sommigen 31 Mei 1662. Eerst leerde hij bij zijn vader Jan Pieters Saenredam. Reeds in 1612 trok Pieter naar Haarlem bij den graveur F. P. de Grebber in de leer. Die was ook portretschilder. Leerling Pieter ging evenwel een anderen kant uit. In 1628 gaat hij zich geven aan wijde perspectieven; in kerken en zalen vindt hij zijn motieven. Hij teekende evenwel niet alleen binnen naar het leven maar ook buiten. Wat hij deed was nog door geen Haarlemschen meester beoefend, maarhij vond ook geen bewondering. Nu zouden zijn werken duizenden opbrengen. In 1627 of '28 komt zijn eerste kerkinterieur, dat al dadelijk rijp en gaaf was. Men vraagt zich af, waar hij die kunst en nauwkeurig toegepast perspectief had geleerd. Archivalia leverden geen licht. Dat vinden we in de relatie met Jacob van Campen. die een vriend van Pieter Saenredam was en onbewust een grooten invloed op hem uit oefende. Jacob van Campen was vóór 1628 zelf als schilder bekend. Deze was op 19-jarigen leeftijd reeds lid van het St. Lucasgilde der schilders en bijzonder ingenomen met de Italiaansche kunsten. Pieter hielp hem met het ontwerpen van gevels b.v. met die van 't Am- sterdamsche Stadhuis (nu Paleis, Dam). De bekroning was de opdracht dat stadhuis te bouwen. In Juli 1638 zien we Saenredam te Alkmaar voor het ontwerp van een orgel. In 1640 zijn er reeds plannen voor een nieuw stadhuis te Amsterdam en daardoor krijgt hij relatie met Constantijn Huygens. In 1623 was Pieter Saen redam reeds lid van het Sint Lucasgilde, waar van hij in 1635 secretaris werd. In 1637 teekende hij een schoorsteenstuk voor Constantijn Huy- gen's woning, voorstellende de Utrechtsche Mariakerk. Daarvan maakte Pieter heel veel schetsen. Dat ging goed, want op het Maria- plein woonde een familielid. Door Huygens trachtte hij ook den Prins van Oranje te be reiken. maar Pieter wilde niet naar Den Haag met zijn schilderstukken en teekeningen; de Prins kwam hem niet in Haarlem bezoeken. Voor het bouwen van 't Amsterdamsche Stad huis ging Pieter plotseling heen en teekende er veel, maar was ook weer dadelijk terug en be gon direct met zijn schetsen van den Sint Bavo. Uitvoerig schetste spreker hoe die ontstonden, hoe dan een uiterst nauwkeurige perspectivische teekening werd gemaakt en hoe dan de schil derij volgde. Aan de hand van tal van beelden werd dat heel technisch verklaard. Van het oude Amsterdamsche Stadhuis heeft de artist ook schetsen en een schilderij gemaakt. Nog hangt dit in de Burgemeesterskamer aan den Burgwal. In 1640 begon reeds een innige samenwerking tusschen Saenredam en van Campen. Zij werk ten naar Italiaansche voorbeelden. Telkens als Pieter voor Jacob teekent vermeldt hij met trots dat van Campen de architect is. Een zjjner leerlingen was Nicolaas Heerman, die in 1652 bij hem kwam en wiens moeder een zuster was van Pieter Saenredam. Als er dan met Vennekool, ook een architect, kwestie is over teekeningen, is Pieter de vriendelijke bemiddelaar. Ook stond hij in re latie met den 17e-eeuwschen bouwmeester Pieter Post en met den Haarlemschen Salomon de Bray. Van architectuur zelf bezat Saenre dam slechts middelmatige kennis. Zijn groote verdienste steekt in de groote nauwkeurigheid, waarmee hij alles opnam. Merkwaardig zijn ook de uitvoerige toelichtingen bij de teekenin gen. Dat heeft hem wel eens den naam van historicus gegeven wat hij niet was. Zoo zien we sommige dingen precies vermeld in een der uitgaven van Hondius, boekverkooper te Am sterdam. Bij een der teekeningen in het bij schrift ontleend aan Pontanus, een Amster- damsch historieschrijver. Saenredam is bijna eenig als constructieteekenaar. De schetsen maakt hij naar het leven, maar de teekening construeert hij daarna zuiver perspectivisch, geeft soms het oogpunt aan en al de daarheen wijkende lijnen. Ook vermeldt hij, wanneer de teekening ge maakt is, wat het voorstelt, met datum van begin en eindiging. 