Het Landbouwcrisisfonds Het gouden Waagstuk MEDEDEELINGEN VAN DEN MINISTER DE SIGARENINDUSTRIE CICHOREITEELT DINSDAG 26 FEBRUARI 1935 De uitkeering op melk De aanslag te Lieshout Weekkaarten spoor wegen SCHITTERENDE VULPENHOUDER GRATIS HET NEDERLANDSCHE CORRESPONDENTIEBOEK Steunverleening is in den ruimsten zin van het woord noodzakelijk en kan binnen afzienbaren tijd ook niet worden gemist Vaste lasten Gering resultaat Kleine bedrijven Strenge maatregelen Algemeen Beheer Akkerbouw Veehouderij Benadeelde waaghouders Invoering der loonsverlaging en stopzetting der mechanisatie Vleesch in blik Boomkweekerij Niet gesteunde bedrijfstakken Dader bekent gedeeltelijk Verlaging van den prijs met ingang van 4 Maart LOET BARNSTIJN'S FILMSTAD Steun oogst 1935 Uitpootv er gunningen Prijzen gezouten spek UIT DE STAATSCOURANT Melk en zuivel Groenten-, fruit- en sierteelt EEN NIEUW BOEK Tegen inlevering van deze advertentie kunnen de DAM lezers van de V. K. P. het nieuwe boek be- DOOR J. S. FLETCHER P .NI II IIlil --TTmp-T - UT- - Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag nopens het wetsontwerp tot vaststelling van de begrooting van inkom sten en uitgaven van het Landbouwcrisisfonds voor 1935. Aan deze memorie wordt het volgende ont leend: De Minister sluit zich aan bü de vrijwel algemeen in de Kamer heerschende opvat ting, dat steunverleening aan den landbouw in den ruimsten zin van het woord nood zakelijk is en binnen afzienbaren tijd ook nog niet zal kunnen worden gemist. Voorts zet de Minister nogmaals het standpunt, dat de regeering inzake den landbouwsteun inneemt, uiteen, waarbij hij opmerkt, dat het doel der crisismaatregelen is: het instandhouden van het landbouw bedrijf in het belang der geheele Nedferland- sche bevolking. Dat bij verlaging zeker niet in de laatste plaats gedacht wordt aan de noodzaak van verlaging van de kosten van het levensonder houd en het voorkomen van een verderen ach teruitgang van ons geheele bedrijfsleven, spreekt welhaast vanzelf. Ingrijpende verlaging zal intusschen slechts mgelijk zijn, indien de productiekosten in den landbouw verlaagd kunnen worden. Of ruil verkaveling hiertoe veel zal kunnen bijdragen, zal nader worden onderzocht. Voor verminde ring der distributiekosten is in de eerste plaats de medewerking van de consumenten noodig: dezen hebben een verlaging grootendeels zelf in de hand. De overheid kan hiertoe slechts zijdelings medewerken. Dat van bevoordeeling van den landbouw boven andere bedrijfstakken gesproken zou kunnen worden, acht de Minister geenszins juist. De Minister erkent, dat het vraagstuk van de vaste lasten een fundamenteel onder deel vormt der te voeren landbouwcrisis- politiek. Het is echter niet alleen een vraagstuk van den landbouw alleen, maar betreft mede een vraag van algemeen Regeeringsbeleid. Hoewel een definitieve beslissing door de Re geering nog niet is genomen, kan de Minister mededeelen, dat gehoopt wordt, dat binnen kort ter zake nadere mededeelingen kunnen worden gedaan. De minister bestrijdt het door den Boeren bond „Landbouw en Maatschappij" gepropa geerde stelsel tot verhooging van heffingen. De Minister merkt op, dat het stelsel zeer zeker tot moeilijkheden van handelspolitieken aard aanleiding zal geven. Dat men met betrek king tot de granen reeds te ver naar agrarische autarkie zou zijn gegaan, kan niet worden toe gegeven. Door een verdere uitbreiding van de graan- teelt zal schade worden berokkend aan andere bedrijfstakken, welke eveneens gewichtige bron nen van volkswelvaart vormen, n.l. handel en scheepvaart. Het stilleggen van fabrieken en het opleggen van schepen is ongetwijfeld evenzeer braak, leggen van nationale productiemiddelen, als dat bet geval zou zijn, indien onverhoopt de nood zakelijkheid zou blijken een gedeelte van onzen bodem braak te laten liggen. De Minister deelt de ijjeening van de leden, die tegen het denkbeeld van het heffen van hooge graanrechten bezwaren inbrachten, dat daardoor de druk op den consument, d.w.z. op het geheele volk, zal toenemen. Ten aanzien van de afname van Ned. Indische maïs en rijst is een voor Ned. Indië gunstige regeling getroffen. Voor zoover het de afname van grondstoffen voor de margarinefabicage betreft, is door hem met de margarinefabrikan ten bereids een regeling