Minister Colijn over Indië
bmmBIII
Tegen tolheffing
Zware brand te
Rosmalen
NIET TE SOMBER ZIJN
VLEESCHKEURINGSWET
Wekelijksch beurs-
overzicht
ZONDAG 3 FEBRUARI 1935
Missie en zending
1 81
m
Geraffineerde inbraak
te Amsterdam
Intrekking van ontwerp
verzocht
Waterschade aan school
Ongevallen van den dag
Suriname en Curasao
onder één Gouverneur?
ingesteld is een ambtelijke com
missie tot onderzoek naar de
mogelijkheid van verster
king van den economi-
schen band met het
moederland
Katoen en suiker
Samenwerking
Japan
Financieele toestand zorgelijk
Waakzaamheid noodig
Brandkast met behulp van dyna-
mietpatroon geopend
f 5000 als buit
Tegen het wetsontwerp tot wijzi
ging hebben vele Tweede
Kamerleden bezwaar
Dr. H. Colijn
Protestvergadering van den B.B-N.
te Arnhem had geringe
belangstelling
Uitgeknepen
Niet noodig?
V
Een viertal woningert is door het
vuur totaal vernield
Minister ziet geen nut in een
onderzoek naar dit
denkbeeld
Man door rukwind gegrepen en
onder passeer end en auto gedood
Onder vrachtauto
Vrachtwagen in een
bakkerswinkel
Te water gereden
Jongetje aangereden
DERTIG VARKENS VERBRAND
Ontleend is het volgende aan de
memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag der Tweede Kamer
over de begrooting van Ned.-Indië
over 1935:
Met voldoening en instemming vernam de
minister, dat een aantal leden wees op het
vele goede, dat door den Landvoogd is en wordt
verricht.
Zich daarbij aansluitende veroorlooft de
minister rich op te merken dat het hem
bevreemdt, dat zeer vele leden meenden zich
te moeten afvragen of de Landvoogd wel
steed» voldoende belangstelling aan den
dag legt voor de moeilijke problemen van
het oogenblik.
Ook de regeering acht de z.g. lage conflicten
regeling den normalen weg voor de oplossing
van geschillen tusschen Gouverneur-Generaal
en Volksraad.
De meening, dat de Indische regeering bij
haar bemoeiingen op economisch gebied te
aarzelend optreedt, kan de minister niet als
gegrond erkennen.
Ontwikkeling van een eigen nijverheid in
Ned.-Indië kan slechts geleidelijk plaats vin
den; van een forceeren kan en mag geen sprake
zijn, vooral omdat een ruime afzet van Indi
sche landbouw- en mijnbouwproducten op den
duur slechts mogelijk zal blijken in ruil tegen
industrieproducten.
De minister waarschuwt tegen al
te sombere beschouwingen. De
wondere aanpassing bij de gewijzig
de toestanden doet de toekomst
van Indië niet zonder vertrouwen
tegemoet zien, terwijl de over het
algemeen gunstige voedselvoorzie
ning in deze tijden mede als een
lichtpunt mag worden beschouwd.
De oprichting van een groot textielbedrijf
in Ned.-Indië is thans, na voltooiing van het
plaatselijk onderzoek, bij de belanghebbenden
in overweging.
De minister is van meening, dat het niet
wenschelijk is naast de Economische Commis
sie nog een specialen crisisraad in te tellen.
Het ligt in de bedoeling het departement van
Economische Zaken te Batavia zoodanig te re-
organiseeren en uit te breiden, dat de bear
beiding van de verschillende in dezen tijd aan
de orde komende aangelegenheden zoo vlot en
deskundig mogelijk kan plaats vinden.
Het ten aanzien van de suikerindustrie door
de Regeering in te nemen standpunt is thans
in overweging. Het is te verwachten dat daar
bij de vermoedelijke kansen van een uitgebrei
dere katoencultuur niet uit het oog zullen wor
den verloren.
Ook bij de nieuwe ten aanzien van de suiker
cultuur te nemen maatregelen zal niet worden
verzuimd, met de belangen van de bevolking
rekening te houden.
