Troost en opbeuring in
moeilijke tijden
DE INDE PIJP
De opstand in Griekenland
Pater Roothaan's
zaligverklaring
£EM -HOEP N
'T WATER
Ti
GEEN DUIDELIJK BEELD
ZUSTERSKLOOSTER TE
SANTPOORT
Fjustitia-et
C-h n
MAANDAG 4 MAART 1935
Él
Joannes, Dominicus, Joseph
^6r>genenf, door de genade
Gods en de gunst van den
Apostolischen Stoel
^'sschop van Haarle
m.
Aan de Geestelijkheid en de
Geloovigen van ons Bisdom,
Zaligheid in den Heer!
Een woord van troost
Er bestaat een Goddelijke
V oorzienigheid
Het lijden om ons bestwil
MAAR....
De gemeenschap der Heiligen
Het leven een korte doorgang
Pater Roothaan S.J.
Wijziging kieswet
Wetsontwerp zou weinig kans
maken
BEVERWIJK—WIJK AAN ZEE
Ged. Staten vragen advies inzake
de fusie
OVERSCHRIJDING CREDIET
Venizelos en Piastiras
Waschindustrie
Tijdelijke afsluiting ter saneering
van het bedrijf
PRODUCTIEBEPERKING
Invloed van rubber op de
lederindustrie
BETALING BULGAARSCHE
RENTEN
STEUN AAN TUINDERS
RADIOTELEFOONVERKEER
MET INDIË
KONINKLIJKE GIFTEN
Zijn gebeente in de crypte onder
de Gesukerk te Rome
opgegraven
Opening apostolisch
proces
Bewaarschool en modevakschool
zullen worden opgericht
Minister De Wilde in Groningen
Jubilea
Veilingvereenigingen in
Nederland
V erkiezingsbrochures
Dienst normaal
Oierb;
are Diocesanen,
15001611 dlt Jaar b'J het begin van den
trl_<Yasbentijci tot U, om U een woord van
Zjjn en opbeuring toe te spreken. Want Wij
don». 01ertuigd dat zeer velen onder U, gedrukt
jen nood der tijden, aan zulk een woord
>erste behoefte gevoelen. De rampen im-
than^ waarmede God toelaat dat de wereld
ten nood der tijden, aan zulk een woord
niert;ZeerSte behoefte gevoelen. De rampen im-
waarmede God toelaat dat de wereld
ai 8eslagen wordt, hebben zulk een om
zóó'Si aanSenomen, en de nood duurt reeds
tg anSen tijd, dat het ten volle begrijpelijk
legrJ i il6t veIen bi'61"51 zwaar valt het opge-
opbp6 '6ec^ te dragen. Een woord van troost en
den Uririg van Uw aller Vader in Christus, van
aller e' die door God is aangesteld om Uw
Ver. geestelijke Herder te zijn, zal U, Wij
terwj°uwen zulks ten volle, zeker welkom zijn,
Van o van °nzen kant tot in het diepst
WrmJrnze ziel de behoefte gevoelen om U dat
toe te spreken.
C'feerst een woord van troost. Welnu dan,
dat Diocesanen, het moge U tot troost zijn,
jnet ttW aller Vader> Uw Bisschop, van harte
atg .7 mede lijdt, dat hij Uw nooden gevoelt
Uw hJtIe n°oden, Uwe zorgen als zijne zorgen,
Uwe d ornmernissen als zijn bekommernissen,
Ifetl 0r°e£heid als zijne droefheid. Gaarne ma
de ei woorden, die de Apostel schreef aan
dien °Vigen van Corinthe, tot de Onze: ,Jn-
hiet lemand onder U lijdende is, zou ik dan
dul,„ mede lijden?" Wij lijden mede met de
Schn 'u buisvaders, die de hun door God ge
lang en Werkkracht en werklust reeds zoo
in d onSebruikt moeten laten en met tranen
otn v 0Qgen ai hun pogingen zien mislukken
liefb vr°uw en kinderen, die zij zoo innig
Wü e,..en' het dagelijksch brood te verdienen.