getroffen, ingevolge Welke deze binnen de grenzen van hetgeen technisch en economisch mogelijk is, uitsluitend Ned. Indische grondstoffen gebruiken voor de fabricage der margarine. In antwoord op de vraag, welk resultaat de pogingen om met de Balkanlanden compensatie transacties te sluiten opgeleverd hebben, kan de minister mededeelen, dat het resultaat ge ring moet worden genoemd, daar vanaf 4 Juni invoervergunning werd verleend voor ruim 10.000 ton graan. Wat betreft de verdeeling van den landbouw steun tracht de minister, waar mogelijk, met inachtneming van de beschikbare middelen, in het verschil tusschen akkerbouwbedrijven en veehouderij- en tuinbouwbedrijven verbetering te brengen. De aandacht van den Minister is bij voortduring gevestigd op de moeilijkheden, waarin de zgn. kleine bedrijven verkeeren. waar dit maar mogelijk is, werden maat regelen genomen voor deze bedrijven, en de bestaande regelingen uitgebreid. De Minister toont aan, dat op verschillende punten belangrijk gunstiger bepalingen voor de kleine bedrijven zijn gemaakt dan voor de grootere. De Minister heeft er bezwaar tegen de ta bakscultuur, die in normale tijden nagenoeg is verdwenen, kunstmatig weer ten koste van hooge steunbedragen in het leven te roepen. Voor een menggebod kan de Minister niet gevoelen. De Minister vestigt er de aandacht op, dat de moeilijkheden van de kleine bedrijven niet haar oorzaak vinden in de maatregelen ten be hoeve van den landbouw. In normale tijden waren meerdere eigenaren van deze bedrijven in loondienst van anderen en vonden daarin hun hoofdbestaan. Daarnaast bebouwden zij hun bescheiden stukje land voor eigen gebruik of hielden daarop voor eigen gebruik eenig vee. Nu de hoofdinkomsten van deze eigenaren zijn weggevallen, kan men moeilijk volhouden, dat het Landbouw-Crisisfonds hierin zou moeten voorzien. Intusschen heeft hij opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar den toe stand van deze bedrijven en de oorzaken, die tot dezen toestand hebben geleid. Zoodra hij het door hem gevraagde rapport heeft ontvangen, zal hij nauwgezet overwegen, of op eenigerlei wijze nog iets voor deze groep gedaan zal kunnen worden. Dat een te ver gaande reglementeering plaats heeft en dieper in het bedrijfsleven wordt in gegrepen dan strikt noodzakelijk is, kan de minister niet toegeven. Wat betreft de belangen der landarbei ders, deelt de Minister mede, dat op den thans ingeslagen weg zal worden voort gegaan, o.a. door het nemen van zeer strenge maatregelen tegen landbouwers, die de uitspraken van den arbiter niet voldoen de naleven. Verder meent hij op dit oogen- blik nog niet te moeten gaan; met name kan hij geen vrijheid vinden den land bouwers de verplichting op te leggen col lectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten. Van de thans genomen maatregelen zal bovendien, naar vertrouwd mag worden, een voldoende preventieve werking uitgaan. Een dwang om het gebruik van machines te verbieden of aanzienlijk te beperken, kan niet anders dan de productiekosten verhoogen. Ook de Minister betreurt ten zeerste, dat in het land veel onwaarheid en veel laster over den crisisarbeid en al wat daarmede samenhangt, verspreid wordt. Zijnerzijds wordt daartegen gedaan, wat in zijn macht ligt. Steeds meer gaat hij er toe over onjuiste berichten, nadat zoo noodig een volledig onderzoek is ingesteld, in de pers tegen te spreken. Het definitieve rapport van de commissie- Beumer omtrent de gestie der Nederlandsche Varkenscentrale heeft den Minister nog niet bereikt. Zoolang het eindrapport niet is ingekomen heeft de Minister gemeend geen nieuwe op drachten aan de commissie te moeten ver strekken. De Minister heeft opdracht gegeven op korten termijn een onderzoek door daartoe bevoegde personen te doen instellen naar de organisatie en personeele bezetting van de verschillende crisisdiensten. Na mededeelingen over de salarieering zegt de minister, dat de Gewestelijke Tarwe Orga nisaties binnenkort ontbonden zullen worden en crisisorganisaties zullen worden. De opmerking, dat door enkele organisaties te spoedig tot schorsing van een georganiseerde wordt overgegaan, totdat een door hem begaan feit bij tuchtrechtelijke uitspraak onherroepe lijk is beslist, is ook naar de meening van den minister niet