Op het gebied van de economische sa
menwerking tusschen Nederland en Indië
kunnen vorderingen van eenige be teeke
nis bezwaarlijk anders dan zeer geleidelijk
worden verwacht.
Ten einde een nauwere economische
samenwerking te bevorderen, heeft de
minister een ambtelijke commissie in
gesteld, welke in samenwerking met
eenige daartoe door zijn ambtgenoot
van Economische Zaken aangewezen
ambtenaren een stelselmatig onderzoek
instelt naar de mogelijkheid om door
concrete maatregelen een versterking
van den economisch en band tusschen
het Moederland en de overzeesche ge
westen te verkrijgen.
Aan die commissie heeft de minister op
gedragen, bij haar onderzoek in het bijzon
der aandacht te schenken aan de verschil
lende in het voorloopig verslag tot uiting
gekomen wenschen.
Intusschen kan reeds medegedeeld wor
den, dat als resultaat van de voortgezette
bemoeiingen der regeering onlangs is be
reikt, dat een groot afnemer van copra en
palmolie zich bereid heeft verklaard, de
ze producten voortaan voor zooveel moge
lijk uit Ned.-Indië te betrekken.
Omtrent het verloop en de vooruitzichten van
de onder,handelingen met Japan meent de mi
nister voorloopig geen mededeelingen te mogen
doen.
Het tot stand brengen van een betere han
delsvoorlichting in den vreemde ten bate van
Indië zal worden voorbereid door de z.g. han
delswaarnemers.
Dat de financieele toestand van Ned. In
dië nog als zeer zorgelijk is te beschouwen,
dit mag intusschen het oog niet doen slui
ten voor het moedgevend verschijnsel, dat
de snelle achteruitgang gedurende de eer
ste jaren van de crisis heeft plaats gemaakt
voor een meer stabielen toestand bij de
middelen, terwijl de uitgaven haar dalende
lijn blijven voortzetten. Met dat al blijkt
nog een belangrijk tekort van f 50 millioen
op den gewonen dienst te overbruggen.
Op het gebied van nieuwe middelen ziet de
minister weinig mogelijkheden meer, terwiji van
een verhooging van bestaande belastingen geen
sprake zal kunnen zijn.
Alleen ten aanzien van het denkbeeld tot
heffing van een algemeen fiscaal uitvoerrecht
op rubber staat de minister niet volstrekt af
wijzend. Te dezer zake is hij reeds met de In
dische regeering in overleg getreden.
Het dienstjaar 1934 zal vermoedelijk
een nadeelig slot opleveren van 63.9
millioen.
Inzake verdere aanpassing van de financieele
positie der landsdienaren aan de gereduceerde
draagkracht van 's Lands budget, n.l. de wijze
waarop die zal geschieden, maakt nog een punt
van overleg met de Indische regeering uit.
De ontwikkeling van den internationalen
toestand in het Verre Oosten heeft uiteraard de
volle aandacht der regeering. Weliswaar nopen
enkele verschijnselen tot waakzaamheid, maar
voor ernstige ongerustheid is, naar de minis
ter meent, geen aanleiding.
Ook naar de meening van den minister moet
krachtig worden voortgegaan met het overdra
gen van gedeelten der Overheidstaak aan lo
kale en regionale organen. Hij is tot dat doel
met den Gouverneur Generaal in overleg ge
treden.
Het bezwaar, dat door de getroffen maatre
gelen ten aanzien van het onderwijs, het peil
daarvan zou worden aangetast, kan de minister
in zijn algemeenheid niet deelen.
Inzake toelating van zending en mis
sie op Bali heeft de Landvoogd onlangs
een beslissing genomen. De minister
meent op de publicate in Indië van die
beslissing niet te moeten vooruitloo-
pen.
Aan de memorie is toegevoegd een uitvoerig
antwoord van den minister op de nota van
den heer v. Poll inzake „imperiale zelfvoorzie
ning."
