POKON Justitie-beleid HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor IOcL Grensexpeditie in Suriname bï#. TT "-T-.T"! u L. J. Stolwijk ZATERDAG 2 MAART 1935 »Met is van het grootste belang, dat de zedelijke waarden in het openbare leven wor den hooggehouden" Vereenigingsrecht Het uniformverbod De vreemdelingen Openbare zeden Garantievoorschotten Regeeringssteun aan exporteurs naar Duitschland VACATURE EERSTE KAMER Nederland zou betwist gebied prijsgeven tusschen Koetari en New River LANDBOUW JCRISISPOLITIEK Instelling van een Staats commissie bepleit A. van der Horst Zoo'n half gevoel ziek en niet ziek Neem 'n KROONTJE en qe zijt zóó weer fit. Steunuitkeering Onthouding aan niet-georgani- seerde werkloozen Centrale H.L.S. Tot reorganisatie besloten Vijftig jaar broodbezorger L. J. Stolwijk HET RADIO-REGLEMENT AANGEVULD Zendinrichtingen steeds ten dien ste van H. M. de Koningin DE FLOTTIELJELEIDER NEDERLAND Geen verandering in 't bouwplan Terugloopende veilingomzetten Invoerrecht op spiritus Bij een zilveren journalisten jubileum ONZE KUNSTZIJDE TEXTIEL TER JAARBEURS Belangrijke demonstratie Jo Koster Zilveren burgemeesters jubileum Technische Hoogeschool Landbouwhoogeschool de oplosbare Kunstmest voor Kamerplanten, t 0.40 p. flesch m. gratis ver zorgingsaanwijzing, by Bloem en Zaadwinkels. In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake de Justitie-begrooting 1935 merkt de Minister tegenover het uiteenloopend oor deel van een aantal leden over zijn beleid op, dat hü zich niet bewust is te krachtig of te Geinig krachtig op te treden. Inderdaad biedt de nood der schatkist hem niet de minste ge- fegenheid om te geraken tot door hem wen selijk geoordeelde voorzieningen, waarmede hieuwe uitgaven zijn gemoeid. Een wetsontwerp houdende regeling eener vereenvoudigde procedure voor het innen van kleine vorderingen is gereed. Uit verschillende vervolgingen blijkt, dat de nieuwe artikelen 131 e.v. W. v. Str., ter bescherming van de openbare orde, de aan dacht hebben van de parketten. Voor wat het gestook tegen het Joodsche ras betreft, verwijst de Minister naar een drietal door de Haagsche rechtbank nog onlangs uit gesproken veroordeelingen. Intusschen blijft de Minister met betrekking tot de toepas sing der nieuwe strafbepalingen waakzaam. Drukpersdelicten zijn, naar de omschrijving van de artt. 53 en 54 Wetb. v. Strafrecht, „mis drijven door middel van de drukpers gepleegd", "e drukpers is bij deze misdrijven het middel, ^'aarmede zij gepleegd worden. Aangezien daar bij het gevaar voor herhaling in het algemeen groot is, schijnt ook een vernietiging of on- hruikbaarmaking van de „werktuigen gediend hebbende tot het begaan van een strafbaar feit" (art. 354 Wetb. v. Strafvordering) en een mbeslagneming van de werktuigen, ter voorbe reiding van een bevel tot vernietiging, hoe in grijpend ook in dezen onder omstandigheden wenschelijk. De Minister meent een nadere uiteenzetting *an de strekking van de wet van 15 Sept. '33, houdende aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met het oog op kleedingstukken en onderscheidingsteekenen, welke uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven, niet te hunnen geven, daar de vaststelling van de hauwkeurige beteekenis van de indertijd geko- ?eh omschrijving thans moet worden overge laten aan de rechterlijke macht. Geconstateerd mag worden, dat de wet aan het gestelde doel in redelijkheid heeft beant woord: de „uniformen" zijn sinds hare inwer kingtreding uit het straatbeeld verdwenen. Van eenige partijdigheid van justitie en po- htie bij de toepassing van de wet is, naar te- recht werd opgemerkt, niets gebleken. Het is zonder twijfel wenschelijk, dat een regeling wordt tot stand gebracht voor den samenloop van strafbare feiten en tuchtrech telijke overtredingen bij de toepassing van de Eandbouw-Crisis-wet 1933. Dat zoodanige re geling niet reeds eerder tot stand kwam, is al- reen te verklaren uit de omstandigheid, dat