Ordening van winkelbedrijf
te Amsterdam
J eugd-excessen
VERGUNNINGSSTELSEL
Wekeli jksch beurs»
overzicht
ZONDAG 17 FEBRUARI 1935
Geen beperking aantal
bestaande winkels
Specialisatie
Bezorging
Verbetering noodig voor de
geheele gemeentelijke
samenleving
BIJSLAG OP PENSIOEN
Door de Kon. Ver. van gepension-
neerde onderofficieren en
16-jarige jongen steelt sieraden
van zijn overleden moeder
EEN WONDERDOKTER UIT
BLARICUM
Zuiver water in een groene flesch
DOODELIJK GEVOLG VAN
AUTO-ONGELUK
UIT DE STAATSCOURANT
minderen
DE ROEBELASTING
Verandering van minimum- in
garantieprijzen
INBRAAK IN DE HOFSTAD
In het gebied van de Hooge Tatra's (Tsjecho-Slowakije) worden de F.I.S.-wed'
strijden gehouden. De wapperende vlaggen roepen den beoefenaars der skisport
uit alle landen het welkom toe
hoefte zal met inachtneming der billijkheid
geschieden.
In verband met de regeling, dat de vergun
ning voor het betreffende winkelpand zal wor
den gegeven, zal bij uittreding van een of meer
firmanten uit een zaak, de persoon, die in het
pand het bedrijf blijft uitoefenen, de vergun
ning behouden.
Den eisch van credietwaardigheid wenschen
B. en W. ruimer te zien opgevat dan alleen
de kapitaalkrachtigheid. Het is immers denk
baar, dat iemand, die een winkel wil openen,
weinig of geen kapitaal bezit, doch borgen
heeft, of -op andere wijze credietwaardigheid
kan aantoonen.
Wat vakbekwaamheid betreft, denken wij niet
allereerst aan afgelegde examens. Een aantal
leerjaren in de betreffende branche doorge
bracht, kan voldoende zijn.
Een belangrijk verschijnsel van de laatste
jaren bij den detailverkoop van levensmiddelen
is geweest, dat de vroeger vrij sterke speciali
satie in artikelen begon te vervagen door den
verkoop van zoogenaamde bij-artikelen. Brood
bijv. wordt verkocht in kruidenierszaken; krui
denierswaren in drogisterijen en groenten-
winkels; vet en vleeschwaren in andere dan
slagerswinkels enz. De hevige concurrentie, als
mede het toenemen van het aantal verpakte
artikelen waardoor minder vakkennis ver-
eischt werd zijn mede van dit verschijnsel
de oorzaak. B. en W. zijn van oordeel, dat zij
het historisch ontstane niet moeten wijzigen.
Zij achten het dan ook niet wenschelijk, voor
te schrijven, welke artikelen in bestaande win
kels van bepaalde categorieën mogen worden
verkocht. Wel achten zij het noodig, een veT-
dere uitbreiding van deze ongewenschte toe
standen te beletten. Bij de registratie zal dan
ook moeten worden opgegeven, welke soorten
artikelen worden verkocht, terwijl alleen voor
die soorten vergunning tot verkoop zal worden
gegeven, welke op het oogenblik van de registra
tie worden verkocht, met dien verstande, dat
verkoop van artikelen, die buiten het ressort
van de Commissies vallen (bijv. suikergoed,
meubelen, bloemen, galanterieën, kachels)
uiteraard vrij blijft. De bestaande toestand zal
dienen te worden vastgelegd. Geschiedt dit niet,
dan zou het voordeel, te bereiken door het ver
gunningsstelsel, denkbeeldig blijken, doordat
bestaande zaken zich op andere artikelen dan
zij gewoonlijk verkoopen zouden toeleggen en
daardoor weder een ongebreidelde concurrentie
zouden openen. Daarentegen achten B. en W.
het gewenscht, aan nieuwe zaken alleen een ver
gunning te geven voor den verkoop van arti
kelen, die tot het bedrijf in eigenlijken zin be-
hooren.
den verkoop van dat artikel over te gaan, ander
zijds in een verbod zich als schoenmaker te
vestigen zonder vergunning."
B._ en W. kunnen zich met dat advies ver
eenigen, wat betreft den verkoop van schoen
en zoolleer in verkoopgelegenheden en zijn dan
ook bereid, het stelsel van vergunningen uit te
breiden tot dat artikel. Zij meenen echter, dat
een regeling betreffende den arbeid van schoen
reparateurs buiten de gestelde grens van verkoop
zou vallen en dat daarmede 'n principieele stap
zou worden gezet op het gebied van handen- en
machinalen arbeid. Hiertoe over te gaan lijkt
hun zeer ongewenscht.
Als aanvulling van deze regeling van het
winkelvraagstuk achten B. en W. 't noodzakelijk,
ook de bezorging nader onder het oog te zien.
