Beschouwingen over Ned.-Indië Het gouden Waagstuk Conflict met den Bioscoopbond Juweelendief in arrest MINISTER COLIJN AAN HET WOORD HANDELSBESPREKINGEN INBRAAK OPGEHELDERD VRIJDAG 15 FEBRUARI 1935 DenkbeeldVan Poll eischt kapitalen Het interneeringskamp Arbeidsgeschillen Een motie Jonge fietsendieven gepakt Groote buit veroverd TWEEDE KAMER Op de begrooting valt thans nog een tekort van veertig millioen weg te werken Kapitaalverstrekking Dr, H. Colijn Ongunstig, maar lichtpunten Regeling werkzaamheden PRINSES VON ERBACH Blijft in 's Gravenhage wonen Nederlandsche delegatie zou niet in April naar Amerika vertrekken Loonsverhooging bij scheeps- werven bereikt Sigarenindustrie Loonsverlaging opgeschort Groote protestvergadering te Roermond Portier van caféwaar gestolen werd, mede schuldig Fraai systeem" van jeugdige boefjes uit Leiden EEN VIERDE KARAKORUM- EXPEDITIE Nieuwe tocht van den heer en mevr. VisserHooft Salariskorting verlengd Als handig geveltourist wist hij hotelkamers binnen te klau teren, om vervolgens zijn slag te slaan POSTVERZENDING UIT DE STAATSCOURANT D O O R FLETCHER WAT DE TONG STREELT (p*9. 4) DEN HAAG, 14 Februari 1935. Nadat heden nog de vrijzinnig-demo craat Joekes het woord gevoerd had over de Indische begrooting typische punten in zijn rede waren een pleidooi voor ver dere bezuiniging op defensie en politie en de vraag, of ten behoeve van Indië niet een speciale leening van b.v. 40 millioen kon worden gesloten, gelijk in 1905 ge schiedde nadat de sociaal-democraat K. Ter Laan de te felle bezuiniging op de sa larissen gecritiseerd had en zijn fractie genoot Kupers het suikervraagstuk bespro ken, nadat de Katholieke afgevaardigde Van Poll nog eens een toelichting op zijn Nota over de „imperiale zelfvoorziening" had gegeven, waarin sentiment en logische economische redeneerkunst op gelukkige Wijze waren gecombineerd, heeft Dr. COLIJN in een rede, die meer dan twee uur duurde, zijn beschouwingen over den toestand van Indië gegeven. Het pleit voor den ernst, waarmee de heer Van Poll zijn ideeën omtrent de „imperiale Zelfvoorziening" uiteengezet heeft, dat de mi nister een belangrijk deel van zijn rede aan tie weerlegging daarvan besteed heeft. Dr. Colijn bracht trouwens zelf den Katho lieken afgevaardigde zijn „oprechte hulde" voor tie wijze, waarop deze zich als outsider in deze moeilijke materie had ingewerkt. Toch kon de Minister ook thans diens denk beelden niet onderschrijven, omdat hij nog altijd op het standpunt staat, dat het afsnoe- ïen van het goederenverkeer de oorzaak is van de ellende der cultuurlanden van het Westen en dat de eenige voorwaarde voor her stel de terugkeer is naar het vrijere ruilver keer. De heer Van Poll heeft juist als bezwaar, tiat de Regeering verschillende malen reeds handelde in de door hem gewenschte rich ting, maar dat zij, door niet bewust dezen weg in te slaan en daarvoor openlijk uit te komen, aan haar aanpassingspolitiek ieder perspectief °nthoudt en op die wijze nalaat, eenige bezie ling te wekken bij het volk. öe voornaamste wensch van den heer Van Doll is deze, dat Nederland, door aan Indië kapitaaldiensten te verstrekken, bedrijvig heid aldaar zal stimuleeren en een coonsumptie- vermogen scheppen, dat weder aan Nederland zelf ten goede komt. Die stelling is volgens dr. Colijn op zichzelf goed en in de 19e eeuw op Rroote schaal in practijk gebracht over heel tie wereld. Maar dit in practijk brengen is thans en dan ten opzichte van een land als Indië veel moeilijker. Voor welke concrete gevallen, aldus dr. Colijn, zou kapitaal verstrekt moe- teh worden? Men kan wel zeggen: mijnbouw, klaar zijn er in den Indischen bodem voldoen- tie ertsen, om op grootscheepsche wijze ge- exPloiteerd te worden? En welke ontzaglijke kapitalen zouden Wet noodig zijn, om op dit gebied tot dus danige resultaten te komen, dat Neder land daarvan den gunstigen terugslag zou ondervinden! De koopkracht der Indische bevolking zou na- haelijk zeer belangrijk moeten worden opgevoerd, °m haar in staat te stellen, Nederlandsche pro- tiUcten op groote schaal te consumeeren. Boven den, aldus