Zoekt gij betrouwbaar iAJ I C Jlx, I"1, B /aCWb*. I Plaats dan een „Omroeper" 1 I Personeel? j Mgrt.uF^iU3s 1 voor 80.000 gezinnen 1 De lawine-catastrophe in Zwitserland. Nederlandsche schaatsenrijders naar Oslo. Tirols vrijheidsheld Andreas Hofer Stelt prijs op kwaliteit, waagt fffljUjtjl s Soepen NEDERLANDSCH TAPIJT 125 JAAR GELEDEN TERECHTGESTELD Het verraad van den boer Raffl leverde hem aan de Franschen uit en de doodstraf volgde Hij commandeerde zelf het peleton Groei van de K. N. M. V. Hoe Arie Hofleverancier werd Het ijzeren constructiewerk dat onlangs in de Valentijnkade te Amsterdam stortte, is Woensdag gelicht Twee „hakkepoffertjes" moeten te Maastricht alle ruwolie „bijzettten" om een Rijnaak tegen den zwaren stroom van de Maas op te sleepen Wist u dat het gerenommeerde „tapis beige" 'n zuiver vader' landsch product is? Steunt Nederlandsch fabrikaat! In de Passeier Vallei te Sankt Leonard werd Andreas Hofer op 22 November 1767 geboren in de hérberg „Am Sand", waarvan zijn vader, bijgenaamd „Der Sandwirth", eigenaar was. Zijn zoon erfde zoowel de hertaerg als den bijnaam. 1 Verder was hij een paarden- en zuidvruchten handelaar, die bovendien zich voor het militaire leven interesseerde. Als vurig patriot nam hij deel aan den oorlog tegen Frankrijk, die in 1796 uitbrak. In dat jaar had hij het gebracht tot scherpschutter en tot kapitein van een com pagnie. Bij het verdrag van Pressburg in 1805, toen de vrede met Frankrijk tot stand kwam, werd Tirol door Oostenrijk aan Beieren overgedaan. Al gauw werd Hofer de leider van de oppositie tegen het Beiersche bewind. In 1808 behoorde hjj tot degenen, die in het geheim, aartshertog Jan van Oostenrijk op diens verzoek bezochten om hem de klachten van het Tiroolsche volk voor te leggen. Hofer ontwierp op last van den hertog een plan om Tirol op Beieren te heroveren. In drie dagen tusschen 11 en 14 April werd bijna het heele Tiroolsche volk met de plannen bekend gemaakt en al spoedig was het midden en het noorden van Tirol geheel van vijanden gezuiverd. Daarna trokken Hofer en Hofmayer naar het zuiden, waar de Franschen met groot verlies verdreven werden. Hij stelde' verder de Oostenrijkers in staat Innsbruck tij delijk te hernemen. - - De Franschen hadden intusschen bij Eckmühl en bij Regensburg overwonnen en naderden Weenen, van welke gelegenheid de Beieren ge bruik maakten om opnieuw een inval in Tirol te doen. Hofer nam nu deel aan de verdrijvii.g van generaal Ruska, die den in Tirol zeèr be minden graaf von Leidiggen had verslagen, en Innsbruck weer had ingenomen. Geholpen door Eisenstecken en Speckbeeker leverde hij twee maal slag bij den Iselberg, waardoor de Beieren genoodzaakt waren terug te trekken. Een door Keizer Frans van Oosterijk eigenhandig ge schreven brief aan Hofer bevatte 's Keizers verzekering, dat Tirol niet weer van Ooste- rijk zou worden gescheurd. De graaf van Leiningen, dien men in Trente belegerde werd met Hofers hulp ontzet en hij stond op het punt zich met zijn manschappen bij Hofer aan te sluiten, teneinde Klagen- furth te heroveren om aldus de gemeenschap met Oostenrijk te herstellen, toen na de slag bij Wagram de wapenstilstand van Znaïm werd gesloten, waarbij de Oosterijkers uit Ti- rol en Voralberg moesten retireeren. De Keizer was dus in zijn belofte een beetje voorbarig geweest en had niet bepaald blijk gegeven van groot staatmanschap noch van veel goede trouw. Generaal Lefèbvre trok met 30.000 man Franschen, Beieren ei Saksen Tirol binnen en Hofer, die staatmakende op de verzekering van den keizer naar huis teruggekeerd was, moest zich verbergen. Maar Tirol wapende zich en Speckbeeker, Joachim Haspinger en Petrus Mayer versloe gen de tegenstanders ettelijke malen. Daarop kwam ook Hofer voor den dag en versloeg als opperbevelhebber de vijanden in 1809 bij den Iselberg Lefèbvre was genoodzaakt Tirol te verlaten. Tot aan den vrede van Weenen belastte zich Hofer nu met het burgelijk en militair bestuur over Tirol. Maar toen daarop aartshertog Jan zelf de Tirolers vermaande zich te onderwerpen daarbij lichtelijk als verrader optredend deelde Hofer onderkoning Eugenius en den Beierschen opperbevelhebber mee, dat hij van verderen strijd afzag. Naderhand hervatte hij oen krijg, misleid door berichten aangaande de overwinningen en den intocht van hertog Jan. Twee maanden lang hield hij zich verborgen