Ordening van winkelbedrijf te Amsterdam J eugd-excessen VERGUNNINGSSTELSEL Wekeli jksch beurs» overzicht ZONDAG 17 FEBRUARI 1935 Geen beperking aantal bestaande winkels Specialisatie Bezorging Verbetering noodig voor de geheele gemeentelijke samenleving BIJSLAG OP PENSIOEN Door de Kon. Ver. van gepension- neerde onderofficieren en 16-jarige jongen steelt sieraden van zijn overleden moeder EEN WONDERDOKTER UIT BLARICUM Zuiver water in een groene flesch DOODELIJK GEVOLG VAN AUTO-ONGELUK UIT DE STAATSCOURANT minderen DE ROEBELASTING Verandering van minimum- in garantieprijzen INBRAAK IN DE HOFSTAD In het gebied van de Hooge Tatra's (Tsjecho-Slowakije) worden de F.I.S.-wed' strijden gehouden. De wapperende vlaggen roepen den beoefenaars der skisport uit alle landen het welkom toe hoefte zal met inachtneming der billijkheid geschieden. In verband met de regeling, dat de vergun ning voor het betreffende winkelpand zal wor den gegeven, zal bij uittreding van een of meer firmanten uit een zaak, de persoon, die in het pand het bedrijf blijft uitoefenen, de vergun ning behouden. Den eisch van credietwaardigheid wenschen B. en W. ruimer te zien opgevat dan alleen de kapitaalkrachtigheid. Het is immers denk baar, dat iemand, die een winkel wil openen, weinig of geen kapitaal bezit, doch borgen heeft, of -op andere wijze credietwaardigheid kan aantoonen. Wat vakbekwaamheid betreft, denken wij niet allereerst aan afgelegde examens. Een aantal leerjaren in de betreffende branche doorge bracht, kan voldoende zijn. Een belangrijk verschijnsel van de laatste jaren bij den detailverkoop van levensmiddelen is geweest, dat de vroeger vrij sterke speciali satie in artikelen begon te vervagen door den verkoop van zoogenaamde bij-artikelen. Brood bijv. wordt verkocht in kruidenierszaken; krui denierswaren in drogisterijen en groenten- winkels; vet en vleeschwaren in andere dan slagerswinkels enz. De hevige concurrentie, als mede het toenemen van het aantal verpakte artikelen waardoor minder vakkennis ver- eischt werd zijn mede van dit verschijnsel de oorzaak. B. en W. zijn van oordeel, dat zij het historisch ontstane niet moeten wijzigen. Zij achten het dan ook niet wenschelijk, voor te schrijven, welke artikelen in bestaande win kels van bepaalde categorieën mogen worden verkocht. Wel achten zij het noodig, een veT- dere uitbreiding van deze ongewenschte toe standen te beletten. Bij de registratie zal dan ook moeten worden opgegeven, welke soorten artikelen worden verkocht, terwijl alleen voor die soorten vergunning tot verkoop zal worden gegeven, welke op het oogenblik van de registra tie worden verkocht, met dien verstande, dat verkoop van artikelen, die buiten het ressort van de Commissies vallen (bijv. suikergoed, meubelen, bloemen, galanterieën, kachels) uiteraard vrij blijft. De bestaande toestand zal dienen te worden vastgelegd. Geschiedt dit niet, dan zou het voordeel, te bereiken door het ver gunningsstelsel, denkbeeldig blijken, doordat bestaande zaken zich op andere artikelen dan zij gewoonlijk verkoopen zouden toeleggen en daardoor weder een ongebreidelde concurrentie zouden openen. Daarentegen achten B. en W. het gewenscht, aan nieuwe zaken alleen een ver gunning te geven voor den verkoop van arti kelen, die tot het bedrijf in eigenlijken zin be- hooren. den verkoop van dat artikel over te gaan, ander zijds in een verbod zich als schoenmaker te vestigen zonder vergunning." B._ en W. kunnen zich met dat advies ver eenigen, wat betreft den verkoop van schoen en zoolleer in verkoopgelegenheden en zijn dan ook bereid, het stelsel van vergunningen uit te breiden tot dat artikel. Zij meenen echter, dat een regeling betreffende den arbeid van schoen reparateurs buiten de gestelde grens van verkoop zou vallen en dat daarmede 'n principieele stap zou worden gezet op het gebied van handen- en machinalen arbeid. Hiertoe over te gaan lijkt hun zeer ongewenscht. Als aanvulling van deze regeling van het winkelvraagstuk achten B. en W. 