UIT DEN OMTREK <Kdwïftaal den dag DE ENGELSCIIE KAPERS pn HET GEHEIM VAN DE 7 WIJZERPLATEN WOENSDAG 6 FEBRUARI 1935 Vervoersopbrengsten N.Z.H. BLOEMENDAAL HEEMSTEDE SANTPOORT Hoe leert men auto rijden Ervaringen van den directeur van een autorijschool in Xavier Sin^db:;[ Het avontuur SI VELSEN RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN DOOR AGATHA CHRISTIE Bij de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Mij. N.V. waren de vervoersopbrengsten gedurende Januari 1935 in totaal f 251.253; gedurende de zelfde maand van 1934: f 278.548. R. K. Vereeniging voor den middenstand. Dezer dagen vergaderde bovengenoemde ver- eeniging voor Bloemendaal-Overveen in het Parochiehuis „Domi" te Overveen. De voorzitter, de heer A. Haagen, opende de vergadering op de gebruikelijke wijze en sprak lot de goed voltallige vergadering zijn Nieuw- jaarswensch uit. Op deze vergadering was voor het eerst aan wezig de nieuwbenoemde geestelijke adviseur, kapelaan Lampe, die hartelijk welkom werd geheeten, terwijl Z. E. de hoop uitsprak veel te kunnen bereiken door goede samenwerking, zoowel op geestelijk als maatschappelijk gebied. Bij ingekomen stukken werd o. m. aandacht besteed aan de Januari-circulaire Centraal Hanze Bureau, vooral de vorming van 'n re traite-club, desnoods met contactafdeelingen uit naaste omgeving. Er werd besloten een electriciteits-adviseur voor de leden der Ver. te vragen; een bespre king zal alsnog met het Bestuur plaats vinden. Er zal in de toekomst gestreefd worden naar meer samenhoorigheid onder de diverse stan der. in het belang van eikaars belangen. De brieven van het Hanze Bureau bestemd voor de middenstandsvrouwen, zullen door het Bestuur worden doorgezonden aan de vrouwen der leden; natuurlijk zullen in dezen de dames bun volle medewerking verleenen. Hiema volgden jaarverslag van den secre taris en de verslagen van den penningmeester, Santos-Commissie en Controle-Commissie, die alle werden goedgekeurd. De voorzitter dankte de bestuurders voor het door hen verrichtte werk. Het volgende punt bracht leven in de ver gadering, daar de heer Haagen verklaard had, geen bestuursfunctie meer te zullen aanvaar den. De heer Lindeman (aftredend) werd bij de eerste stemming met overgroote meerder heid herkozen, terwijl de herstemming tot uit slag leverde de verkiezing van den heer H. Lohman. De nu volgende stemming voor voorzitter bracht op één na algemeene stemmen den heer Lohman naar voren, echter de nieuw ge kozene dorst deze functie niet te aanvaarden en eerst nadat door de andere bestuursleden de toezegging tot daadwerkelijken steun was toegezegd, stemde de heer H. Lohman toe, Welk feit door de vergadering enthousiast werd begroet. De heer v. Kessel dankte den scheidenden voorzitter voor het door hem verrichte werk, gedaan in soms moeilijke omstandigheden, hij schetste daarbij in 't kort dat toch grooten- deels aan den heer Haagen het te danken is, dat de afdeeling zoowel wat ledental als acti viteit betreft een goed figuur maakt. De voorzitter deelde mede dat het bestuur er gaarne toe zou overgaan een H. Mis te laten lezen, met algemeene H. Communie der leden, 'h een onzer nabij gelegen kapellen, waarna gezamenlijk ontbijt, echter zou eerst de ver gadering zich in dezen moeten uitspreken. In den geest van het Bestuur sprak de vergade- ving zich uit, doch eerst zal aan de leden een circulaire met strook worden uitgereikt, waar op de leden hun deelname kunnen bevestigen. Vervolgens vroeg de heer v. Kessel meer ken nisgeving naar buiten. Met dit verzoek werd door de geheele vergadering instemming be tuigd en de heer Hemelsoet werd gekozen als correspondent voor deze propaganda. De heer v. Kessel informeerde verder of het niet mo gelijk is, dat de plaatselijke „Santos"-Commis- sie een apart potje maakt voor eventueel plaat selijke hulp. Hieraan zal door het Bestuur aandacht worden besteed. Als slot dankte de secretaris den scheiden den voorzitter voor de aangename samenwer king in al die jaren ondervonden en voor zijn gegeven vrijen tyd in het