POKON
Justitie-beleid
HONIG'S BOUILLONBLOKJES tha ns 6 voor IOcL
Grensexpeditie in
Suriname
bï#. TT "-T-.T"!
u
L. J. Stolwijk
ZATERDAG 2 MAART 1935
»Met is van het grootste belang,
dat de zedelijke waarden in
het openbare leven wor
den hooggehouden"
Vereenigingsrecht
Het uniformverbod
De vreemdelingen
Openbare zeden
Garantievoorschotten
Regeeringssteun aan exporteurs
naar Duitschland
VACATURE EERSTE KAMER
Nederland zou betwist gebied
prijsgeven tusschen Koetari
en New River
LANDBOUW JCRISISPOLITIEK
Instelling van een Staats
commissie bepleit
A. van der Horst
Zoo'n half gevoel
ziek en niet ziek
Neem 'n KROONTJE
en qe zijt zóó weer fit.
Steunuitkeering
Onthouding aan niet-georgani-
seerde werkloozen
Centrale H.L.S.
Tot reorganisatie besloten
Vijftig jaar broodbezorger
L. J. Stolwijk
HET RADIO-REGLEMENT
AANGEVULD
Zendinrichtingen steeds ten dien
ste van H. M. de Koningin
DE FLOTTIELJELEIDER
NEDERLAND
Geen verandering in 't bouwplan
Terugloopende veilingomzetten
Invoerrecht op spiritus
Bij een zilveren journalisten
jubileum
ONZE KUNSTZIJDE TEXTIEL
TER JAARBEURS
Belangrijke demonstratie
Jo Koster
Zilveren burgemeesters jubileum
Technische Hoogeschool
Landbouwhoogeschool
de oplosbare Kunstmest
voor Kamerplanten, t 0.40
p. flesch m. gratis ver
zorgingsaanwijzing, by
Bloem en Zaadwinkels.
In de memorie van antwoord aan de Eerste
Kamer inzake de Justitie-begrooting 1935 merkt
de Minister tegenover het uiteenloopend oor
deel van een aantal leden over zijn beleid op,
dat hü zich niet bewust is te krachtig of te
Geinig krachtig op te treden. Inderdaad biedt
de nood der schatkist hem niet de minste ge-
fegenheid om te geraken tot door hem wen
selijk geoordeelde voorzieningen, waarmede
hieuwe uitgaven zijn gemoeid.
Een wetsontwerp houdende regeling eener
vereenvoudigde procedure voor het innen van
kleine vorderingen is gereed.
Uit verschillende vervolgingen blijkt, dat
de nieuwe artikelen 131 e.v. W. v. Str., ter
bescherming van de openbare orde, de aan
dacht hebben van de parketten. Voor wat
het gestook tegen het Joodsche ras betreft,
verwijst de Minister naar een drietal door
de Haagsche rechtbank nog onlangs uit
gesproken veroordeelingen. Intusschen blijft
de Minister met betrekking tot de toepas
sing der nieuwe strafbepalingen waakzaam.
Drukpersdelicten zijn, naar de omschrijving
van de artt. 53 en 54 Wetb. v. Strafrecht, „mis
drijven door middel van de drukpers gepleegd",
"e drukpers is bij deze misdrijven het middel,
^'aarmede zij gepleegd worden. Aangezien daar
bij het gevaar voor herhaling in het algemeen
groot is, schijnt ook een vernietiging of on-
hruikbaarmaking van de „werktuigen gediend
hebbende tot het begaan van een strafbaar
feit" (art. 354 Wetb. v. Strafvordering) en een
mbeslagneming van de werktuigen, ter voorbe
reiding van een bevel tot vernietiging, hoe in
grijpend ook in dezen onder omstandigheden
wenschelijk.
De Minister meent een nadere uiteenzetting
*an de strekking van de wet van 15 Sept. '33,
houdende aanvulling van het Wetboek van
Strafrecht met het oog op kleedingstukken en
onderscheidingsteekenen, welke uitdrukking zijn
van een bepaald staatkundig streven, niet te
hunnen geven, daar de vaststelling van de
hauwkeurige beteekenis van de indertijd geko-
?eh omschrijving thans moet worden overge
laten aan de rechterlijke macht.
