I IN EN OM HAARLEM Waar de filmband rolt 7 Drie Haarlemmers naar Zuid-Afrika IN ROME AANGEKOMEN DONDERDAG 21 FEBRUARI 1935 Onze Raadsleden en de verkiezingen Het St. Servatiusbeeld te Maastricht Zondag rustdag R.K. VOLKSBOND Groote propaganda-avond NATRIUMLICHT IN HEEM STEDE Woensdagavond officieel ontstoken JAARFEEST A.R.KA. In de Bloembollenstreek LUXOR-THEATER Wallace Beery in Viva Villa!" Wallace Beery in „Viva Villa" Dagreizen van 120 tot ISO KM. met trajecten vol afwisseling het natuurschoon. De sigarenaansteker in waarde gestegen! Handel is handel! Naar Lyon V illa-bewoners Welwillende douaniers VALSCHHEID IN GESCHRIFTE Heemstedenaar krijgt zes weken Tentoonstelling Kees Verwey iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiniivvnnifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiititvnc ■nmmiiiiiiiiiiiiii Suun I1II1III1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1III1JIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIU1II1I1IIII1IIIIIIIIIIIIIIII1III1IIII1IIIIIUIIII1IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIII1IIIIIIII1II1IIIII1I11IIIIII11S De heer Joosten is het vierde lid van den Haarlemschen gemeenteraad, dart. sinds de verkiezingen van 1931 door den dood aan zijn arbeid ontnomen wordt. Enkele maanden na de installatie van 'den -huidigen raad overleed de heer Vincent Loosjes, niet lang daarna ge volgd door den heer Adrian en in December van dit jaar zag zich de vrijzinnig-democrati sche raadsfractie beroofd van haar lid mevr. Elzinga. Op negenendertig raadsleden is dit een groot percentage. Nog sterker komt de aanzienlijke mutatie on der de raadsleden naar voren als men nagaat wie der in 1931 gekozen leden in deze vier jaar door nieuwe werden vervangen. De heer Baas stelde zijn zetel beschikbaar voor den heer Brands; de heer mr. de Rijke voor den heer Niemöller en deze wederom voor den heer van der Wall; de heer Koppen trad af en zag den heer Posthumus op zijn zetel plaats nemen; de heer Loerakker vond in den heer Kuiper een opvolger; de heer Slingenberg in den heer Hulsman en de heer Oversteegen in den heer Bijl. In totaal elf veranderingen of ongeveer dertig procent. Bovendien zullen, naar nu reeds vaststaat, mevrouw Hoekstra-Zethof, mejuf frouw van Vliet, de heeren Keerwolf, Groenen- daal en Scholl na de verkiezingen niet meer in den raad terugkeeren. Aangenomen kan wor den, dat de helft van de raadsleden, die in 1931 zitting namen, in September door andere krachten vervangen zullen zijn. De vraag is of de continuïteit in het bestuur Van de gemeente door die voortdurende wis seling geen gevaar loopt. Een knap en ijverig raadslid heeft zeker eenige jaren noodig om zich goed op de hoogte te stellen van de ge meentelijke huishouding en met kennis van zaken over de levensbelangen der gemeente te oordeelen. Nu is het wel waar, dat de politieke programs der partijen het werk heel wat ver gemakkelijken. Over de groote vraagstukken Van gemeentebeheer geven zij richtlijnen, waar mede de gekozenen zich al bij voorbaat ac- coord verklaren. Maar op eiken regel zijn uit zonderingen en het komt maar al te vaak voor, dat speciale toestanden in een gemeente een stug vasthouden aan vooropgezette stellingen tot een catastrophe zou lijden. Nu de voorbereiding voor de verkiezingsactie Voor Provinciale Staten en gemeenteraden in vollen gang is, is er dan ook alle reden om de besturen van kiesvereenigingen te herinneren aan den grooten plicht, dien zij hebben om te zorgen voor goede afgevaardigden in de ver tegenwoordigende lichamen. Het welzijn van ons volk ligt in hun handen, want staat er een knappe raad aan het hoofd van een gemeen te, dan kan dit groote welvaart beteekenen, ter wijl een bestuur van onbekwame menschen lijdt tot werkloosheid, hooge belastingen, vlucht Uit de gemeente, minder welstand, armoede. Het is daarom te betreuren, dat er juist in deze weken, gewichtiger nog dan de dagen, die kort aan de verkiezingen voorafgaan, zoo wei nig blijkt van een opgewekt politiek leven. Bij de groote