18e Eeuwsche schilders moeten zijn werk wel eens hebben overgeschil derd. Hij reisde weinig en als hij dat deed in Neder land zelf. De verste reis was naar 's Hertogen bosch, waar hij verbleef bij een halfbroer van zijn vader, die er dominee was. In korten tijd maakte hij vele goede schetsen en daarna ook teekeningen o.a. te Rhenen. Het Koningshuis, het niet meer aanwezige huis van den gevluchte Koning van Bohemen was even wel doel. In 1633 is hij even naar Assendelft geweest, zijn geboorteplaats en daar deed hij wat weinig gebeurde. Hij teekende niet de kerkruimte, maar de kerk in diensttijd en strekte de teeke ning uit tot aan de familiegrafzerk. Ook heeft hij een kerk te Turijn en ook de Sint Pieters kerk geteekend. Hij is er evenwel nooit geweest, maar was in het bezit van teekeningen o.a. van den Haar lemschen schilder Maerten van Heemskerck. Hij leverde echter geen copie. Tot aan zijn overlijden was Pieter Saenredam bezig met zijn schetsen uit te werken o.a. vele van Utrecht. Daar logeerde hij waarschijnlijk bij Adriaen Bloemaert, een vriend van zijn vader op de Mariaplaats; eehter ook de Domkerk en andere Utrechtsche kerken bracht hij op papier en doek. o.a. een prachtige met den Dom als hoofdbedoeling, terwijl men door zijn nauw keurig teekenen deze schilderij heel goed ge bruiken kon voor de restauratie van een gevel aan de Oude Gracht. Buiten de reeds genoemde reisjes is hij samen niet langer dan 9 maanden uit Haarlem geweest. Daar heeft hij ook bloe men, planten en bladeren geteekend, 1630, die sterk aan Albrecht Dürer doen denken en mis schien voor een kruidboek dienst deden. Eigen aardig is op de achterzijde van een teekening uit den Sint Bavo een minutieuse schets van een handpers. Later vinden we die als keurig af gewerkte teekening terug in het Haarlemsche geschiedenisboek van Dominee Ampsing. Op een Haarlemsche teekening zien we b.v. als bewijs zijner accuratesse en nauwgezetheid precies de zelfde slagschaduw in kracht en toon van de schetsen terug. Een teekening, verkeerd genoteerd als het Stadhuis te Leeuwarden, is uitwerking van het motief van het Haarlemsche. Zou men toen aan een nieuw hebben gedacht? Merkwaardig is ook een teekening van den Sint Bavo met een Bisschopstombe. Pieter schrijft dan op zij: Maar de tombe is er niet. Dan noemen we nog den Sint Bavo als otoneel voor een Roomsche doopplechtigheid. Later is zelfs een teekening van Saenredam toegeschreven aan Bosboom, toen in zwang. In 't Frans Halsmuseum vinden we een prachtschilderij van Pieter voorstellende de Nieuwe Kerk. Daar werkte hij ook samen met Jacob van Campen. Gaarne zouden we nog iets schrijven van zijn manier van werken, maar eindigen met de mededeeling, dat de avond goed geslaagd is en dat in het gemeentearchief heel veel teeke ningen, dikwijls op aquarellen gelijkend, keurig bewaard worden en te zien zijn. Het is sinds geruimen tijd noodzakelijk geble ken. om verbeteringen aan te brengen aan den Waarderweg. Deze verbeteringen zijn vooral noodig geworden door de industrieën, die zich in den Waarderpolóer hebben gevestigd. De Waarderweg behoort echter in eigendom aan den Waarderpolder, terwijl deze polder ook de verplichting heeft om dien weg te onder houden. De verbeteringen, die thans aan den weg zullen moeten worden aangebracht, kunnen naar de meening van B. en W. niet alleen