IN EN OM HAARLEM DE ENGELSCHE KAPERS DIEFSTAL?! MARIA-STICHTING DONDERDAG 28 FEBRUARI 1935 J. H. Visser Luitenant-Vlieger H. J. B zegt:(1) 1 R. K. VOLKSBOND Bestuursraadvergadering V astenavond-viering Geen ontvangdag R. K. VROUWENBOND Vruchtbare en geanimeerde jaarvergadering Bestuursverkiezing Wees leekenapostel! Eervol ontslag Loterij Winterhulpactie OOSTENRIJKSCHE AVOND Balletten onder leiding van Hedy Pfundmayr R. K. Commissie voor Arbeiders ontwikkeling Besmettelijke ziekten IEDEREN MIDDAG VAN 2-3 UUR POLIKLINIEK DOOR J. S. FLETCHER giiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiu ËiiiuiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiJiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii: In 1892 dreef de heer Visser al sinds een jaar of tien een aardig beklante zaak in stoffen en garnituren in de Groote Hout straat tegenover de Anegang. Een lang, smal winkeltje. Net een pijpenla. Hij was een spraak zame Fries uit Harlingen, die aan een succes- Volle carrière als handelsreiziger een einde had gemaakt door te trouwen en zich rustig in Haarlem te vestigen. De klanten en vooral de buren maakten graag een praatje met hem over de toonbank en vanzelf werden dan de politiek en de economische toestand besproken. Wijlen de heer Th. van Deursen, zoo vertelt hij in het „Gedenkboek der Haarlemsche Han- delsvereeniging", dat in 1917 werd uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de vereeniging, was bij mij in den winkel, toen een juffrouw, iets koopende, verzocht dit ge kochte te crediteeren, of, zooals de term luidde, voor haar op te schrijven, een verzoek, waar aan ik voldeed. In dien tijd gaf men gemakke lijker crediet dan tegenwoordig, men ver trouwde elkander meer, ook al werd dit ver trouwen dikwijls misbruikt. Na het vertrek der juffrouw deelde de heer van Deursen mij mede, dat hü nog voor 12 van haar te vorderen had en geen kans zag het geld binnen te krij gen, waarop ik zeide „jammer, dat de waar schuwing te laat komt". Dit bracht ons tot de vraag of het niet mogelijk zou zijn, dat de winkeliers zich onderling verbonden om elkan der voor slechte betalers te waarschuwen en aldus te voorkomen, dat deze hun schadelijk bedrijf ongestoord konden voortzetten en steeds nieuwe slachtoffers maken. Wij besloten een advertentie te plaatsen om instemming met ons denkbeeld te verzoeken. Circa 30 adhaesie- betuigingen kwamen binnen. Door overlijden van een familielid van den heer van Deursen en ongesteldheid van mij bleef de zaak rusten. Een jaar later plaatsten wij de advertentie op nieuw en ook thans ontvingen wij voldoende instemming, zoodat wij besloten allen, die hun adhaesie hadden betuigd, tot een bijeenkomst uit te noodigen, welke werd gehouden in een der lokalen van de sociëteit „De Kroon" en waar alle genoodigden present waren. De ver eeniging werd gesticht met als doel, niet al leen te waarschuwen tegen slechte betalers, maar ook te trachten door gepaste aanmanin gen de slechte betalers tot betalen te nopen. Hiermede was de Haarlemsche Handelsver- eeniging opgericht." De heer Visser kreeg het beheer van den informatie- en incassodienst en het bezoek aan zijn winkel werd nóg drukker en de praatjes over de toonbank werden nóg veelvuldiger en langer. In 1907 werd hij tot lid van den Haar- lemschen gemeenteraad gekozen. De eenvou dige winkelier, die, laten wij dit vastleggen, nooit of nimmer beweerd had, dat hij buiten gewone bekwaamheden bezat, groeide tot een gezien man in de Haarlemsche samenleving. Op een Katholiekendag te Delft gaf Z.H. Exc. Mgr. A. J. Callier den wensch te kennen, dat ook de R.K. Middenstanders zich zouden ver eenigen. En nadat eenige afdeelingen waren opgericht o.m. in Rotterdam en Den Haag, kwam er in datzelfde Delft een congres bijeen •om een