Wip Jden mede met de duizenden moeders,
]y. r harten bloeden, omdat zij haar dierbaar
v °0st Uit eigen middelen niet voorzien kunnen
dii uoodige voedsel en de passende klee-
ng' maar die daarvoor een beroep moeten
öoen
°P anderen. Wij lijden mede met die dui-
Zoo j°nge mannen, voor wie de toekomst
van ^einig lichtpunten biedt, die de vreugde
rea ?en arbeid nog nimmer hebben mogen lee-
keere nen' en die ln de onmogelijkheid ver-
cjen 0 hun idealen te verwezenlijken. Wij lij-
Wen d0de met de duizenden mannen en vrou-
hiJn' 016 tengevolge van de ongunst der tijden
0PReh welke zij met veel zorgen hadden
beklp °llwd' Zlen verschrompelen en die met
van i?06 barten de toekomst van zich zelf en
hiede kinderen tegemoet zien Wij lijden
inkom de huizenden, wier bezit en wier
dera n op onrustbarende wijze zijn vermin-
en w of zelfs zoo goed als geheel verdwenen,
reeds Van velen als zoogenaamde stille armen
«leen80ruimen 'Üd aangewezen zijn louter en
den ny0p de liefdadigheid. Met hen allen iy-
Ons mede, iederen dag. En vooral krimpt
strekn rt' wanneer Wij denken aan sommige
die n-0, van 0ns Bisdom, waarin de bedrijven,
staan0 r een behoorlijk of zelfs een rijk be
stir0131™611, zo° goed als Seheel werden
steeds d.' terwijl de vooruitzichten nog maar
ge .niet naar betere tijden heenwijzen.
die jjh'hd0 Diocesanen, moge het voor allen,
aller r, nood verkeeren, tot troost zijn, dat Uw
de n g6rneenschappelyke Vader in Christus met
dageij?50h zijner kinderen medeleeft, en dat hij
overvi .voor u bidt en smeekt, opdat God U
gen d0edlg moge sterken om het kruis te dra-
Wat Hi' u op de schouders legt.
bedopi w*i. echter met dit herderlijk schrijven
de ve nief alleen U troost te g.'ven door
tn6er rzekering van ons innig medeleven- veel
Wannen0g zullen WÜ Ons gelukkig gevoelen,
ren dn0r er in mogen slagen U ->p te beu-
q0or de gedachten, die nu gaan. volgen.
Maat tl6rnlnde geloovigen, God zij dank er is
Mlde VOOr °Pbeurende gedachten bü al het
Waaronder de wereld thans gebukt gaat.
dachfS een vreugde, U op enkele dier ge-
dra h te mogen wijzen. Zij alle worden ge-
\Vij dn door deze centrale kerngedachte, die
in n n °°k allereerst als een bron van licht
de g(L midden Uwer aandacht willen plaatsen,
ljj(je acbte namelijk, dat er bestaat een Godde-
biets 0orzienigheid, dat wil zeggen, dat ons
de °Verkomt en niets overkomen kan zonder
ailer ^bikkingen van God, Die niet alleen is ons
is 0tls en Meester, maar Die boven alles
Va<3ea aller Vader en wel ons aller liefdevolle
is, dat^ienS liefde tot ieder van ons zóó groot
kif!^ de liefde van een moeder voor haar
der P niefc bü balen kan. „Kan wel een moe-
biQtlcjaar kind vergeten?" sprak God door den
vergetVari den Profeet Isaias; „en al zou zij het
0Ï1- fk zal U niet vergeten."
de^001' z0° teeder is de liefde van God
arheiri mensch- Wanneer wij ons van deze
geh, tot m bet diepst onzer ziel doordrin-
il'i'üWen ls bet uitgesloten, dat ons Godsver-
k'eb zon00'5 maar in het minst aan het wan-
°'p-t te u worden gebracht, ook al begrijpen wij
beU en fVolle' waarom Hij ons slaat met ram-
v r°m vSenspoed. Een volledig inzicht in het
rt01 Van het lijden, waarvan de wereld zoo
Plann°" aIleen dan mogelijk zijn, als God
tp ^eliit0 ZiJner Voorzienigheid aan ons uit-
biet .wiIde openbaren. Dat doet Hij ech-
-"tl acht het beter daaromtrent te zwij
gen en geen openbaringen te doen. Maar dan
is het toch eigenlijk vanzelf sprekend, dat wij
de plannen van Gods Voorzienigheid niet vol
ledig kunnen begrijpen. Hoe immers zou het
mogelijk zijn, dat ons uiterst- beperkt en on
beduidend klein verstand uit zich zelve de plan
nen van het onmetelijk verstand van den On
eindig Wijzen God zou kunnen achterhalen?
