Hoe Tegelen het Nederlandsche Oberammergau werd Zoekt gij betrouwbaar y (/T\FIPCI /\Cï F, I plaats dan een „Omroeper" j Personeel? 1 I voor 80.000 gezinnen PASSIESPELEN 193S Geheel nieuwe tooneel- bouw Hier wordt een katholiek gemeen- schapsspel gegeven: alle stan den werken er eendrach tig samen BOEK EN BLAD De Katholieke Illustratie I111111u11111111111111111111111111111111.1111111111111111111111111111.nl ZATERDAG 9 FEBRUARI 1935 De Olympische tentoonstelling te Berlijn is Vrijdag officieel geopend. De maquette van het groote Olympische wedstrijdterrein, waar de verschillende landen elkaar in 1936 zullen ontmoeten Een kijkje op de nieuwe Rijnbrug te Arnhem, die niet eerder voor automobilisten zal worden geopend, alvorens de tolkwestie zal zijn geregeld De wacht aan boord van het Deensche politievaartuig .Islands Falk", dat Vrijdag in de Amsterdamsche haven is aangekomen Zooals bekend is, hadden de Passiespelen te Tegelen in 1931 een overweldigend suc ces. Tienduizenden genoten er van: velen hadden 't nog willen doen. Men besloot daarom in 1932 weer de Passiespelen te. geven. Heel den winter en lente werd weer gerepe teerd: avond op avond er aan gewijd. Ontzag lijke bewondering moet ons vervullen voor wat deze menschen steeds geheel belangeloos deden, om de openluchtspelen en vooral het Passiespel, dat toch bijzonder de liefde heeft, te doen slagen. Hier wordt werkelijk een katholiek ge- meenschapsspel gegeven: alle standen werken er eendrachtig samen. De Christus-rol wordt vertolkt door een baanwachter; de Maria door een lid van den middenstand, Caïphas door een fabrikantenzoon. We noemen geen enkelen naam: 't gaat niet om de eer dér personen, slechts om die van God. We wilden slechts laten zien hoe allen mee doen in volkomen eendracht en liefde. - - Het jaar 1932 werd een nog grooter succes. Er moesten nog meer tribunes bijgebouwd wor den. Ten laatste waren er 3000 zitplaatsen. Ve len stelden zich tevreden met een staanplaats of hurkten op den vochtigen grond rond het vijvertje, dat daar ligt als een klankbord voor het tooneel. Er liepen extra-bussen, trams en tremen. Men kwam uit heel 't land en ook van daar buiten. Tot zelfs uit Amerika. Men speelde reeds meerdere Zondagen dan de opzet was, doch eindelijk moest men weer ophouden. Duizenden werden hierdoor teleur gesteld. Zij verlangden er van te genieten, zoo als de 85.000, die in verrukking er door gekomen waren en het zelfs meermalen waren gaan zien. Toen rees het plan er een vaste stichting van te maken. Tot dan wtas alles in betrekkelijk vrij verband gegaan: de liefde tot het spel en niet minder tot Tegelen bond feitelijk allen. Alles was heel geleidelijk en natuurlijk gegroeid, doch een feitelijke band was er eigenlijk niet. Na eenige moeilijkheden kwam deze tot stand. De Doolhof werd aangekocht en men besloot de Passiespelen om de 5 jaren te doen opvoe ren. 3t overdrukke bezoek had doen zien, dat ons volk verlangt naar zulk een religieus spel en dat het meer gegeven moet worden dan om de tien jaar, gelijk in Oberammergau geschiedt Volgens de gedane belofte na de wonderbare genezing der pest in 1562. Er is in onzen ver scheurden, somberen doch ook geestelijSc-op- strevenden tijd weer behoefte aan een dergelijk levend sermoon en: men kan er makkelijker been dan toen: de moderne verkeersmiddelen stellen daartoe op eenvoudige en goedkoope wijze in staat. Dit jaar nu zullen de Passiespelen als eerste opvoering der vijfjaarlijksche gegeven worden. Men wil ze nog beter doen zijn dan ooit. De tekst is eenigszins gewijzigd en verbe terd. De medespelenden de rollen werden op Witten Donderdag verdeeld: deze dag werd gekozen om te kennen te geven, dat men het spel als een apostolaat der Schoonheid op voert reneteer en reeds weer den heelen herfst en winter. Zooveel mogelijk in de open lucht. Het getal medespelenden is uitgebreid: in totaal zullen er nu 400 mee doen. Heel de bevolking leeft mede: men repe teert samen, bespreekt de plannen, naait ge zamenlijk de kleeren, laat de haren groeien, zoo de rol dit vereischt: Tegelen is werkelijk een tweede Oberammergau geworden, doch met een geheel eigen karakter. Hier niet een geheelen dag spel, hier niet het pompeuze van muziek, spel