I 'Het nauwe kringetje Ai Bij liet opmaken van e mm KLEEDJES VOOR DE KINDERKAMER Een nieuwe samen*» Hing voor p tisehe verf Aardappeltaart I J fij ir De Hollander heet aan den knussen, kneuterigen, bekrompen kapt te zijn. De oude muffe horretjes-mentaliteit heet nog niet verdreven met het wijd open gooien der breede moderne ramen. En de Hollandsche vrouw in 't bijzon der de huisvrouw? Die had van oudsher den naam, nog een graadje erger te zijn. Hoe zou 't er tegenwoordig mee staan? De Franschman kent de aardige en puntige uitdrukking: „les défauts de se» qualités": de gebreken van iemands deug den, de schaduwzijden, die bijna onaf- scheidenlijk zijn van bepaalde goede eigen schappen. Het is nu eenmaal een feit, dat de vrouw niet zoozeer voor de gemeenschap wera geschapen als wel voor den kleinen kring Van haar gezin. En juist omdat ze is inge steld op enkelen en niet op velen, kan ze voor die enkelen zoo bizonder veel betee- kenen. Ze is toegerust met alle eigenschap pen om haar kleinen kring van nut te zijn en gelukkig te maken. Maar en nu komen we aan de „dé fauts", de begeleidende nadeelen ze gaat ■wel eens een beetje te ver. Zeker, haar roe ping is, zich voornamelijk te interesseeren voor haar gezin. Maar van dat „voorname lijk" maakt ze wel eens „uitsluitend". Het gezin bezit dan niet slechts de eerste plaats in haaf gedachten, haar zorgen, haar lief de, zooals natuurlijk billijk is maar net neemt alle plaats in, die in haar hart en hoofd beschikbaar is, het verdringt de heele verdere wereld uit haar belangstelling. En dit is niet meer het ideaal! De meest toegewijde vrouwen en moeders, die geheel opgaan in de belangen van hun huisgezin, zijn lang niet altijd de beste en meest liefdevolle „naasten" in den zin der parabel van den barmhartigen Samaritaan! Wanneer het man of kinderen geldt, zou den wij met de grootste bereidwilligheid, met enthousiasme zelfs, het laatste stukje brood uit eigen mond sparen. Maar bui tenstaanders raken hen niet. Voor de hun nen is het beste niet goed genoeg, doch Voor de verdere menschheid hebben zij vaak weinig over. Doet de crisis haar in vloed gelden, dan komt het hun altijd nog billijker voor, dat de arme zijn aalmoe» derft en het liefdewerk zijn contributie, dan de heer des huizes zijn lievelingskostjes. Niemand kan er de vrouw een verwijt Van maken, dat ze leeft zooals de natuur haar gemaakt heeft: alles wegschenkend aan de haren zoolang ze maar niet alle Verhoudingen uit het oog verliest. Ze moet hiet alleen een volkomen vrouw, maar ook een volmaakt mensch trachten te zijn. En de volmaakte mensch is nimmer eenzijdig. Wat voor haar liefde en eenzij digheia geldt, geldt evenzeer voor haar belangstel ling. Hoeveel vrouwen zijn er niet, wier gedachten dag aan dag om letterlijk niets anders draaien dan om een paar leden van hun gezin: hun opstaan en slapen gaan, Uitgaan en thuiskomen, hun maaltijden, hun kleerenvoorraad, hun gezondheid, hu meur, conversatie en gedragingen? Dat ze Voor al die dingen alle aandacht moet over hebben, dat spreekt vanzelf het is niet anders dan haar taak, haar levensplicht. &Taar tenslotte zijn er in de wereld méér Wanneer zich in de plafonds scheu ren bevinden en wanneer U deze voorgoed wilt wegmaken, is er de Uianier van het beplakken met linnen, bui ten het bedekken met eternit of bord, de ^enigste goede oplossing voor leelijke pla fonds. Wij beginnen bij dit werk eerst alle ga ten, kuilen en scheuren gelijk te maken biet een stopspecie en beplakken de pla fonds, wanneer deze specie droog is, met linnen, van het goedkoopste gepapte soort. Een dure soort is niet alleen niet noodig, blaar volstrekt af te raden, daar deze veel te zwaar is. Het plakmiddel bestaat uit een mengsel van roggemeel met Venetiaansche terpentijn, welke laatste tamelijk