't noodzakelijk, ook de bezorging nader onder het oog te zien. De bezorging van bestelde artikelen, dus in loondienst, behoort vrij te zijn, echter met dien verstande, dat de winkelier bij Burgemeester en Wethouders een aanvrage voor een legiti matiebewijs ten behoeve van zijn bezorgers moet indienen. Moeilijker is het vraagstuk van de zelfstan dige bezorgers, andere dan venters. Hierbij is te denken aan de broodslijters en aan de groen tehandelaren vaste wijkloopers. In de Ver ordening zal deze wijze van bezorgen aan een vergunning moeten zijn verbonden. Voor nieuwe vergunningen voor deze categorieën zullen de zelfde eischen moeten worden gesteld als voor het oprichten van nieuwe winkels gelden, na melijk vakbekwaamheid, credietwaardigheid en de behoefte. De uitreiking, onderscheidenlijk de intrek king van vergunningen zal geschieden na advies van den levensmiddelenraad, die daartoe het advies van de betreffende Commissie heeft in te winnen. De sanctiei op overtreding zal o.a. kunnen bestaan in het intrekken der vergunning. Het behoeft geen betoog, dat dit sle-chts in zeer uit zonderlijke gevallen zal geschieden. Het komt B. en W. ten slotte wenschelijk voor en dit met uitbreiding van het door den Levensmiddelenraad uitgebrachte rapport, doch in overeenstemming met de adviezen van vele commissies het intrekken der vergunning ook mogelijk te maken, indien is gebleken, dat de uit sociale wetten of verordeningen voortsprui tende verplichtingen niet worden nageleefd. Hierover, benevens over de verder te stellen voorwaarden, zullen B. en W. het advies van den Levensmiddelenraad inwinnen. Van een beschikking van B. en W. betreffende het weigeren of het intrekken eener vergunning, behoort beroep op den Gemeenteraad open te staan. De voortdurende en ernstige klachten omtrent den toestand in het bedrijf hebben aanleiding ge geven, den Levensmiddelenraad om rapport te vragen, aldus B. en W. van Amsterdam in hun toelich ting op de ontwerp-verordening op het winkelbedrijf. De ingekomen rapporten geven een niet rooskleurig, dikwijls zelfs somber beeld van den toestand in verreweg de meeste onderdeden van het winkelbedrijf, voor zoover dit in het ressort van den Levens middelenraad valt. Uit de rapporten van tien Com missies blijkt, dat men algemeen de aandacht vestigt op het te groote aantal winkels. De Commissie voor Vleesch constateert een feilen concurrentiestrijd, welke feitelijk niets anders is dan het vechten om omzet. Zij toor» aan. dat een slager gemiddeld slechts 750 inwoners of plm. 200 gezinnen be dient, doch gemakkelijk het dubbele aantal zou kunnen voorzien met slechts betrekkelijk ge ringe vermeerdering van exploitatiekosten. Deze zijn thans te hoog in verhouding tot den geringen omzet. De Commissie voor Kruidenierswaren oor deelt, dat door het thans bestaande groote aantal winkels de prijzen hooger zijn dan noodzakelijk is. Er is dikwijls gebrek aan wa renkennis bij hen, die een zaak drijven. De hygiënische behandeling en verzorging van le vensmiddelen komen vaak in het gedrang. 10 pet. der kruidenierszaken hier ter stede ver wisselt jaarlijks van eigenaar. Ten onrechte wordt vaak gemeend dat een zoo groot aantal winkels de prijzen der artike len door onderlinge concurrentie doet dalen. Vergeten wordt daarbij, dat de distributiekos- ten bij een groot aantal winkels belangrijk hoo ger moeten zijn, dan wanneer dezelfde hoe veelheden door een kleiner aantal winkels zou den worden gedistribueerd. Zoowel uit een oog punt van producenten- als van consumenten belang, is een teveel aan winkels dan ook on getwijfeld nadeelig. Zelfs wanneer het aantal winkels belank-ijk kleiner was, zou de onder linge concuriWitie stellig de prijzen zoo laag mogelijk doen zijn. De Commissie voor Aardappelen, groente en fruit rapporteert, dat, wijl het afzetgebied voor winkeliers te klein is om hun een behoorlijk be staan te verschaffen, de winstmarge grooter moet worden, wil de handelaar niet ten gronde gaan; terwijl het ook voorkomt, dat de com pensatie in de kwaliteit of het gewicht gezocht wordt (de Commissie voor Brandstoffen maakt een soortgelijke opmerking). De