Ten opzichte der plannen van Gods Voorzie
nigheid past ons, nietigen menschen, geen an
dere houding dan een deemoedige herhaling
der woorden van Sint Paulus: „Ondoorgron
delijk zijn Gods raadsbesluiten en onnaspeur
lijk Zijne wegen." En wanneer ons dan som
tijds de neiging tracht te overmeesteren om
ons een wereldbestuur te denken, dat naar
onze menschelijke opvatting beter zou zijn, een
wereldbestuur, waarbij rampen zouden zijn uit
gesloten of waarbij zij althans spoedig zouden
beëindigd zijn, herinneren wij ons dan het
woord van God Zelf, die gezegd heeft, dat Hij
de oneindig' Wijze nu eenmaal anders denkt
dan wij kleine menschen. Wij lezen immers
bij den profeet Isaias: „Mijne gedachten zijn
niet uwe gedachten, en uwe wegen zijn niet
Mijne wegen." Zoo dienen wij in het nederige
besef van onze onmacht om Gods wereldbe
stuur te doorgronden, de goddelijke Voorzienig
heid te aanvaarden. Maar wanneer wij haar
aldus aanvaarden, dan wordt die gedachte
voor ons een bron van een onbegrensd Gods
vertrouwen, omdat wij ons dan bij alle lijden,
dat ons overkomt, veilig weten in de hand
van Hem, die ons, meer dan een moeder haar
kind bemint, liefheeft.
Rondom deze centrale kerngedachte van
Gods Voorzienigheid in het bestuur der wereld
en in het bestuur van ieder onzer afzonderlijk
staan meerdere andere gedachten, die tot ver
sterking van ons Godsvertrouwen en dus tot
onze opbeuring veel kunnen bijdragen, en die
daarom van zoo groot belang zijn, omdat zij
in staat zijn om ons althans voor een gedeelte
de beteekenis van rampen en tegenspoed en
van de bedoeling, die God ermede heeft, te
doen begrijpen. Zij geven wel geen volledige
verklaring van het lijden, dat ons treft, maar
zij brengen ons toch tot de overtuiging, dat
God het lijden, dat Hij ons overzendt, in Zijn
Vaderlijke Voorzienigheid ons doet toekomen
louter en alleen om ons eigen bestwil, m.a.w.
dat God rampen en ellende louter en alleen
bedoelt als een bron van zegen. Drie van die
gedachten willen Wij in herinnering brengen.
Het zijn drie waarheden, die ons geleerd wor
den door ons heilig Geloof, die gij dus allen
kent, doch die Wij thans willen laten zien in
haar beteekenis voor het geduldig dragen van
de kruisen, waaronder wij gebukt gaan.
Die verheven waarheden zijn de volgende.
Vooreerst, dat ieder mensch bezit een onster
felijke ziel. Vervolgens, dat er bestaat een ge
meenschap van de heiligen, d.w.z. een gemeen
schap van de leden van Christus' Kerk krach
tens welke de verdiensten van den een ook ten
goede komen aan de anderen. En ten slotte,
dat het leven hier op aarde niets anders is
dan een doorgang naar het eeuwige leven,
waar de eigenlijke bestemming van den mensch
gelegen is.
Allereerst dan, wij bezitten een onsterfelijke
ziel. Welnu, die ziel wint in schoonheid, naar
mate wij meer door het lijden gelouterd wor
den. De H. Paulus zegt het zoo schoon in zijn
tweeden brief aan de Corinthiërs, waarin hij
spreekt over het lijden, dat hij te dragen had.
„Wanneer de uiterlijke mensch geslagen wordt,"
zoo schrijft hij, „dan groeit de innerlijke mensch
dagelijks tot nieuwe kracht." Immers het lijden,
met geduld verdragen, staalt ons en maakt
onze ziel rijker in de oogen van God. In dat
lijden immers vindt de mensch bij uitstek de
gelegenheid om te toonen, dat hij God lief
heeft, zooals wij lezen in het boek Judith: „On
ze vaderen hebben beproevingen ondergaan, op
dat duidelijk zou worden, dat zij werkelijk
God liefhadden." Het lijden brengt den mensch
derhalve nader tot God. En daarom zegt het
boek der Psalmen: „God is nabij aan hen, die
in droefheid zijn." En de profeet Osee doelt
op hetzelfde, wanneer hij zegt van degenen,
die door lijden getroffen worden: „In hunnen
nood zullen zij zich oprichten tot Mij."
Daarom dan ook zijn de beproevingen vol
strekt niet een teeken, dat God zich van ons
afwendt, maar veeleer een bewijs, dat Hij ons
liefheeft. Wanneer immers het lijden een mid
del bij uitstek is om ons inniger aan God te
binden, dan zal Hij aan Zijne vrienden dat
middel zeker niet onthouden. Wij lezen dan ook
in het Boek der Openbaring: „Degenen, die Ik
liefheb, beproef Ik en kastijd Ik." En in het
Boek der Psalmen staat geschreven, dat juist
degenen die God het meest bemint, de
rechtvaardigen, veel beproefd zullen worden:
„De beproevingen der rechtvaardigen zijn
vele." En nog duidelijker sprak God naar aan
leiding van de wederwaardigheden, die Tobias
had doorstaan: „Omdat gü welgevallig waart
aan God, was het noodzakelijk, dat de beproe
ving u louterde."