dik, vloei baar en helder doorschijnend is. Het roggemeel wordt eerst gekookt met ^ater tot een dikke pap en daarna met wa ter verdund tot een papje dat geschikt is °m te plakken. Tenslotte voegt U hier on der goed roeren bij een flinken scheut Ve- hetiaansche terpentijn. Dit mengsel zal 8oed stand houden en niet blaren of los laten, zooals men bij linnen beplakking hogal eens ziet. Maakt men niet eerst ga ten en kuilen dicht, al vorens het vlak te be plakken, dan zullen bij de gaten altijd blaren °utstaan, omdat daar lucht achter zit. Wan- heer geheel droog, kan bien het beplakte vlak haar verkiezing be schilderen. 1 gezinnen dan het eigene er liggen meer huizen, steden, landen en wereldaeeien op het aardoppervlak, en dat alles is ten volle waard, dat men er belang in stelt, er iets van weet. Menschen en dingen, die nu toe vallig voor 'ons zelf van het opperst belang zijn, mogen we daarom nog niet in het middelpunt van het heelal plaatsen en be schouwen als het eenig belangrijke op aarde. En dat is toch de praktijk van velen on der ons. Over het krasje op de verf in de gang winden ze zich veel meer op dan over de economische wereldcrisis; het gaat je in de sok van manlief komt hun belang rijker voor dan alle artikelen over interna tionale problemen. Dat is nu allemaal wel erg lief en trouw en huiselijk, maar een beetje belachelijk is het óók. Het leven in een beperkten kring be hoeft niet noodzakelijk benepenheid en huisbakkenheid met zich te brengen. Er zijn bereisde menschen die tóch geen rui men blik hebben, en er zijn er, door de om standigheden jaar in, jaar uit aan huis ge ketend, die tóch wereldburger zijn. Omdat ze wisten te zien, te hooren, te lezen, te denken en zich te interesseeren. Toewijding en overgave aan één ding is een deugd van grooten stijl. Eenzijdigheid is het gebrek, dat er helaas vaak hand in hand mee gaat. Doch onvermijdelijk is dat geenszins! Het is voor iedere vrouw die wil, mogelijk, volmaakt te zijn in het klei ne, zich met heel haar persoon te wijden aan haar bescheiden taak en tóch niet blind en onverschillig te worden voor het groote verband. S. A. T. OP VERZOEK met pofmouwtjes en rokje in kantsteek Voorpand en rug worden precies eender gebreid. Men begint aan den onder kant, zet 143 st. op en breit eerst 4 toeren r. De le toer daarvan breit men, voor de stevigheid, in den achterkant der steken. Dan begint het patroon: le toer: Men breit telkens: 2 samenbr., 3 r., draad naar voren halen, 1 r. (de draad 'komt dan over de naald te liggen en wordt in den volgenden toer gebreid als 'n steek), draad naar voren, 3 r., 2 samenbr. 2e toer: aver. 3e toer: als de eerste. 4e toer: r. Deze 4 toeren, welke het patroon vormen, herhaalt men tot het rokje lang genoeg is 23 keer of meermalen. Dan volgen minderingstoeren: le toer: telkens 2 st. r. samenbreien tot den laatsten st.; 1 r. Men heeft dan nog 72 st. op de naald. 2e toer: 1 aver., 2 aver, samenbreien, aver, tot de 3 laatste st. Dan: 2 aver, sa menbr., 1 aver. 3e toer: telkens: 2 r., draad 2 keer om de naald winden, 2 r. samenbr. 4e toer: Aver, breien; van de dubbele lussen breit men telkens één steek, zoodat men na dezen gaatjestoer weer 70 st. op de naald heeft. Nu breit men verder in tricotst. (r. aan den rechter- en aver, aan den linkerkant) 7 >4 cM., eindigend met 'n aver. toer. Dan begint men aan het randje van korrel steken (1 r., 1 aver., bij eiken toer ver springend) langs het halsje, aldus: le toer: 15 r„ 40 1 r. 1 aver., 15 r. 2e toer: 15 aver., 40 korrelst., 15 r. Deze beide toeren herhaalt men nog 3 keer. Dan kant men af voor het halsje. Men breit: 15 r., 8 korrelst., 24 st. afkan ten, 8 korrelst., 15 r. Dan breit men verder op de laatste 23 st. le toer: 15 aver., 8 korrelst. 