Dr. Colijn, zijn er tal van producten, ti'e Nederland niet leveren kan en die dus van c'tiers moeten worden ingevoerd. En wat de Consumptie van Indische producten in Nederland betreft, rekende Dr. Colijn voor, dat op het 0ogenblik 7 pCt. van Indië's uitvoer naar Ne derland gaat en dat dit percentage maximaal 15 pCt. zou kunnen worden opgevoerd, in- tiien men de Nederlandsche bevolking zou kunnen dwingen, alleen Indische koffie, In- tiische tabak en ook de andere importartikelen, ti'e thans van elders komen, uit Indië te be dekken. Zelfs bij deze topprestatie zou dan tiog voor 85 pCt. der Indische uitvoerproduc- Ch afzet moeten worden gezocht. En die hoodzaak stelt dan weer onmiddellijk aan de Ci'tie die andere noodzakelijkheid, om ook in ner van elders toe te laten, wat op zijn cuurt uiteraard Nederlands exportmogelijk heden weder verkleint. Al kan dus Dr. Colijn de denkbeelden van tiea heer Van Poll niet aanvaarden, men moet zeggen, dat de Minister zich inspande, om die houding te argumenteeren. En zelfs al mochten de replieken den heer Van Poll niet een weinig verder brengen, in ieder geval is thans dit vraagstuk op knappe wijze aan de orde gesteld en zal het zich stellig in de aandacht van velen in den lande blijven verheugen. Uit de rest van Dr. Colijn's economisch be toog noteeren wij, dat de toestand nog wel ongunstig is, maar toch eenige lichtpuntjes te constateeren zijn. De voedseltoestand is in het algemeen bevredigend, het uitvoeroverschot stijgt weder, verschillende Indische producten hebben de verlieslatende periode achter den rug. Bevordering van de inlandsche textielnij verheid heeft Dr. Colijn's sympathie, al waarschuwt hij voor overhaasting. In het Europeesche bedrijfsleven is door contingentee- ring, bedrijfsreglementeering, importeurslicen- tieering, internationale restrictieovereenkom sten al flink „geordend", ook de Javasuiker- industrie, die niet vrijwillig tot saneering ko men kan, zal binnenkort tot de helft geredu ceerd worden En ook wat de handelspolitieke maatregelen betreft, is reeds veel tot stand ge bracht. Met den Gouverneur-Generaal pleegt de Mi nister thans overleg over een suggestie van zijn ambtgenoot Steenberghe, om in Indië een vasten vertegenwoordiger van de Nederland sche industrie- en handelsbelangen aan te stellen. Het op den voorgrond stellen van de econo mische eenheid Indië en Nederland wijst Dr. Colijn af, omdat die eenheid een actieve han delsbalans tegenover de meeste staten heeft en dus in ongunstige positie is. Met de financiën van Indië, aldus dr. Colijn, is het thans zoo gesteld, dat nog een tekort op de begrooting valt weg te werken van 40 mil lioen. Daarvoor zal op de eerste plaats in aanmerking komen het fiscaal uitvoerrecht op rubber en een verdere besparing van 3 pet. op den post van personeelsuitgaven. Van vermeerderring der schulden kan geen sprake zijn en evenmin van stopzetting der aflossing of overname door Nederland. Een rechtstreeksch bedrag van Nederland aan Indië is eveneens onmogelijk, al heeft dr. Colijn niet geheel het idee afgewezen van een bijzondere opdracht, zooals Neder land in 1 905 door een speciale lee ning mogelijk maakte. Overigens wees de minister er nog op, dat de garantie, welke Nederland voor de Indische conversieleeningen op zich nam, voor Indië een besparing opleverde van 25 millioen per jaar. Aan het slot zijner rede heeft dr. Colijn nog de menigvuldige conflicten met den Volksraad voor een groot deel toegeschreven aan de om standigheid, dat dit college geen parlementaire verantwoordelijkheid bezit. De krachtige gezagshandhaving is uit een oogpunt van preventie noodzakelijk, al kan hier en daar ongetwijfeld tact gebruikt worden en wie van cultureele en sociale afbraak spreekt, overdrijft. Het leerlingenaantal bij het onderwijs stijgt nog steeds en ook de volksgezondheid is nog op bevredigende wijze verzorgd. Aan de agenda zijn heden toegevoegd de wetsontwerpen: regeling van de aanspraken op wachtgeld van de gewezen secretarissen en ambtenaren der voormalige gezondheidscom missies; wijziging van verschillende artikelen der drankwet 