De bezorging van bestelde artikelen, dus in
loondienst, behoort vrij te zijn, echter met dien
verstande, dat de winkelier bij Burgemeester
en Wethouders een aanvrage voor een legiti
matiebewijs ten behoeve van zijn bezorgers
moet indienen.
Moeilijker is het vraagstuk van de zelfstan
dige bezorgers, andere dan venters. Hierbij is
te denken aan de broodslijters en aan de groen
tehandelaren vaste wijkloopers. In de Ver
ordening zal deze wijze van bezorgen aan een
vergunning moeten zijn verbonden. Voor nieuwe
vergunningen voor deze categorieën zullen de
zelfde eischen moeten worden gesteld als voor
het oprichten van nieuwe winkels gelden, na
melijk vakbekwaamheid, credietwaardigheid en
de behoefte.
De uitreiking, onderscheidenlijk de intrek
king van vergunningen zal geschieden na advies
van den levensmiddelenraad, die daartoe het
advies van de betreffende Commissie heeft in
te winnen.
De sanctiei op overtreding zal o.a. kunnen
bestaan in het intrekken der vergunning. Het
behoeft geen betoog, dat dit sle-chts in zeer uit
zonderlijke gevallen zal geschieden.
Het komt B. en W. ten slotte wenschelijk voor
en dit met uitbreiding van het door den
Levensmiddelenraad uitgebrachte rapport, doch
in overeenstemming met de adviezen van vele
commissies het intrekken der vergunning ook
mogelijk te maken, indien is gebleken, dat de
uit sociale wetten of verordeningen voortsprui
tende verplichtingen niet worden nageleefd.
Hierover, benevens over de verder te stellen
voorwaarden, zullen B. en W. het advies van
den Levensmiddelenraad inwinnen.
Van een beschikking van B. en W. betreffende
het weigeren of het intrekken eener vergunning,
behoort beroep op den Gemeenteraad open te
staan.
De voortdurende en ernstige
klachten omtrent den toestand in
het bedrijf hebben aanleiding ge
geven, den Levensmiddelenraad
om rapport te vragen, aldus B. en
W. van Amsterdam in hun toelich
ting op de ontwerp-verordening op
het winkelbedrijf.
De ingekomen rapporten geven
een niet rooskleurig, dikwijls zelfs
somber beeld van den toestand in
verreweg de meeste onderdeden
van het winkelbedrijf, voor zoover
dit in het ressort van den Levens
middelenraad valt.
Uit de rapporten van tien Com
missies blijkt, dat men algemeen de
aandacht vestigt op het te groote
aantal winkels.
De Commissie voor Vleesch constateert een
feilen concurrentiestrijd, welke feitelijk niets
anders is dan het vechten om omzet.
Zij toor» aan. dat een slager gemiddeld
slechts 750 inwoners of plm. 200 gezinnen be
dient, doch gemakkelijk het dubbele aantal zou
kunnen voorzien met slechts betrekkelijk ge
ringe vermeerdering van exploitatiekosten.
Deze zijn thans te hoog in verhouding tot den
geringen omzet.
De Commissie voor Kruidenierswaren oor
deelt, dat door het thans bestaande groote
aantal winkels de prijzen hooger zijn dan
noodzakelijk is. Er is dikwijls gebrek aan wa
renkennis bij hen, die een zaak drijven. De
hygiënische behandeling en verzorging van le
vensmiddelen komen vaak in het gedrang.
10 pet. der kruidenierszaken hier ter stede ver
wisselt jaarlijks van eigenaar.
Ten onrechte wordt vaak gemeend dat een
zoo groot aantal winkels de prijzen der artike
len door onderlinge concurrentie doet dalen.
Vergeten wordt daarbij, dat de distributiekos-
ten bij een groot aantal winkels belangrijk hoo
ger moeten zijn, dan wanneer dezelfde hoe
veelheden door een kleiner aantal winkels zou
den worden gedistribueerd. Zoowel uit een oog
punt van producenten- als van consumenten
belang, is een teveel aan winkels dan ook on
getwijfeld nadeelig. Zelfs wanneer het aantal
winkels belank-ijk kleiner was, zou de onder
linge concuriWitie stellig de prijzen zoo laag
mogelijk doen zijn.
De Commissie voor Aardappelen, groente en
fruit rapporteert, dat, wijl het afzetgebied voor
winkeliers te klein is om hun een behoorlijk be
staan te verschaffen, de winstmarge grooter
moet worden, wil de handelaar niet ten gronde
gaan; terwijl het ook voorkomt, dat de com
pensatie in de kwaliteit of het gewicht gezocht
wordt (de Commissie voor Brandstoffen maakt
een soortgelijke opmerking). De concurrentie
in het bedrijf vertoont steeds sterkere uit
wassen.
