I IN
EN OM HAARLEM
Waar de filmband rolt
7
Drie Haarlemmers naar Zuid-Afrika
IN ROME AANGEKOMEN
DONDERDAG 21 FEBRUARI 1935
Onze Raadsleden en de
verkiezingen
Het St. Servatiusbeeld
te Maastricht
Zondag rustdag
R.K. VOLKSBOND
Groote propaganda-avond
NATRIUMLICHT IN HEEM
STEDE
Woensdagavond officieel
ontstoken
JAARFEEST A.R.KA.
In de Bloembollenstreek
LUXOR-THEATER
Wallace Beery in Viva Villa!"
Wallace Beery in „Viva Villa"
Dagreizen van 120 tot ISO KM.
met trajecten vol afwisseling
het natuurschoon.
De sigarenaansteker in
waarde gestegen!
Handel is handel!
Naar Lyon
V illa-bewoners
Welwillende douaniers
VALSCHHEID IN GESCHRIFTE
Heemstedenaar krijgt zes weken
Tentoonstelling Kees Verwey
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiniivvnnifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiititvnc
■nmmiiiiiiiiiiiiii
Suun
I1II1III1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1III1JIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIU1II1I1IIII1IIIIIIIIIIIIIIII1III1IIII1IIIIIUIIII1IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIII1IIIIIIII1II1IIIII1I11IIIIII11S
De heer Joosten is het vierde lid van den
Haarlemschen gemeenteraad, dart. sinds de
verkiezingen van 1931 door den dood aan zijn
arbeid ontnomen wordt. Enkele maanden na
de installatie van 'den -huidigen raad overleed
de heer Vincent Loosjes, niet lang daarna ge
volgd door den heer Adrian en in December
van dit jaar zag zich de vrijzinnig-democrati
sche raadsfractie beroofd van haar lid mevr.
Elzinga.
Op negenendertig raadsleden is dit een groot
percentage.
Nog sterker komt de aanzienlijke mutatie on
der de raadsleden naar voren als men nagaat
wie der in 1931 gekozen leden in deze vier jaar
door nieuwe werden vervangen. De heer Baas
stelde zijn zetel beschikbaar voor den heer
Brands; de heer mr. de Rijke voor den heer
Niemöller en deze wederom voor den heer van
der Wall; de heer Koppen trad af en zag den
heer Posthumus op zijn zetel plaats nemen;
de heer Loerakker vond in den heer Kuiper
een opvolger; de heer Slingenberg in den heer
Hulsman en de heer Oversteegen in den heer
Bijl. In totaal elf veranderingen of ongeveer
dertig procent. Bovendien zullen, naar nu reeds
vaststaat, mevrouw Hoekstra-Zethof, mejuf
frouw van Vliet, de heeren Keerwolf, Groenen-
daal en Scholl na de verkiezingen niet meer in
den raad terugkeeren. Aangenomen kan wor
den, dat de helft van de raadsleden, die in
1931 zitting namen, in September door andere
krachten vervangen zullen zijn.
De vraag is of de continuïteit in het bestuur
Van de gemeente door die voortdurende wis
seling geen gevaar loopt. Een knap en ijverig
raadslid heeft zeker eenige jaren noodig om
zich goed op de hoogte te stellen van de ge
meentelijke huishouding en met kennis van
zaken over de levensbelangen der gemeente te
oordeelen. Nu is het wel waar, dat de politieke
programs der partijen het werk heel wat ver
gemakkelijken. Over de groote vraagstukken
Van gemeentebeheer geven zij richtlijnen, waar
mede de gekozenen zich al bij voorbaat ac-
coord verklaren. Maar op eiken regel zijn uit
zonderingen en het komt maar al te vaak voor,
dat speciale toestanden in een gemeente een
stug vasthouden aan vooropgezette stellingen
tot een catastrophe zou lijden.
Nu de voorbereiding voor de verkiezingsactie
Voor Provinciale Staten en gemeenteraden in
vollen gang is, is er dan ook alle reden om de
besturen van kiesvereenigingen te herinneren
aan den grooten plicht, dien zij hebben om te
zorgen voor goede afgevaardigden in de ver
tegenwoordigende lichamen. Het welzijn van
ons volk ligt in hun handen, want staat er een
knappe raad aan het hoofd van een gemeen
te, dan kan dit groote welvaart beteekenen, ter
wijl een bestuur van onbekwame menschen
lijdt tot werkloosheid, hooge belastingen, vlucht
Uit de gemeente, minder welstand, armoede.
Het is daarom te betreuren, dat er juist in
deze weken, gewichtiger nog dan de dagen, die
kort aan de verkiezingen voorafgaan, zoo wei
nig blijkt van een opgewekt politiek leven. Bij
de groote partijen, zooals die der katholieken
en de socialisten, gaat het nog eenigszins, maar
bij de kleine is het meestal droevig. De verga
deringen, waar candidaten moeten worden
Benoemd en gesteld, zijn dikwijls door niet
hieer dan enkele tientallen personen bezocht.
