I
'Het nauwe
kringetje
Ai
Bij liet opmaken van
e
mm
KLEEDJES VOOR DE KINDERKAMER
Een nieuwe samen*»
Hing voor p
tisehe verf
Aardappeltaart
I J
fij
ir
De Hollander heet aan den knussen,
kneuterigen, bekrompen kapt te zijn.
De oude muffe horretjes-mentaliteit
heet nog niet verdreven met het wijd open
gooien der breede moderne ramen.
En de Hollandsche vrouw in 't bijzon
der de huisvrouw? Die had van oudsher
den naam, nog een graadje erger te zijn.
Hoe zou 't er tegenwoordig mee staan?
De Franschman kent de aardige en
puntige uitdrukking: „les défauts de se»
qualités": de gebreken van iemands deug
den, de schaduwzijden, die bijna onaf-
scheidenlijk zijn van bepaalde goede eigen
schappen.
Het is nu eenmaal een feit, dat de vrouw
niet zoozeer voor de gemeenschap wera
geschapen als wel voor den kleinen kring
Van haar gezin. En juist omdat ze is inge
steld op enkelen en niet op velen, kan ze
voor die enkelen zoo bizonder veel betee-
kenen. Ze is toegerust met alle eigenschap
pen om haar kleinen kring van nut te zijn
en gelukkig te maken.
Maar en nu komen we aan de „dé
fauts", de begeleidende nadeelen ze gaat
■wel eens een beetje te ver. Zeker, haar roe
ping is, zich voornamelijk te interesseeren
voor haar gezin. Maar van dat „voorname
lijk" maakt ze wel eens „uitsluitend". Het
gezin bezit dan niet slechts de eerste plaats
in haaf gedachten, haar zorgen, haar lief
de, zooals natuurlijk billijk is maar net
neemt alle plaats in, die in haar hart en
hoofd beschikbaar is, het verdringt de heele
verdere wereld uit haar belangstelling. En
dit is niet meer het ideaal!
De meest toegewijde vrouwen en moeders,
die geheel opgaan in de belangen van hun
huisgezin, zijn lang niet altijd de beste en
meest liefdevolle „naasten" in den zin der
parabel van den barmhartigen Samaritaan!
Wanneer het man of kinderen geldt, zou
den wij met de grootste bereidwilligheid,
met enthousiasme zelfs, het laatste stukje
brood uit eigen mond sparen. Maar bui
tenstaanders raken hen niet. Voor de hun
nen is het beste niet goed genoeg, doch
Voor de verdere menschheid hebben zij
vaak weinig over. Doet de crisis haar in
vloed gelden, dan komt het hun altijd nog
billijker voor, dat de arme zijn aalmoe»
derft en het liefdewerk zijn contributie,
dan de heer des huizes zijn lievelingskostjes.
Niemand kan er de vrouw een verwijt
Van maken, dat ze leeft zooals de natuur
haar gemaakt heeft: alles wegschenkend
aan de haren zoolang ze maar niet alle
Verhoudingen uit het oog verliest. Ze moet
hiet alleen een volkomen vrouw, maar ook
een volmaakt mensch trachten te zijn. En
de volmaakte mensch is nimmer eenzijdig.
Wat voor haar liefde en eenzij digheia
geldt, geldt evenzeer voor haar belangstel
ling. Hoeveel vrouwen zijn er niet, wier
gedachten dag aan dag om letterlijk niets
anders draaien dan om een paar leden van
hun gezin: hun opstaan en slapen gaan,
Uitgaan en thuiskomen, hun maaltijden,
hun kleerenvoorraad, hun gezondheid, hu
meur, conversatie en gedragingen? Dat ze
Voor al die dingen alle aandacht moet over
hebben, dat spreekt vanzelf het is niet
anders dan haar taak, haar levensplicht.