In deze antwoordnota zegt de minister, dat
de problemen, die zich hier voordoen, veelzij-
diger en ingewikkelder zijn dan de uiteenzet
tingen van den steller der nota zouden doen
vermoeden. De minister komt tot de conclusie,
dat in genoemde nota de omschrijving is ge
geven van een politiek, even weinig mogelijk
als wenschelijk moet worden geacht en zoowel
voor Nederland als voor Indië slechts schade
lijke gevolgen zou hebben.
f I i
Een hachelijk moment hij een Duitsche motorrace
Ongeveer drie weken geleden hebben inbre
kers gepoogd een bezoek te brengen aan de
bureaux en de kantoren van den steenkolen
handel „Oranje-Nassau" aan de Havenstraat,
te Amsterdam.
Ze bezochten de verschillende kantoren en
eigenden zich kleine voorwerpen toe. Op het
privé-kantoor van de directie stond een groot
model brandkast, doch deze lieten zij onaan
getast.
Zaterdagmorgen, toen het personeel en di
rectie het kantoor binnenkwamen, bemerkten
zij, dat ze in den afgeloopen nacht opnieuw
bezoek van dieven hadden gehad.
In een van de kantoren heerschte groote
wanorde en de inbraak was op Amerikaansche
wijze gepleegd.
De groote brandkast, die tegen den muur
staat, was gedeeltelijk gebarsten en bij nader
onderzoek bleek, dat de dieven haar hadden
geforceerd door middel van een dynamiei-
patroon.
Deze patroon heeft men gestopt in het slot
van de brandkast. Daar men vreesde, dat de
explosie tot ver in den omtrek zou worden
gehoord, is getracht, het geluid te dempen door
over het slot een gordijn, een regenjas en an
dere voorwerpen in water gedrenkt, te hangen.
Tegen de brandkast had men nog geplaatst
een tafel, zoodat de natte voorwerpen als het
ware tuschen tafel en brankast gekneld zaten.
De explosie moet echter van grooten
omvang zijn geweest, want verschillende
ruiten aan de zuidzijde van het kantoor
waren vernield, terwijl ook voorwerpen
van de muren waren gevallen.
Er ontstond na de explosie een gat in
de deur, dat de dieven door middel van
breekijzers nog vergroot hebben-
Uit de brandkast namen de daders vier
geldtrommels en verlieten het kantoor
aan de achterzijde, welke uitkomt op het
spoorwegemplacement aan het station
Willemsparkweg. In de trommels was een
bedrag van f 5000.
Toen de directie den diefstal ontdekte, werd
de politie van het bureau Overtoom dadelijk
hiermede in kennis gesteld en de justitieele
dienst, onder leiding van den hoofdinspecteur
Glacius, begon een uitgebreid onderzoek.
De politiescheikundige Van Ledden Hulse
bosch was spoedig aanwezig, terwijl ook de fo
tografische dienst van het hoofdbureau verschil
lende opnamen, zoowel binnen als buiten het
gebouw, nam.
Inspecteur v. d. Most van de hondenbrigade
stelde met zijn dieren eveneens een onderzoek
in. Later werden op het stationsemplacement
de opengebroken trommels teruggevonden.
De politie heeft vingerafdrukken gevonden
en men is er van overtuigd, dat deze inbraak het
werk is geweest van geraffineerde vaklieden,
die hun kansen tot in alle details hebben be
rekend.
Het onderzoek, dat nog in vollen gang is, heeft
tot op heden nog geen resultaten opgeleverd.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer inzake wijziging der Vleeschweuringswet is
het volgende ontleend;
Zeer vele leden wezen er op, dat dit
wetsontwerp veel belangrijker is en ingrij
pender gevolgen zal hebben dan uit de wel
zeer sobere Memorie van Toelichting zou
zijn op te maken.
Vele leden hadden tegen dit wetsontwerp
overwegende bezwaren.
De voorgedragen regeling zal tot effect
hebben, dat de centrale gemeente van een
vleeschkeuringskring eventueel de leiding
krijgt van een slachthuisdienst van een an
dere gemeente. Zulk een inbreuk op de ge
meentelijke autonomie achtten de hier aan
het woord zijnde leden in beginsel volstrekt
onaanvaardbaar en practisch niet uitvoer
baar.
