Het gouden Waagstuk
Verbindendverklaring aanvaard
toelating en verblijf
Brandstichtings
affaire
Herclassificatie
VAN VREEMDELINGEN
DE VISSCHERIJ OVER
JANUARI
ZATERDAG 2 MAART 1935
TWEEDE KAMER
De Regeering zal den toegelaten
vluchtelingen elke politieke
actie blijven ontzeggen
Interneeringskamp in
voorbereiding
Merkwaardige capriolen
Wijzigingen
Interpellatie-W ijnkoop
hen
Geen herhaling van Laren
D O O R
FLETCHER
Te ruime opvatting
Spiegelglasindustrie
Massaal ontslag te Sas van Gent
Het crisis-zeevisch-
besluit
De uitvaar certificaten thans
verzonden
Mededeelingen van het Dep. van
Economische Zaken
DE LENTE IN AANTOCHT
Ministerieele bepalingen omtrent
eieren
Caféhouder en melkhandelaar
gearresteerd
Nieuw licht in oude
zaak
CONFLICT BIJ SCHOEN
FABRIEK
Voorstel van Rijksbemiddelaar
vond ingang
„HET IVOREN KRUIS"
Zilveren jubileum der vereeniging
ter bestrijding van tandbederf
Zuivelexport naar
Duitschland
Overname van melkleveranciers
van de eene fabriek door
de andere
De roode haan kraait
Boerderijbranden in Brabant
Te Oss
Te Arcen
DE „WILDE" BUSDIENSTEN
Ook Vrijdag geen controle
Het Georganiseerd Overleg advi
seert tot beperking
DE BEDROGEN DIEF
Krijgslist van een bestolen
arbeider
De postvluchten
UIT DE STAATSCOURANT
(Wordt vervolgd)
DEN HAAG, 1 Maart 1935.
Met 63 tegen 1 7 stemmen heeft
de Tweede Kamer het ontwerp tot
verbindend- of onverbindendver-
klaring van ondernemersovereen
komsten goedgekeurd en daarmee
een eerste streep gezet onder het ten
einde loopend tijdperk der indivi
dualistische economie.
De 17 afgevaardigden, die tegenstemden,
vormden een nogal bont gezelschap. Het waren
öe 6 aanwezige liberalen, de 4 communisten, de
3 leden der Kerstenfractie, de revolutionnair-
socialist Sneevliet, de Hervormd-Gereformeerde
Ds. Lingbeek, van de Christelijk.Historische
fractie de heer Weitkamp en van de Anti-revo-
'utionnaire fractie Prof. Visscher.
Vóór de wet stemde ook de afgevaardigde der
Katholiek Democratische Partij, Mr. Arts. Het
i'erbaasde ons evenzeer als zijn zwijgen bij deze
belangrijke aangelegenheid ons reeds verwon.
derd heeft. Want herinneren wij ons wel, dan
stemde in 1927 zijn partijleider Prof. Veraart
b^t de communisten en de Kerstenisten tegen
de civielrechtelijke regeling van de collectieve
arbeidsovereenkomsten (en is deze ook tegen
de verbindendverklaring daarvan gekant)omdat
dat allemaal prutswerk is en naar zijn (Prof.
Veraart's) oordeel de verordening hier de eeni-
oplossing kan zijn. De capriolen, welke deze
Katholieke dissidenten maken, zijn toch wel
Uiterst merkwaardig.
Er zijn in het ontwerp door overneming van
^bige amendementen nog een drietal wijzigin-
Ben aangebracht.
De anti-revolutionnair SMEENK had succes
Jdet een amendement, waardoor de beschikking
t°t verbindend- en onverbindendverklaring de
motieven zal moeten behelzen, waarop zij
steunt, en met een ander amendement, dat de
Verpllchting tot geheimhouding aan de leden
der Vaste Commissie regelt in den geest, waar-
In dit in de Arbeidsgeschillenwet geschied is.
Eh de sociaal-democraat Dr. VAN DEN TEM
PEL zag door overneming van een zijner amen
dementen alsnog in de wet neergelegd, dat de
Elinister evenals dat met de Landbouwcri-
s'swet geschiedt tweemaal per jaar aan de
Etaten.Genera'al een verslag zal moeten uit
brengen over de toepassing der wet.
De rest van den middag is heengegaan aan
eeh interpellatie-Wijnkoop over de houding,
d°or de Regeering tegenwoordig aangenomen
tegenover toelating en verblijf van vreemdelin.
Sen hier te lande.
Nieuwe gezichtspunten heeft die interpella-
l®. waarin ook de revolutionnair-socialist
^NEevliet en de sociaal-democraten VLIE
DEN en DUYS zich even mengden, niet ge
beend.