Zonder de geringste vakkennis wordt her
haaldelijk een zaakje begonnen, dat dan meest
al binnen een jaar wel weer gedoemd is van
eigenaar te verwisselen, of te verdwijnen, doch
dat door onreëele prijzen en door het geven
van geschenken de in de omgeving gevestigde
winkeliers in den tijd van zijn bestaan toch
enorm heeft benadeeld, zoo niet ten gronde
heeft gericht.
Op het gebied van boter, kaas en eieren ves
tigen zich, blijkens het rapport der desbetref
fende Commissie, personen zonder eenige vak
kennis in het bedrijf, die trachten, een debiet
te verkrijgen door óf te verkoopen tegen lagere
dan de gangbare prijzen, óf inferieure kwaliteit
te leveren tegen den kostprijs van het betere
product. Echter ook de winkelier zelf zal ten
slotte slachtoffer worden van deze handelwij
zen en dus indirect van de onbeperkte vrijheid,
zich te vestigen. Dikwijls gaan met moeite ver
kregen spaarpenningen daaraan verloren en is
een faillissement het slot van een zorgenvolle
periode.
De gemiddelde verkoop van schoenen is al
hier pl.m. 3233 paar per jaar, terwijl eerst
een zaak, waar 5000 paar schoenen per jaar
worden verkocht, als een goede zaak kan wor
den beschouwd. Er zijn zaken, die nog geen
800 paar per jaar omzetten.
Alle Commissies, behalve die voor Brand
stoffen, beantwoordden de vraag, of uitbreiding
van verkoopplaatsen moet worden tegengegaan,
eenstemmig bevestigend. De commissie voor
Melk wenschte de uitbreiding van het aantal
distribuanten tegen te gaan, die voor Boter,
kaas en eieren verklaarde zich tegen een on
gebreidelde uitbreiding.
Alle Commissies verklaarden zich
tegen het beperken van het aantal
bestaande verkoopgelijgenheden.
Het opheffen van reeds gevestigde
winkels zou te zeer ingrijpen in het
particuliere leven, de keuze van de
op te heffen winkels op te groote
moeilijkheden stuiten, de afkoop
sommen zouden te groot worden,
terwijl anderzijds alleen reeds het
beletten van een uitbreiding van het
aantal winkels, mede in verband
met de toeneming van de bevol
king, een voldoende verbetering
zou waarborgen.
eiSedert het onderzoek der tien Commissies
gehouden werd, is de stand van zaken in het
winkelbedrijf eerder slechter geworden.
De Levensmiddelenraad heeft de genoemde
adviezen der tien Commissies uitvoerig bespro
ken. Hij besloot ten slotte, aan een Commissie
uit zijn midden op te dragen, een nader rapport
ter zake oij te maken. Dit rapport, dat op 9
Mei 1934 werd uitgebracht, werd in de verga
dering van den Levensmiddelenraad op 12 Juni
d.a.v. besproken. Alle 16 aanwezige leden spra
ken den wensch uit, tot het invoeren van een
vergunningsstelsel over te gaan, en adviseer
den, aan het verkrijgen van zulk een vergun
ning de eisohen te verbinden van vakbekwaam
heid en kredietwaardigheid. Onverminderd de
ze eischen, wenschten 12 van de 16 aanwezi
gen, dat een vergunning zal worden verleend,
tenzij B. en W. aantoonen, dat uit sociaal-eco
nomisch oogpunt een dergelijke vestiging in
een bepaalde buurt niet verantwoord is.
Uit de overgelegde rapporten en uit
de discussies in den Levensmiddelen
raad is B. en W. overtuigend gebleken,
dat in den handeldrijvenden midden
stand, voor zoover deze zich bezig
houdt met den detailhandel in levens
middelen, toestanden zich hebben ont
wikkeld, welke verbetering behoeven.
Deze verbetering is niet alleen noodig
ten bate van de winkeliers, doch even
zeer ten bate van de consumenten en,
daar het behoud van een nijveren en
zelfstandigen middenstand een nood
zakelijk element is in een gezond
volksleven, is verbetering ook noodig
ten bate van de gemeentelijke samen
leving.
Ongetwijfeld zouden pogingen tot verbete
ring, uitgaande van de verschillende catego
rieën van het winkelbedrijf zelf, verreweg de
voorkeur verdienen boven een bemoeiing van
de overheid. De ervaring heeft B. en W. ech
ter geleerd, dat deze pogingen herhaaldelijk,
na korten of langen tijd, vruchteloos blijken,
hetzij doordat de bedrijfsgenooten niet in
staat of onwillens zijn tot samenwerking, het
zij doordat zij de nadeelen, welke de huidige
toestand oplevert, niet duidelijk onderkennen.