partijen, zooals die der katholieken en de socialisten, gaat het nog eenigszins, maar bij de kleine is het meestal droevig. De verga deringen, waar candidaten moeten worden Benoemd en gesteld, zijn dikwijls door niet hieer dan enkele tientallen personen bezocht. Het gevolg is, dat de keuze overgelaten wordt dan een klein groepje, dat zijn vertegenwoor digers in een vrij beperkten kring moet zoe ken. Soms lukt het de hand te leggen op goe de krachten, maar niet zelden drijven er op deze manier personen naar boven, die beneden de middelmaat blijven. En de practjjk is zoo, dat als de menschen maar lang genoeg lid blij- ven van een bepaalde fractie, zij groote kans hebben tot wethouder te worden gekozen of Selfs tot lid van Gedeputeerde Staten 'en daar door onmiddellijk beslissenden invloed gaan oefenen op het dagelijksch bestuur van ge- Uieente en gewest. Hoe dikwijls wordt in verkiezingsdagen de klacht vernomen, dat men niet tevreden is biet de gestelde candidaten. Dan is het echter te laat. Juist in de dagen der candidaatstellin- Ben kan men het best zijn invloed aanwenden ten bate van de plaats zijner inwoning, waar fan de welvaart zoo nauw verband houdt met Sijn eigen levensgeluk. Deze plicht geldt voor de kiesvereenigingen th alle gemeenten, groot en klein. Zij, die de tegenwoordige kieswet hebben gemaakt, ver dachten, dat de partijen in staat zouden zijn een opgewekt medeleven van de burgers te be- forderen, te zorgen, dat dezen groote belangstel ling aan den dag zouden leggen voor de keuze der candidaten. Het is geheel anders uitgeval len en men heeft wel eens de veronderstelling Beuit, dat de leiders het daar juist op toege legd hebben, omdat zij een te groote inmenging van buiten vreesden in zaken, die zij het liefst in een zoo klein mogelijken kring beredderen, htaar het is onbekend, dat ook met de groot je inspanning der besturen de belangstelling fan de massa niet los te werken is. Een ander euvel is, dat in ve^l gevallen per sonen, om hun ouderdom of vroegere verdien sten ontzien worden, alhoewel men weet, dat Sij ongeschikt zijn voor de taak, die zij moeten fervullen. Vooral in kleinere en kleine gemeen ten is dat het geval. Wij willen geen namen doemen, maar ons zijn gemeenten bekend, f'aar het algemeen welzijn onvoldoende behar- Rechterhelft I v.h. bord: wit; linkerhelft: roode rand, I m. rood door- gestreepte zwarte P) Aan de linker- zijde d. straat de rechter- is parkeeren straathelft it verboden. dus vrij. tigd wordt, omdat er de wethouders niet van het goede hout zijn gesneden. Een burgemees ter mag nog zoo knap en zoo voortvarend zijn als hij wil, zijn werk wordt belemmerd als hij geen goede helpers heeft in het dagelijksch bestuur zijner gemeente en zijn werk zou veel vruchtbaarder zijn als hij bijgestaan werd door ter zake kundige wethouders. Het is dus geen geringe verantwoordelijk heid, die in deze dagen op de besturen der kiesvereenigingen rust, op deze echter niet alleen, doch ook op de leden en feitelijk op alle kiezers, die nu meer dan vroeger, onder de hui dige kieswet den plicht hebben lid te zijn van hun kiesvereniging. Woensdagavond hield de R.K. Volksbond een propaganda-avond in de sociëteit St. Bavo, waarvoor flinke belangstelling bestond. De heer J. Ph. H. Castricum heette allen hartelijk welkom, bijzonder den Geestelijken Adviseur, den weleerw. heer P. Poppen en den spreker den heer L. F. Guit, voorzitter van R.K. Overheidspersoneel. Na het zingen van het bondslied bracht het R.K. mannenkoor „St. Caecilia" eenige zang nummers ten gehoore, wat de aanwezigen zeer op prijs stelden. Sprekend over het Comité voor Winterhulp voor de werklooze leden van de afdeeling Haar lem van den R.K. Volksbond, zei de voorzit ter met dankbare vreugde terug te zien op de resultaten van den gehouden bazar. Hierna was het woord aan den heer L. F. Guit. Deze wees er op, dat het noodig is dat wij ons op den toestand van het oogenblik be raden, want de economische crisis houdt aan en grijpt dermate om zich heen, dat in kringen van