Geconstateerd mag worden, dat de wet aan
het gestelde doel in redelijkheid heeft beant
woord: de „uniformen" zijn sinds hare inwer
kingtreding uit het straatbeeld verdwenen.
Van eenige partijdigheid van justitie en po-
htie bij de toepassing van de wet is, naar te-
recht werd opgemerkt, niets gebleken.
Het is zonder twijfel wenschelijk, dat een
regeling wordt tot stand gebracht voor den
samenloop van strafbare feiten en tuchtrech
telijke overtredingen bij de toepassing van de
Eandbouw-Crisis-wet 1933. Dat zoodanige re
geling niet reeds eerder tot stand kwam, is al-
reen te verklaren uit de omstandigheid, dat de
hractische werking en de omvang van de cri-
sistuchtrechtspraak te voren nauwelijks waren
fe overzien. Nu deze rechtspraak eenigen tijd
Ibnctionneert, schijnt althans een voorloopige
regeling mogelijk.
Vermoedelijk zal het de voorkeur verdienen,
111 verband met den voortdurend vervloeienden
aard van deze materie, althans voorloopig met
®en regeling bij circulaire te volstaan.
Met belangstelling vernam de Minister de
kunstige werking, die de toepassing van de voor
waardelijke opschorting van strafvervolging, bü
daarvoor in aanmerking komende gevallen
heeft gehad.
Het beleid, door den Minister met betrekking
het rapport der commissie-Kooien be
kend, gaf velen leden aanleiding hun teleur
stelling uit te drukken.
Gedwongen geweest zijnde voortdurend maat
delen te beramen, die zouden kunnen leiden
versobering en besparing op de rechtspraak,
ht°ge het vanzelf spreken, dat de Minister niet
allereerst en tegelijkertijd bedacht is geweest
h de noodige onkosten medebrengende nieuwe
rechtspraak.
De aangelegenheid kan in een verder stadium
worden gebracht, wanneer financieele redenen
'ch niet tegen de invoering van een aanvul-
ehde administratieve rechtbank verzetten.
Mflat betreft het wederom naar voren ge
achte denkbeeld geen vreemdelingen uit te
Zetten dan na goedkeuring en met medewerking
Van een hoogere instantie, als welke bij-
z°hderlijk een „Vreemdelingenraad" aanbevolen
^'°rdt, beraadt de Minister zich over de mo-
eeliJkheid van een nadere voorziening, welke
h°g eenigen meerderen waarborg voor de be
dehebbende vreemdelingen zou kunnen op
beren.
^at het Larensche geval aangaat, bepaalt de
juister zich thkns, zonder zijn beleid te dezen
Uhieuw te verdedigen, tot enkele mededeelin-
n naar aanleiding van de gestelde vragen.
dah den toenmaligen Procureur-Generaal,
aarnemend directeur van Politie te Amster-
d1, heeft de Minister destijds geschreven, dat
aanneemt, dat de Amsterdamsche politie zal
a6aan of de samenkomst in de „Roode Leeuw"
de buiten]andsche vertegenwoordigers der
^h'SUe Communiste Internationale" plaats heeft
g mocht zulks het geval zijn, zij die verte-
j^Uwoordigers uit het land zal verwijderen;
- °cht die samenkomst worden afgelast, dat
h te Laren zal worden ingegrepen.
Dat de burgemeester geen bericht uit
S-Gravenhage afgewacht heeft, berust
klaarblijkelijk hierop, dat deze magistraat
geen dubium aanwezig geacht heeft.
Een proces-verbaal van de verhooren der
betrokkenen is qpgemaakt voor wat betreft
be vaststelling hunner identiteit.