Nïinistet VAN SCHAIK legde uit, dat het
°Urustbarend accres van den vluchtelingen-
sfroom uit Duitschland de aanleiding is ge
weest tot een stren
gere selectie, waar
toe de krachtens be
sluit van den Minis
terraad uitgevaardigde
circulaire van 30 Mei
1934 de betreffende
autoriteiten aanzette.
Die stroom van vluch
telingen, welke steeds
maar bleef aanhouden,
bracht groote econo-
Ministcr van Schaik mische bezwaren met
zich, omdat de werk-
Be'egenheid hier te lande tóch al zoo be
merkt is. En bovendien waren er onder de
V1uchtelingen tal van crimineele typen en
^bhschen, wier levenswandel of handels-
methoden aanleiding waren, om tegenover
een specialen maatstaf aan te leggen.
Minister heeft erkend, dat de inrich-
^8 van een interneeringskamp in voorbe-
reiding is. Men behoeft dan niet, gelijk on
langs met een dertigtal communistische agi
tatoren geschied is, die geen pas hadden of
valsche papieren, de ongewenschte elementen
in een gevangenis onder te brengen, als hun
ne uitwijzing bezwaren zou opleveren. Een
geval als zich met de indertijd te Laren ge
arresteerde vreemdelingen heeft voorgedaan,
zal dus in de toekomst zijn uitgesloten.
Minister van Schaik heeft nog eens dui
delijk gezegd, dat het asylrecht bij de Re
geering in goede handen is, maar dat zij
den toegelaten vreemdelingen elke politieke
actie, hoe die dan ook getint zij, zal blij
ven ontzeggen.
Dat dit den communist Wijnkoop niet naar
den zin is, spreekt vanzelf. Hij eischte uit
drukkelijk vrijheid voor de politieactie tegen
het fascisme. Trouwens, ook de sociaal-demo
craat Vliegen heeft nog altijd een veel te ruime
opvatting van het asylrecht. Hij vergeet, als
hij verwijst naar de tachtiger jaren, waarin
vele Duitsche sociaal-democratische uitgeweke
nen hier te lande aan politiek bleven doen. en
naar den tijd, waarin Marx en Engels tegen
Duitschland ageerden vanuit het buitenland,
dat de tijden wel eenigszins veranderd zijn.
Evenals de communist de Visser, die steeds
maar interumpeerde: „die menschen doen toch
niet aan Nederlandsche politiek!" en hardnekkig
voorbijzag, dat een communist, die wereldrevo
lutie predikt en propageert en voorbereidt,
daardoor alléén reeds zich richt óók tegen het
régime van het land, waar hij het asylrecht
opeischt.
Den heer Vliegen heeft minister van Schaik
tenslotte uitgelegd, dat het interneerings
kamp weliswaar geen gevangeniskarakter
hebben zal, maar dat er toch óók geen dus
danig régime zal heerschen, dat de animo
voor een langdurig verblijf gewekt zou
worden. v
De vraag, of de geïnterneerden de vrijheid
zullen behouden, om ons land te verlaten, be
antwoordde de minister bevestigend, al zal zich
hier voor de Duitschers de practische moei
lijkheid blijven voordoen dat België eigenlijk
het eenige land is, waar zij heen kunnen. Maar
België zal er geenszins evenmin als Neder
land op gesteld zijn, deze menschen toe te
laten. En dan komen ze weer terug!
De interpellatie eindigde ditmaal o won
der. zonder motie.
Op de spiegelglasfabriek te Sas van Gent,
waar gedurende de laatste tijden herhaaldelijk
inkrimpingen van de normale bedrijvigheid
hebben plaats gehad, zijn opnieuw zeer belang
rijke ontslagen aangezegd. Thans betreffen
deze het grootste gedeelte van het technisch
en kantoorpersoneel.
De betreffende fabriek behoort tot de inter
nationale industriegroep der Maatschappij St.
Gobain te Parijs. In normale omstandigheden
gaf de Sas-van-Gentsche spiegelglasfabriek
aan circa 800 personen werk. Thans dreigt al-
geheele stopzetting; dit als gevolg van de con
centratiemethode van het concern, waardoor
de productie wordt overgeheveld naar fabrie
ken, die worden geacht het best daarvoor in
aanmerking te komen. In dit geval zijn dat in
het buitenland werkende fabrieken, die van
daaruit de voor Nederland bestemde orders op
spiegelglas uitvoeren.
In verband met het vorenvermelde massale
ontslag heeft het gemeentebestuur van Sas
van Gent zich telegrafisch tot den Minister
van Economische Zaken gewend met het drin
gend beroep op den Minister om de voor Sas
van Gent dreigende ramp af te wenden door
alsnog tot het contingenteeren van den invoer
van spiegelglas over te gaan.
