UIT DEN OMTREK
<Kdwïftaal den dag
DE ENGELSCIIE KAPERS
pn
HET GEHEIM VAN
DE 7 WIJZERPLATEN
WOENSDAG 6 FEBRUARI 1935
Vervoersopbrengsten N.Z.H.
BLOEMENDAAL
HEEMSTEDE
SANTPOORT
Hoe leert men auto
rijden
Ervaringen van den directeur van
een autorijschool
in Xavier
Sin^db:;[ Het avontuur
SI
VELSEN
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
DOOR AGATHA CHRISTIE
Bij de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Mij.
N.V. waren de vervoersopbrengsten gedurende
Januari 1935 in totaal f 251.253; gedurende de
zelfde maand van 1934: f 278.548.
R. K. Vereeniging voor den middenstand.
Dezer dagen vergaderde bovengenoemde ver-
eeniging voor Bloemendaal-Overveen in het
Parochiehuis „Domi" te Overveen.
De voorzitter, de heer A. Haagen, opende de
vergadering op de gebruikelijke wijze en sprak
lot de goed voltallige vergadering zijn Nieuw-
jaarswensch uit.
Op deze vergadering was voor het eerst aan
wezig de nieuwbenoemde geestelijke adviseur,
kapelaan Lampe, die hartelijk welkom werd
geheeten, terwijl Z. E. de hoop uitsprak veel te
kunnen bereiken door goede samenwerking,
zoowel op geestelijk als maatschappelijk gebied.
Bij ingekomen stukken werd o. m. aandacht
besteed aan de Januari-circulaire Centraal
Hanze Bureau, vooral de vorming van 'n re
traite-club, desnoods met contactafdeelingen uit
naaste omgeving.
Er werd besloten een electriciteits-adviseur
voor de leden der Ver. te vragen; een bespre
king zal alsnog met het Bestuur plaats vinden.
Er zal in de toekomst gestreefd worden naar
meer samenhoorigheid onder de diverse stan
der. in het belang van eikaars belangen.
De brieven van het Hanze Bureau bestemd
voor de middenstandsvrouwen, zullen door het
Bestuur worden doorgezonden aan de vrouwen
der leden; natuurlijk zullen in dezen de dames
bun volle medewerking verleenen.
Hiema volgden jaarverslag van den secre
taris en de verslagen van den penningmeester,
Santos-Commissie en Controle-Commissie, die
alle werden goedgekeurd.
De voorzitter dankte de bestuurders voor het
door hen verrichtte werk.
Het volgende punt bracht leven in de ver
gadering, daar de heer Haagen verklaard had,
geen bestuursfunctie meer te zullen aanvaar
den. De heer Lindeman (aftredend) werd bij
de eerste stemming met overgroote meerder
heid herkozen, terwijl de herstemming tot uit
slag leverde de verkiezing van den heer H.
Lohman.
De nu volgende stemming voor voorzitter
bracht op één na algemeene stemmen den
heer Lohman naar voren, echter de nieuw ge
kozene dorst deze functie niet te aanvaarden
en eerst nadat door de andere bestuursleden
de toezegging tot daadwerkelijken steun was
toegezegd, stemde de heer H. Lohman toe,
Welk feit door de vergadering enthousiast werd
begroet.
De heer v. Kessel dankte den scheidenden
voorzitter voor het door hem verrichte werk,
gedaan in soms moeilijke omstandigheden, hij
schetste daarbij in 't kort dat toch grooten-
deels aan den heer Haagen het te danken is,
dat de afdeeling zoowel wat ledental als acti
viteit betreft een goed figuur maakt.
De voorzitter deelde mede dat het bestuur
er gaarne toe zou overgaan een H. Mis te laten
lezen, met algemeene H. Communie der leden,
'h een onzer nabij gelegen kapellen, waarna
gezamenlijk ontbijt, echter zou eerst de ver
gadering zich in dezen moeten uitspreken. In
den geest van het Bestuur sprak de vergade-
ving zich uit, doch eerst zal aan de leden een
circulaire met strook worden uitgereikt, waar
op de leden hun deelname kunnen bevestigen.
Vervolgens vroeg de heer v. Kessel meer ken
nisgeving naar buiten. Met dit verzoek werd
door de geheele vergadering instemming be
tuigd en de heer Hemelsoet werd gekozen als
correspondent voor deze propaganda. De heer
v. Kessel informeerde verder of het niet mo
gelijk is, dat de plaatselijke „Santos"-Commis-
sie een apart potje maakt voor eventueel plaat
selijke hulp. Hieraan zal door het Bestuur
aandacht worden besteed.
Als slot dankte de secretaris den scheiden
den voorzitter voor de aangename samenwer
king in al die jaren ondervonden en voor zijn
gegeven vrijen tyd in het belang van de afdee
ling Bloemendaal-Overveen.
Hierna sloot de voorzitter de vergadering
biet gebed.
