RUSTEN
m
El
O
W i n t e r g r o c n t e el
Kinder wantjes met
we naar een
aan
en hof
Broek voor jongens
van 5 jaar
NIEUWE VOORJAARSHOEDEN
Het lijkt zoo op 't eerste gezicht, alsof
rusten de eenvoudigste en gemakke
lijkste zaak ter wereld zou zijn. Lui
aards doen niet anders, nietwaar, en wat
een luiaard tot dagtaak en gewoonte heeft,
dat kan 'n vief en ijverig mensch toch ze
ker wel klaarspelen zoo vaak'hij maar ver
kiest.
Rusten.... je hoeft immers maar met je
handen in je schoot te gaan zitten en lek
ker niks uit te voeren en je rust al....
Maar daar gaat het nu juist om. Zijn wij
er toe te krijgen met de handen in den
schoot te gaan zitten op het juiste moment
en is zulks voor ons de juiste en de vol
ledigste manier van rusten?
Er zijn menschen, die niet rusten kun
nen. Of beter, die zich dat verbeelden.
Wie werkelijk in de onmogelijkheid zou ver-
keeren, zich voldoende rust te gunnen,
heeft niet alleen 't recht, maar zelfs den
plicht om zóóveel van zijn werk van zich
af te schuiven, dat er voor deze dringende
noodzaak wèl tijd overblijft. De boog kan
eenvoudig niet altijd gespannen zijn, en we
bewijzen er nóch onszelf, nóch anderen
ook maar eenigen dienst mee, wanneer we
onszelf tot onbruikbaarheid toe overwer
ken. Het tijdverlies, dan door gedwongen
rust veroorzaakt, is doorgaans veel grooter
dan dat van de bijtijds genomen ontspan
ningsuren!
Velen verbéélden zich echter, niet te
bunnen rusten. Uit overschatting van hun
eigen prestaties: omdat ze zich ten onrech
te onmisbaar achten. Of omdat ze 't heime
lijk wel machtig interessant vinden, over
laden te zijn met werk en zich geen secon
de van verademing te kunnen permittee-
ren. Of uit 'n soort van martelaars-vertoon:
ik moet altijd maar voort, mij ziet nie
mand ooit eens rustig zitten.
Tot de laatste categorie behooren som
mige huisvrouwen. Ze stellen er een soort
van trieste eer in, door voortdurend be
redderen te kennen te geven hoe 'n hard
en zwaar leven ze toch hebben en kunnen
eenvoudig niet verdragen, dat iemand haar
rustend aantreft. Men zou dan eens kun
nen denken dat ze 't toch nog zoo kwaad
niet hadden! Weer anderen, die minder
aanstellerig maar even kortzichtig zijn,
vinden rust-nemen iets diep-verachtelijks,
goed voor menschen, die niets te doen heb
ben. Zij gaan er groot op, nimmer te rus
ten wanneer ze er niet bij neervallen en
zouden raar opkijken als ze wisten, dat men
hen buitengewoon dom vindt inplaats van
flink en verstandig!
Nee, rusten is niet voor de menschen,
die niets te doen hebben, maar juist voor
hen, die veel en zwaar werken. Het is voor
hen dé eenige kans om daarmee zoo lang
mogelijk té kunnen doorgaan.
Welke is de goede manier van rusten?
We moeten liever eerst uitvinden, welk
sóórt van rust we noodig hebben. Wie met
zijn handen werkt en daarbij veel in be
weging is, heeft een heel ander soort van
rust noodig dan wie geestesarbeid verricht.
En wie bijvoorbeeld kantoorbediende is en
dus eigenlijk noch lichamelijk noch geeste
lijk werk doet, doch voornamelijk routine-
arbeid levert, zal wéér heel andere ont
spanning noodig hebben. De eerstgenoem
de heeft 't meest behoefte aan volstrekte
lichamelijke rust, de tweede aan lichame
lijke inspanning (ofschoon 't ook wel eens
voorkomt, dat 't lichaam dood-af is na
hersenwerk) en de derde aan beweging, ge
combineerd met geestelijke interessen.
Wanneer men lichamelijk moe is, haalt
het weinig of niets uit, wanneer men in
een stoel neerzijgt en daar slap en wegge
zakt wat blijft hangen. Dat is geen rusten.