Douwe Egberrs Echte Friesche Heer en - Baai en
BAAi-Tabak. Melange van rijpe tabakKen.
Wat is dat een heerlijke gedachte, beminde
geloovigen, dat wij door het geduldig verdragen
van den tegenspoed dichter komen bij God. En
die gedachte wint nog aan schoonheid, als wij
daarbij bedenken, dat het lijden ons meer ge
lijkvormig maakt aan onzen Goddelijken Hei
land, Jezus Christus. „De dienaar is niet beter
dan de meester" heeft Jesus zelf gezegd. Wel
nu, als Jesus Zelf zooveel geleden heeft, volgt
daar dan niet uit, dat ook wij voor het lijden
niet mogen terugschrikken? „Wie mijn volgeling
wil zijn, zoo heeft Hij ons geleerd, hij neme
zijn kruis op dagelijks." S. Paulus vermaant
zijn leerling Timotheus, dat hij zich niet moet
verwonderen, als God hem lijden overzendt,
juist omdat hij een volgeling van Christus is.
„Allen, die godvruchtig willen leven in Chris
tus, zullen vervolging lijden." En de groote
Apostel was zóó diep overtuigd, dat het lijden
hem meer gelijkvormig maakte aan zijn God
delijken Meester, dat hij zich zelfs verheugde
om het lijden, dat hij onderging, zoodat hij
uitriep: „Ik vloei over van vreugde in al onze
kwellingen." Daarom verlangden zelfs sommige
heiligen om voortdurend meer te mogen lijden.
Vroeg ook niet de H. Liduina, de maagd van
Schiedam, dat God haar nog meer pijnen en
smarten zou overzenden dan zij reeds te door
staan had? Zij wist, dat zij daardoor zou win
nen in gelijkenis aan haar Goddelijken Bruide
gom, en dat zij dientengevolge aangenamer en
behaaglijker zou worden in de oogen van God.
Maar, beminde Diocesanen, niet alleen voor
onze eigen ziel is het geduldig verdragen lijden
heilzaam, maar het komt bovendien ook ten
goede aan anderen. Want er bestaat een ge
meenschap van de heiligen, en dit is de
tweede waarheid, waaraan Wij U wilden her
inneren krachtens welke de verdiensten
van den een ook voordeelig zijn aan den ander.
Het is alweder de H. Paulus, die in betrek
king tot het Ujden ons daarop gewezen heeft.
Omtrent de beproevingen, die hij zelf door
stond, schreef hij namelijk aan de Corinthiërs:
„De dood is wel werkzaam in ons, maar het
leven in U; want dit alles geschiedt om Uwent
wille." De groote Apostel wil met deze woor
den aanduiden, dat alles wat hem overkwam,
geschiedde tot nut en zaligheid van zijn mede
broeders. Lijden, bitter lijden tot den dood
mocht zijn deel zijn, het ontmoedigde hem
niet, daar hij wist, dat de verdiensten ervan
ten goede kwamen aan anderen, die erdoor ge
bracht werden tot hooger geestelijk leven. Wat
een opbeurende gedachte, beminde geloovigen,
ook voor ons, te weten, dat, wanneer wij ge
troffen worden door rampen en tegenspoed,
wij daarin de gelegenheid vinden niet alleen
om te boeten voor onze eigen zonden, maar
ook om de zonden van anderen uit te boeten
en dus mede te werken aan den bloei van hun
geestelijk leven. Die gedachte leefde ook in de
H. Liduina. Gaarne droeg zij haar lijden op
voor de bekeering van hen, die van God wa
ren afgedwaald. Zoozeer was zij overtuigd, dat
volgens de leer van St. Paulus haar lijden in
staat was Gods genade ook over anderen af
te trekken.
En ten slotte, beminde geloovigen, wanneer
wij het lijden beschouwen in het licht van de
derde waarheid, waaraan Wij U wilden her
inneren, namelijk dat ons leven hier op aarde
niets anders is dan een korte doorgang naar het
eeuwige leven, waar eigenlijk onze bestemming
gelegen is, dan vooral worden al onze beproe
vingen veel lichter. Want het is juist de tegen
spoed, veel meer dan de voorspoed, die ons den
weg naar den hemel gemakkelijk maakt.
De Evangelist Lucas leert het zoo duidelijk
in de Handelingen der Apostelen, dat wü zon
der beproevingen den hemel niet zullen beër
ven. „Door vele beproevingen, zoo schrijft hij,
moeten wij den hemel binnengaan." En de H.