Bloembollencultuur Maandagavond hield
de afdeeling Heemstede van de Algemeene Ver
eniging voor bloembollencultuur haar leden-
Vergadering.
In zijn openingswoord wees de voorzitter, de
heer Jos. M. J. Braam, op het gewichtige jaar,
dat komen gaat. Allereerst de a.s. groote ten
toonstelling, en tevens is het dit jaar 75 jaar
geleden, dat de Algemeene Vereeniging werd
cpgericht. De voorzitter sprak de beste wenschen
Voor de toekomst uit.
Onder de ingekomen stukken was o.m. een
Schrjjven van het Hoofdbestuur, waarin de be
swaren tegen opneming van betalingsdata in
het handelsreglement uiteengezet werd. Daar
de leden zich met deze bezwaren niet konden
Vereenigen, werd het bestuur verzocht nader
biet het hoofdbestuur in onderhandeling te
treden.
Aan den door de R. K. Bloemistarbeidersver-
eeniging St. Deusdedit te organiseeren huis-
broei, benevens schoolbroei, werd een kleine
subsidie toegestaan.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek, dat er een gering voordeelig saldo was
°ver het afgeloopen boekjaar.
Den penningmeester, den heer J. M. J.
Braam, werd décharge verleend.
Hoewel geen voorstellen voor de a.s. alge-
•heene vergadering werden ingediend, werden
Uitvoerige gedachtenwisselingen gevoerd over
ehkele in te dienen moties.
O.a. over de motie-Bennebroek en Voge
lenzang om de regeering te verzoeken het be
drag van het surplus niet door heffing in
omslag per R.R. te laten voldoen, daar de finan-
cieele toestand van het meerendeel der kweekers
zóó is, dat dit door hen niet zal kunnen worden
betaald, maar dit bedrag voor haar rekening
te nemen.
Algemeen kwam tot uiting, dat, waar de
regeering in andere bedrijven wel steun ver
leent, dit op den consument veelal verhaald
wordt en waar-voor de bloembollenkweeker, als
consument, aan moet meebetalen.
Uitvoerig werd ook besproken de motie
Hillegom, ten doel stellende het verlaten van
den gouden standaard. Men was het er over
eens, dat de dure gulden voor het bloembollen
vak een groot nadeel is.
Daar de gedachtengang der vergadering zóó
was, dat het mogelijk geacht wordt, dat de re-
geerlngspolitiek gevoerd wordt in het belang
van geheel het volk, werd het bestuur opge
dragen, bij de motie der afdeeling Benne-
broek-Vogelenzang een amendement in te
dienen, om als tegemoetkoming in die groote
schade van den duren gulden, voor dit jaar het
surplus voor rekening der regeering te nemen.
Personalia. Aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam is voor het candidaatsexamen in
de rechten geslaagd G. W. van Meyenfeldt, al
hier.
Tentoonstelling huisbroei van bloembollen
Evenals vorige jaren zal ook dit jaar de U.K.
Land- en Tuinarbeidersbond „St. Deus Dedit",
afdeeling Heemstede, een tentoonstelling orga
niseeren van door haar leden gebroeide bloe
men, waarbij ook weer ondergebracht is een
inzending van door de Heemsteedsche school
jeugd opgekweekte bloemen van hyacinten.
Dit laatste is altijd een bijzondere attractie,
die door de schooljeugd, dank zij de groot'e
medewerking van het onderwijzend personeel
op zeer hoogen prijs wordt gesteld. De aanvrage
was dit jaar dan ook bijzonder groot, zoo zelfs,
dat in totaal 1369 potjes met bollen konden
worden uitgereikt, aan een 11-tal scholen van
alle richtingen.
Een bijzondere attractie is dit jaar, dat de
regelingscommissie zoowel voor den huisbroei
als voor den schoolbroei de toezegging van de
Algemeene Vereeniging voor Bloembollencul
tuur heeft gekregen om deze inzendingen te
mogen exposeeren op de groote bloementen
toonstelling Flora. Daar een en ander groote
onkosten met zich meebrengt, vooral voor het
aankoopen van prijzen van de schooljeugd, doet
de commissie een beroep op de ingezetenen, om
in dezen zoo moeilijken tijd hen wat finan
cieel te steunen, die voor dit zoo mooie doel
zeker wel gerechtvaardigd is.
Operette Hans Drift Zaterdagavond zal in
het R.K. Vereenigingsgebouw, alhier; mej.
Kruidenberg, met haar R.K. Kinderkoor, be
staande uit Heemsteedsche meisjes en jongens,
opvoeren de operette „Hans Drift".
Zij, die mej. Kruidenberg reeds eerder met
haar gezelschap van jonge zangeresjes Vn zan
gers in een operette zagen optreden, weten dat
zij iets werkelijks moois weet te geven.