Met het verzoek om publicatie van circu-
*aU'es omtrent het vreemdelingenrecht zal,
z°°veel als mogelijk is, voor het vervolg re
kening worden gehouden.
is zonder twijfel van het grootste be-
k b?, dat de zedelijke waarden in het open-
are leven worden hooggehouden. Tegen uitin-
van zedelijke verwording moet met alle
d dienste staande middelen worden opge-
^aden. Het stemt tot verheuging, dat misstan-
n °P het gebied van strand- en badleven en
b®rszins in breeden kring onder ons volk ern
stige afkeuring wekken. Mede in verband met
dit laatste geeft de voorstelling, alsof de volks
kracht ten onzent door toenemende zedeloos
heid in sterke mate zou worden ondermijnd,
van een al te groot pessimisme blijk.
Voor bijzondere instructies aan het O. M.,
als door enkele leden bepleit, zijn geen termen
aanwezig.
Voorzoover aan de hand van onderscheidene
voorschriften van het Wetboek van Strafrecht
nog niet reeds kan worden opgetreden, zullen
door den plaatselijken wetgever, die met de
locale gesteldheid en de mentaliteit der be
volking rekening kan houden, nadere aanvul
lende voorzieningen dienen te worden ter hand
genomen.
Dat de Regeering tot heden nog geen
stappen heeft gedaan om aan bepaalde dee-
len der bevolking het politiek vereenigings
recht te ontnemen, is geenszins toe te
schrijven aan gebrek aan diligentie, maar
vindt zijn oorzaak hierin, dat zij niet over
tuigd was, dat het in de gegeven omstan
digheden reeds noodzakelijk was tot dien
uitersten maatregel over te gaan.
Intusschen blijft de Regeering ten aanzien
van dit vraagstuk diligent. Met name wordt ook
gedacht aan een verscherpt toezicht op de
gestie der vereenigingen en aan uitputting van
de verdere mogelijkheden, die de wet zelve nog
biedt.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp tot wijziging
van hoofdstuk VIX B der Rijksbegrooting 1935
(garantievoorschotten aan exporteurs naar
Duitschland) is het volgende ontleend:
Verschillende leden achtten de voorgestelde
regeling onbevredigend. Zij betreurden het, dat
de Regeering zich beperkt tot het steunen van
exportbedrijven, welke in groote moeilijkheden
zijn geraakt of dreigen te geraken ten ge
volge van het feit, dat hun vorderingen in
Marken zijn geblokkeerd op het Sonderkonto,
de Zwischenkonto of het Treuhanderkonto. Zij
zouden het billijk achten, indien ook transito
handelaren en andere crediteuren een voor
schot zouden kunnen verkrijgen op vorderingen,
ouder dan 24 Septenfber 1934.
Naar de meening van deze leden gaat het
niet aan, dat op vorderingen, ontstaan uit
leveringen van goederen en diensten van Ne-
derlandschen of Ned. Indischen oorsprong een
aanzienlijk voorschot zal kunnen worden ge
geven tegen een zeer matige rente, terwijl hou
ders van vorderingen van anderen aard, die
evenzeer met een gebrek aan liquide middelen
hebben te kampen, zich hooge bankrenten moe
ten getroosten om hun bedrijf gaande te hou
den.
Vele leden, van wie verscheildene verklaar
den, de indiening van dit wetsontwerp met
groote ingenomenheid te hebben begroet, be
streden deze opvatting op de gronden, welke
de Memorie van Toelichting ter verdediging
van het ontwerp aanvoert.
Opgemerkt werd, dat de minister van Eco
nomische Zaken in een persgesprek heeft ont
kend, dat eenige toezegging zou zijn gedaan
omtrent de kredieten aan Duitschland. Dit
moge waar zijn voor wat dezen bewindsman
betreft, doch men meende stellig te weten, dat
ambtenaren van het Departement van Econo
mische Zaken op dit punt geruststellende ver
klaringen aan den handel hebben gedaan.
Gaarne zou men van de Regeering een nadere
verklaring ontvangen betreffende dit verschil
in handelwijze tusschen een minister en zijn
ambtenaren.
De voorzitter van het Centraal Stembureau
maakt bekend, dat de openbare zitting van dat
Stembureau voor de benoemd verklaring van
een nieuw lid der Eerste Kamer in de vacature,
ontstaan door het ontslagnemen van den heer
J. W. J. baron de Vos van Steenwijk als lid
dier Kamer zal worden gehouden op Maandag
4 dezer te half vijf in het lokaal van het ge
meentehuis te 's Gravenhage, voorheen voor de
vergaderingen van den raad bestemd.