de hractische werking en de omvang van de cri- sistuchtrechtspraak te voren nauwelijks waren fe overzien. Nu deze rechtspraak eenigen tijd Ibnctionneert, schijnt althans een voorloopige regeling mogelijk. Vermoedelijk zal het de voorkeur verdienen, 111 verband met den voortdurend vervloeienden aard van deze materie, althans voorloopig met ®en regeling bij circulaire te volstaan. Met belangstelling vernam de Minister de kunstige werking, die de toepassing van de voor waardelijke opschorting van strafvervolging, bü daarvoor in aanmerking komende gevallen heeft gehad. Het beleid, door den Minister met betrekking het rapport der commissie-Kooien be kend, gaf velen leden aanleiding hun teleur stelling uit te drukken. Gedwongen geweest zijnde voortdurend maat delen te beramen, die zouden kunnen leiden versobering en besparing op de rechtspraak, ht°ge het vanzelf spreken, dat de Minister niet allereerst en tegelijkertijd bedacht is geweest h de noodige onkosten medebrengende nieuwe rechtspraak. De aangelegenheid kan in een verder stadium worden gebracht, wanneer financieele redenen 'ch niet tegen de invoering van een aanvul- ehde administratieve rechtbank verzetten. Mflat betreft het wederom naar voren ge achte denkbeeld geen vreemdelingen uit te Zetten dan na goedkeuring en met medewerking Van een hoogere instantie, als welke bij- z°hderlijk een „Vreemdelingenraad" aanbevolen ^'°rdt, beraadt de Minister zich over de mo- eeliJkheid van een nadere voorziening, welke h°g eenigen meerderen waarborg voor de be dehebbende vreemdelingen zou kunnen op beren. ^at het Larensche geval aangaat, bepaalt de juister zich thkns, zonder zijn beleid te dezen Uhieuw te verdedigen, tot enkele mededeelin- n naar aanleiding van de gestelde vragen. dah den toenmaligen Procureur-Generaal, aarnemend directeur van Politie te Amster- d1, heeft de Minister destijds geschreven, dat aanneemt, dat de Amsterdamsche politie zal a6aan of de samenkomst in de „Roode Leeuw" de buiten]andsche vertegenwoordigers der ^h'SUe Communiste Internationale" plaats heeft g mocht zulks het geval zijn, zij die verte- j^Uwoordigers uit het land zal verwijderen; - °cht die samenkomst worden afgelast, dat h te Laren zal worden ingegrepen. Dat de burgemeester geen bericht uit S-Gravenhage afgewacht heeft, berust klaarblijkelijk hierop, dat deze magistraat geen dubium aanwezig geacht heeft. Een proces-verbaal van de verhooren der betrokkenen is qpgemaakt voor wat betreft be vaststelling hunner identiteit. Met het verzoek om publicatie van circu- *aU'es omtrent het vreemdelingenrecht zal, z°°veel als mogelijk is, voor het vervolg re kening worden gehouden. is zonder twijfel van het grootste be- k b?, dat de zedelijke waarden in het open- are leven worden hooggehouden. Tegen uitin- van zedelijke verwording moet met alle d dienste staande middelen worden opge- ^aden. Het stemt tot verheuging, dat misstan- n °P het gebied van strand- en badleven en b®rszins in breeden kring onder ons volk ern stige afkeuring wekken. Mede in verband met dit laatste geeft de voorstelling, alsof de volks kracht ten onzent door toenemende zedeloos heid in sterke mate zou worden ondermijnd, van een al te groot pessimisme blijk. Voor bijzondere instructies aan het O. M., als door enkele leden bepleit, zijn geen termen aanwezig. Voorzoover aan de hand van onderscheidene voorschriften van het Wetboek van Strafrecht nog niet reeds kan worden opgetreden, zullen door den plaatselijken wetgever, die met de locale gesteldheid en de mentaliteit der be volking rekening kan houden, nadere aanvul lende voorzieningen dienen te worden ter hand genomen. Dat de Regeering tot heden nog geen stappen heeft gedaan om aan bepaalde dee- len der bevolking het politiek vereenigings recht te ontnemen, is geenszins toe te schrijven aan gebrek aan diligentie, maar vindt zijn oorzaak hierin, dat zij niet over tuigd was, dat het in de gegeven omstan digheden reeds noodzakelijk was tot dien uitersten maatregel over te gaan. Intusschen blijft de Regeering ten aanzien van dit vraagstuk diligent. Met name wordt ook gedacht aan een verscherpt toezicht op de gestie der vereenigingen en aan uitputting van de verdere mogelijkheden, die de wet zelve nog biedt. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot wijziging van hoofdstuk VIX B der Rijksbegrooting 1935 (garantievoorschotten aan exporteurs naar Duitschland) is het volgende ontleend: Verschillende leden achtten de voorgestelde regeling onbevredigend. Zij betreurden het, dat de Regeering zich beperkt tot het steunen van exportbedrijven, welke in groote moeilijkheden zijn geraakt of dreigen te geraken ten ge volge van het feit, dat hun vorderingen in Marken zijn geblokkeerd op het Sonderkonto, de Zwischenkonto of het Treuhanderkonto. Zij zouden het billijk achten, indien ook transito handelaren en andere crediteuren een voor schot zouden kunnen verkrijgen op vorderingen, ouder dan 24 Septenfber 1934. Naar de meening van deze leden gaat het niet aan, dat op vorderingen, ontstaan uit leveringen van goederen en diensten van Ne- derlandschen of Ned. Indischen oorsprong een aanzienlijk voorschot zal kunnen worden ge geven tegen een zeer matige rente, terwijl hou ders van vorderingen van anderen aard, die evenzeer met een gebrek aan liquide middelen hebben te kampen, zich hooge bankrenten moe ten getroosten om hun bedrijf gaande te hou den. Vele leden, van wie verscheildene verklaar den, de indiening van dit wetsontwerp met groote ingenomenheid te hebben begroet, be streden deze opvatting op de gronden, welke de Memorie van Toelichting ter verdediging van het ontwerp aanvoert. Opgemerkt werd, dat de minister van Eco nomische Zaken in een persgesprek heeft ont kend, dat eenige toezegging zou zijn gedaan omtrent de kredieten aan Duitschland. Dit moge waar zijn voor wat dezen bewindsman betreft, doch men meende stellig te weten, dat ambtenaren van het Departement van Econo mische Zaken op dit punt geruststellende ver klaringen aan den handel hebben gedaan. Gaarne zou men van de Regeering een nadere verklaring ontvangen betreffende dit verschil in handelwijze tusschen een minister en zijn ambtenaren. De voorzitter van het Centraal Stembureau maakt bekend, dat de openbare zitting van dat Stembureau voor de benoemd verklaring van een nieuw lid der Eerste Kamer in de vacature, ontstaan door het ontslagnemen van den heer J. W. J. baron de Vos van Steenwijk als lid dier Kamer zal worden gehouden op Maandag 4 dezer te half vijf in het lokaal van het ge meentehuis te 's Gravenhage, voorheen voor de vergaderingen van den raad bestemd. Met blijdschap vernam „De West" dezer da gen, dat de reeds jaren voorgenomen grens regeling der Guyana's vermoedelijk weldra haar beslag zal krijgen. Tegenover die blijdschap staat echter een gevoel van leedwezen, daar, zijn de inlichtingen juist, Nederland bij deze grensregeling het be twist gebied tusschen Koetari en New River zal prijsgeven. De Nederlandsch-Braziliaansche grensexpe ditie zal onder leiding staan van vice-admiraal C. C. Kayser, die deelnam aan de Corantijn- expeditie van 19 Juli 1910 tot 1 April 1911, eerst ais lid, later (na het overlijden van Eilerts de Haan) als leider. De Nederlandsche expeditie sluit aan bij die van de Engelsche buren, welke sedert 1930 bezig is met de afbakening der Engelsche gren zen. In September zal Kayser de Engelschen ont moeten aan de monding van de Koetari en ge zamenlijk met hen deze rivier opnemen. Aan de bronnen der Koetari ontmoeten zij de Braziliaansche expeditie, met welke vervol gens de grens tusschen Suriname en Brazilië wordt vastgelegd, terwijl de Engelschen terug- keeren. De grens wordt opgenomen zoover als die langs het Corantijngebied loopt. De Brazilianen hebben nog niet beslist of ze doorgaan tot de grens met Fransch Guyana. Gaan ze niet door, dan keert de Nederlandsche expeditie vóór den regentijd, omstreeks Mei 1936, terug. Gaat