ten laste van den onderhoudsplichtige worden ge bracht. Zij hebben dan ook met het bestuur van ge noemden polder overleg gepleegd over de wijze waarop die verbeteringen zullen kunnen worden aangebracht. Het polderbestuur heeft zich daar bij bereid verklaard om den Waarderweg voor zooveel eigendom van den Polder,met de in dien weg aanwezige kunstwerken en de Friesche brug over het Vuilrak, zonder de dwarswegen, in eigendom en in onderhoud aan de gemeente over te dragen, met bijbetaling van f 1000.in eens en een jaarlijksche bijdrage ad f 400.in het onderhoud van den weg. De kosten verbonden aan een redelijke ver betering van den weg ramen B. en W. op f 9300. Zij stellen zich voor deze verbetering te berei ken door de zeer eenzijdig scheef liggende koolaschverharding met de hand gedeeltelijk te doen loshakken en egaliseeren en wel zoodanig, dat een vrij goed profiel verkregen wordt. Op deze fundeering een laag geklopte slooppuin (hard grauw kwaliteit) aan te brengen. Het kloppen zal ook vooraf met de hand geschie den. Het geheel daarna met een stoomwals dichtwalsen en op de afgewalste laag een afdek king van grind aanbrengen. Daarna (in den zomer) 2 maal teren. Enkele uitwijkplaatsen zullen worden aange legd. Verbreeding van den weg heeft overigens niet plaats. Het zal opvallen, dat vorenomsehreven be werking veel arbeidsloon vraagt. De uitvoe ring zal daarom plaats hebben in werkver schaffing Behalve het vorengenoemd bedrag ad f 100. hetwelk de Waarderpolder bijdraagt in de kos ten van de aan te brengen verbeteringen, zal door het Rijk in de te betalen arbeidsloonen een subsidie worden verleend. B en W. bieden ter vaststelling aan het ont werp van een uitbreidingsplan met de daarbij behoorende Toelichtende Beschrijving en ont- werp-bebouwingsvoorschriften. voor gronden gelegen ten noorden van de Parklaan, ten oos ten van het Ripperdapark, ten zuid-westen van de spoorbaan HaarlemAmsterdam en ten noord-westen van de Friesche Varkensmarkt (Phoenixterrein) Het gebied, waarvoor het uitbreidingsplan van kracht is, is gelegen ten noord-westen van de Friesche Varkensmarkt, ten zuid-westen van de spoorbaan HaarlemAmsterdam, ten oosten van het Ripperdapark en ten noorden van de Parklaan. De weg No. 1, geprojecteerd langs en nabij de spoorbaan, moet worden beschouwd als het begin van een te maken verbinding tusschen de Friesche Varkensmarkt en het Stationsplein. Voor behoorlijke verkaveling was het noodig den Phoenixweg aan den openbaren dienst te onttrekken. Deze onttrekking is geschied bij raadsbesluit van 25 Juli 1934. De Parklaan is aan de noordzijde verbreed ge- gedacht, terwijl ook aan de Friesche Varkens markt, in verband met de losgelegenheïd langs het Spaame en het t. z. t. maken van een breederen doorgang onder de sporen der N. S. een behoorlijke verbreeding is gegeven. In verband met een ingekomen verzoek om het terrein aan den Kinderhuissingel, de Garenko- kerskade en de Nic. van der Laanstraat van de gemeente in koop te mogen ontvangen voor den bouw van een kerkgebouw met pastorie en bijgebouwen, hebben B. en W. een herziening van het bestaande uitbreidingsplan „Kinder huissingel" ontworpen, waarbij voor vorenbe doeld bouwterrein de gewenschte bestemming wordt geprojecteerd Tegen dit ontwerp is een bezwaarschrift in gekomen van F. C. van Gessel en 16 anderen, als bewoners, eigenaren of eigenaren/bewoners van perceelen, gelegen aan de Garenkokerskade ten oosten van de Pieter Kiesstraat. De bezwaren van requestranten richten zich tegen het in het ontwerp-plan geprojecteerd „terrein bestemd voor openbaar gebouw", waar door de doortrekking van de