In artikel 2 van het Crisis-Zeevischbesluit
1934 I wordt bepaald, dat de aanvoer van zee-
visch in Nederland door visschersvaartuigen,
voorzien van een Nederlandsch letterteeken,
slechts toegestaan is aan hen, die als georga-
niseerden tot de groep „Eigenaars en/of ge
bruikers van zee- en kustvaartuigen" bü de
Nederlandsche Visscherij-Centrale zijn toege
laten, mits zij voorzien zijn van een uitvaar-
certjficaat, zonder hetwelk geen schip mag uit
varen ter zeevischvangst.
De voorbereiding, noodig om een re«eTmatir
gen gang van zaken te verzekeren, heeft thans
haar beslag gekregen.
Vrijdag zijn de uitvaarcertificaten door de
Nederlandsche Visscherij-Centrale aan alle be
langhebbenden gezonden.
Ingaande 4 Maart a.s. mogen geen visschers
vaartuigen ter zeevischvangst meer uitvaren
zonder in het bezit te zijn van een uitvaar
certificaat.
Voorts wordt er de aandacht op gevestigd,
dat in elke aanvoerplaats van zeevisch een
ambtenaar is aangesteld, die belast is met de
inning van de 1 pet. heffing van de bruto-
besomming, tot de betaling van welke hef
fing eenieder, aan wien een uitvaar
certificaat is uitgereikt, zich tegenover de Ne
derlandsche Visscherij-Centrale heeft ver
bonden.
Om een geregelde administratie te kunnen
voeren wordt een beroep gedaan op de mede
werking van alle georganiseerden, direct bij
ontvangst van de opbrengst van de besomming
de heffing te betalen, resp. te doen afhouden.
De Afdeeling Visscherijen van het Departe
ment van Economische Zaken deelt het vol
gende mede omtrent de kustvisscherij en de
visscherij in het IJselmeer.
De weersgesteldheid was voor de uitoefening
der visscherij over het algemeen gunstig.
In de Waddenzee en het niet.afgesloten ge
deelte van de Zuiderzee werd de visscherij druk
ker, in de Zuidhollandsche stroomen en zee
gaten minder druk uitgeoefend dan in Januari
1934.
De geldelijke uitkomsten der visscherij in de
Waddenzee en het niet afgesloten gedeelte van
de Zuiderzee waren beter, in de Lauwerzee en
den Dollart, het IJselmeer en de Zuid-Hol-
landsche stroomen en zeegaten daarentegen
slechter dan in Januari van het vorige jaar.
De hoeveelheid en opbrengst der aangevoer
de visch bedroeg n.l. volgens voorloopige op
gave respectievelijk in de Lauwerzee en den
Dollart 10.338 K.G. en ƒ271—, in de Wadden
zee en het niet afgesloten gedeelte der Zuider
zee 2.899.520 K.G. en ƒ52.846.in het IJsel
meer 151.807 K.G. en ƒ31.209.in de Zuid-
Hollandsche stroomen en zeegaten 121.524 K.G..
en 15.780.Uit Zeeland werden verzonden
1.397.300 oesters ter waarde van ƒ58.400.en
4.099.300 K.G. mosselen ter waarde van
53.223.—.
In het IJselmeer leverde de botvisscherij
met staande netten over het algemeen goede
vangsten op. De kwaliteit van de bot was zeer
goed. Het resultaat der spieringvisscherij met-
sleepnetten was weinig loonend. De gevangen
spiering was klein van stuk en bracht wei
nig op.
In de Waddenzee en het niet-afgesloten ge
deelte van de Zuiderzee bleven de haringvang
sten met kommen langs de Texelsche en Hel-
dersche kust van zeer weinig beteekenis.
Bij Harlingen en Wieringen was het resul
taat voor enkele visschers zeer goed.
De botvisscherij leverde niet veel op. De vis
scherij op garnalen, welke gekookt werden af
geleverd, nam geleidelijk af wegens gebrek aan
afzet, terwijl de visscherij op garnalen, welke
levend naar Amsterdam werden verzonden, nog
slechts in de eerste week der maand werd uit
geoefend. Van de mosselpereeelen werden ruim
2000 balen mosselen afgevischt en naar Rot
terdam vervoerd. Op de natuurbanken werd
hoofdzakelijk gevischt voor den export naar
Engeland. De visscherij op mosselen voor een
denvoeder werd door elf Wieringer motorvaar
tuigen voortgezet. Het resultaat der wulken-
visscherij was tamelijk goed. De prijzen waren
hooger dan in December. De alikruikenvissche-
rij leverde slechts geringe vangsten op.
In de Zuid-Hollandsche stroomen was de
ankerkuilvisschery vrij goed loonend. Er werd
nog al wat spiering, bot, haring en boIK ge
vangen. De spieringdrijfnetvisscherij leverde
maar weinig bevredigende vangsten op. De toe
stand in de garnalenvisscherij bleef bij voort
during slecht. Wel konden af en toe betrek
kelijk goede vangsten worden gemaakt, doch
daarvoor was niet voldoende afzet.