Het spreekt vanzelf, dat, mocht hierin veran
dering komen, mochten de bedrijfsgenooten zelf
in staat zijn, verbetering aan te brengen in hun
bedrijf zoodanig, dat daarmede tevens het alge
meen belang wordt gediend, de overheidsbe
moeiing geleidelijk zou moeten worden beëin
digd. Intusschen zijn B. en W. geenszins blind
voor de gevaren, welke aan overheidsbemoeiing
met deze materie verbonden zijn. Wel is het
terrein hun niet geheel vreemd. Immers, nog
afgezien van de vele rijksbemoeiingen met land
en tuinbouw, welke slechts een tijdelijk karakter
dragen, kan gewezen worden o. a. op de ge
meentelijke verordening in zake het venterswe-
zen. welke een zeer ingrijpende overheidsbe
moeiing heeft geconstrueerd.
Niettemin meenen B. en W., dat de uiterste
voorzichtigheid in acht genomen moet worden
WOORDELIJK
Iemand, die zijn schaapjes op het droge
brengt!
Amsterdam, 15 Februari 1935
De functie, welke de Staat vervult in de
maatschappij, wint meer en meer aan belang
rijkheid, waardoor tevens zijn verantwoorde
lijkheid met den dag toeneemt. Niet dat het
nu zoo'n ideaal is, dat de Staat zich met al
les gaat bemoeien, maar de individuen kunnen
het nu eenmaal alleen niet meer bolwerken.
De Staat is verplicht om in het aanpas-sings-
en ordeningsproces, dat het bedrijfsleven moet
ondergaan, leidend en stimuleerend op te tre
den, zonder dat deze bemoeiing behoeft te ont
aarden in staatssocialisme of in 't dooden of be
perken van het particuliere initiatief. Het be
hoeft geen nader betoog, dat er van de capa
citeiten der regeerende instanties ontzaglijk
veel wordt gevergd en verwacht, en dat hun
handelingen door het publiek op critische wijze
worden gevolgd. Wordt de Regeering in het
uitoefenen van haar verantwoordelijke taak
belemmerd en doen zich symptomen voor van
gebrek aan vertrouwen, dan heeft dit een fu-
nesten invloed op de economische ontwikke
ling. Het is eigenaardig, dat. deze week zoo
wel te Londen als Parijs de invloed merkbaar
was van binnenlandsche politieke strubbelin
gen In Wavertree, een kiesdistrict bij Liver
pool, hadden tusschentijdsche verkiezingen
plaats, uit welker uitslag bleek, dat de Regee
ring slechts het vertrouwen genoot van nog
geen derde van het aantal kiezers. De heer
Randolph Churchill heeft de onhebbelijkheid
gehad tweedracht te zaaien in het kamp der
conservatieven, waardoor het den Labourcandi-
daat gelukte hard weg te loopen met het fel
omstreden en begeerde been. Nu is natuurlijk
de uitslag in een betrekkelijk onbelangrijk dis
trict niet doorslaggevend, maar wijst toch op
het feit, dat er een belangrijke oppositie be
staat tegen de Regeering. De oorzaken hiervan
zullen wel gezocht moeten worden in het tot
stilstand komen van de herstelbeweging en in
het feit, dat er in Engeland nog altijd meer dan
twee millioen werkloozen zijn, welk aantal in
de laatste 4 weken nog met 240.000 is toegeno
men. De vrees voor een regeeringscrisis in de
naaste toekomst veroorzaakte een gedrukte
stemming op de Londensche beurs, welke nog
geaccentueerd werd door den financieelen na
sleep der peperdébacle. Slechts drie firma's
hebben de „struggle for life" moeten opgeven,
maar er zijn er nog vele, die door de banken met
kunst en vliegwerk in het leven worden ge
houden, en deze heele geschiedenis heeft wel
aangetoond, dat de diverse goederenmarkten
nog gemakkelijk uit hun evenwicht zijn te
brengen.
en daarom wenschen zij het terrein vooreerst te
beoerken tot die winkelbedrijven, waarin handel
gedreven wordt in levensmiddelen en wel voor
zoover die handel is vertegenwoordigd in de
commissies, als bedoeld in de verordening op
den Levensmiddelenraad. B. en W. ontkennen
niet, dat de bovengeschetste misstanden ook
bestaan in andere winkelbedrijven; doch de
omstandigheid, dat daarvoor geen officieele com
missies bestaan, welke bij het nemen van maat
regelen advies kunnen uitbrengen, noopt hen
tot deze beperking. Vervolgens wenschen zij
onverlet te laten de gezonde factoren, welke het
winkelbedrijf tot ontwikkeling kunnen brengen;
de overheidsbemoeiing mag een behoorlijke con
currentie niet belemmeren.