en massa-regie; alles blijft natuurlijk en eenvoudig: men ziet het Lijden van Christus op sublieme wijze weer gegeven. Dan is het tooneel beter ingericht. Een vast en blijvend voor langen tijd. Ook de tribunes voor de bezoekers worden permanent. Men heeft een geheel nieuwen opbouw ge maakt. Men zou den bovenbouw het best kun nen vergelijken met een triptiek, waarvan het middelste gedeelte dienstbaar wordt ge maakt voor de zittingen van het Sanhedrin, ter linkerzijde is het huis van Pilatus en rechts het paleis van Herodes geplaatst. Deze drie gebouwen worden door twee straatjes van elkaar gescheiden, welke men kan be schouwen als de scharnieren van 't drieluik. Voor den tempel van het Sanhedrin en deze beide paleizen is een groote open speel ruimte gelaten voor het massa-spel bij den in tocht van Jerusalem en het leiden van Chris tus voor Pilatus en Herodus. Op het benedentooneel is een ruimte ge maakt voor het Laatste Avondmaal, waar naast het huis van Simon. Alles is hier in mergelblokken opgetrokken. Ook het graf, uitgegraven vóór den Calvarieberg. Het geheele complex is door onderaardsche gangen bereikbaar, zoowel van de kleedka mer, als van het graf en Laatste Avondmaal. Alles is zoo somer mogelijk gehouden, van luxe is absoluut geen sprake. Het beneden tooneel, dat, zooals we schreven, geheel uit mergelblokken is opgetrokken, welke zeer onregelmatig verwerkt zijn, maakt, gelijk we nu reeds kunnen zien de beneden- bouw is klaar een Oosterschen indruk. De kleurige costuums bij de Laatste Avondmaal- scène zullen tegen het geelgrijze mergel prachtig uitkomen. De verdere verbeteringen en veranderin gen van het tooneel bestaan nog hierin, dat de Kruisweg verlegd is, evenals de Hof van Gethsemané. Deze is trouwens ook vergroot. Met het zand, dat van den bouw der onder- grondsche kamers vrij kwam (pl.m. 500 M3.) is de Calvarieberg opgehoogd. Het orkest zal niet meer als andere jaren achter het tooneel zitten, doch er is tusschen de Laatste Avondmaalplaats en het boven- tooneel een orkestruimte geheel van beton ge maakt, welke plaats biedt voor 35 musici. De inrichting zoowel als de opbouw vol doen aan alle eischen, die gesteld mogen wor den: prachtig en practisch. Hier wordt een bouw tot stand gebracht, die de eeuwen kan trotseeren. Moge Tegelen de eeuwen door de eer op houden van te zijn het Nederlandsche Ober- ammargau, even heerlijk en weldoend a's in het verleden. 69e Jaargang No. 19 Als om den door natte buien wadenden Ne derlander te troosten, wordt het eerste geiluus- treerde artikel gewijd aan „Bergen, de stad van den eeuwigen regen". Dan vertelt J. D. Thijs verder over de geheimen van het Chi- neesche rijk en voor menigeen zal dit nieuws en wel zeer interessant nieuws zijn. Jan Vriends heeft weer een opstel over de natuur ,in de stilte van den winter; aan een min of meer historische film wordt een beschouwing gewijd; de wereldreis van de K XVIII zien de lezers voortgezet. Dan zijn er nog verschillende ar tikelen van leerzamen aard, voor de vrouwen in haar huishouding, bij de keuze van haar kleeding en woningversiering, bij de verzorging enopvoeding van de kinderen. Ontspanning en ontwikkeilng word enniet vergeten: de geregelde rubrieken zijn immers weer present. Verhalen treffen we aan van Bart Franken: „De oude gitaarspeler"; van Jan Peerdeman: „Een uiteindelijke verrassing", van Bert Loven: „De krijgslist". Voor vroolijke afwisse ling kan men verder nog terecht bij den rui men voorraad humor, die ook nu weer dit uit stekend uitgevoerde, rijk geïllustreerde num mer verlevendigt. HET GEHEIM VAN DE RAAD KAMER. Beschouwingen over het bekend maken van de ge voelens der minderheden in rechterlijke colleges door dr. J. P. Fockema Andreae Uit gave Boekhandel H. de Vroede, Utrecht. Van de hand van den oud-burgemeester van Utrecht, thans dbmmissaris der Koningin in de provincie Groningen, dr. J. P. Fockema Andreae verscheen onlangs een studie onder den titel: Het geheim van de raadkamer (Beschouwingen over het bekend maken van de gevoelens der minderheden in rechterlijke colleges). De be doeling van deze publicatie is blijkbaar eener- zijds juristen en andere belangstellenden te oriënteeren op het gebied dat door deze be knopte