in een Alpenhut in de Passeier en geen beloften of driegingen van de Fransche gene raals waren in staat om een Tiroler er toe te brengen de schuilplaats te verraden. De uitzon dering op dezen regel vormde de boer Raffl, die de schuld is geweest van de uitlevering van Hofer en zijn gezin op 20 Februari 1810. Hofer werd naar Mantaua gevoerd, waar hij voor den krijgsraad werd gebracht, die door Bisson werd geleid. De meeste leden stemden niet voor de doodstraf, maar telegrafisch kwam uit Milaan het bericht, dat Hofer binnen het etmaal te rechtgesteld moest zijn, opdat de interventie van Oostenrijk in ieder geval te laet zou komen. Dit staaltje van oorlogvoering is toegeschre ven aan Napoleon's directe orders, maar deze keizer heeft later verklaard geen bevel te heb ben gegeven. Nog op den 20sten werd Hofer naar de straf plaats geleid, waar hij ongeblinddoekt zelf het „vuur" commandeerde, dat een eind aan zijn leven maakte. Zijn bloedverwanten die weinig aandeel in de heldendaden hadden gehad werden in 3ên adelstand verheven, opdat nakomelingen, die nog minder met Hofer's heldendaden hadden uit te staan zich er op zouden kunnen beroemen en er voorrechten aan zouden kunnen ontleenen. Verder kregen de overlevenden ook goederen van den keizer. Ter eere van Andreas Hofer verrees in 1834 in de Franciskanerkerk in Inns bruck diens marmeren standbeeld. Men deelt ons van de zijde van de Konink lijke Nederlandsche Motorwielrijders Vereeni- ging mede, dat tijdens de R.A.I.-tentoonstelling het aantal leden met bijna 800 is toegenomen. De K.N.M.V. heeft op deze tentoonstelling dus wel veel succes gehad. 't Gebeurde Vrijdagmiddag om een uur ol drie in de Residentie, vertelt de „N.H.C.": Uren had hij er al gestaan, daar op den hoek van de Rijnstraat, in den scherpen Oostenwind, om met z'n mandje bloemen 'n paar kwartje15 te verdienen. Maar de ervaring heeft al lang ge leerd, dat hoe kouder het is, hoe minder het publiek er toe komt, de beurs voor den dag te halen om huisgenooten of familie met een bou- quetje te verrassen. Geen wonder dat het gezicht van Arie er verre van vroolijk uit zag. Een kopje koffie om z'fl boterham op te eten, kon er zelfs vandaag niet van overschieten. De reizigers, die van de Staatsspoor kwamen, vluchtten snel in de tram of namen een taxi En het Bezuidenhout bood dan ook een woestijh" achtigen aanblik. Totdateen voorname auto vlak voor hein stopte. Een minzaam gelaat knikte hem vriendelijk toe. Hoe had hij het nu Wat dat de Koningin Maar intusschen stond al een deftige mijnheer voor hem, met veel goud op z'n kleeding. Vol verbazing zag hij het eene tuiltje na het andere uit z'n mand verdwijnen. Toen werd hem wat in z'n verkleumde hand gedrukt. Een portier sloeg dicht. Een lieve dame lachte weer heel vriendelijk. Wèg gleed de wagen En pas later drong het goed tot Arie door, h°e onverwachts men in Holland tot Hofleverancier promoveeren kan.... wiens 100ste sterfdag onlangs werd herdacht, uitgevonden. Het weven met de Jacquard machine werd door een Hilversumschen wever in België geleerd en zoodoende is men er toe gekomen de aldus geweven kleeden tapis-belge te noemen. Bovendien is er een tijd geweest dat in Nederland buitenlandsche benamingen op geld deden. Geen wonder echter, dat in deze dagen de voornaamste tapls-belge-fabrikanten tot el kander zeiden: „Waarom zouden wij langer de ze onjuiste benaming van ons fabrikaat hand haven; waarom zouden wij noodeloos en zelfs in zekeren zin misleidend reclame maken voor een ander land, door ons fabrikaat naar dat land te noemen, ofschoon het één niets met het ander te maken heeft? Laten wij ons ar tikel van heden af een naam geven, die alléén door ons kan worden gevoerd en laten wij dien naam beschermen." Zoo ontstond het „Holtap-karpet". Holtap is dus het aloude Ne derlandsche twee-in-één karpet, dat aan twee zijden bruikbaar is. De Nederlandsche fabrieken, die thans op verschillende plaatsen gevestigd zijn, blijken ge heel modern ingericht met de nieuwste machi nes en weefgetouwen. Moge hier door Holtap een wezenlijk Neder- landsch belang worden gediend! H. M. de Koningin in gesprek met kolonel Diemont, tijdens het défilé, dat het derde halfregiment huzaren Woensdag te den Haag voor H M hield, ter gelegenheid van zijn 121-jarig bestaan karpetten herinneren, die in burgermans wo ningen werden gebruikt en aan twee kanten bruikbaar