Nog ernstiger echter zou, naar de mee
ning van deze leden, de aantasting van de
gemeentelijke autonomie worden, wanneer
de Kroon krachtens artikel 33 a der
Vleeschkeuringswet gemeenten tot gezamen
lijke regeling van den keuringsdienst zou
gaan dwingen. Deze leden wezen er op,
dat de bezwaren, destijds in de Kamer aan
gevoerd tegen artikel 23 a, thans door een
grooter aantal leden en met meer nadruk
zullen worden herhaald.
De vraag rijst, waarom de Regeering, indien
zij werkelijk van meening is dat maatregelen
moeterf getroffen worden tot verlaging van
Overheidslasten ten gunste van den vleesch-
prijs, de Rijkslasten niet vermindert, die thans
op den vleeschprijs drukken, in plaats van een
Amsterdam, 1 Februari 1935
De ontwikkeling van de economische ver
houdingen, zoowel nationaal als interna
tionaal, wordt momenteel te veel en he
laas in ongunstigen zin beïnvloed door
politieke factoren.Wij onderstrepen hier
het woordje „momenteel", om den nadruk
te leggen op het tijdelijke karakter van
deze hegemonie van de politiek over de eco
nomie. Er is een tijd geweest, en deze ligt ons
nog versch in het geheugen, dat juist econo
mische factoren oorzaak waren van geweldige
politieke verwikkelingen. Men denke slechts
aan den drang naar expansie, voortvloeiende
uit een te snelle industrialisatie, welke als een
der voornaamste oorzaken van den wereld
oorlog kan worden aangehaald. Maar op het
oogenblik, nu een lichte verbetering in de con
junctuur merkbaar is, wordt een verdere ont
wikkeling ten zeerste belemmerd door politieke
tegenstellingen. Bi) de individuen zien wü een
drang naar samenwerking en ordening, waar
door tegenstellingen tusschen producenten on
derling, tusschen werkgevers en werknemers
meer en meer worden opgeheven en vervangen
door een gemeenschappelijk, dikwijls interna
tionaal streven naar een draaglijk welvaarts
peil. Beperken wij ons tot Europa, dan kunnen
wij constateeren, dat er van een gemeen
schapszin tusschen de Staten onderling nog
weinig te bespeuren is. Dit verschil in mentali
teit tusschen de economische subjecten eener
zij ds en de staten anderzijds komt zoo duidelijk
tot uiting in de sfeer van samenwerking, welke
heerscht in het internationaal arbeidsbureau te
Genève en de geladen, vijandige stemming,
welke men tusschen de imposante muren van
het paleis van den Volkenbond placht aan te
treffen, welke tegenstelling op zoo'n buitenge
woon interessante wijze door prof. C. W. de
Vries werd ontwikkeld in een nog deze week
door hem gehouden inleiding. Europa wordt
verdeeld in drie politieke groepen, waarvan de
eerste streeft naar een revisie van het Verdrag
van Versailles (Duitschland, Hongarije, Polen),
de tweede met man en macht aan dit Verdrag
wil vasthouden (de Kleine Entente) en een
derde groep (Engeland, Frankrijk, Italië) waar
in onderling weer de grootste oneenigheid be
staat. Is het nu te verwonderen, dat men deze
dagen met groote spanning toeziet, hoe po
gingen in het werk worden gesteld om in
dezen politieken chaos eenige orde te scheppen?
De reis van de Fransche Ministers naar Lon
den heeft ten doel meerdere eenheid te schep
pen in de hierboven genoemde derde groep,
waarin de Engelsche richting streeft naar een
toenaderingspolitiek ten opzichte van Duitsch
land. Men is geneigd de kansen op een succes-
en resultaatvol verloop der onderhandelingen
niet te hoog te taxeeren, een enthousiaste ont
vangst en uitgeleide aan het Victoria-Station
(misschien wel tot aan de boot) en een reeks
geslaagde etentjes en soireetjes buiten beschou
wing gelaten. De positie van Laval is in dezen
niet benijdenswaardig. Doet hij te weinig con
cessies, dan mislukt de conferentie, met als
gevolg een bestendiging van den politieken
chaos en wordt hij met den vinger nagewezen
als de saboteur van de vredesgedachte. Doet hij
belangrijke concessies en volgt hij Engelands
toenaderingspolitiek ten opzichte van Duitsch
land, dan zullen zijn chauvinistische landge-
nooten hem een onprettige ontvangst bereiden
aan de Gare du Nord, terwijl Clemenceau zich
in zijn graf zal omdraaien, van welk laatste
evenement de wereld zich wel heel weinig zal
aantrekken. Deze dagen krijgen de diplomaten
in Londen de gelegenheid en de kans om te
breken met hun vernielende politiek in het
verleden en om dadente stellen ten behoeve
van den vrede en de welvaart in Europa. Het
is te hopen, dat zij deze kans benutten.