Overbezetting van het distributieapparaat in
eenige branche en binnen eenig rayon kan prljs-
verhoogende werking hebben en heeft dit feite
lijk ook. Dit resultaat wordt echter niet ver
oorzaakt door de concurrentie, doch door de
concurrentie onder bepaalde omstandigheden,
d. w. z. door concurrentie bij overbezetting van
het distributie-apparaat. Deze overbezetting
heeft immers daling van den omzet tengevolge
en deze zal, bij gelijkblijvende vaste lasten, prijs
stijging veroorzaken, doordat men uitbreiding
van debet zal trachten te verkrijgen door min
of meer kostbare reclame, service, enz.
B. en W. meenen dan ook, dat al zal het niet
mogelijk zijn, de bestaande overbezetting te
beperken, de toeneming der overbezetting moet
worden tegengegaan. Hierbij geldt niet zoozeer
het belang van de winkeliers als wel het be
lang der consumenten, die tengevolge van
de overbezetting hoogere prijzen moeten be
talen dan bij concurrentie onder normale om
standigheden wel het geval zou zijn.
Twee andere misstanden, welke het winkel
bedrijf tot schade van het algemeen belang on
dermijnen, wenschen B. en W. tegen te gaan:
zeer vaak komt het voor, dat het winkelbedrijf
wordt gevoerd door onbekwamen en (of) door
personen, die nie't voldoende credietwaardig
zijn.
B. en W. zijn er zich volkomen van bewust,
dat de hier bedoelde overheidsbemoeiing tal van
bezwaren in de practjjk zal opleveren; niette
min meenen zij, met het oog op de toenemende
misstanden in het winkelbedrijf, tot deze be
moeiing te moeten overgaan. Mede op verzoek
van den Levensmiddelenraad hebben zij zich
gewend tot den hoogleeraar mr. F. G. Scheltema
met de vraag, of het juridisch mogelijk zou
wezen, bij gemeenteverordening de uitbreiding
van het aantal winkels in bepaalde bedrijven
tegen te gaan. In een gemotiveerd schrijven
betoogt deze hoogleeraar, dat z.i. een derge
lijke verordening niet zal worden geacht te
zijn in strijd met de wet of met het algemeen
belang, al zal het uiteraard onzeker zijn, welk
resultaat het afwegen van wederzij dsche be
langen door de Kroon zal hebben.
Vervolgens hebben B. en W. zich gezet aan de
beantwoording van verschillende vragen van
practischen aard. Mocht de Raad het voorstel
aanvaarden, dan ligt het in het vooriiemen van
B. en W. zoo spoedig mogelijk tot registratie
van alle verkoopgelegenheden over te gaan. Aan
alle houders van bestaande zaken zal vergun
ning worden gegeven, doch voor nieuwe zaken
zal een licentie noodig zijn, welke eerst wordt
verstrekt indien aan bepaalde eischen is vol-
idaan.
Deze eischen betreffen de credietwaardig
heid en de vakbekwaamheid. Indien hieraan
wordt voldaan, zal een vergunning worden ge
geven, tenzij aan een winkel in de betreffende
buurt geen behoefte bestaat.
De vergunningen behooren te worden ver
strekt ten name van den winkelier persoonlijk
en wel voor het pand, waarin de winkel is ge
vestigd. Allereerst rijst hierbij de vraag, welke
handelwijze bij overlijden van den vergunning
houder zou moeten worden gevolgd. B. en W.
meenen, dat het billijk is, dat de vergunning
dan desgewenscht wordt overgeschreven op
naam van de weduwe of van een der bloedver
wanten in den eersten graad, zonder dat aan
de genoemde eischen behoeft te worden vol
daan. Bij verplaatsing van den winkel zal
vergunning moeten worden gevraagd, ten einde
eventueel een teveel aan winkels in een be
paalde wijk te voorkomen.
Bij verkoop van een zaak zal aan de genoemde
eischen de hand moeten worden gehouden. De
beoordeeling van de sociaal-economische be-
De invloed, welke van Parijs uitging, was niet
veel beter. Hier' moest Flandin de verzuchting
slaken, dat het hem onmogelijk gemaakt wordt,
te regeeren en het land met kracht te be
sturen. Terwijl-hij zijn handen vol heeft met
de buitenlandsche politiek, moet hij er steeds
op bedacht zijn, dat hij in den rug kan worden
aangevallen door een parlement, waarin ver
deeldheid, haat en nijd de leidende motieven
vormen. Wij moeten er maar niet aan denken,
wat een kabinetscrisis in de tegenwoordige om
standigheden in Frankrijk zou kunnen be-
teekenen. Het is niet uitgesloten, dat de beur
zen te Parijs en Londen ook onder den indruk
verkeerden van het hangende conflict tusschen
Italië en Abessynië. De kansen op een vredige
oplossing zijn echter niet gering, hoewel het
voor Italië een heele toer zal zijn zijn be
hoefte aan koloniën op vredelievende wijze te
bevredigen.