Met blijdschap vernam „De West" dezer da
gen, dat de reeds jaren voorgenomen grens
regeling der Guyana's vermoedelijk weldra haar
beslag zal krijgen.
Tegenover die blijdschap staat echter een
gevoel van leedwezen, daar, zijn de inlichtingen
juist, Nederland bij deze grensregeling het be
twist gebied tusschen Koetari en New River zal
prijsgeven.
De Nederlandsch-Braziliaansche grensexpe
ditie zal onder leiding staan van vice-admiraal
C. C. Kayser, die deelnam aan de Corantijn-
expeditie van 19 Juli 1910 tot 1 April 1911, eerst
ais lid, later (na het overlijden van Eilerts de
Haan) als leider.
De Nederlandsche expeditie sluit aan bij die
van de Engelsche buren, welke sedert 1930
bezig is met de afbakening der Engelsche gren
zen.
In September zal Kayser de Engelschen ont
moeten aan de monding van de Koetari en ge
zamenlijk met hen deze rivier opnemen.
Aan de bronnen der Koetari ontmoeten zij
de Braziliaansche expeditie, met welke vervol
gens de grens tusschen Suriname en Brazilië
wordt vastgelegd, terwijl de Engelschen terug-
keeren.
De grens wordt opgenomen zoover als die
langs het Corantijngebied loopt. De Brazilianen
hebben nog niet beslist of ze doorgaan tot de
grens met Fransch Guyana. Gaan ze niet door,
dan keert de Nederlandsche expeditie vóór den
regentijd, omstreeks Mei 1936, terug. Gaat de
expeditie echter door tot aan de Fransche
grens, dan zal ze nog een jaar langer duren.
De heer Kayser wordt in Mei verwacht, met
twee opname-officieren en een arts. Zoo spoe
dig de waterstand het toelaat, zal de expeditie
van uit Nickerie vertrekken, waarschijnlijk be
gin Juli.
De expeditie zal van corjalen gebruik maken,
die door de Boschnegers aan de Boven-Suri-
name worden geleverd.
Met het oog op de vele moeilijke en gevaar
lijke watervallen van de Corantijn kunnen al
leen zulke arbeiders worden aangenomen die
bekend zijn met het werken in de vallen, dus
voornamelijk balata bleeders.
Een gedeelte der arbeiders zal in Nickerie
worden aangenomen.
Dat het aanknoopingspunt met de Engelsche
expeditie de Koetari is, leidt tot de veronder
stelling, zegt het blad. dat het gebied tusschen
Koetari en New River door Nederland wordt
prijsgegeven. Ieder kent de geschiedenis van
dit gebied. Schomburgk, de Engelsche ontdek
kingsreiziger, had gerapporteerd, dat de Koe-
roeni-Koetari als voortzetting was te beschou
wen van de Corantijn en steeds was dit door
wederzijdsche partijen stilzwijgend aangeno
men, althans niet betwist, totdat latere ontdek
kingsreizigers tot de slotsom kwamen, dat niet
deze rivier, maar de New River als voornaam
ste tak moet worden beschouwd. Het laatst is
hieromtrent gerapporteerd in het verslag der
Wilhelmina-expeditie, welke onder leiding van
prof. Stahel plaats vond in 1925-1926.
In verband met de aanstaande behandeling
der begrooting 1935 van het Landbouw-
Crisisfonds heeft het hoofdbestuur van den
Koninkl. Nederl. Middenstandsbond de aan
dacht van de Tweede Kamer gevestigd op de
nadeelige gevolgen, welke de vigeerende land
bouwcrisismaatregelen hebben op tal van be
drijfsgroepen, welke agrarische producten ver
werken en/of verhandelen.