Paulus roemt het lijden als het groote middel
om de hemelsche heerlijkheid deelachtig te
v.'orden. „Wij vertwijfelen niet", zoo schrijft hij,
want de tegenwoordige droefheid, die slechts
voorbijgaand en licht is, bewerkt in ons een
eeuwige, alles overtreffende heerlijkheid." En
hoe meer wij met geduld geleden hebben, des
te grooter zal die heerlijkheid zijn. Maar in
elk geval zal die heerlijkheid zoo groot zijn,
dat dezelfde Apostel uitroept: „Ik weet, dat het
lijden van dezen tijd niet in vergelijking kan
komen met de toekomstige heerlijkheid, die in
ons zal geopenbaard worden."
Zietdaar, beminde geloovigen, enkele gedach
ten, die, naar Wij hopen, U tot troost en op
beuring mogen strekken en tot versterking van
Uw vertrouwen op God in deze moeilijke tijden,
die wij doorleven. Wij hebben die gedachten
tot U willen brengen, nu wij staan aan het
begin van den Vastentijd, waarin wij volgens
vrome gewoonte meer dan anders in den loop
van het jaar het lijden zullen overwegen, dat
onze goddelijke Zaligmaker voor ons heeft
willen ondergaan. Hoe meer wij Zijn lijden
overwegen, des te gemakkelijker zal het ons
vallen ons eigen lijden te dragen, overeenkom
stig het schoone woord van den H. Bonaven-
tura: „De kwellingen dezer wereld worden zoet,
wanneer eraan verbonden wordt de herinnering
aan Christus' lijden."
Verder sporen Wij U aan om in den heiligen
Vastentijd veel te bidden. Bidt voor onzen H.
Vader den Paus, voor Hare Majesteit onze ge-
eerbiedigde Koningin en voor Hare Koninklijke
Hoogheid de Prinses. Bidt ook voor U zeiven
en voor anderen vooral met deze bedoeling, dat
in allen moge groeien het vertrouwen op God
door versterking van het besef, dat Gods Voor
zienigheid over ons waakt, en door een beter
inzicht in de beteekenis, die het lijden, dat
thans in zoo hevige mate over de wereld is uit
gestort, bezit voor onze eigen ziel, voor
anderen en voor onze eeuwige zaligheid.
En zal dit Ons herderlijk schrijven op Zondag
Quinquagesima worden voorgelezen in alle
kerken en kapellen van Ons Bisdom, waarover
een Rector is aangesteld.
Gegeven te Haarlem, 20 Februari 1935.
t J. D. J. AENGENENT,
Bisschop van Haarlem.
Op last van Zijn Hoogw. Excellentie,
H. W. AGTEROF, Secretaris.
Het wetsontwerp tot wijziging van de Kies
wet, dat aanvankelijk nogal furore maakte,
wordt thans op den achtergrond geschoven. De
S.D.A.P., die zich oorspronkelijk fel tegenstand
ster van de dwergpartijtjes toonde en voor
standster van het ontwerp, heeft in haar frac
tie-vergadering het voorstel besproken. Haar
oordeel luidde ongunstig. De behandeling van
het wetsontwerp is reeds uitgesteld, en in Ka
merkringen wordt zelfs gesproken over de mo
gelijkheid, dat het ontwerp, zooals het er ligt,
zou worden ingetrokken.
Naar wij vernemen hebben Ged. Staten de
stukken, betrekking hebbende op de fusie van
Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin, in han
den gesteld van het gemeentebestuur van Bever
wijk, met het verzoek om vóór 1 Juni a.s. een
advies te mogen ontvangen van den gemeente
raad en van de commissie uit de ingezetenen,
den zoogenaamden „dubbelen raad".
Zooals men weet, wordt deze commissie op
dezelfde wijze als de gemeenteraad gekozen.
Het moet in de bedoeling liggen om de stem
ming te doen houden tusschen de verkiezing
van Prov. Staten en Gemeenteraad, welke laat
ste op 26 Juni gekozen wordt.
Uit het bericht over het tekort bij de „Volks
krant" zou men ten onrechte kunnen afleiden,
dat dit dagblad een tekort had. Het betreft
hier echter een overschrijding van een crediet
by de Eigen Drukkery van het R. K. Werklie
denverbond, waar de „Volkskrant" sinds korten
tnd gedrukt wordt.