1931, en algemeen verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersover eenkomsten. Naar de „Telegraaf" verneemt, zou Prinses Helena von Erbach Schönberg, een nicht van H.M. de Koningin, die, zooals bekend, thans in het paleis in het Noordeinde verblijf houdt, van plan zijn zich in Den Haag te vestigen, om zich te wijden aan verpleging en liefdadigheidswerk. De prinses heeft eenige dagen verblijf ge houden in het diaconessenhuis „Bronovo". Aangaande de besprekingen met de Vereenig- de Staten verneemt de „Telegraaf" uit gezag hebbende bron, dat er vpor einde Maart geen sprake kan zijn van een nieuw contact aan gaande de desiderata, die bij de onderhande lingen in aanmerking komen. In verband daar mede is 't uitgesloten dat de Nederlandsche de legatie in April naar Amerika vertrekt, zooals oorspronkelijk in de bedoeling lag. Volgens de „N. R. Crt." zou de interneerings- inrichting voor bepaalde vreemdelingen in de nabijheid van Beilen worden gevestigd. Donderdag zijn de onderhandelingen bij de scheepswerven De Haan en Oerlemans te Heus- den voortgezet. Een voorstel om de loonen over de geheele linie met 10 pCt. te verhoogen, werd door de directie van de scheepswerf aanvaard. Hiermede is het geschil tot een einde gekomen. Partijen, betrokken bij het conflict in de sigarenindustrie, hebben Donderdag in het Vic- toriahotel te Den Haag een conferentie gehad. De werkgevers hebben daarbij hun standpunt gehandhaafd. De voorstelen der werkgevers zijn door de vertegenwoordigers der werknemers organisaties verworpen. Daar de partijen op geen enkel punt tot overeenstemming konden komen, zijn de be sprekingen stopgezet. Te Hilversum heeft de Rijksbemiddelaar, Mr. S. de Vries Czn., Donderdag ten gemeentehuize een conferentie belegd om te trachten, voor een conflict, dat gerezen is tusschen de directie en het personeel van de N.V. v. d. Brink's Tapijt- fabriek, in verband met een aangekondigde loonsverlaging, een oplossing te vinden. Allereerst werd de directie der firma in de gelegenheid gesteld, haar standpunt uiteen te zetten, waarna de vertegenwoordigers der textielbonden „St. Lambertus", „De Eendracht" en „Unitas" de zaak van hun kant belichtten. De Rijksbemiddelaar diende vervolgens de di rectie van advies. Omtrent den inhoud der besprekingen ver nemen wü, dat de vakorganisaties bezwaar hebben met de directie te onderhandelen over de door haar gewenschte loonsverlaging, omdat indertijd de loonen zijn vastgesteld in gemeen schappelijk overleg met de werkgeversvereeni- ging, dat, indien er sprake is van een nood zakelijk geachte loonsverlaging, daarover alleen ondérhandeld kan worden tusschen hen en de organisatie der werkgevers. De Rijksbemiddelaar achtte dit standpunt juist en heeft de firma geadviseerd, haar wen- schen inzake loonsverlaging in handen te stellen van de werkgeversvereeniging en deze te ver zoeken, de onderhandelingen met de werknemers ten spoedigste over te nemen. Verder adviseerde hij, de eischen tot loonsverlaging op te schorten en de reeds toegepaste verlaging tot dien tijd ongedaan te maken. De directie heeft zich verbonden, zich direct met den secretaris der werkgeversvereeniging in verbinding te stellen. Mocht deze vereeniging bereid zijn, met de werknemersorganisaties een eventueele loonsverlaging bij de firma te be handelen, en zou de directie wachten met deze verlaging, dan kan worden aangenomen, dat de arbeid niet zal worden neergelegd. Van de directie vernemen wij nog, dat zij in verband met de loopende onderhandelingen de loonsverlaging heeft opgeschort. Woensdagavond is in de groote zaal van het Christoffelhuis te Roermond een zeer geslaagde protestvergadering gehouden in zake het bekende conflict met den Neder - landschen Bioscoopbond. Deze vergadering was belegd door alle Katho lieke sociale organisaties ter plaatse en stond onder leiding van Mr. van Boven. Onder de talrijke aanwezigen zagen wij o.m. Mgr. L. Le Bron de Vexela, plebaan-deken van Roermond, nagenoeg de geneele geestelijk heid van Roermond, den heer van Meegeren, voorzitter van den R. K. Bond voor Groote Gezinnen, verschillende