In het licht van deze spanning roijdom de
Londensche conferentie en de onzekerheid over
den uitslag van verschillende belangrijke kwes
ties in Amerika, is het begrijpelijk, dat het
publiek niet geneigd is financieele transacties
van eenige importance te ondernemen, liever
eerst de kat uit den boom wil kijken, waardoor
echter de handel op het Damrak een weinig
vlot verloop heeft. Toch blijft de stemming
goed prijshoudend, want aanleiding om zich
van een of ander belang te ontdoen, is er even
min..
De storm van enthousiasme, welke de vorige
week over de suikermarkt woei, is geluwd tot
een frisch, koel briesje. Er is nog steeds be
langstelling voor deze papieren, al zijn de
koersschommelingen niet meer fantastisch. Het
schijnt toch waar te zijn, dat de suikeroogsten
in Britsch-Indië tegenvallen, dat verschillende
gronden, die voor de suikercultuur bestemd
waren hiervoor echter ongeschikt blijken te
zijn. In de toekomst zou men dus op een ge
ringere inplaats van op een grootere suiker
productie kunnen rekenen en dit kon wel eens
tot gevolg hebben, dat ook de beschermende
rechten verlaagd zouden worden. Dit klinkt als
welluidende toekomstmuziek in de ooren.
De stemming voor het product rubber was
deze week minder opgewekt. Oorzaken worden
gezocht in de déconfiture van een groote Lon
densche graanfirma, waardoor heel „Mincing-
Lane" een beetje het hoofd kwijtraakte, en de
terughoudendheid op de Amerikaansche goe
derenmarkten. De laatste dagen werd de stem
ming iets beter.
De groote lusteloosheid op de Amerikaansche
effectenbeurs wordt nog altijd toegeschreven
aan de onzekerheid, die er heerscht over den
uitslag van het zooveel besproken goudclau-
suleproces. Dit is echter o.i. wel een beetje
ver gezocht en wij gelooven dan ook, dat hier
nog andere factoren een rol spelen. Verschil
lende maatschappijen beginnen nu reeds met
het publiceeren van hun resultaten over 1934,
en deze zijn nu niet bepaald schitterend. Een
goed voorbeeld zijn hier de cijfers van de U.S.
Steel Corp., waaruit blijkt, dat zoowel de be
drijvigheid als de prijzen gestegen zijn, maar
dat daar tegenover de loonen en andere kos
ten een nog sterkere stijging vertoonen, zoodat
de netto-inkomsten tenslotte nog erg tegenval
len. Ook bij de bedrijfsuitkomsten van diverse
spoorwegen vertoont zich hetzelfde verschijn
sel. Voor aandeel- en obligatiehouders is dit
dus zeer teleurstellend.
Binnenlandsche industrieelen blijven goed
prijshoudend. De meening dat de Unilever met
een slotdividend van 3 pet. zal komen, wint
steeds meer veld.
Aandeelen Algemeene Exploratie vormen een
„feature" als gevolg van het aanboren van
nieuwe bronnen.
Op de beleggingsmarkt hebben de VA pet.
leeningen Zuid-Holland en de Maatschappij
voor Gemeente-Crediet hun „glorieuse entrée"
gemaakt. Beide emissies werden dermate over-
teekend, dat aan vrije inschrijvers fhaar een
enkel stukje kon worden toegewezen. De eenigs-
zins flauwe stemming voor 4 pet. Nederland
kon wel eens een aanwijzing zijn, dat de staat
zich nu ook binnenkort van dit rentetype zal
gaan bedienen, al is deze gedachte vooral bij
de diverse publieke en particuliere fondsen nog
niet „re?u".