geheel onjuist. Ook de hoofd ambtenaar voor de tuchtrechtspraak deelt deze meening en heeft den minister in overweging gegeven maatregelen hiertegen te nemen. Bij de komende wijziging van het Crisis-Organi- satiebesluit 1933 zal worden nagegaan, in hoe verre wijziging van de op dit punt betrekking hebbende voorschriften moet plaats hebben. In antwoord op de vraag, of de regeering wil nagaan of de cultuur van maïs in Nederland reden van bestaan kan hebben, wordt mede gedeeld, dat het desbetreffende onderzoek reeds is aangevangen. Het ligt in de bedoeling de steunregeling voor het volgend jaar in hoofdzaak te doen basee ren op een handhaven van de beperking van de teelt. Het ligt in de bedoeling de vlasteelt, indien zulks noodig is, verder te steunen. De minister is van meening, dat velen zich den steun, dien de Indische suikerindustrie zou kunnen hebben van de Nederlandsche markt, te overdreven voorstellen. De mogelijkheden voor suikerproductie in Indië zijn zoo groot, verge leken met de behoefte op de Nederlandsche markt, dat Nederland zeer zeker nooit de basis zal kunnen vormen, waarop de Indische suiker industrie zal kunnen opbloeien. De minister acht het ongewenscht, vreemde bestanddeelen in het brood op te nemen, omdat men daarmede het gebruik van brood in gevaar zou brengen, terwijl bovendien kan worden medegedeeld, dat de desbetreffende bakproeven hebben uit gewezen, dat de toevoeging van aardappel meel een nadeeligen invloed op de kwaliteit van het brood uitoefent. Onder gelijkblijvende omstandigheden be hoeft ook in de eerstkomende maanden geen te groot nadeel van varkensvleesch gevreesd te worden. Uit een door den minister overgelegde be rekening blijkt, dat de uitvoer van bacon ook over 1934 nog verliesgevend is geweest. De minister is van oordeel, dat aan een rege ling, waarbij de varkenshouders verplicht zijn hun varkens op een bepaald gewicht af te leveren, overwegende bezwaren verbonden zijn. Afschaffing der heffing op varkensvleesch kan een vergrooting der consumptie in het binnenland tengevolge hebben. Uit het oog moet echter niet worden verloren, dat het gebruik in het binnenland zich in den laatsten tijd ook zonder deze afschaffing in stijgende lijn ont wikkeld heeft. Betreffende het verleenen eener tege moetkoming aan ten gevolge van de uit voering der Crisis-Varkenswet 1932 bena deelde waaghouders is een voorstel ter zake ingediend, waarop dezer dagen door den Minister zal worden beslist. In de gistermiddag gehouden vergadering van het Zuidelijk Verbond, de organisatie van R. K. Werkgevers in de sigarenindustrie is besloten de loonen, zooals die onlangs door de werkgevers zijn voorgesteld, binnen enkele we ken in te voeren. De maximum-verlaging bedraagt 10 pet., doch in verschillende afdeelingen is deze eenigszins minder. De juiste datum van invoering zal nader worden bepaald in overleg met het Noordelijk Verbond, doch waarschijnlijk zal dit 18 Maart geschieden. In dezelfde vergadering is besloten dat ge noemde organisatie zich zal aansluiten bij de actie tot beperking, eventueel stopzetting der mechanisatie in de sigarenindustrie. Dit besluit, dat met bijna algemeene stem men is genomen, is van groot gewicht, daar ruim 50 pet. der sigarenfabrieken hierbij be trokken is, waaronder de allergrootste, die thans volop mechanisch werken. Crisis-Accountantsdienst de fabricagekosten zou moeten bepalen. Omtrent de mogelijkheid te komen tot een accocrd tusschen de verschillende bo- terexporteerende landen, oordeelt de minis ter niet optimistisch; voorzoover hem be kend, is in deze richting tot dusver niets verricht. In het totaal zijn op dit oogenblik door de Nederlandsche Veehouderij centrale ongeveer 110.000 runderen afgenomen en verwerkt. De exportmogelijkheden zijn zeer gering. Dc afzet van het rundvleesch in blik is bevredigend geweest, en heeft den laatsten tijd meer dan 300.000 bussen per week be dragen. Aangaande de distributie van het vleesch in verschen toestand heeft de mi- Overwogen zal worden, of de verbouw van late aardappelen zal worden toegestaan. Aan het tot op heden gevolgde systeem van steunverleening kleeft inderdaad het nadeel, dat zij voor het grootste deel eerst aan het einde van het jaar kan worden verleend. In hoeverre het mogelijk is. uitkeering te doen plaats vin