de werknemers twee groepen van gedu peerden zijn, t. w. de werkenden en de werk- loozen. Spr. is van meening dat de economische cri sis ontstaan is uit de geestelijke crisis. De oude ren onder ons weten nog wel hoe het gesteld was met den werknemer voor 50 jaar terug. De liberale economie heeft geleid tot een toe stand, zooals die er thans is. Spr. wees dan op de beteekenis van de pau selijke zendbrieven „Rerum Novarum" en „Quadragesimo Anno" en op een uitspraak in Q. A. ter veroordeeling van liberale economie. Verder behandelde spreker wat is bereikt door organisatie en vakbeweging. Zie naar vroeger. Lange arbeidsduur op fabrieken, waar ook kinderen lange dagen arbeid moesten ver richten, zooals op sigarenfabrieken met strip pen van tabak, en op contract waren aange nomen om arbeid te verrichten. Na een overzicht van den binnen- en buiten- Hef St. Servaas-beeld van Charles Vos op de fontein aan het Vrijthof te Maastricht landschen handel, invoerrechten, handelsover eenkomsten en tariefmuren, welke worden op geworpen en contingenteering, behandelde spr. de hoofdbronnen van bestaan, waar ons land op aangewezen is, zooals scheepvaart, landbouw en veeteelt. Met eenig cijfermateriaal gaf spr. een over zicht van bedragen van invoer en uitvoer zoo als deze waren in 1929 en 1934, welke duide lijk een teruggang aangaven. Zoo ook van het aantal werknemers, die arbeid verrichten en werkloos zijn. De regeering besprekende, zei spr. het geen benijdenswaardige positie te vinden om tegen woordig minister te zijn en z'n leven op te offeren voor het landsbelang. Het is niet ge makkelijk, nu deze positie vervullen. Aan hen die het niet eens zijn met dé Re geering vraagt spr.: Hoe moet het dan gaan? Spr. is van oordeel dat alles lijdt onder de geestelijke crisis. Waar zouden wij zijn beland met onze ar beidswetgeving, als wij geen vakorganisatie hadden gehad? vraagt spr. dan. Zouden wij dan niet gemakkelijk naar het uiterste terug gedre ven zijn. Laten wij bidden om te mogen be houden wat is verkregen en door moeite is verworven. Spr. zou gaarne willen, dat er zooveel gebeden werd als er nu gekankerd wordt. Hierna noemde spr. de vele instellingen van de R.K. arbeidersbeweging, waaraan de menschen veel hulp hebben. Velen weten niet hoeveel er wordt gevraagd van de bestuurders van vakorganisaties, om de zaken voor de werkloozen te regelen. Wij moe ten daarom volwaardig lid zijn van de Katho lieke arbeidersbeweging. Voorts besprak de heer Guit het program van de N. S. B. in ons land en beklaagde de arbeiders, die lijden aan de geestelijke crisis. Spr. raadde aan zich te stellen onder de leiding van onze kerkelijke overheid, opdat zooveel mogelijk Christus regeere. Naar de or dening, naar samenwerking met aller hulp, met de verjongde katholieke arbeidersbeweging. Nadat de voorzitter de heer J. Ph. H. Castri cum den heer L. F. Guit voor zijn leerzame rede had dank gezegd, gaf het R. K. mannen koor „St. Caecilia" nog een paar zangnummers, waarvoor de voorzitter koor en directeur dank bracht. Na het slotwoord werden nog eenige komi sche geluidsfilms afgedraaid, welke een dank baar applaus oogstten. Woensdagavond is ook in Heemstede het eerste Natriumlicht ontstoken, en wel langs den nieuwen Provincialen weg?, langs de Cru- quiuslaan tusschen het Wipperplein en de Javalaan. Deze ontsteking had eenigszins offi cieel plaats. Om half 8 des avonds waren in het transformatorenhuisje aan den Cloosterweg behalve de directeur der bedrijven, ing. Duyn- stee aanwezig wethouder dr. E. A. M. Droog, eenige leden der gascommissie uit den raad, ing. v. Dijk, speciaal ingenieur voor natrium- verlichting en vertegenwoordigers der firma Philips en een opzichter der bedrijven. Voordat het licht ingeschakeld werd gaf ir. Duynstee een korte uiteenzetting van deze ver lichting. Hoe n.l. door toevoer van Neongas de lampen eerst gelijken op gloeiende spijkers, maar dan door de verwarming met dit Neon gas het licht na een kwartiertje haar ge wone kleur krijgt. Na deze uiteenzetting volgde