Garenkokerskade (beide zijden) naar den Kinderhuissingel niet mogelijk is. In dit verband merken B. en W, op, dat het zooevenbedoeld terrein met gelijke bestemming is opgenomen in het besluit d.d. 24 Januari 1934, vastgesteld. Zij zijn van meening, dat de met vorenbedoel de bestemming in het uitbreidingsplan opgeno men terrein daarin niet kan worden gemist; het accent, dat met het „openbaar gebouw" aan het uitbreidingsplan „Kinderhuissingel" is gegeven, zou teloor gaan. Daarenboven geit 't bezwaar schrift meer een vroeger reeds vastgesteld plan dan de thans geprojecteerde wijziging. B. en W. stellen mitsdien voor het bezwaar schrift voor kennisgeving aan te nemen. De Haarlemsche Orkest-Vereeniging geeft op Vrijdag 1 Februari a.s. een concert in de Ge meentelijke Concertzaal onder leiding van den dirigent Frits Schuurman. Als solist treed op Cor Kint, viola d'amore. Het programma vermeldt: Böhmische Sinfo- nie van Anton Fik, eerste uitvoering; Concert voor viola d'amore van Carl Stamitz, eerste uitvoering; Drie stukken uit „Cephale et Pro- cris" van André Grétry; Ouverture „Guillaume Tell" van G. Rossini (op veelvuldig verzoek); Scènes Alsaciennes (tafereelen uit den Elzas) van Jules Massenet en Hongaarsche Rhapsodie No. II van Franz Liszt (op veelvuldig verzoek). Aanvang des avonds om kwart over acht. Tevens geeft de Haarlemsche Orkest-Vereeni- ging op Dinsdag 12 Februari een ledenconcert. Als solist treedt dan op de beroemde con certmeester van Toscanini; Prof. Vittorio Brero. Gevolg gevende aan een uitnoodiging van den burgemeester van Haarlem, lid van het Co mité van Uitvoering van bovengenoemd fonds, heeft zich een plaatselijk sub-comité gevormd, samengesteld uit de organisaties, welke zich be wegen op het terrein der tuberculose-bestrij- ding, met het doel gelden te verzamelen om tuberculosepatiënten te helpen hun gezondheid te herwinnen. Een nationaal fonds dus, waar aan door iedereen naar zijne krachten kan wor den bijgedragen om de financieel niet sterke lijders te helpen in hun kuur. Moge het voorbeeld, door de Koningin-Moe der gedurende een reeks van jaren gegeven, velen opwekken dit fonds groot en sterk te maken. Bijdragen te zenden aan den penningmeester der Haarlemsche Vereeniging tot bestrijding der tuberculose p. a. Twentsche Bank-postgiro nr. 4000. Namens de Prov. N.H. Ver. tot bestr. der tuberculose, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, A. W. Michels; de Haarl. Ver. tot bestr. der tuberculose dr. L. C. Kersbergen, dr. A. A. G. Land, Jhr. F. Teding van Berkhout Jr.; de Ver. „Herwonnen Levenskracht", J. W. de Graaf; de Ver. t. bev. v. d. Gez. in de Grafi sche Vakken, L. Arends; de Ver. „Santos", J. H. v. d. Eisen; de Ver. „Draagt Elkanders Las ten", J. K. Wagner; S. J. van Slooten, direc teur Consultatie-bur. Haarlem; W. G. C. Kiel- stra, directeur Cons. bur. Omstr. Haarlem; het Emmabloemendag-comité; mevr. A. Del Baere- Jiskoot, G. van Waard. Ondertrouwd; T. de Leeuw en J. v. Hoeven. J. B. v. d. Vossen en H. v. d. Eisen. H. J. Loo- mans en J. Matten. J. H. Geels en M. T. Toeset. C. Burrij en M. v. Sprakelaar. S. Wijtkamp en M. Moerkerk. N. T. de Winter en M. v. d. Wolf. W. A. de Haas en M. A. C. te Boekhorst. Getrouwd 30 Januari: E. A. H. Ziegler en C. E. M. de Boer. J. L. de Haan en A. Stellinga. J. v. Wallinga en G. Holtermann. A. Benjamin en E. M. Löchel. A. T. v. Bezu en W. de Keizer. E, v. d. Hoek en L. Hartman. Geboren 25 Januari; A. Kroon-de Groot, d. 27 Januari: T. C. Maaskant-de Jong, z. F. H. v. d. Vosse-Ziermann, d. 28 Januari: Jkvr. J. C. Baud-Quarles v. Uf- ford, d. 29 Januari; A. A. v. Straten-Brozius, d. A. A. W. Velting-Disco, d. 30 Januari: H. M. Ottolander-Visser, z. C. I. Davidson-Cohen, d. Overleden 28 Januari: H. v. Aken, 44 j„ Merovingenstraat. 