doch tevens doorwerkte studie wordt be streken en anderzijds een pleidooi te leveren voor een verandering van stelsel in ons land, waar een enkele uitzondering daargelaten nog steeds het geheim van de raadkamer in al zijn consequenties en haast vanzelfsprekend wordt bewaard. Buitenlandsche voorbeelden en vooral het illustere voorbeeld van het Permanente Hof van Internationale Justitie worden aangehaald om een lans te breken voor de „openbaarheid" en de bekendmaking", in welken vorm dan ook., De argumenten ten gunste van de geheimhou ding worden opgesomd en in het derde hoofd stuk met de argumenten ten gunste van de openbaarheid geconfronteerd. In het vierde en laatste hoofdstuk wordt door den auteur zijn voorkeur gemotiveerd, speciaal in verband met het vraagstuk der interpretatie, waarover dr. Fockema Andreae reeds eerder zijn licht liet schijnen. Tenslotte komt de schrijver met een voorstel om, voorloopig wat betreft de rechtspraak van den Hoogen Raad, te komen tot het stelsel zoo als dat bij het Permanent Hof van Internatio nale Justitie geldt. Deze klare en bondige studie maakt het toch niet gemakkelijk tot een keuze tusschen de twee stelsels te komen. Dat dr. Fockema Andreae op zienbarende resultaten verwacht van een ver andering van systeem ten onzent kan uit di verse passages worden afgeleid. Zoo zegt hij op pagina 84: „Het gansche huidige, in zijn uit werking niet op wetsbepalingen berustende, doch door een lang niet altijd hoog-edele, integen deel soms schoolsche en versteende traditie ge ijkte systeem van wetsuitlegging zou door de opheffing van het geheim der raadkamer wel licht ernstig aangetast worden, zelfs op meer dan één onderdeel onhoudbaar kunnen blijken." Ongetwijfeld heeft dr. Fockema Andreae een waardevolle bijdrage geleverd tot de kennis van dit vraagstuk en mag hij in ons land, ten aan zien van dit onderdeel der rechtswetenschap, een pionier genoemd worden. Juristen, juridische studenten en zij die belang stellen in maat schappelijke vragen mogen dit werkje niet voorbijgaan. In voetnoten wordt literatuur op gegeven. Een alphabetische en systematische literatuur-opgave zou een eventueelen tweeden druk niet ontsieren. Het boekwerkje werd een voudig doch smaakvol uitgegeven door Boek handel H. de Vroede te Utrecht. TH. B. DE BETEEKENIS DER PERIO DIEKE ONTHOUDING, door Dr. H. W. Ansems. Uitgave J. J. Ro men en Zonen - Roermond. Dit boek is, wegens de gebruikte terminologie, geschreven voor artsen, en verder voor hen, die iets van de wetenschap der physiologie ver staan. De schrijver behandelt vrij uitvoerig de bevruchting, de oorzaken en voorwaarden daar van. Mij dunkt dat hij hierin goed geslaagd is, want zijn uiteenzetting over de cyclische ver anderingen in het vrouwelijk organisme is veel helderder dan de meeste andere, die ik ge lezen heb. Verder behandelt hij de verschillen de methoden, die aangewend zijn, om de be vruchting te voorkomen, en vooral natuurlijk de periodieke onthouding. De schrijver verdedigt in dit boek twee stel lingen, één physiologische en één ethische. De eerste is, dat het systeem der periodieke ont houding volgens Knaus Ogino alleen opgaat bij asthenische vrouwen (in den zin van Hietsch- mer), die toch al weinig vruchtbaar zijn; en dat de methode niet opgaat bij pyknische vrouwen. De tweede stelling is, dat de wijze waarop de periodieke onthouding thans gepropageerd wordt, onverantwoordelijk en zeer gevaarlijk is. De schrijver geeft op krachtige wijze te kennen, dat het huwelijk een éénheid is, en dat men niet maar die eenheid verbreken mag door de voortplanting van het sexueele leven te schei den. Dit mag alleen om zeer ernstige redenen, die ter beoordeeling van arts en biechtvader liggen: maar de propaganda voor de methode, die een zeer uitgebreide toepassing na zich sleept, verwoest het Christelijk huwelijksleven niet alleen, maar ook het natuurlijk liefdeleven. De schrijver heeft met deze uitgave een zeer goed werk verricht. Men moet het betreuren, dat verschillende moraal theologen, steunende op een theorie, die niet meer aan de moderne kennis is aangepast, vrijwel klakkeloos de pe riodieke onthouding hebben goedgeheeten. De schrijver, die als vrouwenarts met een zeer groote