RUSTEN m El O W i n t e r g r o c n t e el Kinder wantjes met we naar een aan en hof Broek voor jongens van 5 jaar NIEUWE VOORJAARSHOEDEN Het lijkt zoo op 't eerste gezicht, alsof rusten de eenvoudigste en gemakke lijkste zaak ter wereld zou zijn. Lui aards doen niet anders, nietwaar, en wat een luiaard tot dagtaak en gewoonte heeft, dat kan 'n vief en ijverig mensch toch ze ker wel klaarspelen zoo vaak'hij maar ver kiest. Rusten.... je hoeft immers maar met je handen in je schoot te gaan zitten en lek ker niks uit te voeren en je rust al.... Maar daar gaat het nu juist om. Zijn wij er toe te krijgen met de handen in den schoot te gaan zitten op het juiste moment en is zulks voor ons de juiste en de vol ledigste manier van rusten? Er zijn menschen, die niet rusten kun nen. Of beter, die zich dat verbeelden. Wie werkelijk in de onmogelijkheid zou ver- keeren, zich voldoende rust te gunnen, heeft niet alleen 't recht, maar zelfs den plicht om zóóveel van zijn werk van zich af te schuiven, dat er voor deze dringende noodzaak wèl tijd overblijft. De boog kan eenvoudig niet altijd gespannen zijn, en we bewijzen er nóch onszelf, nóch anderen ook maar eenigen dienst mee, wanneer we onszelf tot onbruikbaarheid toe overwer ken. Het tijdverlies, dan door gedwongen rust veroorzaakt, is doorgaans veel grooter dan dat van de bijtijds genomen ontspan ningsuren! Velen verbéélden zich echter, niet te bunnen rusten. Uit overschatting van hun eigen prestaties: omdat ze zich ten onrech te onmisbaar achten. Of omdat ze 't heime lijk wel machtig interessant vinden, over laden te zijn met werk en zich geen secon de van verademing te kunnen permittee- ren. Of uit 'n soort van martelaars-vertoon: ik moet altijd maar voort, mij ziet nie mand ooit eens rustig zitten. Tot de laatste categorie behooren som mige huisvrouwen. Ze stellen er een soort van trieste eer in, door voortdurend be redderen te kennen te geven hoe 'n hard en zwaar leven ze toch hebben en kunnen eenvoudig niet verdragen, dat iemand haar rustend aantreft. Men zou dan eens kun nen denken dat ze 't toch nog zoo kwaad niet hadden! Weer anderen, die minder aanstellerig maar even kortzichtig zijn, vinden rust-nemen iets diep-verachtelijks, goed voor menschen, die niets te doen heb ben. Zij gaan er groot op, nimmer te rus ten wanneer ze er niet bij neervallen en zouden raar opkijken als ze wisten, dat men hen buitengewoon dom vindt inplaats van flink en verstandig! Nee, rusten is niet voor de menschen, die niets te doen hebben, maar juist voor hen, die veel en zwaar werken. Het is voor hen dé eenige kans om daarmee zoo lang mogelijk té kunnen doorgaan. Welke is de goede manier van rusten? We moeten liever eerst uitvinden, welk sóórt van rust we noodig hebben. Wie met zijn handen werkt en daarbij veel in be weging is, heeft een heel ander soort van rust noodig dan wie geestesarbeid verricht. En wie bijvoorbeeld kantoorbediende is en dus eigenlijk noch lichamelijk noch geeste lijk werk doet, doch voornamelijk routine- arbeid levert, zal wéér heel andere ont spanning noodig hebben. De eerstgenoem de heeft 't meest behoefte aan volstrekte lichamelijke rust, de tweede aan lichame lijke inspanning (ofschoon 't ook wel eens voorkomt, dat 't lichaam dood-af is na hersenwerk) en de derde aan beweging, ge combineerd met geestelijke interessen. Wanneer men lichamelijk moe is, haalt het weinig of niets uit, wanneer men in een stoel neerzijgt en daar slap en wegge zakt wat blijft hangen. Dat is geen rusten. Men heeft oneindig meer nut van zijn paar minuten onderbreking, wanneer men even languit gaat