Aangedrongen wordt op de instelling van een
Staatscommissie, welke eventueel bekleed met
het enquête-recht opdracht bekome om op
korten termijn voorstellen tot ingrijpende her
ziening van de landbouwcrisismaatregelen uit
te werken. Indien alle betrokken belangen in
deze Staatscommissie evenredig vertegenwoor
diging vinden en daarnaast het onpartijdig,
deskundig element wordt ingeschakeld, zal de
instelling reeds een heilzame werking op de
verontruste publieke opinie kunnen uitoefenen.
De heer Adr. van der Horst deelt mede, dat
hü het volgend seizoen niet meer aan de N.V.
Ver. Rd. Hofstad Tooneel verbonden zal zijn.
(KROONCACHETS)
Perstuk 5ct. Doos 12 kroontjes50ct.
„Wat TTLLjnhcvcdt rruxakt ia ^oed.'
Op de vragen door het Tweede Kamerlid van
Dis, gesteld in verband met het onthouden van
steunuitkeeringen aan ni,alt-georganiseerde
werkloozen, heeft de minister van Sociale Za
ken geantwoord, dat het hem bekend is, dat de
raad der gemeente Poortvliet heeft besloten,
geen uitkeering ingevolge de steunregeling te
geven aan niet verzekerde werkloozen gedurende
zooveel weken als zij, indien zij verzekerd waren
of gebleven waren, uit de werkloozenkas zou
den kunnen trekken.
Met ingang van 1 Januari 1935 zijn in de ge
meente Hillegom echter alle werkloozen, die
daarvoor in aanmerking komen, in de steun
regeling opgenomen.
De gedachte, dat aansluiting by een werk
loozenkas zooveel mogelijk moet worden bevor
derd, acht de minister alleszins juist. De Rijks
steunregeling houdt hiermede reeds rekening
door ten aanzien van de tarieven van steun-
verleening onderscheid te maken tusschen ver
zekerden en niet-verzekerden.
Bovendien opent artikel 2 dezer regeling de
mogelijkheid rekening te houden met het feit,
dat de niet-verzekerde, wanneer hij werkt, meer
kan besparen dan de verzekerde, die wekelijks
contributie voor de werkloozenkas moet beta
len. Ket is dan ook alleszins redelijk, dat in
verband hiermede de niet-verzekerden een iets
langeren wachttijd doormaken dan de verzeker
den.
Een maatregel, als onder te Poortvliet bedoeld,
gaat echter in deze richting verder dan met het
oog op het gestelde doel noodig en gewenscht
is.
De minister heeft het gemeentebestuur van
Poortvliet met de zienswijze der Regeering in
kennis gesteld, met verzoek het desbetreffend
raadsbesluit in nadere overweging te nemen en
in den vervolge tusschen verzekerden en niet-
verzekerden onderscheid te maken op de wijze,
als boven is uiteengezet.
Het algemeen bestuur van de centrale ver.
eeniging ter behartiging van de belangen van de
huiden-, leder-, schoenen- en aanverwante
branches heeft onder voorzitterschap van den
heer L. F. Verwoerd haar jaarvergadering ge
houden.
Na de opening werden zeven vertegenwoordigers
der werknemers en handelsreizigers geïnstal
leerd, die daarmede officieel hun intrede deden
in de bedrijfsorganisatie voor de schoen- en
lederindustrie.
Overgegaan werd alsdan tot wijziging der sta
tuten, zooals door de Reorganisatie-Commissie
was voorgesteld. Een ingrijpende wijziging der
organisatie kwam daarmede tot stand; het
zwaartepunt der Centrale werd verlegd naar de
samenstellende deelen, de groepen, aan wie
grootere zelfstandigheid is gegeven.
Het bestuur waakt voor het algemeen belang
der branches, en treedt op als vertegenwoordiger
van het bedrijfsleven naar buiten. Het heeft
een cassatiebevoegdheid t.a.v. door de groepen
genomen besluiten.
Het amendement ingediend door de groep
Schoenfabrikanten om het aangaan van collec
tieve arbeidsovereenkomsten mogelijk te maken,
werd niet ondersteund en daarom niet in be
handeling genomen. Omtrent dit punt zal de
verdere ontwikkeling worden afgewacht.