ervaring, de geheele materie uit de prak tijk kent, is zeker zeer bevoegd om zijn waar schuwende stem te laten hooren. Het boekje is waard door alle geestelijken en artsen gelezen te worden. OP ZACHTE VOOIZEKENS; drie liederen van Alice Nahon met muziek voor een zangstem en piano van J. G. J. Wierts. Onder den titel „Op zachte vooizekens" is een bundeltje van drie liederen verschenen voor een zangstem met piano op teksten van Alice Na hon; muziek van J. G. J. Wierts. De muziek is klankrijk en waarborgt een dankbare uitvoe ring, doch doet wat óver-sentimenteel aan. De componist-zèlf: J. G. J. Wierts, Wilhelmina- straat 8, Den Haag, is de uitgever van dit bundeltje. BEZOEKUUR, door Anke Ser- vaes", Uitg. Hollandia Drukkerij, Baarn. Schrijfster, die eenige jaren verpleegster is geweest, geeft in dit fraai-uitgevoerde en door een aantal teekeningen van Henri van de Velde verluchte boekje een aantal schetsen van patiëntjes in een kinderziekenhuis. De meeste schetsen geven een beeld van de spanning voor, tijdens en na het bezoekuur van familieleden, zij zijn met warmte en gevoel geschreven. De kinderkopjes na elk schetsje afgedrukt doen het heel goed. NIEUWE UITGAVEN HOUT, door G. Kaptein en A. Bol, uitgave AE.. Kluwer, Deventer. Deze uitgave Hout, bestaande uit een serie van 48 modellen op losse bladen met bijbehoo- rende handleiding, is in hoofdzaak bestemd voor het Buitengewoon Lager en het Lager Onder wijs. Maar ook kweekscholen en andere inrich tingen van voortgezet onderwijs, waar H.A. wordt beoefend, zullen onder de modellen me nig geschikt werkstuk kunnen vinden. Bovendien zullen zij, die zich voor de acte R. willen bekwamen hier een geschikt oefenterrein vinden waar zij, zonder veel hulp, het geleerde nog eens op een prettige wijze kunnen toe passen. Met het oog op de laatste categorie zijn enkele hoofdstukken uitvoeriger behandeld, ter wijl aan het slot een honderdtal examenvragen zijn gegeven. In plaats van de veelgebruikte projectteekeningen zijn duidelijke perspecti vische schetsen van de te maken voorwerpen gegeven. De bijbehoorende tekst is in korte bon dige woorden gesteld, verwijzende naar de let ters, buiten de teekening aangebracht. Veluwsche liedjes met muziek; door Jan van Riemsdijk. De uitgevers Bosch en Keuning te Baarn lie ten als no. 48 van de Libellen-serie een bundel tje Veluwsche liedjes van den bekenden dichter- zanger Jan van Riemsdijk het licht zien. Jan van Riemsdijk is een in ons land zeer gewaar deerde beoefenaar der klein-kunst; men houdt van hem en zijn sappige dialectische liedjes. Daarom behoeft het thans gepubliceerde bun deltje geen verdere aanbeveling. Wij bepalen ons tot 'n opsomming van den inhoud: „O Mariegien", „De Brandweer', „De brief van een recruut", „De Vietse", „De zomergasten", „Henneman Sirk as schorstienvêger", „De trek hond" en „Aan weerse kanten drie". Alle lied jes zijn voorzien van muziek voor een zangstem en piano-begeleiding. Bij de uitgeversfirma J. B. Wolters, Groningen Batavia, verschenen de vólgende herdrukken: TWEEDE LEESBOEKJE, door M. B. Hooge- veen, Jan Ligthart en H. Scheepstra, geïll. door C. Jetses (2e druk). UIT ONZE OMGEVING, leesboek, voor de middelklassen van kath. lagere scholen, door J. J. C. Starkenburg, illustraties van C. Jetses (3e deeltje, 4e druk en 6e deeltje 2e druk). BUURKINDEREN, een vervolg op „NOG BIJ MOEDER', door Jan Ligthart en H. Scheep stra, geïll. door C. Jetses (le stukje 19e druk; 2e stukje 19e druk; 3e stukje I8e druk; 4e stukje 18e druk). PIM EN MIEN, door Jan Ligthart en H. Scheepstra, geïll. door C. Jetses (le stukje 22e druk). Voorts verscheen bij J. B. Wolters, Groningen- Batavia: HET RUISENDE WOUD, leerboek voor de lagere school, door Jac. van der Klei en J. B. Ubink, met teekeningen van C. Jetses. Een verzameling van leuke en leerzame kinderverhaaltjes; ook vrouw Holle is in dit boekje herleefd. Het groot* gebouw van de Cinquantenair* in aanbouw op d* wereldtentoonstelling te Brussel, welk* haar voltooiing nadert. - Dit gebouw b*ha*rscht de g*h**.a expositie De Prins van Wales (x) bij de winter sport in Zwitserland. De Prins is een enthousiast beoefenaar van het ski-loopen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 4