29 Januari: J. Cauveren, 71 j„ Molenaerstr. A. Wijkerde Beus, 64 j„ Jansstraat. S. v. d. Landen, 63 j„ Kruisstraat. Door bijzondere omstandigheden zal de der de opvoering van „Ein Frühlingstraum im alten Wien". welke op 9 Februari a.s. was bepaald, voor korten tijd worden verschoven. De juiste datum zal nog nader bekend worden gemaakt. Verschenen is het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot vaststelling van Hoofdstuk X der Rijksbegrooting voor 1935 (Departement van Eco nomische Zaken). Met bijzondere erkentelijkheid werd her dacht hetgeen door Minister Verschuur tot stand was gebracht ten behoeve van handel, nijverheid en landbouw. Ten zeerste werd ge waardeerd, dat mr. Steenberghe bereid was ge vonden het beheer van dit zoo omvangrijke De partement op zich te nemen. Men was van oor deel, dat hij zich tot dusverre op lofwaardige wijze had gekweten van zijn taak. Met klem wordt aangedrongen op ver betering van de werkgelegenheid en de ver wachting werd uitgesproken, dat de Mi nister daartoe zoude medewerken door te bevorderen, dat steun worde verleend aan de industrie in meerdere mate dan thans geschiedt. Enkele leden oefenden critiek op de bepaling van den werkkring van den nieuwen directeur- generaal van den landbouw, wiens ambtsgebied voornamelijk zal raken den „Niet-crisis arbeid in den landbouw." Zij betreurden zoodanige be perking. Gevraagd werd, of de bezetting van het De partement thans berekend is op de groote en veelzijdige vraagstukken, welke op een oplos sing wachten en de hoogste eischen stellen aan de bekwaamheid en de werkkracht van de ambtenaren, met de bestudeering daarvan be last. Vele leden waren zeer teleurgesteld door de resultaten van onze han delspolitiek in de laatste jaren. De po sitie, waarin Nederland verkeert, mag uiterst kwetsbaar worden geacht en de verwachtingen omtrent het welslagen van onze handelspolitiek moeten niet te hoog worden gespannen. Andere leden meenden te weten, dat aan het indertijd vanwege de regeering gepubliceerde handelsverdrag met het Duitsche Rijk een ge heim protocol was toegevoegd, waarbij de be voegdheid den invoer van goederen uit Duitsch- land te beperken, sterk aan banden was ge legd. Gaarne zouden deze leden vernemen of zij te dier zake juist waren ingelicht. Een gelijksoortig geval zou zich, naar hun was gemeld, met het Nederlandsch-Belgische han delsverdrag hebben voorgedaan, waaromtrent eveneens opheldering werd gevraagd. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de economische politiek der Regeering te wen- schen overlaat, en nóch constructief, nóch con sequent mag worden genoemd, hetgeen vooral in dezen tijd ten zeerste moet worden be treurd. Zoo zijn, dus betoogden zij, haar bemoeiingen met de scheepvaart en industrie veel geringer dan die met den landbouw. Deze leden meenden, dat de verleening van steun aan de industrie rechtstreeks zal kunnen geschieden, bij voorbeeld door het verstrekken van credieten voor den aan bouw van nieuwe schepen, het geven van voorschotten, het toekennen van export premies, verlaging of ontheffing van invoer rechten voor grondstoffen en materialen, Vooral onze, in groote moeilijkheden ver- keerende, metaalindustrie, waarvan de scheepsbouw een zoo voornaam deel vormt dient spoedig en krachtig te worden gehol pen. Wil men dien voornamen bedrijfstak voor ondergang behoeden, dan achtten deze leden snel handelen van Overheidswege ge boden. Algemeene verlaging van het prijzenpeil