Tot directeur der Centrale werd benoemd de
heer J. Quirijns terwijl in diens plaats als lid
van het Dagelij ksch Bestuur werd gekozen de
heer A. Hart te Amsterdam.
Wegens oritslagneming van Mr. W. van der
Loo te 's-Gravenhage werd tot algemeen secre
taris benoemd Mr. J. Muyser te Amsterdam.
Aan het slot der vergadering sprak de voor
zitter den wensch uit, dat de Centrale in den
nieuwen vorm spoedig vruchtbaar werk voor de
branches zal mogen verrichten en de samen
werking tusschen belanghebbenden steeds
krachtiger mag worden.
Vrijdag was de heer P. Seelen vijftig jaar
broodbezorger bij de firma Lensvelt Nicola, te
Den Haag.
«SS»!®»
Manschap-pen van het regiment Wielrrijder uit 's-Hertogenbosch steken tusschen Best en Tilburg het Wilhelminaka-
naal over bij de oefeningen in Noord-Brabant
In Staatsblad 61 is een Koninklijk Besluit
gepubliceerd van 20 Februari 1935, waarbij het
radio-reglement 1930 op verschillende punten
wijziging en aanvulling heeft ondergaan.
Een belangrijke aanvulling is die van art. 2.
Aan dit artikel, dat bepaalt, wie met machti
ging van den minister mededeelingen door
middel van de radio mag doen, is een nieuw
lid toegevoegd, er toe strekkende dat in de ge
vallen, dat de Koningin van den Nederland-
schen omroep gebruik wenscht te maken, de
daarvoor noodige zendtijd op de by dien om-,
roep in gebruik zijnde zendinrichtingen te allen
tijde te harer beschikking staat.
Vervolgens is bepaald, dat zendtijd eveneens
te allen tijde beschikbaar wordt gesteld, indien
de ministers, hoofden van ministerieele departe
menten, in hun hoedanigheid van regeerings-
persoon mededeelingen aan het Nederlandsche
volk hebben te doen.
De bepalingen ten aanzien van de controle
op de uitzendingen van den radio-omroep en da
bepalingen met betrekking tot den inhoud van
hetgeen wordt uitgezonden, zijn op deze mede
deelingen niet van toepassing.
Een nieuw artikel 33 bis verplicht den hou
der van een radiodistributie-inrichting om on
verwijld en onverkort gevolg te geven aan het
geen eenige autoriteit krachtens de wet van
hem verlangt. Indien dit meebrengt het doen
van mededeelingen aan de aangeslotenen, moet
hij deze aan alle aangeslotenen over alle pro
grammalijnen doen toekomen.
De schriftelijke verklaring, door of namens
den directeur-generaal der P.T.T. af te geven
van met gunstig gevolg afgelegd onderzoek voor
radio-amateurs is vervangen door een schrifte
lijke verklaring door of namens den directeur-
generaal van bevoegdheid tot het bedienen van
een radio-electrische zendinrichting.
De bijzondere lastgeving, vereischt voor amb
tenaren tot controle van amateur-zendinrich-
tingen is afgeschaft, en in plaats daarvan is
voortaan een legitimatiebewijs voldoende.
Volgens art. 64 lid 3 was de houder van een
ontvangtoestel verplicht tot het treffen van alle
maatregelen, dienstig om het uitzenden van voor
het radio-electrisch verkeer hinderlijke golven
te voorkomen. In plaats daarvan wordt thans
verboden te hebben of te gebruiken een ontvang-
inrichting, die in het golflengtegebied tusschen
2000 M. en 200 M. hinderlijke straling door de
antenne kan veroorzaken. Als zoodanig worden
beschouwd ontvanginrichtingen, waarmede kan
worden opgewekt een hoogfrequente spanning
van 50 millivolt of meer aan een serieschakeling
van een capaciteit van 200 micromicrofarad, en
een weerstand van 25 ohm en een zelfinductie
van 20 microhenry geschakeld tusschen de an
tenne-contact onderling of tusschen eenig anten
necontact en het aardcontact van de ontvang-
inrichting. Dit verbod geldt niet voor houders
van ontvanginrichtingen, met betrekking tot
inrichtingen welke zij voor of op 28 Februari
1934 in gebruik hadden. De kroon behoudt zich
voor ten aanzien van ontvanginrichtingen,
welke in andere golflengtegebieden dan tus
schen 2000 M. en 200 M. hinderlijke straling
door de antenne kunnen veroorzaken, een
overeenkomstig verbod uit te vaardigen.