De Minister van Economische Zaken heeft
bepaald, dat in het geheele Rijk is toege
staan:
Het zoeken, rapen en buiten openbare
wegen en voetpaden vervoeren van eieren van
kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's,
tureluurs, meerkoeten en waterhoentjes van
af heden tot en met 28 April.
Het ten verkoop in voorraad hebben, te koop
aanbieden, verkoopen, afleveren en langs open
bare wegen en voetpaden vervoeren van eieren
van bovengenoemd waterwild is toegestaan van
heden af tot en met 30 April.
Het zoeken, rapen, ten verkoop in voorraad
hebben, te koop aanbieden, verkoopen, afleve
ren of vervoeren va neieren van zwanen, gan
zen, eenden, (alle soorten), duikers, water
snippen en goudplevieren, is niet toegestaan.
Op 17 December 1933 brak onder zeer
verdachte omstandigheden brand uit in de
woning van den melkhandelaar G. te Am
stelveen. De achterkamer stond plotseling
in lichter laaie. Uit het onderzoek van po
litie en brandweer bleek, dat een keteltje
met benzine op de kachel was geplaatst en
men dus opzettelijk brand had gesticht.
Het laatst was de woning verlaten door den
jeugdigen knecht van den melkhandelaar en
hij werd den volgenden dag gearresteerd. Te
gen zijn gewoonte in was hij den bewusten
nacht niet thuisgekomen, maar had hij gesla
pen in de woning van een caféhouder in de
Haarlemmermeer. De melkknecht werd wegens
brandstichting door het Amsterdamsche ge
rechtshof veroordeeld tot anderhalf jaar ge
vangenisstraf. Zoowel in eerste instantie als
in hooger beroep had hij volgehouden volko
men onschuldig te zijn, doch verder wenschte
hij geen mededeeling te doen, omdat hij
zooals hij zeide geen twee gezinnen in het
ongeluk wilde storten.
De verdediger, mr. M. Schorlesheim, had in
een uitvoerig pleidooi verdachte's onschuld be
pleit, doch ook hij was door de zwijgzaamheid
van verdachte gebonden in zijn nadere mede
deelingen.
Voor het hof werd de melkknecht iets spraak
zamer en hij beschuldigde zijn patroon, iemand
niet hem te hebben overgehaald. Deze
ontkende echter hardnekkig en hij voerde o.m.
aan dat hij dien dag met zijn vrouw een tocht
op schaatsen had gemaakt. De caféhouder was
eveneens slechts als getuige opgetreden en ook
hij had ontkend, iets met de zaak te maken
te hebben, zoodat het Hof in weerwil van de
ontkentenning tegen den melkknecht een ver-
oordeelend vonnis uitsprak.
Mr. Schorlesheim liet de zaak echter niet
rusten en in overleg met de autoriteiten stelde
'n opperwachtmeester van de marechaussee
een uitgebreid onderzoek in. De gangen
van den melkhandelaar werden nauwkeurig
nagegaan en ook tegen den caféhouder in de
Haarlemmermeer werden de vermoedens steeds
sterker.
Zoowel hij als de melkhandelaar zijn
dezer dagen gearresteerd en Donderdag
voor den substituut-officier van justitie,
mr. Wassenbergh geleid. De melkhandelaar
heeft in verschillende opzichten een be
kentenis afgelegd. Beide personen zijn in
het Huis van Bewaring te Amsterdam in
gesloten.
Ten aanzien van den melkknecht, die slechts
een zeer geringe rol in dit landelijk drama
heeft gespeeld, is door mr. Schorlesheim een
request tot revisie bij den Hoogen Raad inge
diend. De datum van behandeling is echter
nog niet vastgesteld.
Vrijdagmiddag heeft onder leiding van den
Rijksbemiddelaar, prof. mr. Aalberse, een be
spreking plaats gehad tusschen partijen, be
trokken bij het conflict, dat is uitgebroken bij
de N. V. „Cevabo" Schoenfabrieken te Moer
gestel.
Een voorstel van den Rijksbemiddelaar om
de beide geschilpunten aan het oordeel van
een arbitrage-commissie te onderwerpen vond
ingang. Verwacht mag worden, dat een zoo
danige commissie in het leven geroepen zal
worden.
Alsdan zullen Maandag a.s. de werkzaam
heden aan de fabriek weer worden hervat.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
heeft de Nederlandsche Vereeniging tot bestrij
ding van tandbederf „Het Ivoren Kruis" een
tentoonstelling georganiseerd in het gebouw
van den Kunstkring te Rotterdam.
Bij de opening Vrijdagmorgen waren o. m.
aanwezig Z. Exc. minister J. R Slotemaker de
Bruïne, mr. P. Droogleever Fortuyn, burge
meester van Rotterdam, en vele andere auto
riteiten.