Men heeft oneindig meer nut van zijn paar
minuten onderbreking, wanneer men even
languit gaat liggen, alle spieren volkomen
ontspant en alle denken vermijdt. Dit ont
spannen van de spieren, dat zoo eenvoudig
lijkt, vereischt veel oefening en moet lang
zamerhand geleerd worden; bij de meeste
menschen blijven ze, ook in zoogenaamde
rusthouding, nog voor een goed deel ge
spannen.
Zich losmaken van geesteswerk is echter
nog veel moeilijker, zooals alle hersenarbei-
ders bij ondervinding weten. Wie het in die
moeilijke kunst nog niet ver gebracht heeft,
kan nachten wakker liggen, omdat het on
mogelijk blijkt, de gedachten van het ge
dane of komende werk af te trekken. Wie
er echter langzamerhand in slaagt, dien
eeuwig-rondcirkelenden gedachtenstroom
meester te worden en met ijzeren wil in
bedwang te houden, wordt een van die ge
lukkige menschen, die, zoodra ze ophouden
met werken, er ook werkelijk los van zijn
en vrij om nieuwe krachten te vergaren
voor de komende taak. Dit zijn de eenigen,
die wérkelijk vacantie kunnen houden, die
ook door het jaar het volle genot halen uit
eiken fikschen wandeltocht, uit elk vrij
halfuurtje zelfs. De beklagenswaardigen,
die géén controle hebben over hun eigen
gedachtenleven, „werken" zelfs nog wan
neer ze vrij zijn!
Rusten is maar niet iets, dat iedereen
vanzelf kan, doch een moeilijke kunst, die
geleerd moet worden. Eigenlijk bestaat de
rust voor eiken werker daarin, dat hij dat
gene doet wat zijn werk hem als regel be
let en wat aan dit werk precies tegenover
gesteld is. En dat hij het doet met volle
overgave, vrij en los van alle zorg naar
lichaam en geest.
S. A. T.
Brusselsch lof met eiersaus. Men heeft
hiervoor noodig mooie gelijke struik
jes lof, welke niet te groot zijn. Bij
2 pond Brusselsch lof rekent men 4 afge
streken eetlepels bloem, 3 afgestreken eet
lepels boter, 2 eierdooiers, L. kokend wa
ter met 2 Maggi's bouillonblokjes en 'n wei
nig zout.
Het lof wordt goed schoon gemaakt, ge-
wasschen en in kokend water met zout
gaar gekookt, waarna men het goed laat
uitlekken, terwijl men het warm houdt.
Daarvoor plaatst men 'n vergiet op een pan
die men te vuur zet, doet het lof in de ver
giet en dekt die toe.
Intusschen maakt men de eiersaus. Roe
rende verwarmt men de bloem met 2 le
pels boter boven 'n klein pitje tot 'n mooi
gelijk papje. Onder voortdurend roeren
verdunt men dit langzamerhand met den
kokenden bouillon en men laat de saus
doorkoken tot ze goed gebonden is. Men
klopt de eierdooiers met 'n weinig zout,
voegt er de in kleine stukjes verdeelde over
geschoten boter bij, neemt de pan met de
saus van 't vuur en roert er vlug de eier
dooiers met boter doorheen.
Het lof schikt men op 'n platten schotel
en men bedekt het geheel met de eiersaus.
Zoo men wil, kan men dezen schotel nog
garneeren met hard gekookte eieren, in
partjes of schijfjes gesneden.
Schorseneeren met kaassaus. Bij 2 pond
schorseneeren rekent men 4 afgestreken
eetlepels bloem, 2 afgestreken lepels boter,
1 ons geraspte oude kaas, 1 theelepel Mag
gi's aroma, peper, zout en nootmuscaat.
Om de schorseneeren mooi blank te hou
den schrapt men ze bij kleine stukjes en
legt elk stukje direct in water met een
scheutje melk. Zijn alle schorseneeren al
dus geschrapt en in kleine stukjes verdeeld,
dan worden ze gewasschen en met kokend
water, waarin weer 'n scheutje melk, op t
vuur gezet met 'n weinig zout. Men laat ze
in ongeveer een half uur tijds gaar worden
en laat ze dan, door een vergiet in een pan,
toegedekt, uitlekken.