den aan het eind van een seizoen, is in onder zoek. De minister overweegt naar aanleiding van de resultaten, die in het blcembollenbedrijf be haald zijn, in hoeverre het mogelijk is, tot ver laging der heffingen op den export a 3 pCt., en op den aanplant a 35 cent per Are, over te gaan. Te dien aanzien wordt een onderzoek ingesteld. De minister heeft een uitvoerig onderzoek doen instellen naar verschillende gebieden hier te lande, waar bovenmaatsche artikelen der boomkweekerij kunnen worden geplant, echter onder voorwaarde, dat de vrije handel daarvan geen schade mag ondervinden. Uit dit onderzoek is hem gebleken, dat er ruime aanwezigheid tot beplanting aanwezig geacht mag worden. Hij is dan ook van oordeel, dat op deze wijze bereikt wordt, dat eenerzijds de kweekers ruimte op hun kweekerijen verkrij gen, en voor hun overschot aan bovenmaatsche artikelen een matige vergoeding ontvangen, ter wijl anderzijds dit plantsoen op nuttige wijze wordt aangewend tot verfraaiing van meerdere gebieden in ons land. Het maakt een punt van onderzoek uit, of er wellicht maatregelen zouden zijn te treffen, welke den afzet van den grooten voorraad ansjovis van den jaargang 1930 zouden kunnen bevorderen. Een regeling, waardoor de pluimveehouderij speciaal zou worden ingekrompen in die stre ken, waar in bijzondere mate geprofiteerd wordt van de steunregelingen op ander gebied, is in onderzoek. De minister heeft een onderzoek doen instel len naar de moeilijkheden, waarin de bosch- bouw verkeert. Daarin is hem echter gebleken, dat hierin alleen verbetering gebracht zou kun nen worden, indien werd overgegaan tot het opleggen van een nieuwe heffing. Daar hij eenerzijds van meening is, dat op dit oogenblik nieuwe heffingen niet tot stand mogen komen en daarnaast door deze heffing het mijnhout duurder zou worden, hetgeen met het oog op den slechten financieelen toestand, waarin de mijnen verkeeren, ongewenscht is, kan hij op dit oogenblik er nog niet toe overgaan, maat regelen ten behoeve van den boschbouw te ne men. Zijn aandacht blijft intusschen op deze aangelegenheid gevestigd. Ook tegen steunmaatregelen voor de bijen- houderij bestaat bezwaar. De consumptiehoning zou hierdoor weer duurder worden, hetgeen be- teekent een nieuwen last te leggen op den con sument, terwijl voorts een prijsverhooging van de industriehoning zou ontstaan, welke voor de honingverwerkende industrieën ernstige bezwa ren zou opleveren. Omtrent den aanslag in de Lieshoutsche bos- schen vernemen wij nog, dat het slachtoffer M., bij de confrontatie zijn medepassagier H. als dader heeft aangewezen. H. blijft echter ont kennen. M. had in den wagen een tasch laten liggen waarin zich o. a. verdoovende middelen bevon den. Deze tasch is echter verdwenen. Hiermee wordt in verband gebracht de aan houding van een zekeren K. uit Helmond, door de recherche van Rotterdam. H. beweert dat hij en M., toen ze met den smokkelauto op pad waren, overvallen zijn. M. houdt echter beslist vol, dat H. de schuldi ge is. Het onderzoek duurt voort. Nader vernemen wij, dat H. bij het voort gezet verhoor voor een gedeelte heeft bekend. Hij heeft verklaard wel op M. te hebben ge schoten, doch niet de bedoeling te hebben ge had hem te dooden. De man wordt in arrest gehouden. Het is niet uitgesloten, dat de Rijkspolitie door dit geval nadere inlichtingen kan verkre gen over den cocaïne-smokkel in Nederland. Naar wij vernemen, wordt met ingang van 4 Maart de prijs der weekkaarten bij de Ned. Spoorwegen verlaagd van ƒ0.12 op ƒ0.11 per K.M.. terwijl de minimumprijs verlaagd wordt van 1.op 0.90. Naar wij vernemen, is de bouw van Loet C. Barnstijn's filmstad op het landgoed Ooster beek aan den Benoordenhoutscheweg op de grens van 'sGravenhage en Wassenaar opge dragen aan de N. V. Aanneming-Maatschappij J. P. v. Eesteren te Rotterdam. Evenals het vorige jaar zal een steunrege ling worden getroffen voor cichorei, bestemd om aan door de Nederlandsche Akkerbouw- Centrale erkende cichorei-drogerijen te worden geleverd en wel tot een hoeveelheid, afkom stig van ten hoogste 360 H.A. en tot een op brengst per H.A. van maximum 34.000 K.G. Slechts cichorei, geteeld door bij de Provin ciale Landbouw-Crisis-Organisaties georgani seerde telers zal in de steunregeling worden opgenomen, mits voldaan