De heer J. Backer Dirk, voorzitter der orga-
niseerende vereeniging, leidde de bijeenkomst
in met een rede, waarin hij de moeilijkheden
schetste, welke te overwinnen waren alvorens 't
volk overtuigd was van de noodzakelijkheid van
bestrijding van het tandbederf.
Minister Slotemaker de Bruïne getuigde van
zijn belangstelling voor dat deel der volksge
zondheid, dat langen tijd achter is gesteld bij
andere, wat betreft de aandacht en belang
stelling van het volk.
„De Regeering waardeert het, dat gij uw in
zichten populair tracht te maken, al is zij ook
gedwongen haar sociale uitgaven meer te be
perken dan wenschelijk was."
Daarna hebben de gasten en autoriteiten een
rondwandeling gemaakt door het tentoonstel
lingsgebouw.
In December 1934 is bekend gemaakt, dat
in afwachting van het tot stand komen van
een nieuwe regeling voor den uitvoer van zui
velproducten, een maatregel getroffen werd om
te voorkomen, dat melkleveranciers van de eene
fabriek door een andere fabriek zouden worden
overgenomen. Hierbij zat de bedoeling voor om
laatstbedoelde regeling op te heffen op 1 Fe
bruari 1935, welke datum naderhand is ver
schoven naar 1 Maart 1935.
In verband met de uit de regeling voort
vloeiende moeilijkheden is thans besloten om
den maatregel met betrekking tot het over
nemen van melkleveranciers op 1 Maart 1935
definitief en voor goed te beëindigen.
De plannen met betrekking tot de nadere
regeling van den export zijn inmiddels achter
haald door de by den export van zuivelproduc
ten naar Duitschland opgetreden moeiiykheden,
welke nader onder de oogen moeten worden
gezien, alvorens een besluit te dezen opzichte
zal kunnen worden genomen.
Vrydagmiddag omstreeks vier uur '>rak
brand uit in de kapitale boerdery van den
heer Belgers te Maasbommel.
Omwonenden, die den brand ontdekten,
waarschuwden dadeiyk den eigenaar der boer
derij en begonnen met vereende krachten een
twintig stuks vee en varkens in veiligheid te
bengen.
Daarna trachtte men met emmers water het
vuur te blusschen, totdat de brandweer van
Maasbommel verscheen.
Deze tastte het vuur aan, maar spoedig
bleek, dat alles vruchteloos was. De brandweer
beperkte zich daarna tot het nathouden van de
belendende perceelen, waarvan de boerde: y
van den heer v. d. Kamp het meest gevaar lier.
De brandweer klaagde er echter in deze boer
dery te behouden.
Van de boerdery van den heer Belgers kon
slechts weinig gered worden.
Veel hooi en stroo verbrandde, alsmede alle
landbouwwerktuigen.
Vrüdagavond te half zeven was de brandweer
den brand meester.
De oorzaak is onbekend.
Verzekering dekt de schade.
Vrijdagavond brak door onbekende oorzaak
brand uit omstreeks 7 uur in de boerderij be
woond door de families Nelissen en Jansen op
het Osscheeind te Oss.
De brand werd door de kinderen ontdekt, die
hun ouders onmiddeliyk waarschuwden.
De brandweer rukte met volledig materiaal
uit; het duurde echter nog eenigen tijd voor
water gegeven werd.
De boerderij brandde totaal uit; het groote
vee werd gered. Landbouwgeredschappen, een
aantal kippen en de geheele inboedel van beide
gezinnen gingen in de vlammen verloren.
Het aangrenzend perceel kreeg waterschade.
De inboedels zün verzekerd.
Door onbekende oorzaak is brand uitgebro
ken in de landbouwschuur van den heer M.
te Arcen.
Ook de woning en de stallen werden door
het vuur aangetast.
De boerdery brandde tot den grond toe af.
Twee koeien, zes varkens en verscheidene kip
pen kwamen in de vlammen om.
De groote schade wordt slechts gedeelteiyk
door verzekering gedekt.
Ook Vrijdag hebben de ambtenaren van
't Rijkstoezicht op de Spoorwegen geen controle
op de „wilde" autobusdiensten uitgeoefend. De
ondernemers schijnen van het doen en laten
der ambtenaren goed op de hoogte te zün, want
den geheelen dag reden de bussen af en aan
tusschen Den Haag en Amsterdam. Verwacht
wordt evenwel, dat de controle spoedig zal wor
den hervat.
De Centrale Commissie voor Georganiseerd
Overleg in Ambtenarenzaken stelde in hare
vergadering van Woensdag 13 Februari haar
advies vast inzake de herclassificatie.