Intusschen kookt men de saus. Men ver
warmt de boter met de bloem, voegt daar
langzamerhand, onder voortdurend roeren,
het kooknat bij, dat men zoo noodig aan
vult met melk. Men moet ongeveer een K
liter nat hebben. De saus moet 'n paar mi
nuten doorkoken en wordt dan afgemaakt
met het grootste gedeelte van de geraspte
kaas, aroma, peper, zout en noot naar
smaak.
Men schikt de schorseneeren in 'n vuur
vast schoteltje, bedekt ze geheel met de
saus, strooit er de overgebleven kaas over
en plaatst het schoteltje in den oven om
'n bruin korstje te krijgen.
Aardappelentaart. Een onzer lezeressen
vraagt 't recept van een aardappelentaart,
zooals die in den mobilisatietijd veel werd
gebakken. Tot mijn spijt kan ik mevr. de V.
niet aan dit recept helpen. Een onzer an
dere lezeressen misschien?
A. K.—P.
H ,,Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo-
dellen, die aan het mode-album ,,Winterweelde" ontleend zijn, kunnen bij g
H het Patronenkantoor „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen be- g
steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor g
g mantels en japonnen, en 20 ets voor rokken, kleine avondjasjes en kin- g
g derkleeding. Voor toezending per post, ook bij bestelling aan de agen- g
g ten, 10 ets. extra. Het fraai uitgevoerde album zelf, 1 60 modellen bevat- g
g tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar.
illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllilllllllllllllllllillllMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIli
1
9**
Het lijkt wel of wij dit jaar een sei
zoen, n.l. den winter, overslaan en
onmerkbaar van het najaar in de
grillige lente glijden. Wij meenen dus, zon
der den schijn te willen geven van al te
groot optimisme, goed te doen met vast
eenige voorjaarspakjes te teekenen. Wan
neer we nu het patroon bestellen en heel
kalmpjes de stof knippen en verwerken,
zijn we precies klaar als het voorjaarszon
netje om een hoekje komt kijken.
Fig. 912, een typisch jongemeisjesmodel-
letje, heeft nog een hoog gesloten bont
kraagje en sluit met eenige groote, houten
knoopen. Het voorstuk van het manteltje
en de voorbaan van den rok zijn in punten
opgestikt. Het patroon is verkrijgbaar in de
maten 40, 42 en 46 en we hebben noodig
2.75 M. stof van 140 c.M. breedte.
Fig. 915. Tailleurcostume van tweedstof
met breede revers en 2 rijen knoopen.
Evenals bij het andere pakje zijn voorbaan
van mantel en rok opgestikt. Het patroon
is in dezelfde maten vooradig en we heb
ben er dezelfde hoeveelheid stof voor noo
dig.
Fig. 914. Driekwart-lang mantelcostume
met raglamriouwen, gegarneerd met cara
calkraag. De groote zakken zijn bij 't rug
pand aangesneden. Ze zijn evenals de mou
wen versierd met grove stiksels en groote
vierkante knoopen. De rok heeft van voren
eenige smalle plooien. Het patroon is te
verkrijgen in de maten 42, 44, 46 en 48.
Benoodigd stof 3.25 Meter van 1.40 c.M.
breed.
toer vaste st. te haken aan den rechter
kant van het breiwerk, 1 st. in eiken ge-
breiden steek. Dan haakt men nog 'n twee
den toer vaste st. eveneens aan den rech
terkant.
Men breit het tweede wantje precies
eender en strijkt het werk aan den linker
kant onder een vochtigen doek.
Men rijgt dan 'n babylint door den gaat-
jestoer en strikt het vast.
Deze wantjes zijn bestemd voor 'n baby
van ongeveer 1 jaar, kunnen echter ook
gemakkelijk wat grooter worden gemaakt.
DORA
Het is ongelooflijk, hoeveel voorzorgen
we nog moeten nemen bij het hu
ren of koopen van een bestaand
huis, willen we gespaard blijven voor vele
onaangename verrassingen.
Beginnende met de vloeren, willen wij in
een paar trekken de voornaamste dingen
behandelen, die U volstrekt niet over het
hoofd mag zien.