de inschakeling, waarna in den regen een wandeling werd gemaakt langs den weg. Na ean klein kwartier straalde een regel matig licht over den weg, een gevolg van de op korten afstand (35 M.) geplaatste licht masten. Hoewel het effect door den regen niet volle dig was, was alles op den weg over den ge- heelen afstand goed te overzien. Sint Servatius, het beeld van Charles Vos op de oude brug te Maastricht Zondag a.s. zal de Algemeene R.K. Ambte- narenvereeniging, afdeeling Bloembollenstreek, haar derde jaarfeest vieren. De feestdag zal begonnen worden met een H. Mis in de kapel van het Zusterhuis „St. An na" te Sassenheim, op te dragen door den geestelijken adviseur, den weleerw. heer K. J. Westerkamp, voor de leden der afdeeling. De feestavond wordt te Sassenheim gehouden in hotel „Het Bruine Paard". Den leden zal een gevarieerd programma worden aangeboden. Behalve de leden der af deeling met hun dames, kunnen ook introducê's worden toegelaten tot een beperkt aantal. Men kan zich hiervoor wenden tot de plaatselijke leden der A.R.K.A. in de Bloembollenstreek. De Maastrichtsche kapelaan Ad. Welters, schrijft in „Het Gildeboek" over het laat ste beeldhouwwerk van Charles Vos, den zeer bekwamen kunstenaar, wiens arbeid onlangs ook in dit blad werd besproken. Hij prefereert het St. Servatiusbeeld op de gerestaureerde oude Maasbrug boven dat op het Vrijthof: „Wij zouden zelfs nog verder willen gaan en zeggen, geeft liever de van alle kanten goed zichtbare plaats van het Vrijthof aan het beeld op de brug, en plaatst dan het bronzen beeld van het Vrijthof in den schemer van de Maas brug! Wij hebben het hier echter alleen over het bruggebeeld. Het beeld is 3 meter hoog en vormt in die afmeting een aannemelijke ver houding tot het massale geheel van brug en omgeving. Het is gemaakt van Belgisch graniet, de steen, die niet alleen weervast is, maar die ook in deze Maasstad een inheemsche steen ge noemd kan worden. Sint Servaas is hier voorge steld als Bisschop met zijn waardigheidsteeke nen, mijter en staf, bovendien met zijn attri buten: een draak (ongeloof Arianisme) on der zijn voeten en links een leviet met 'den ka rakteristieken sleutel. Sleutel en staf zijn vry bewerkt naar de bestaande modellen uit de schatkamer van Sint Servaas. Rechts staat de stadsengel met het Maastrichtsche stadswapen in de hand, n.l. een zilveren vijf- puntige ster op een rood veld. De knappe beeldhouwer heeft hier een mooi werk gele verd en goede oplossingen gevonden. Dat Sint Servaas hier boven het stroomende en gevaar lijke water „zegenend" wordt afgebeeld, is zeer juist. Met een ruime en groote hand strooit hij hier zijn zegeningen uit over stad en water en land en lucht „et omnibus habitantibus in eis" en over allen, die daar leven en streven. De zegenende hand is vrij, en geen staf noch sleutel hindert hier de bewegingen. Hoe juist is het, dat een bisschop een staf in de linker hand houdt en dat hij alles uit handen legt en aan zijn dienende helpers overreikt, wan neer hij den zegen gaat geven in den naam van de Allerheiligste Drieëenheid. Men vergelijke met dit Sint Servaasbeeld eens het bronzen bronnebeeld op het Vrijthof. Boven het beeld staan nog eenige „koppen", eveneens door Vos gehouwen in hardsteen en bedoeld als kraagsteenen met de tamelijk on kenbare beeltenissen van Sint Monulphus Sint Lambertus Sint Gondulphus, eveneens drie bekende Maastrichter heilige bisschoppen. Maar verreweg het beste blijft deze Sint Ser vaas en wanneer men één opmerking mag ma ken, dan is 't deze, die meer den bouwer dan den houwer raakt: Deze Sint Servaas was een betere plaats waard, of met een scripturistische uitdrukking: „Ascende superius!" Dit is de film van Wallace Beery, den grooten Amerikaanschen karakterspeler, die al zooveel prachtig werk geleverd heeft in verschillende producties der Metro Goldwyn Mayer Cy. Reeds lang geleden kwam de roep tot ons „Viva Villa", al de correspondentie van de Metro sloot met „Viva Villa", de employé's groetten elkaar niet meer met „bonjour" of „tabé", neen „Viva Villa!" Het gegeven voor deze superfilm kon alles zins aanleiding geven tot ruwe, onbeschaafde en somtijds stootende tooneelen. Er was dan ook een man noodig, die het aandurfde het karak ter van den grooten Mexicaanschen bandiet Pancho Villa te geven zooals het geweest moet zijn: hard en wreed, waar het gaat om den strijd voor de vrijheid: kinderlijk naïef, als de intellectueel bondgenootschap wil sluiten; hartstochtelijk en wispelturig als de liefde in het spel komt. Wallace Beery heeft het volle pond gegeven, Villa aannemelijk voorgesteld en in al zijn schakeeringen laten herleven. Wij, beschaafde menschen, gruwen van moordpartijen, waarbij dozijnen slaven aan de boomen worden gehangen, honderden den kogel krijgen en tientallen gemarteld worden. Het is geen hartverheffend beeld wanneer zonder rechtspraak of genade een einde wordt gemaakt aan honderden menschenlevens. Maar toch is dit alles- in „Viva Villa" te verdragen, omdat Beery, en Beery alleen, het ruwe, maar goede hart van den historischen bandiet steeds doet lichten tusschen zweepslagen, ontploffende bussen diynamiet, ratelende machine-geweren en brandende dorpen. Voor de film begint wordt verklaard, dat het geheel niet volledig geschiedkundig, maar wel van den historischen boom geënt is. Het verhaal is in groote lijnen als volgt: Toen hij nog een kleine jongen was, woonde Pancho Villa het bij, hoe zijn vader, een peon eener hacienda, werd doodgegeeseld. Met wraak en haat in zijn jeugdig hart, werd het kind een man en toen hij volwassen werd, stond hij spoedig aan het hoofd van een troep peons, die evenzeer verbitterd waren als hij zelf. Om de arme en verdrukte soortgenooten te helpen, plunderden zij de hacienda's der rijken, bran dend en moordend als echte bandieten. In antwoord op een oproep, verschijnt Villa op de hacienda van Don Felipe del Castillo, waar hü een gesprek heeft met Madero, een zachtaardig en edel mensch, in wien de onder drukte Mexicanen hun redder zien. Villa ge raakt onder de bekoring, die van dezen vriende lijken, nobelen, kleinen man uitgaat, in wiens handen hij spoedig als een willoos werktuig wordt. Op Madero's bevel, vormt Pancho Villa een geregeld leger, dat den strijd aanbindt tegen den Mexicaanschen tyran. President Diaz. Met de uiterste wreedheid en onverzoenlijkheid leidt Villa den vrijheidsoorlog, zeer tot mis noegen van den humanen Madero. De ban- d'ietenleider kan niet anders vechten dan op zijn onmenschelijke manier, hij wil geen orders ontvangen van Generaal Pascal, hij verzet zich tegen den door hem boven alles vereerden Madero, hij dreigt heen te gaan, doch zijn lief de voor zijn afgod doet hem spoedig terug keeren. En Villa wint den krijg: Diaz moet aftreden en Madero wordt President van Mexico, 't Is hard voor den primitieven bandiet, als hem bevolen wordt zijn leger te ontbinden en als Madero van zijn diensten in de hoofdstad geen gebruik wenscht te maken, terwijl Generaal Pascal als raadgever wordt geaccepteerd. Dan raakt Pancho, feitelijk onschuldig, bij een bankroof en moordzaak betrokken. Pascal slaagt er bijna in hem gefusilleerd te krijgen, doch Madero redt hem. Korten tijd daarna ge schiedt het vreeselijke, dat Villa altijd voor voelde: Madero, op het punt een wet uit te vaardigen, waarbij het aan de peons ontroofde land zal worden teruggegeven, wordt door den verrader Pascal vermoord. Thans ontketent hij een tweede revolutie der peons, welke met on gekende wreedheid wordt geleid. Pascal moet boeten voor zijn euveldaad en Villa wordt Pre sident. Weldra ziet hij in, dat hij voor dit ambt niet geschikt is en keert hij naar Chihuahua terug. Doch ook zijn levensdraad wordt spoedig af gesneden. In het tijdperk van zijn meest mee- doogenlooze oorlogsvoering, na Madero's dood, had hij de schoone Teresa, de zuster van Don Felipe del Castillo laten neerschieten. Thans bezwijkt deze wraakzuchtige en wreede mensch in wiens hart toch wel wat goeds school, onder den kogel van haar broeder. En nu nog eenige bijzonderheden. De