Diocesane Hanze te stichten. De R.K. Middenstanders in het Haarlemsche zaten in die dagen niet dik in hun voormannen. Met op één na algemeene stemmen werd de heer Vis ser bij die gelegenheid tot voorzitter gekozen van den Diocesanen Bond en de heer Visser zag zich daarmede tot een der voormannen van den Nederlandschen Middenstand gebombar deerd. Aangezien hij zulke hooge aspiraties niet koesterde meende hij zich tevreden te moeten stellen met de functie van vice-voorzitter. De heer J. J. Verbeek uit Rotterdam werd toen voorzitter. Tijdens den oorlog was deze in mili tairen dienst en nam de heer Visser het voor zitterschap waar. Tevoren was hij, in 1911, bij de oprichting van de Hanze Bank tot direc teur daarvan benoemd, wat hij echter maar zes jaar bleef. Men ziet hieruit hoe voortdurend een beroep op den heer Visser werd gedaan en hoe hij, ondanks zijn verzet bijna, in de middenstandsbeweging omhoog werd gestuwd, maar nu de heer Visser eergisteren op „St. Barbara" aan den Schoterweg in den geze- genden ouderdom van 82 jaar ten grave is ge dragen, is het aanlokkelijk aan de nederige opkomst van de neutrale en katholieke midden- standsvereenigingen te herinneren. De heer Visser is èn van de eene èn van de andere een der bescheiden pioniers geweest. Alhoewel hij door zijn werkzaamheid in de landelijke vereenigingen druk in beslag werd genomen deed men ook in Haarlem een be roep op zijn persoon. Hij behoorde tot hen, die in het „Jaarboekje" vermeld stonden met het grootst aantal bestuursfuncties achter hun naam: lid van het Burgerlijk Armbestuur, lid van de commissie tot wering van schoolver zuim, lid van de commissie voor de bezwaar schriften inzake de plaatselijke belastingen, commissaris van de Bank van Leening, lid van de vereeniging tot verfraaiing van Haarlem en tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer, lid van het Informatiebureau voor het Vreem delingenverkeer, eenige malen voorzitter van de R.K. kiesvereeniging, lid van het Comité van Katholieke Actie, katholiek lid van de af- deeling Haarlem van het Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen. Wij zijn er zeker van, dat wij vele functies vergeten. Verschillende malen is de heer Visser ge huldigd. Uitbundig zijn zijn verdiensten ge prezen. Dinsdag stonden aan zijn graf eenige ver tegenwoordigers van organisaties en eenige vrienden. Sinds 1927 had hij afscheid genomen van den Haarlemschen gemeenteraad en zich uit het openbaar leven teruggetrokken. Er groeit in het organisatieleven al een gene ratie op, die zijn naam nog maar van overleve ring of in het geheel niet kent. Maar in de notulenboeken van menige vereeniging en instel ling zal zijn naam vermeld blijven. Hij zal ge noemd moeten worden telkens wanneer de op richtingsgeschiedenis van die vereeniging ver haald wordt of een moeilijk tijdperk herdacht. de steeds meer verwordende toestanden te re gelen. Hierna werd het financieel verslag uitgebracht over het boekjaar 1 Januari31 December 1934 van de sociëteit St. Bavo en gaf de voorzitter een overzicht van de begrooting 1935. Een fout zou spr. het vinden de salarisregeling afhanke lijk te stellen van de uitkomsten van de exploi tatie-rekening. Verder behandelde spr. in dit verband de verhoogde belastingen en de nood zakelijke onderhoudkosten van het gebouw. Het financieel overzicht sloot aan inkomsten en uitgaven op een bedrag van f73760.96 en gaf een winst aan van f 793.25. De voorzitter bracht dank aan allen, die heb. ben medegewerkt, in het bijzonder aan den heer Scholte en de familie Stevens voor de bereikte resultaten. Tenslotte deelde de voorzitter mede, dat een kleine technische commissie zal worden ingesteld om bij de uitvoeringen van eenige veranderingen in het gebouw het bestuur van advies te kunnen