&Taar tenslotte zijn er in de wereld méér
Wanneer zich in de plafonds scheu
ren bevinden en wanneer U deze
voorgoed wilt wegmaken, is er de
Uianier van het beplakken met linnen, bui
ten het bedekken met eternit of bord, de
^enigste goede oplossing voor leelijke pla
fonds.
Wij beginnen bij dit werk eerst alle ga
ten, kuilen en scheuren gelijk te maken
biet een stopspecie en beplakken de pla
fonds, wanneer deze specie droog is, met
linnen, van het goedkoopste gepapte soort.
Een dure soort is niet alleen niet noodig,
blaar volstrekt af te raden, daar deze veel
te zwaar is. Het plakmiddel bestaat uit een
mengsel van roggemeel met Venetiaansche
terpentijn, welke laatste tamelijk dik, vloei
baar en helder doorschijnend is.
Het roggemeel wordt eerst gekookt met
^ater tot een dikke pap en daarna met wa
ter verdund tot een papje dat geschikt is
°m te plakken. Tenslotte voegt U hier on
der goed roeren bij een flinken scheut Ve-
hetiaansche terpentijn. Dit mengsel zal
8oed stand houden en niet blaren of los
laten, zooals men bij linnen beplakking
hogal eens ziet. Maakt men niet eerst ga
ten en kuilen dicht, al
vorens het vlak te be
plakken, dan zullen bij
de gaten altijd blaren
°utstaan, omdat daar
lucht achter zit. Wan-
heer geheel droog, kan
bien het beplakte vlak
haar verkiezing be
schilderen.
1 gezinnen dan het eigene er liggen meer
huizen, steden, landen en wereldaeeien op
het aardoppervlak, en dat alles is ten volle
waard, dat men er belang in stelt, er iets
van weet. Menschen en dingen, die nu toe
vallig voor 'ons zelf van het opperst belang
zijn, mogen we daarom nog niet in het
middelpunt van het heelal plaatsen en be
schouwen als het eenig belangrijke op
aarde.
En dat is toch de praktijk van velen on
der ons. Over het krasje op de verf in de
gang winden ze zich veel meer op dan
over de economische wereldcrisis; het gaat
je in de sok van manlief komt hun belang
rijker voor dan alle artikelen over interna
tionale problemen. Dat is nu allemaal wel
erg lief en trouw en huiselijk, maar een
beetje belachelijk is het óók.
Het leven in een beperkten kring be
hoeft niet noodzakelijk benepenheid en
huisbakkenheid met zich te brengen. Er
zijn bereisde menschen die tóch geen rui
men blik hebben, en er zijn er, door de om
standigheden jaar in, jaar uit aan huis ge
ketend, die tóch wereldburger zijn. Omdat
ze wisten te zien, te hooren, te lezen, te
denken en zich te interesseeren.
Toewijding en overgave aan één ding is
een deugd van grooten stijl. Eenzijdigheid
is het gebrek, dat er helaas vaak hand in
hand mee gaat. Doch onvermijdelijk is dat
geenszins! Het is voor iedere vrouw die
wil, mogelijk, volmaakt te zijn in het klei
ne, zich met heel haar persoon te wijden
aan haar bescheiden taak en tóch niet
blind en onverschillig te worden voor het
groote verband.
S. A. T.
OP VERZOEK
met pofmouwtjes en rokje in
kantsteek
Voorpand en rug worden precies eender
gebreid. Men begint aan den onder
kant, zet 143 st. op en breit eerst 4
toeren r. De le toer daarvan breit men,
voor de stevigheid, in den achterkant der
steken. Dan begint het patroon:
le toer: Men breit telkens: 2 samenbr.,
3 r., draad naar voren halen, 1 r. (de draad
'komt dan over de naald te liggen en wordt
in den volgenden toer gebreid als 'n steek),
draad naar voren, 3 r., 2 samenbr.
2e toer: aver.
3e toer: als de eerste.
4e toer: r.
Deze 4 toeren, welke het patroon vormen,
herhaalt men tot het rokje lang genoeg is
23 keer of meermalen.