gemeenteraadsleden, de besturen van alle sociale organisaties. De eerste spreker, H. baron van Lamsweerde, voorzitter van de Vereeniging „Filmfront", uit Amsterdam, heeft in een uitvoerig betoog de actie der Katholieken op het terrein van de film uiteengezet. Doordat de Katholieken zich in den beginne veel te lang afzijdig van het filmvraagstuk heb ben gehouden, staan zij thans voor een gewel digen achterstand. Allereerst behandelde spr. de negatieve zijde van het vraagstuk, namelijk de keuringsinstan ties. Hij wees er op, hoe de zevende wer king van de Katholieke Film Centrale maar van een beperkten omvang kan zijn, vooral, daar de zoogenaamde A en B films voor de K. F. C. taboe zijn verklaard. Alleen de films, die door de Rijkskeuringscommissie zijn vrij gegeven voor personen boven 18 jaar kunnen door de K. F. C. voor het Zuiden worden te genhouden. Wat de positieve zijde van het vraagstuk betreft wees spr. allereerst op de pogingen van K. S. A., die niet meer kan doen, dan films als de Ontbladerde Roos in circulatie te brengen; films die hoewel moreel goed, uit aesthetisch oogpunt bezien geen naam mochten hebben. Een andere poging werd gedaan door de N.V. Eidophon, die onder het motto: „voor een Katholieke filmproductie" veel geld bijeen wist te krijgen, maar toen het geld er eenmaal was, zich wilde gaan toeleggen op het maken van neutrale onschadelijke films. Aan dit neutrali teitsbeginsel, en mede door gebrek aan vol doende kennis inzake films, groef de Eido phon zich zelf een graf. Mei klem wees spr. de beschuldiging, geuit in een Katholiek blad uit het Zuiden,, van de hand, als zou de Ediphon door Filmfront in den grond zijn geboord. Hierna behandelde spr. de vereeniging Film- fx-ont, die thans opkomt voor een Katholieke filmproductie. Na gesproken te hebben over de werkwijze van het Filmfront en het doel, dat men met het orgaan „Filmfront" beoogt, uiteen gezet te hebben, wijdde spr. ruime aandacht aan de totstandkoming van het Comité-Ge zinsfilm. In dit verband wees hij erop, dat de Ned. Bioscoopbond, die alleen door mecautilis- tische overwegingen geleid wordt, noodgedwon gen in conflict moet komen met een actie van een principieele Katholieke filmproductie. Met beslistheid wees de heer van Lamsweerde den eisch van d enBioscoopbond, dat de Film fronten nu maar uit het comité-Gezinsfilm moesten treden, van de and. Hij noemde het bijna verraderlijk, dat een Katholiek blad in het Zuiden, het Comité-Gezinsfilm aan de dicta tuur van den Bioscoopbond wilde uitleveren, door het advies van den Bioscoopbond over te nemen. Tenslotte wees de heer van Lamsweei-de op de millioenen-boycot-actie, die door de Ameri- kaansche Katholieken onder leiding van een Kardinaal, tegen de slechte film wordt gevoerd en wees ook nog op een schrijven van Z.H. Paus Pius XI, waarin Deze de Katholieken op hun plicht wijst, de positieve Katholieke filmbewe ging te steunen. De uiteenzetting van den heer van Lams weerde werd meei-dere malen door een over weldigend applaus onderbroken. Als tweede spreker voerde pater Justinus Jan sen O.F.M., voorzitter van het Comité Gezins film het woord. Hij wees op de taak der Ka tholieken om zich op filmgebied dat terrein te veroveren, wat hun toekomt. Voor het Ka tholicisme biedt de film machtige perspectie ven. Uitvoerig belichtte hij de totstandkoming van het Comité-Gezinsfilm en deelde het een en ander mede over de succesvolle propaganda- actie. Het grootste buitenkansje in de heele pro paganda wachtte het Comité in Roermond, waar een propaganda-avond met filmvertooning door den directeur van den Bioscoopbond, den heer de Hoop, onmogelijk werd gemaakt. Spr. lichtte het bekende conflict nog eens na der toe en gaf eveneens de verzekering, dat het Comité-Gezinsfilm nooit den eisch van den Bioscoopbond, om de Filmfronters uit het Co mité te stooten, zou inwilligen. Pater Justinus deed den aanwezigen de toe zegging, dat de première van de Gezinsfilm in Roermond zal gehouden worden, als antwoord op de fiere houding van de Roermondsche Ka tholieken. Na de uiteenzetting van pater Justinus werd een