Minister Colijn over Indië bmmBIII Tegen tolheffing Zware brand te Rosmalen NIET TE SOMBER ZIJN VLEESCHKEURINGSWET Wekelijksch beurs- overzicht ZONDAG 3 FEBRUARI 1935 Missie en zending 1 81 m Geraffineerde inbraak te Amsterdam Intrekking van ontwerp verzocht Waterschade aan school Ongevallen van den dag Suriname en Curasao onder één Gouverneur? ingesteld is een ambtelijke com missie tot onderzoek naar de mogelijkheid van verster king van den economi- schen band met het moederland Katoen en suiker Samenwerking Japan Financieele toestand zorgelijk Waakzaamheid noodig Brandkast met behulp van dyna- mietpatroon geopend f 5000 als buit Tegen het wetsontwerp tot wijzi ging hebben vele Tweede Kamerleden bezwaar Dr. H. Colijn Protestvergadering van den B.B-N. te Arnhem had geringe belangstelling Uitgeknepen Niet noodig? V Een viertal woningert is door het vuur totaal vernield Minister ziet geen nut in een onderzoek naar dit denkbeeld Man door rukwind gegrepen en onder passeer end en auto gedood Onder vrachtauto Vrachtwagen in een bakkerswinkel Te water gereden Jongetje aangereden DERTIG VARKENS VERBRAND Ontleend is het volgende aan de memorie van antwoord op het voor- loopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Ned.-Indië over 1935: Met voldoening en instemming vernam de minister, dat een aantal leden wees op het vele goede, dat door den Landvoogd is en wordt verricht. Zich daarbij aansluitende veroorlooft de minister rich op te merken dat het hem bevreemdt, dat zeer vele leden meenden zich te moeten afvragen of de Landvoogd wel steed» voldoende belangstelling aan den dag legt voor de moeilijke problemen van het oogenblik. Ook de regeering acht de z.g. lage conflicten regeling den normalen weg voor de oplossing van geschillen tusschen Gouverneur-Generaal en Volksraad. De meening, dat de Indische regeering bij haar bemoeiingen op economisch gebied te aarzelend optreedt, kan de minister niet als gegrond erkennen. Ontwikkeling van een eigen nijverheid in Ned.-Indië kan slechts geleidelijk plaats vin den; van een forceeren kan en mag geen sprake zijn, vooral omdat een ruime afzet van Indi sche landbouw- en mijnbouwproducten op den duur slechts mogelijk zal blijken in ruil tegen industrieproducten. De minister waarschuwt tegen al te sombere beschouwingen. De wondere aanpassing bij de gewijzig de toestanden doet de toekomst van Indië niet zonder vertrouwen tegemoet zien, terwijl de over het algemeen gunstige voedselvoorzie ning in deze tijden mede als een lichtpunt mag worden beschouwd. De oprichting van een groot textielbedrijf in Ned.-Indië is thans, na voltooiing van het plaatselijk onderzoek, bij de belanghebbenden in overweging. De minister is van meening, dat het niet wenschelijk is naast de Economische Commis sie nog een specialen crisisraad in te tellen. Het ligt in de bedoeling het departement van Economische Zaken te Batavia zoodanig te re- organiseeren en uit te breiden, dat de bear beiding van de verschillende in dezen tijd aan de orde komende aangelegenheden zoo vlot en deskundig mogelijk kan plaats vinden. Het ten aanzien van de suikerindustrie door de Regeering in te nemen standpunt is thans in overweging. Het is te verwachten dat daar bij de vermoedelijke kansen van een uitgebrei dere katoencultuur niet uit het oog zullen wor den verloren. Ook bij de nieuwe ten aanzien van de suiker cultuur te nemen maatregelen zal niet worden verzuimd, met de belangen van de bevolking rekening te houden. Op het gebied van de economische sa menwerking tusschen Nederland en Indië kunnen vorderingen van eenige be teeke nis bezwaarlijk anders dan zeer geleidelijk worden verwacht. Ten einde een nauwere economische samenwerking te bevorderen, heeft de minister een ambtelijke commissie in gesteld, welke in samenwerking met eenige daartoe door zijn ambtgenoot van Economische Zaken aangewezen ambtenaren een stelselmatig onderzoek instelt naar de mogelijkheid om door concrete maatregelen een versterking van den economisch en band tusschen het Moederland en de overzeesche ge westen te verkrijgen. Aan die commissie heeft de minister op gedragen, bij haar onderzoek in het bijzon der aandacht te schenken aan de verschil lende in het voorloopig verslag tot uiting gekomen wenschen. Intusschen kan reeds medegedeeld wor den, dat als resultaat van de voortgezette bemoeiingen der regeering onlangs is be reikt, dat een groot afnemer van copra en palmolie zich bereid heeft verklaard, de ze producten voortaan voor zooveel moge lijk uit Ned.