Het gevolg is, dat de keuze overgelaten wordt
dan een klein groepje, dat zijn vertegenwoor
digers in een vrij beperkten kring moet zoe
ken. Soms lukt het de hand te leggen op goe
de krachten, maar niet zelden drijven er op
deze manier personen naar boven, die beneden
de middelmaat blijven. En de practjjk is zoo,
dat als de menschen maar lang genoeg lid blij-
ven van een bepaalde fractie, zij groote kans
hebben tot wethouder te worden gekozen of
Selfs tot lid van Gedeputeerde Staten 'en daar
door onmiddellijk beslissenden invloed gaan
oefenen op het dagelijksch bestuur van ge-
Uieente en gewest.
Hoe dikwijls wordt in verkiezingsdagen de
klacht vernomen, dat men niet tevreden is
biet de gestelde candidaten. Dan is het echter
te laat. Juist in de dagen der candidaatstellin-
Ben kan men het best zijn invloed aanwenden
ten bate van de plaats zijner inwoning, waar
fan de welvaart zoo nauw verband houdt met
Sijn eigen levensgeluk.
Deze plicht geldt voor de kiesvereenigingen
th alle gemeenten, groot en klein. Zij, die de
tegenwoordige kieswet hebben gemaakt, ver
dachten, dat de partijen in staat zouden zijn
een opgewekt medeleven van de burgers te be-
forderen, te zorgen, dat dezen groote belangstel
ling aan den dag zouden leggen voor de keuze
der candidaten. Het is geheel anders uitgeval
len en men heeft wel eens de veronderstelling
Beuit, dat de leiders het daar juist op toege
legd hebben, omdat zij een te groote inmenging
van buiten vreesden in zaken, die zij het liefst
in een zoo klein mogelijken kring beredderen,
htaar het is onbekend, dat ook met de groot
je inspanning der besturen de belangstelling
fan de massa niet los te werken is.
Een ander euvel is, dat in ve^l gevallen per
sonen, om hun ouderdom of vroegere verdien
sten ontzien worden, alhoewel men weet, dat
Sij ongeschikt zijn voor de taak, die zij moeten
fervullen. Vooral in kleinere en kleine gemeen
ten is dat het geval. Wij willen geen namen
doemen, maar ons zijn gemeenten bekend,
f'aar het algemeen welzijn onvoldoende behar-
Rechterhelft I
v.h. bord: wit;
linkerhelft:
roode rand, I
m. rood door-
gestreepte
zwarte P)
Aan de linker-
zijde d. straat de rechter-
is parkeeren straathelft it
verboden. dus vrij.
tigd wordt, omdat er de wethouders niet van
het goede hout zijn gesneden. Een burgemees
ter mag nog zoo knap en zoo voortvarend zijn
als hij wil, zijn werk wordt belemmerd als hij
geen goede helpers heeft in het dagelijksch
bestuur zijner gemeente en zijn werk zou veel
vruchtbaarder zijn als hij bijgestaan werd door
ter zake kundige wethouders.
Het is dus geen geringe verantwoordelijk
heid, die in deze dagen op de besturen der
kiesvereenigingen rust, op deze echter niet
alleen, doch ook op de leden en feitelijk op alle
kiezers, die nu meer dan vroeger, onder de hui
dige kieswet den plicht hebben lid te zijn van
hun kiesvereniging.
Woensdagavond hield de R.K. Volksbond een
propaganda-avond in de sociëteit St. Bavo,
waarvoor flinke belangstelling bestond.
De heer J. Ph. H. Castricum heette allen
hartelijk welkom, bijzonder den Geestelijken
Adviseur, den weleerw. heer P. Poppen en den
spreker den heer L. F. Guit, voorzitter van
R.K. Overheidspersoneel.
Na het zingen van het bondslied bracht het
R.K. mannenkoor „St. Caecilia" eenige zang
nummers ten gehoore, wat de aanwezigen zeer
op prijs stelden.
Sprekend over het Comité voor Winterhulp
voor de werklooze leden van de afdeeling Haar
lem van den R.K. Volksbond, zei de voorzit
ter met dankbare vreugde terug te zien op de
resultaten van den gehouden bazar.
Hierna was het woord aan den heer L. F.
Guit. Deze wees er op, dat het noodig is dat
wij ons op den toestand van het oogenblik be
raden, want de economische crisis houdt aan en
grijpt dermate om zich heen, dat in kringen
van de werknemers twee groepen van gedu
peerden zijn, t. w. de werkenden en de werk-
loozen.