dienen. Woensdagavond werd onder presidium van den heer J. Ph. H. Castricum de maandelijksche vergadering gehouden van den bestuursraad van den R. K. Volksbond in de sociëteit St. Bavo. Ingekomen was een schrijven van het Cen traal bestuur met de mededeeling, dat R. K. jonge werkloozen zich kunnen opgeven om ar beid te verrichten in het werkkamp „de Lae- baard." Nadere inlichtingen worden door het bestuur gegeven. Medegedeeld werd dat Zondag 3 Maart een uitvoering zal worden gegeven. De baten zul len worden bestemd voor het fonds „Hulp in nood" en de werklooze leden van den R. K. Volksbond. Besloten werd aan het R. K. vervolgondei-wijs een bedrag van 25 gulden toe te kennen. Verder zal nader worden onderzocht, hoe in den ver volge de verhouding over dit subsidie bepaald kan worden. Bij de bespreking van in te dienen voorstellen voor de centrale raadsvergadering welke op 6 Mei te Amsterdam zal worden gehouden werd behan deld een schrijven van de afdseling Overveen met verzoek gezamenlijk een reeds eerder aan de orde gesteld voorstel in te dienen. Hierop werd afwijzend beschikt. Behandeld werd de ordening en gehoopt werd, dat deze meer toepassing zal vinden t.a.v. het wilde-autobus-verkeer in verband met de sala- ïieering en de rechtspositie van da chauffeurs. In overleg met het R. K. Werkliedenverbond zal er bij de Regeering op worden aangedrongen De R.K. Harmonievereeniging „Utile Dulci", onderafdeeling der St. Joseph-Gezellenvereeni- ging Haarlem I organiseert Zaterdag 2 Maart in het gebouw Jansstraat 59 een Vastenavond feest met medewerking van den humorist Piet de Vos en „The Marinacci's Accordeon Ensem ble". Voor het vroolijke gedeelte treedt op de muziekvereeniging zelf met een zevental num mers onder leiding van de heer H. A. Maas, De echtgenoote van den burgemeester, mevr. Maarschalk, is voorloopig verhinderd haar ont vangdag te houden. „In ons beroep, waarin het bovenal aankomt op een helder hoofd en kalme zenuwen, kan men niet voor zichtig genoeg zijn met het gebruik van genotmiddelen.Vooral indien ze schijnbaar van onschadelijken aard zijn. Daarom waag ik $e nooit aan coffe- ine, doch drink uitsluitend Koffie Hag." Koffie Hag is een keurmelange van de beste koffiesoorten, veredeld volgens de door nieuwe octrooien •beschermde werkmethode. De .toepassing van dit verbeterde Hag- procédé laat de aromatische oliën tot volle ontwikkeling komen. Dat is het geheim van het heerlijke aroma en den fij nen, pi ttigen smaak van Koffie Hag. (1) 'Bovenstaande uitspraak is authentiekde afbeelding van den persoon dient echter alleen ter illustratie en heeft geen nauw keurige gelf/kenit. In het St. Elisabethsgebouw aan de Jansstraat kwam de afd. Haarlem van den R. K. Vrouwen bond gisteravond in jaarvergadering bijeen. De belangstelling der leden was zoo groot, dat men bykans stoelen te kort kwam! Ook waren aan wezig mej. Feeters, eere-presidente en kapelaan P. Poppen, Geestelijk Adviseur, wiens binnen treden met applaus begroet werd. De presidente, mevr. Schousvan Delft, open de met groote voldoening de vergadering, om dat de opkomst zoo groot was en om de aan wezigheid van kapelaan Poppen en mej. Pee- ters, die hier, naar spr. zeide, eigenlijk een wapenschouw kwam houden. Ook de spreekster van den avond, mevr. Ellen Russe, werd har telijk verwelkomd, mede als lid van den bond. De secretaresse, mevr. SormaniDe Voogd, bracht hierna haar keurig jaarverslag uit, waar in erop gewezen werd, dat wel het ledental achteruit is gegaan, maar dat de kern goed is. Op punctueele en duidelijke wijze gaf spr. een overzicht van het wel en wee van de afdeeling in 1934 (er was veel wel en weinig weel). Ook de verrichtingen van de onderafdeelingen, welke naar het jaarverslag zeide, zoozeer aller sym pathie en waardeering