-Indië te betrekken. Omtrent het verloop en de vooruitzichten van de onder,handelingen met Japan meent de mi nister voorloopig geen mededeelingen te mogen doen. Het tot stand brengen van een betere han delsvoorlichting in den vreemde ten bate van Indië zal worden voorbereid door de z.g. han delswaarnemers. Dat de financieele toestand van Ned. In dië nog als zeer zorgelijk is te beschouwen, dit mag intusschen het oog niet doen slui ten voor het moedgevend verschijnsel, dat de snelle achteruitgang gedurende de eer ste jaren van de crisis heeft plaats gemaakt voor een meer stabielen toestand bij de middelen, terwijl de uitgaven haar dalende lijn blijven voortzetten. Met dat al blijkt nog een belangrijk tekort van f 50 millioen op den gewonen dienst te overbruggen. Op het gebied van nieuwe middelen ziet de minister weinig mogelijkheden meer, terwiji van een verhooging van bestaande belastingen geen sprake zal kunnen zijn. Alleen ten aanzien van het denkbeeld tot heffing van een algemeen fiscaal uitvoerrecht op rubber staat de minister niet volstrekt af wijzend. Te dezer zake is hij reeds met de In dische regeering in overleg getreden. Het dienstjaar 1934 zal vermoedelijk een nadeelig slot opleveren van 63.9 millioen. Inzake verdere aanpassing van de financieele positie der landsdienaren aan de gereduceerde draagkracht van 's Lands budget, n.l. de wijze waarop die zal geschieden, maakt nog een punt van overleg met de Indische regeering uit. De ontwikkeling van den internationalen toestand in het Verre Oosten heeft uiteraard de volle aandacht der regeering. Weliswaar nopen enkele verschijnselen tot waakzaamheid, maar voor ernstige ongerustheid is, naar de minis ter meent, geen aanleiding. Ook naar de meening van den minister moet krachtig worden voortgegaan met het overdra gen van gedeelten der Overheidstaak aan lo kale en regionale organen. Hij is tot dat doel met den Gouverneur Generaal in overleg ge treden. Het bezwaar, dat door de getroffen maatre gelen ten aanzien van het onderwijs, het peil daarvan zou worden aangetast, kan de minister in zijn algemeenheid niet deelen. Inzake toelating van zending en mis sie op Bali heeft de Landvoogd onlangs een beslissing genomen. De minister meent op de publicate in Indië van die beslissing niet te moeten vooruitloo- pen. Aan de memorie is toegevoegd een uitvoerig antwoord van den minister op de nota van den heer v. Poll inzake „imperiale zelfvoorzie ning." In deze antwoordnota zegt de minister, dat de problemen, die zich hier voordoen, veelzij- diger en ingewikkelder zijn dan de uiteenzet tingen van den steller der nota zouden doen vermoeden. De minister komt tot de conclusie, dat in genoemde nota de omschrijving is ge geven van een politiek, even weinig mogelijk als wenschelijk moet worden geacht en zoowel voor Nederland als voor Indië slechts schade lijke gevolgen zou hebben. f I i Een hachelijk moment hij een Duitsche motorrace Ongeveer drie weken geleden hebben inbre kers gepoogd een bezoek te brengen aan de bureaux en de kantoren van den steenkolen handel „Oranje-Nassau" aan de Havenstraat, te Amsterdam. Ze bezochten de verschillende kantoren en eigenden zich kleine voorwerpen toe. Op het privé-kantoor van de directie stond een groot model brandkast, doch deze lieten zij onaan getast. Zaterdagmorgen, toen het personeel en di rectie het kantoor binnenkwamen, bemerkten zij, dat ze in den afgeloopen nacht opnieuw bezoek van dieven hadden gehad. In een van de kantoren heerschte groote wanorde en de inbraak was op Amerikaansche wijze gepleegd. De