acht ten andere leden ten onzent een eerste nood zaak en zij spraken de hoop uit, dat de mi nister daartoe zal willen medewerken. Vele andere leden waarschuwden tegen ver wezenlijking van de geopperde denkbeelden aangaande de stichting van een centrale in- dustriebank en van een centralen technolo- gischen dienst. Met name duchtten zij, dat met behulp van een centrale industriebank de fabricage zou worden bevorderd van artikelen, die elders in het land zonder hulp der Over heid worden vervaardigd. Eenige leden achtten wijziging van de tarief wetgeving van groot voordeel voor onze nooddruftige industrie. Deze leden gaven in overweging, den invoer uit andere landen door verhooging van het invoerrecht te beperken als maatregel van représaille ten aanzien van die mogendheden, die den invoer van Nedetland- sche artikelen naar haar gebied beletten of te gengaan. Verscheidene leden wezen op een ernstigen toestand, waarin de industrie van kunstzijde hier te lande verkeert, waardoor honderden werklieden zijn ontslagen. Vele leden bepleitten tegemoetkoming aan de borstelmdustrie door beperking van den invoer van borstelwerk en borstelhout. Verscheidene leden waren van oor deel, dat de gunstige gezindheid van de Regeering ten aanzien van de nationale scheepvaart tot dusverre niet uit de daden was gebleken, in tegenstelling met hetgeen in den loop van de laat ste jaren ten bate van den landbouw van Rijkswege was verricht. Hetgeen de Minister in de Tweede Kamer ten aanzien van het verzoek van de Hol- land-Amerika-Lijn om Overheidssteun voor den bouw van een nieuw passagiersschip (tweede Statendam) had aangevoerd ter mo tiveering zijner afwijzende houding, had eenige leden niet bevredigd. Indien de bouw van het nieuwe schip niet zal kunnen geschieden, zal ook de oude „Statendam" bui ten gebruik moeten worden gesteld, hetgeen beteekent, dat alsdan 1530 man en bovendien 250 passage beambten zullen worden ontslagen, dat de proviandeering en uitrusting, de gages, de kosten voor hun brand stof en onderhoud, de loods- en ha vengelden e.d., in hun geheel drie en een half millioen gulden per jaar bedragende, aan het geldverkeer zullen worden onttrokken. Kortom: dat door de weigerende houding van de Regeering een on herstelbare slag aan land en volk zal worden toegebracht, die ten slotte weder het bedrag, uit te keeren aan werkloozensteun zal doen stijgen. Vele andere leden sloten zich bij dit be toog aan. Sortgelijke beschouwingen werden gewijd aan den toestand van den Kon. Holl. Lloyd. Gevraagd werd hoeveel steun deze sinds 1918 uit 's Rijks schatkist had genoten. Vele leden betoogden dat, gelijk recente gebeurtenissen hebben aangetoond, niet ten onrechte jarenlang het pleit was gevoerd voor de invoering van Overheidstoezicht op het bankwezen. Zij hadden daarbij het oog op de débacle van de Nederlandsche Han delmaatschappij, door hare directie welis waar betiteld met „reorganisatie," doch in werkelijkheid eene ineenstorting, waarvan tal van eerzame beleggers het slachtoffer zijn geworden. Deze leden vroegen, of de Minister genegen is, maatregelen in overweging te nemen ter voorkoming van wanbe leid, als door de leiding der genoemde maatschappij klaarblijkelijk is gevoerd. Verscheidene leden zouden gaarne vernemen, waarom niet meer was bereikt met het met Duitschland gesloten clearingverdrag. Algemeen werd aangedrongen op goede voorlichting op deze materie. Verder werd er geïnformeerd of de bezoldiging aan sommige crisisbureaux niet te hoog was. Verscheidene leden bespraken den slechten toestand van den landbouw. Er wérd op gewezen, dat de huidige regeling van