liggen, alle spieren volkomen ontspant en alle denken vermijdt. Dit ont spannen van de spieren, dat zoo eenvoudig lijkt, vereischt veel oefening en moet lang zamerhand geleerd worden; bij de meeste menschen blijven ze, ook in zoogenaamde rusthouding, nog voor een goed deel ge spannen. Zich losmaken van geesteswerk is echter nog veel moeilijker, zooals alle hersenarbei- ders bij ondervinding weten. Wie het in die moeilijke kunst nog niet ver gebracht heeft, kan nachten wakker liggen, omdat het on mogelijk blijkt, de gedachten van het ge dane of komende werk af te trekken. Wie er echter langzamerhand in slaagt, dien eeuwig-rondcirkelenden gedachtenstroom meester te worden en met ijzeren wil in bedwang te houden, wordt een van die ge lukkige menschen, die, zoodra ze ophouden met werken, er ook werkelijk los van zijn en vrij om nieuwe krachten te vergaren voor de komende taak. Dit zijn de eenigen, die wérkelijk vacantie kunnen houden, die ook door het jaar het volle genot halen uit eiken fikschen wandeltocht, uit elk vrij halfuurtje zelfs. De beklagenswaardigen, die géén controle hebben over hun eigen gedachtenleven, „werken" zelfs nog wan neer ze vrij zijn! Rusten is maar niet iets, dat iedereen vanzelf kan, doch een moeilijke kunst, die geleerd moet worden. Eigenlijk bestaat de rust voor eiken werker daarin, dat hij dat gene doet wat zijn werk hem als regel be let en wat aan dit werk precies tegenover gesteld is. En dat hij het doet met volle overgave, vrij en los van alle zorg naar lichaam en geest. S. A. T. Brusselsch lof met eiersaus. Men heeft hiervoor noodig mooie gelijke struik jes lof, welke niet te groot zijn. Bij 2 pond Brusselsch lof rekent men 4 afge streken eetlepels bloem, 3 afgestreken eet lepels boter, 2 eierdooiers, L. kokend wa ter met 2 Maggi's bouillonblokjes en 'n wei nig zout. Het lof wordt goed schoon gemaakt, ge- wasschen en in kokend water met zout gaar gekookt, waarna men het goed laat uitlekken, terwijl men het warm houdt. Daarvoor plaatst men 'n vergiet op een pan die men te vuur zet, doet het lof in de ver giet en dekt die toe. Intusschen maakt men de eiersaus. Roe rende verwarmt men de bloem met 2 le pels boter boven 'n klein pitje tot 'n mooi gelijk papje. Onder voortdurend roeren verdunt men dit langzamerhand met den kokenden bouillon en men laat de saus doorkoken tot ze goed gebonden is. Men klopt de eierdooiers met 'n weinig zout, voegt er de in kleine stukjes verdeelde over geschoten boter bij, neemt de pan met de saus van 't vuur en roert er vlug de eier dooiers met boter doorheen. Het lof schikt men op 'n platten schotel en men bedekt het geheel met de eiersaus. Zoo men wil, kan men dezen schotel nog garneeren met hard gekookte eieren, in partjes of schijfjes gesneden. Schorseneeren met kaassaus. Bij 2 pond schorseneeren rekent men 4 afgestreken eetlepels bloem, 2 afgestreken lepels boter, 1 ons geraspte oude kaas, 1 theelepel Mag gi's aroma, peper, zout en nootmuscaat. Om de schorseneeren mooi blank te hou den schrapt men ze bij kleine stukjes en legt elk stukje direct in water met een scheutje melk. Zijn alle schorseneeren al dus geschrapt en in kleine stukjes verdeeld, dan worden ze gewasschen en met kokend water, waarin weer 'n scheutje melk, op t vuur gezet met 'n weinig zout. Men laat ze in ongeveer een half uur tijds gaar worden en laat ze dan, door een vergiet in een pan, toegedekt, uitlekken. Intusschen kookt men de saus. Men ver warmt de boter met de bloem, voegt daar langzamerhand, onder voortdurend roeren, het kooknat bij, dat men zoo noodig aan vult met melk. Men moet ongeveer een