Dan volgen minderingstoeren:
le toer: telkens 2 st. r. samenbreien tot
den laatsten st.; 1 r. Men heeft dan nog
72 st. op de naald.
2e toer: 1 aver., 2 aver, samenbreien,
aver, tot de 3 laatste st. Dan: 2 aver, sa
menbr., 1 aver.
3e toer: telkens: 2 r., draad 2 keer om
de naald winden, 2 r. samenbr.
4e toer: Aver, breien; van de dubbele
lussen breit men telkens één steek, zoodat
men na dezen gaatjestoer weer 70 st. op
de naald heeft.
Nu breit men verder in tricotst. (r. aan
den rechter- en aver, aan den linkerkant)
7 >4 cM., eindigend met 'n aver. toer. Dan
begint men aan het randje van korrel
steken (1 r., 1 aver., bij eiken toer ver
springend) langs het halsje, aldus:
le toer: 15 r„ 40 1 r. 1 aver., 15 r.
2e toer: 15 aver., 40 korrelst., 15 r.
Deze beide toeren herhaalt men nog 3
keer. Dan kant men af voor het halsje.
Men breit: 15 r., 8 korrelst., 24 st. afkan
ten, 8 korrelst., 15 r.
Dan breit men verder op de laatste 23 st.
le toer: 15 aver., 8 korrelst.
2e toer: 8 korrelst., 15 r.
Deze beide toeren herhaalt men nog 4
keer, waarna men het werk afkant en
net tweede schoudertje op dezelfde manier
breit.
De pofmouwtjes. 50 st. opzetten en 1 toer
r. breien in den achterkant van de steken.
2e toer: aver.
3e toer: in eiken st. 2 st. breien, 1 st. in
den achterkant en 1 st. in den voorkant
van eiken st., zoodat men 100 st. op de
naald krijgt. Hierop breit men 5 c.M. In
tricotsteek, eindigend met 'n aver. toer.
Dan mindert men, door telkens 2 st. sa
men te breien, zoodat men nog 50 st. op
de naald overhoudt. Daarna breit men 1
toer aver, en vervolgens mindert men weer
door telkens 3 st. te breien en daarna 2 st.
samen te breien.
Op de overgebleven steken breit men 6
toeren in korrelsteek voor 'n randje en
kant dan het werk af.
Men strijkt het breiwerk onder 'n voch-
tigen doek en naait de zijnaden van het
jurkje op patroon dicht, waarbij men aan
den bovenkant armsgaten open laat voor
't inzetten van de mouwtjes. Langs de
schoudertjes haakt men 1 toertje vaste st.
Aan het voorpand maakt men daarbij 3
lusjes van 3 losse st. Men naait aan de
schouders van het ruggetje daarbij passen
de knoopjes aan voor de sluiting, waarvoor
beide schouders even over elkaar moeten
komen. Dan naait men de mouwtjes dicht
en in cje armsgaten. Langs halsopening en
mouwtjes haakt men nog 'n toer vaste st.
en, met 'n afstekende kleur zijde, 1 toer
picots.
Men rijgt een babylint door den gaatjes-
toer van het lijfje en strikt 't vast. De
randen van korrelst. kan men nog versie
ren met kruisstêekjes van zijde in afste
kende kleur.
DORA
„Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo
dellen, die aan het mode-album „Winterweelde" ontleend zijn, kunnen bij
het Patronenkantoor „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen be
steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor
mantels en japonnen, en 20 ets voor rokken, kleine avondjasjes en kin-
derkleeding. Voor toezending per post, ook' bij bestelling aan de agen
ten, 1 0 ets. extra. Het fraai uitgevoerde album zelf, 1 60 modellen bevat
tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar."
model is zonder kraag, dus wij zullen goed
doen met er een leuke kleurige das op te
dragen. Het patroon is te verkrijgen in
maat 42, 44, 46 en 48.