Op de vragen van t Tweede Kamerlid Drop
in verband met wijzigingen, welke in 't bouw
plan van den in aanbouw zijnden flottielje
leider-Nederland zouden zyn gebracht, heeft de
minister van Defensie geantwoord, dat niet
van een verandering in het bouwplan gespro
ken kan worden.
De wijzigingen behooren tot de detailuitvoe
ring; zij hebben geen invloed gehad op de ra
ming. Deze is rond 7% millioen gebleven.
Het voor 1935 uitgetrokkene is geheel be
stemd voor de artilleriebewapening van het
schip, waaronder het in deze vraag bedoeld
geschut.
De Kring Loosduinen-Bêrkel-Rotterdam van
veilingvereenigingen heeft in het afgeloopen
jaar in totaal omgezet voor een bedrag van
11.421.229, tegen 12.013.399 in 1933, een ver
mindering dus met bijna 600 000.
Vergeleken met 1933 is de omzet aan deze
veiling teruggeloopen met bijna 2 millioen.
De N.V. Handelmaatschappij v.h. Franz Zoet
mulder te Schiedam heeft zich voor ruim twee
jaren tot den Minister van Financiën gewend
met verzoek het invoerrecht op spiritus, uit
sluitend dienende voor de fabricage van brand-
spiirtus, op te heffen om daardoor het volks
artikel brandspiritus goedkooper voor het volk
verkrijgbaar te stellen.
Thans heeft de N.V. zich met een adres van
dezelfde strekking gewend tot de leden der
Tweede Kamer. In dit request wordt er op ge
wezen dat deze invoerbescherming de sterke
monopoliseering van het spiritusbedrijf zeer
heeft bevorderd en in de hand gewerkt.
Heden is het vijf en twintig jaar geleden,
dat de heer L. J. Stolwijk, hoofdredac
teur van „De Nieuwe Dag" te Amster
dam, zijn eerste schreden zette op het glibbe
rige pad der journalistiek.
Vijf en twintig jaren het is een groot deel,
vaak het grootste deel, van een menschenleef-
tijd en van den jubilaris Stolwijk mag ge
tuigd worden, dat hij in dit deel van zijn leven
de vele, beste krachten die in hem zijn, ge
steld heeft in dienst van de beste zaak.
Als katholiek journalist heeft hij een
kwarteeuw lang het katholieke ideaal, in de
mooiste beteekenis van het woord, allerge-
trouwst gediend.
En met schoon resultaat.
Het pad der journalistiek moge glibberig ge
weest zijn de heer Stolwijk hield vasten, ka
tholieken koers, en op den jubeldag van heden
staat hij daar thans reeds „bene meritus",
overladen met verdiensten als een ridder
zonder vrees en zonder blaam, als een strijder
voor de katholieke zaak, als een gewetensvol
en plichtsgetrouw journalist, als één, die zeg
gen mag, dat hij zich, zonder ook maar in het
minst een „Streber" te zijn, een pléats in de
Nederlandsche katholieke journalistiek verze
kerd heeft.
De heer Stolwijk werkte aan de „Nieuwe
Zuid-Hollander" te Gouda, „De Gelderlander"
te Nijmegen, aan „De Maasbode" te Rotter
dam, aan de „Nieuwe Schiedamsche Courant"
te Schiedam, en thans, sinds ruim drie jaar
aan de „Vereenigde Katholieke Pers" te Am
sterdam, waarvan „De Nieuwe Dag" zijn bij
zondere zorg en liefde heeft en overal, waar
hij arbeidde, was zijn werk gekenmerkt door
kerngezond verstand, door helder, diep katho
liek inzicht.