groote brandkast, die tegen den muur staat, was gedeeltelijk gebarsten en bij nader onderzoek bleek, dat de dieven haar hadden geforceerd door middel van een dynamiei- patroon. Deze patroon heeft men gestopt in het slot van de brandkast. Daar men vreesde, dat de explosie tot ver in den omtrek zou worden gehoord, is getracht, het geluid te dempen door over het slot een gordijn, een regenjas en an dere voorwerpen in water gedrenkt, te hangen. Tegen de brandkast had men nog geplaatst een tafel, zoodat de natte voorwerpen als het ware tuschen tafel en brankast gekneld zaten. De explosie moet echter van grooten omvang zijn geweest, want verschillende ruiten aan de zuidzijde van het kantoor waren vernield, terwijl ook voorwerpen van de muren waren gevallen. Er ontstond na de explosie een gat in de deur, dat de dieven door middel van breekijzers nog vergroot hebben- Uit de brandkast namen de daders vier geldtrommels en verlieten het kantoor aan de achterzijde, welke uitkomt op het spoorwegemplacement aan het station Willemsparkweg. In de trommels was een bedrag van f 5000. Toen de directie den diefstal ontdekte, werd de politie van het bureau Overtoom dadelijk hiermede in kennis gesteld en de justitieele dienst, onder leiding van den hoofdinspecteur Glacius, begon een uitgebreid onderzoek. De politiescheikundige Van Ledden Hulse bosch was spoedig aanwezig, terwijl ook de fo tografische dienst van het hoofdbureau verschil lende opnamen, zoowel binnen als buiten het gebouw, nam. Inspecteur v. d. Most van de hondenbrigade stelde met zijn dieren eveneens een onderzoek in. Later werden op het stationsemplacement de opengebroken trommels teruggevonden. De politie heeft vingerafdrukken gevonden en men is er van overtuigd, dat deze inbraak het werk is geweest van geraffineerde vaklieden, die hun kansen tot in alle details hebben be rekend. Het onderzoek, dat nog in vollen gang is, heeft tot op heden nog geen resultaten opgeleverd. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer inzake wijziging der Vleeschweuringswet is het volgende ontleend; Zeer vele leden wezen er op, dat dit wetsontwerp veel belangrijker is en ingrij pender gevolgen zal hebben dan uit de wel zeer sobere Memorie van Toelichting zou zijn op te maken. Vele leden hadden tegen dit wetsontwerp overwegende bezwaren. De voorgedragen regeling zal tot effect hebben, dat de centrale gemeente van een vleeschkeuringskring eventueel de leiding krijgt van een slachthuisdienst van een an dere gemeente. Zulk een inbreuk op de ge meentelijke autonomie achtten de hier aan het woord zijnde leden in beginsel volstrekt onaanvaardbaar en practisch niet uitvoer baar. Nog ernstiger echter zou, naar de mee ning van deze leden, de aantasting van de gemeentelijke autonomie worden, wanneer de Kroon krachtens artikel 33 a der Vleeschkeuringswet gemeenten tot gezamen lijke regeling van den keuringsdienst zou gaan dwingen. Deze leden wezen er op, dat de bezwaren, destijds in de Kamer aan gevoerd tegen artikel 23 a, thans door een grooter aantal leden en met meer nadruk zullen worden herhaald. De vraag rijst, waarom de Regeering, indien zij werkelijk van meening is dat maatregelen moeterf getroffen worden tot verlaging van Overheidslasten ten gunste van den vleesch- prijs, de Rijkslasten niet vermindert, die thans op den vleeschprijs drukken, in plaats van een Amsterdam, 1 Februari 1935 De ontwikkeling van de economische ver houdingen, zoowel nationaal als interna tionaal, wordt momenteel te veel en he laas in ongunstigen zin beïnvloed door politieke factoren.Wij onderstrepen hier het woordje „momenteel", om den nadruk te leggen op het tijdelijke karakter van deze hegemonie van de politiek over de eco nomie. Er is een tijd geweest, en deze ligt ons nog versch in het geheugen, dat juist econo mische factoren oorzaak waren van geweldige politieke verwikkelingen. Men denke slechts aan den drang naar expansie, voortvloeiende uit een te snelle industrialisatie, welke als een der voornaamste oorzaken van den wereld oorlog