concurrentie in het bedrijf vertoont steeds sterkere uit wassen. Zonder de geringste vakkennis wordt her haaldelijk een zaakje begonnen, dat dan meest al binnen een jaar wel weer gedoemd is van eigenaar te verwisselen, of te verdwijnen, doch dat door onreëele prijzen en door het geven van geschenken de in de omgeving gevestigde winkeliers in den tijd van zijn bestaan toch enorm heeft benadeeld, zoo niet ten gronde heeft gericht. Op het gebied van boter, kaas en eieren ves tigen zich, blijkens het rapport der desbetref fende Commissie, personen zonder eenige vak kennis in het bedrijf, die trachten, een debiet te verkrijgen door óf te verkoopen tegen lagere dan de gangbare prijzen, óf inferieure kwaliteit te leveren tegen den kostprijs van het betere product. Echter ook de winkelier zelf zal ten slotte slachtoffer worden van deze handelwij zen en dus indirect van de onbeperkte vrijheid, zich te vestigen. Dikwijls gaan met moeite ver kregen spaarpenningen daaraan verloren en is een faillissement het slot van een zorgenvolle periode. De gemiddelde verkoop van schoenen is al hier pl.m. 3233 paar per jaar, terwijl eerst een zaak, waar 5000 paar schoenen per jaar worden verkocht, als een goede zaak kan wor den beschouwd. Er zijn zaken, die nog geen 800 paar per jaar omzetten. Alle Commissies, behalve die voor Brand stoffen, beantwoordden de vraag, of uitbreiding van verkoopplaatsen moet worden tegengegaan, eenstemmig bevestigend. De commissie voor Melk wenschte de uitbreiding van het aantal distribuanten tegen te gaan, die voor Boter, kaas en eieren verklaarde zich tegen een on gebreidelde uitbreiding. Alle Commissies verklaarden zich tegen het beperken van het aantal bestaande verkoopgelijgenheden. Het opheffen van reeds gevestigde winkels zou te zeer ingrijpen in het particuliere leven, de keuze van de op te heffen winkels op te groote moeilijkheden stuiten, de afkoop sommen zouden te groot worden, terwijl anderzijds alleen reeds het beletten van een uitbreiding van het aantal winkels, mede in verband met de toeneming van de bevol king, een voldoende verbetering zou waarborgen. eiSedert het onderzoek der tien Commissies gehouden werd, is de stand van zaken in het winkelbedrijf eerder slechter geworden. De Levensmiddelenraad heeft de genoemde adviezen der tien Commissies uitvoerig bespro ken. Hij besloot ten slotte, aan een Commissie uit zijn midden op te dragen, een nader rapport ter zake oij te maken. Dit rapport, dat op 9 Mei 1934 werd uitgebracht, werd in de verga dering van den Levensmiddelenraad op 12 Juni d.a.v. besproken. Alle 16 aanwezige leden spra ken den wensch uit, tot het invoeren van een vergunningsstelsel over te gaan, en adviseer den, aan het verkrijgen van zulk een vergun ning de eisohen te verbinden van vakbekwaam heid en kredietwaardigheid. Onverminderd de ze eischen, wenschten 12 van de 16 aanwezi gen, dat een vergunning zal worden verleend, tenzij B. en W. aantoonen, dat uit sociaal-eco nomisch oogpunt een dergelijke vestiging in een bepaalde buurt niet verantwoord is. Uit de overgelegde rapporten en uit de discussies in den Levensmiddelen raad is B. en W. overtuigend gebleken, dat in den handeldrijvenden midden stand, voor zoover deze zich bezig houdt met den detailhandel in levens middelen, toestanden zich hebben ont wikkeld, welke verbetering behoeven. Deze verbetering is niet alleen noodig ten bate van de winkeliers, doch even zeer ten bate van de consumenten en, daar het behoud van een nijveren en zelfstandigen middenstand een nood zakelijk element is in een gezond volksleven, is verbetering ook noodig ten bate van de gemeentelijke samen leving. Ongetwijfeld zouden pogingen tot verbete ring, uitgaande van de verschillende catego rieën van het winkelbedrijf zelf, verreweg de voorkeur verdienen boven een bemoeiing van de overheid. De ervaring heeft B. en W. ech ter geleerd, dat deze pogingen herhaaldelijk, na korten of langen tijd, vruchteloos blijken, hetzij doordat de bedrijfsgenooten niet in staat of onwillens zijn tot samenwerking, het zij doordat zij de