K liter nat hebben. De saus moet 'n paar mi nuten doorkoken en wordt dan afgemaakt met het grootste gedeelte van de geraspte kaas, aroma, peper, zout en noot naar smaak. Men schikt de schorseneeren in 'n vuur vast schoteltje, bedekt ze geheel met de saus, strooit er de overgebleven kaas over en plaatst het schoteltje in den oven om 'n bruin korstje te krijgen. Aardappelentaart. Een onzer lezeressen vraagt 't recept van een aardappelentaart, zooals die in den mobilisatietijd veel werd gebakken. Tot mijn spijt kan ik mevr. de V. niet aan dit recept helpen. Een onzer an dere lezeressen misschien? A. K.—P. H ,,Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo- dellen, die aan het mode-album ,,Winterweelde" ontleend zijn, kunnen bij g H het Patronenkantoor „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen be- g steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor g g mantels en japonnen, en 20 ets voor rokken, kleine avondjasjes en kin- g g derkleeding. Voor toezending per post, ook bij bestelling aan de agen- g g ten, 10 ets. extra. Het fraai uitgevoerde album zelf, 1 60 modellen bevat- g g tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar. illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllilllllllllllllllllillllMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIli 1 9** Het lijkt wel of wij dit jaar een sei zoen, n.l. den winter, overslaan en onmerkbaar van het najaar in de grillige lente glijden. Wij meenen dus, zon der den schijn te willen geven van al te groot optimisme, goed te doen met vast eenige voorjaarspakjes te teekenen. Wan neer we nu het patroon bestellen en heel kalmpjes de stof knippen en verwerken, zijn we precies klaar als het voorjaarszon netje om een hoekje komt kijken. Fig. 912, een typisch jongemeisjesmodel- letje, heeft nog een hoog gesloten bont kraagje en sluit met eenige groote, houten knoopen. Het voorstuk van het manteltje en de voorbaan van den rok zijn in punten opgestikt. Het patroon is verkrijgbaar in de maten 40, 42 en 46 en we hebben noodig 2.75 M. stof van 140 c.M. breedte. Fig. 915. Tailleurcostume van tweedstof met breede revers en 2 rijen knoopen. Evenals bij het andere pakje zijn voorbaan van mantel en rok opgestikt. Het patroon is in dezelfde maten vooradig en we heb ben er dezelfde hoeveelheid stof voor noo dig. Fig. 914. Driekwart-lang mantelcostume met raglamriouwen, gegarneerd met cara calkraag. De groote zakken zijn bij 't rug pand aangesneden. Ze zijn evenals de mou wen versierd met grove stiksels en groote vierkante knoopen. De rok heeft van voren eenige smalle plooien. Het patroon is te verkrijgen in de maten 42, 44, 46 en 48. Benoodigd stof 3.25 Meter van 1.40 c.M. breed. toer vaste st. te haken aan den rechter kant van het breiwerk, 1 st. in eiken ge- breiden steek. Dan haakt men nog 'n twee den toer vaste st. eveneens aan den rech terkant. Men breit het tweede wantje precies eender en strijkt het werk aan den linker kant onder een vochtigen doek. Men rijgt dan 'n babylint door den gaat- jestoer en strikt het vast. Deze wantjes zijn bestemd voor 'n baby van ongeveer 1 jaar, kunnen echter ook gemakkelijk wat grooter worden gemaakt. DORA Het is ongelooflijk, hoeveel voorzorgen we nog moeten nemen bij het hu ren of koopen van een bestaand huis, willen we gespaard blijven voor vele onaangename verrassingen. Beginnende met de vloeren, willen wij in een paar trekken de voornaamste dingen behandelen, die U volstrekt niet over het hoofd mag zien. Wanneer elk vertrek een houten vloer heeft, kijk goed of er ventilatie onder den grond is, zoodat deze aan