Fig. 920 is een meer gekleed mantelcos-
tume met ingezette punten in voorpand en
rug, opgezette zakken, gladde mouw en
rok met plooien. Er wordt een strik op ge
dragen van kortharig soepel bont: breit-
schwang of persianer. We hebben er 3.50 M.
stof voor noodig van 140 c.M. breed en het
patroon is te verkrijgen in de maten 42,
44, 46 en 48.
Fig. 921. Raglanmantel van effen stof,
hoog gesloten met modernen liggenden
kraag. De mouwen, de ondernaad van den
mantel en de kraag hebben een breeden
rand stiksels. De jas is 'n weinig getailleerd
en wordt gesloten met 'n paar langwerpige
knoopen.
Benoodigde stof 3.75 M.
Verkrijgbaar in maat 40, 42, 44 en 46.
POLA
Ja, eigenlijk zijn er tegen den driekwart
mantel veel grieven: hij maakt 'n
beetje breed, hij staat niet zoo heel
jeugdig, men moet er altijd een goed bij
passenden rok bij dragen etc. Maar toch
zullen we dit voorjaar uitsluitend driekwart
mantels dragen, want de mode schrijft
zulks voor; ergo is er in de magazijnen
bijna niets anders te krijgen; ergo vinden
we ze toch eigenlijk wel vlot staan.
We zien hier drie verschillende modellen
van voorjaarsmantels:
Fig. 903 is een raglan-model met inge
zette bies in de mouw; de naad in het mid
den van den rug eindigt in een split, de
revers kunnen dichtgeknoopt worden. Het
1 ff"
i vliii
Onze kleinen zullen het vast erg pret
tig vinden, als er voor hun bedje of
waschtafeitje een kleedje ligt met
een of ander leuk motief bewerkt. En het
aanzien van hun kamertje zal er zeker op
vooruitgaan, want enkele kleedjes kunnen
een héél anderen, vroolijkeren toets aan
dat interieur geven. Als moeder dan nog
wel een grappig dierpatroontje erin ge
werkt heeft, zal hun dat eiken keer op
nieuw weer bekoren en pleizier geven. En
kunt U zich indenken dat zoo'n simpel
diermotiefje opvoedkundige waarde kan
bezitten? Neen? Ja, dat dacht ik ook, maai
kleine Nelly heeft mij anders geleerd. Haar
moedertje had haar kamertje uitgedost met
kleedjes, waarop ook de grappige pinguin
van onze teekening gewerkt was. En 't
kleine ding schaterde het uit natuurlijk,
bij het zien van zooveel grappigs. Maar dan
moest ze weten „wat een beest is dat".
Kende Moeder dat? Onbegrijpelijk! Kon
Moeder daar wat van vertellen? Liep dat
snoezige diertje werkelijk zoo „eenig gek".
En zoo ontelbaar waren de vragen van Cc
kleine dreumes dat moeder om haar
onkunde niet te laten blijken literatuur
van den pinguin ging bestudeeren. En als
U nu het kamertje van Nelly hinnengaat.
krijgt U vast en zeker een heel nauwkeu
rige beschrijving over het doen en laten
van haar pinguin, zóó uitvoerig, dat U er
verbaasd over zult staan. Geheel onbewust
heeft deze moeder dus belangstelling voor
de dierkunde in haar kind gewekt. En zeker
zal ook uw kind erg blij zijn, als U het met
zoo'n aardig kleedje verrast. Dus eerst eens
goed naar onze teekening kijken en dan
beginnen. Daar is dan eerst dat leuke
kleedje van roode wol met die lichtgele
eendjes, die zoo kostelijk zijn uitgedost
met een zwarten bolhoed. Heel parmantig
stapt 't door het groene gras. U kunt dit
kleedje heel eenvoudig breien en de eend
jes dan met den maassteek op borduren
en de grassprietjes met enkele groene
steekjes markeeren, maar U kunt er ook
een kostbaarder werkstukje van maken, in
kelim, of zelfs het prachtige smyrnawerk.