nadeelen, welke de huidige toestand oplevert, niet duidelijk onderkennen. Het spreekt vanzelf, dat, mocht hierin veran dering komen, mochten de bedrijfsgenooten zelf in staat zijn, verbetering aan te brengen in hun bedrijf zoodanig, dat daarmede tevens het alge meen belang wordt gediend, de overheidsbe moeiing geleidelijk zou moeten worden beëin digd. Intusschen zijn B. en W. geenszins blind voor de gevaren, welke aan overheidsbemoeiing met deze materie verbonden zijn. Wel is het terrein hun niet geheel vreemd. Immers, nog afgezien van de vele rijksbemoeiingen met land en tuinbouw, welke slechts een tijdelijk karakter dragen, kan gewezen worden o. a. op de ge meentelijke verordening in zake het venterswe- zen. welke een zeer ingrijpende overheidsbe moeiing heeft geconstrueerd. Niettemin meenen B. en W., dat de uiterste voorzichtigheid in acht genomen moet worden WOORDELIJK Iemand, die zijn schaapjes op het droge brengt! Amsterdam, 15 Februari 1935 De functie, welke de Staat vervult in de maatschappij, wint meer en meer aan belang rijkheid, waardoor tevens zijn verantwoorde lijkheid met den dag toeneemt. Niet dat het nu zoo'n ideaal is, dat de Staat zich met al les gaat bemoeien, maar de individuen kunnen het nu eenmaal alleen niet meer bolwerken. De Staat is verplicht om in het aanpas-sings- en ordeningsproces, dat het bedrijfsleven moet ondergaan, leidend en stimuleerend op te tre den, zonder dat deze bemoeiing behoeft te ont aarden in staatssocialisme of in 't dooden of be perken van het particuliere initiatief. Het be hoeft geen nader betoog, dat er van de capa citeiten der regeerende instanties ontzaglijk veel wordt gevergd en verwacht, en dat hun handelingen door het publiek op critische wijze worden gevolgd. Wordt de Regeering in het uitoefenen van haar verantwoordelijke taak belemmerd en doen zich symptomen voor van gebrek aan vertrouwen, dan heeft dit een fu- nesten invloed op de economische ontwikke ling. Het is eigenaardig, dat. deze week zoo wel te Londen als Parijs de invloed merkbaar was van binnenlandsche politieke strubbelin gen In Wavertree, een kiesdistrict bij Liver pool, hadden tusschentijdsche verkiezingen plaats, uit welker uitslag bleek, dat de Regee ring slechts het vertrouwen genoot van nog geen derde van het aantal kiezers. De heer Randolph Churchill heeft de onhebbelijkheid gehad tweedracht te zaaien in het kamp der conservatieven, waardoor het den Labourcandi- daat gelukte hard weg te loopen met het fel omstreden en begeerde been. Nu is natuurlijk de uitslag in een betrekkelijk onbelangrijk dis trict niet doorslaggevend, maar wijst toch op het feit, dat er een belangrijke oppositie be staat tegen de Regeering. De oorzaken hiervan zullen wel gezocht moeten worden in het tot stilstand komen van de herstelbeweging en in het feit, dat er in Engeland nog altijd meer dan twee millioen werkloozen zijn, welk aantal in de laatste 4 weken nog met 240.000 is toegeno men. De vrees voor een regeeringscrisis in de naaste toekomst veroorzaakte een gedrukte stemming op de Londensche beurs, welke nog geaccentueerd werd door den financieelen na sleep der peperdébacle. Slechts drie firma's hebben de „struggle for life" moeten opgeven, maar er zijn er nog vele, die door de banken met kunst en vliegwerk in het leven worden ge houden, en deze heele geschiedenis heeft wel aangetoond, dat de diverse goederenmarkten nog gemakkelijk uit hun evenwicht zijn te brengen. en daarom wenschen zij het terrein vooreerst te beoerken tot die winkelbedrijven, waarin handel gedreven wordt in levensmiddelen en wel voor zoover die handel is vertegenwoordigd in de commissies, als bedoeld in de verordening op den Levensmiddelenraad. B. en W. ontkennen niet, dat de bovengeschetste misstanden ook bestaan in andere winkelbedrijven; doch de omstandigheid, dat daarvoor geen officieele com missies bestaan, welke bij het nemen van maat regelen advies kunnen uitbrengen, noopt hen tot deze beperking. Vervolgens wenschen zij onverlet te laten de gezonde factoren, welke het winkelbedrijf tot ontwikkeling