Daarbij komt nog, dat de schrijver van deze
operette nu eens niet komt met onwaarschijn
lijke figuren, maar met persoontjes, die meer
staan in den gedachtengang van het kind. En
de persoon van mej. Kruidenberg waarborgt
een vlot spel en goeden zang.
Liefhebbers van kinderzang en kinderspel
raden wij dan ook aan Zondagavond eens te
komen zien en luisteren.
De aanvang is bepaald op circa half acht.
Ontwikkeling en ontspanning voor werkloo-
zen Had de heer S. Rijkes eenige weken
geleden de werkloozen vergast op een aardig
uitstapje op het witte doek naar het hooge
Noorden, Dinsdagmiddag waren weer zeer vele
werkloozen in een der zalen van het R. K.
Vereenigingsgebouw bijeen om deel te nemen
aan een rondreisje door oud en nieuw Heem
stede. De heer N. Vos, gemeentesecretaris, die
in deze en een vorige functie een 20-tal jaren
de gemeente heeft gediend, heeft de verande
ring van plattelandsgemeente tot forensenvoor
stad geheel meegemaakt, kon er dus veel van
zeggen, en om zijn woord te verduidelijken had
hjj uit het archief een groot aantal foto's ver
zameld, die op het witte doek verschenen.
En dan zagen wij allereerst op het doek het
oude raadhuis met er voor den ouden en nog
weibekenden politieman Bouman, de helft van
het toenmalige politiecorps. Dit beeld wordt
direct gevolgd door het nieuwe raadhuis, en in
de raadszaal de oude vroede vaderen als wijlen
de heeren A. v. d. Weiden, A. v. d. Horst Hoeker,
Wickevoort v. Crommelin, Q. v. d. Berg, M. J.
Roozen, Pepex-korn en Jhr. v. Merlen.
Wat gaf die oude Raadhuisstraat van voor
heen een ander beeld van thans. Toen echt
dorpsch, nu vol groote winkelzaken en ruime
huizen.
Zoo wandelde men in gedachten het oude
dorp door, langs de Zandvoortkade, nog in
ouden toestand, den Binnenweg, een echte dorp
straat, den Bronsteeweg waar men nog aantrof
de eenvoudige huisjes waar nu de fraaie Bron-
steeschool staat, Leeuw en Hoofd, met haar
ouderwetschen bouw, den Schouwbroekerpolder
met den molen aan het Spaarne, waar nu het
Bronsteepark is verrezen, de Heemsteedsche
Dreef, nog als bloembollenvelden, nu een der
mooiste verkeerswegen.
Waar thans de Indische buurt is verrezen
werd den bezoekers een blik gegeven op de
groote kweekerij Insulinde met haar druiven-
kassen en vruchtboomen.
Voox-al bij de Glip is nieuw Heemstede met
zijn breede wegen en nieuwe bruggen een
groote tegenstelling met voorheen, ook al moest
dit gaan ten koste van veel landelijk schoon.
Natuurlijk mankeerde op het oude beeld de
stoomtram niet, zoowel in als buiten de kom
der gemeente.
Ook de Heerenweg en de Leidsche Vaart ge
ven een heel ander beeld dan vroeger. Wie kan
zich nog indenken de brug over de Zandvoort-
sche laan en het tolhek, nu geplaatst als een
monument aan den ingang van de tennis
banen en Groenendaal.
Landelijk was ook het oude R. K. kerkje, dat
enkele ouderen zich nog herinneren, en dat
plaats moest maken voor de R. K. kerk aan
den Heerenweg.
De heer Jonckbloedt, voorzitter van het co
mité was zeker de tolk van alle aanwezigen
als hij den heer Vos dank zegde voor dezen
interessanten middag.
Het ongeval bij de ijsbaan. Dinsdag is door
een groote schare padvinders het stoffelijk
overschot van den jeugdigen S. Kr., die door
een droevig ongeval bij de ijsbaan „Brederode"
het leven verloor, onder veel belangstelling ter
aarde besteld op de begraafplaats alhier.
In dezen tijd van de techniek en den vooruit
gang op allerlei gebied neemt de automobiel in
het dagelijksche leven een belangrijke plaats in,
die zij zich in een luttel aantal jaren heeft ver
overd. Vooroordeelen en verouderde inzichten
moesten wijken en plaats maken voor de nieu
were ideeën en in handel en industrie, verkeei
en toerisme is de automobiel tegenwoordig' een
factor van buitengewoon belang.
Voor velen is de auto een onmisbaar voertuig
geworden, dat zij voor hun zaken of genoegen
niet meer zouden kunnen missen. Menschen,
die er een tiental jaren geleden niet over zou
den gedacht hebben om achter het stuur te
gaan zitten, beschouwden het thans als het ge
woonste van de wereld, om met een auto
het land of de stad te doorkruiser.. Vroeger
ging dat betrekkelijk eenvoudig. Men keek eens
van een vriend of kennis af wat er aan te pas
kwam om een auto te besturen of nam hier en
daar wat lessen, waarna een rijbewijs werd
aangevraagd, dat zonder meer werd afgegeven.