2e toer: 8 korrelst., 15 r. Deze beide toeren herhaalt men nog 4 keer, waarna men het werk afkant en net tweede schoudertje op dezelfde manier breit. De pofmouwtjes. 50 st. opzetten en 1 toer r. breien in den achterkant van de steken. 2e toer: aver. 3e toer: in eiken st. 2 st. breien, 1 st. in den achterkant en 1 st. in den voorkant van eiken st., zoodat men 100 st. op de naald krijgt. Hierop breit men 5 c.M. In tricotsteek, eindigend met 'n aver. toer. Dan mindert men, door telkens 2 st. sa men te breien, zoodat men nog 50 st. op de naald overhoudt. Daarna breit men 1 toer aver, en vervolgens mindert men weer door telkens 3 st. te breien en daarna 2 st. samen te breien. Op de overgebleven steken breit men 6 toeren in korrelsteek voor 'n randje en kant dan het werk af. Men strijkt het breiwerk onder 'n voch- tigen doek en naait de zijnaden van het jurkje op patroon dicht, waarbij men aan den bovenkant armsgaten open laat voor 't inzetten van de mouwtjes. Langs de schoudertjes haakt men 1 toertje vaste st. Aan het voorpand maakt men daarbij 3 lusjes van 3 losse st. Men naait aan de schouders van het ruggetje daarbij passen de knoopjes aan voor de sluiting, waarvoor beide schouders even over elkaar moeten komen. Dan naait men de mouwtjes dicht en in cje armsgaten. Langs halsopening en mouwtjes haakt men nog 'n toer vaste st. en, met 'n afstekende kleur zijde, 1 toer picots. Men rijgt een babylint door den gaatjes- toer van het lijfje en strikt 't vast. De randen van korrelst. kan men nog versie ren met kruisstêekjes van zijde in afste kende kleur. DORA „Van alle op deze bladzijde voorkomende genummerde mo dellen, die aan het mode-album „Winterweelde" ontleend zijn, kunnen bij het Patronenkantoor „Panora", Nassauplein 1, Haarlem, patronen be steld worden tegen den prijs van 50 ets. voor complets, 35 ets. voor mantels en japonnen, en 20 ets voor rokken, kleine avondjasjes en kin- derkleeding. Voor toezending per post, ook' bij bestelling aan de agen ten, 1 0 ets. extra. Het fraai uitgevoerde album zelf, 1 60 modellen bevat tend, is aan hetzelfde adres tegen den prijs van 50 ets. verkrijgbaar." model is zonder kraag, dus wij zullen goed doen met er een leuke kleurige das op te dragen. Het patroon is te verkrijgen in maat 42, 44, 46 en 48. Fig. 920 is een meer gekleed mantelcos- tume met ingezette punten in voorpand en rug, opgezette zakken, gladde mouw en rok met plooien. Er wordt een strik op ge dragen van kortharig soepel bont: breit- schwang of persianer. We hebben er 3.50 M. stof voor noodig van 140 c.M. breed en het patroon is te verkrijgen in de maten 42, 44, 46 en 48. Fig. 921. Raglanmantel van effen stof, hoog gesloten met modernen liggenden kraag. De mouwen, de ondernaad van den mantel en de kraag hebben een breeden rand stiksels. De jas is 'n weinig getailleerd en wordt gesloten met 'n paar langwerpige knoopen. Benoodigde stof 3.75 M. Verkrijgbaar in maat 40, 42, 44 en 46. POLA Ja, eigenlijk zijn er tegen den driekwart mantel veel grieven: hij maakt 'n beetje breed, hij staat niet zoo heel jeugdig, men moet er altijd een goed bij passenden rok bij dragen etc. Maar toch zullen we dit voorjaar uitsluitend driekwart mantels dragen, want de mode schrijft zulks voor; ergo is er in de magazijnen bijna niets anders te krijgen; ergo vinden we ze toch eigenlijk wel vlot staan. We zien hier drie verschillende modellen van voorjaarsmantels: Fig. 903 is een raglan-model met inge zette bies in de mouw; de naad in het mid den van den rug eindigt in een split, de revers kunnen dichtgeknoopt worden. Het 1 ff" i vliii Onze kleinen zullen het vast erg pret tig vinden, als er voor hun bedje of waschtafeitje een kleedje ligt met een of ander leuk motief bewerkt. En het aanzien van hun kamertje zal er zeker op vooruitgaan, want enkele kleedjes kunnen een héél