Spr. is van meening dat de economische cri
sis ontstaan is uit de geestelijke crisis. De oude
ren onder ons weten nog wel hoe het gesteld
was met den werknemer voor 50 jaar terug.
De liberale economie heeft geleid tot een toe
stand, zooals die er thans is.
Spr. wees dan op de beteekenis van de pau
selijke zendbrieven „Rerum Novarum" en
„Quadragesimo Anno" en op een uitspraak in
Q. A. ter veroordeeling van liberale economie.
Verder behandelde spreker wat is bereikt
door organisatie en vakbeweging. Zie naar
vroeger. Lange arbeidsduur op fabrieken, waar
ook kinderen lange dagen arbeid moesten ver
richten, zooals op sigarenfabrieken met strip
pen van tabak, en op contract waren aange
nomen om arbeid te verrichten.
Na een overzicht van den binnen- en buiten-
Hef St. Servaas-beeld van Charles Vos
op de fontein aan het Vrijthof te
Maastricht
landschen handel, invoerrechten, handelsover
eenkomsten en tariefmuren, welke worden op
geworpen en contingenteering, behandelde spr.
de hoofdbronnen van bestaan, waar ons land op
aangewezen is, zooals scheepvaart, landbouw en
veeteelt.
Met eenig cijfermateriaal gaf spr. een over
zicht van bedragen van invoer en uitvoer zoo
als deze waren in 1929 en 1934, welke duide
lijk een teruggang aangaven. Zoo ook van het
aantal werknemers, die arbeid verrichten en
werkloos zijn.
De regeering besprekende, zei spr. het geen
benijdenswaardige positie te vinden om tegen
woordig minister te zijn en z'n leven op te
offeren voor het landsbelang. Het is niet ge
makkelijk, nu deze positie vervullen.
Aan hen die het niet eens zijn met dé Re
geering vraagt spr.: Hoe moet het dan gaan?
Spr. is van oordeel dat alles lijdt onder de
geestelijke crisis.
Waar zouden wij zijn beland met onze ar
beidswetgeving, als wij geen vakorganisatie
hadden gehad? vraagt spr. dan. Zouden wij dan
niet gemakkelijk naar het uiterste terug gedre
ven zijn. Laten wij bidden om te mogen be
houden wat is verkregen en door moeite is
verworven. Spr. zou gaarne willen, dat er zooveel
gebeden werd als er nu gekankerd wordt.
Hierna noemde spr. de vele instellingen van de
R.K. arbeidersbeweging, waaraan de menschen
veel hulp hebben.
Velen weten niet hoeveel er wordt gevraagd
van de bestuurders van vakorganisaties, om de
zaken voor de werkloozen te regelen. Wij moe
ten daarom volwaardig lid zijn van de Katho
lieke arbeidersbeweging.
Voorts besprak de heer Guit het program
van de N. S. B. in ons land en beklaagde de
arbeiders, die lijden aan de geestelijke crisis.
Spr. raadde aan zich te stellen onder de
leiding van onze kerkelijke overheid, opdat
zooveel mogelijk Christus regeere. Naar de or
dening, naar samenwerking met aller hulp, met
de verjongde katholieke arbeidersbeweging.
Nadat de voorzitter de heer J. Ph. H. Castri
cum den heer L. F. Guit voor zijn leerzame
rede had dank gezegd, gaf het R. K. mannen
koor „St. Caecilia" nog een paar zangnummers,
waarvoor de voorzitter koor en directeur dank
bracht.
Na het slotwoord werden nog eenige komi
sche geluidsfilms afgedraaid, welke een dank
baar applaus oogstten.
Woensdagavond is ook in Heemstede het
eerste Natriumlicht ontstoken, en wel langs
den nieuwen Provincialen weg?, langs de Cru-
quiuslaan tusschen het Wipperplein en de
Javalaan. Deze ontsteking had eenigszins offi
cieel plaats. Om half 8 des avonds waren in
het transformatorenhuisje aan den Cloosterweg
behalve de directeur der bedrijven, ing. Duyn-
stee aanwezig wethouder dr. E. A. M. Droog,
eenige leden der gascommissie uit den raad,
ing. v. Dijk, speciaal ingenieur voor natrium-
verlichting en vertegenwoordigers der firma
Philips en een opzichter der bedrijven.
Voordat het licht ingeschakeld werd gaf ir.
Duynstee een korte uiteenzetting van deze ver
lichting. Hoe n.l. door toevoer van Neongas
de lampen eerst gelijken op gloeiende spijkers,
maar dan door de verwarming met dit Neon
gas het licht na een kwartiertje haar ge
wone kleur krijgt. Na deze uiteenzetting volgde
de inschakeling, waarna in den regen een
wandeling werd gemaakt langs den weg.