verdienen, werden uit voerig gememoreerd. Het jaarverslag toonde, dat de Vrouwenbond ook weer in 1934 heel wat aan zijn leden heeft geboden en dat het ver- eenigingsleven zeer opgewekt is, wat trouwens tevens wel bleek uit deze zeer drukbezochte jaarvergadering. Ten slotte bracht het jaarverslag hulde aan de bestuursleden persoonlijk, in het bijzonder aan de presidente, en aan kapelaan Poppen en mej. Peeters. Dan las de penningmeesteresse, mej. Th. Tep- pema, haar eveneens zeer overzichtelijk jaar verslag voor. De ontvangsten bedroegen 1659.28, de uitgaven ƒ1650.19, zoodat het batig saldo ƒ9.09 groot is. Het aantal leden van de afdeeling bedroeg 550. Er bedankten 25, maar dank zy de pro- pagandaclub kwamen er weer 30 bij, zoodat er nu weer 555 leden zijn. Het aantal donatrices verminderde van 26 op 21. Spr. besloot met een opwekking om steun voor het zegenrijk werk van de Juliaantjes, die met een groot geldtekort te kampen hebben. De controle-commissie had de boeken en be scheiden van de penningmeesteresse in orde be vonden en déchargeerde dit bestuurslid. De presidente dankte secretaresse en pen ningmeesteresse voor haar, met groote aandacht door de aanwezigen gevolgde verslagen en voor haar arbeid in het belang van den bond verricht. Ook bracht spr. dank aan de afgetreden be stuursleden mevr. Weber en mej. Lohman voor haar werk als zoodanig. Op voorstel van mevr. Weber werden mevr. Schousvan Delft en mej. Th. Teppema bij acclamatie tot bestuursleden herkozen. Tijdens de uiteraard veel tijd eischende be stuursverkiezing ter voorziening in de vacatures, las mevr. Ellen Russe een aardig verhaal voor van Felix Timmermans, getiteld: „De Dinsdag- sche Heilige". Ter toelichting deelde ze mede, dat met deze Heilige de H. Antonius van Padua bedoeld is, die in Vlaanderen „St. Antonius zonder het varken" genoemd wordt ter on derscheiding van den H. Antonius Abt, die steeds met een varken afgebeeld wordt. Het tweede deel van den titel „Humor en wee moed" van de voordracht kwam in meerdere mate tot uiting in het volgende, door mevr. Russe gedeclameerde verhaal van Felix Tim mermans „Oranjebloemekehs". Beide oogstten veel succes. De ondanks haar hoogen ouderdom nog zeer vitale mej. Peeters vertelde daarna ter afwisseling eenige geestige anecdoten, die natuurlijk evenzeer insloegen. De uitslag der gehouden stemming was, dat mevr. mr. E. Prinzvan Swaay en mevr. C. VisserThijssen tot bestuursleden waren ge kozen. Op voorstel van mevr. Steger werd mevr. Schousvan Delft bij acclamatie herkozen tot presidente. Toen mevr. Schousvan Delft ech ter meende, dat men het nu wel vervelend zou vinden, dat zij alwéér presidente zou zijn, toon den de aanwezigen op onweerlegbare wijze het tegendeel! Mevr. Schousvan Delft dankte voor haar herbenoeming en wees op de goede onder linge verstandhouding tusschen bestuur en le den. Zij wekte op zich op te geven voor de Crescendoclub en herinnerde eraan, dat Mgr. Aengenent het beter vindt, dat dames niet aan den Stillen Omgang deelnemen. Spr. spoorde aan wel deel te nemen aan de St. Jansprocessie te Laren, waarvoor zich dan ook velen staande de vergadering opgaven. Medegedeeld werd, dat op 21 Maart Prof. Dr. Alph. Steger zal spreken over de Abdij van Eg- mond. Desverzocht zal een excursie naar liet Bisschoppelijk Museum georganiseerd worden. Na de pauze, waarin den aanwezigen 'n voed zame verrassing werd aangeboden, feliciteerde mevr. Schousvan Delft de nieuwe bestuurs leden met hare verkiezing. Spr. deelde mede, dat de hoofdprijs van de loterij nog steeds niet is afgehaald. Mevr. Ellen Russe gaf hierna het tweede deel van haar geestige voordracht en hoezeer ook dit in den smaak viel en algemeen leuk en eenig werd gevonden bleek wel uit de aandacht en het medeleven van de aanwezigen voor