is aan door de N.A.C. te stellen voorwaarden. Zij, die op grond van deze regeling cichorei wenschen te verbouwen, dienen vóór 16 Maart 1935 op een daarvoor bestemd formulier aan de betrokken Pl.C.O. op te geven, welke opper vlakte zij met cichorei zullen betelen, indien daarvoor steun wordt toegekend. Aan de bij de Provinciale Landbouw-Crisis-Organisaties bekende telers zal uiterlijk 28 Februari a.s. een aanvraagformulier worden toegezonden. Be langhebbenden. die op dien datum nog geen formulier hebben ontvangen, dienen bij de L.C.O., waarbij zij zijn aangesloten, een exem plaar aan te vragen. Betreffende de uitgifte van uitpootvergun- ningen voor consumptie-aardappelen kan nog worden medegedeeld, dat voor diegenen, aan wier verzoek om een uitpootvergunning voor fabrieksaardappelen niet kon worden voldaan, tot 10 Maart 1935 gelegenheid bestaat alsnog bij de Gewestelijke Landbouw-Crisis-Organisa- tie, waarbij ze als georganiseerden zijn inge schreven, een uitpootvergunning voor con sumptie-aardappelen aan te vragen. Ook zij, aan wie een naar hun oordeel te gering oppervlak fabrieksaardappelen is toe gewezen, kunnen zich tot 10 Maart a.s., onder terugzending van de door hen niet gewenschte vergunning voor fabrieksaardappelen tot hun Gewestelijke Crisis-Organisatie wenden voor het verkrijgen van een vergunning voor con sumptie-aardappelen. Zij doen daarmede dan afstand van hun recht om fabrieksaardappelen voor oogst 1935 te telen. De Nederlandsche Veehouderijcentrale maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van 11 tot 23 Maart de inneming van gezouten spek zal geschieden op onveranderde voorwaarden en tegen ongewijzigde prijzen. Benoemd tot ritmeester bij den staf van de cavalerie de eerste-luit. F. w. E. de Vries van het lie reg. huzaren. Aan H. Stulemeijer is op verzoek met ingang van 1 Maart eervol ontslag verleend als bur gemeester van Schiedam, met benoeming tevens tot ridder in de orde van den Nederl. Leeuw. De aanwijzing van dr. R. Ie Coultre te Amster dam als deskundige tot het afgeven van een verklaring als bedoeld in art. 39, 3e lid der Armenwet, is op diens verlangen ingetrokken. Voor het tijdvak, eindigende 31 Dec. 1936, is als deskundige aangewezen dr. C. v. d. Heide, assistent bij de Psychiatrische en Neurologische afdeeling van het Wilhelmina-Gasthuis te Am sterdam. Bij K. B. is bevorderd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau de heer W. G. van Weltum, Regeeringsadviseur in internationale opiumzaken. Bij K. B. is op zijn verzoek met ingang van 1 Maart 1935, eervol ontslag verleend als Re geeringsadviseur in internationale opiumzaken, onder dankbetuiging voor de belangrijke dien sten door hem in deze functie bewezen, aan den heer W. G. van Weltum, oud-Hoofdinspec teur, Hoofd van den Dienst der Opiumregie in Nederlandsch-Indië en is als zoodanig benoemd met ingang van genoemden datum buiten be zwaar van 's Lands Schatkist de heer J. H. Delgorge, oud-hoofdinspecteur, Hoofd van den Dienst der Opiumregie in Nederlandsch-Indië. Bij K. B. is benoemd tot Lid van den Raad van Nederlandsch-Indië mr. H. J. Spit, thans Voorzitter van den Volksraad van Nederlandsch- Indië. Bij K. B. is toegekend de aan de Orde van Oranje-Nassau verbonden eere-medaille, in zil ver, aan: J. Friese, magazijnchef bij de N.V. Gebroeders Cats' Handelsvereeniging te Gronin gen. By beschikking van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken zyn benoemd tot adjunct commies E. Chr. A. Benthem, mej. P. L. Ver spriller, A. F. Heesterman, thans allen in tijde- lijken dienst werkzaam. Bij beschikking van den Minister van Finan ciën is de ontvanger der directe belastingen ems. E. van der Wall verplaatst van het kantoor der directe belastingen te Haarlem naar de inspec tie der invoerrechten en accijnzen aldaar. Bü beschikking van den Minister van Finan ciën is verplaatst de ontvanger der directe be lastingen enz. mr. J. J. Schoevers van de inspec tie der directe belastingen te 's-Hertogenbosch naar de inspectie dier middelen te 's-Graven- hage, de ontvanger der directe belastingen enz. A. W. P. Ligtenberg van de subinspectie der invoerrechten en accijnzen te Gouda naar de inspectie der directe belastingen te Amsterdam en de ontvanger der directe belastingen enz. W. J. M. Albert van de