expedi tie, die de film tot stand zou brengen bleef bijna 4 maanden in Mexico en werkte regelmatig samen met de Mexicaansche regeering. Meer dan 60 pCt. van de film werd ter plaatse geno men. Acht honderd van de beste Cowboys werden gerecruteerd om een bataljon van Villa's Doradoes te vormen. De expeditie legde in totaal 10.000 mijl af. En dan..weet U, dat het pas tien jaar ge leden is, dat Villa in een slagerswinkel werd vermoord? Ongetwijfeld mag van een merkwaardig en belangrijk filmwerk gesproken worden. Volwas senen verzuimen niet er kennis mede te maken. Viva Villa! Viva Beery! v. W. in Porte Maurizio, 13 Februari 1935. Ons eerste verslag gaven wij uit Darmstadt. Hier volgt het tweede uit het „schoon Italië". Onder een heerlijk zonnetje, haast geen wind, een prachtig uitzicht over de Middellandsche Zee, zit ik op een rotsblok dat dienst doet als tafel, ons verslag van den tocht te schrijven. Op het kampvuur staat de rijst, met een stuk spek er in, te pruttelen. Jan (Ruijzenaars) snijdt appelen aan stukken om in de voornoemde prut telende rijst te brokken, volgens zijn beweren een heerlijk gerecht. Wij zullen het beste ervan hoopen. Kunt u zich voorstellen, dat de seringen en de mimosa hier volop bloeien? Met veel tegenwind, regen en gladde wegen zijn wij uit Darmstadt vertrokken in de rich ting Frankrijk. Wij deden drie dagen over een afstand waar -wij oorspronkelijk een dag over dachten te doen. Dit zijn tegenvallers die ons lang niet ontmoedigen. Integendeel. In Mannheim hebben wij geslapen in een zusterklooster. Wij werden met de groote gast vrijheid, die wij veel ontmoeten, ontvangen. Een buitengewone maaltijd kikkerde ons buitenge woon op, na dien vermoeiden rit. En slapen kunnen wij als de spreekwoordelijke marmotten. In Karlsruhe hebben wij heel goedkoop in een gezellenhuis overnacht. Den derden dag na ons vertrek uit Darmstadt, bereikten wij de Fran- sche grens. Ook hier ontmoetten wij geen moeilijkheden van de douane en 's avonds bereikten wij de eerste Fransche stad op ons traject Strass- bourg. Wij zullen u geen beschrijving geven van de steden waar wij doorkomen, die zijn al genoeg bekend van verschillende beschrijvingen van reisbureaux, reisherinneringen enz. Wij geven in hoofdlijnen een verslag van den tocht, den te volgen weg en de wederwaardigheden welke wij ontmoeten. Dienzelfden avond zijn wij aangegaan bij het gezellenhuis, waar wij nu niet zoo ontvangen werden als wij gewend geraakt waren. Wij heb ben er ondanks dat toch goed geslapen. Den volgenden dag wij waren een paar uur op weg, terwijl het weer niet zoo gunstig was en de weg tamelijk glad brak Jan de stang van zijn fiets en liep het voorwiel van Theo's fiets leelijk aan. Wij zelf hadden echter geen schrammetje. Daar stonden wij. Dat kon geld gaan kosten, iets waar wij erg voorzichtig mee om moesten gaan. Wij konden echter niet bij de pakken, of liever gezegd by de stukken, blijven neerzitten. HOOFDQOUTE PES QyWIEL OER DBIE HAABLEnneeO .C«m HAARLEM KAAPSTAD Een smid-rijwielhersteller, was spoedig gevon den. De breuk werd gelascht en het wiel weer in zün normalen draaitoestand gebracht. De kosten waren 24 franc, ofwel ongeveer twee gulden en veertig cent in ons goede Hollandsche geld. Wat een zegen dat wij onze talen goed kun nen spreken. Gepleit hebben wij op ontroeren de manier en de smid-rijwielhersteller nam ge noegen met twee sigarenaanstekertjes van tien cent per stuk, die wy, voor wij uit Haarlem vertrokken, gekocht hadden. Wy hadden een kleinen voorraad van die instrumentjes bij ons gestoken. Hoe het mogelyk was dat voornoemde smid daar genoegen mee nam? In Frankrijk is er een hooge belasting op zulke apparaten. Wij waren gered en ons hart popelde van koopman schap, of was dit misschien geen koopman schap? Doornat kwamen wij in Colmar aan. Door bemiddeling van den pastoor daar ter plaatse kregen wy onderdak in een verkenners huis. Wij hebben daar 's avonds voor wy gingen slapen ons eigen potje rijst gekookt en de klee- ren gedroogd. Ook hebben