en met het leutige Vlaamsche verhaal. Bij de rondvraag informeerde mej. Peeters naar de propaganda van den R. K. Vrouwen bond in Bloemendaal. Mevr. VisserThyssen dankte voor het in haar gestelde vertrouwen en de presidente verzocht allen, die een of andere excursie wenschen, dit schriftelijk aan het sec retariaat te doen weten. Tenslotte hield kapelaan Poppen een kem- achtigetoespraak. Hij wenschte den herkozen en pasgekozen bestuursleden geluk met hare be noeming en wekte allen krachtig op leeken- apostelen te zijn. Juist de R.K. Vrouwenbond is de aangewezen bond om het leekenaposto- laat te beoefenen. Dat te doen moet voor de katholieke vrouw een bewijs van dankbaarheid zijn voor hetgeen de kerk voor haar is. Maar hoe dikwijls komt het niet voor, dat als er eens iets gedaan moet worden, een actie op touw ge zet, dan de vrouwen, die den meesten tijd hebben het minst behulpzaam zijn. Juist dan echter moeten wij ons goede leden van den R. K. Vrouwenbond toonen. Spr. spoorde aan ook de ontwikkelingscursussen te volgen. Laten wij dit voornemen van deze vergadering medenemen, zoo besluit spr.: laten wij het be stuur in alles medewerking verleenen (applaus). Met een kort dankwoord van de presidente werd de geanimeerde vergadering gesloten. Bij Koninklijk besluit is aan den technisch- lioofdambtenaar van den Rijkswaterstaat A. G. F. Kerkkamp, te IJmulden, op zijn verzoek, met ingang van 1 April 1935, eervol ontslag uit zijn betrekking verleend. Naar men ons mededeelt, is de trekking der loterij van de Winterhulpactie, welke 25 Fe bruari zou plaats hebben, uitgesteld. In ieder geval zal zij voor 28 Maart geschieden. Het Comité zal met al zijn medewerkers en het bestuur van den R. K. Volksbond Maan dagavond bijeenkomen in gebouw St. Bavo. Dan zal een overzicht worden gegeven van de resultaten, tot heden bereikt. Omstuwd door een juichende menigte, werden red ders en geredden naar het paleis teruggevoerd. Kapi tein Benson genoot de eer om Inez te dragen en Tuan, de kroonprins, leidde Hal de trappen van het paleis op, waar de vorst hen met ongeduld afwachtte. Montezuma had alles gezien. Met den verrekijker van kapitein Benson had de vorst zich den ganschen tijd vermaakt, en toen hij de noodkreten op het meer hoorde, was hij een machteloos getuige van het on geluk, dat bijna zoo vreeselijk was afgeloopen. Met uitgestrekte armen snelde Montezuma op de redders van zijn kinderen toe en dankte hen bewogen voor hun dappere daad. Na de enthousiaste dagbladverslagen van den Oostenrijkschen avond in den Haagschen Prin- cesse-schouwburg én in de Doelenzaal te Rotter dam waren Haarlems verwachtingen hoog ge spannen. Gisterenavond heeft ook Haarlem zijn Oos tenrijkschen avond gehad in de gemeentelijke concertzaal aan de Lange Begijnenstraat. Oostenrijk moet reclame maken. Het officieel reclame-maken van regeeringen cn provincie besturen is reeds zoo algemeen geworden, dat we ons er niet meer aan stooten. En als dit re clame-maken geschiedt op de wijze, waarop het Ocstenrijksche Ministerie van Handel en Verkeer dit doet, is elke ergernis reeds van te voren uitgesloten. Niemand kan ontkomen aan de betoovering van het barokke Weenen, van Oostenrijk dat nooit schijnt te kunnen veranderen tot Ger- maanscbe energie of tot de intuïtie van het nabije Italië. Men kan daar rouwig om zijn, maar voor wie van Oostenrijk houdt, zijn de Oosten rijkers toch het liefst zooals ze altijd waren. Aan het begin van den avond sprak de heer H. G. Tulp, leider van den Oostenrijkschen Pro- pagandadienst m Nederland een inleidend woord. Zijn taak werd overgenomen door de mooie film van Weenen, de prachtige «Donaustad, bekroond door de karakteristieke silhouetten van Fischer von Erlach. Dan volgde het programma, waarom men naar de concertzaal