inspectie der directe belas tingen te Rotterdam naar de inspectie der in voerrechten en accijnzen aldaar. Overwegen wordt de contingenteering van, slachtpaarden te vervangen door een alge meene contingenteering van alle paarden. Voorstellen tot verhooging van heffing op buitenlandsche vetten en oliën zijn van den Minister niet te verwachten, wel doet hü maat regelen voorbereiden, die een verschuiving van het verbruik van boter en margarine naar dat van vetten en oliën, beoogen te voorkomen en een normale verhouding in het gebruik der onderscheidene vetstoffen te waarborgen. De minister sluit zich aan bij het tweede deel van-het Vetrapport. Met de berekeningen in het eerste deel van genoemd rapport kan hij niet accoord gaan. Ook de minister huldigt de opvatting, voor komende in het tweede deel, dat bü belasting der margarine tot het juiste bedrag handha ving van het meng verbod voordeeliger is voor den veehouder dan het in het eerste deel van het rapport ontwikkelde stelsel. Voorts wordt opgemerkt, dat een vergrooting van den afzet van melk en zuivelproducten in het binnenland, waardoor dat gedeelte van den export hetwelk slechts minimale prüzen op brengt, kan worden ingekrompen, zou kunnen leiden tot verhooging der uitkeering voor de melk. Onder de verdere middelen tot verhooging van de uitkeering op melk, noemt de Commis sie ook het aan den melksteun ten goede laten komen van bedragen uit het Landbouw-Crisis fonds, met name wat betreft de monopolie winsten op veekoekeiï. Te dezen opzichte ver klaart de minister, dat hij, zoodra de positie van het fonds zulks toelaat, dezen wensch in nadere overweging zal nemen. De minister overweegt, om de uniforme hef fing te vervangen door individueele heffingen. Gebeurt zulks, dan zal: 1. moeten worden vastgesteld, of, en zoo Ja, hoeveel winsten per K.G. in een of meer der aan de inwerkingtreding van de crisismaatre gelen voorafgaande jaren door ieder der be drijven zijn gemaakt; 2 moeten worden vastgesteld een zeker be drag per K.G., dat gemaakt mag worden met de conditie, dat deze winst in totaal nooit hoo- ger mag zijn dan de sub 1 vastgestelde winst per jaar. Met het oog hierop zou dan ook op geregelde tijden een commissie den prüs der grondstoffen, die in de verschillende perioden worden verwerkt, moeten vaststellen, terwijl de uister een diepgaand onderzoek ingesteld, hij acht daaraan echter onoverkomelüke bezwaren verbonden, met name wat be treft de controle. Gevreesd moet worden, dat zulk een distributie tot ernstige mis standen aanleiding zou geven. De minister acht het niet wenschelijk den verkoopprijs van het gehakt in blik te verla gen. Het gemiddeld percentage van de beper king van den melksteun is nog niet defini tief vastgesteld, doch zal zeer waarschijn lijk liggen tusschen 10 en 15 procent. Het ligt in de bedoeling, om, indien de om standigheden zulks toelaten, het totaal steun bedrag over de verminderde hoeveelheid melk uit te keeren, in ieder geval gelük te doen zijn aan de vroegere uitkeering, hetgeen dus zal neerkomen op een verhooging van de uit keering per liter. Aan den wensch, dat aan eiken veehouder een opgave zal worden .verstrekt, welk per centage van de melkproductie van zijn be drijf, of liever van welke hoeveelheid melk hij voortaan steun zal ontvangen, zal worden vol daan. Er zal echter geen dwang aan de veehouders opgelegd worden om al hun melk naar de zui velfabrieken te sturen. In den algemeenen toestand van den tuin bouw is in het jaar 1934 nog geenerlei ver betering ingetreden, misschien moet zelfs go-proken worden van achteruitgang. De resultaten zijn teleurstellend en beneden de verwachting. Om eenigszins aan de geleden verliezen tege moet te komen, moest het in de begrooting voor 1934 geraamde bedrag overschreden worden. Reeds in November van het vorige jaar is dan ook 'n verhooging van den steun met f 3.000.000 in uitzicht gesteld. Inderdaad zün de hierboven gememoreerde steunuitkeeringen aan den lagen kant; overwogen wordt, of het mogelijk is, de uitkeering voor 1934 nog te verhoogen. Het is echter noodzakelijk de geheele positie van het fonds niet uit het oog te verliezen. D U N komen voor particulier en zakenman, door H. v. d. LAAN aankondigingen. verzoek- OCft wwirlwaelrltm van brieven, advertent., cow vuurutxiueu