de expeditie echter door tot aan de Fransche grens, dan zal ze nog een jaar langer duren. De heer Kayser wordt in Mei verwacht, met twee opname-officieren en een arts. Zoo spoe dig de waterstand het toelaat, zal de expeditie van uit Nickerie vertrekken, waarschijnlijk be gin Juli. De expeditie zal van corjalen gebruik maken, die door de Boschnegers aan de Boven-Suri- name worden geleverd. Met het oog op de vele moeilijke en gevaar lijke watervallen van de Corantijn kunnen al leen zulke arbeiders worden aangenomen die bekend zijn met het werken in de vallen, dus voornamelijk balata bleeders. Een gedeelte der arbeiders zal in Nickerie worden aangenomen. Dat het aanknoopingspunt met de Engelsche expeditie de Koetari is, leidt tot de veronder stelling, zegt het blad. dat het gebied tusschen Koetari en New River door Nederland wordt prijsgegeven. Ieder kent de geschiedenis van dit gebied. Schomburgk, de Engelsche ontdek kingsreiziger, had gerapporteerd, dat de Koe- roeni-Koetari als voortzetting was te beschou wen van de Corantijn en steeds was dit door wederzijdsche partijen stilzwijgend aangeno men, althans niet betwist, totdat latere ontdek kingsreizigers tot de slotsom kwamen, dat niet deze rivier, maar de New River als voornaam ste tak moet worden beschouwd. Het laatst is hieromtrent gerapporteerd in het verslag der Wilhelmina-expeditie, welke onder leiding van prof. Stahel plaats vond in 1925-1926. In verband met de aanstaande behandeling der begrooting 1935 van het Landbouw- Crisisfonds heeft het hoofdbestuur van den Koninkl. Nederl. Middenstandsbond de aan dacht van de Tweede Kamer gevestigd op de nadeelige gevolgen, welke de vigeerende land bouwcrisismaatregelen hebben op tal van be drijfsgroepen, welke agrarische producten ver werken en/of verhandelen. Aangedrongen wordt op de instelling van een Staatscommissie, welke eventueel bekleed met het enquête-recht opdracht bekome om op korten termijn voorstellen tot ingrijpende her ziening van de landbouwcrisismaatregelen uit te werken. Indien alle betrokken belangen in deze Staatscommissie evenredig vertegenwoor diging vinden en daarnaast het onpartijdig, deskundig element wordt ingeschakeld, zal de instelling reeds een heilzame werking op de verontruste publieke opinie kunnen uitoefenen. De heer Adr. van der Horst deelt mede, dat hü het volgend seizoen niet meer aan de N.V. Ver. Rd. Hofstad Tooneel verbonden zal zijn. (KROONCACHETS) Perstuk 5ct. Doos 12 kroontjes50ct. „Wat TTLLjnhcvcdt rruxakt ia ^oed.' Op de vragen door het Tweede Kamerlid van Dis, gesteld in verband met het onthouden van steunuitkeeringen aan ni,alt-georganiseerde werkloozen, heeft de minister van Sociale Za ken geantwoord, dat het hem bekend is, dat de raad der gemeente Poortvliet heeft besloten, geen uitkeering ingevolge de steunregeling te geven aan niet verzekerde werkloozen gedurende zooveel weken als zij, indien zij verzekerd waren of gebleven waren, uit de werkloozenkas zou den kunnen trekken. Met ingang van 1 Januari 1935 zijn in de ge meente Hillegom echter alle werkloozen, die daarvoor in aanmerking komen, in de steun regeling opgenomen. De gedachte, dat aansluiting by een werk loozenkas zooveel mogelijk moet worden bevor derd, acht de minister alleszins juist. De Rijks steunregeling houdt hiermede reeds rekening door ten aanzien van de tarieven van steun- verleening onderscheid te maken tusschen ver zekerden en niet-verzekerden. Bovendien opent artikel 2 dezer regeling de mogelijkheid rekening te houden met het feit, dat de niet-verzekerde, wanneer hij werkt, meer kan besparen dan de verzekerde, die wekelijks contributie voor de werkloozenkas moet beta len. Ket is dan ook alleszins redelijk, dat in verband hiermede de niet-verzekerden een iets langeren wachttijd doormaken dan de verzeker den. Een maatregel, als onder te Poortvliet bedoeld, gaat echter in deze richting verder dan met het oog op het gestelde doel noodig en gewenscht is. De minister heeft