In aanmerking nemende de „sof" stemming
op de buitenlandsche beurzen, mogen wij over
het koersverloop op het Damrak niet ontevre
den zijn. Er werd niet veel gehandeld en men
zag geen van Vreugde stralende gezichten, maar
koersverliezen konden voorkomen worden. Als
men zijn gedachten terug laat gaan tot in het
grijze verleden, dan zal men zich misschien
herinneren, dat er op de beurs een plaats was,
waar scheepvaartaandeelen werden verhandeld.
Jarenlang prijsgegeven aan de vergetelheid,
veranderde deze hoek plotseling in een der
drukst bezochte gelegenheden op de beurs,
waaruit de menschen niet meer waren weg te
slaan en vanwaar nog uren na beurstijd een
opgewekt gekout blijk gaf van een geanimeerd
zakenleven. De belangstelling gaat vooral uit
naar de Indische lijnen, waarvan vermoed wordt,
dat hun resultaten over 1934 aanmerkelijk be
ter zijn geweest dan nog voor korten tijd werd
verondersteld. De financieele positie van vele
ondernemingen, o. a. van die, welke behooren
tot de groep der Nederl. Scheepvaart Unie, is
verre van hopeloos en een lichte verbetering in
de bedrijfsresultaten zal het lot van aandeel
houders al spoedig kunnen verzachten, temeer
als men de zeer lage koersen voor oogen houdt.
Zoowel voor aandeelen Scheepvaart Unie, Rot-
terdamsche Lloyd, Mij. „Nederland" als Ko
ninklijke Packetvaart groeide de belangstelling
zienderoogen bij oploopende koersen.
Op de cultuurafdeelingen bewaarde men een
voorname gereserveerdheid, bij gebrek aan
constructief nieuws. De Regeeringsgevolmach-
tigde voor Economische Zaken heeft een over
zicht gegeven van het verloop der rubberrestric
tie en de manier, waarop hij uiting meende te
móeten geven aan zijn gevoelens, getuigt van
een bemoedigend optimisme. Nogmaals wordt
met, nadruk verklaard, dat de Regeering den
uitvoer van bevolkingsrubber voldoende in de
handen heeft om aan haar internationale restric
tieverplichtingen te kunnen voldoen. De rub-
bervoorraden zijn in 1934 wel is waar gestegen,
doch hiertegenover staat, dat de kans zeer groot
De Commissie voor Schoeisel bracht nog een
aanvullend rapport uit in zake schoenrepara
teurs. Zij adviseert verder over te gaan tot
„een verbod om een leerzaak te openen, een
filiaal te openen, of in een bestaande zaak,
waarin tot nu toe geen leer werd verkocht, tot
SEMARANG, 16 Febr. (Aneta). Te Pekalon-
gan hebben zich jeugd-excessen voorgedaan. Een
16-jarige jongen heeft uit de brandkast van
zijn vader sieraden gestolen, welke van zijn
overleden moeder afkomstig waren. De waarde
dezer sieraden beliep circa f 1000.Te zamen
met andere jongens heeft hij deze sieraden ver
kocht voor ongeveer f 200. Een der jongens
heeft met dit geld een arak-stokerij opgericht.
Voorts hebben 24 December j.l. een vijftien
jongens, waaronder dit drietal, een Chinees
aangevallen en aan het achterhoofd verwond.
De substituut-officier van Justitie, Mr. Geesink,
vertoefde vier dagen te Pekalongan om de zaak
te onderzoeken. Het genoemde drietal bevindt
zich in arrest.
Een „wonderdokter" uit het vredige Blaricum,
een zekere mijnheer W„ had. zich voor den
Hilversumschen kantonrechter te verantwoorden
over zijn snoode practijken. Hij had, zooals alle
wonderdokters, gezondigd tegen de wet, aange
zien hij zich schuldig had gemaakt aan het
onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. Hij bleek
in werkelijkheid tuinbouwkundige te zijn, maar
hij was er dan ook een met veel fantasie. Dit
kwam ter terechtzitting uit,
De man had zijn eigen speciale methode om
de lijdende menschheid te helpen. Hij bestreek
zijn patiënten, deed dit met zijn lenige vingers
vele malen en hij meende, dat daar een mag
netische kracht uit voortkwam. Het bleef niet
alleen bij het strijken, er kwam ook een flesch
bij te pas. En wel een groene flesch. Alle
patiënten moesten een flesch, een groene flesch,
meenemen en de wonderdokter vulde die met...
zuiver water! Dan betastte hij zijn patiënten
nog eeas, gaf hun opdracht de flesch in één
dag gelukkig niet in één teug leeg te
drinken, waarna hij het honorarium, zijnde 1
gulden, incasseerde.