Iemand, die slechts vijf lessen had gekregen,
maakte zonder verdere voorbereiding een tocht
naar Zwitserland, wat zeer onverantwoordelijk
was, want al kan men in ons land rijden, dan
kan men het nog lang niet in het buitenland en
zeker niet in de bergen. Talrijke interessante
bijzonderheden op dit gebied vernamen wij van
den heer Ewald Holzhaus, directeur der N. V.
Autorijschool Ewald Holzhaus, Bosboom Tous
saintstraat 7, Amsterdam en Zandvoortschelaan
255, Haarlem, welke inrichting dezer dagen tien
jaar bestond. De heer Holzhaus bleek gaarne
bereid ons een en ander te vertellen over de
vele ervaringen, die hij in de afgeloopen ja
ren heeft opgei aan. Hij hee t duizenden leer
lingen opgeleid van allerlei rang en stand en
heeft dus een ondervinding op dit gebied, zoo
als slechts weinigen.
De heer Holzhaus noemde het zeer gelukkig,
dat men indertijd is overgegaan tot het instel
len van een verplicht examen, waardoor geval
len waarop hierboven de aandacht werd geves
tigd niet meer mogelijk zijn. Hét examen is na
tuurlijk voor de meeste leerlingen geen pretje,
daar zij vrijwel altijd last van zenuwen hebben
en dit natuurlijk hun verrichtingen beïnvloedt
Ik heb iemand als leerling gehad, die het rij
den absoluut onder de knie had, maar vijfmaal
achtereen het examen niet kon afleggen, omdat
zijn zenuwen hem steeds parten speelden. Toch
is het examen op zichzelf niet zoo moeilijk en
de eischen kunnen heusch nog wel verzwaard
worden. Ik garandeer niemand, aldus onze zegs
man, die bij ons komt, dat hij direct zal slagen.
Dat hangt nu eenmaal af van persoonlijken
aanleg en feeling. De een heeft de kunst na
korten tijd te pakken, terwijl een ander er lang
over doet. Leerlingen, van wie na b.v. twee les
sen blijkt, dat zij door persoonlijke eigenschap
pen het bijna niet zullen leeren, worden nie
aangenomen. Het blijkt al heel spoedig, of
iemand de juiste geschiktheid bezit Soms zien
wij het al dikwijls voor hij nog in den auto
heeft gezeten, aan de wijze b.v. waarop hij zijn
fiets behandelt. Wij krijgen nu eenmaal ver
schillende soorten van leerlingen. Er zijn er b.v.
die geen genoegen nemen met een snelheid van
30 K.M. en direct reeds 80 willen rijden. Ande
ren weten het steeds beter dan de instructeur
en ook deze leerlingen kunnen wij niet gebrui
ken. Als zij zich niet van goeden wil toonen,
gaan wij met hen niet verder. De leerlingen ko
men direct in nieuwe wagens, al is hier groot
risico aan verbonden, daar het bedrijf niet ver
zekerd kan worden, daar de leerlingen aan het
stuur zitten. Ongelukken van beteekenis heb
ben wij echter practisch nog nooit gehad. Om
deze te voorkomen heeft de instructeur naast
zich een knopje, waardoor hij op elk gewenscht
oogenblik den stroom van de inductieklos kan
onderbreken en met de handrem den wagen
kan laten stoppen.
Het werk van de instructeurs is dikwijls erg
ondankbaar, maar toch beleven zij dikwijls
pleizierige uren in hun moeilijk werk. Zooals te
begrijpen, doen zich ook dikwijls grappige er
varingen voor. Een bekend hoogleeraar die zich
bij ons in het autorijden bekwaamde en nog
wel eens last had met de bediening van de pe
dalen, zeide, dat hij nog moest leexen ook met
zijn beenen te denken en een politicus, die er
eens op gewezen werd, dat hij meer links moest
aanhouden, gaf hierop ten antwoord, dat dit
steeds moeilijk ging, daar hij rechts georiën
teerd was.
Leerlingen van allerlei rang en stand heeft
de heer Holzhaus gehad. Personen, die een
hooge positie in de maatschappij bekleeden,
naast chauffeurs, die zoowel in het particuliere
of in het taxi-bedrijf werkzaam, ontvingen hier
hun opleiding, evenals vele missionarissen, die
voor hun vertrek haar de missie de kunst van
autorijden machtig wilden worden. Dat men
men over de lessen tevreden is, blijkt wel uit de
talrijke brieven, van dankbare en erkentelijke
leerlingen, die de heer Holzhaus ons liet zien.
Wat zegt u?" vroeg Jean Lamar opgewon
den aan den flegmatieken stations
chefOver een uur vertrekt de eerst
volgende trein? Maar dat is een schandaal!"
De beambte haalde de schouders op.