Slotkoersen
4% Nederland 1934
4% Ned. Indie 1934 A
3 A pet. Engeland
5A pct.Youngl.m. verkl.
A. K. U
Ned. Ford
Philips
Unilever
Ned. Scheepv. Unie
Koninkl. Olie
Alg. Exploratie
Amsterd. Rubber
H. V. A
N. I. S. U,
Deli Mij
Senembah
Beth. Steel
U. S. Steel
Anaconda
Union Pacific
RJd
Prolongatie
25 Januari 1 Februari
101%
101%
67fc
37%
31%
2431/s
225%
88
331/2
146
138%
101%
172%
83%
137
141%
19%
23%
6%
63%
7-277/8
1.49%
59.371
1 pCt.
101%
101V.
66%
39%
31%
2447/8
227%
88
32%
145%
152
98%
169%
83%
131%
138
18%
22%
6%
63
7.23%
1.48%
59 34
1 pCt.
maatregel voor te stellen, waarvan voor nie
mand een noemenswaard voordeel, doch voor
de gemeenten slechts nadeel is te verwachten,
een nadeel, waardoor de financieele positie van
een aantal gemeenten in ernstige mate zal
worden bemoeilijkt.
Dat gemeenten op de slachthuisbedrijven een
matige winst maken, achtten zij volstrekt niet
aan bedenking onderhevig, omdat daarmede het
aan deze bedrijven verbonden risico goedge
maakt moet worden.
Verschillende leden voorzagen een verhoog
den invoer van vleesch van exportslachterijen.
De gemeentelijke slachthuizen zouden hiervan
een gevoelig nadeel ondervinden.
De Bond van Bedrijfsautohouders in
Nederland (B.B.N.) hield Zaterdagmiddag
in Musis Sacrum te Arnhem een openbare
vergadering teneinde opnieuw te protestee
ren tegen het continu creëeren van nieuwe
lasten ten aanzien van het wegverkeer.
De belangstelling voor deze vergadering was
zeer gering, toen de algemeene voorzitter van
den Bond, de heer A. J. ten Hope, zijn rede aan
ving.
De indiening van het nieuwe wetsontwerp, be
treffende tolheffing op bruggen, heeft, aldus
spr. ons niet verrast.
Reeds maanden lang werd er gemompeld, dat
de Regeering het voornemen zou koesteren met
een voorstel voor versnelden bruggenbouw met
daaraan veTbonden tolheffing voor den dag te
komen. Deze vrees is bewaarheid.
Spr. ging de motieven na, welke de regeering
er toe geleid hebben, dit wetsontwerp in te
dienen en gaf als zijn oordeel te kennen, dat
de regeering de lasten, uit hare financieele
transactie voortvloeiende, op den rug van het
wegverkeer wil afwentelen
Bij de vaststelling der tolheffingsbedragen
gaat de regeering wederom van het standpunt
uit, dat de bedrijfsautohouders meer dan de
houders van andere motorrijtuigen uitgeknepen
kunnen worden, aldus spr.
Het kan niet uitblijven of door vermeerdering
van de lasten zal ongetwijfeld de auto gedwon
gen worden, vervoer aan den spoorweg af te
staan.
Het bedrijf, dat ontegenzeggelijk het meest
door het wetsontwerp zal worden bevoordeeld, is
zeker de A.T.O.
Spr. meende te kunnen constateeren, dat het
wetsontwerp een protectiemaatregel van de
Regeering jegens de Nederlandsche Spoor
wegen c.s. is.
De vraag of tolheffing op de bruggen noodig
is om den versnelden bruggenbouw te kunnen
financieren, moet spr. ontkennend beantwoor
den. Van uiterst deskundige zijde, n.l. door de
Algem. Ned. Verkeersfederatie is op glasheldere
wijze in hare publicatie van 5 November j.l.
aangetoond, merkte spr. op, dat voor den ver
snelden bruggenbouw tolheffing absoluut on-
noodig is.