gchriften v. h. privéleven en zakelijke doeleindën. Voor den particulier: Felicitaties en condolaties, bij geboorte, verloving, huwelijk, jubilea, bevordering, promotie, verjaard., festiviteiten, liefdes verklaringen, huwelijksaanzoeken, informaties, verzoekschriften, brieven van en aan vereenigingen. Voor den zakenman: Aankondigingen en adv. bij vestiging, uitbreiding, verhuizing, jubilea, brieven over inkoop, offerten, klachten, personeel, getuigschriften. Vele toelichtingen, afkortingen, titels, enz. Afgeh. bij den NED. VERZENDBOEKHANDEL, Gasthuismolensteeg 12, in 't verlengde v. d. Paleisstraat, Amsterdam, 0.95; franco na postwissel i 1.10 of op giro 124280. 34 En den geheelen middag heb ik aan het zieK- bed gezeten, ging Laurence bitter voort van een man, die mü verkocht en verraden heeft, ïlt heb u nog niet verteld juffrouw Delomosne flat Groot vanmiddag een ongeluk gekregen heeft en op het oogenblik buiten kennis in het Ziekenhuis ligt. Er zün menschen die zouden Zeggen, dat dit zijn straf is. Dat is heel jammer, antwoordde Lilian De lomosne. Wij zouden op het oogenblik gebruik ^an hem kunnen maken. Gebruik maken van zoo'n man! Ja, aangezien Groet de eenige man ter Gereld is geweest die u heeft geholpen toen hw plannen nog klein waren, moet hij ook de bersoon zün geweest, die u van het eerste °0genblik al heeft verraden. Ik herinner me nog heel goed, dat Groot hiü werd aanbevolen, door Francis Armadale. heb hem gevraagd mü een mechanicjen aan te wijzen en toen koos hü Groot voor me uit. Ja, en dat deed hü alleen om op Ie hoogte te blijven van de vorderingen welke u maakte, «laar wat bent u van plan te doen, münheer Workman? Laurence begon weer met groote stappen heen en weer te loopen. Het eenige waarvoor ik werkelijk bang ben, zei hü eindelük, is de groote kennis van een man als Sabatier. Ik heb natuurlük heel veel van dien man gehoord en heb zelfs werk ge zien dat uit zün handen kwam. Als het Saba tier gelukt is, mijn geheim te distilleeren uit de gegevens welke men hem in handen speelde, dan heeft hij dat geheim natuurlük onmiddellijk medegedeeld aan de regeering aan wie zij de uitvinding wenschen te verkoopen. Dat geloof ik niet, meende Lilian Delo mosne. Als Sabatier succes had gehad met zün onderzoek zou John Bedford niet naar mij gekomen zijn met het verzoek om u over te halen de uitvinding aan hem te verkoopen. Als zij niets behoefden te betalen zouden ze het niet doen ook. Het is volgens mij juist het bewijs dat Sabatier het geheim niet heeft kunnen vinden. Ja, ja, dat is allemaal wel waar, maar ik vertrouw Sabatier niet. Als hij schurk genoeg is om de uitvinding van een ander te stelen en onder zün naam aan de markt te brengen dan is hü ook in staat om de mannen die met hem in het complot zün, om den *uin te leiden. Sa batier heeft de situatie geheel in handen; zon der hem kunnen zü niets aanvangen. Brémond zou er misschien iets van terecht brengen, als hijmaar neen, u heeft me zooeven verteld dat hü slechts de zaak financiert. Dan behoef ik alleen maar bang te zün voor Sabatier.... en dat ben ik ook. Bang dat hij me vóór zal zü'n! Mijnheer Workman, zei Dickie waarom zorgt u dan niet dat uw machine eerder klaar is dan die van Sabatier. Ik kan het werk van Groot wel doen, ge loof ik, zei Dickie. Laurence klopte den jongen vriendelük op den schouder. Ik weet wel, dat jij je best zult doen, Dickie, maar zelfs al had Groot geen on geluk gekregen en al hadden wü nacht en dag doorgewerkt, dan zou het nog een week geduurd hebben, voordat wü heelemaal klaar waren. En ik weet niet, hoe Sabatier met zijn werk staat. Misschien heeft hij de machine al gereed en be hoeft hij alleen dat ééne kleine geheim van mij nog maar te ontdekken om heelemaal klaar te zün. Neen.,., ik weet heusch niet wat ik doen moet. Sabatier! Dat die man mü moet tegen werken! Ik heb er nog aan gedacht, om Bré mond te laten arresteex-en wegens diefstal van mün teekeningen, maar dat gaat ook al niet. Ik kan het niet bewijzen. Neen, dat kunt u ook niet en ik kan niet zweren dat hij ze gestolen heeft, antwoordde Lilian Delomosne. Die Sabatier! Op het oogenblik trad de hospita de kamer binnen en overhandigde Laurence een telegram. Deze scheurde het open, las het door en wierp het op den grond. Groot is overleden, zei hij, is