„U had in den .spoorweggids zelf kxinnen na
slaan, dat deze trein niet verder gaat. En u
mag nog van geluk spreken, dat de D-trein over
een uur hier stopt om u naar Parijs terug te
brengen, anders had u den nacht hier moeten
dooi-brengen. En het plaatsje Xavier is niet be
paald comfortabel,"
Met deze woorden liet de stationschef den
reiziger staan en verschanste zich in zijn bu
reau. Het was elf uur 's avonds. Langs de spoor
lijn gloeiden de lichten, verder heerschte er
diepe duisternis alom. De heer Lamar vloekte
zachtjes. Het was geheel en al zijn eigen schuld,
dat hij pp dit uur op een onbekend stationnetje
was te land gekomen. Mooie boel! Verdorie!
Hij werd in zijn sombere overpeinzingen ge
stoord door een lotgenoot, een medeslachtoffer,
dien hij tot nu toe niet had opgemerkt, al was
het een feit, dat deze man hem vanaf Parijs
was gevolgd.
„Ik zie, dat u den stationschef hebt gespro
ken," zei de man, „mag ik u vragen of we nog
vanavond uit dit gat kunnen wegkomen?"
Lamar's stemming verbeterde oogenblikkelijk.
Hij ontdekte, dat hij een broeder in het on
geluk had en dat maakte hem mild.
„Over een uur kunnen we met den D-trein
naar Parijs terugkeeren," zei hij en zijn stem
klonk nu vertroostend. „Belabberde boel, hier,
maar we zullen ons lot als mannen moeten
dragen."
„Misschien is er wel 'n herberg in de buurt...,"
veronderstelde de vreemde.
„Da's een goed idee," stemde Lamar in, „want
om u de waarheid te zeggen, ik voel er weinig
voor om een uur hier op dat tochtige perron
door te brengen. Laten we eens op zoek gaan."
zy verlieten het stationnetje en vonden na
eenig zoeken een boerenherberg. De gelagkamer
was verlaten. De kastelein zat achter de toon
bank te dutten en schrikte wakker, toen de
twee late bezoekers binnenkwamen.
Het duurde niet lang of de beide j-eizigers
genoten van 'n glas zoeten land wijn, terwijl zij
zich zoo behaaglijk mogelijk in de nabijheid van
de kachel hadden geïnstalleerd.
Lamar had nu de gelegenheid om zijn met
gezel eens goed op te nemen. Zij hadden zich
voorgesteld en zoo wist Lamar thans, dat de
man Claude Deval heette. Het was een man
van omstreeks vijf-en-dertig jaar, donker van
uiterlijk en gewoon gekleed. Een type, dat niet
opvalt, maar toch interesseerde hij Lamar.
Kwam het door den ingehouden toon, waarop
hij sprak? Of door den somberen gloed in zijn
oogen? Lamar haastte zich niet om op deze
vragen een antwoord te geven. Hij genoot van
den wijn en was tevreden met het gezelschap.
Beter had hjj het in zoo"n onbekend gehucht
als Xavier vast niet kunnen treffen.
„We kunnen tenminste nog naar Parijs te
rug," zei hij. „Dat was nu wel niet het doel van
mijn reis, maar...."
Deval knikte.
„Ik ben benieuwd of u zich interesseert voor
het doel van mijn reis," zei hij langzaam.
„O, ik ben niet nieuwsgierig," wuifde Lamar
af, „zaken, veronderstel ik."
„Geen zaken! Zeg liever het enkelvoud: een
zaak! Om duidelijk te zijn: het doel van mijn
reis is een moord!"
Hij zweeg en Lamar keek hem vragend, niet-
begrypend aan.
„U is van de politie veronderstelde hij
dan.
Deval schudde het hoofd.
„Nee," zei hij met nadnxk.... „Ik ga geen
moord ophelderen, maar ik ga er een bedrij
ven. Het klinkt u misschien zonderling in de
ooren. maar al tien jaar heb ik op deze gele
genheid gewacht. En gewacht met geduld, want
ik had de zekerheid, dat ik mijn wraak,zou
kunnen volvoeren."
Lamar fronste de wenkbrauwen en nam toen
nog een teug wijn. Het was of hij van plan was
geweest iets te
zeggen, maar bij
zwijgen. z
„Het is een j
harde geschiede-
nis," vervolgde
Deval. terwijl zijn oogen onafgebroken op La
mar bleven rusten. „Vóór tien jaar deed ik
zaken met een man, genaamd Marston. Wel
eens van hem gehoord?"
„Nooit!" zei Lamar kortaf.
„Welnu, die Marston was een schurk, een
oplichter en bovendien een verrader. Buiten
mijn medeweten bezwendelde hij tallooze kleine
luiden en toen de politie er zich in mengde,
wist hij zichzelf er geheel tusschen uit te
draaien door alle schuld op mij te schuiven.
Met het gevolg, dat ik onschuldig voor acht
jaar de gevangenis inging, terwijl jij, Mar
ston
„Mijn naam is Lamar," zei de an ier haastig.