het gemeentebestuur van Poortvliet met de zienswijze der Regeering in kennis gesteld, met verzoek het desbetreffend raadsbesluit in nadere overweging te nemen en in den vervolge tusschen verzekerden en niet- verzekerden onderscheid te maken op de wijze, als boven is uiteengezet. Het algemeen bestuur van de centrale ver. eeniging ter behartiging van de belangen van de huiden-, leder-, schoenen- en aanverwante branches heeft onder voorzitterschap van den heer L. F. Verwoerd haar jaarvergadering ge houden. Na de opening werden zeven vertegenwoordigers der werknemers en handelsreizigers geïnstal leerd, die daarmede officieel hun intrede deden in de bedrijfsorganisatie voor de schoen- en lederindustrie. Overgegaan werd alsdan tot wijziging der sta tuten, zooals door de Reorganisatie-Commissie was voorgesteld. Een ingrijpende wijziging der organisatie kwam daarmede tot stand; het zwaartepunt der Centrale werd verlegd naar de samenstellende deelen, de groepen, aan wie grootere zelfstandigheid is gegeven. Het bestuur waakt voor het algemeen belang der branches, en treedt op als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven naar buiten. Het heeft een cassatiebevoegdheid t.a.v. door de groepen genomen besluiten. Het amendement ingediend door de groep Schoenfabrikanten om het aangaan van collec tieve arbeidsovereenkomsten mogelijk te maken, werd niet ondersteund en daarom niet in be handeling genomen. Omtrent dit punt zal de verdere ontwikkeling worden afgewacht. Tot directeur der Centrale werd benoemd de heer J. Quirijns terwijl in diens plaats als lid van het Dagelij ksch Bestuur werd gekozen de heer A. Hart te Amsterdam. Wegens oritslagneming van Mr. W. van der Loo te 's-Gravenhage werd tot algemeen secre taris benoemd Mr. J. Muyser te Amsterdam. Aan het slot der vergadering sprak de voor zitter den wensch uit, dat de Centrale in den nieuwen vorm spoedig vruchtbaar werk voor de branches zal mogen verrichten en de samen werking tusschen belanghebbenden steeds krachtiger mag worden. Vrijdag was de heer P. Seelen vijftig jaar broodbezorger bij de firma Lensvelt Nicola, te Den Haag. «SS»!®» Manschap-pen van het regiment Wielrrijder uit 's-Hertogenbosch steken tusschen Best en Tilburg het Wilhelminaka- naal over bij de oefeningen in Noord-Brabant In Staatsblad 61 is een Koninklijk Besluit gepubliceerd van 20 Februari 1935, waarbij het radio-reglement 1930 op verschillende punten wijziging en aanvulling heeft ondergaan. Een belangrijke aanvulling is die van art. 2. Aan dit artikel, dat bepaalt, wie met machti ging van den minister mededeelingen door middel van de radio mag doen, is een nieuw lid toegevoegd, er toe strekkende dat in de ge vallen, dat de Koningin van den Nederland- schen omroep gebruik wenscht te maken, de daarvoor noodige zendtijd op de by dien om-, roep in gebruik zijnde zendinrichtingen te allen tijde te harer beschikking staat. Vervolgens is bepaald, dat zendtijd eveneens te allen tijde beschikbaar wordt gesteld, indien de ministers, hoofden van ministerieele departe menten, in hun hoedanigheid van regeerings- persoon mededeelingen aan het Nederlandsche volk hebben te doen. De bepalingen ten aanzien van de controle op de uitzendingen van den radio-omroep en da bepalingen met betrekking tot den inhoud van hetgeen wordt uitgezonden, zijn op deze mede deelingen niet van toepassing. Een nieuw artikel 33 bis verplicht den hou der van een radiodistributie-inrichting om on verwijld en onverkort gevolg te geven aan het geen eenige autoriteit krachtens de wet van hem verlangt. Indien dit meebrengt het doen van mededeelingen aan de aangeslotenen, moet hij deze aan alle aangeslotenen over alle pro grammalijnen doen toekomen. De schriftelijke verklaring, door of namens den directeur-generaal der P.T.T. af te geven van met gunstig gevolg afgelegd onderzoek voor radio-amateurs is vervangen door een schrifte lijke verklaring door of namens den directeur- generaal van bevoegdheid