den onderkant niet nat is en spoedig rot. Vele oude hui zen lijden aan vochtigheid. De gewone tee kenen van vochtigheid zullen niet zoo gauw aan het oog ontsnappen, doch soms wan neer er pas nieuw behangen is, zoudt U er geen erg in kunnen hebben. Vocht onder den grond ziet U ook niet dadelijk. Een vloer kunt U heel goed onderzoeken, door op de teenen te gaan staan en hard neer te komen op de hakken. Een vloer die droog is, zal met een stevige hooge klank reageeren, terwijl een waarvan de balken rot zijn, zacht en dof klinkt. Bent U niet geheel voldaan, dan kunt U er b.v. op staan dat er een plank uitgehaald wordt en wan neer U met een zaklantaarn den onderkant inspecteert, heeft U zekerheid. Open een kast onder de trap, in t kale hout der trap kunt U houtworm of vuur direct ontdek ken. Houtworm zal U ontdekken, door met <2èn puntig voorwerp in de treden te prik ken; wanneer het hout poedert en afbrok kelt, zit er zeker houtworm in. Alleen afgaan op de gaatjes, veroor zaakt door houtworm, kunt U niet, daar 't heel goed mogelijk is, dat de worm van den anderen kant begonnen is en in 't hout voortwoekert, zonder dat er iets valt te be speuren aan den kant waar U controleert. „Vuur in 't hout" zijn leelijke geel witte plekken, die voortwoekeren en welke ont staan door vocht of verstikking. Wanneer U er geen kijk op heeft, dan kunt U weer het beste in het hout prikken biet een puntig voorwerp. U zult daarbij zien, dat het los en zacht is, zoodat het voorwerp er als in een koek ingaat. Probeer op deze manier ook den onder kant van architraven (omlijstingen van deuren, enz.). Vuur in 't hout is een rottingsproces, dat vaak verder kruipt en waardoor zelfs bo venliggende kamers kunnen aangetast wor den. Wanneer U een huis neemt met plat dak, kijk dan of er geen vochtplekken aan het plafond soms kunstig weggewerkt maar bijna altijd zichtbaar zijn, ontstaan door lekkage van den schoorsteen op het huis of den schoorsteen der buren. Aan scheuren in. deuren en aan de ein den der vensters kan men nagaan of het huis verzakt. Informeer naar de stookgelegenheden. Wanneer U soms nog een kolenfomuis mocht hebben, kijk goed of er in de schoor steennis wel een schoorsteen is of alleen maar een luchtgat, daar dit veel voorkomt in de huizen, die in de laatste zes jaar ge bouwd zijn. Bekijk uw schoorsteenen van buiten af. De best trekkende schoorsteen zal op het hoogste deel van uw dak gebouwd zijn; 'n schoorsteen echter die lager ligt dan het dak, hetgeen nogal eens voorkomt, zal U dikwijls zeer veel verdriet bezorgen, door in 't geheel niet trekken, door instuiven, dus door geheele onbruikbaarheid. Van zeer groot belang is het te weten hoe de ligging is van de rioleerlng; of men daar steeds goed bij kan; of deze niet te oud is en of deze van steen of van ijzer is. IJzeren buizen zijn te prefereeren, daar de steenen buizen verzakken, scheuren of po reus worden en lekkage en onaangenamen reuk veroorzaken. Het komt nogal eens voor, dat een vorige bewoner een granieten grond liet maken, daar waar de buizen onderliepen, b.v. in de .gang, zoodat de buizen bij eventueele repa ratie niet anders te bereiken waren dan door hakken van het graniet. Ten slotte is van zeer groot belang de uitmonding der buizen. In verschillende plaatsen b.v. in Haarlem komt het zeer veel voor loopen de afvoerbuizen in een put, welke zich bevindt in den tuin onder den grond. Deze putten zijn om den ande ren tuin geplaatst en het gebeurt dus, dat de uitmonding van de rioolbuizen van uw buren in den put in uw tuin uitkomen. Vele gevallen ken ik zeer van dichtbij, dat de huurders of