Na ean klein kwartier straalde een regel
matig licht over den weg, een gevolg van de
op korten afstand (35 M.) geplaatste licht
masten.
Hoewel het effect door den regen niet volle
dig was, was alles op den weg over den ge-
heelen afstand goed te overzien.
Sint Servatius, het beeld van
Charles Vos op de oude brug te
Maastricht
Zondag a.s. zal de Algemeene R.K. Ambte-
narenvereeniging, afdeeling Bloembollenstreek,
haar derde jaarfeest vieren.
De feestdag zal begonnen worden met een
H. Mis in de kapel van het Zusterhuis „St. An
na" te Sassenheim, op te dragen door den
geestelijken adviseur, den weleerw. heer K. J.
Westerkamp, voor de leden der afdeeling.
De feestavond wordt te Sassenheim gehouden
in hotel „Het Bruine Paard".
Den leden zal een gevarieerd programma
worden aangeboden. Behalve de leden der af
deeling met hun dames, kunnen ook introducê's
worden toegelaten tot een beperkt aantal. Men
kan zich hiervoor wenden tot de plaatselijke
leden der A.R.K.A. in de Bloembollenstreek.
De Maastrichtsche kapelaan Ad. Welters,
schrijft in „Het Gildeboek" over het laat
ste beeldhouwwerk van Charles Vos, den zeer
bekwamen kunstenaar, wiens arbeid onlangs
ook in dit blad werd besproken.
Hij prefereert het St. Servatiusbeeld op de
gerestaureerde oude Maasbrug boven dat op
het Vrijthof:
„Wij zouden zelfs nog verder willen gaan en
zeggen, geeft liever de van alle kanten goed
zichtbare plaats van het Vrijthof aan het beeld
op de brug, en plaatst dan het bronzen beeld
van het Vrijthof in den schemer van de Maas
brug!
Wij hebben het hier echter alleen over het
bruggebeeld. Het beeld is 3 meter hoog en
vormt in die afmeting een aannemelijke ver
houding tot het massale geheel van brug en
omgeving.
Het is gemaakt van Belgisch graniet, de
steen, die niet alleen weervast is, maar die ook
in deze Maasstad een inheemsche steen ge
noemd kan worden. Sint Servaas is hier voorge
steld als Bisschop met zijn waardigheidsteeke
nen, mijter en staf, bovendien met zijn attri
buten: een draak (ongeloof Arianisme) on
der zijn voeten en links een leviet met 'den ka
rakteristieken sleutel. Sleutel en staf zijn vry
bewerkt naar de bestaande modellen uit de
schatkamer van Sint Servaas. Rechts staat
de stadsengel met het Maastrichtsche
stadswapen in de hand, n.l. een zilveren vijf-
puntige ster op een rood veld. De knappe
beeldhouwer heeft hier een mooi werk gele
verd en goede oplossingen gevonden. Dat Sint
Servaas hier boven het stroomende en gevaar
lijke water „zegenend" wordt afgebeeld, is zeer
juist. Met een ruime en groote hand strooit
hij hier zijn zegeningen uit over stad en water
en land en lucht „et omnibus habitantibus in
eis" en over allen, die daar leven en streven.
De zegenende hand is vrij, en geen staf noch
sleutel hindert hier de bewegingen. Hoe juist
is het, dat een bisschop een staf in de linker
hand houdt en dat hij alles uit handen legt
en aan zijn dienende helpers overreikt, wan
neer hij den zegen gaat geven in den naam
van de Allerheiligste Drieëenheid.
Men vergelijke met dit Sint Servaasbeeld
eens het bronzen bronnebeeld op het Vrijthof.
Boven het beeld staan nog eenige „koppen",
eveneens door Vos gehouwen in hardsteen en
bedoeld als kraagsteenen met de tamelijk on
kenbare beeltenissen van Sint Monulphus
Sint Lambertus Sint Gondulphus, eveneens
drie bekende Maastrichter heilige bisschoppen.
Maar verreweg het beste blijft deze Sint Ser
vaas en wanneer men één opmerking mag ma
ken, dan is 't deze, die meer den bouwer dan
den houwer raakt: Deze Sint Servaas was een
betere plaats waard, of met een scripturistische
uitdrukking: „Ascende superius!"
Dit is de film van Wallace Beery, den grooten
Amerikaanschen karakterspeler, die al zooveel
prachtig werk geleverd heeft in verschillende
producties der Metro Goldwyn Mayer Cy.
Reeds lang geleden kwam de roep tot ons
„Viva Villa", al de correspondentie van de
Metro sloot met „Viva Villa", de employé's
groetten elkaar niet meer met „bonjour" of
„tabé", neen „Viva Villa!"