gekomen was, balletten en solo- dansen van Frau Hedy Pfundmayr, de eerste solo-danseres van de Weensche Staatsopera, met haar dansgroep en de liederen van Fraulein Grete Küster, operette-zangeres. Grete Küster zong naast enkele filmschlagers liedjes van het Oostenrijksche land, die niet zoover buiten de traditie staan van Mozart, Schubert en Strauss, de traditie welke in Wee nen onverwoestbaar schijnt te zijn. Men kan moeilijk zeggen, dat Fraulein Küster bijzonder fraai zong, maar zij deed het ongetwijfeld pret tig. Vooral de liedjes in dialect, als het komische „Taubenliedchen", oogstten grooten bijval. Ter afwisseling verbaasde de zangeres haar Haar- iemsch auditorium met technisch zeer sterke fluitsoli (zonder instrument wel te verstaan). Ook bij de balletten trad zy enkele malen op om een komische zangrol te vervullen. Deze balletten, klassieke en populaire, hadden een eigenaardige perfectie, een bijzondere warm te die aan onze Hollandsche onwennigheid te hulp kwam. Op muziek van den ouden Bach werd de dans „Kirchenfenster zu St. Stephan" uitgevoerd, die ondanks de verrassende vondsten en doordachte symbolische gebaren toch niet zoo kon overtuigen als de lichter uitgewerkte balletten die volgden. Voor de pauze was het geestige ballet op het Scherzo van Schubert wel het best te waardeeren; na de pauze kwam het landelijk dansspel „Dorfgeschichten", waarin enkele onvergetelijke komische fragmenten blijkens het hartelijke applaus volop gewaar- derd werden. We denken b.v. aan de verrichtin. gen van de dienstmaagd, Fraulein G. Bock, een danseres die wij verder niet met name in het programma vermeld vonden. Als soliste voerde Hedy Pfundmayr een wals op muziek van Joh. Strauss en een dans „Am Opemball" van H. Graupner uit. Het was een bijzonder genoegen de artisticiteit van deze be gaafde danseres in deze geheel verschillende nummers te kunnen bewonderen. •Opmerkelijk was de fijne smaak, waarmede de talrijke costuums waren uitgevoerd. Elk bal let had zijn eigen, individueel verantwoorde, kleurengamma. De pianist begeleidde zwaar; en kele malen overheerschten de forsch gespeelde melodieën het fijne sentiment der Weensche dansen. Er zou nog meer op te merken zijn. Het witte doek was volstrekt niet berekend op de forsche Weensche stadsgezichten en op de grootheid van het Oostenrijksche landschap. Ook "zou men op zulk een avond liever de sfeer van een ge moedelijken schouwburg rond zich voelen. Vervolgens zou men kunnen betwijfelen, of het gekozen luchtige programma wel voldoende representatief was voor de prestaties van de Weensche Staatsopera. Maar dit zou niet eerlijk zijn. Het betrof een propaganda-avond dien men als zoodanig te beoordeelen heeft. En als pro paganda is zij uitstekend geslaagd. Na afloop werd na een aarzelende poging om de nieuwe tekst van het Oostenrijksche volkslied te reproduceeren, het vaderlandsche „Wilhel mus" gezongen met een enthousiasme, dat mis schien de beste maatstaf is om het succes van den avond af te meten. Cab. De lezing voor bovengenoemde commissie, wel ke hedenavond gehouden zou worden door den heer Henri Hermans, lid der Tweede Kamer, over de toekomst der standsorganisaties, is wegens ziekte van den spreker uitgesteld tot naderen datum. Alhier zijn van 17 tot en met 23 Februari 3 gevallen van roodvonk en 3 gevallen van diph- therie, waaronder twee gevallen in één gezin, voorgekomen. i HOOFDSTUK I HET KRUIS VAN DEN TSAAR De markies van Scraye opende op dien Octobermorgen zijn oogen en keek in het ver trouwelijk gezicht van zijn kamerdienaar, die, volgens onveranderlijk gebruik, zijn meester precies om zeven uur thee met beschuit bracht. Hij bemerkte onmiddellijk dat de man keek, zooals alle menschen kijken, die nieuws willen mededeelen, en hij sprong overeind, be