waren. Het streeppatroon is er uit gegaan, maar deze tapis-Belge karpetten zijn in nieuwe kleuren en patronen nog steeds in den handel en vormen een deel onzer nationale industrie. Ze zijn aan twee zijden bruikbaar, omdat het patroon doorweven is en zoo zijn deze kleeden gebruiksvoorwerpen voor breede kringen van ons volk. Zelfs op de boerendeelen in Brabant en elders, waar vroeger het zand gestrooid werd, komt nu het kleedje. Reeds eeuwen lang wordt in 't Gooi de kunst van weven beoefend. De industrie concentreer de zich hoe langer hoe meer in Hilversum, waardoor deze plaats een internationale ver maardheid verwierf op de tapijtmarkten. Het Hilversumsche product werd beschouwd als een der beste en voordeeligste en de omzet steeg met sprongen. Aan het eind der 18e eeuw waren er in het toenmaals nog kleine plaatsje 76 fa brieken, ondergebracht in ruim 500 gebouwen, waarvan een 20-tal uitsluitend op de tapijt industrie zich hadden toegelegd. Na een inzin king kwam in de tweede helft der 19e eeuw weer opleving. Vele fabrieken werden toen reeds met stoom gedreven. De buitenlandsche concurrentie bracht reeds 100 jaar geleden moeilijkheden in de Hilver sumsche industrie en thans doet ze zich weer gelden. Wij Nederlanders hebben gaarne een „kleedje op den vloer". In het buitenland is dat meer een luxe, bij ons meer een behoefte. Duitsch- land en België zijn zich dus ook gaan toeleg gen op export naar Nederland. Contingentee- ring helpt iets, maar het publiek wordt vaak de dupe van inferieur goedkoop buitenlandsch werk, dat in dezelfde dessins wordt gemaakt als Nederlandsche producten in duurder gen re. Op 't oog zien deze buitenlandsche karpet ten er goed uit en het publiek is een gemak kelijke prooi. Zoó ontstond een groote werk loosheid onder de Nederlandsche arbeiders, waarvan er thans nog slechts 60 pCt. aan het werk zijn. Een poging dus om een nationale industrie te steunen en de werkloosheid te verminderen, heeft onze volle sympathie. Te meer omdat deze industrie zich thans niet wendt tot de over heid, maar tot het publiek en uit eigen kracht zich wil helpen. De nood maakt vindingrijk en zoo kwa men de leiders der Nederlandsche tapijtfa- brieken op het denkbeeld, de zaak eens van den anderen kant aan te pakken. Het groot ste artikel dat in Nederland wordt gemaakt is het zoogenaamde „Tapis Beige". Dit is echter een onjuiste benaming, daar het fa brikaat zuiver Nederlandsch is en steeds in Nederland is gemaakt. Het weefsysteem echter, waarvan men zich hier bedient, is door den bekenden Jacquard, D« ontzaglijke lawines, waardoor Zwitserland dezer dagen werd geteisterd, hebben verschillende slachtoffers geëischt. De aangerichte schade is zeer aanzienlijk Boomen en huizen werden onder de neerstortende sneeuwmassa's bedolven. Hierboven een detail van de verwoesting Dr. J. P. B. de Josselin de Jong is benoemd tot gewoon hoog leeraar in de faculteit der let teren en wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit te Leiden, om onderwijs te geven in de Volkenkunde van Ned. Indift De heer G. H. P Bloemen, die met ingang van 1 5 Februari is benoemd tot burgemeester van Oldenzaal De schaatsenrijders L Dijkstra en Jan Langendijk zijn Woensdag van Schiphol vertrokken naar de wereldkampioenschappen hardrijden op de schaats te Oslo. Er wordt vaak, maar al te vaak, een beroep gedaan op de pers voor allerlei persconferen ties, doch zelden hebben we met zooveel be langstelling zulk een conferentie bijgewoond als dezer dagen in het gebouw der Industrieele Club te Amsterdam, waar de Vereeniging van Nederlandsche Tapis-Belge Fabrikanten ons tot een samenkomst had genood. Want de heeren bleken met hun eigen zaak een natio naal belang te dienen: het Nederlandsch fabri kaat. En bovendien kregen we velerlei bijzon derheden te hooren over een nationale indus trie met buitenlandschen naam, welke bijzon derheden ook onze lezers zullen interesseeren. Want als we spreken van tapis-belge, denken we niet aan een Nederlandsche industrie, en toch heeft dit product niets met Belgisch maak. sel, maar wel algeheel met Nederlandsch fa brikaat te maken. Reden waarom dan ook naar een nieuwe benaming is omgezien en deze is gevonden in 't woordje „Holtap", Ouderen onder ons zullen zich de gestreepte Andreas Hofer en Pater Speckbeeker drukken elkaar de hand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 4