belang van de afdee ling Bloemendaal-Overveen. Hierna sloot de voorzitter de vergadering biet gebed. Bloembollencultuur Maandagavond hield de afdeeling Heemstede van de Algemeene Ver eniging voor bloembollencultuur haar leden- Vergadering. In zijn openingswoord wees de voorzitter, de heer Jos. M. J. Braam, op het gewichtige jaar, dat komen gaat. Allereerst de a.s. groote ten toonstelling, en tevens is het dit jaar 75 jaar geleden, dat de Algemeene Vereeniging werd cpgericht. De voorzitter sprak de beste wenschen Voor de toekomst uit. Onder de ingekomen stukken was o.m. een Schrjjven van het Hoofdbestuur, waarin de be swaren tegen opneming van betalingsdata in het handelsreglement uiteengezet werd. Daar de leden zich met deze bezwaren niet konden Vereenigen, werd het bestuur verzocht nader biet het hoofdbestuur in onderhandeling te treden. Aan den door de R. K. Bloemistarbeidersver- eeniging St. Deusdedit te organiseeren huis- broei, benevens schoolbroei, werd een kleine subsidie toegestaan. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat er een gering voordeelig saldo was °ver het afgeloopen boekjaar. Den penningmeester, den heer J. M. J. Braam, werd décharge verleend. Hoewel geen voorstellen voor de a.s. alge- •heene vergadering werden ingediend, werden Uitvoerige gedachtenwisselingen gevoerd over ehkele in te dienen moties. O.a. over de motie-Bennebroek en Voge lenzang om de regeering te verzoeken het be drag van het surplus niet door heffing in omslag per R.R. te laten voldoen, daar de finan- cieele toestand van het meerendeel der kweekers zóó is, dat dit door hen niet zal kunnen worden betaald, maar dit bedrag voor haar rekening te nemen. Algemeen kwam tot uiting, dat, waar de regeering in andere bedrijven wel steun ver leent, dit op den consument veelal verhaald wordt en waar-voor de bloembollenkweeker, als consument, aan moet meebetalen. Uitvoerig werd ook besproken de motie Hillegom, ten doel stellende het verlaten van den gouden standaard. Men was het er over eens, dat de dure gulden voor het bloembollen vak een groot nadeel is. Daar de gedachtengang der vergadering zóó was, dat het mogelijk geacht wordt, dat de re- geerlngspolitiek gevoerd wordt in het belang van geheel het volk, werd het bestuur opge dragen, bij de motie der afdeeling Benne- broek-Vogelenzang een amendement in te dienen, om als tegemoetkoming in die groote schade van den duren gulden, voor dit jaar het surplus voor rekening der regeering te nemen. Personalia. Aan de Vrije Universiteit te Amsterdam is voor het candidaatsexamen in de rechten geslaagd G. W. van Meyenfeldt, al hier. Tentoonstelling huisbroei van bloembollen Evenals vorige jaren zal ook dit jaar de U.K. Land- en Tuinarbeidersbond „St. Deus Dedit", afdeeling Heemstede, een tentoonstelling orga niseeren van door haar leden gebroeide bloe men, waarbij ook weer ondergebracht is een inzending van door de Heemsteedsche school jeugd opgekweekte bloemen van hyacinten. Dit laatste is altijd een bijzondere attractie, die door de schooljeugd, dank zij de groot'e medewerking van het onderwijzend personeel op zeer hoogen prijs wordt gesteld. De aanvrage was dit jaar dan ook bijzonder groot, zoo zelfs, dat in totaal 1369 potjes met bollen konden worden uitgereikt, aan een 11-tal scholen van alle richtingen. Een bijzondere attractie is dit jaar, dat de regelingscommissie zoowel voor den huisbroei als voor den schoolbroei de toezegging van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencul tuur heeft gekregen om deze inzendingen te mogen exposeeren op de groote bloementen toonstelling Flora. Daar een en ander groote onkosten met zich meebrengt, vooral voor het aankoopen van prijzen van de schooljeugd, doet de commissie een beroep op de ingezetenen, om in dezen zoo moeilijken tijd hen wat finan cieel te steunen, die voor dit zoo mooie doel zeker wel gerechtvaardigd is. Operette Hans Drift Zaterdagavond zal in het R.K. Vereenigingsgebouw, alhier; mej. Kruidenberg, met haar R.K. Kinderkoor, be staande uit Heemsteedsche meisjes