den landbouwsteun bij belanghebbenden zelf geringe waardeering ondervindt. Deze leden gaven den Minister in overweging, eene commissie te benoemen, bestaande uit ter zake kundigen, niet behoorende tot den kring der Rijksadviseurs, ten einde na te gaan, hoe landbouw en veeteelt op andere dan de tot dusverre gangbare wijze zouden kunnen worden gesteund, met toekenning van eene groote vrij heid aan het bedrijf, en met minder kosten, ter bevordering eener stabilisatie, welke met de tegenwoordige regeling nimmer kan worden bereikt. Verscheidene leden bepleitten het bieden van steun aan den tuinbouw in grootere mate dan thans. Eenige leden waren van oordeel, dat de pos ten, uitgetrokken op de artikelen 157 en 158 van de begrooting wel zeer hoog zijn. De verdedi ging er van door den Minister had hen niet van het tegendeel overtuigd. Zij bleven afkeu ren, dat de bedoelde dienst dit jaar f282.800 meer zal kosten dan het vorige, en bepieitten de stichting van eene afzondèrlijke afdeeling voor spoedcontröle, waardoor de andere afdee- lingen zouden kunnen worden ontlast. De Avondpost vertelt: In den trein, welke Donderdagmorgen 10 uur van Rotterdam D.P. naar Amsterdam vertrekt, zitten in een derde klas wagon groepjes vroolijk pratende jongedames, die de mede-reizigers even in de war brengen: het is toch nog geen tijd voor zomeruitstapjes? Haar gulle lach, haar druk gebaar, haar levendige conversatie, het veroorzaakt alles zoo'n ongewone stemming in den trein, welke in den somberen Januari-voormiddag door het troostelooze polderlandschap schiet. Als Den Haag bereikt is en de trein met donderend geweld onder de stationsoverkapping duikt, om daarna knarsend tot stilstand te komen, zijn enkele dames voor de ramen gaan staan en dan klinkt het plotseling: Daar zijn ze! Met wuiven en wenken wordt de aandacht van een groepje wachtende vriendinnen ge trokken, Er ontstaat contact, men begint op het perron hard te loopen, dringt zich door de portieren en dan volgt een alleraardigste be groeting, ietwat luidruchtig, maar innig ge meend. Het is nu nog rumoeriger in den wagen dan vóór Den Haag. Mer heeft elkaar ook zooveel te vertellen; dat hebben jongedames trouwens altijd. De trein is alweer in beweging, eer men tot de ontdekking komt, dat er plaats te kort is. Maar wat zou dat, 't is maar een klein eindje, en één der dames, die wel het joviaalst was komen binnenstuiven en ook wel met de groot ste hartelijkheid was ontvangen, zet zich op de koperen leuning van één der banken, onder wijl druk pratend en informeerend en mede deelend in de algemeene vreugde. Twee heeren, die al van Rotterdam af, de uitbundige groepjes hadden geobserveerd, ging toen een licht op. Er is vandaag réunie in Leiden, dat is waar ook. En de Prinses zou ook komen. Nou je 't zegt, ja, ik herinner me zooiets gelezen te hebben. Dan plotseling, geeft de één den ander een raken opstopper. Ben je niet lekker? Geen antwoord. De mishandelde kijkt zijn vriend eens goed aan en ontdekt dan een paar groote, verwon derde starende oogen. Ben je niet lekker? herhaalde hij. Nog geen antwoord. Met een welgemikt trapje op zijn vriend's likdoorns hoopt hij meer succes te hebben dan met woorden. En hij heeft dit „goed bekeken", er volgt fluisterend We zitten naast de Prinses! Er is tot Leiden tusschen de beide heeren geen woord meer gesproken. Zij kwamen oogen en ooren te kort en het eenige, dat hen nog even kon afleiden was het verbaasde gezicht van een eerzamen landman, die eveneens „de" ontdekking had gedaan en nu behalve zijn oogen ook z'n mond in een zuiveren cirkelvorm liet bewonderen. Te Leiden was het