Onder de talrijke getuigen was een jongeman,
die volgens zijn huisdokter een verkeerden
bloedsomloop had. „Nee," zei de wonderdokter,
„hij heeft een storing in de hersens." En hij
bevestigde dit oordeel in de rechtszaal. Maar
dezen jongeman had W. niet kunnen genezen.
Twaalf maal was de knaap bij hem op bezoek
geweest, twaalf maal was hij bestreken en be
tast, hij had twaalf groene flesschen water leeg
gedronken en12 gulden betaald. De storing
in de bloedsomloop of in de hersens was ge
bleven.
Er was er onder de rij der getuigen niet één,
die met kruiden genezen was, hetgeen men toch
van een tuinbouwkundige had kunnen verwach
ten, aangezien het in zijn lijn lag. Maar hij
had zich immer bij schoon water gehouden. Ook
bij de dame, die volgens haar eigen dokter aan
suikerziekte leed. W. had de knie van deze dame
bestreken; hij achtte de kwaal een rheumati-
sche aandoening....
Die dame met de knie had een zoon, die een
dubbele beenbreuk had opgeloopen. Weer was
de wonderdokter aan het strijken gegaan. Hij
was van meening, dat er slechts een spier los
zat. Maar de jongeman is nog niet genezen
van zijn heusche breuk.
De Blaricumsche wonderdokter had een tien
tal getuigen decharge medegenomen. De kan
tonrechter, mr. Van Loon, achtte het geschikt
er een drietal van te hooren.
Het zoontje van een dame uit Den Haag had
baat bij W. gevonden. De jongen had een
ernstige ziekte aan de hersens en was door de
-doktoren reeds opgegeven. W. had hem beter
gemaakt, dank zij het water uit de groene flesch.
En dan dat meisje uit Laren. Bij het kind
waren de mazelen „naar binnen geslagen". Of
die uitdrukking zuiver is, we weten het niet.
intusschen waren die mazelen binnen. Eén
kwartier lang had de wonderdokter de hand
op het kinderlijk voorhoofdje gehouden. Toen
sloegen de mazelen spontaan naar buiten
De derde getuige was een mijnheer, die een
niersteen gehad had (zoo groot als de Amers-
foortsche kei). Hij was hem kwijt geraakt. Wel
licht weggespoeld met het water uit de groene
flesch.
De ambtenaar van het O. M., mr. s'Jacob,
vond dezen wonderdokter toch geen échten dok
ter. Zijn eisch luidde 100 subs. 20 dagen hech
tenis.
Toen de wonderdokter een weinigje over de
slechte tijden had geklaagd, luidde het vonnis
50 subs, tien dagen brommen. Het was ook
pas de eerste maal, dat de Blaricumsche pseudo-
geneesheer terecht stond.
Zaterdagmorgen is op ruim 50-jarigen leeftijd
overleden de -heer H. J. Kamp, notaris te Hee
renveen.
Eenige weken geleden is de heer Kamp met
zijn auto tegen een boom gereden waarna de
wagen over den kop sloeg. Oogenschijnlijk leek
de heer Kamp slechts lichte verwondingen te
hebben bekomen. Dezer dagen echter vererger
de plotseling zijn toestand en thans is hij over
leden.
Bij K.B. is vergunning verleend tot het aan
nemen van de versierselen van Commandeur
der Orde van Leopold II van België en van
Officier in de Orde van het Legioen van
van Frankrijk aan prof. dr. L. P. Ie Cosquin"
de Bussy te Baarn.
Bij K.B. is aan H. Kuypers, directeur der
N. V. De Courant de Maasbode te Rotterdam-
verlof verleend tot het aannemen van zijn be
noeming tot Commandeur in de Orde Polonia
Restituta.
Bij K. B. is met ingang van 1 Maart benoemd
tot burgemeester van Beesel mr. M. M. P.
Brouwers, met toekenning van gelijktijdig eer
vol ontslag als burgemeester van Borgharen.
Bij K. B. is aan K. H. Broekhoff, commissaris
van politie te Amsterdam, verlof verleend t°
het aannemen van de hem geschonken onder
scheiding van Officier in de Orde van Leopo'"
II van België.
Bij K. B. is benoemd tot notaris binnen he'
Arrondissement Utrecht, ter standplaats d®
gemeente Utrecht, mr. F. A. Gutteling, cahdi'
daat-notaris aldaar.
Bij K. B. zijn benoemd tot kantonrechte^'
plaatsvervanger in het kanton Alphen mr.
A. Helmstrijd, secretaris der gemeente Bosko°P
en C. A- van Mensch, ontvanger der registra
tie- en domeinen te Alphen aan den Rijn.
is, dat zij in 1935 een aanmerkelijke verminde
ring zal ondergaan.