en jongens, opvoeren de operette „Hans Drift". Zij, die mej. Kruidenberg reeds eerder met haar gezelschap van jonge zangeresjes Vn zan gers in een operette zagen optreden, weten dat zij iets werkelijks moois weet te geven. Daarbij komt nog, dat de schrijver van deze operette nu eens niet komt met onwaarschijn lijke figuren, maar met persoontjes, die meer staan in den gedachtengang van het kind. En de persoon van mej. Kruidenberg waarborgt een vlot spel en goeden zang. Liefhebbers van kinderzang en kinderspel raden wij dan ook aan Zondagavond eens te komen zien en luisteren. De aanvang is bepaald op circa half acht. Ontwikkeling en ontspanning voor werkloo- zen Had de heer S. Rijkes eenige weken geleden de werkloozen vergast op een aardig uitstapje op het witte doek naar het hooge Noorden, Dinsdagmiddag waren weer zeer vele werkloozen in een der zalen van het R. K. Vereenigingsgebouw bijeen om deel te nemen aan een rondreisje door oud en nieuw Heem stede. De heer N. Vos, gemeentesecretaris, die in deze en een vorige functie een 20-tal jaren de gemeente heeft gediend, heeft de verande ring van plattelandsgemeente tot forensenvoor stad geheel meegemaakt, kon er dus veel van zeggen, en om zijn woord te verduidelijken had hjj uit het archief een groot aantal foto's ver zameld, die op het witte doek verschenen. En dan zagen wij allereerst op het doek het oude raadhuis met er voor den ouden en nog weibekenden politieman Bouman, de helft van het toenmalige politiecorps. Dit beeld wordt direct gevolgd door het nieuwe raadhuis, en in de raadszaal de oude vroede vaderen als wijlen de heeren A. v. d. Weiden, A. v. d. Horst Hoeker, Wickevoort v. Crommelin, Q. v. d. Berg, M. J. Roozen, Pepex-korn en Jhr. v. Merlen. Wat gaf die oude Raadhuisstraat van voor heen een ander beeld van thans. Toen echt dorpsch, nu vol groote winkelzaken en ruime huizen. Zoo wandelde men in gedachten het oude dorp door, langs de Zandvoortkade, nog in ouden toestand, den Binnenweg, een echte dorp straat, den Bronsteeweg waar men nog aantrof de eenvoudige huisjes waar nu de fraaie Bron- steeschool staat, Leeuw en Hoofd, met haar ouderwetschen bouw, den Schouwbroekerpolder met den molen aan het Spaarne, waar nu het Bronsteepark is verrezen, de Heemsteedsche Dreef, nog als bloembollenvelden, nu een der mooiste verkeerswegen. Waar thans de Indische buurt is verrezen werd den bezoekers een blik gegeven op de groote kweekerij Insulinde met haar druiven- kassen en vruchtboomen. Voox-al bij de Glip is nieuw Heemstede met zijn breede wegen en nieuwe bruggen een groote tegenstelling met voorheen, ook al moest dit gaan ten koste van veel landelijk schoon. Natuurlijk mankeerde op het oude beeld de stoomtram niet, zoowel in als buiten de kom der gemeente. Ook de Heerenweg en de Leidsche Vaart ge ven een heel ander beeld dan vroeger. Wie kan zich nog indenken de brug over de Zandvoort- sche laan en het tolhek, nu geplaatst als een monument aan den ingang van de tennis banen en Groenendaal. Landelijk was ook het oude R. K. kerkje, dat enkele ouderen zich nog herinneren, en dat plaats moest maken voor de R. K. kerk aan den Heerenweg. De heer Jonckbloedt, voorzitter van het co mité was zeker de tolk van alle aanwezigen als hij den heer Vos dank zegde voor dezen interessanten middag. Het ongeval bij de ijsbaan. Dinsdag is door een groote schare padvinders het stoffelijk overschot van den jeugdigen S. Kr., die door een droevig ongeval bij de ijsbaan „Brederode" het leven verloor, onder veel belangstelling ter aarde besteld op de begraafplaats alhier. In dezen tijd van de techniek en den vooruit gang op allerlei gebied neemt de automobiel in het dagelijksche leven een belangrijke plaats in, die zij zich in een luttel aantal jaren heeft ver overd. Vooroordeelen en verouderde inzichten moesten wijken en plaats maken voor de nieu were ideeën en in handel en industrie, verkeei en toerisme is de automobiel tegenwoordig' een factor van buitengewoon belang. Voor velen is de auto een onmisbaar voertuig geworden, dat zij voor