grijpende dat er iets aan de hand was. Zoo, Beevers, wat voor nieuws? vroeg hy. De bediende kuchte en keek naar de deur. Viner, mijnheer hij wilde u spreken, zoo spoedig mogelijk. Hij is enfin, hij wacht in de gang, mijnheer. De markies gleed langzaam uit bed en trok de ochtendjas, die Beevers ophield, aan. Ik veronderstel, dat er vannacht iets niet in orde was, mompelde hij. Ik weet het niet, mijnheer. Ik heb ner gens van gehoord, maar Maar? vroeg de markies. Ik meende, dat Viner er wat ontdaan uit zag, mijnheer, antwoordde Beevers rustig. Min of meer statig liep hy dan naar de vensters, trok de gordijnen open en ging naar de deur. Zal ik hem nu binnen laten, mijnheer? vroeg hij. De markies schoof zyn voeten in een paar muilen en nam, terwijl hij bevestigend knikte op de vraag van zijn bediende, een beschuit; dan schuifelde hij door de kamer, om zien op de hoogte te stellen van den aard van het weer. Een oogenblik later rukte hij zich los uit zijn beschouwing over den prachtigen ochtend en keerde zich naar zijn huismeester, een for- schen, ernstigen man van middelbaren leeftijd, wiens gezicht, dat zag men onmiddellijk een uitdrukking had van angst en verslagen heid. Hij wierp een snellen blik naar de deur, toen de bediende deze aan de andere zijde sloot en een oplettend beschouwer zou er tien tegen één om kunnen verwedden, dat, als hij spreken zou, het zou zijn met een fluisterende stem. Wel, Viner, wat is er aan de hand? vroeg de markies, langzaam een kopje thee drinkend. Staat het huis in brand, of hebben we bezoek gehad van inbrekers, of wat is er? De huismeester kwam dichter bij zijn heer staan en schudde het hoofd. Zijn stem trilde. Mijnheer hebt u hebt u iets weg genomen uit de koninginnezaal, vannacht? vroeg hij opgewonden. Iets uit de Koninginnezaal? vannacht? riep de markies uit. Nee, beslist niet, Viner. De huismeester kreunde en wrong zijn grove handen. Dan, mijnheer ben ik bang nee eigenlijk ben ik er zeker van, dat het kruis van den Tsaar verdwenen is. Weg, mijnheer verdwenen! Het Tsarenkruis, mijnheer!! De markies zette het theekopje, dat hij juist aan zijn mond bracht, neer. Hij keek zijn huismeester aan, alsof deze hem be richt had, dat het einde van de wereld over een uur zou genaderd zijn. Het kruis van den Tsaar! riep hij uit. Het kruis waarom? Ik heb het gisterenmiddag zelf nog gezien, Viner! Viner slaakte een diepen zucht en schudde weer zijn hoofd. Ik zelf zag het gisteravond nog, mijn heer, antwoordde hy bedrukt. En Peters ook. U weet het misschien niet, mijnheer, maar Peters en ik we maken eiken avond een rondgang door de statiezalen. Alles was in orde, mijnheer, gisteravond om half elf. Maar, het kruis van den Tsaar is er nu niet meer. De markies dronk in gedachten zyn thee. Dan at hy de rest van de beschuit, die hij verkruimeld had toen Viner binnentrad, op. Inbrekers? zei hij opeens. Ik denk het niet, mijnheer. Omdat, ant woordde de huismeester, kalmer wordend onder den invloed van 's meesters onverstoorbaar heid, als het inbrekers waren geweest, zouden zij ook wel andere dingen meegenomen hebben. Mijnheer weet immers, hoeveel waardevolle stukken bewaard worden in de kabinetkast van de koninginnezaal. Maar er wordt, behalve het kruis, niets vermist. De markies knikte. Peinzend staarde hij voor zich uit. Opeens wendde hij zich met een scherp speurenden blik tot den huismeester. Je hebt toch aan niemand iets hiervan gezegd, Viner? Geen woord, mijnheer ik ben regel recht naar u gekomen. Ik heb het zelfs niet aan Peters verteld nee ik heb hem zelfs nog niet gezien vanmorgen. In orde spreek er met geen sterve ling over, zei de markies. Kom mee ik wil eens gaan kijken in het kabinet. Hy gaf den huismeester een teeken, om hem voor te gaan; in de gang wenkte hy den be diende, die