Het gegeven voor deze superfilm kon alles
zins aanleiding geven tot ruwe, onbeschaafde en
somtijds stootende tooneelen. Er was dan ook
een man noodig, die het aandurfde het karak
ter van den grooten Mexicaanschen bandiet
Pancho Villa te geven zooals het geweest moet
zijn: hard en wreed, waar het gaat om den
strijd voor de vrijheid: kinderlijk naïef, als de
intellectueel bondgenootschap wil sluiten;
hartstochtelijk en wispelturig als de liefde in
het spel komt.
Wallace Beery heeft het volle pond gegeven,
Villa aannemelijk voorgesteld en in al zijn
schakeeringen laten herleven.
Wij, beschaafde menschen, gruwen van
moordpartijen, waarbij dozijnen slaven aan de
boomen worden gehangen, honderden den kogel
krijgen en tientallen gemarteld worden. Het is
geen hartverheffend beeld wanneer zonder
rechtspraak of genade een einde wordt gemaakt
aan honderden menschenlevens. Maar toch is
dit alles- in „Viva Villa" te verdragen, omdat
Beery, en Beery alleen, het ruwe, maar goede
hart van den historischen bandiet steeds doet
lichten tusschen zweepslagen, ontploffende
bussen diynamiet, ratelende machine-geweren
en brandende dorpen.
Voor de film begint wordt verklaard, dat het
geheel niet volledig geschiedkundig, maar wel
van den historischen boom geënt is.
Het verhaal is in groote lijnen als volgt:
Toen hij nog een kleine jongen was, woonde
Pancho Villa het bij, hoe zijn vader, een peon
eener hacienda, werd doodgegeeseld. Met wraak
en haat in zijn jeugdig hart, werd het kind
een man en toen hij volwassen werd, stond hij
spoedig aan het hoofd van een troep peons,
die evenzeer verbitterd waren als hij zelf. Om de
arme en verdrukte soortgenooten te helpen,
plunderden zij de hacienda's der rijken, bran
dend en moordend als echte bandieten.
In antwoord op een oproep, verschijnt Villa
op de hacienda van Don Felipe del Castillo,
waar hü een gesprek heeft met Madero, een
zachtaardig en edel mensch, in wien de onder
drukte Mexicanen hun redder zien. Villa ge
raakt onder de bekoring, die van dezen vriende
lijken, nobelen, kleinen man uitgaat, in wiens
handen hij spoedig als een willoos werktuig
wordt. Op Madero's bevel, vormt Pancho Villa
een geregeld leger, dat den strijd aanbindt
tegen den Mexicaanschen tyran. President Diaz.
Met de uiterste wreedheid en onverzoenlijkheid
leidt Villa den vrijheidsoorlog, zeer tot mis
noegen van den humanen Madero. De ban-
d'ietenleider kan niet anders vechten dan op
zijn onmenschelijke manier, hij wil geen orders
ontvangen van Generaal Pascal, hij verzet zich
tegen den door hem boven alles vereerden
Madero, hij dreigt heen te gaan, doch zijn lief
de voor zijn afgod doet hem spoedig terug
keeren.
En Villa wint den krijg: Diaz moet aftreden
en Madero wordt President van Mexico, 't Is
hard voor den primitieven bandiet, als hem
bevolen wordt zijn leger te ontbinden en als
Madero van zijn diensten in de hoofdstad geen
gebruik wenscht te maken, terwijl Generaal
Pascal als raadgever wordt geaccepteerd.
Dan raakt Pancho, feitelijk onschuldig, bij
een bankroof en moordzaak betrokken. Pascal
slaagt er bijna in hem gefusilleerd te krijgen,
doch Madero redt hem. Korten tijd daarna ge
schiedt het vreeselijke, dat Villa altijd voor
voelde: Madero, op het punt een wet uit te
vaardigen, waarbij het aan de peons ontroofde
land zal worden teruggegeven, wordt door den
verrader Pascal vermoord. Thans ontketent hij
een tweede revolutie der peons, welke met on
gekende wreedheid wordt geleid. Pascal moet
boeten voor zijn euveldaad en Villa wordt Pre
sident. Weldra ziet hij in, dat hij voor dit ambt
niet geschikt is en keert hij naar Chihuahua
terug.
Doch ook zijn levensdraad wordt spoedig af
gesneden. In het tijdperk van zijn meest mee-
doogenlooze oorlogsvoering, na Madero's dood,
had hij de schoone Teresa, de zuster van Don
Felipe del Castillo laten neerschieten. Thans
bezwijkt deze wraakzuchtige en wreede mensch
in wiens hart toch wel wat goeds school, onder
den kogel van haar broeder.
En nu nog eenige bijzonderheden. De expedi
tie, die de film tot stand zou brengen bleef
bijna 4 maanden in Mexico en werkte regelmatig
samen met de Mexicaansche regeering. Meer
dan 60 pCt. van de film werd ter plaatse geno
men. Acht honderd van de beste Cowboys
werden gerecruteerd om een bataljon van
Villa's Doradoes te vormen. De expeditie legde
in totaal 10.000 mijl af.