hun zaken of genoegen niet meer zouden kunnen missen. Menschen, die er een tiental jaren geleden niet over zou den gedacht hebben om achter het stuur te gaan zitten, beschouwden het thans als het ge woonste van de wereld, om met een auto het land of de stad te doorkruiser.. Vroeger ging dat betrekkelijk eenvoudig. Men keek eens van een vriend of kennis af wat er aan te pas kwam om een auto te besturen of nam hier en daar wat lessen, waarna een rijbewijs werd aangevraagd, dat zonder meer werd afgegeven. Iemand, die slechts vijf lessen had gekregen, maakte zonder verdere voorbereiding een tocht naar Zwitserland, wat zeer onverantwoordelijk was, want al kan men in ons land rijden, dan kan men het nog lang niet in het buitenland en zeker niet in de bergen. Talrijke interessante bijzonderheden op dit gebied vernamen wij van den heer Ewald Holzhaus, directeur der N. V. Autorijschool Ewald Holzhaus, Bosboom Tous saintstraat 7, Amsterdam en Zandvoortschelaan 255, Haarlem, welke inrichting dezer dagen tien jaar bestond. De heer Holzhaus bleek gaarne bereid ons een en ander te vertellen over de vele ervaringen, die hij in de afgeloopen ja ren heeft opgei aan. Hij hee t duizenden leer lingen opgeleid van allerlei rang en stand en heeft dus een ondervinding op dit gebied, zoo als slechts weinigen. De heer Holzhaus noemde het zeer gelukkig, dat men indertijd is overgegaan tot het instel len van een verplicht examen, waardoor geval len waarop hierboven de aandacht werd geves tigd niet meer mogelijk zijn. Hét examen is na tuurlijk voor de meeste leerlingen geen pretje, daar zij vrijwel altijd last van zenuwen hebben en dit natuurlijk hun verrichtingen beïnvloedt Ik heb iemand als leerling gehad, die het rij den absoluut onder de knie had, maar vijfmaal achtereen het examen niet kon afleggen, omdat zijn zenuwen hem steeds parten speelden. Toch is het examen op zichzelf niet zoo moeilijk en de eischen kunnen heusch nog wel verzwaard worden. Ik garandeer niemand, aldus onze zegs man, die bij ons komt, dat hij direct zal slagen. Dat hangt nu eenmaal af van persoonlijken aanleg en feeling. De een heeft de kunst na korten tijd te pakken, terwijl een ander er lang over doet. Leerlingen, van wie na b.v. twee les sen blijkt, dat zij door persoonlijke eigenschap pen het bijna niet zullen leeren, worden nie aangenomen. Het blijkt al heel spoedig, of iemand de juiste geschiktheid bezit Soms zien wij het al dikwijls voor hij nog in den auto heeft gezeten, aan de wijze b.v. waarop hij zijn fiets behandelt. Wij krijgen nu eenmaal ver schillende soorten van leerlingen. Er zijn er b.v. die geen genoegen nemen met een snelheid van 30 K.M. en direct reeds 80 willen rijden. Ande ren weten het steeds beter dan de instructeur en ook deze leerlingen kunnen wij niet gebrui ken. Als zij zich niet van goeden wil toonen, gaan wij met hen niet verder. De leerlingen ko men direct in nieuwe wagens, al is hier groot risico aan verbonden, daar het bedrijf niet ver zekerd kan worden, daar de leerlingen aan het stuur zitten. Ongelukken van beteekenis heb ben wij echter practisch nog nooit gehad. Om deze te voorkomen heeft de instructeur naast zich een knopje, waardoor hij op elk gewenscht oogenblik den stroom van de inductieklos kan onderbreken en met de handrem den wagen kan laten stoppen. Het werk van de instructeurs is dikwijls erg ondankbaar, maar toch beleven zij dikwijls pleizierige uren in hun moeilijk werk. Zooals te begrijpen, doen zich ook dikwijls grappige er varingen voor. Een bekend hoogleeraar die zich bij ons in het autorijden bekwaamde en nog wel eens last had met de bediening van de pe dalen, zeide, dat hij nog moest leexen ook met zijn beenen te denken en een politicus, die er eens op gewezen werd, dat hij meer links moest aanhouden, gaf hierop ten antwoord, dat dit steeds moeilijk ging, daar hij rechts georiën teerd was. Leerlingen van allerlei rang en stand heeft de heer Holzhaus gehad. Personen, die een hooge positie in de maatschappij bekleeden, naast chauffeurs, die zoowel in het