wij door middel van die vierkante blokjes, heerlijke bouillon gekookt. Na dezen verrukkelijken maaltijd kropen wij in onze slaapzakken. Ons gesnurk moet het heele zaaltje wel gevuld hebben. Wij weten er echter niets van. Den volgenden dag hebben wy weer koopmannetje gespeeld en voor één, zegge één aanstekertje van tien cent, kochten wij van een boer drie liter melk en een pond versche boter. Is dat even handelen? Dien dag zijn wy nog op gastvrije manier ontvangen bij een pastoor, die het toch zeer arm had. Onze knapzakken werden nog extra gevuld, onze veldflesschen met wyn. De wijn is voor ons wel wat zwaar, wij zijn er nog niet aan gewend en zullen hier wel te kort blyven om er geheel aan te wennen. Volgens Ben heeft hij hier meer wijn gedronken dan in zijn heele voorgaande leven. Ook dezen gastvrijen gees telijke offreeren wy een aanstekertje. Wij kwamen door het Jura gebergte langs de Doubs. Buitengewoon mooi is het uitzicht. De dooi was ingevallen, de sneeuw smeltende. Daar bij kwam nog de regen. Aan waterpartyen had den wij dus geen gebrek. Wij moesten den hoofd weg houden, daar de andere wegen onder water stonden, volgens de inwoners kwam het zelden voor, dat er zooveel water stond. Ondanks dat zware parcours genoten wij echter van de mooie natuur. De wind was naar het Noorden gedraaid, dus in den rug. Zoo maakten wij dagen van 120 K.M. In Bourg hebben wij den nacht in een verkennershuis doorgebracht. Een eigenlijk verkennershuis was het echter niet, maar de jongeman, die ons uitnoodigde, zyn gasten te willen zyn, was vermoedelyk een hopman van de verkenners. Hij woonde daar en wij hebben het werkelijk goed gehad. Den volgenden dag moesten wij Lyon zien te bereiken. Het was echter inmiddels weer gaan sneeuwen, terwijl wij plannen zaten te maken. Maar, och, wij hadden het weer goed, zaten er warmpjes by. Wat zouden wij ons zorgen maken! Lyon of geen Lyon, wij gingen slapen. Met onze gezondheid gaat het goed. Wij heb ben geen last van verkoudheid of misère. Wy gaan steeds kalm verder en forceeren niets. De hoofdzaak is dat wij, het ons gestelde doel bereiken er* dat wij fit blijven. Na die heerlijke nachtrust in Bourg genoten te hebben, zijn wij ln de richting Lyon ver trokken. Van een dame in Bourg, een kennis van den jongeman, die onze gastheer was. kregen wij een brief mee voor haar zuster, overste in een klooster te Deppe, ongeveer 16 K.M. vóór Valence. Wilden wij dit halen dan moesten wij dien dag 150 K.M. afleggen. Toen wij Lyon bereikten lag de sneeuw weer erg dik en Ben maakte op zijn beurt eens een slipper tje en zijn fiets moest gerepareerd worden. Dit konden wij echter gemakkelijk zelf doen. wy leenden enkel het gereedschap van een smid en zoo konden wij het malheur herstellen. 's Avonds om zeven uur bereikten wy het klooster. De Eerwaarde overste ontving ons zelf en gaf in eigen persoon bevelen in de keuken om een goed maal voor ons te bereiden. De zusters, die ons aan tafel bedienden en de zusters, die toezagen, keken eerst verwonderd bij zoo'n eetlust. Maar zoetjesaan ging hun verwondering over in bewondering. Ze hadden zelden zoo iets gezien. Den volgenden morgen kregen wij van de Eerw. Moeder nog ieder een paar medailles en na een hartelijk afscheid gingen wij er vandoor, wind in den rug en maakten dien dag 170 K.M. In Senas hebben wij overnacht in een klein hotel. Den volgenden dag, een Zondag, hebben wij eerst de Hoogmi* bijgewoond. Op Zondag maken wij ons nooit erg druk. Ook wij moeten dien als een rustdag beschouwen op onzen tocht. Zoo tegen den avond hebben wij voor het eerst de tent een» opgeslagen, daar het weer nogal zacht was. In onze slaapzakken onder de tent hebben wij een rustigen nacht gehad, 's Morgens om zes uur gingen wij alweer op stap. Het was werke lijk koud toen wij onze tent uitkropen. Tegen den middag bereikten wy de Middellandsche Zee. Wij zaten ineens in de lente. Een heerlyke blauwe zee, terwijl rondom ons de mimosa en de sinaasappelen bloeiden. In Nice lagen de brieven van thuis te wach