Wanneer elk vertrek een houten vloer
heeft, kijk goed of er ventilatie onder den
grond is, zoodat deze aan den onderkant
niet nat is en spoedig rot. Vele oude hui
zen lijden aan vochtigheid. De gewone tee
kenen van vochtigheid zullen niet zoo gauw
aan het oog ontsnappen, doch soms wan
neer er pas nieuw behangen is, zoudt U er
geen erg in kunnen hebben. Vocht onder
den grond ziet U ook niet dadelijk. Een
vloer kunt U heel goed onderzoeken, door
op de teenen te gaan staan en hard neer
te komen op de hakken. Een vloer die
droog is, zal met een stevige hooge klank
reageeren, terwijl een waarvan de balken
rot zijn, zacht en dof klinkt. Bent U niet
geheel voldaan, dan kunt U er b.v. op staan
dat er een plank uitgehaald wordt en wan
neer U met een zaklantaarn den onderkant
inspecteert, heeft U zekerheid. Open een
kast onder de trap, in t kale hout der trap
kunt U houtworm of vuur direct ontdek
ken. Houtworm zal U ontdekken, door met
<2èn puntig voorwerp in de treden te prik
ken; wanneer het hout poedert en afbrok
kelt, zit er zeker houtworm in.
Alleen afgaan op de gaatjes, veroor
zaakt door houtworm, kunt U niet, daar 't
heel goed mogelijk is, dat de worm van den
anderen kant begonnen is en in 't hout
voortwoekert, zonder dat er iets valt te be
speuren aan den kant waar U controleert.
„Vuur in 't hout" zijn leelijke geel witte
plekken, die voortwoekeren en welke ont
staan door vocht of verstikking.
Wanneer U er geen kijk op heeft, dan
kunt U weer het beste in het hout prikken
biet een puntig voorwerp. U zult daarbij
zien, dat het los en zacht is, zoodat het
voorwerp er als in een koek ingaat.
Probeer op deze manier ook den onder
kant van architraven (omlijstingen van
deuren, enz.).
Vuur in 't hout is een rottingsproces, dat
vaak verder kruipt en waardoor zelfs bo
venliggende kamers kunnen aangetast wor
den.
Wanneer U een huis neemt met plat dak,
kijk dan of er geen vochtplekken aan het
plafond soms kunstig weggewerkt maar
bijna altijd zichtbaar zijn, ontstaan door
lekkage van den schoorsteen op het huis of
den schoorsteen der buren.
Aan scheuren in. deuren en aan de ein
den der vensters kan men nagaan of het
huis verzakt.
Informeer naar de stookgelegenheden.
Wanneer U soms nog een kolenfomuis
mocht hebben, kijk goed of er in de schoor
steennis wel een schoorsteen is of alleen
maar een luchtgat, daar dit veel voorkomt
in de huizen, die in de laatste zes jaar ge
bouwd zijn.
Bekijk uw schoorsteenen van buiten af.
De best trekkende schoorsteen zal op het
hoogste deel van uw dak gebouwd zijn; 'n
schoorsteen echter die lager ligt dan het
dak, hetgeen nogal eens voorkomt, zal U
dikwijls zeer veel verdriet bezorgen, door
in 't geheel niet trekken, door instuiven,
dus door geheele onbruikbaarheid.
Van zeer groot belang is het te weten
hoe de ligging is van de rioleerlng; of men
daar steeds goed bij kan; of deze niet te
oud is en of deze van steen of van ijzer is.
IJzeren buizen zijn te prefereeren, daar de
steenen buizen verzakken, scheuren of po
reus worden en lekkage en onaangenamen
reuk veroorzaken.
Het komt nogal eens voor, dat een vorige
bewoner een granieten grond liet maken,
daar waar de buizen onderliepen, b.v. in de
.gang, zoodat de buizen bij eventueele repa
ratie niet anders te bereiken waren dan
door hakken van het graniet.
Ten slotte is van zeer groot belang de
uitmonding der buizen. In verschillende
plaatsen b.v. in Haarlem komt het zeer
veel voor loopen de afvoerbuizen in een
put, welke zich bevindt in den tuin onder
den grond. Deze putten zijn om den ande
ren tuin geplaatst en het gebeurt dus, dat
de uitmonding van de rioolbuizen van uw
buren in den put in uw tuin uitkomen.