geldinzameling gehouden, waarbij onder de honderden guldens die werden opgehaald, een particuliere gift was van f 100.benevens be dragen, die door sociale vereenigingen ter be schikking van de Gezinsfilm werden gesteld. Aan het slot van de vergadering werd on der geweldig applaus de volgende motie aange nomen: „De Katholieken van Roermond in grooten getale bijeen op Woensdag 13 Februari 1935, ter bespreking van den momenteelen toestand en positie der Katholieken inzake het film- vraagstuk, zijn van oordeel: dat alle Katholieken eensgezind moeten meeleven met en zooveel mogelijk daadwerke lijk deelnemen aan de Katholieke filmbe weging; dat dient gestreefd te worden naar een filmproductie, di% door het Katholieke volks deel van Nederland volledig aanvaard kan worden; dat de bevoegde instanties dienen te ijve ren voor een verplichte Katholieke nakeuring van A en B films en het weren van aan stootgevende reclames voor 'filmvertooningen; dat het eigenmachtig optreden van het be stuur van den Bioscoopbond in de Katholieke filmactie niet geduld kan worden; besluit deze motie ter kennis te brengen van de bevoegde instanties en de pers." De Haagsche politie heeft aangehouden vier personen, die betrokken zijn bij de in het be gin dezer week gepleegde inbraak in het Zuid- Hollandsche Koffiehuis, waarbij na forceering van de brandkast een bedrag van ongeveer f 1200 werd gestolen. Reeds bij het eerste onderzoek had de politie de overtuiging, dat deze diefstal gepleegd moest zijn door of met medewerking van iemand, die ter plaatse goed op de hoogte was. Het voortgezet onderzoek heeft inderdaad aangetoond, dat deze zienswijze juist is ge weest. Gearresteerd zijn thans de portier van het Zuid-Hollandsch Koffiehuis en een viertal be kende Haagsche inbrekers. Uit het voortgezet onderzoek en uit de door de verdachten afgelegde verklaringen is duide lijk gebleken, dat de politie hier een goeden greep heeft gedaan. De recherche te Leiden heeft Woensdagavond twee jongens van veertien en vijftien jaar aan gehouden, die in de verhooren, die zij hebben ondergaan, bekend hebben tal van diefstallen van rijwielen te hebben gepleegd. Omstreeks tien uur, vertelt „Het Volk," ont dekte een voorbijganger, dat een jongen er met een rijwiel vandoor ging. Hij waarschuwde oogenblikkelijk de politie, die er in slaagde den jongen aan te houden. Het bleek te zijn de vijftienjarige P. B. De recherche heeft den knaap dadelijk flink onder handen genomen, waarbij hij bekende verschillende diefstallen te hebben gepleegd. Hij noemde daarbij een kameraadje, den veertien jarigen J. L. Deze jongen is aangehouden en ook naar het hoofd bureau van politie overgebracht. Hij opereerde nog op de Haven en bekende verschillende diefstallen te hebhen gepleegd. De jeugdige boefjes gingen als volgt te werk: Zij ontvreemdden een fiets en zetten die er gens anders onbeheerd neer. Daar of tevoren haalden ze er enkele onderdeelen van af, die ze gemakkelijker te gelde konden maken dan de heele fiets. Het overschot lieten ze staan. Het is uit de verhooren reeds gebleken, dat ze ook verschillende van deze onttakelde fiet sen in den Zijlsingel wierpen. De recherche heeft nog een uitgebreide huis zoeking gedaan in de woningen van L. en B. Bij den laatste werd nog een volledig rijwiel gevonden, alsmede verschillende voorwielen, zadels, handbeschermens, enzoovoorts. In de woning van L. werden ook tientallen voorwer pen gevonden, van diefstal afkomstig. Naar het Handelsblad verneemt, zal einde April een vierde Karakorum-expeditie door dr. Ph. C. Visser en mevrouw Visser-Hooft worden ondernomen. De bedoeling van den tocht is, nog onbekende deelen van Karakorum te exploreeren, die vele duizenden vierkante kilometers beslaan. Dr. Visser zal de expeditie ondernemen ge durende zijn gewoon groot verlof, waarop hij reeds einde van dit jaar recht had. De geoloog en glacioloog dr. R. Wyss uit Bern, gaat ook weer mee; de Britsch-Indische regeering zal wederom behulpzaam zijn en een of twee car tografen ter beschikking stellen. Na afloop van de expeditie zal dr. Visser het overschietende deel van zijn