Onder vermelding harer bezwaren tegen een
verscherping der bestaande classificatie, advi
seerde de Commissie om in het geval de
regeering van oordeel biyft, dat eene verdere
aanpassing der Rijksloonen aan die in de vrije
maatschappij noodzakelijk is de herclassifi
catie te beperken tot eene splitsing voor de
maand- en weeklooners der Ille gemeenteklas
se in een Ille en IVe klasse, met een ongeveer
zes pCt. lagere loonregeling in laatstgenoemde
klasse.
Volgens dit advies biyft dus de bestaande
regeling ongewijzigd voor de ambtenaren op
jaarloon, de onderwijzers daaronder begrepen,
alsmede voor de maand- en weeklooners in de
Ie en lie klasse gemeenten en in de ruim 300
gemeenten, welke in de Hle klasse gerangschikt
blijven.
Voorts behandelde de Commissie een van or-
ganisatiezyde gedaan voorstel om de Centrale
Commissie in te schakelen bij toepassing van
artikel 126 der Ambtenarenwet ten aanzien van
de loon- en salarisregelingen c.a., voor het per
soneel in dienst van provinciën en gemeenten.
Algemeen werd door de organisaties het be
zwaar gevoeld, dat bij de hanteering van arti
kel 126 der Ambtenarenwet 1929, het plaatselijk
Georganiseerd Overleg veelal niet ten volle tot
zün recht komt en vaak gebrekkiger function-
neert dan in verband met de omstandigheden
wel noodig is. -
De besprekingen hierover leidden niet tot een
positief advies. Besloten werd op een en ander
de aandacht van de regeering te vestigen.
Een arbeider te Someren vermiste den laatsten
tyd tydens zün afwezigheid geld en consump
tieartikelen uit zün woning. Hij verdacht daar
van zün buurman, evenals hü een alleenwo
nend persoon. Een list werd verzonnen om te
trachten de diefstallen op te helderen. De
politie werd daartoe mede in den arm geno
men.
Een dezer dagen stond de bestolene voor
den vorm nabij zyn woning te werken, toen
de verdachte zou thuis komen. Bij nadering
van dezen laatste werd hy door den bestolene
aangeroepen met de mededeeling, dat deze een
boodschap in het dorp moest doen.
Zoodra no. 1 was heengegaan, toog no. 2 op
rooftocht in de verlaten woning, inspecteerde
een kast, op welk oogenblik dein de wo
ning verborgen veldwachter te voorschün kwam
en den dief arresteerde. De vriendeiyke buur
man, iemand van 31 jaar oud, is naar de ge
vangenis te Roermond overgebracht. Hü kwam
ook reeds vroeger wegens diefstal met de justi
tie in aanraking.
De „Ijsvogel' (uitreis) is Vrüdag uit Rome
vertrokken en te Athene aangekomen.
Bü beschikking van den Minister van Defen
sie zün de volgende overplaatsingen gelast:
Met 1 Maart 1935: de luitenants ter. zee der
le klasse J. van der Feer, aan boord H. M.
Wachtschip te Willemsoord, als officier; P. B.
M. van Straaten, le officier by het artillerie-
commando te Willemsoord; J. B. Meyer, bü het
Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord;
S. Visser, bü de Rijks Werf te Willemsoord.
Met 11 Maart 1935: de officier van admini
stratie der 2e klasse C. A. de Poorter, aan boord
van H. M. Wachtschip te Willemsoord.
Met 18 Maart 1935: de officier van den Mari
nestoomvaartdienst der re klasse W. M. Zietse,
aan boord H. M. Wachtschip te Willemsoord.
Met 28 Maart 1935: de luitenant ter zee der
le klasse N. Kooreman, aan boord H. M. Wacht
schip te Willemsoord.
Met 29 Maart 1935: de officier van gezondheid
der le klasse W. H. H. Krul, aan boord van H.
M. Wachtschip te Vlissingen.
Met 1 April 1935: de officier van den Marine
stoomvaartdienst der 2e klasse D. Brouwer, aan
boord van H. M.'s Van Speyk.
By K. B. is toegekend de bronzen eere-me-
daille der Oranje Nassauorde aan C. Cleeren,
gemeentebode en schatter der dranklocaliteiten
te Ossendrecht, en A. Dullaart, pijpleider bij de
plaatseiyke brandweer te Hillegersberg.