kunnen brengen; de overheidsbemoeiing mag een behoorlijke con currentie niet belemmeren. Overbezetting van het distributieapparaat in eenige branche en binnen eenig rayon kan prljs- verhoogende werking hebben en heeft dit feite lijk ook. Dit resultaat wordt echter niet ver oorzaakt door de concurrentie, doch door de concurrentie onder bepaalde omstandigheden, d. w. z. door concurrentie bij overbezetting van het distributie-apparaat. Deze overbezetting heeft immers daling van den omzet tengevolge en deze zal, bij gelijkblijvende vaste lasten, prijs stijging veroorzaken, doordat men uitbreiding van debet zal trachten te verkrijgen door min of meer kostbare reclame, service, enz. B. en W. meenen dan ook, dat al zal het niet mogelijk zijn, de bestaande overbezetting te beperken, de toeneming der overbezetting moet worden tegengegaan. Hierbij geldt niet zoozeer het belang van de winkeliers als wel het be lang der consumenten, die tengevolge van de overbezetting hoogere prijzen moeten be talen dan bij concurrentie onder normale om standigheden wel het geval zou zijn. Twee andere misstanden, welke het winkel bedrijf tot schade van het algemeen belang on dermijnen, wenschen B. en W. tegen te gaan: zeer vaak komt het voor, dat het winkelbedrijf wordt gevoerd door onbekwamen en (of) door personen, die nie't voldoende credietwaardig zijn. B. en W. zijn er zich volkomen van bewust, dat de hier bedoelde overheidsbemoeiing tal van bezwaren in de practjjk zal opleveren; niette min meenen zij, met het oog op de toenemende misstanden in het winkelbedrijf, tot deze be moeiing te moeten overgaan. Mede op verzoek van den Levensmiddelenraad hebben zij zich gewend tot den hoogleeraar mr. F. G. Scheltema met de vraag, of het juridisch mogelijk zou wezen, bij gemeenteverordening de uitbreiding van het aantal winkels in bepaalde bedrijven tegen te gaan. In een gemotiveerd schrijven betoogt deze hoogleeraar, dat z.i. een derge lijke verordening niet zal worden geacht te zijn in strijd met de wet of met het algemeen belang, al zal het uiteraard onzeker zijn, welk resultaat het afwegen van wederzij dsche be langen door de Kroon zal hebben. Vervolgens hebben B. en W. zich gezet aan de beantwoording van verschillende vragen van practischen aard. Mocht de Raad het voorstel aanvaarden, dan ligt het in het vooriiemen van B. en W. zoo spoedig mogelijk tot registratie van alle verkoopgelegenheden over te gaan. Aan alle houders van bestaande zaken zal vergun ning worden gegeven, doch voor nieuwe zaken zal een licentie noodig zijn, welke eerst wordt verstrekt indien aan bepaalde eischen is vol- idaan. Deze eischen betreffen de credietwaardig heid en de vakbekwaamheid. Indien hieraan wordt voldaan, zal een vergunning worden ge geven, tenzij aan een winkel in de betreffende buurt geen behoefte bestaat. De vergunningen behooren te worden ver strekt ten name van den winkelier persoonlijk en wel voor het pand, waarin de winkel is ge vestigd. Allereerst rijst hierbij de vraag, welke handelwijze bij overlijden van den vergunning houder zou moeten worden gevolgd. B. en W. meenen, dat het billijk is, dat de vergunning dan desgewenscht wordt overgeschreven op naam van de weduwe of van een der bloedver wanten in den eersten graad, zonder dat aan de genoemde eischen behoeft te worden vol daan. Bij verplaatsing van den winkel zal vergunning moeten worden gevraagd, ten einde eventueel een teveel aan winkels in een be paalde wijk te voorkomen. Bij verkoop van een zaak zal aan de genoemde eischen de hand moeten worden gehouden. De beoordeeling van de sociaal-economische be- De invloed, welke van Parijs uitging, was niet veel beter. Hier' moest Flandin de verzuchting slaken, dat het hem onmogelijk gemaakt wordt, te regeeren en het land met kracht te be sturen. Terwijl-hij zijn handen vol heeft met de buitenlandsche politiek, moet hij er steeds op bedacht zijn, dat hij in den rug kan worden aangevallen door een parlement, waarin ver deeldheid, haat en nijd de leidende motieven vormen. Wij moeten er maar niet aan denken, wat een