verlof in Nederland doorbrengen. Bij Kon. Besluit is bepaald, da,t de tijdelijke korting op de verlofbezoldigingen van Surinaam- sche landsdienaren wordt verlengd tot 1 Ja nuari 1936. Zondagmiddag 2 December tusschen 4 en 6 uur is in Hotel Wittebrug te Den Haag een ju weelendiefstal gepleegd ten nadeele van een in dat hotel logeerende dame. Voorts is op Dins dag 8 Januari eveneens des namiddags tus schen 4 en 6 uur een soortgelijke diefstal ge pleegd in Hotel Promenade aldaar ten nadeele van een logeergast. Gebleken was, dat de dader in beide gevallen een uitstekende geveltoerist moet zijn geweest, aangezien hij zich langs den gevel door een openstaand raam naar binnen had begeven. Teneinde, eenmaal in de kamer zijnde, niet verrast te worden sloot hij aan de bin nenzijde de kamerdeur af en verbrak daar na met een scherp voorwerp, vermoedelijk een schroevendraaier, de koffers en de kas ten. Bij deze inbraken heeft hij een flinke partij byouterieën, waaronder kostbare pa relhalssnoeren weten buit te maken tot een gezamenlijke waarde van ongeveer 10.000. Alles wees er op, dat men hier te doen had met een geroutineerd hoteldief. Kort na den tweeden diefstal wist de Rot- teidamsche politie bij een opkooper beslag te leggen op een der paarlen colliers. Zij wist ver volgens den verkooper op te sporen, die ober- kellner was in een hotel te Rotterdam. Deze verklaarde, de paarlen-partij te hebben ver kocht voor een Zwitser, die in zijn hotel had gelogeerd. Hij kon van dezen Zwitser een be hoorlijk signalement opgeven, zoodat de com missaris van politie der afd. B. te 's Graven hage in het Algemeen Politieblad opsporing, aanhouding en voorgeleiding van den dader kon verzoeken. Als gevolg daarvan is 26 Januari in een hotel te Rotterdam zekere E. H. door de Rotterdam- sche recherche aangehouden. Blijkens ingewonnen inlichtingen bij de politie te Bern (Zw.), bleek de aangehou dene te zijn de 40-jarige boekbinder E. H„ zonder vaste woonplaats, van Zwitsersche nationaliteit. Hij had reeds een negental jaren zware kerkerstraf achter den rug wegens hoteldiefstallen. Naar Den Haag overgebracht, ontkende H. iets met de beide diefstallen te maken hebben gehad. Daarop heeft zich een inspecteur van Jle Haagsche recherche naar Keulen begeven voor het instellen van een onderzoek, dat tot resultaat had, dat met behulp van de Deut sche Kriminal Polizei een vriendin van H. kon worden opgespoord. Ten huize van haar en van haar zuster, eveneens te Keulen woonachtig, werden daarop verschillende voorwerpen, van genoemde diefstallen afkomstig, in beslag ge nomen. Beide vrouwen vertelden, deze artike len van H. ten geschenke te hebben gekregen. De aangehoudene H. is daarop voor den of ficier van justitie te Den Haag geleid en na verhoor in het Huis van Bewaring aldaar in gesloten. In verband met den terugkeer van het Ne derlandsche contingent uit het Saargebied is de postverzending naar de Nederlandsche mili tairen aldaar geëindigd. Bij K. B. is met ingang van 1 Maart aan den luitenant ter zee der le klasse H. M. van Bem- melen op zijn verzoek eervol ontslag uit den zeedienst verleend en is hij benoemd tot luite nant ter zee le klasse bij de Koninklijke marme reserve. Bij K. B. is met ingang van 1 April aan den officier van gezondheid der 2e klasse H. ten Have op zijn verzoek eervol ontslag uit den zeedienst verleend en is hij benoemd tot officier van gezondheid der 2e klasse bij de Koninklijke marine-reserve. Bij K. B. is met ingang van 1 Mei op zijn verzoek eervol ontslag uit den zeedienst ver leend aan den reserve-majoor G. van Walbeek van het 21e regiment infanterie. Bij K. B. is op hun verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan de reserve- eerste-luitenants P. Ravenswaaij van het 3e regiment veldartillerie en P. Smoor van het 5e regiment infanterie. Bij K. B. is aan J. Jonker op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne functie van lid van den Voogdijraad te Leeuwarden onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten. Bij K. B. is benoemd tot lid van den Voogdij raad te Zutphen J. den Hartog, inspecteur van het Lager Onderwijs in de inspectie Apeldoorn, wonende te Apeldoorn. Bij K. B. is benoemd tot lid van den Voogdij raad te Middelburg J. Mijs, secretaris te Oost burg, wonende aldaar. 