Toegekend de zilveren eere-medaille der
Oranje-Nassau Orde aan M. Hendriks, mees
terknecht bü de firma Doyer en van Deventer
te Zwolle, aan A. van Kan, expeditiechef by
de firma P. H. Keiler te Rotterdam; en aan
E. van den Hoek, werkbaas in dienst van
Douairière W. Baron van Pallandt te Zeist;
en de bronzen medaille aan C. M. Nelisse, ar
beider by de N. V. Zeeuwsche Oestermaatschap-
PÜ „Bona Fides" te Tholen, aan J. A. Nieu-
wenhuyze, in dienst van de familie Linden-
berg te Wolphaartsdyk, aan P. van Splunder,
arbeider bij den heer J. Joppe te Stad aan 't
Haringvliet, aan J. Moerman, veldarbeider bü
de familie M. de Dreu te Driewegen en aan
F. de Vos, landbouwersknecht by de familie
Breure te Dinteloord.
s."- Inderdaad, een mooi stukje werk. Dit
Set 11 omhulsel is even broos als een eier
en5131 en 10011 zit hierin een kracht opge-
bi.^h, welke groot genoeg is om het geheele
q 3ls in de lucht te doen vUegen. Het spyt me,
er van dit voorwerp moet scheiden. Ik was
steeds bijzonder aan gehecht.
%it+eilrose bleef een beetje angstig naar de bom
kijken.
Je bent misschien wat angstig om het ding
b te nemen? Geen nood, vriendik heb
e 1 Zelf meegedragen van Odessa naar Londen
lHh n Seen oogenblik bang geweest. Kyk, zoo-
gl B dit kleine palletje in het midden van de
je staat, kan er niets gebeuren, maar schuif
e«h ®t Palletje naar rechtsdan heb je juist
gT.,. half uur den tyd, om je te verwyderen. Be-
ie wel?
in bezichtig legde hü het stalen voorworp weer
trirt doosje en zette het in zün bureau.
hrose liep een paar maal in de kamer heen
"ger.
hw dacht, zei hy eindelük, dat er geen
0schenlevens verloren zouden gaan?
Als dat wel 't geval is, dan is 't heelemaal
je eigen schuld, antwoordde Bedford. Het is
heelemaal niet mijn bedoeling om een mensch
te dooden. Ik wil alleen, dat die machine ver
nietigd wordt. Bestudeer de gewoonten van
Workman en zyn helpers eenigen tijdwacht
je kans af en smijt dat ding de schuur in, als
je zeker weet, dat er het eerste uur niemand
zal komen. Het is lang zoo moeilyk niet, als het
wel lijkt en je hebt reeds eerder biyk gegeven
over een stel hersenen te beschikken.
Dus dan zou ik morgen moeten vertrekken?
Ja, en het zal misschien het beste zijn, als
ik je er met den auto heen breng. In elk geval
zal ik je brengen tot aan het station vóór Can
terbury. Vandaar kan je dan met den trein
verder gaan. Met een omweg zal ik je dan naar
Canterbury rijden. Des avonds kan je me vin
den in het Star-Hotel. Ga tegen half vier even
naar het postkantoor en vraag daar dan maar,
of er een telegram gekomen is voor Edwards.
Tegen den middag van den volgenden dag
stapte Penrose, met een lederen valies van John
Bedford in de hand te Canterbury uit den trein
en wandelde in de richting van de binnenstad.
Hy vond al gauw een klein hotel, waar hy zün
valies achter liet en ging op zoek naar „De drie
reizigers", welke uitspanning hy spoedig gevon
den had. Op eenigen afstand bleef hy het zaakje
eens bekijken en zag de drie zijden van den
vierhoek, welke werden ingenomen door het
front en de beide vleugels van het oude huis.
Hü zag den tuin, die zich langs de beide zü-
kanten van het huis en daarachter uitstrekte,
overgaande in een grooten boomgaard, achter
den moestuin En midden in dien boomgaard,
van alle kanten duideiyk zichtbaar, stond een
gebouw met een dak van roode pannen en aan
de afmetingen zag Penrose, dat dit de bedoelde
schuur moest zün.
Aan den achterkant scheen het hek van den
boomgaard de schuur heel dicht te naderen,
maar toen hij daar eens ging küken zag hij een
agent van politie bü de plaats op wacht staan:
En aan den anderen kant eveneens. Het zou
onmogeiyk zün de schuur langs dien weg te be
reiken, tenzij die wachtposten des nachts wer
den ingetrokken.
Penrose liep over het geplaveide erf naar den
ingang van de gelagkamer en trad er binnen.
Een der grootste mannen die hy ooit gezien
had rees uit een krakenden stoel om hoog en
het scheen Penrose toe dat de man hem scherp
en onderzoekend in het gelaat keek.
Uw dienaar, mijnheer, zei Waple. Mooi
weer voor een flinke wandeling niet?
Een prachtige dag, antwoordde Penrose en
bestelde een kroes bier.
Toen Waple dezen vóór hem had neergezet
liet hü zün oogen eens door het vertrek gaan
en zei:
Maar van al dat wandelen zou men hon
ger krygen. Kunt u mü ook een lunch ver
schaffen?
Zeker, mynheer. Daar is de koffiekamer,
rmjnheer. Ik heb op het oogenblik koud vleesch
voor u en duivenpastei, maar als u wacht tot
één uur hebben wy een warme lunch voor u.