kan worden aangehaald. Maar op het oogenblik, nu een lichte verbetering in de con junctuur merkbaar is, wordt een verdere ont wikkeling ten zeerste belemmerd door politieke tegenstellingen. Bi) de individuen zien wü een drang naar samenwerking en ordening, waar door tegenstellingen tusschen producenten on derling, tusschen werkgevers en werknemers meer en meer worden opgeheven en vervangen door een gemeenschappelijk, dikwijls interna tionaal streven naar een draaglijk welvaarts peil. Beperken wij ons tot Europa, dan kunnen wij constateeren, dat er van een gemeen schapszin tusschen de Staten onderling nog weinig te bespeuren is. Dit verschil in mentali teit tusschen de economische subjecten eener zij ds en de staten anderzijds komt zoo duidelijk tot uiting in de sfeer van samenwerking, welke heerscht in het internationaal arbeidsbureau te Genève en de geladen, vijandige stemming, welke men tusschen de imposante muren van het paleis van den Volkenbond placht aan te treffen, welke tegenstelling op zoo'n buitenge woon interessante wijze door prof. C. W. de Vries werd ontwikkeld in een nog deze week door hem gehouden inleiding. Europa wordt verdeeld in drie politieke groepen, waarvan de eerste streeft naar een revisie van het Verdrag van Versailles (Duitschland, Hongarije, Polen), de tweede met man en macht aan dit Verdrag wil vasthouden (de Kleine Entente) en een derde groep (Engeland, Frankrijk, Italië) waar in onderling weer de grootste oneenigheid be staat. Is het nu te verwonderen, dat men deze dagen met groote spanning toeziet, hoe po gingen in het werk worden gesteld om in dezen politieken chaos eenige orde te scheppen? De reis van de Fransche Ministers naar Lon den heeft ten doel meerdere eenheid te schep pen in de hierboven genoemde derde groep, waarin de Engelsche richting streeft naar een toenaderingspolitiek ten opzichte van Duitsch land. Men is geneigd de kansen op een succes- en resultaatvol verloop der onderhandelingen niet te hoog te taxeeren, een enthousiaste ont vangst en uitgeleide aan het Victoria-Station (misschien wel tot aan de boot) en een reeks geslaagde etentjes en soireetjes buiten beschou wing gelaten. De positie van Laval is in dezen niet benijdenswaardig. Doet hij te weinig con cessies, dan mislukt de conferentie, met als gevolg een bestendiging van den politieken chaos en wordt hij met den vinger nagewezen als de saboteur van de vredesgedachte. Doet hij belangrijke concessies en volgt hij Engelands toenaderingspolitiek ten opzichte van Duitsch land, dan zullen zijn chauvinistische landge- nooten hem een onprettige ontvangst bereiden aan de Gare du Nord, terwijl Clemenceau zich in zijn graf zal omdraaien, van welk laatste evenement de wereld zich wel heel weinig zal aantrekken. Deze dagen krijgen de diplomaten in Londen de gelegenheid en de kans om te breken met hun vernielende politiek in het verleden en om dadente stellen ten behoeve van den vrede en de welvaart in Europa. Het is te hopen, dat zij deze kans benutten. In het licht van deze spanning roijdom de Londensche conferentie en de onzekerheid over den uitslag van verschillende belangrijke kwes ties in Amerika, is het begrijpelijk, dat het publiek niet geneigd is financieele transacties van eenige importance te ondernemen, liever eerst de kat uit den boom wil kijken, waardoor echter de handel op het Damrak een weinig vlot verloop heeft. Toch blijft de stemming goed prijshoudend, want aanleiding om zich van een of ander belang te ontdoen, is er even min.. De storm van enthousiasme, welke de vorige week over de suikermarkt woei, is geluwd tot een frisch, koel briesje. Er is nog steeds be langstelling voor deze papieren, al zijn de koersschommelingen niet meer fantastisch. Het schijnt toch waar te zijn, dat de suikeroogsten in Britsch-Indië tegenvallen, dat verschillende gronden, die voor de suikercultuur bestemd waren hiervoor echter ongeschikt blijken te zijn. In de toekomst zou men dus op een ge ringere inplaats van op een grootere suiker productie kunnen rekenen en dit