particuliere of in het taxi-bedrijf werkzaam, ontvingen hier hun opleiding, evenals vele missionarissen, die voor hun vertrek haar de missie de kunst van autorijden machtig wilden worden. Dat men men over de lessen tevreden is, blijkt wel uit de talrijke brieven, van dankbare en erkentelijke leerlingen, die de heer Holzhaus ons liet zien. Wat zegt u?" vroeg Jean Lamar opgewon den aan den flegmatieken stations chefOver een uur vertrekt de eerst volgende trein? Maar dat is een schandaal!" De beambte haalde de schouders op. „U had in den .spoorweggids zelf kxinnen na slaan, dat deze trein niet verder gaat. En u mag nog van geluk spreken, dat de D-trein over een uur hier stopt om u naar Parijs terug te brengen, anders had u den nacht hier moeten dooi-brengen. En het plaatsje Xavier is niet be paald comfortabel," Met deze woorden liet de stationschef den reiziger staan en verschanste zich in zijn bu reau. Het was elf uur 's avonds. Langs de spoor lijn gloeiden de lichten, verder heerschte er diepe duisternis alom. De heer Lamar vloekte zachtjes. Het was geheel en al zijn eigen schuld, dat hij pp dit uur op een onbekend stationnetje was te land gekomen. Mooie boel! Verdorie! Hij werd in zijn sombere overpeinzingen ge stoord door een lotgenoot, een medeslachtoffer, dien hij tot nu toe niet had opgemerkt, al was het een feit, dat deze man hem vanaf Parijs was gevolgd. „Ik zie, dat u den stationschef hebt gespro ken," zei de man, „mag ik u vragen of we nog vanavond uit dit gat kunnen wegkomen?" Lamar's stemming verbeterde oogenblikkelijk. Hij ontdekte, dat hij een broeder in het on geluk had en dat maakte hem mild. „Over een uur kunnen we met den D-trein naar Parijs terugkeeren," zei hij en zijn stem klonk nu vertroostend. „Belabberde boel, hier, maar we zullen ons lot als mannen moeten dragen." „Misschien is er wel 'n herberg in de buurt...," veronderstelde de vreemde. „Da's een goed idee," stemde Lamar in, „want om u de waarheid te zeggen, ik voel er weinig voor om een uur hier op dat tochtige perron door te brengen. Laten we eens op zoek gaan." zy verlieten het stationnetje en vonden na eenig zoeken een boerenherberg. De gelagkamer was verlaten. De kastelein zat achter de toon bank te dutten en schrikte wakker, toen de twee late bezoekers binnenkwamen. Het duurde niet lang of de beide j-eizigers genoten van 'n glas zoeten land wijn, terwijl zij zich zoo behaaglijk mogelijk in de nabijheid van de kachel hadden geïnstalleerd. Lamar had nu de gelegenheid om zijn met gezel eens goed op te nemen. Zij hadden zich voorgesteld en zoo wist Lamar thans, dat de man Claude Deval heette. Het was een man van omstreeks vijf-en-dertig jaar, donker van uiterlijk en gewoon gekleed. Een type, dat niet opvalt, maar toch interesseerde hij Lamar. Kwam het door den ingehouden toon, waarop hij sprak? Of door den somberen gloed in zijn oogen? Lamar haastte zich niet om op deze vragen een antwoord te geven. Hij genoot van den wijn en was tevreden met het gezelschap. Beter had hjj het in zoo"n onbekend gehucht als Xavier vast niet kunnen treffen. „We kunnen tenminste nog naar Parijs te rug," zei hij. „Dat was nu wel niet het doel van mijn reis, maar...." Deval knikte. „Ik ben benieuwd of u zich interesseert voor het doel van mijn reis," zei hij langzaam. „O, ik ben niet nieuwsgierig," wuifde Lamar af, „zaken, veronderstel ik." „Geen zaken! Zeg liever het enkelvoud: een zaak! Om duidelijk te zijn: het doel van mijn reis is een moord!" Hij zweeg en Lamar keek hem vragend, niet- begrypend aan. „U is van de politie veronderstelde hij dan. Deval schudde het hoofd. „Nee," zei hij met nadnxk.... „Ik ga geen moord ophelderen, maar ik ga er een bedrij ven. Het klinkt u misschien zonderling in de ooren. maar al tien jaar heb ik op deze gele genheid gewacht. En gewacht met geduld, want ik had de zekerheid, dat ik mijn wraak,zou kunnen volvoeren." Lamar fronste de wenkbrauwen en nam toen nog een teug wijn. Het was of hij van plan was geweest iets te zeggen, maar bij zwijgen. z „Het is een j harde