Voorstanders van het wetsvoorstel wijzen er
op, dat thans veergeld betaald moet worden,
en dat het voor het verkeer weinig verschil
uitmaakt, of men veergeld dan wel tol betalen
moet. Zij vergeten echter, dat veren een nood
zakelijk kwaad zijn, in het leven geroepen, om
dat er geen bruggen waren.
Versnelden bruggenbouw noemt spr. voor
de ontwikkeling van handel en industrie
dringend noodzakelijk en een nationaal be
lang, omdat de natuurlijke scheiding tus
schen Noord- en Zuid-Nederland zoo
spoedig mogelijk dient te worden opge
heven.
Het maken van onderscheid in verschillende
klassen leidt tot groote onbillijkheden. Het hef
fen van tolgelden maakt het meest gezonde
bedrijf kapot. Spr. noemt een voorbeeld van
een firma te Arnhem, die 22 vrachtwagens in
bedrijf heeft. Thans betaalt deze firma ca.
f 825.straks f 8.170.dus nagenoeg het tien
dubbele, alleen dus voor bruggeld te Arnhem,
waarbij dus nog een paar duizend gulden voor
bruggeld te Westervoort zal komen.
Aan het einde der vergadering werd met alge
meene stemmen een motie aangenomen, waarin
het bestuur van den B.B.N. uitgenoodigd werd,
de Regeering te verzoeken het ontwerp van
wet 259, zitting 19341935 terug te nemen.
Een brand, die weldra een groo
ten omvang aannam, bsa\k Zater
dagmiddag te omstreeks vier uur in
het dorp Rosmalen uit.
Door onbekende oorzaak ontstemd brand
in de woning van den ijshandelaar Ver
hagen. Onmiddellijk werdi de brandweer
gewaarschuwd en begon men den inboedel
naar buiten te dragen. Het vuur greep door
den sterken wind snel om zich heen en
weldra stond ook het naastgelegen huis,
bewoond door den heer v. d. Donk en zijn
gezin in lichter laaie. Van den inboedel kon
niet veel worden gered.
De brandweer bond met man en macht
den strijd tegen het vuur aan.
Het vuur breidde zich echter nog steeds
uit: twee woningen, ook tot het complex
behoorende en bewoond door de gezinnen
Heyman en Vos, stonden weldra in brand.
De brandweer stond vrijwel machteloos tegen
de vuurzee en moest zich beperken tot het
nathouden van de belendende perceelem. De
R. K. Jongensschool, die vlak in de nabijheid
staat liep ernstig gevaar en de brandweer had
veel moeite, het gebouw voldoende nat te hou
den, temeer daar door den sterken wind de
vonken honderden meters ver stoven.
Nog tot ongeveer half acht heeft het ge
duurd voor de brandweer het vuur meester
was en het gevaar voor uitbreiding geheel was
geweken. Het was, dank zij het krachtig op
treden van de brandweer, die assistentie had
gekregen van de brandweer te Hintham, ge
lukt de school te behouden, die echter veel
waterschade opliep evenals de andere aangren
zende woningen.
De schade wordt voor een gedeelte door ver
zekering gedekt. De huizen zijn het e.gendom
van Gebr. van Crey.
De brand was op grooten afstand zichtbaar
en" velen hadden zich naar de plaats des on-
heils gespoed om bij het blusschingswerk be
hulpzaam te zijn.
Nog langen tijd was men bezig met nablus-
schen. Omtrent de oorzaak tast men in het
duister.
(Ingezonden door de Spaame-Bank N.V.
Amsterdam)
In de Memorie van Antwoord aan de Twee
de Kamer over de Surinaamsche begrooting
betwijfelt de Minister ten sterkste, of vereeni-
ging van Suriname en Curacao onder één Gou
verneur aangenomen al, dat zulks in over
eenstemming met de Grondwet zou zijn tot
versobering van het bestuur zou leiden. In
ieder geval zouden daaraan zeer groote be
zwaren verbonden zijn, gezien o.m. het geheel
verschillende karakter, het volkomen uiteen-
loopen van de op te lossen problemen en den
sterk verschillenden aard van de bevolking der
beide gewesten.