kon wel eens tot gevolg hebben, dat ook de beschermende rechten verlaagd zouden worden. Dit klinkt als welluidende toekomstmuziek in de ooren. De stemming voor het product rubber was deze week minder opgewekt. Oorzaken worden gezocht in de déconfiture van een groote Lon densche graanfirma, waardoor heel „Mincing- Lane" een beetje het hoofd kwijtraakte, en de terughoudendheid op de Amerikaansche goe derenmarkten. De laatste dagen werd de stem ming iets beter. De groote lusteloosheid op de Amerikaansche effectenbeurs wordt nog altijd toegeschreven aan de onzekerheid, die er heerscht over den uitslag van het zooveel besproken goudclau- suleproces. Dit is echter o.i. wel een beetje ver gezocht en wij gelooven dan ook, dat hier nog andere factoren een rol spelen. Verschil lende maatschappijen beginnen nu reeds met het publiceeren van hun resultaten over 1934, en deze zijn nu niet bepaald schitterend. Een goed voorbeeld zijn hier de cijfers van de U.S. Steel Corp., waaruit blijkt, dat zoowel de be drijvigheid als de prijzen gestegen zijn, maar dat daar tegenover de loonen en andere kos ten een nog sterkere stijging vertoonen, zoodat de netto-inkomsten tenslotte nog erg tegenval len. Ook bij de bedrijfsuitkomsten van diverse spoorwegen vertoont zich hetzelfde verschijn sel. Voor aandeel- en obligatiehouders is dit dus zeer teleurstellend. Binnenlandsche industrieelen blijven goed prijshoudend. De meening dat de Unilever met een slotdividend van 3 pet. zal komen, wint steeds meer veld. Aandeelen Algemeene Exploratie vormen een „feature" als gevolg van het aanboren van nieuwe bronnen. Op de beleggingsmarkt hebben de VA pet. leeningen Zuid-Holland en de Maatschappij voor Gemeente-Crediet hun „glorieuse entrée" gemaakt. Beide emissies werden dermate over- teekend, dat aan vrije inschrijvers fhaar een enkel stukje kon worden toegewezen. De eenigs- zins flauwe stemming voor 4 pet. Nederland kon wel eens een aanwijzing zijn, dat de staat zich nu ook binnenkort van dit rentetype zal gaan bedienen, al is deze gedachte vooral bij de diverse publieke en particuliere fondsen nog niet „re?u". Slotkoersen 4% Nederland 1934 4% Ned. Indie 1934 A 3 A pet. Engeland 5A pct.Youngl.m. verkl. A. K. U Ned. Ford Philips Unilever Ned. Scheepv. Unie Koninkl. Olie Alg. Exploratie Amsterd. Rubber H. V. A N. I. S. U, Deli Mij Senembah Beth. Steel U. S. Steel Anaconda Union Pacific RJd Prolongatie 25 Januari 1 Februari 101% 101% 67fc 37% 31% 2431/s 225% 88 331/2 146 138% 101% 172% 83% 137 141% 19% 23% 6% 63% 7-277/8 1.49% 59.371 1 pCt. 101% 101V. 66% 39% 31% 2447/8 227% 88 32% 145% 152 98% 169% 83% 131% 138 18% 22% 6% 63 7.23% 1.48% 59 34 1 pCt. maatregel voor te stellen, waarvan voor nie mand een noemenswaard voordeel, doch voor de gemeenten slechts nadeel is te verwachten, een nadeel, waardoor de financieele positie van een aantal gemeenten in ernstige mate zal worden bemoeilijkt. Dat gemeenten op de slachthuisbedrijven een matige winst maken, achtten zij volstrekt niet aan bedenking onderhevig, omdat daarmede het aan deze bedrijven verbonden risico goedge maakt moet worden. Verschillende leden voorzagen een verhoog den invoer van vleesch van exportslachterijen. De gemeentelijke slachthuizen zouden hiervan een gevoelig nadeel ondervinden. De Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland (B.B.N.) hield Zaterdagmiddag in Musis Sacrum te Arnhem een openbare vergadering teneinde opnieuw te protestee ren tegen het continu creëeren van nieuwe lasten ten aanzien van het wegverkeer. De belangstelling voor deze vergadering was zeer gering, toen de algemeene voorzitter van den Bond, de heer A. J. ten Hope, zijn rede aan ving. De indiening van het nieuwe wetsontwerp, be treffende tolheffing op bruggen, heeft, aldus spr. ons niet verrast. Reeds maanden lang werd er gemompeld, dat de Regeering het voornemen zou koesteren met een voorstel voor versnelden bruggenbouw met daaraan veTbonden tolheffing voor den dag te komen. Deze vrees is bewaarheid. Spr. ging de motieven na, welke de