En dan..weet U, dat het pas tien jaar ge
leden is, dat Villa in een slagerswinkel werd
vermoord?
Ongetwijfeld mag van een merkwaardig en
belangrijk filmwerk gesproken worden. Volwas
senen verzuimen niet er kennis mede te maken.
Viva Villa! Viva Beery!
v. W.
in
Porte Maurizio, 13 Februari 1935.
Ons eerste verslag gaven wij uit Darmstadt.
Hier volgt het tweede uit het „schoon
Italië".
Onder een heerlijk zonnetje, haast geen wind,
een prachtig uitzicht over de Middellandsche
Zee, zit ik op een rotsblok dat dienst doet als
tafel, ons verslag van den tocht te schrijven.
Op het kampvuur staat de rijst, met een stuk
spek er in, te pruttelen. Jan (Ruijzenaars) snijdt
appelen aan stukken om in de voornoemde prut
telende rijst te brokken, volgens zijn beweren
een heerlijk gerecht. Wij zullen het beste ervan
hoopen. Kunt u zich voorstellen, dat de seringen
en de mimosa hier volop bloeien?
Met veel tegenwind, regen en gladde wegen
zijn wij uit Darmstadt vertrokken in de rich
ting Frankrijk. Wij deden drie dagen over een
afstand waar -wij oorspronkelijk een dag over
dachten te doen. Dit zijn tegenvallers die ons
lang niet ontmoedigen. Integendeel.
In Mannheim hebben wij geslapen in een
zusterklooster. Wij werden met de groote gast
vrijheid, die wij veel ontmoeten, ontvangen. Een
buitengewone maaltijd kikkerde ons buitenge
woon op, na dien vermoeiden rit. En slapen
kunnen wij als de spreekwoordelijke marmotten.
In Karlsruhe hebben wij heel goedkoop in een
gezellenhuis overnacht. Den derden dag na ons
vertrek uit Darmstadt, bereikten wij de Fran-
sche grens.
Ook hier ontmoetten wij geen moeilijkheden
van de douane en 's avonds bereikten wij de
eerste Fransche stad op ons traject Strass-
bourg.
Wij zullen u geen beschrijving geven van de
steden waar wij doorkomen, die zijn al genoeg
bekend van verschillende beschrijvingen van
reisbureaux, reisherinneringen enz. Wij geven
in hoofdlijnen een verslag van den tocht, den
te volgen weg en de wederwaardigheden welke
wij ontmoeten.
Dienzelfden avond zijn wij aangegaan bij het
gezellenhuis, waar wij nu niet zoo ontvangen
werden als wij gewend geraakt waren. Wij heb
ben er ondanks dat toch goed geslapen. Den
volgenden dag wij waren een paar uur op
weg, terwijl het weer niet zoo gunstig was en
de weg tamelijk glad brak Jan de stang
van zijn fiets en liep het voorwiel van Theo's
fiets leelijk aan. Wij zelf hadden echter geen
schrammetje.
Daar stonden wij. Dat kon geld gaan kosten,
iets waar wij erg voorzichtig mee om moesten
gaan. Wij konden echter niet bij de pakken, of
liever gezegd by de stukken, blijven neerzitten.
HOOFDQOUTE PES QyWIEL
OER DBIE HAABLEnneeO
.C«m HAARLEM
KAAPSTAD
Een smid-rijwielhersteller, was spoedig gevon
den. De breuk werd gelascht en het wiel weer
in zün normalen draaitoestand gebracht. De
kosten waren 24 franc, ofwel ongeveer twee
gulden en veertig cent in ons goede Hollandsche
geld.
Wat een zegen dat wij onze talen goed kun
nen spreken. Gepleit hebben wij op ontroeren
de manier en de smid-rijwielhersteller nam ge
noegen met twee sigarenaanstekertjes van tien
cent per stuk, die wy, voor wij uit Haarlem
vertrokken, gekocht hadden. Wy hadden een
kleinen voorraad van die instrumentjes bij ons
gestoken. Hoe het mogelyk was dat voornoemde
smid daar genoegen mee nam? In Frankrijk is
er een hooge belasting op zulke apparaten. Wij
waren gered en ons hart popelde van koopman
schap, of was dit misschien geen koopman
schap? Doornat kwamen wij in Colmar aan.
Door bemiddeling van den pastoor daar ter
plaatse kregen wy onderdak in een verkenners
huis. Wij hebben daar 's avonds voor wy gingen
slapen ons eigen potje rijst gekookt en de klee-
ren gedroogd. Ook hebben wij door middel van
die vierkante blokjes, heerlijke bouillon gekookt.