Het laatste is wel het allermooiste, omdat
het zoo dik en zacht is. Als U het kleed
breit, leg dan tusschen breiwerk en voering
een velletje watten, en hecht dit met een
grooten steek vast, zoodat 't niet kan ver
schuiven. Bij smyrna moet U het werkstuk
lijmen, maar die bewerking kennen onze
lezers wel uit mijn vorige artikelen, zoodat
ik hierop niet nader behoef in te gaan. De
volgende modellen kunt U ook weer in de
opgegeven verschillende handwerktechnie
ken vervaardigen. Ons model met den
pinguin is bizonder aardig. Met zijn ietwat
ongelukkige gezichtsuitdrukking (vanwege
den regen zeker) en zijn open parapluutje,
dat hij heel stevig met zijn kleine vlerkje
omknelt zal hij ons kleine volkje doen
schateren. Hij wordt in de natuurlijke
kleuren weergegeven zwart met wit. Men
kan 't parapluutje in 'n
felle kleur weergeven,
eveneens 't dasje, dat hij
draagt. Het kleedje is
lichtrose gehouden, met
zwart-witten rand. Het
laatste model is 'n groote,
witte olifant. Waar het
overige gedeelte met blau
we wol gewerkt is, komt
de witte kolos er bijzonder
goed op uit. Natuurlijk
kan men al deze kleedjes in andere
tinten uitvoeren, passend bij de ove
rige aankleeding van onze kinderkamer,
wilt U echter toch het kamertje geheel
nieuw inrichten, neem dan de door mij
opgegeven keuren en maak er bijpassende
sierkleedjes, kussens en dergel. bij. Natuur
lijk kunt ook andere diermotieven kie
zen, er zijn er ontelbare.
Voor hen die gaarne zooiets willen ver
vaardigen in eenvoudiger, minder tijd en
geld vragende uitvoering wil ik nog vol
gende werkwijze brengen. U neemt dood
gewoon een lap stevige stof, en brengt de
diermotiefjes hierop in applicatie werk. U
krijgt dus het motief uit andere gekleurde
stof met bijpassende wol of D. M. C. garen.
Het effect kan ook bij deze goedkoopere
uitvoering heel mooi zijn. Een nog aanbe
velenswaardige methode voor deze werk
stukken welke bijzonder voldoen zal, en
toch goedkoop blijft, is, de eigenlijke kleed
jes te breien of haken met Everlasting, en
dan de motieven in applicatiewerk aan
brengen. U ziet dus, voor elk wat wils, er
is dus totaal geen reden onzen kleinen
deze voor hen groote vreugde te ontzeggen.
Maak het kamertje van uw schat zoo ge
zellig mogelijk, het is van o, zooveel be
tekenis. Konden alle moedertjes het eens
beseffen hoeveel invloed een gezellige, pas
sende omgeving op het karakter van ons
kind uitoefent, hoeveel goeds en edels dit
in het kleine wezentje opwekt, wis en zeker
zou de kinderkamer de volle belangstelling
van haar hebben en zou zij trachten zoo
veel mogelijk zonnige vroolijkheid te bren
gen in het rijk van haar kind.
ETA TANGELDER
Waren er reeds vele soorten plastische
verf in den handel, deze waren veelal te
duur om te gebruiken voor groote vlakken.
Het reliëfschilderwerk wordt bereikt door
opbrenging van een laag plastische verf,
welke terwijl nog nat behandeld kan wor
den met verschillende voorwerpen zooals
borstels, rubber rolletjes (speciaal ervoor in
den handel) kammen, tennisballen en ieder
voorwerp, dat maar eenigszins effect
brengt. Het gladgestreken vlak wordt dus
ingedrukt, gedeukt, gekrast, waardoor men
het reliëfwerk krijgt.