tot het bedienen van een radio-electrische zendinrichting. De bijzondere lastgeving, vereischt voor amb tenaren tot controle van amateur-zendinrich- tingen is afgeschaft, en in plaats daarvan is voortaan een legitimatiebewijs voldoende. Volgens art. 64 lid 3 was de houder van een ontvangtoestel verplicht tot het treffen van alle maatregelen, dienstig om het uitzenden van voor het radio-electrisch verkeer hinderlijke golven te voorkomen. In plaats daarvan wordt thans verboden te hebben of te gebruiken een ontvang- inrichting, die in het golflengtegebied tusschen 2000 M. en 200 M. hinderlijke straling door de antenne kan veroorzaken. Als zoodanig worden beschouwd ontvanginrichtingen, waarmede kan worden opgewekt een hoogfrequente spanning van 50 millivolt of meer aan een serieschakeling van een capaciteit van 200 micromicrofarad, en een weerstand van 25 ohm en een zelfinductie van 20 microhenry geschakeld tusschen de an tenne-contact onderling of tusschen eenig anten necontact en het aardcontact van de ontvang- inrichting. Dit verbod geldt niet voor houders van ontvanginrichtingen, met betrekking tot inrichtingen welke zij voor of op 28 Februari 1934 in gebruik hadden. De kroon behoudt zich voor ten aanzien van ontvanginrichtingen, welke in andere golflengtegebieden dan tus schen 2000 M. en 200 M. hinderlijke straling door de antenne kunnen veroorzaken, een overeenkomstig verbod uit te vaardigen. Op de vragen van t Tweede Kamerlid Drop in verband met wijzigingen, welke in 't bouw plan van den in aanbouw zijnden flottielje leider-Nederland zouden zyn gebracht, heeft de minister van Defensie geantwoord, dat niet van een verandering in het bouwplan gespro ken kan worden. De wijzigingen behooren tot de detailuitvoe ring; zij hebben geen invloed gehad op de ra ming. Deze is rond 7% millioen gebleven. Het voor 1935 uitgetrokkene is geheel be stemd voor de artilleriebewapening van het schip, waaronder het in deze vraag bedoeld geschut. De Kring Loosduinen-Bêrkel-Rotterdam van veilingvereenigingen heeft in het afgeloopen jaar in totaal omgezet voor een bedrag van 11.421.229, tegen 12.013.399 in 1933, een ver mindering dus met bijna 600 000. Vergeleken met 1933 is de omzet aan deze veiling teruggeloopen met bijna 2 millioen. De N.V. Handelmaatschappij v.h. Franz Zoet mulder te Schiedam heeft zich voor ruim twee jaren tot den Minister van Financiën gewend met verzoek het invoerrecht op spiritus, uit sluitend dienende voor de fabricage van brand- spiirtus, op te heffen om daardoor het volks artikel brandspiritus goedkooper voor het volk verkrijgbaar te stellen. Thans heeft de N.V. zich met een adres van dezelfde strekking gewend tot de leden der Tweede Kamer. In dit request wordt er op ge wezen dat deze invoerbescherming de sterke monopoliseering van het spiritusbedrijf zeer heeft bevorderd en in de hand gewerkt. Heden is het vijf en twintig jaar geleden, dat de heer L. J. Stolwijk, hoofdredac teur van „De Nieuwe Dag" te Amster dam, zijn eerste schreden zette op het glibbe rige pad der journalistiek. Vijf en twintig jaren het is een groot deel, vaak het grootste deel, van een menschenleef- tijd en van den jubilaris Stolwijk mag ge tuigd worden, dat hij in dit deel van zijn leven de vele, beste krachten die in hem zijn, ge steld heeft in dienst van de beste zaak. Als katholiek journalist heeft hij een kwarteeuw lang het katholieke ideaal, in de mooiste beteekenis van het woord, allerge- trouwst gediend. En met schoon resultaat. Het pad der journalistiek moge glibberig ge weest zijn de heer Stolwijk hield vasten, ka tholieken koers, en op den jubeldag van heden staat hij daar thans reeds „bene meritus", overladen met verdiensten als een ridder zonder vrees en zonder blaam, als een strijder voor de katholieke zaak, als een gewetensvol en plichtsgetrouw journalist, als één, die zeg gen mag, dat hij zich, zonder ook maar in het minst een „Streber" te zijn, een pléats in de Nederlandsche katholieke