geschiede- nis," vervolgde Deval. terwijl zijn oogen onafgebroken op La mar bleven rusten. „Vóór tien jaar deed ik zaken met een man, genaamd Marston. Wel eens van hem gehoord?" „Nooit!" zei Lamar kortaf. „Welnu, die Marston was een schurk, een oplichter en bovendien een verrader. Buiten mijn medeweten bezwendelde hij tallooze kleine luiden en toen de politie er zich in mengde, wist hij zichzelf er geheel tusschen uit te draaien door alle schuld op mij te schuiven. Met het gevolg, dat ik onschuldig voor acht jaar de gevangenis inging, terwijl jij, Mar ston „Mijn naam is Lamar," zei de an ier haastig. „Tien jaar is een lange tijd," vervolgde de an der onbewogen, „maar ik nam mij voor mij op Marston te wreken. Zijn uiterlijk is wel wat veranderd, maar zooals je ziet, heb ik hem toch terug gevonden. Wat zou je nu niet willen ge ven, Marston, wanneer je alles ongedaan kon maken!" „Maarehik benstamelde La mar, die thans 't gevaar in zijn vollen omvang zag. Hü deed een treurige poging om het glas wijn met vaste hand aan zijn lippen te bren gen. De schrik benevelde zijn hersens. Hij zag de gelagkamer nog slechts door een mistig waas, waar alleen de brandende oogen van Deval doorheenboerden. „Ik heb je gevolgd, van Parijs af," vervolgde Deval, „en toen ik zag, dat je den verkeerden trein nam, wist ik, dat het uur van mijn wraak geslagen had. Ik behoef je niet meer in te lichten, Marston, want ik heb je reeds verteld, dat het doel van mijn reis een moord is." Deval was nu vlak bij Lamar gekomen, die hem met een door angst verwrongen gezicht aanstaarde. „W-wat wil je?" vroeg hij met droge lip pen Ik ben „Ik wil niets meer," Deval lachte satanisch... Het doel van mijn reis is reeds volbracht. Je bent al ten doode opgeschreven, want de wijn, dien je gedronken hebt, bevat 'n langzaam wer kend vergif, dat over enkele uren „Vergiftigd?" kreunde Lamar ontzet, terwijl hij naar zijn keel greep, „maar ik ben Lamar, Jean Lamar.... je hebt je vergist.... ik ben...." Maar Deval had de gelagkamer verlaten en was in de duisternis verdwenen. „Ik houd niet van die methode," zei Walter Collin, bijgenaamd Revolver-Walter, tot den man, die zich Claude Deval noemde. „Het is zoo sinister, zoo huiveringwekkend1" Deval haalde de schouders op. „In dezen tijd hebben de menschen zoo iets noodig. sensatie, avontuur, welnu, ik gééf het htm. Ik denk, dat het lang geduurd heeft voor dat hij tot de ontdekking kwam Glimlachend haalde Deval een portefeuille en een gouden horloge te voorschijn, het resultaat van het avontuur in Xavier. Tot haar grooten schrik zag ze, dat de rivier in een onderaardsch hol verdeen en het volgend oogen blik was ze al meegesleurd in een killen gang. Gelukkig zag ze heel in de verte al weer het daglicht. De uitgang van het hol was spoedig bereikt en Marry, die haar boomstam stevig vastklemde, haalde verlicht adem. In de verte zag ze iemand op den oever staan en tot haar onuitsprekelijke vreugde ont dekte ze, dat het Hal was. Hal intusschen keek verbaasd naar de vreemde drenkelinge, die uit de duistere tunnel te voorschijn kwam, en hij vertrouwde zijn oogen niet, toen hij Mary meende te herkennen. Poging tot inbraak Een bewoner van IJ- muiden (O.) heeft aan de politie medegedeeld, dat in zijn huis aan de Weerdstraat aldaar Ti poging tot inbraak was gepleegd! De bewoners waren den geheelen dag afwezig geweest en eerst 's avonds laat thuis gekomen. Door de politie werd onmiddellijk een onderzoek inge steld, waarbij bleek, dat onbevoegden door het wegschuiven van een stuk carton, dat voor *n gebroken ruit was geplaatst, het tuimelraam boven de keukendeur hadden geopend en daar door naar binnen waren gekomen. Verder dan de keuken waren zij in de woning niet geweest. Er wordt niets vermist. IJMUIDEN, 6 Febr. Rijksvischafslag. Tarbot 85—90 cent per kg. Griet 16.0030.00 per 50 kg. Tong 0.851.30 per kg. Groote Schol 11.00 12.50. middel Schol 13.50—16.00. Zetschol 17.00— 21.00, kleine Schol 13.00—18.00. Bot 8A0. Schar 13.50 per 50 kg. Rog 8.0018.00 per 20 stuks. Vleet 1.303.25 per stuk. Pieterman