anderen, vroolijkeren toets aan dat interieur geven. Als moeder dan nog wel een grappig dierpatroontje erin ge werkt heeft, zal hun dat eiken keer op nieuw weer bekoren en pleizier geven. En kunt U zich indenken dat zoo'n simpel diermotiefje opvoedkundige waarde kan bezitten? Neen? Ja, dat dacht ik ook, maai kleine Nelly heeft mij anders geleerd. Haar moedertje had haar kamertje uitgedost met kleedjes, waarop ook de grappige pinguin van onze teekening gewerkt was. En 't kleine ding schaterde het uit natuurlijk, bij het zien van zooveel grappigs. Maar dan moest ze weten „wat een beest is dat". Kende Moeder dat? Onbegrijpelijk! Kon Moeder daar wat van vertellen? Liep dat snoezige diertje werkelijk zoo „eenig gek". En zoo ontelbaar waren de vragen van Cc kleine dreumes dat moeder om haar onkunde niet te laten blijken literatuur van den pinguin ging bestudeeren. En als U nu het kamertje van Nelly hinnengaat. krijgt U vast en zeker een heel nauwkeu rige beschrijving over het doen en laten van haar pinguin, zóó uitvoerig, dat U er verbaasd over zult staan. Geheel onbewust heeft deze moeder dus belangstelling voor de dierkunde in haar kind gewekt. En zeker zal ook uw kind erg blij zijn, als U het met zoo'n aardig kleedje verrast. Dus eerst eens goed naar onze teekening kijken en dan beginnen. Daar is dan eerst dat leuke kleedje van roode wol met die lichtgele eendjes, die zoo kostelijk zijn uitgedost met een zwarten bolhoed. Heel parmantig stapt 't door het groene gras. U kunt dit kleedje heel eenvoudig breien en de eend jes dan met den maassteek op borduren en de grassprietjes met enkele groene steekjes markeeren, maar U kunt er ook een kostbaarder werkstukje van maken, in kelim, of zelfs het prachtige smyrnawerk. Het laatste is wel het allermooiste, omdat het zoo dik en zacht is. Als U het kleed breit, leg dan tusschen breiwerk en voering een velletje watten, en hecht dit met een grooten steek vast, zoodat 't niet kan ver schuiven. Bij smyrna moet U het werkstuk lijmen, maar die bewerking kennen onze lezers wel uit mijn vorige artikelen, zoodat ik hierop niet nader behoef in te gaan. De volgende modellen kunt U ook weer in de opgegeven verschillende handwerktechnie ken vervaardigen. Ons model met den pinguin is bizonder aardig. Met zijn ietwat ongelukkige gezichtsuitdrukking (vanwege den regen zeker) en zijn open parapluutje, dat hij heel stevig met zijn kleine vlerkje omknelt zal hij ons kleine volkje doen schateren. Hij wordt in de natuurlijke kleuren weergegeven zwart met wit. Men kan 't parapluutje in 'n felle kleur weergeven, eveneens 't dasje, dat hij draagt. Het kleedje is lichtrose gehouden, met zwart-witten rand. Het laatste model is 'n groote, witte olifant. Waar het overige gedeelte met blau we wol gewerkt is, komt de witte kolos er bijzonder goed op uit. Natuurlijk kan men al deze kleedjes in andere tinten uitvoeren, passend bij de ove rige aankleeding van onze kinderkamer, wilt U echter toch het kamertje geheel nieuw inrichten, neem dan de door mij opgegeven keuren en maak er bijpassende sierkleedjes, kussens en dergel. bij. Natuur lijk kunt ook andere diermotieven kie zen, er zijn er ontelbare. Voor hen die gaarne zooiets willen ver vaardigen in eenvoudiger, minder tijd en geld vragende uitvoering wil ik nog vol gende werkwijze brengen. U neemt dood gewoon een lap stevige stof, en brengt de diermotiefjes hierop in applicatie werk. U krijgt dus het motief uit andere gekleurde stof met bijpassende wol of D. M. C. garen. Het effect kan ook bij deze goedkoopere uitvoering heel mooi zijn. Een nog aanbe velenswaardige methode voor deze werk stukken welke bijzonder voldoen zal, en toch goedkoop blijft, is, de eigenlijke kleed jes te breien of haken met Everlasting, en dan de motieven in applicatiewerk aan