25 Lilian Delomosne keek hem een oogenblik ®dak aan. Goed, zei ze toen. Laat me eert eens 'en of ze er allemaal zijn. Als u er niets op tegen heeft, houd ak ze «ever in handen, totdat u mij betaald heeft. Een half uur later verliet Shepneard de ka- ti^r met vijfhonderd pond in bankbiljetten en cheque voor de resteerende vijfhonderd pond zUn zak. Hij had daarna nog een kort onder houd met Leonie en even later verliet hij zeer °ldaan het huis. Maar hij keerde niet naar ^tieen Anne Mansions terug en bracht den nacht ^°°r in het Victoriahotel. Den volgenden mor- Jj h inde hij zijn cheque en vertrok naar Dieppe. f J slaakte een zucht van verlichting, toen de haven van Nieuwpooxt in het gezicht kwam. bienzelfden morgen ontwaakte Lilian Delo- ^°sne met het gelukkige gevoel, dat zij eindelijk /ij was. zij was nu niet langer de slavin van °hn Bedford. En nu zou zij den stx-ijd tegen j/n man aanbinden en zich scharen, in de ge- tieren van de tegenpartij. HOOFDSTUK XVIII Nu Herman Groot gearriveerd was, wierp Lau rence zich op zijn werk met een wei'klust, welke bijna koortsachtig werd om zijn volharding. Te gen het aanbreken van den dag was hij al in zijn werkplaats en de avond vond hem daar nog. Hij gunde zich nauwelijks den tijd om te eten en hij nam zijn lunch en zijn avondmaal veel liever mee naar zijn wei'kplaats dan er tien minuten tusschen uit te moeten breken. En als hij des avonds laat zijn taak eindelijk als ge ëindigd beschouwde, gebeurde dit alleen, omdat hij dan te vermoeid was om nog een stuk ge reedschap in handen te nemen. Op zulke oogen- blikken restte hem nog maar juist voldoende energie om naar huis te strompelen, zich op zijn bed te weipen en in slaap te vallen, zoodx-a zijn hoofd 't kussen raakte. Vóór veertien dagen verstreken waren, had hij evenwel in zijn werkplaats een veldbed laten op slaan en bracht nu heele dagen en nachten in zijn atelier dooi". Inmiddels werkte Groot onafgebroken aan het zuiver mechanische werk, waarvoor Laurence hem had laten overkomen. Hij werkte op zijn ge wone, langzame maar degelijke manier, doch hield zijn oogen en ooren goed open. Vooral stel de hij heel veel belang' in de werkzaamheden, welke Laurence zelf ven-ichtte. En hij zag, dat, als 't werk in dat tempo werd voortgezet, de vol tooiing daarvan niet ver meer af kon zijn. Bij de eerste samenkomst met John Bedford in dat kleine café in Soho, had hij niet veel bijzonders te vertellen, maar een week later wist hij meer. Als het werk in dit tempo wordt voortgezet, vertelde hij, kan hij over tien dagen klaar zijn. De romp van de machine is al bijna heele- maal klaar. Weet je nu al iets meer, dan toen je be gon? Neen, antwoordde Groot, die met klem het hoofd schudde. Alles is op denzelfden voet voortgezet. Ik weet zelfs niet, waar de motor gemaakt, wordt. Ik heb overal gezocht, zelfs zijn brieven doorgelezen, maar heb niets kunnen vin den. Ik geloof, dat hij den motor pas op het laatste oogenblik zal inbrengen. Maar één ding weet ik zeker, dat, wat voor een motor hij ook wil gebruiken, om het toestel drijfkracht te ge ven, wij kunnen als vaststaand aannemen dat de motor heel erg klein moet zijn. Dat heb ik gezien aan de ruimte, welke hij voor den motor heeft opengelaten. Houd je oogen maar goed open, Groot, zei Bedford, toen de twee mannen weer van elkaar gingen. In de constructie van het toestel stel ik niet zooveel belang, als wel in den datum waar op het voltooid kan zijn. Je moet mij onmiddel lijk berichten, als het zóóver is, dat de motor moet worden aangebracht. Groot dronk langzaam zijn groot glas bier leeg en schudde het hoofd. Ik ben bang, dat hij me dat niet zal ver tellen. Die laatste dingen zal hij allemaal zelf doen, zonder dat er iemand bij is. Nu, je zult dan toch in ieder geval weten, wanneer het tijd gaat wox-den, dat de motor wox-dt aangebracht. Houd me zoo goed mogelijk op de hoogte. Ieder uur als het mogelijk is. Dat zal niet