daar wachtte. Beevers, zei hij, laat niemand nie mand! merken, dat Viner zoo vroeg bij mij is geweest. Begrepen? Uitstekend, mijnheer, antwoordde Beevers. De markies en de huismeester liepen zwij gend door den corridor tot zij aan een deur kwamen, die diep in den muur was gebouwd. Viner nam den sleutel; toen de deur openviel, stonden zij voor een oude steenen trap. Een muffe lucht sloeg hun uit het schemerduister tegemoet. De markies daalde af met het ver trouwen van iemand, die het gewoon is; aan den voet van de twintig treden duwde hij een zijdeur open, die verborgen was achter dikke gordijnen en bevond zich in de anti-chambre van de voorname statie-zalen, waarin meer dan één zijner voorvaderen op verschillende tijden koningen en koninginnen, ambassadeurs en prinsen hadden ontvangen. Een prachtige suite van de zeventiende eeuwsche kamers lag aan de eene zijde van het huis en keek uit op den Hollandschen tuin, waarom Scraye beroemd was. De statiezalen waren opgenomen in de lijst van bezienswaardige gebouwen van Enge land en waren te bezichtigen op bepaalde dagen in de week door iedereen, die een shil ling wilde offeren voor de armen van het naburige dorp. Van heinde en verre kwamen de menschen, om door deze zalen te wandelen, de oude meubelen te bewonderen en de groote, dikke tapijten, de schilderyen, het porselein en de kunstvoorwerpen, verzameld door de mar kiezen van Scraye sedert de dagen der Tudors. Maar in het bijzonder kwamen zy, om de koninginnezaal te zien en te bewonderen, waarin het bed met de kanten lakens en onveran derd gebleven spreien stond, dat eens gediend had tot rustplaats van de vermoeide, vorstelijke ledematen van koningin Elisabeth en om de kussens, waarmee zij waarschijnlijk eens haar kamermeisje had weggejaagd. Alles in deze zaal was gebleven, zooals het was, toen de groote koningin er verbleef en zoo was alles er blijven staan tot het viel onder de voor werpen, die alle een eeuwenoude herinnering terugriepen. De markies en zijn huismeester liepen snel naar dit beroemde appartement en zonder te letten op andere dingen richtten zij zich on middellijk naar de kabinetkast, die twee groote glazen deuren had, en die in de zwaar houten lambrizeering was ingebouwd, naast de ge beeldhouwde schouw. De kast bevatte vier lig gende planken overtrokken met fluweel, waarop schitterende en kostbare curiositeiten lagen. In hun tijd hadden de markiezen van Scraye een voorname plaats bekleed in de poli tieke en diplomatieke wereld; eenigen van hen waren ambassadeur geweest aan de voorname vreemde hoven; deze kast, klein, maar goed verzorgd, bevatte geschenken van onder scheidene monarchen en aanzienlijken. Hier lag een met juweelen versierd relikwie uit de twaalfde eeuw, aan den zesden markies geschonken door Paus Clemens den Veer tienden; daar een miniatuur, in diamanten gevat, geschonken door Louis PhilipDe aan den achtsten markies, als blijk van zijn koninklijke erkentelijkheid voor een bewezen dienst. Er lagen ringen, gegraveerde edel- steenen, armbanden, snijwerk, miniaturen, oude snuifdoozen, alle geschenken aan de familie van koningin en keizers, groothertogen en voor name gezagdragers. En daar had ook moeten liggen het was zeker, dat het er nu niet meer lag het prachtige diamanten kruis, een geschenk van den Tsaar aller Russen aan den markies van Scraye, die met tact en onderscheiding de diplomatieke diensten had gedaan, welke leidden tot den vrede van Tilsit in 1814. Een enkele blik in het kabinet was vol doende voor den tegenwoordigen drager van den historischen titel, om er van overtuigd te zijn, dat zyn huismeester de waarheid gezegd had. Hij keerde zich naar rijn dienaar met een blik van pijnlijke verrassing in zijn oogen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5