Volgens een officieele proclamatie van de
Grieksche regeering-Tsaldaris is de mili
taire opstand in Griekenland op touw
gezet door „gekken en liberalen". Deze merk
waardige differentieerende aanduiding is niet
direct parlementair te noemen. Vermoedelijk
rekent de regeering den beroepsomwentelaar
generaal Piastiras tot de eerste en den .Witten
Leeuw van Creta", den oud-premier Venizelos
tot de tweede oategorie. Maar noch generaal
Piastiras, die sinds jaren in een hotel te Cannes
aan de Rivièra verblijf houdt, noch de groote
Entente-vriend Venizelos waren bij het uitbre
ken van de muitery op de vloot en in enkele
kazernes in Griekenland aanwezig. Venizelos
werd gesignaleerd op zqn geboortegrond, het
eiland Creta, en heeft zich aldaar, eerst na het
oplaaien der rebellie, aan het hoofd van een
revolutionnair comité gesteld. Bovendien heeft
generaal Piastiras in een onderhoud met een
journalist uitdrukkeiyk verklaard, dat hy .niets
met Venizelos te maken had en zeker niet ge
negen wlas eventueel met dezen liberalen poli
ticus de macht te deelen. Piastiras is een man
met dictatoriale neigingen. In 1922 heeft hij
een dag de genoegens van het dictatorschap
gekend en deze korte vreugde heeft hem bhjk-
baar zóó goed gesmaakt, dat hy sindsdien aan
het w*roeten en intrigeeren is gebleven om, zy
het ook van verre, de zittende regeeringen te
ondergraven. Volgens zyn eigen bewering koes
tert generaal Piastiras geen ander verlangen,
dan zijn vaderland den vrede deelachtig te doen
worden. Dat die Vrede in zqn felle oogen alleen
gewaarborgd kan worden, wanneer hy dictator
spelen mag, spreekt wel vanzelf. Om dien vrede
te stichten, complotteert hy. Dit is de paradoxa
le consequentie van eiken machtsbegeerigen re
volutionnair. In hoeverre de huidige opstand te
wyten is aan Piastiras en Venizelos valt nog
niet uit te maken. Het eenige, dat vast staat
is, dat hy is uitgegaan van de oppositie, en dat
Venizelos na de losbarsting zich erbij heeft
aangesloten. De witte leeuw van Creta is on
danks zün meer dan zeventig levensjaren nog
geenszins stry densmoe. Vaak heeft hy als mi
nister-president in zeer belangryke perioden het
lot van Griekenland in handen gehad, en nog
altyd schynt hy het dragen van dien last te am-
bieeren. Dat zqn tegenstanders hem nog hoogst
gevaarlijk achten, bleek, toen meer dan een
jaar geleden te Athene een aanslag op hem
werd gepleegd, welke echter mislukte.
Het monsterproces, dat na dezen aanslag ge
houden zou worden, werd herhaaldeiyk uitge
steld, en was juist de vorige wéék begonnen. Men
scheen in officieele Grieksche regeeringskringen
geen byzondere haast te maken met het be
straffen van hen, die den gryzen politicus en li
beralen leider naar het bejaarde leven hadden
gestaan. Voedde Venizelos daarom een persoon
lijke rancune tegen de regeering? In ieder geval
was hy met zyn aanhangers in de oppositie ge
drongen.
Intusschen schynt Venizelos, die zich met de
opstandige beweging thans openlijk vereen-
selvigd heeft, ofschoon deze een niet direct
liberale militaire dictatuur heette te willen in
stellen, op het verkeerde paard te hebben gewed.
De opstand is wel niet een-twee-drie onderdrukt,
zooals de Grieksche regeering aanvankeiyk wilde
doen gelooven, maar de zaak staat er voor de
rebellen toch allerminst gunstig voor. Zoowel op
Creta als in Griekenland zelf worden er nog
verbitterde gevechten geleverd, terwyl een vier
tal van de muitende schepen, welke de wijk
naar Creta namen, nog steeds niet overmees
terd is. Men verwacht echter, dat de opstand
by gebrek aan geld zal dooven. De Grieksche
regeering zal alle middelen, ook de meest ge
strenge, te baat nemen om de rust in het land
te herstellen. Reeds meer dan zestig menschen-
levens zyn er geslachtofferd op het altaar der
revolutie, terwyi het aantal gewonden in de
honderden loopt. De premier Tsaldaris heeft
deze gelegenheid aangegrepen om ingrypende
veranderingen in zyn kabinet aan te brengen en
leger en vloot en ambtenarencorps van ver
schillende onbetrouwbare elementen te zuiveren.
Uit deze zuivering biykt, dat de opstandige be
weging aanhangers telde tot in de hoogste regio
nen van het politieke en militaire leven, en dat
zy een veel ernstiger karakter draagt, dan men
aanvankelijk wilde bekennen.
Op grond van den toestand in de waschindus
trie heeft de Saneeringscommissie voor dezen
tak van bedrijf, gevormd door den Bond van
Waschindustrieelen in Nederland en den R.K.