Een Aneta-telegram meldde, dat de Minister
van Koloniën ingestemd heeft met de plannen
der Ned. Indische Regeering, tot verder gaande
regeeringsbemoeiingen met de suikerindustrie,
en dat hij tevens accoord gaat met het voor
nemen om den suikeraanplant voor 1935 vast te
stellen op 450.000 ton, hetgeen niet wegnam,
dat er op de suikerafdeeling weinig was te be
leven.
Onder de binnenlandsche industrieelen ma
ken Unilevers nog steeds een prettigen indruk
en wordt er druk in dit fonds gehandeld.
Aandeelen Aku zijn iets vaster gestemd en
men vermoedt, dat de Mij. eigen aandeelen in
koopt, welke bij een event, reorganisatie inge-'
trokken zouden worden. Daar het mogelijk is,
dat voor dit doel in Duitschland geblokkeerde
gelden kunnen worden gebruikt, stamt de vraag
voornamelijk van Duitsche zijde.
De koers van aandeelen Koninklijke Olie is
deze week nogal aan schommelingen onderhevig
geweest, maar tenslotte moeten wij toch een
verlies van enkele procenten constateeren.
Voor Amerikaansche shares was de belang
stelling nihil en het wordt nu werkelijk tijd, dat
het gerechtshof eens uitspraak doet in het
langzamerhand zeer onpopulair geworden goud-
clausuleproces.
De beleggingsmarlrt bleef nauwelijks prijs
houdend. De provincie Noord-Holland probeert
het weer eens met een 3'A pet. leening tegen
97)4 pet., tegen welken koers men 8A millioen
hoopt te plaatsen. Wij geven den heeren emit-
tenten een zeer goede kans op succes.
Slotkoersen 8 Februari 15 Februari
4% Nederland 1934
1013/4
1013/4
4% Ned. Indie 1934 A
1013/a
1013/8
3 Ys pet. Engeland
66V4
653/8
5 A pct.Youngl. m. verkl.
391/2
398/a
A. IC. U,
331/4
331/4
2421/4
24434
2253/4
2263/4
893/4
89%
Ned. Scheepv. Unie
341/2
383/4
Koninkl. Olie
1421/3
1391/4
1 81/3
147
961/2
981/4
H. V. A
170
169V4
N. I. S. U
83
821/3
1363/4
136
141
139
181/8
173/4
22
21%
65/a
61/2
60
6II/2
7.253/4
7.20%
1.488/4
1.47%
59.40
59 33
1 pCt.
1 pCt.
(Ingezonden door de Spaame-Bank N.V.
Amsterdam)
Door de Kon. Vereeniging van gepension-
neerde onderofficieren en minderen van het Ne-
derlandsche leger zal 19 Februari a.s. als voort
durende herinnering aan den geboortedag van
wijlen Koning Willem III aan negen onder
vroegere wetten gepensionneerde onderofficie
ren en minderen als gezamenlijken bijslag op
hun pensioen f 693 worden uitgekeerd, maken
de dit met de eerste uitkeering in het boek
jaar en toelage aan een weduwe inbegrepen,
een bedrag van f 1599.
Van de oprichting in 1879 af is door deze ver
eeniging aan gepensionneerden en weduwen
ruim f 705.190 uitgekeerd.
Van bevoegde zijde wordt vernomen, dat de
bekende Roebelasting voor Bloembollen zal be
dragen per Roe:
Voor hyacinten f 1.65, vroege tulpen f 0.33,
late tulpen f 0.28, narcissen f 0.38.
Vermoedelijk is dit het bedrag van den af
koop der afname leverbaar surplus van de
jaren 1933 en 1934.
Hierboven zullen naar men vermoedt nog
komen de kosten van Kweekers- en Sierteelt
centrale, welke op ongeveer 5 cent per Roe
worden geschat.
Tevens vernemen wij, dat er zeer groote kans
is dat de door de organisaties gevraagde ver
andering van minimumprijzen in garantie
prijzen inderdaad door de Sierteeltcentrale zal
worden aanvaard. De garantieprijzen zullen
dan voor 100 procent uitbetaald worden, en
zullen in 1935 vergeleken bij 1934 voor dikke
hyacinten en narcissen iets lager zijn, en
voor kleine tulpen iets hooger.
Te 'sGravenhage zijn twee mannen aange
houden, verdacht van de inbraak bij de firma
Perry aan de Hoogstraat, aldaar, in den nacht
van 8 op 9 Februari, waarbij een geldkistje
opengebroken, en duizend gulden hieruit ont
vreemd is.
De aangehoudenen zijn de 25-jarige J. H. en
de 30-jarige A. T. Zij zijn geen onbekenden
van de politie. Beiden zijn ter beschikking van
de justitie gesteld.