regeering er toe geleid hebben, dit wetsontwerp in te dienen en gaf als zijn oordeel te kennen, dat de regeering de lasten, uit hare financieele transactie voortvloeiende, op den rug van het wegverkeer wil afwentelen Bij de vaststelling der tolheffingsbedragen gaat de regeering wederom van het standpunt uit, dat de bedrijfsautohouders meer dan de houders van andere motorrijtuigen uitgeknepen kunnen worden, aldus spr. Het kan niet uitblijven of door vermeerdering van de lasten zal ongetwijfeld de auto gedwon gen worden, vervoer aan den spoorweg af te staan. Het bedrijf, dat ontegenzeggelijk het meest door het wetsontwerp zal worden bevoordeeld, is zeker de A.T.O. Spr. meende te kunnen constateeren, dat het wetsontwerp een protectiemaatregel van de Regeering jegens de Nederlandsche Spoor wegen c.s. is. De vraag of tolheffing op de bruggen noodig is om den versnelden bruggenbouw te kunnen financieren, moet spr. ontkennend beantwoor den. Van uiterst deskundige zijde, n.l. door de Algem. Ned. Verkeersfederatie is op glasheldere wijze in hare publicatie van 5 November j.l. aangetoond, merkte spr. op, dat voor den ver snelden bruggenbouw tolheffing absoluut on- noodig is. Voorstanders van het wetsvoorstel wijzen er op, dat thans veergeld betaald moet worden, en dat het voor het verkeer weinig verschil uitmaakt, of men veergeld dan wel tol betalen moet. Zij vergeten echter, dat veren een nood zakelijk kwaad zijn, in het leven geroepen, om dat er geen bruggen waren. Versnelden bruggenbouw noemt spr. voor de ontwikkeling van handel en industrie dringend noodzakelijk en een nationaal be lang, omdat de natuurlijke scheiding tus schen Noord- en Zuid-Nederland zoo spoedig mogelijk dient te worden opge heven. Het maken van onderscheid in verschillende klassen leidt tot groote onbillijkheden. Het hef fen van tolgelden maakt het meest gezonde bedrijf kapot. Spr. noemt een voorbeeld van een firma te Arnhem, die 22 vrachtwagens in bedrijf heeft. Thans betaalt deze firma ca. f 825.straks f 8.170.dus nagenoeg het tien dubbele, alleen dus voor bruggeld te Arnhem, waarbij dus nog een paar duizend gulden voor bruggeld te Westervoort zal komen. Aan het einde der vergadering werd met alge meene stemmen een motie aangenomen, waarin het bestuur van den B.B.N. uitgenoodigd werd, de Regeering te verzoeken het ontwerp van wet 259, zitting 19341935 terug te nemen. Een brand, die weldra een groo ten omvang aannam, bsa\k Zater dagmiddag te omstreeks vier uur in het dorp Rosmalen uit. Door onbekende oorzaak ontstemd brand in de woning van den ijshandelaar Ver hagen. Onmiddellijk werdi de brandweer gewaarschuwd en begon men den inboedel naar buiten te dragen. Het vuur greep door den sterken wind snel om zich heen en weldra stond ook het naastgelegen huis, bewoond door den heer v. d. Donk en zijn gezin in lichter laaie. Van den inboedel kon niet veel worden gered. De brandweer bond met man en macht den strijd tegen het vuur aan. Het vuur breidde zich echter nog steeds uit: twee woningen, ook tot het complex behoorende en bewoond door de gezinnen Heyman en Vos, stonden weldra in brand. De brandweer stond vrijwel machteloos tegen de vuurzee en moest zich beperken tot het nathouden van de belendende perceelem. De R. K. Jongensschool, die vlak in de nabijheid staat liep ernstig gevaar en de brandweer had veel moeite, het gebouw voldoende nat te hou den, temeer daar door den sterken wind de vonken honderden meters ver stoven. Nog tot ongeveer half acht heeft het ge duurd voor de brandweer het vuur meester was en het gevaar voor uitbreiding geheel was geweken. Het was, dank zij het krachtig op treden van de brandweer, die assistentie had gekregen van de brandweer te Hintham, ge lukt de school te behouden, die echter veel waterschade opliep evenals de andere aangren zende woningen. De schade wordt voor een gedeelte door ver zekering gedekt. De huizen zijn het e.gendom van Gebr. van Crey. De brand was op grooten afstand zichtbaar en" velen hadden zich naar de plaats des on- heils gespoed om bij het