Nationalen Bond van Waschindustrieelen, be
sloten tot een tijdelijke afsluiting van de
waschindustrie. In samenwerking met installa
teurs en leveranciers zal de oprichting van
nieuwe wasscherijbedryven, strijkinrichtingen,
waschverzendingen en linnenverhuurinrichtin-
gen na 1 Maart 1935 worden tegengegaan.
Gehoopt wordt als gevolg van deze maat
regelen op den duur tot eenige verbetering in
de uitkomsten dezer bedreven te komen, al
thans verdere verslechteringen tegen te gaan.
Een mogeiyke vrees voor het in gedrang ko
men van het „consumentenbelang" achten de
betrokken ondernemers niet gegrond.
Immers de rentabiliteit van wasscherybedry-
ven wordt in hooge mate beïnvloed door de
bezetting ervan. De grootste concurrentie on
dervindt de waschindustrie nog altyd van de
huisvrouw zelve en de wasscheryen doen van
zelf het mogeiyke om de huisvrouwen in de
tarieven tegemoet te komen.
In de saneerings-actie van de wassoherytoon-
den zyn dan ook geen pry zen-afspraken be
trokken en dit zal ook na de afsluiting niet het
geval worden. Een meer economische bezetting
der bestaande bedrijven, aldus de ondernemers,
zal tot verlaging van den kostprijs leiden en
er ligt in de saneringsmaatregelen dus eerder
een tendenz naar verlaging dan naar verhoo
ging der door de wasscheryen toegepaste, zeer
uiteenloopende, tarieven.
Naar men ons uit de Langstraat bericht, wordt
de lederproductie aldaar beperkt, tengevolge
waarvan in de lederindustrie arbeiders worden
ontslagen.
Een der voornaamste factoren dezer situatie
zou zijn gelegen in het toenemend verbruik van
rubber in de schoenindustrie.
De Vereemging Effectenbescherming Den
Haag deelt mede, dat zy zich tot den minis
ter van Economische Zaken heeft gewend naar
aanleiding van het feit dat Bulgarye opnieuw
de rechten der Nederlandsche crediteuren met
voeten treedt. Reeds in 1926 werd door credi
teuren een overeenkomst met Bulgarye geslo
ten, waarbij aan dat land belangrijke concessies
werden gedaan. Instede van zich verder daaraan
te houden, heeft Bulgarye steeds minder en
minder betaald en zal nu opnieuw het uit te
keeren bedrag verminderen, immers zal de cou
pon no. 56 der 4'/2 pCt. goudleening 1907 met
fis. 0.876 instede van met 0.982 worden voldaan,
zooals dat land, tegen elk recht in, in 1934 be
paalde. Waar Effectenbescherming vast over
tuigd is, dat de indertyd door den vorigen mi
nister van Economische Zaken ingestelde
enquête naar de Nederlandsche obligatie vor
deringen op 15 landen, geen ijdel gebaar was,
maar werkeiyk de bedoeling had den Neder-
landschen belegger binnen het kader der clea
ring het hem toekomende te verzekeren, daar
drong Effectenbescherming er met klem by den
minister op aan, dat aan het onrecht den Ne-
derlandschen belegger aangedaan, ten spoedig
ste een einde wordt gemaakt, en op de basis
van de overeenkomst van 1926, de betaling der
renten onder clearing wordt gebracht.
De Nederlandsche Tuindersbond heeft aan
den minister van Economische Zaken een
adres gezonden, waarin de bond opnieuw in
dringt op directe hulp aan de tuinders. Uit
een gehouden enquête blijkt o. m., dat 59 pet
der tuinders niet in staat is het bedrijf voort
te zetten tot den nieuwen oogst en derhalve
is aangewezen op directe hulp van werkver
schaffing.
Gedurende de maand Februari zyn in het
radiotelefoonverkeer met Indië in totaal 232
gesprekken gevoerd, waarvan 126 in Nederland
en 156 in Indië werden aangevraagd Hieronder
zijn begrepen 36 goedkoope familiegesprekken
(op Zaterdagmiddagen), waarvan er 10 in Ne
derland en 26 in Indië werden aangevraagd.
Van de hier te lande aangevraagde gesprek
ken, hadden er 99 betrekking op zakelijke en
27 op familie-aangelegenheden. Voor Indië
bedroegen deze getallen 94 en 62.
In totaal werden 195 gesprekken van huis
uit gevoerd, waarvan in Nederland 168 en in
Indië 27 werden aangevraagd.
In het radiotelefoonverkeer van Ned. Indië
met overige landen van Europa via Nederland
werden in totaal 17 gesprekken gevoerd, n
met België 8, Engeland 7 en Zwitserland 2.