Zijn journalistiek en katholiek aanvoelings
vermogen en zijn zin voor realiteit komen op
gelukkige wijze in zijn arbeid tot uiting en hoe
wel hij uitmunt door een snel en beslist oor
deel en niet weet van journalistiek of katho
liek piekeren, is toch zijn voornaamste deugd
de „prudentia", de voorzichtigheid.
En met al deze goede eigenschappen heeft de
heer Stolwijk jaar in jaar uit gearbeid in voor-
beeldigen ijver, in wilskrachtige voortvarend
heid en niets ontziend doorzettingsvermogen;
hy heeft in waarheid als de trouwe dienaar ge
woekerd in den goeden zin van het woord met
de hem geschonken talenten.
Heeft de journalist Stolwijk zich in de afge
loopen vijf en twintig jaar voortdurend mogen
verheugen in de waardeering en sympathie van
allen die met hem in aanraking kwamen, ook
de gave, trouwe, hartelijke mensch Stolwijk
heeft allerwege steeds aller harten voor zich
gewonnen en veroverd gehouden; niemand
klopte ooit tevergeefs bü hem aan, als er be
hoefte was aan steun, aan hulp, aan goeden
raad.
Ook de gemeenschap deed nimmer tevergeefs
een beroep op hem; de heer Stolwijk toonde
zich immer een sociaal en maatschappelyk-
mensch; op waardige wijze vervulde hij o.a.
jarenlang het kerkmeesterschap te Schiedam.
Vooral de R. K. Journalisten-vereeniging,
waarin hij zich zoo geheel geven kon als harte
lijke en meevoelende collega had intusschen zijn
liefde; een koninklijke onderscheiding werd
zijn welverdiend deel voor het schoone gemeen-
schapswerk als penningmeester der R.K. Jour-
nalistenvereeniging verricht.
Het moge den jubilaris van heden wèl blijven
gaan in het leven.
Een hartelijk gemeend „Ad muitos annos!"
zij hem toegeroepen.
Aan de Nederlandsche Voorjaarsbeurs 1935 te
Utrecht zal voor de eerste maal verbonden zijn
een gezamenlijke demonstratie van Nederland
sche textiel-industrieën, voor zoover zy kunst
zijden en met kunstzijde verwerkte stoffen ver
vaardigen. De bedoeling van deze show, welke
de geheele vierde verdieping van het derde jaar
beursgebouw inneemt, is: een overzicht te geven
van hetgeen onze bij uitstek nationale textiel
industrie op dit gebied presteert.
Reeds geruimen tijd hebben deze industrieën
na grondige voorstudie en onderzoek, zich toe
gelegd op de verwerking van kunstzijde in tex-
tielstoffen, voor welke omzetting van katoen
industrie in kunstzijde-industrie ingrijpende
veranderingen in het productieproces noodig
waren.
Daar nog al veel in ons land de meening
heerscht, dat de Nederlandsche textielindustrie
slechts de van ouds bekende stoffen maakt, wil
deze industrie thans door gezamenlijke demon
stratie ter Nederlandsche Jaarbeurs laten zien,
welke hoogte zij op het gebied der verwerking
van kunstzijde heeft bereikt.
In het Rijksmuseum „Huis Lambert van
Meerten" te Delft wordt van 2 Maart tot 1
April een tentoonstelling gehouden van schil
derijen en aquarellen van Jo Koster. Toen zij
onlangs bij Van Lier te Amsterdam exposeerde
hebben we uitvoerig over de kunst van deze
schilderes geschreven.
Burgemeester Wijnen, van de gemeente Asten
(Peelgebied), hoopt op 12 Maart a.s. zijn zil
veren jubileum als zoodanig te herdenken. Ter
plaatse is in verband daarmede een feestcomi
té gevormd.
DELFT. Candidaatsexamen van civiel ingenieur
A. Oosters, geboren te Beemster.
WAGENINGEN. Bevorderd tot doctor in de
Landbouwkunde Ir. R. H. J. Roborgh, geboren
te Den Bosch, op proefschrift met stellingen,
getiteld: „A study on the nature of clay",