zelfs koopers van het bestaan van zoo'n put niets afwisten en er verschrikkelijk van ophoorden, wanneer er aanvrage kwam voor het leegen van de put, hetgeen geschiedt door de gemeente-reini ging en waarvoor men nog een tamelijk bedrag betalen moet en waarbij men moet toestaan, dat er slangen door het heele huis gelegd worden, van den put naar den wagen voor de deur, waarbij zich soms on- geloofelijke complicaties voordoen, afgezien nog van het van tijd tot tijd graven van uw tuin en verschillende mogelijkheden wat betreft reparaties aan de buizen, de kwestie welke ontstaat door het al of niet meebetalen daaraan, enz. Al zou U zelf zoo'n huis willen moder- niseeren, een closet laten maken enz., dan blijft, tenzij uw buren hetzelfde willen la ten doen, altijd de soesa van dien put be staan, waar U niets aan veranderen mag. Alleen al het feit, dat men in sommige hui zen nog overstortputten vindt, gemetseld onder de bijkeuken, welke een ondraaglij- ken stank kunnen veroorzaken, maar dat natuurlijk juist op het oogenblik dat men het huis komt kijken, niet doen, bewijst, dat men bij het huren en vooral bij het koopen van een bestaand huis, al deze din gen in overweging moet nemen. ANEMOON w^llilSl m Men begint aan den onderkant van de manchet en zet 45 st. op. Het patroon bestaat uit 4 toeren: Ie toer: 1 r., 1 aver. Laatste st. r. 2e toer: aver. 3e toer: 1 aver., 1 r. Laatste st. aver. 4e toer: aver. Men herhaalt deze 4 toeren telkens, maar in den 5en toer mindert men aldus: 2 sa- menbreien, 19 st. breien, 3 samenbr., 19 br., 2 samenbr. In den llden toer mindert men aldus: 2 samenbr., 17 breien, 3 samenbr., 17 breien, 2 samenbr. In den 17en toer mindert men nogmaals: 2 samenbr. 15 breien, 3 samenbr., 15 breien, 2 samenbr. Men heeft dan nog 33 st. op de naald. Nu breit men 'n gaatjestoer voor het doorha len van 'n lintje. Men breit telkens 2 st., breit 2 st. samen, slaat den draad om de naald, enz. Men eindigt met 1 r. Na den gaatjestoer breit men 5 toeren in patroon recht door en begint dan te meerderen voor den duim. In den lsten meerderingstoer: 15 st. breien, 3 st. breien in den volgenden st., 1 st. breien, 3 st. in den daaropvolgenden st. en dan de over gebleven 15 st. breien; 3 toeren overbreien. 2e meerderingstoer: 15 st. breien, 3 st. in den volgenden, 5 breien, 3 st. in den daar opvolgenden, 15 st. Men gaat zoo door met meerderen in el- ken 4den toer, tot men in het geheel 12 st. heeft gemeerderd. Men heeft dan weer 45 st. op de naald. Hierop breit men 1 toer. Dan breit men 16 st. en op de volgende 13 st. breit men 8 toeren voor den duim. In den 9den toer begint men te minderen, al dus: Men breit 3 st., breit 3 st. samen, breit 3 st., breit 3 st. samen, breit 1 st., 1 toer aver, breien. In den daaropvolgenden toer breit men telkens 3 st. samen, breekt den draad af, rijgt hem door de 3 overgebleven st. en naait het duimpje opzij dicht aan den linkerkant. Men begint dan weer te breien naast de 16 reeds gebreide st. van den toer. Men neemt eerst 1 st. op bij het begin van den duim en breit dan de overige 16 st. Nu breit men 9 toeren in patroon. In den daar opvolgenden toer mindert men aldus: 2 st. samenbr., 3 keer: 5 st. breien en 3 st. sa- menbreien. Tot slot 5 st. breien, 2 st. sa menbr., 3 toeren aver, breien. Dan mindert men aldus: 2 st. samenbr., 3 keer: 3 st. breien en 3 st. samenbr. Tot slot: 3 st. breien en 2 st. samenbr., 3 toeren overbreien. In den laatsten minderingstoer breit men: 2 st. samenbr., 3 keer: 1 st. breien en 3 st. samenbr. Aan het eind van den toer: 1 st. breien en 2 st. samenbr. Men breekt dan den