„Tien jaar is een lange tijd," vervolgde de an
der onbewogen, „maar ik nam mij voor mij op
Marston te wreken. Zijn uiterlijk is wel wat
veranderd, maar zooals je ziet, heb ik hem toch
terug gevonden. Wat zou je nu niet willen ge
ven, Marston, wanneer je alles ongedaan kon
maken!"
„Maarehik benstamelde La
mar, die thans 't gevaar in zijn vollen omvang
zag. Hü deed een treurige poging om het glas
wijn met vaste hand aan zijn lippen te bren
gen. De schrik benevelde zijn hersens. Hij zag
de gelagkamer nog slechts door een mistig
waas, waar alleen de brandende oogen van
Deval doorheenboerden.
„Ik heb je gevolgd, van Parijs af," vervolgde
Deval, „en toen ik zag, dat je den verkeerden
trein nam, wist ik, dat het uur van mijn wraak
geslagen had. Ik behoef je niet meer in te
lichten, Marston, want ik heb je reeds verteld,
dat het doel van mijn reis een moord is."
Deval was nu vlak bij Lamar gekomen, die
hem met een door angst verwrongen gezicht
aanstaarde.
„W-wat wil je?" vroeg hij met droge lip
pen Ik ben
„Ik wil niets meer," Deval lachte satanisch...
Het doel van mijn reis is reeds volbracht. Je
bent al ten doode opgeschreven, want de wijn,
dien je gedronken hebt, bevat 'n langzaam wer
kend vergif, dat over enkele uren
„Vergiftigd?" kreunde Lamar ontzet, terwijl
hij naar zijn keel greep, „maar ik ben Lamar,
Jean Lamar.... je hebt je vergist.... ik
ben...."
Maar Deval had de gelagkamer verlaten en
was in de duisternis verdwenen.
„Ik houd niet van die methode," zei Walter
Collin, bijgenaamd Revolver-Walter, tot den
man, die zich Claude Deval noemde. „Het is
zoo sinister, zoo huiveringwekkend1"
Deval haalde de schouders op.
„In dezen tijd hebben de menschen zoo iets
noodig. sensatie, avontuur, welnu, ik gééf het
htm. Ik denk, dat het lang geduurd heeft voor
dat hij tot de ontdekking kwam
Glimlachend haalde Deval een portefeuille en
een gouden horloge te voorschijn, het resultaat
van het avontuur in Xavier.
Tot haar grooten schrik zag ze, dat de rivier in
een onderaardsch hol verdeen en het volgend oogen
blik was ze al meegesleurd in een killen gang. Gelukkig
zag ze heel in de verte al weer het daglicht.
De uitgang van het hol was spoedig bereikt en
Marry, die haar boomstam stevig vastklemde, haalde
verlicht adem. In de verte zag ze iemand op den
oever staan en tot haar onuitsprekelijke vreugde ont
dekte ze, dat het Hal was.
Hal intusschen keek verbaasd naar de vreemde
drenkelinge, die uit de duistere tunnel te voorschijn
kwam, en hij vertrouwde zijn oogen niet, toen hij Mary
meende te herkennen.
Poging tot inbraak Een bewoner van IJ-
muiden (O.) heeft aan de politie medegedeeld,
dat in zijn huis aan de Weerdstraat aldaar Ti
poging tot inbraak was gepleegd! De bewoners
waren den geheelen dag afwezig geweest en
eerst 's avonds laat thuis gekomen. Door de
politie werd onmiddellijk een onderzoek inge
steld, waarbij bleek, dat onbevoegden door het
wegschuiven van een stuk carton, dat voor *n
gebroken ruit was geplaatst, het tuimelraam
boven de keukendeur hadden geopend en daar
door naar binnen waren gekomen.
Verder dan de keuken waren zij in de woning
niet geweest. Er wordt niets vermist.
IJMUIDEN, 6 Febr. Rijksvischafslag. Tarbot
85—90 cent per kg. Griet 16.0030.00 per 50 kg.
Tong 0.851.30 per kg. Groote Schol 11.00
12.50. middel Schol 13.50—16.00. Zetschol 17.00—
21.00, kleine Schol 13.00—18.00. Bot 8A0. Schar
13.50 per 50 kg. Rog 8.0018.00 per 20 stuks.
Vleet 1.303.25 per stuk. Pieterman en Poon
5.4010.50, groote Schelvisch 25.0033.00, mid
del Schelvisch 21.5029.00, kl. midd. Schelvisch
16.0023.50, kleine Schelvisch 10.00—17.00 per
50 kg. Kabeljauw 27.5062.00 per 125 kg. Gullen
8.0018.00 per 50 kg. Leng 0.751.50 per stuk.