vermakelijk, hoe alle be langstellenden zich hadden opgesteld, daar waar de eerste en tweede klas-wagons stopten. En Prinses Juliana had daar zelf het meeste plei- zier in, want vroolijk stapte zij met haar oud studie-vriendinnen uit de derde klas en zij kon zich vrijelijk in de massa réunisten verloren laten gaan. En zich weer echt verheugen in een paar zorgelooze dagen, vrij van étiquette, vrij van allerlei plichtplegingen, vrijals een gewoon menschenkind. De winkel is van alle moderne gemakken voorzien en geheel naar de eischen des tijds ingericht. Men kan diit van eiken nieuwen winkel zeggen en men heeft het al zóó dikwijls her haald, dat de uitdrukking tot de dikwijls ge wraakte, maar onontkoombare journalistieke gemeenplaatsen is gaan behooren. Na deze bekentenis meenen we de staande uitdrukking nog eens te mogen gebruiken. En dan moet ons de mededeeling van het hart, dat de vernieuwde apotheek van de fa. Florijn aan de Groote Houtstraat, die a.s. Vrijdag her opend zal worden, van alle moderne gemakken voorzien is en geheel naar de eischen des tijds ic ingericht. Hiermee bedoelen we meer, dan dat er overvloedig gebruik gemaakt zou zijn van staal en hygiënische tegelbekleeding. Ook dat is geschied en wel met bijzonder veel smaak. De wanden zijn tot halverhoogte bedekt met een procédé dat Fortoliet genoemd wordt en de talrijke kasjten en werktafels zijn uitgevoerd in sierlijk berkenhout. Maar wat sterker opvalt, is de praetische en tegelijk aangename wijze waarop de eigen aardige moeilijkheden, die het apothekersbe drijf met zich brengt, werden opgelost- Het vooraanzicht van de nieuwe zaak reeds heeft iets heel aparts. De étalage is tot een mi nimum teruggebracht en over de étalage heen heeft men een volledig overzicht over de ge- heele winkel- en werkruimte. De ruime portiek herbergt fietsen en kinderwagens. In het ruime, diep uitgebouwde interieur, dat door groote dakramen voldoende verlicht wordt, staan tusschen de breede kasten, waar alpha- betisch geordend alle medicamenten voor de hand staan, drie geriefelijke werktafels. Een- gaanderij, ter halver hoogte achter in de apo theekruimte aangebracht, bergt een nieuwen overvloed van kasten en geeft toegang tc« het privé-kantoor en het vertrek der assistenten. Aan een respectabel aantal loketten neemt het transportpersoneel, dat steeds buiten de eigen lijke apotheek blijft, de goederen in ontvangst die geëxpedieerd moeten worden. In het souterrain, door enkele geriefelijke trappen en een lift met de bovenruimte ver bonden, is het magazijn ondergebracht. Alles is nauwkeurig geordend en voor elke kast is een afzonderlijke verlichting aangebracht. Een apotheker kan zich somtijds niet veroorloven op zijn gemak naar zijn waren te gaan zoeken. Naast het magazijn zijn het laboratorium en de spoelkamer ingericht. Op de boven-étage is een prettige kamer voor den nachtdienst. Een model-inrichting, die in de rubriek van den Haarlemschen winkelstand een bijzondere plaats verdient. Op Zaterdag 2 Februari a.s. geeft de N. V. Ver. R'damsch Hofstad Tooneel, directeur Cor van der Lugt Melsert in den Stadsschouwburg een tweede vertooning alhier van het amusante blijspel: „Het eeuwige kind" van Robert Neuner. Dit jubileumstuk van Anton Roemer had bij de eerste voorstelling alhier voor de leden der Ver. Geloof en Wetenschap een buitengewoon succes. De hoofdrollen worden vervuld door Anton Roemer, Johan Elsensohn, Theo Frenkel, Fie Carelsen, Dirk Verbeek, Annie van Duyn e.a* Het sneeuwdécor voor het derde bedrijf is van Karei Brückman; de regie van Adriaan d. Horst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 4