Het bestuur van den Centralen Bond voor in
wendige zending en Christeiyk Philantropische
inrichtingen heeft voor zyn arbeid belangryke
giften ontvangen van H. M. de Koningin en li
K. H. Prinses Juliana.
(Van onzen Romeinschen correspondent)
Zaterdag is in de crypte onder de
Gesukerk te Rome, waar zich de gra
ven van de generaals der Jesuieten-
Orde bevinden, opgegraven het ge
beente van den in 1853 overleden
generaal der Sociëteit, den Amster
dammer Pater Joannes Roothaan.
Deze recognitie had plaats op
last van het Romeinsche vicariaat
waar het zoogenaamde diocesane
proces voor de zaligverklaring van
Pater Roothaan gevoerd is.
Aanwezig waren o.m. Mgr. Felici, als ver
tegenwoordiger van het vicariaat, de generaal
der Jesuieten en pater L. de Jonge S.J., die voor
studiën over het leven en de werken van Pater
Roothaan te Rome vertoeft.
Nadat het graf met veel zorg geopend was,
werd het gebeente door de aanwezige medici
op vqf zilveren schalen gelegd en voor verdere
conservatie geprepareerd.
Een bijzonderheid is, dat het hart van Pater
Roothaan niet in dezelfde kist was begraven
maar in een aparte urn, welke in dezelfde
crypte was bijgezet.
Deze büzonderheid, die by andere hier begra
ven Orde-Oversten niet voorkomt, wyst erop,
dat men reeds by het overlyden van Pater
Roothaan aan de waarschynlykheid van een
eventueele zaligverklaring heeft gedacht.
Het hart was in conserveerende
vloeistof volkomen gaaf bewaard.
Na deskundige behandeling zullen
de stoffelijke resten van generaal
Roothaan in een der zijkapellen van
de Gesukerk in een kostbare urn
worden bijgezet.
Uit deze recognitie van het ge
beente van Pater Roothaan blijkt,
dat het diocesaan proces der zalig
verklaring een zeer gunstig resul
taat heeft gehad.
Onze correspondent verneemt verder, dat de
stukken van dit proces evenals het eerste
deel van de uitgave van de brieven van Pater
Roothaan (dezer dagen in ons blad aangekon
digd) onlangs reeds aan de Riten Congregatie
ter hand zijn gesteld.
De opening van het apostolisch congres kan
wellicht over enkele maanden worden ver
wacht.
De voormalige villa „Shamrock" aan den
Middenduinerweg te Santpoort is aangekocht
door de Congregatie van de Zusters van O. L.
Vrouw van het H. Hart. Binnen eenige weken
reeds zullen de Eerw. Zusters te Santpoort wor
den geïnstalleerd.
Zij zullen daar een R. K. bewaarschool en
een modevakschool stichten.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, mr.
de Wilde, heeft Zaterdag een bezoek gebracht
aan Delfzyl en Beerta.
De heer J. v. d. Hoven, afdeelingschef <.p
het hoofdkantoor van de Rotterdamsche Ver
zekering-Sociëteit te Rotterdam, en de heer
E. Haasnoot, R. V. S.-agent te Rynsburg her
denken op 14 en 15 dezer den dag, waarop
zy resp. 25 en 60 jaar geleden in dienst van
genoemde Maatschappy traden.
De veilingvereenigingen in Nederland, ver-
eenigd in den Ned. Tuinbouwraad, zullen Vrij
dag 22 Maart te Utrecht in het Jaarbeursge
bouw de algemeene vergadering houden.
Het bestuur heeft o.m. een voorstel ingediend,
waarin aan het groepsbestuur opdracht wordt
verleend by de Ned. regeering stappen te doen,
welke noodig zyn om te voorkomen, dat door de
beperkingsmaatregelen ten gevolge der Duit-
sche Clearing-overeenkomst een déb&cle by den
afzet van groenten en fruit zich zou voordoen.
De „R. K. Staatsparty" bericht, dat in ver
band met de aa. Statenverkiezingen drie bro
chures ter beschikking worden gesteld.
De eerste twee: „Ik denk er niet aan! Ik weet
er niet van!" en „Scheurinchen wonderspreu
ken" zyn reeds gereed, de derde met vermoede-
lyken. titel „Droomen zijn bedrog", is in voorbe
reiding. Zy bevatten resp. een vraag, en ant-
woordenspel over actueels politieke vraagpunten,
een schets over het dissidentisme en een be
schouwing over Fascisme en Nationaal-Socialis.
me in Nederland.
De K. N. A. C. deelt mede, dat door den val
van het water de dienstregeling op het veer
KielWamel weer normaal is.