Heilbot 0.701.00 per kg. Wijting 4.70—6.80 per
50 kg. Koolvisch 0.111.30 per stuk. Makreel
9.0011.50 per 50 kg. Versche Haring 4.90 per
kist.
van de Woensdag aan den Rijksvischafslag
aangekomen
STOOMTRAWLERS
Christine 375 manden 2570Luther 230 m.
1860.Aneta 530 manden 2500IJsselmond
280 manden 2720Protinus 210 manden
1920.Azimuth 215 manden 2150.Witte Zee
195 manden 1630Corrie 185 manden 1590.
LOGGERS
K.W.: 49 610.—, 172 830.—, 101 100067
780—, 56 560
36
Met stokkenden adem wendde Bundie zich tot
hoofdinspecteur Battle, die juist uit de biblio
theek kwam. Jimmy en Loralne waren voor
hem.
„Zoo," zei Battle, „ik heb de kamer maar
Vastgemaakt en buiten staat er een mannetje
op wacht. En ik zal de deur sluiter en den
sleutel meenemen. In den loop van den mor
gen zullen we doen, wat de Franscher. de mis
daad reconstrueeren noemen.... Ja, lady Eileen,
V'at is er?"
„Hoofdinspecteur Battle, ik moet u spreken
aanstonds."
„We! zeker. Ik...."
George Lomax verscheen plotseling met dr
Cartwright aan zijn zijde.
„O ben je daar Battle. Het zal je verheugen
te hooren, dat er niets ernstigs is met
O'Rourke."
„Ik heb nooit gedacht dat het met O'Rourke
heel erg zou zijn," zei Battle.
„Men heeft een sterk slaapmiddel toege
diend," zei de dokter. „Hij zal 's morgens heeie-
maal gezond wakker worden. Misschien een
beetje hoofdpijn, misschien ook niet. Wel, jonge
man, laat uw kogelwond eens zien."
„Voox-uit, zuster," zei Jimmy tot Loraine. „Kom
mijn hand vasthouden. Wees getuige van de
smart van een sterk man. Je weet hoe het
moet."
Jimmy, Loraine en de dokter gingen samen
weg. Bundie bleef smartelijke blikken werpen
in de richting van hoofdinspecteur Battle die
door George werd aangeklampt. De hoofdin
specteur wachtte geduldig tot er een opont
houd kwam in George's spraakzaamheid. Toen
maakte hij er vlug gebruik van.
„Ik wilde u vragen mijnheer of ik sir Stanley
even alleen zou kunnen spreken. In de kleine
studeerkamer ginds.
„Zeker," zei George, „zeker. Ik zal hem dade
lijk gaan halen."
Hij ging haastig weer naar boven. Battle trok
Bundie vlug in het salon en sloot de deur.
„Nu Lady Eileen. Wat is er?"
„Dat zal ik u zoo snel mogeiyk vertellen....
het is tamelijk lang en ingewikkeld."
Zoo beknopt mogelijk vertelde Bundie haar
introductie in de Zeven Wijzerplaten Club en
haar daaropvolgende avonturen in die gelegen
heid. Toen ze uitverteld was haalde hoofdin
specteur Battle diep adem. Voor één keertje
zag hij af van zijn onveranderlijke gelaats
uitdrukking.
„Merkwaardig," zei hij, „merkwaardig. Ik zou
niet gedacht hebben, dat het mogelijk was zelfs
niet, dat het u mogelijk was. Dat had ik beter
behooren te weten."
„Maar gaf me een wenk, hoofdinspecteur
Battle. U zei dat ik het Bill Eversleigh moest
vragen."
„Het is gevaarlijk, menschen zooals u, een
wenk te geven, lady-Eileen. Ik had nooit ge
dacht dat u zoover zoudt gaan, als het geval
blijkt te zijn."
„O dat is in orde, hoofdinspecteur Battle. U
draagt geen schuld aan mijn dood."
„Nog niet, dat is waai-," zei Battle grimmig.
Hij stond daar of hij een en ancer over
woog, of hij in gedachten verdiept was.
„Wat mijnheer Thesiger eigenlijk dacht, dat
hij u zoo'n gevaar liet loonen, kan ik niet be
grijpen," zei hij kort daarop.
„Hij wist het pas naderhand," zei Bundie.
„Ik ben niet heelemaal zoo'n uilskuiken, hoofd
inspecteur Battle en in ieder geval heeft hjj zijn
handen vol met voor juffrouw Wade te zorgen."
„Zoo, zoo," zei de hoofdinspecteur. „O!"
Hij knipoogde even.
„Ik zal mijnheer Eversleigh moeten aanwijzen,
om voor u te zorgen, lady Eileen."
„Bill," zei Bundle minachtend. „Maar hoofd
inspecteur Battle, u hebt mijn verhaal nog niet
uitgehoord. De vrouw die ik daar zag Anna
No. 1. Ja, No 1 is gravin Radzky."
En vlug begon ze het herkennen van het
moedervlekje te vertellen.
Tot haar verwondering schraapte de hoofd
inspecteur zijn keel.