Vele gevallen ken ik zeer van dichtbij,
dat de huurders of zelfs koopers van het
bestaan van zoo'n put niets afwisten en er
verschrikkelijk van ophoorden, wanneer er
aanvrage kwam voor het leegen van de put,
hetgeen geschiedt door de gemeente-reini
ging en waarvoor men nog een tamelijk
bedrag betalen moet en waarbij men moet
toestaan, dat er slangen door het heele
huis gelegd worden, van den put naar den
wagen voor de deur, waarbij zich soms on-
geloofelijke complicaties voordoen, afgezien
nog van het van tijd tot tijd graven van
uw tuin en verschillende mogelijkheden
wat betreft reparaties aan de buizen, de
kwestie welke ontstaat door het al of niet
meebetalen daaraan, enz.
Al zou U zelf zoo'n huis willen moder-
niseeren, een closet laten maken enz., dan
blijft, tenzij uw buren hetzelfde willen la
ten doen, altijd de soesa van dien put be
staan, waar U niets aan veranderen mag.
Alleen al het feit, dat men in sommige hui
zen nog overstortputten vindt, gemetseld
onder de bijkeuken, welke een ondraaglij-
ken stank kunnen veroorzaken, maar dat
natuurlijk juist op het oogenblik dat men
het huis komt kijken, niet doen, bewijst,
dat men bij het huren en vooral bij het
koopen van een bestaand huis, al deze din
gen in overweging moet nemen.
ANEMOON
w^llilSl
m
Men begint aan den onderkant van
de manchet en zet 45 st. op. Het
patroon bestaat uit 4 toeren:
Ie toer: 1 r., 1 aver. Laatste st. r.
2e toer: aver.
3e toer: 1 aver., 1 r. Laatste st. aver.
4e toer: aver.
Men herhaalt deze 4 toeren telkens, maar
in den 5en toer mindert men aldus: 2 sa-
menbreien, 19 st. breien, 3 samenbr., 19 br.,
2 samenbr.
In den llden toer mindert men aldus: 2
samenbr., 17 breien, 3 samenbr., 17 breien,
2 samenbr.
In den 17en toer mindert men nogmaals:
2 samenbr. 15 breien, 3 samenbr., 15 breien,
2 samenbr.
Men heeft dan nog 33 st. op de naald. Nu
breit men 'n gaatjestoer voor het doorha
len van 'n lintje. Men breit telkens 2 st.,
breit 2 st. samen, slaat den draad om de
naald, enz. Men eindigt met 1 r.
Na den gaatjestoer breit men 5 toeren
in patroon recht door en begint dan te
meerderen voor den duim. In den lsten
meerderingstoer: 15 st. breien, 3 st. breien
in den volgenden st., 1 st. breien, 3 st. in
den daaropvolgenden st. en dan de over
gebleven 15 st. breien; 3 toeren overbreien.
2e meerderingstoer: 15 st. breien, 3 st. in
den volgenden, 5 breien, 3 st. in den daar
opvolgenden, 15 st.
Men gaat zoo door met meerderen in el-
ken 4den toer, tot men in het geheel 12 st.
heeft gemeerderd. Men heeft dan weer 45
st. op de naald. Hierop breit men 1 toer.
Dan breit men 16 st. en op de volgende 13
st. breit men 8 toeren voor den duim. In
den 9den toer begint men te minderen, al
dus: Men breit 3 st., breit 3 st. samen, breit
3 st., breit 3 st. samen, breit 1 st., 1 toer
aver, breien. In den daaropvolgenden toer
breit men telkens 3 st. samen, breekt den
draad af, rijgt hem door de 3 overgebleven
st. en naait het duimpje opzij dicht aan
den linkerkant.
Men begint dan weer te breien naast de
16 reeds gebreide st. van den toer. Men
neemt eerst 1 st. op bij het begin van den
duim en breit dan de overige 16 st. Nu
breit men 9 toeren in patroon. In den daar
opvolgenden toer mindert men aldus: 2 st.
samenbr., 3 keer: 5 st. breien en 3 st. sa-
menbreien. Tot slot 5 st. breien, 2 st. sa
menbr., 3 toeren aver, breien.
Dan mindert men aldus: 2 st. samenbr.,
3 keer: 3 st. breien en 3 st. samenbr. Tot
slot: 3 st. breien en 2 st. samenbr., 3 toeren
overbreien.
In den laatsten minderingstoer breit
men: 2 st. samenbr., 3 keer: 1 st. breien
en 3 st. samenbr. Aan het eind van den
toer: 1 st. breien en 2 st. samenbr.