Door het wrijven met doeken met zilver-
of goudpoeder of met een contrasteerende
kleur, over de nog natte reeds met figuren
bewerkte vlakken, krijgt men nog 'n mooier
resultaat, doordat hier en daar op de hoo-
ger gelegen (reliëf) deelen snufjes van het
poeder blijven zitten. Terwijl een ander
twee-kleuren-effect nog verkregen kan
worden door den ondergrond effen te
kleuren met een grond- of lijm- en krijt-
verf, b.v. donkerbruin, donkergroen, don
kerblauw enz. en nadat deze geheel droog
is de plastische verf op te brengen: zacht
geel, lichtgroen, lichtblauw enz. Dan kan
men nog, wanneer ze nog nat is, de plas
tische laag bewerken met een kam, waar
door de donkere ondergrond in dunne stre
pen bloot komt, hetgeen een bijzonder mooi
effect maakt.
Nu de verf. Voor lichtere kleuren kunt U
bijna altijd wit mengen met een hoofd
kleur in poedervorm. U neemt voor 't wit
dubbel gewasschen krijt of nog een fijnere
soort stof krijt, maakt dit aan met sichol,
een nieuw lakproduct, speciaal voor plas-
tiekwerk.
Met de dikte der verf moet U even ex
perimenteeren; ze moet tamelijk dik en
toch strijkbaar zijn, om daarna bewerkt te
kunnen worden met figuur, rol, kam, bor
stel enz., waarna de figuren er in moeten
blijven staan. U maakt eerst een beetje aan
en probeert dit. Wanneer het schilderwerk
geheel droog is, gaan we er met een groote
kurk krachtig overheen, zoodat de al te
scherpe punten wat gladder worden en
strijken den geheelen muur daarna over
met sichol of verdunde sichol, om een ge
heel te krijgen dat zeer lang stand houdt.
Voor vlakke muren in kamers, gangen,
vestibules enz. is deze methode zeer deco
ratief. Een kleur, die voor kamerwanden
altijd voldoet is een zachte omber tint. U
mengt daarvoor omber door uw aange
maakte dikke verf.
ANEMOON
Voor jongens van 5 jaar
Genomen maten: bovenw. 68 cM.,
halsw. 28 c.M., mouwl. 36 c.M. Be-
noodigd: 1.50 M. stof van 70 c.M.
breedte, 8 kleine knoopjes, 65 cM. elastiek,
een dasje.
Dit overhemdje maakt ge van effen, ge
streept of geruit flanel, terwijl ge er ook
zephir voor kunt nemen. Men maakt een
patroon op de aangegeven maten, waarna
ge het op de vaste lijnen uitknipt. Het
rugstuk wordt dus ook afgeknipt. Men
legt het patroon zóó op de stof, dat ge het
voor- en rugpand boven elkaar, daaronder
de beide mouwen naast elkaar en daar
naast de kleine deelen, zooals rugstukken,
kraag en manchetten weg kunt knippen,
alles met één cM. naad. Dan kunt ge
middenvoor aan beide kanten een 3 cM.
breeden zoom instikken voor hèt split, links
naar den goeden, rechts naar den verkeer
den kant. Dan worden de zijnaden met 'n
platten naad verbonden, waarna ge onder
aan een VA c.M. breed zoompje instikt.
De rug wordt bovenaan ingerimpeld, 8
VOOR DE KEUKEN
In ons nummer van 3 Febr. j.l. vroegen
we, naar aanleiding van 'n verzoek
van mevr. de V. te Landsmeer, om het
recept van aardappelentaart, zooals die in
den mobilisatietijd veel werd gebakken. In
antwoord daarop ontving ik, van vriende
lijke lezeressen, drie goede recepten, die
ik hieronder laat volgen:
Aardappelcake volgens een recept van
1919. Benoodigd: 3 pond aardappelen, 3
ons suiker, 3 eieren en 20 druppels citroen
olie. De aardappelen worden op de gewone
manier met zout gaar gekookt, waarna men
ze afgiet, laat opdrogen en goed fijn
maakt. De 3 eierdooiers klopt men met de
citroenolie en kneedt ze dan flink door de
fijngemaakte aardappelen. Tot slot roert
men er het stijf geklopte wit van de eieren
door, doet het beslag in een met boter be
smeerden* vorm en bakt de cake in den
oven gaar.