„Een moedervlekje bewüst nog niet veel. lady
Eileen. Twee vx-ouwen zouden gemakkelijk een
zelfde moedervlekje kunnen hebben. U moet be
denken dat gravin Radzky in Hongarije een
zeer bekende figuur is
„Dan is ze de echte gravin Radzky niet. Ik
vex-zeker u dat het dezelfde vrouw is, die ik
daar zag. En kijk vannacht eenshoe we
haar vonden. Ik geloof nooit dat ze flauw ge
vallen is."
„O, dat zou ik niet zeggen, lady Eileen. Die
leege huls, die de boekenkast naast haar raakte
had elke vrouw zich half gek doen schrikken."
„Maar wat deed ze daar dan toch. Je gaat
geen boek zoeken met een electriscne zaklan
taarn."
Battle krabde zich over de wang. Hij scheen
liever niet te spreken. Hy begon de kamer op
en neer te loopen, alsof hij een besiuit wilde
nemen. Ten laatste wendde hy zich tot het
meisje.
„Hoor eens lady Eileen. Ik zal u vertrouwen.
Het gedrag van de gravin is verdacht Ik weet
dat even goed als u. Het is heel verdacht
maar we moeten voorzichtig zyn. Er moeten
geen onaangenaamheden uit voortkomen met
gezantschappen. Men moet zeker zyn."
„Ik begrijp u. Als u er zeker van was
„Dat is wat anders. Gedurende den oorlog
lady Eileen, maakte men er veel drukte over dat
men Duitsche spionnen on vrije voeten liet
Bemoeizieke menschen schreven meezonden
stukken er over. We letten er niet op We trok
ken ons niets van het schelden aan Men liet
de kleine vischjes met rust. Waarom? Omdat we
door hen vroeg of laat den grooten visch... den
hoofdman te pakken zouden krijgen."
„U bedoelt?"
„Trek u er niets van aan, lady Eileeen wat ik
bedoel. Maar onthoud dit: ik weet alles van de
gravin. En ik wil haar met rust laten."
,,En nu," voegde Battle er triestig aan toe,
„moet ik iets bedenken, wat ik aan sir Stanley
Digby kan zeggen."
DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
Hoofdinspecteur Battle heeft dienst
Het was tien uur op den morgen daarna. De
zon stroomde door de glazen deuren van de
bibliotheek, waar hoofdinspecteur Battle sinds
zes uur aan het werk was geweest. Op zyn
vexzoek hadden zich George Lomax, sir Oswald
Coote en Jimmy Thesiger juist by hem ge
voegd. na de vermoeienissen van den nacht door
een stevig ontbijt eenigszins te hebben geneu
traliseerd.
Jimmy droeg zijn arm in een doek, maar ver
der had hy geen sporen van ae kloppaxty van
den nacht.
De hoofdinspecteur keek hen alle clne wel
willend aan. ongeveer op de manier van een
vriendelyken conservator, die kleine jongens
rondleidt in een museum. Op de tafel naast
hem lagen verschillende gelabelde voorwerpen.
Daaronder herkende Jimmy Leopold.
„O hoofdinspecteur," zei George. „Ik ben be
nieuwd of u ook voortgang gemaakt hebt. Hebt
u den man te pakken gekregen?"
,Dat zal me nogal veel tyd kosten," zei de
hoofdinspecteur op luchtigen toon.
Zyn falen in dat opzicht scheen hem niet
veel spyt te berokkenen.
George Lomax hoorde dat niet met bijzondere
vreugde. Hij had een hekel aan alle luchtig
heid.
„Ik heb hier alles netjes by elkaar,' ver
volgde de detective.
Hij nam twee voorwerpen van de tafel.
„Hier hebben we de twee kogels no. 455 ge
schoten uit mijnheer Thesiger's automatische
Colt-revolver. Die heeft langs het raamkozyn
geschaafd en ik vond hem in den stam van
den cederboom. Dit kleine dingetje werd ge
vuurd uit den Mauser 25. Na door mynheer
Thesiger's arm gegaan te zijn vloog het in oezen
armstoel. Wat het pistool zelf betreft
„En," vroeg sir Oswald nieuwsgierig, „zyn er
ook vingerafdrukken?
Battle schudde het hoofd.
„De man die het hanteerde, droeg handschoe
nen."
„Jammer," zei sir Oswald.
„Een man, die zyn zaken kent. draagt natuur-
lyk handschoenen. Is het juist sir Oswald als ik
veronderstel, dat u dit pistool vond op ongeveer
twintig meter afstand van de onderste trede
van het terras?"
Sir Oswald stapte naar de deur
„Ja, byna precies, zou ik zeggen."
„Ik wil geen aanmerking maken, maar u
zoudt wijzer gedaan hebben, als u het had
laten liggen, waar u het vond."
„Het spyt me," zei sir Oswald styf.
(Wordt vervolgd)