kabinetscrisis in de tegenwoordige om standigheden in Frankrijk zou kunnen be- teekenen. Het is niet uitgesloten, dat de beur zen te Parijs en Londen ook onder den indruk verkeerden van het hangende conflict tusschen Italië en Abessynië. De kansen op een vredige oplossing zijn echter niet gering, hoewel het voor Italië een heele toer zal zijn zijn be hoefte aan koloniën op vredelievende wijze te bevredigen. In aanmerking nemende de „sof" stemming op de buitenlandsche beurzen, mogen wij over het koersverloop op het Damrak niet ontevre den zijn. Er werd niet veel gehandeld en men zag geen van Vreugde stralende gezichten, maar koersverliezen konden voorkomen worden. Als men zijn gedachten terug laat gaan tot in het grijze verleden, dan zal men zich misschien herinneren, dat er op de beurs een plaats was, waar scheepvaartaandeelen werden verhandeld. Jarenlang prijsgegeven aan de vergetelheid, veranderde deze hoek plotseling in een der drukst bezochte gelegenheden op de beurs, waaruit de menschen niet meer waren weg te slaan en vanwaar nog uren na beurstijd een opgewekt gekout blijk gaf van een geanimeerd zakenleven. De belangstelling gaat vooral uit naar de Indische lijnen, waarvan vermoed wordt, dat hun resultaten over 1934 aanmerkelijk be ter zijn geweest dan nog voor korten tijd werd verondersteld. De financieele positie van vele ondernemingen, o. a. van die, welke behooren tot de groep der Nederl. Scheepvaart Unie, is verre van hopeloos en een lichte verbetering in de bedrijfsresultaten zal het lot van aandeel houders al spoedig kunnen verzachten, temeer als men de zeer lage koersen voor oogen houdt. Zoowel voor aandeelen Scheepvaart Unie, Rot- terdamsche Lloyd, Mij. „Nederland" als Ko ninklijke Packetvaart groeide de belangstelling zienderoogen bij oploopende koersen. Op de cultuurafdeelingen bewaarde men een voorname gereserveerdheid, bij gebrek aan constructief nieuws. De Regeeringsgevolmach- tigde voor Economische Zaken heeft een over zicht gegeven van het verloop der rubberrestric tie en de manier, waarop hij uiting meende te móeten geven aan zijn gevoelens, getuigt van een bemoedigend optimisme. Nogmaals wordt met, nadruk verklaard, dat de Regeering den uitvoer van bevolkingsrubber voldoende in de handen heeft om aan haar internationale restric tieverplichtingen te kunnen voldoen. De rub- bervoorraden zijn in 1934 wel is waar gestegen, doch hiertegenover staat, dat de kans zeer groot De Commissie voor Schoeisel bracht nog een aanvullend rapport uit in zake schoenrepara teurs. Zij adviseert verder over te gaan tot „een verbod om een leerzaak te openen, een filiaal te openen, of in een bestaande zaak, waarin tot nu toe geen leer werd verkocht, tot SEMARANG, 16 Febr. (Aneta). Te Pekalon- gan hebben zich jeugd-excessen voorgedaan. Een 16-jarige jongen heeft uit de brandkast van zijn vader sieraden gestolen, welke van zijn overleden moeder afkomstig waren. De waarde dezer sieraden beliep circa f 1000.Te zamen met andere jongens heeft hij deze sieraden ver kocht voor ongeveer f 200. Een der jongens heeft met dit geld een arak-stokerij opgericht. Voorts hebben 24 December j.l. een vijftien jongens, waaronder dit drietal, een Chinees aangevallen en aan het achterhoofd verwond. De substituut-officier van Justitie, Mr. Geesink, vertoefde vier dagen te Pekalongan om de zaak te onderzoeken. Het genoemde drietal bevindt zich in arrest. Een „wonderdokter" uit het vredige Blaricum, een zekere mijnheer W„ had. zich voor den Hilversumschen kantonrechter te verantwoorden over zijn snoode practijken. Hij had, zooals alle wonderdokters, gezondigd tegen de wet, aange zien hij zich schuldig had gemaakt aan het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. Hij bleek in werkelijkheid tuinbouwkundige te zijn, maar hij was er dan ook een met veel fantasie. Dit kwam ter terechtzitting uit, De man had zijn eigen speciale methode om de lijdende menschheid te helpen. Hij bestreek zijn patiënten, deed dit met zijn lenige vingers vele malen en hij meende, dat daar een mag netische kracht uit voortkwam. Het