en Poon 5.4010.50, groote Schelvisch 25.0033.00, mid del Schelvisch 21.5029.00, kl. midd. Schelvisch 16.0023.50, kleine Schelvisch 10.00—17.00 per 50 kg. Kabeljauw 27.5062.00 per 125 kg. Gullen 8.0018.00 per 50 kg. Leng 0.751.50 per stuk. Heilbot 0.701.00 per kg. Wijting 4.70—6.80 per 50 kg. Koolvisch 0.111.30 per stuk. Makreel 9.0011.50 per 50 kg. Versche Haring 4.90 per kist. van de Woensdag aan den Rijksvischafslag aangekomen STOOMTRAWLERS Christine 375 manden 2570Luther 230 m. 1860.Aneta 530 manden 2500IJsselmond 280 manden 2720Protinus 210 manden 1920.Azimuth 215 manden 2150.Witte Zee 195 manden 1630Corrie 185 manden 1590. LOGGERS K.W.: 49 610.—, 172 830.—, 101 100067 780—, 56 560 36 Met stokkenden adem wendde Bundie zich tot hoofdinspecteur Battle, die juist uit de biblio theek kwam. Jimmy en Loralne waren voor hem. „Zoo," zei Battle, „ik heb de kamer maar Vastgemaakt en buiten staat er een mannetje op wacht. En ik zal de deur sluiter en den sleutel meenemen. In den loop van den mor gen zullen we doen, wat de Franscher. de mis daad reconstrueeren noemen.... Ja, lady Eileen, V'at is er?" „Hoofdinspecteur Battle, ik moet u spreken aanstonds." „We! zeker. Ik...." George Lomax verscheen plotseling met dr Cartwright aan zijn zijde. „O ben je daar Battle. Het zal je verheugen te hooren, dat er niets ernstigs is met O'Rourke." „Ik heb nooit gedacht dat het met O'Rourke heel erg zou zijn," zei Battle. „Men heeft een sterk slaapmiddel toege diend," zei de dokter. „Hij zal 's morgens heeie- maal gezond wakker worden. Misschien een beetje hoofdpijn, misschien ook niet. Wel, jonge man, laat uw kogelwond eens zien." „Voox-uit, zuster," zei Jimmy tot Loraine. „Kom mijn hand vasthouden. Wees getuige van de smart van een sterk man. Je weet hoe het moet." Jimmy, Loraine en de dokter gingen samen weg. Bundie bleef smartelijke blikken werpen in de richting van hoofdinspecteur Battle die door George werd aangeklampt. De hoofdin specteur wachtte geduldig tot er een opont houd kwam in George's spraakzaamheid. Toen maakte hij er vlug gebruik van. „Ik wilde u vragen mijnheer of ik sir Stanley even alleen zou kunnen spreken. In de kleine studeerkamer ginds. „Zeker," zei George, „zeker. Ik zal hem dade lijk gaan halen." Hij ging haastig weer naar boven. Battle trok Bundie vlug in het salon en sloot de deur. „Nu Lady Eileen. Wat is er?" „Dat zal ik u zoo snel mogeiyk vertellen.... het is tamelijk lang en ingewikkeld." Zoo beknopt mogelijk vertelde Bundie haar introductie in de Zeven Wijzerplaten Club en haar daaropvolgende avonturen in die gelegen heid. Toen ze uitverteld was haalde hoofdin specteur Battle diep adem. Voor één keertje zag hij af van zijn onveranderlijke gelaats uitdrukking. „Merkwaardig," zei hij, „merkwaardig. Ik zou niet gedacht hebben, dat het mogelijk was zelfs niet, dat het u mogelijk was. Dat had ik beter behooren te weten." „Maar gaf me een wenk, hoofdinspecteur Battle. U zei dat ik het Bill Eversleigh moest vragen." „Het is gevaarlijk, menschen zooals u, een wenk te geven, lady-Eileen. Ik had nooit ge dacht dat u zoover zoudt gaan, als het geval blijkt te zijn." „O dat is in orde, hoofdinspecteur Battle. U draagt geen schuld aan mijn dood." „Nog niet, dat is waai-," zei Battle grimmig. Hij stond daar of hij een en ancer over woog, of hij in gedachten verdiept was. „Wat mijnheer Thesiger eigenlijk dacht, dat hij u zoo'n gevaar liet loonen, kan ik niet be grijpen," zei hij kort daarop. „Hij wist het pas naderhand," zei Bundie. „Ik ben niet heelemaal zoo'n uilskuiken, hoofd inspecteur Battle en in ieder geval heeft hjj zijn handen vol met voor juffrouw Wade te zorgen." „Zoo, zoo," zei de hoofdinspecteur. „O!" Hij knipoogde even. „Ik zal mijnheer Eversleigh moeten aanwijzen, om voor u te zorgen, lady Eileen." „Bill," zei Bundle minachtend. „Maar hoofd inspecteur Battle, u hebt mijn verhaal nog niet uitgehoord. De vrouw die ik daar zag Anna No. 1. Ja, No 1 is gravin Radzky." En vlug begon ze het herkennen van het moedervlekje te vertellen. Tot haar verwondering