brengen. U ziet dus, voor elk wat wils, er is dus totaal geen reden onzen kleinen deze voor hen groote vreugde te ontzeggen. Maak het kamertje van uw schat zoo ge zellig mogelijk, het is van o, zooveel be tekenis. Konden alle moedertjes het eens beseffen hoeveel invloed een gezellige, pas sende omgeving op het karakter van ons kind uitoefent, hoeveel goeds en edels dit in het kleine wezentje opwekt, wis en zeker zou de kinderkamer de volle belangstelling van haar hebben en zou zij trachten zoo veel mogelijk zonnige vroolijkheid te bren gen in het rijk van haar kind. ETA TANGELDER Waren er reeds vele soorten plastische verf in den handel, deze waren veelal te duur om te gebruiken voor groote vlakken. Het reliëfschilderwerk wordt bereikt door opbrenging van een laag plastische verf, welke terwijl nog nat behandeld kan wor den met verschillende voorwerpen zooals borstels, rubber rolletjes (speciaal ervoor in den handel) kammen, tennisballen en ieder voorwerp, dat maar eenigszins effect brengt. Het gladgestreken vlak wordt dus ingedrukt, gedeukt, gekrast, waardoor men het reliëfwerk krijgt. Door het wrijven met doeken met zilver- of goudpoeder of met een contrasteerende kleur, over de nog natte reeds met figuren bewerkte vlakken, krijgt men nog 'n mooier resultaat, doordat hier en daar op de hoo- ger gelegen (reliëf) deelen snufjes van het poeder blijven zitten. Terwijl een ander twee-kleuren-effect nog verkregen kan worden door den ondergrond effen te kleuren met een grond- of lijm- en krijt- verf, b.v. donkerbruin, donkergroen, don kerblauw enz. en nadat deze geheel droog is de plastische verf op te brengen: zacht geel, lichtgroen, lichtblauw enz. Dan kan men nog, wanneer ze nog nat is, de plas tische laag bewerken met een kam, waar door de donkere ondergrond in dunne stre pen bloot komt, hetgeen een bijzonder mooi effect maakt. Nu de verf. Voor lichtere kleuren kunt U bijna altijd wit mengen met een hoofd kleur in poedervorm. U neemt voor 't wit dubbel gewasschen krijt of nog een fijnere soort stof krijt, maakt dit aan met sichol, een nieuw lakproduct, speciaal voor plas- tiekwerk. Met de dikte der verf moet U even ex perimenteeren; ze moet tamelijk dik en toch strijkbaar zijn, om daarna bewerkt te kunnen worden met figuur, rol, kam, bor stel enz., waarna de figuren er in moeten blijven staan. U maakt eerst een beetje aan en probeert dit. Wanneer het schilderwerk geheel droog is, gaan we er met een groote kurk krachtig overheen, zoodat de al te scherpe punten wat gladder worden en strijken den geheelen muur daarna over met sichol of verdunde sichol, om een ge heel te krijgen dat zeer lang stand houdt. Voor vlakke muren in kamers, gangen, vestibules enz. is deze methode zeer deco ratief. Een kleur, die voor kamerwanden altijd voldoet is een zachte omber tint. U mengt daarvoor omber door uw aange maakte dikke verf. ANEMOON Voor jongens van 5 jaar Genomen maten: bovenw. 68 cM., halsw. 28 c.M., mouwl. 36 c.M. Be- noodigd: 1.50 M. stof van 70 c.M. breedte, 8 kleine knoopjes, 65 cM. elastiek, een dasje. Dit overhemdje maakt ge van effen, ge streept of geruit flanel, terwijl ge er ook zephir voor kunt nemen. Men maakt een patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Het rugstuk wordt dus ook afgeknipt. Men legt het patroon zóó op de stof, dat ge het voor- en rugpand boven elkaar, daaronder de beide mouwen naast elkaar en daar naast de kleine deelen, zooals rugstukken, kraag en manchetten weg kunt knippen, alles met één cM. naad. Dan kunt ge middenvoor aan beide kanten een 3 cM. breeden zoom instikken voor hèt split, links naar den goeden, rechts naar den verkeer den kant. Dan worden de zijnaden met 'n platten naad verbonden, waarna ge onder aan een VA c.M. breed zoompje instikt. De rug wordt bovenaan