bleef niet alleen bij het strijken, er kwam ook een flesch bij te pas. En wel een groene flesch. Alle patiënten moesten een flesch, een groene flesch, meenemen en de wonderdokter vulde die met... zuiver water! Dan betastte hij zijn patiënten nog eeas, gaf hun opdracht de flesch in één dag gelukkig niet in één teug leeg te drinken, waarna hij het honorarium, zijnde 1 gulden, incasseerde. Onder de talrijke getuigen was een jongeman, die volgens zijn huisdokter een verkeerden bloedsomloop had. „Nee," zei de wonderdokter, „hij heeft een storing in de hersens." En hij bevestigde dit oordeel in de rechtszaal. Maar dezen jongeman had W. niet kunnen genezen. Twaalf maal was de knaap bij hem op bezoek geweest, twaalf maal was hij bestreken en be tast, hij had twaalf groene flesschen water leeg gedronken en12 gulden betaald. De storing in de bloedsomloop of in de hersens was ge bleven. Er was er onder de rij der getuigen niet één, die met kruiden genezen was, hetgeen men toch van een tuinbouwkundige had kunnen verwach ten, aangezien het in zijn lijn lag. Maar hij had zich immer bij schoon water gehouden. Ook bij de dame, die volgens haar eigen dokter aan suikerziekte leed. W. had de knie van deze dame bestreken; hij achtte de kwaal een rheumati- sche aandoening.... Die dame met de knie had een zoon, die een dubbele beenbreuk had opgeloopen. Weer was de wonderdokter aan het strijken gegaan. Hij was van meening, dat er slechts een spier los zat. Maar de jongeman is nog niet genezen van zijn heusche breuk. De Blaricumsche wonderdokter had een tien tal getuigen decharge medegenomen. De kan tonrechter, mr. Van Loon, achtte het geschikt er een drietal van te hooren. Het zoontje van een dame uit Den Haag had baat bij W. gevonden. De jongen had een ernstige ziekte aan de hersens en was door de -doktoren reeds opgegeven. W. had hem beter gemaakt, dank zij het water uit de groene flesch. En dan dat meisje uit Laren. Bij het kind waren de mazelen „naar binnen geslagen". Of die uitdrukking zuiver is, we weten het niet. intusschen waren die mazelen binnen. Eén kwartier lang had de wonderdokter de hand op het kinderlijk voorhoofdje gehouden. Toen sloegen de mazelen spontaan naar buiten De derde getuige was een mijnheer, die een niersteen gehad had (zoo groot als de Amers- foortsche kei). Hij was hem kwijt geraakt. Wel licht weggespoeld met het water uit de groene flesch. De ambtenaar van het O. M., mr. s'Jacob, vond dezen wonderdokter toch geen échten dok ter. Zijn eisch luidde 100 subs. 20 dagen hech tenis. Toen de wonderdokter een weinigje over de slechte tijden had geklaagd, luidde het vonnis 50 subs, tien dagen brommen. Het was ook pas de eerste maal, dat de Blaricumsche pseudo- geneesheer terecht stond. Zaterdagmorgen is op ruim 50-jarigen leeftijd overleden de -heer H. J. Kamp, notaris te Hee renveen. Eenige weken geleden is de heer Kamp met zijn auto tegen een boom gereden waarna de wagen over den kop sloeg. Oogenschijnlijk leek de heer Kamp slechts lichte verwondingen te hebben bekomen. Dezer dagen echter vererger de plotseling zijn toestand en thans is hij over leden. Bij K.B. is vergunning verleend tot het aan nemen van de versierselen van Commandeur der Orde van Leopold II van België en van Officier in de Orde van het Legioen van van Frankrijk aan prof. dr. L. P. Ie Cosquin" de Bussy te Baarn. Bij K.B. is aan H. Kuypers, directeur der N. V. De Courant de Maasbode te Rotterdam- verlof verleend tot het aannemen van zijn be noeming tot Commandeur in de Orde Polonia Restituta. Bij K. B. is met ingang van 1 Maart benoemd tot burgemeester van Beesel mr. M. M. P. Brouwers, met toekenning van gelijktijdig eer vol ontslag als burgemeester van Borgharen. Bij K. B. is aan K. H. Broekhoff, commissaris van politie te Amsterdam, verlof verleend t° het aannemen van de hem geschonken onder scheiding van Officier in de Orde van Leopo'" II van België. Bij K. B. is benoemd tot notaris binnen he' Arrondissement Utrecht, ter standplaats d® gemeente Utrecht, mr. F. A. Gutteling, cahdi' daat-notaris aldaar. Bij