schraapte de hoofd inspecteur zijn keel. „Een moedervlekje bewüst nog niet veel. lady Eileen. Twee vx-ouwen zouden gemakkelijk een zelfde moedervlekje kunnen hebben. U moet be denken dat gravin Radzky in Hongarije een zeer bekende figuur is „Dan is ze de echte gravin Radzky niet. Ik vex-zeker u dat het dezelfde vrouw is, die ik daar zag. En kijk vannacht eenshoe we haar vonden. Ik geloof nooit dat ze flauw ge vallen is." „O, dat zou ik niet zeggen, lady Eileen. Die leege huls, die de boekenkast naast haar raakte had elke vrouw zich half gek doen schrikken." „Maar wat deed ze daar dan toch. Je gaat geen boek zoeken met een electriscne zaklan taarn." Battle krabde zich over de wang. Hij scheen liever niet te spreken. Hy begon de kamer op en neer te loopen, alsof hij een besiuit wilde nemen. Ten laatste wendde hy zich tot het meisje. „Hoor eens lady Eileen. Ik zal u vertrouwen. Het gedrag van de gravin is verdacht Ik weet dat even goed als u. Het is heel verdacht maar we moeten voorzichtig zyn. Er moeten geen onaangenaamheden uit voortkomen met gezantschappen. Men moet zeker zyn." „Ik begrijp u. Als u er zeker van was „Dat is wat anders. Gedurende den oorlog lady Eileen, maakte men er veel drukte over dat men Duitsche spionnen on vrije voeten liet Bemoeizieke menschen schreven meezonden stukken er over. We letten er niet op We trok ken ons niets van het schelden aan Men liet de kleine vischjes met rust. Waarom? Omdat we door hen vroeg of laat den grooten visch... den hoofdman te pakken zouden krijgen." „U bedoelt?" „Trek u er niets van aan, lady Eileeen wat ik bedoel. Maar onthoud dit: ik weet alles van de gravin. En ik wil haar met rust laten." ,,En nu," voegde Battle er triestig aan toe, „moet ik iets bedenken, wat ik aan sir Stanley Digby kan zeggen." DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK Hoofdinspecteur Battle heeft dienst Het was tien uur op den morgen daarna. De zon stroomde door de glazen deuren van de bibliotheek, waar hoofdinspecteur Battle sinds zes uur aan het werk was geweest. Op zyn vexzoek hadden zich George Lomax, sir Oswald Coote en Jimmy Thesiger juist by hem ge voegd. na de vermoeienissen van den nacht door een stevig ontbijt eenigszins te hebben geneu traliseerd. Jimmy droeg zijn arm in een doek, maar ver der had hy geen sporen van ae kloppaxty van den nacht. De hoofdinspecteur keek hen alle clne wel willend aan. ongeveer op de manier van een vriendelyken conservator, die kleine jongens rondleidt in een museum. Op de tafel naast hem lagen verschillende gelabelde voorwerpen. Daaronder herkende Jimmy Leopold. „O hoofdinspecteur," zei George. „Ik ben be nieuwd of u ook voortgang gemaakt hebt. Hebt u den man te pakken gekregen?" ,Dat zal me nogal veel tyd kosten," zei de hoofdinspecteur op luchtigen toon. Zyn falen in dat opzicht scheen hem niet veel spyt te berokkenen. George Lomax hoorde dat niet met bijzondere vreugde. Hij had een hekel aan alle luchtig heid. „Ik heb hier alles netjes by elkaar,' ver volgde de detective. Hij nam twee voorwerpen van de tafel. „Hier hebben we de twee kogels no. 455 ge schoten uit mijnheer Thesiger's automatische Colt-revolver. Die heeft langs het raamkozyn geschaafd en ik vond hem in den stam van den cederboom. Dit kleine dingetje werd ge vuurd uit den Mauser 25. Na door mynheer Thesiger's arm gegaan te zijn vloog het in oezen armstoel. Wat het pistool zelf betreft „En," vroeg sir Oswald nieuwsgierig, „zyn er ook vingerafdrukken? Battle schudde het hoofd. „De man die het hanteerde, droeg handschoe nen." „Jammer," zei sir Oswald. „Een man, die zyn zaken kent. draagt natuur- lyk handschoenen. Is het juist sir Oswald als ik veronderstel, dat u dit pistool vond op ongeveer twintig meter afstand van de onderste trede van het terras?" Sir Oswald stapte naar de deur „Ja, byna precies, zou ik zeggen." „Ik wil geen aanmerking maken, maar u zoudt wijzer gedaan hebben, als u het had laten liggen, waar u het vond." „Het spyt me," zei sir Oswald styf. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 9