Na dezen verrukkelijken maaltijd kropen wij in
onze slaapzakken. Ons gesnurk moet het heele
zaaltje wel gevuld hebben. Wij weten er echter
niets van. Den volgenden dag hebben wy weer
koopmannetje gespeeld en voor één, zegge één
aanstekertje van tien cent, kochten wij van
een boer drie liter melk en een pond versche
boter. Is dat even handelen?
Dien dag zijn wy nog op gastvrije manier
ontvangen bij een pastoor, die het toch zeer
arm had. Onze knapzakken werden nog extra
gevuld, onze veldflesschen met wyn. De wijn
is voor ons wel wat zwaar, wij zijn er nog niet
aan gewend en zullen hier wel te kort blyven
om er geheel aan te wennen. Volgens Ben heeft
hij hier meer wijn gedronken dan in zijn heele
voorgaande leven. Ook dezen gastvrijen gees
telijke offreeren wy een aanstekertje.
Wij kwamen door het Jura gebergte langs de
Doubs. Buitengewoon mooi is het uitzicht. De
dooi was ingevallen, de sneeuw smeltende. Daar
bij kwam nog de regen. Aan waterpartyen had
den wij dus geen gebrek. Wij moesten den hoofd
weg houden, daar de andere wegen onder water
stonden, volgens de inwoners kwam het zelden
voor, dat er zooveel water stond. Ondanks dat
zware parcours genoten wij echter van de mooie
natuur. De wind was naar het Noorden gedraaid,
dus in den rug. Zoo maakten wij dagen van
120 K.M. In Bourg hebben wij den nacht in
een verkennershuis doorgebracht. Een eigenlijk
verkennershuis was het echter niet, maar de
jongeman, die ons uitnoodigde, zyn gasten te
willen zyn, was vermoedelyk een hopman van
de verkenners. Hij woonde daar en wij hebben
het werkelijk goed gehad.
Den volgenden dag moesten wij Lyon zien te
bereiken. Het was echter inmiddels weer gaan
sneeuwen, terwijl wij plannen zaten te maken.
Maar, och, wij hadden het weer goed, zaten er
warmpjes by. Wat zouden wij ons zorgen maken!
Lyon of geen Lyon, wij gingen slapen.
Met onze gezondheid gaat het goed. Wij heb
ben geen last van verkoudheid of misère. Wy
gaan steeds kalm verder en forceeren niets.
De hoofdzaak is dat wij, het ons gestelde doel
bereiken er* dat wij fit blijven.
Na die heerlijke nachtrust in Bourg genoten
te hebben, zijn wij ln de richting Lyon ver
trokken. Van een dame in Bourg, een kennis
van den jongeman, die onze gastheer was.
kregen wij een brief mee voor haar zuster,
overste in een klooster te Deppe, ongeveer 16
K.M. vóór Valence. Wilden wij dit halen dan
moesten wij dien dag 150 K.M. afleggen. Toen
wij Lyon bereikten lag de sneeuw weer erg dik
en Ben maakte op zijn beurt eens een slipper
tje en zijn fiets moest gerepareerd worden. Dit
konden wij echter gemakkelijk zelf doen. wy
leenden enkel het gereedschap van een smid
en zoo konden wij het malheur herstellen.
's Avonds om zeven uur bereikten wy het
klooster. De Eerwaarde overste ontving ons zelf
en gaf in eigen persoon bevelen in de keuken
om een goed maal voor ons te bereiden. De
zusters, die ons aan tafel bedienden en de
zusters, die toezagen, keken eerst verwonderd
bij zoo'n eetlust. Maar zoetjesaan ging hun
verwondering over in bewondering. Ze hadden
zelden zoo iets gezien. Den volgenden morgen
kregen wij van de Eerw. Moeder nog ieder een
paar medailles en na een hartelijk afscheid
gingen wij er vandoor, wind in den rug en
maakten dien dag 170 K.M. In Senas hebben
wij overnacht in een klein hotel. Den volgenden
dag, een Zondag, hebben wij eerst de Hoogmi*
bijgewoond. Op Zondag maken wij ons nooit
erg druk. Ook wij moeten dien als een rustdag
beschouwen op onzen tocht. Zoo tegen den
avond hebben wij voor het eerst de tent een»
opgeslagen, daar het weer nogal zacht was.
In onze slaapzakken onder de tent hebben wij
een rustigen nacht gehad, 's Morgens om zes
uur gingen wij alweer op stap. Het was werke
lijk koud toen wij onze tent uitkropen. Tegen
den middag bereikten wy de Middellandsche
Zee. Wij zaten ineens in de lente. Een heerlyke
blauwe zee, terwijl rondom ons de mimosa en
de sinaasappelen bloeiden.