K. B. zijn benoemd tot kantonrechte^' plaatsvervanger in het kanton Alphen mr. A. Helmstrijd, secretaris der gemeente Bosko°P en C. A- van Mensch, ontvanger der registra tie- en domeinen te Alphen aan den Rijn. is, dat zij in 1935 een aanmerkelijke verminde ring zal ondergaan. Een Aneta-telegram meldde, dat de Minister van Koloniën ingestemd heeft met de plannen der Ned. Indische Regeering, tot verder gaande regeeringsbemoeiingen met de suikerindustrie, en dat hij tevens accoord gaat met het voor nemen om den suikeraanplant voor 1935 vast te stellen op 450.000 ton, hetgeen niet wegnam, dat er op de suikerafdeeling weinig was te be leven. Onder de binnenlandsche industrieelen ma ken Unilevers nog steeds een prettigen indruk en wordt er druk in dit fonds gehandeld. Aandeelen Aku zijn iets vaster gestemd en men vermoedt, dat de Mij. eigen aandeelen in koopt, welke bij een event, reorganisatie inge-' trokken zouden worden. Daar het mogelijk is, dat voor dit doel in Duitschland geblokkeerde gelden kunnen worden gebruikt, stamt de vraag voornamelijk van Duitsche zijde. De koers van aandeelen Koninklijke Olie is deze week nogal aan schommelingen onderhevig geweest, maar tenslotte moeten wij toch een verlies van enkele procenten constateeren. Voor Amerikaansche shares was de belang stelling nihil en het wordt nu werkelijk tijd, dat het gerechtshof eens uitspraak doet in het langzamerhand zeer onpopulair geworden goud- clausuleproces. De beleggingsmarlrt bleef nauwelijks prijs houdend. De provincie Noord-Holland probeert het weer eens met een 3'A pet. leening tegen 97)4 pet., tegen welken koers men 8A millioen hoopt te plaatsen. Wij geven den heeren emit- tenten een zeer goede kans op succes. Slotkoersen 8 Februari 15 Februari 4% Nederland 1934 1013/4 1013/4 4% Ned. Indie 1934 A 1013/a 1013/8 3 Ys pet. Engeland 66V4 653/8 5 A pct.Youngl. m. verkl. 391/2 398/a A. IC. U, 331/4 331/4 2421/4 24434 2253/4 2263/4 893/4 89% Ned. Scheepv. Unie 341/2 383/4 Koninkl. Olie 1421/3 1391/4 1 81/3 147 961/2 981/4 H. V. A 170 169V4 N. I. S. U 83 821/3 1363/4 136 141 139 181/8 173/4 22 21% 65/a 61/2 60 6II/2 7.253/4 7.20% 1.488/4 1.47% 59.40 59 33 1 pCt. 1 pCt. (Ingezonden door de Spaame-Bank N.V. Amsterdam) Door de Kon. Vereeniging van gepension- neerde onderofficieren en minderen van het Ne- derlandsche leger zal 19 Februari a.s. als voort durende herinnering aan den geboortedag van wijlen Koning Willem III aan negen onder vroegere wetten gepensionneerde onderofficie ren en minderen als gezamenlijken bijslag op hun pensioen f 693 worden uitgekeerd, maken de dit met de eerste uitkeering in het boek jaar en toelage aan een weduwe inbegrepen, een bedrag van f 1599. Van de oprichting in 1879 af is door deze ver eeniging aan gepensionneerden en weduwen ruim f 705.190 uitgekeerd. Van bevoegde zijde wordt vernomen, dat de bekende Roebelasting voor Bloembollen zal be dragen per Roe: Voor hyacinten f 1.65, vroege tulpen f 0.33, late tulpen f 0.28, narcissen f 0.38. Vermoedelijk is dit het bedrag van den af koop der afname leverbaar surplus van de jaren 1933 en 1934. Hierboven zullen naar men vermoedt nog komen de kosten van Kweekers- en Sierteelt centrale, welke op ongeveer 5 cent per Roe worden geschat. Tevens vernemen wij, dat er zeer groote kans is dat de door de organisaties gevraagde ver andering van minimumprijzen in garantie prijzen inderdaad door de Sierteeltcentrale zal worden aanvaard. De garantieprijzen zullen dan voor 100 procent uitbetaald worden, en zullen in 1935 vergeleken bij 1934 voor dikke hyacinten en narcissen iets lager zijn, en voor kleine tulpen iets hooger. Te 'sGravenhage zijn twee mannen aange houden, verdacht van de inbraak bij de firma Perry aan de Hoogstraat, aldaar, in den nacht van 8 op 9 Februari, waarbij een geldkistje opengebroken, en duizend gulden hieruit ont vreemd is. De aangehoudenen zijn de 25-jarige J. H. en de 30-jarige A. T. Zij zijn geen onbekenden van de politie. Beiden zijn ter beschikking van de justitie gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 6