meevallen, meende Groot. Hij is zeer voorzichtig' en het is niet gemakke lijk om de werkplaats te verlaten. Hij houdt de sleutels altijd in zijn zak. John Bedford kreeg een idee. Hij wist, dat er geen duplicaatsleutels waren van de werkplaats en het zou toch gemakkelijk zijn als hij die wex-k- plaats eens zou kunnen binnendringen op een oogenblik, dat Workman zich om de een of an dere reden verwijderd had. Heb je dien sleutel wel eens in handen ge had? vroeg Bedfoi'd. Gi-oot schudde het hoofd. Kan je niets verzinnen, waardoor je die dingen in handen krijgt? Hij geeft die sleutels nooit uit handen ant woordde Groot. Hij laat me zelf des morgens binnen en draait de deur dan weer achter me op slot. Maar als ik die sleutels nu eens te pak ken kon krijgen, wat dan nog? Dan moet je er een wasafdruk van maken. Verzin er iets op. Zeg bijvoorbeeld, dat je een stuk gereedschap bent kwijt geraakt en dat je even naar het magazijn moet, om een ander te halen. Probeer het maar. Als het gelukt zal ik er voor zorgen, dat je er geen spijt van hebt. Ik zal mijn best doen, antwoordde Groot. Maar hij is zoo waakzaam als een kat, die voor een muizengat zit. In die werkplaats was nog iemand anders, die het groeien van het ingenieuze werk met even veel belangstelling volgde, als de uitvinder zelf. Dickie Wraye had Laurence aan zijn woord ge houden en na een paar dagen was de jongen een onmisbare kracht geworden in het kleine ploegje. Reeds den eersten dag stelde de jongen heel veel belang in het werk en vóórdat een week verstreken was, zou hij even lang als Laui'ence zelf in de wex-kplaats gebleven zijn, als Laurence zulks had toegestaan. Ondanks zijn lichaams gebreken bleek Dickie een vlugge, handige jon gen te zijn en evenals de meeste invaliden waren zijn handen sterker en leniger dan die van nor male menschen. In verschillende opzichten wist hij zich onmisbaar te maken. Dickie stond een paar uur vroeger op, om het huishouden te doen, en veivoegde zich precies negen uur aan de werkplaats. Het eenige, wat Laurence van hem gedaan kon krijgen, was, dat hij tijdig genoeg naar huis ging, om er voor te zorgen, dat. zijn zuster warm eten zou hebben bij haar thuis komst. Luister eens Dickie, zei Charity op een avond, dat Dickie er bleker uitzag dan anders, ik wil niet, dat je te hard moet werken in de werkplaats van mijnheer Wox-kman. Je bent niet sterk en als het zoo doorgaat, word je ziek. Neen, geen sprake van! protesteerde Dickie. Toe, zeg alsjeblieft niets tegen mijnheer Work man. Ik ben heelemaal niet moe en voel me goed in orde. Je zoudt eens moeten zien hoe mijnheer Workman zelf werkt. Die schijnt dag en nacht door te werken. Ja, maar hij is sterk en ook aan hem kan men zien, dat hij zich overwerkt. Een paar dagen geleden kwam ik hem tegen, maar hij was zóó in gedachten verzonken, dat hij mij niet zag, en hij zag er uit, alsof hij den geheelen xxacht niet naar bed geweest was. Dat zal ook wel niet. Ik heb al 'n paar maal SPECIAAL VOOR U DAMES is 4»n«briek gezien, dat hij des morgens erg moe was. En zeg, Charity Ja? Zou je niet denken, dat hij wat afleiding noodig heeft? Ja, dat zou hem misschien wel goed doen. Nu, vx-aag dan, of hij vanavond bij ons komt. Ik weet zeker, dat hij het doen zal, al komt hij natuurlijk alleen voor jou. Charity keek haar broer verwonderd aan en voelde, dat zij een kleur kreeg. Voor mij? Wat bedoel je. Dickie? Ik geloof, dat hij van je houdt. Charity. Ik heb hem nog niet anders dan waard eerend over je hooren spreken. Hij vertelt me heel dikwijls van dien eex-sten keer, dat hij je bij oom Waple ontmoet heeft. Dat kan hij wel laten, wat valt daar dan wel vair te vex-tellen? Dat weet ik niet. Maar hij schijnt er nu eenmaal graag over te spreken. Toe, Charity, vraag, of hij Zondag bij ons komt eten. Neen, dat doe ik niet, antwoordde het meis je. Toen zij echter de teleurstelling zag op het gelaat van den jongen, ging zij voort: Maar je kimt hem natuurlijk, wel namens ons beiden vragen. Ik geloof evenwel niet, dat hij zal komen; hij denkt te zeer aan zijn werk. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3