De Minister ziet dan ook in een onderzoek
naar de uitvoerbaarheid en de doeltreffendheid
van het denkbeeld geen nut.
Verder ontleenen wij aan de memorie van
antwoord, dat de proefnemingen voor een mo
gelijke hervatting van de bacovencultuur nog
tijd vorderen.
Voor de sinaasappelencultuur geven de proef-
verschepingen naar Nederland, welke in de
laatste jaren plaats vonden, hoopvolle verwach
tingen.
Het vraagstuk van den aanvoer van immi
granten, in het bijzonder bü een hervatting
van de bacovencultuur heeft de aandacht van
het Bestuur.
De beslaglegging hier te lande op een aan
eenige leden der Kamer toegezonden brochure,
de zaak-Sarucco betreffende, was gegrond op
art. 140, tweede lid van het Regeringsregle
ment van Suriname.
Zaterdagmiddag te omstreeks half een is de
30-jarige gehuwde B. Wiebinga wonende te
Zuidhom, op den Frieschen Straatweg aldaar,
door een rukwind van de fiets geslingerd. Een
juist paseerende auto van de chocoladefabriek
Ringers te Rotterdam kon niet meer uitwijken.
De heer Wiebinga werd aangereden en over
leed vrijwel direct aan de bekomen verwon
dingen.
Zaterdagmorgen is te Blerick de heer Len
ders uit Boekens onder de gemeente Blerick
tegen een vrachtauto van den heer Enkevoort
uit Sevenum gebotst.
De wielrijder werd in zorgwekkenden toe
stand naar het R. K. ziekenhuis te Venlo over
gebracht.
Op het kruispunt te Raamsdonkveer in de
nabijheid van hotel De Reyer had Zaterdag
te ongeveer 1 uur door tot nu toe onbekende
oorzaak een botsing plaats tusschen twee
vrachtauto's, waardoor een der wagens, bela
den met visch uit IJmuiden, het winkelpand
van den bakker Van Rossum binnenreed. Zoo
goed als de geheele winkelinventaris werd ver
nield; de binnenmuur werd ingedrukt.
Juist verliet de ongeveer 25-jarige dochter
met kind aan de hand den winkel, waarbij
zij door de glasscherven aan het voorhoofd
werd gewond. Een der chauffeurs liep even
eens verwondingen in het gelaat op.
Vrijdagavond is door de duisternis misleid
op de Zichtenburgerlaan te Loosduinen een
vrachtauto, bestuurd door den 44-jarigen Ch.
v. d. Z. uit de Emmastraat te Loosduinen, te
water gereden. De bestuurder, die verwondin
gen aan den linkerschouder en één der oóren
kreeg, werd door dr. Boekelman te Loosduinen,
die ook de eerste hulp verleend had, naar het
R. K. ziekenhuis in het Westeinde te Den Haag
gebracht.
Zaterdagmiddag is op de Oude Stadsgracht
te Nijmegen een zesjarig jongetje van den sla
ger Indenbosch door een auto gegrepen.
Het jongetje liep uit het ouderlijk huis dwars
de straat over toen plotseling een auto nader
de. De chauffeur kon den wagen niet meer
inhouden, zoodat de kleine door den auto ge
grepen werd en' tegen den grond geslingerd.
Het knaapje kreeg een ernstige schedel
breuk en eenige vleeschwonden en werd on
middellijk per brancard naar het St. Ignatius-
ziekenhuis overgebracht.
Zaterdagavond was de toestand van den
kleine wel bevredigend, maar toch nog altijd
gevaarlijk.
Zaterdag is de groote landbouwschuur van
K. V. te Berkel tot den grond toe afgebrand.
Doord den wind aangewakkerd greep het
vuur in het vele brandbare materiaal snel om
zich heen.
Dertig varkens kwamen in de vlammen om.
Verzekering dekt de schade.
Waarschijnlijk is de brand ontstaan, doordat
kinderen met lucifers speelden.