ingerimpeld, 8 VOOR DE KEUKEN In ons nummer van 3 Febr. j.l. vroegen we, naar aanleiding van 'n verzoek van mevr. de V. te Landsmeer, om het recept van aardappelentaart, zooals die in den mobilisatietijd veel werd gebakken. In antwoord daarop ontving ik, van vriende lijke lezeressen, drie goede recepten, die ik hieronder laat volgen: Aardappelcake volgens een recept van 1919. Benoodigd: 3 pond aardappelen, 3 ons suiker, 3 eieren en 20 druppels citroen olie. De aardappelen worden op de gewone manier met zout gaar gekookt, waarna men ze afgiet, laat opdrogen en goed fijn maakt. De 3 eierdooiers klopt men met de citroenolie en kneedt ze dan flink door de fijngemaakte aardappelen. Tot slot roert men er het stijf geklopte wit van de eieren door, doet het beslag in een met boter be smeerden* vorm en bakt de cake in den oven gaar. Aardappeltaart. Volgens dit recept heeft men noodig: 1 pond gaar gekookte, koude fijn gemalen aardappelen, 4 eieren, 1 ons suiker, y, ons griesmeel of amandelgries- meel, 1 stukje boter en 'n weinig zout. Men roert de eierdooiers heel lang met de suiker, voegt er het griesmeel bij en roert opnieuw geruimen tijd; dan roert men er de fijn gemaakte aardappelen goed door heen, het stijf geklopte eiwit en tot slot 'n weinig zout. Neemt men geen amandei- griesmeel, dan kan men, voor 'n smaakje, afgeraspte citroenschil nemen of citroen olie. Het beslag doet men over in een flink met boter ingesmeerden vorm en bakt het in den oven. Men kan dezen koek ook in 'n pan bak ken op het petroleumtoestel bij wijze van dikken koek. Het derde recept is niet precies van een aardappeltaart, maar ik denk, dat het bij vele dames in den smaak zal vallen en het is gemakkelijk klaar te maken, ook van overgeschoten aardappelen. Aardappelkoek. Benoodigd: V, pond ge kookte en goed fijn gemaakte aardappelen, een theekopje melk, 'n klontje boter, peper, zout, nootmuscaat en 1 uitje. Men vermengt dit alles, behalve de ui, tot een stijve puree, waaraan men, zoo noodig, nog wat aardappelmeel toevoegt. Het uitje wordt fijn gesnipperd en in boter of vet mooi bruin gefruit. Men neemt dan de ui'uit de pan en spreidt de aard appelpuree glad uit in de overgebleven bruine boter. Als de koek aan één kant bruin gebakken is, keert men hem om en laat hem ook aan den anderen kant bruin bakken. De gebakken ui houdt men intusschen warm en strooit ze, vóór het opdienen, over den gebakken koek. Beste dank, ook namens onze lezeressen, aan de dames die zoo vriendelijk waren deze recepten te sturen! A. K.—P. c.M. vanaf het armsgat te beginnen en te eindigen. Van het rugstuk wordt het één aan den achterkant opgestikt, het andere op den goeden kant, zoodat de rafels tus schen beide inzitten. Op dezelfde manier worden de schou ders verbonden. De kraag wordt ge heel langs den buitenomtrek gestikt en om gehaald, waarna ge dezen door middel van een schuin biesje langs den hals zet, tot precies middenvoor; de overgebleven V4 cM. van het split naait ge tegen elkaar in. In de mouwen wordt op 9 cM. vanaf de midden vouw aan de ondermouw een 8 c.M. lang splitje ingeknipt, waarvoor ge voor iedere mouw twee splitreepjes neemt, lang 10 c.M., breed 5 c.M. Het manchetje, dat ge 22 c.M. lang en io c.M. breed knipt, wordt aan en op den goeden kant over- gestikt. De mouw rimpelt ge hiervoor in, uitgezonderd de 6 c.M. van het splitje tot den naad. Bij het inzetten der mouwen neemt ge den mouwnaad 6 cM. meer naar voren dan den zijnaad, waarna de mouw op de blouse wordt overgestikt. In de man chetjes maakt ge twee knoopsgaatjes, in t split vier, op de op de teekening aangege ven plaatsen. Door het zoompje wordt het elastiek geregen. DINY n - - i U. I I HMSHOIJINÏVG yWwV'»V*W*wV»Vw*»'WW'wVwV»W'VWWV' y\ r\ j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 7