In Nice lagen de brieven van thuis te wach
ten, maar 20 K.M. voor dit doel bemerkten wij
dat wij dat dien dag niet meer zouden halen.
Dan nog maar een dag geduld geoefend. Maar
ja, wij moesten hier ergens overnachten. Voor
de tent was geen gelegenheid en de nacht toch
ook nog wel wat te koud. Daar stonden wy!
Volgens onze berekening hadden wy dien
dag de Italiaansche grens moeten bereiken.
Daar die berekening, zooals zooveel berekenin
gen, niet uitkwam, hadden wy nog maar 50
centimes aan Fransch geld bij ons. Een dame
gaf ons echter de gelegenheid en den sleutel,
om in een leegstaande villa te overnachten.
Het was een groot huis. Nog enkele meubelen
stonden erin en ook en kachel. Wy voelden ons
weer millionnairs. Door de goede zorgen van
Theo was de kachel spoedig aangestoken. Wy
haalden in een hotelleke in de buurt iets te
bikken en maakten het ons recht gezellig.
12 Februari. Wy zouden er weer eens een
makkelijken dag van nemen. Een prachtigen
weg hadden wij en een heerlijk zonnetje. Wy
kwamen in Nice en haalden de post, die voor
ons klaar lag. Brieven van thuis! Een even-
ment! Wij genoten van al de hartelijkheid van
Vader en Moeder, broers en zusjes, al die kleine
voorvallen, die thuis plaats vonden waren op
geschreven. Wij voelden ons weer opgenomen
in den huiselijken kring. Vol goeden moed ging
het toen verder. Langs Monaco en Monte Carlo.
Wij genoten! Hoog op de bergen lag de sneeuw
in de zon te schitteren. Naar wy hoopten,
hadden wij echter met de sneeuw afgedaan.
Aan de Italiaansche grens was het onder
zoek nogal streng. Niet zoozeer om de aan-
stekertjes, die waren goed opgeborgen, maar
de messen, die wij bij ons droegen, moesten wij
eigenlijk afgeven. Ze vielen onder de wapenwet.
Enfin, we moesten ze dan maar goed en diep
wegstoppen dan konden wij ze behouden. In
Venti-Miglia werden wy door een kapelaan
verwezen naar een huis voor emigranten. Voor
15 Hollandsche centen per persoon hebben wij
daar kunnen overnachten. Het was er goed en
zindelijk. Daar wy de eenigen waren, die er
verbleven en er meerdere bedden stonden, heb
ben wy maar niet op een paar dekens en kus
sens gekeken, maar kropen er warm onder.
Toen wij den volgenden morgen in San Remo
aankwamen, stonden er zeer veel menschen
langs den weg en plotseling snorden ons een
dertigtal wielrenners voorby. Ben raakte er
per ongeluk tusschen en er ging een daverend
applaus op toen hy als derde man aankwam.
Dat was ook zoo, maar hy hoorde er niet by.
Wij hebben echter die lui verteld, dat de prijs
beschikbaar moest blyven, wat dan ook aan
vaard werd. In een geanimeerde stemming be
reikten wij Porte Maurizio.
Krijgsraad werd belegd. Wij zullen over 5 a
6 dagen Rome bereiken en moeten daar, ook
door de audiëntie, welke wy hopelijk by Z. H.
den Paus zullen krijgen, eenige dagen blijven.
Vanuit Rome trekken wij naar Napels om daar
dan op de boot te stappen naar Alexandria aan
de Noordkust van Afrika. Hoewel eerst ons plan
was dit te doen vanuit Brindisi, werd ons on
derweg verteld dat de gelegenheid vanuit Napels
beter en goedkooper was.
Wij zullen zien en hopen u binnenkort iets
van onze verdere lotgevallen te vertellen.
Naar wij nog van de familie vernemen, zyn
de jongelui in Rome aangekomen.
Voor de Haarlemsche Rechtbank heeft een
28-jarige Heemstedenaar terecht gestaan, die
omstreeks 19 Juli 1934 een postwissel, groot
12% gulden, toebehoorende aan zijn bovenbuur,
geïnd en van een valsche handteekening voor
zien zou hebben. De postwissel was den boven
buur toegestuurd, doch door verdachte ontvan
gen. De eisch was 6 maanden gevangenisstraf.
De Heemstedenaar werd hedenmorgen veroor
deeld tot 6 weken gevangenisstraf.
Kees Verwey zal in de maand Maart een
tentoonstelling houden in den kunsthandel van
J. H. de Bois. De opening is gesteld op Zater
dagmiddag 2 Maart en de expositie is daarna
iederen dag van 95 uur te bezichtigen. Er
zijn aan toegevoegd eenige kleine plastieken
van den beeldhouwer Hassoldt en een twaalf
tal aquarellen van de Zuid-Duitsche schilderes
Dora Castell.