ten, maar 20 K.M. voor dit doel bemerkten wij dat wij dat dien dag niet meer zouden halen. Dan nog maar een dag geduld geoefend. Maar ja, wij moesten hier ergens overnachten. Voor de tent was geen gelegenheid en de nacht toch ook nog wel wat te koud. Daar stonden wy! Volgens onze berekening hadden wy dien dag de Italiaansche grens moeten bereiken. Daar die berekening, zooals zooveel berekenin gen, niet uitkwam, hadden wy nog maar 50 centimes aan Fransch geld bij ons. Een dame gaf ons echter de gelegenheid en den sleutel, om in een leegstaande villa te overnachten. Het was een groot huis. Nog enkele meubelen stonden erin en ook en kachel. Wy voelden ons weer millionnairs. Door de goede zorgen van Theo was de kachel spoedig aangestoken. Wy haalden in een hotelleke in de buurt iets te bikken en maakten het ons recht gezellig. 12 Februari. Wy zouden er weer eens een makkelijken dag van nemen. Een prachtigen weg hadden wij en een heerlijk zonnetje. Wy kwamen in Nice en haalden de post, die voor ons klaar lag. Brieven van thuis! Een even- ment! Wij genoten van al de hartelijkheid van Vader en Moeder, broers en zusjes, al die kleine voorvallen, die thuis plaats vonden waren op geschreven. Wij voelden ons weer opgenomen in den huiselijken kring. Vol goeden moed ging het toen verder. Langs Monaco en Monte Carlo. Wij genoten! Hoog op de bergen lag de sneeuw in de zon te schitteren. Naar wy hoopten, hadden wij echter met de sneeuw afgedaan. Aan de Italiaansche grens was het onder zoek nogal streng. Niet zoozeer om de aan- stekertjes, die waren goed opgeborgen, maar de messen, die wij bij ons droegen, moesten wij eigenlijk afgeven. Ze vielen onder de wapenwet. Enfin, we moesten ze dan maar goed en diep wegstoppen dan konden wij ze behouden. In Venti-Miglia werden wy door een kapelaan verwezen naar een huis voor emigranten. Voor 15 Hollandsche centen per persoon hebben wij daar kunnen overnachten. Het was er goed en zindelijk. Daar wy de eenigen waren, die er verbleven en er meerdere bedden stonden, heb ben wy maar niet op een paar dekens en kus sens gekeken, maar kropen er warm onder. Toen wij den volgenden morgen in San Remo aankwamen, stonden er zeer veel menschen langs den weg en plotseling snorden ons een dertigtal wielrenners voorby. Ben raakte er per ongeluk tusschen en er ging een daverend applaus op toen hy als derde man aankwam. Dat was ook zoo, maar hy hoorde er niet by. Wij hebben echter die lui verteld, dat de prijs beschikbaar moest blyven, wat dan ook aan vaard werd. In een geanimeerde stemming be reikten wij Porte Maurizio. Krijgsraad werd belegd. Wij zullen over 5 a 6 dagen Rome bereiken en moeten daar, ook door de audiëntie, welke wy hopelijk by Z. H. den Paus zullen krijgen, eenige dagen blijven. Vanuit Rome trekken wij naar Napels om daar dan op de boot te stappen naar Alexandria aan de Noordkust van Afrika. Hoewel eerst ons plan was dit te doen vanuit Brindisi, werd ons on derweg verteld dat de gelegenheid vanuit Napels beter en goedkooper was. Wij zullen zien en hopen u binnenkort iets van onze verdere lotgevallen te vertellen. Naar wij nog van de familie vernemen, zyn de jongelui in Rome aangekomen. Voor de Haarlemsche Rechtbank heeft een 28-jarige Heemstedenaar terecht gestaan, die omstreeks 19 Juli 1934 een postwissel, groot 12% gulden, toebehoorende aan zijn bovenbuur, geïnd en van een valsche handteekening voor zien zou hebben. De postwissel was den boven buur toegestuurd, doch door verdachte ontvan gen. De eisch was 6 maanden gevangenisstraf. De Heemstedenaar werd hedenmorgen veroor deeld tot 6 weken gevangenisstraf. Kees Verwey zal in de maand Maart een tentoonstelling houden in den kunsthandel van J. H. de Bois. De opening is gesteld op Zater dagmiddag 2 Maart en de expositie is daarna iederen dag van 95 uur te bezichtigen. Er zijn aan toegevoegd eenige kleine plastieken van den beeldhouwer Hassoldt en een twaalf tal aquarellen van de Zuid-Duitsche schilderes Dora Castell.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5