journalistiek verze kerd heeft. De heer Stolwijk werkte aan de „Nieuwe Zuid-Hollander" te Gouda, „De Gelderlander" te Nijmegen, aan „De Maasbode" te Rotter dam, aan de „Nieuwe Schiedamsche Courant" te Schiedam, en thans, sinds ruim drie jaar aan de „Vereenigde Katholieke Pers" te Am sterdam, waarvan „De Nieuwe Dag" zijn bij zondere zorg en liefde heeft en overal, waar hij arbeidde, was zijn werk gekenmerkt door kerngezond verstand, door helder, diep katho liek inzicht. Zijn journalistiek en katholiek aanvoelings vermogen en zijn zin voor realiteit komen op gelukkige wijze in zijn arbeid tot uiting en hoe wel hij uitmunt door een snel en beslist oor deel en niet weet van journalistiek of katho liek piekeren, is toch zijn voornaamste deugd de „prudentia", de voorzichtigheid. En met al deze goede eigenschappen heeft de heer Stolwijk jaar in jaar uit gearbeid in voor- beeldigen ijver, in wilskrachtige voortvarend heid en niets ontziend doorzettingsvermogen; hy heeft in waarheid als de trouwe dienaar ge woekerd in den goeden zin van het woord met de hem geschonken talenten. Heeft de journalist Stolwijk zich in de afge loopen vijf en twintig jaar voortdurend mogen verheugen in de waardeering en sympathie van allen die met hem in aanraking kwamen, ook de gave, trouwe, hartelijke mensch Stolwijk heeft allerwege steeds aller harten voor zich gewonnen en veroverd gehouden; niemand klopte ooit tevergeefs bü hem aan, als er be hoefte was aan steun, aan hulp, aan goeden raad. Ook de gemeenschap deed nimmer tevergeefs een beroep op hem; de heer Stolwijk toonde zich immer een sociaal en maatschappelyk- mensch; op waardige wijze vervulde hij o.a. jarenlang het kerkmeesterschap te Schiedam. Vooral de R. K. Journalisten-vereeniging, waarin hij zich zoo geheel geven kon als harte lijke en meevoelende collega had intusschen zijn liefde; een koninklijke onderscheiding werd zijn welverdiend deel voor het schoone gemeen- schapswerk als penningmeester der R.K. Jour- nalistenvereeniging verricht. Het moge den jubilaris van heden wèl blijven gaan in het leven. Een hartelijk gemeend „Ad muitos annos!" zij hem toegeroepen. Aan de Nederlandsche Voorjaarsbeurs 1935 te Utrecht zal voor de eerste maal verbonden zijn een gezamenlijke demonstratie van Nederland sche textiel-industrieën, voor zoover zy kunst zijden en met kunstzijde verwerkte stoffen ver vaardigen. De bedoeling van deze show, welke de geheele vierde verdieping van het derde jaar beursgebouw inneemt, is: een overzicht te geven van hetgeen onze bij uitstek nationale textiel industrie op dit gebied presteert. Reeds geruimen tijd hebben deze industrieën na grondige voorstudie en onderzoek, zich toe gelegd op de verwerking van kunstzijde in tex- tielstoffen, voor welke omzetting van katoen industrie in kunstzijde-industrie ingrijpende veranderingen in het productieproces noodig waren. Daar nog al veel in ons land de meening heerscht, dat de Nederlandsche textielindustrie slechts de van ouds bekende stoffen maakt, wil deze industrie thans door gezamenlijke demon stratie ter Nederlandsche Jaarbeurs laten zien, welke hoogte zij op het gebied der verwerking van kunstzijde heeft bereikt. In het Rijksmuseum „Huis Lambert van Meerten" te Delft wordt van 2 Maart tot 1 April een tentoonstelling gehouden van schil derijen en aquarellen van Jo Koster. Toen zij onlangs bij Van Lier te Amsterdam exposeerde hebben we uitvoerig over de kunst van deze schilderes geschreven. Burgemeester Wijnen, van de gemeente Asten (Peelgebied), hoopt op 12 Maart a.s. zijn zil veren jubileum als zoodanig te herdenken. Ter plaatse is in verband daarmede een feestcomi té gevormd. DELFT. Candidaatsexamen van civiel ingenieur A. Oosters, geboren te Beemster. WAGENINGEN. Bevorderd tot doctor in de Landbouwkunde Ir. R. H. J. Roborgh, geboren te Den Bosch, op proefschrift met stellingen, getiteld: „A study on the nature of clay",

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5