blusschingswerk be hulpzaam te zijn. Nog langen tijd was men bezig met nablus- schen. Omtrent de oorzaak tast men in het duister. (Ingezonden door de Spaame-Bank N.V. Amsterdam) In de Memorie van Antwoord aan de Twee de Kamer over de Surinaamsche begrooting betwijfelt de Minister ten sterkste, of vereeni- ging van Suriname en Curacao onder één Gou verneur aangenomen al, dat zulks in over eenstemming met de Grondwet zou zijn tot versobering van het bestuur zou leiden. In ieder geval zouden daaraan zeer groote be zwaren verbonden zijn, gezien o.m. het geheel verschillende karakter, het volkomen uiteen- loopen van de op te lossen problemen en den sterk verschillenden aard van de bevolking der beide gewesten. De Minister ziet dan ook in een onderzoek naar de uitvoerbaarheid en de doeltreffendheid van het denkbeeld geen nut. Verder ontleenen wij aan de memorie van antwoord, dat de proefnemingen voor een mo gelijke hervatting van de bacovencultuur nog tijd vorderen. Voor de sinaasappelencultuur geven de proef- verschepingen naar Nederland, welke in de laatste jaren plaats vonden, hoopvolle verwach tingen. Het vraagstuk van den aanvoer van immi granten, in het bijzonder bü een hervatting van de bacovencultuur heeft de aandacht van het Bestuur. De beslaglegging hier te lande op een aan eenige leden der Kamer toegezonden brochure, de zaak-Sarucco betreffende, was gegrond op art. 140, tweede lid van het Regeringsregle ment van Suriname. Zaterdagmiddag te omstreeks half een is de 30-jarige gehuwde B. Wiebinga wonende te Zuidhom, op den Frieschen Straatweg aldaar, door een rukwind van de fiets geslingerd. Een juist paseerende auto van de chocoladefabriek Ringers te Rotterdam kon niet meer uitwijken. De heer Wiebinga werd aangereden en over leed vrijwel direct aan de bekomen verwon dingen. Zaterdagmorgen is te Blerick de heer Len ders uit Boekens onder de gemeente Blerick tegen een vrachtauto van den heer Enkevoort uit Sevenum gebotst. De wielrijder werd in zorgwekkenden toe stand naar het R. K. ziekenhuis te Venlo over gebracht. Op het kruispunt te Raamsdonkveer in de nabijheid van hotel De Reyer had Zaterdag te ongeveer 1 uur door tot nu toe onbekende oorzaak een botsing plaats tusschen twee vrachtauto's, waardoor een der wagens, bela den met visch uit IJmuiden, het winkelpand van den bakker Van Rossum binnenreed. Zoo goed als de geheele winkelinventaris werd ver nield; de binnenmuur werd ingedrukt. Juist verliet de ongeveer 25-jarige dochter met kind aan de hand den winkel, waarbij zij door de glasscherven aan het voorhoofd werd gewond. Een der chauffeurs liep even eens verwondingen in het gelaat op. Vrijdagavond is door de duisternis misleid op de Zichtenburgerlaan te Loosduinen een vrachtauto, bestuurd door den 44-jarigen Ch. v. d. Z. uit de Emmastraat te Loosduinen, te water gereden. De bestuurder, die verwondin gen aan den linkerschouder en één der oóren kreeg, werd door dr. Boekelman te Loosduinen, die ook de eerste hulp verleend had, naar het R. K. ziekenhuis in het Westeinde te Den Haag gebracht. Zaterdagmiddag is op de Oude Stadsgracht te Nijmegen een zesjarig jongetje van den sla ger Indenbosch door een auto gegrepen. Het jongetje liep uit het ouderlijk huis dwars de straat over toen plotseling een auto nader de. De chauffeur kon den wagen niet meer inhouden, zoodat de kleine door den auto ge grepen werd en' tegen den grond geslingerd. Het knaapje kreeg een ernstige schedel breuk en eenige vleeschwonden en werd on middellijk per brancard naar het St. Ignatius- ziekenhuis overgebracht. Zaterdagavond was de toestand van den kleine wel bevredigend, maar toch nog altijd gevaarlijk. Zaterdag is de groote landbouwschuur van K. V. te Berkel tot den grond toe afgebrand. Doord den wind aangewakkerd greep het vuur in het vele brandbare materiaal snel om zich heen. Dertig varkens kwamen in de vlammen om. Verzekering dekt de schade. Waarschijnlijk is de brand ontstaan, doordat kinderen met lucifers speelden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 6