draad af, haalt hem door de overgebleven 9 st. en naait het wantje opzij dicht aan den linkerkant. Men werkt nu de manchetten af door 1 De vroege Hyacinten en Tulpen, die al flink gegroeid zijn, brengt men geleidelijk in het licht. Eerst moét de bloem geheel den bol verlaten hebben men kan ze best voelen tusschen duim en vinger alvorens de plant in het volle licht wordt gebracht. In de kamers wordt gestookt, 't Is niet gemakkelijk de kamerplanten frisch te houden. Men moet ze minstens eens per week afsponsen of besproeien. Het gebruik te water moet lauw zijn, maar beslist niet koud. Heeft men den vorigen zomer last gehad van rupsen op bessen- en frambozenstrui- ken, vergeet dan niet te spuiten met een 8 pet. vruehtboom-carbolineum-oplossing. Daarmee doodt men vast alle eieren, lar ven en andere insecten. De overgehouden Azalea, die men 't eerst wil laten bloeien, heeft men half December in een warmere omgeving gebracht. De middelvroege soorten zet men half Januari binnen, terwijl de laatbloeiende eerst na 15 Februari mogen binnenkomen. Is men te vroeg met naar binnen brengen, dan worden de knoppen bruin en openen zich niet. Zoolang van de bloem nog niets is te zien, besproeit men eiken morgen de plant, doch breekt de knop open, dan maakt men alleen de bladeren een beetje nat. Denk er om dat bloeiende Azalea's nooit in het zonlicht moeten worden geplaatst. OP VERZOEK Genomen maten: heupwijdte 72 c.M., broeklengte 34 c.M. Benoodigd: 1 c.M. stof van 70 cM., 90 cM. voering, 6 groote knoopen voor de bretelles, 2 kleine knoopjes, 1 gespje. Ge teekent het patroon op de aangege ven maten, waarna ge het op de vaste lij nen uitknipt. Van den zak, welke om 't pa troon is aangegeven, maakt ge even apart een patroontje door dit na te radeeren. Hierna legt ge het patroon van de broek op de stof, waarna ge het met een naad uitknipt, terwijl bovenaan, en onderaan de pijpjes 3 c.M. bij geknipt wordt. Men be gint met de zakken. Hiervoor knipt ge 4 stukken voering volgens het patroon, waar na ge voor den inkijk een stukje stof op stikt, dat 13 c.M. lang en 5 cM. breed wordt geknipt. Vervolgens legt ge twee van deze zakstukken op den voorkant van de broek, goede kanten op elkaar, waarna ge de 11 c.M. van de zakbreedte langs stikt. Dan kunt ge den zak naar den anderen kant toe omhalen, waarna ge verder den inslag op den zijnaad van de broek omrijgt en de zak opening in den aangegeven vorm langs stikt De andere stukken van den zak worden aan den achterkant van de broek vastgestikt. waarna ge de voorkanten op de achterkan ten stikt, uitgezonderd de 11 cM. voor den ingang van den zak. Aan den binnenkant stikt ge de voeringstukken van den zak op elkaar. Nu kan men den achtemaad en 6 cM. aan den voomaad dicht stikken, waar na ook den kruisnaad. Voor het split knipt ge 3 stukjes voering en 2 stukjes stof in den aangegeven vorm. Links zet ge eerst een stukje voering tegen, hierna stikt ge een stukje stof en voering tegen elkaar in voor de knoopsgaatjes, terwijl dit gelijk met eerstgenoemd voeringstukje wordt tegen- gestikt. Ook voor den rechterkant stikt ge stof in voering tegen elkaar in en stikt dit aan voor de knoopjes. Dan kunt ge de broek bovenaan en aan de pijpen op lengte om- rijgen. De voering stikt ge in elkaar, waarna ge ze bovenaan, langs het split, en onderaan de pijpjes tegenzoomt. Hierna wordt de broek stevig opgeperst. Ook de vouw in de pijpen, waarna ge in het split- je 2 knoopsgaatjes maakt en de knoopjes, knoopen en gesp aan zet. DINY DIE VROUW lEW HAAM HUISHOIJD11VG POLA aiimitrtmtf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 7