Aardappeltaart. Volgens dit recept heeft
men noodig: 1 pond gaar gekookte, koude
fijn gemalen aardappelen, 4 eieren, 1 ons
suiker, y, ons griesmeel of amandelgries-
meel, 1 stukje boter en 'n weinig zout.
Men roert de eierdooiers heel lang met de
suiker, voegt er het griesmeel bij en roert
opnieuw geruimen tijd; dan roert men er
de fijn gemaakte aardappelen goed door
heen, het stijf geklopte eiwit en tot slot 'n
weinig zout. Neemt men geen amandei-
griesmeel, dan kan men, voor 'n smaakje,
afgeraspte citroenschil nemen of citroen
olie. Het beslag doet men over in een flink
met boter ingesmeerden vorm en bakt het
in den oven.
Men kan dezen koek ook in 'n pan bak
ken op het petroleumtoestel bij wijze
van dikken koek.
Het derde recept is niet precies van een
aardappeltaart, maar ik denk, dat het bij
vele dames in den smaak zal vallen en het
is gemakkelijk klaar te maken, ook van
overgeschoten aardappelen.
Aardappelkoek. Benoodigd: V, pond ge
kookte en goed fijn gemaakte aardappelen,
een theekopje melk, 'n klontje boter, peper,
zout, nootmuscaat en 1 uitje.
Men vermengt dit alles, behalve de ui,
tot een stijve puree, waaraan men, zoo
noodig, nog wat aardappelmeel toevoegt.
Het uitje wordt fijn gesnipperd en in
boter of vet mooi bruin gefruit. Men neemt
dan de ui'uit de pan en spreidt de aard
appelpuree glad uit in de overgebleven
bruine boter. Als de koek aan één kant
bruin gebakken is, keert men hem om en
laat hem ook aan den anderen kant bruin
bakken.
De gebakken ui houdt men intusschen
warm en strooit ze, vóór het opdienen,
over den gebakken koek.
Beste dank, ook namens onze lezeressen,
aan de dames die zoo vriendelijk waren
deze recepten te sturen!
A. K.—P.
c.M. vanaf het armsgat te beginnen en te
eindigen. Van het rugstuk wordt het één
aan den achterkant opgestikt, het andere
op den goeden kant, zoodat de rafels tus
schen beide inzitten.
Op dezelfde manier worden de schou
ders verbonden. De kraag wordt ge
heel langs den buitenomtrek gestikt en om
gehaald, waarna ge dezen door middel van
een schuin biesje langs den hals zet, tot
precies middenvoor; de overgebleven V4
cM. van het split naait ge tegen elkaar in.
In de mouwen wordt op 9 cM. vanaf de
midden vouw aan de ondermouw een 8 c.M.
lang splitje ingeknipt, waarvoor ge voor
iedere mouw twee splitreepjes neemt, lang
10 c.M., breed 5 c.M. Het manchetje, dat
ge 22 c.M. lang en io c.M. breed knipt,
wordt aan en op den goeden kant over-
gestikt. De mouw rimpelt ge hiervoor in,
uitgezonderd de 6 c.M. van het splitje tot
den naad. Bij het inzetten der mouwen
neemt ge den mouwnaad 6 cM. meer naar
voren dan den zijnaad, waarna de mouw
op de blouse wordt overgestikt. In de man
chetjes maakt ge twee knoopsgaatjes, in t
split vier, op de op de teekening aangege
ven plaatsen. Door het zoompje wordt het
elastiek geregen.
DINY
n - - i
U.
I
I
HMSHOIJINÏVG
yWwV'»V*W*wV»Vw*»'WW'wVwV»W'VWWV'
y\ r\
j