Men breekt dan den draad af, haalt hem
door de overgebleven 9 st. en naait het
wantje opzij dicht aan den linkerkant.
Men werkt nu de manchetten af door 1
De vroege Hyacinten en Tulpen, die al
flink gegroeid zijn, brengt men geleidelijk
in het licht. Eerst moét de bloem geheel den
bol verlaten hebben men kan ze best
voelen tusschen duim en vinger alvorens
de plant in het volle licht wordt gebracht.
In de kamers wordt gestookt, 't Is niet
gemakkelijk de kamerplanten frisch te
houden. Men moet ze minstens eens per
week afsponsen of besproeien. Het gebruik
te water moet lauw zijn, maar beslist niet
koud.
Heeft men den vorigen zomer last gehad
van rupsen op bessen- en frambozenstrui-
ken, vergeet dan niet te spuiten met een
8 pet. vruehtboom-carbolineum-oplossing.
Daarmee doodt men vast alle eieren, lar
ven en andere insecten.
De overgehouden Azalea, die men 't eerst
wil laten bloeien, heeft men half December
in een warmere omgeving gebracht. De
middelvroege soorten zet men half Januari
binnen, terwijl de laatbloeiende eerst na
15 Februari mogen binnenkomen. Is men
te vroeg met naar binnen brengen, dan
worden de knoppen bruin en openen zich
niet. Zoolang van de bloem nog niets is te
zien, besproeit men eiken morgen de plant,
doch breekt de knop open, dan maakt men
alleen de bladeren een beetje nat. Denk
er om dat bloeiende Azalea's nooit in het
zonlicht moeten worden geplaatst.
OP VERZOEK
Genomen maten: heupwijdte 72 c.M.,
broeklengte 34 c.M. Benoodigd: 1 c.M.
stof van 70 cM., 90 cM. voering, 6
groote knoopen voor de bretelles, 2 kleine
knoopjes, 1 gespje.
Ge teekent het patroon op de aangege
ven maten, waarna ge het op de vaste lij
nen uitknipt. Van den zak, welke om 't pa
troon is aangegeven, maakt ge even apart
een patroontje door dit na te radeeren.
Hierna legt ge het patroon van de broek
op de stof, waarna ge het met een naad
uitknipt, terwijl bovenaan, en onderaan de
pijpjes 3 c.M. bij geknipt wordt. Men be
gint met de zakken. Hiervoor knipt ge 4
stukken voering volgens het patroon, waar
na ge voor den inkijk een stukje stof op
stikt, dat 13 c.M. lang en 5 cM. breed wordt
geknipt. Vervolgens legt ge twee van deze
zakstukken op den voorkant van de broek,
goede kanten op elkaar, waarna ge de 11
c.M. van de zakbreedte langs stikt. Dan
kunt ge den zak naar den anderen kant toe
omhalen, waarna ge verder den inslag op
den zijnaad van de broek omrijgt en de zak
opening in den aangegeven vorm langs stikt
De andere stukken van den zak worden aan
den achterkant van de broek vastgestikt.
waarna ge de voorkanten op de achterkan
ten stikt, uitgezonderd de 11 cM. voor den
ingang van den zak. Aan den binnenkant
stikt ge de voeringstukken van den zak op
elkaar. Nu kan men den achtemaad en 6
cM. aan den voomaad dicht stikken, waar
na ook den kruisnaad. Voor het split knipt
ge 3 stukjes voering en 2 stukjes stof in den
aangegeven vorm. Links zet ge eerst een
stukje voering tegen, hierna stikt ge een
stukje stof en voering tegen elkaar in voor
de knoopsgaatjes, terwijl dit gelijk met
eerstgenoemd voeringstukje wordt tegen-
gestikt. Ook voor den rechterkant stikt ge
stof in voering tegen elkaar in en stikt dit
aan voor de knoopjes. Dan kunt ge de broek
bovenaan en aan de pijpen op lengte om-
rijgen. De voering stikt
ge in elkaar, waarna
ge ze bovenaan, langs
het split, en onderaan
de pijpjes tegenzoomt.
Hierna wordt de broek
stevig opgeperst. Ook
de vouw in de pijpen,
waarna ge in het split-
je 2 knoopsgaatjes
maakt en de knoopjes,
knoopen en gesp aan
zet.
DINY
DIE VROUW lEW HAAM HUISHOIJD11VG
POLA
aiimitrtmtf