gestorven zonder bij kennis gekomen te zün. Ik koester geen wrok maar ik kan geen medelüden met hem voelen. Hü heeft altijd goed voor me gewerkt; ik moet voor zü'n begrafenis zorgen natuurlük. En vanavond kan ik heelemaal niet meer den ken.,.. ik ben zoo doodmoe! Charity stond op en gaf haar broer een wenk. Kom mee, Dickie. Wij moeten gaan. Ja, ik kom Ja ik ook voegde Lilian Delomosne daar aan toe. Laurence bracht hen naar de voordeur, maar zijn afscheid was zoo koel en nuchter, dat zij voelden, dat de gedachten van dien man op het oogenblik ergens andens waren. Hü verzocht Dickie op den gewonen tijd naar zijn werkplaats te willen komen en liep toen weer de trap op naar zijn kamers. Hij vergat Lilian Delomosne te vragen, of hü misschien een rijtuig voor haar wilde bestellen. Charity en haar broer verwijderden zich in de ééne, Lilian Delomosne in de andei-e richting. En toen zü zich haastig voortspoedde over het plein trad uit de schaduw van de boomen in het plantsoen een man te voorschün die haar op eenigen afgstand volgde. HOOFDSTUK XXIV Voordat Lilian Delomosne het geheele plein was overgestoken en het einde van den hoofd weg bereikt had, welke naar het andere ge deelte van Londen voerde, bleef zü plotseling staan en keerde zoo snel op haar schreden te rug dat haar achtervolger zich genoodzaakt zag, vlug weg te duiken in de schaduw van een hoog portiek, om niet door haar gezien te worden. Zij versnelde haar stap nog en nadat zij hem gepasseerd was, moest de man zich haasten om haar niet uit het oog te verliezen. Na eenige oogenblikken begon zü hard te loopen, passeerde het huis, dat zij zooeven verlaten had, en kreeg eindelijk aan het eind van het plein de twee gestalten van Charity eh haar broer in het oog. Toen zij hen tot op korten pfstand genaderd was riep zij: Juffrouw Wrayej waarop broer en zuster zich omwendden, haar herkenden en haar langzaam tegemoet liepen. Toen de man, die haar achtervolgde bemerkte dat zü een gesprek met die twee menschen scheen aan te knoopen bleef hij staan, zocht blijkbaar naar een huis nummer en liep langzaam in de andere rich ting door. Toen hij zich weer omkeerde, liepen de twee vrouwen en de invalide jongen in de tegenovergestelde richting en hü begon hen te volgen. Charity en Dickie waren verwonderd toen Lilian Delomosne hen achterop kwam loopen en lieten dat duidelük blijken. Ik zou u zoo graag even willen spreken zei het meisje zoodra zij een beetje op adem geko men was. Ik heb een idee gekregen dat wij hem misschien kunnen helpen. Kunnen wij er gens rustig praten? Gaat u maar even mee naar mün kamer, stelde Charity voor, die begreep dat het meisje hun een belangrijk voorstel had te doen. Het is dicht bü, maar u zult zeven trappen moeten bestügen. Dickie liep vlug om de lamp aan te steken. Toen zijn zuster en hun gast de kamer hadden bereikt had hü alles reeds zoo gezellig mogelijk gerangschikt door de gordünen dicht te trekken en twee gemakkelijke stoelen bü den haard te schuiven. Met een beleefde buiging verzocht hij juffrouw Delomosne in een der stoelen te willen plaats nemen. Dank u, zei Lilian Delomosne. U is na tuurlük erg verwonderd dat ik u weer achterop geloopen ben, maar ik weet zeker dat u heel veel belang stelt in mijnheer Workman en dat u al het mogelijke zult willen doen om hem behulp zaam te zijn. Ik geloof zelfs dat u eenigen in vloed op hem hebt. Charity schudde ontkennend het hoofd. Dat mag u niet zeggen, juffrouw Delomos ne antwoordde zij. Mijnheer Workman is zoo vriendelük geweest mün broer aan het werk te helpen, maar overigens.... Luisterdat is van ondergeschikt be lang, viel Lilian Delomosne het meisje in de rede. Ik ben er van overtuigd dat münheer Workman zelf en zün uitvinding in de tweede plaats in groot gevaar verkeeren, zoolang hij tenminste daar in die fabriek van Armadale blijft werken. Ik geloof dat 't het beste zal zija als hü zijn machine onmiddellük naar een an dere plaats overbrengt. Die heele machine? riep Dickie verwonderd uit. Ja, is die dan zoo zwaar? Neen, dat niet. Ze is ïeelemaal van...* maar daar mag ik eigenlijk niets van zeggen. Dat behoeft ook niet. Vertel me alleeri maar, of die machine op een vrachtauto te ver voeren zou zün. O ja, beslist! (Wordt vervolgd*.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3