Dan zal ik maar wachten, antwoordde Pen
rose en met een knikje in de richting van den
politieagent, vervolgde hy:
Is er iets büzonders aan de hand, dat die
agent hier de wacht houdt? Een openbare ver-
kooping of zoo iets?
Neen, münheer, geen openbare verkooping.
Die agent münheer, dat is een persoonlyke kwes
tie, ziet u.
O, antwoordde Penrose Lieve hemel!
Waple richtte rich hooger op.
Ja, mijnheer, aan den anderen kant staan
nog een paar agenten en die mannen houden
hier dag en nacht de wacht. Achter in mü'n
boomgaard staat een schuur en nu moeten zü
verhinderen dat iemand, onverschillig wie dan
ook, die schuur nadert, zoolang de mynheer die
die schuur van mij gehuurd heeft, niet klaar is
met zijn werk.
Zoo, zoo. Dat moet dan wel een heel belang
rijk werk zyn, zou ik zeggen.
Dat zal het inderdaad wel zün, münheer.
Penrose bleef in de gelagkamer zitten tot één
uur en trad dan de koffiekamer binnen. Pas had
hü plaats genomen of Workman en Dickie kwa
men in hun blauwe werkpakken met vuile han
den en gezichten de gelagkamer binnen. Penrose
herkende hen naluurlük onmiddellijk, doch
liet hiervan niets blüken.
Maar zoodra Dickie zün slaapkamer bereikt
had om zün handen te wasschen, riep hy uit:
Münheer Workman heeft u dien man in de
koffiekamer zien zitten. Ja? Nu dat is die man
waarvan ik u verteld heb, dat hü juffrouw De-
lomosne maar steeds bleef volgen op den avond
dat wü uw machine hebben overgebracht.
Weet je dat zeker? vroeg Laurence een
beetje ongerust.
Ja, ik weet het zeker antwoordde Dickie.
Ik heb dien man toen tweemaal gezien: een
maal toen wü onze woning binnen gingen en de
tweede maal toen wü deze weer verlieten. Dat
komt die man hier doen?
HOOFDSTUK XXVII
Evenals er in Londen menschen zün, die u
met geen mogelijkheid kunnen vertellen waar
de St. Paul of de Bank van Engeland is, zoo
vindt men op het platteland hier en daar men
schen die niet in staat zyn iemand den weg te
wyzen naar plaatsen welke zü niet alleen heel
goed weten, maar die zij dag in dag uit, jaar na
jaar voor oogen hebben gehad. In beide geval
len mogen wü deze onmacht toeschrijven aan
een gebrek aan nieuwsgierigheid.
Er zijn evenwel ook menschen op deze wereld,
bü wie dat gevoel van nieuwsgierigheid zóó
sterk ontwikkeld is, dat zü niet rusten, vóórdat
zij dat gevoel geheel bevredigd hebben. En één
van deie menschen was de kleine chauffeur, die
twee pond van Penrose had gekregen om hem
te vertellen, waarheen hü dien nacht met zijn
auto met de vliegmachine gereden was. Maar
het was niet de reis, welke de nieuwsgierigheid
van den man had opgewekt. Ook niet het feit,
dat hü een vliegtuig had vervoerd. Jaren geleden
zou zoo'n vliegtuig wel in staat geweest zün
zulks te doen, maar nu die dingen als groote
zwermen vliegen dagelüks door de lucht scheren,
hadden vliegmachines voor den kleinen man hun
bekoring verloren. Wat zün nieuwsgierigheid
had gaande gemaakt, was het feit dat een man
hem twee pond had gegeven om te weten te ko
men waarheen hü zün auto dien nacht gereden
had, Maar eerst toen Penrose hem al eenigen
tüd verlaten had, laaide die nieuwsgierigheid
nog hooger op.
Daar hy dien heelen nacht gewerkt had, zou
hü dien middag en avond vrij zyn en hij ging
dan ook onmiddeliyk naar huis om ae welver
diende rust te genieten.
Na om vier uur te zijn opgestaan, dacht hü
nog eens over de zaak na en besprak ze met
rijn vrouw.
Dien kleinen invaliden jongen ken ik heel'
goed, vertelde hü haar. Hij woont met zyn zuster
op kamers in het B-blok. Haar heb ik ook wel
eens gezien. Ze doet me altüd denken aan een
onderwüzeres. Maar nu zou ik wel eens willen
weten, waarom die andere snuiter mü twee pond
gegeven heeft, alleen maar, omdat ik hem ver
telde, waarheen ik dien wagen gereden heb.
Want twee pond, is twee pond, zie je!
Ja, ik weet het ook niet. Het geld is in
elk geval goed.
Ja, daar heb ik wel voor gezorgd. Maar ik
zou toch wel eens willen weten, wat die kerel
er mee voor heeft gehad.