Belangrijke mededeeling van minister Steenberghe De Nederlandsche Jaarbeurs REGELING EXECUTIES AANDACHT VOOR DE GASTEN *Qen de scheidsmuur viel WOENSDAG 13 MAART 1935 Naar vermindering van vaste lasten In drie dagen naar Australië" Onbetrouwbare boek houder De ruimere armslag De Uiverpost Wandeling over het terrein Trekkingen Staatsloterij TWEEDE KAMER Maatregelen ten behoeve van de hypothecaire schuldenaars Tegen executies Kleine boeren Geen stuk bleef heel Duizenden verduisterd Woensdag uitkeeringsdag? ALLES WEL OP DE K XVIII Parmentier's boek over de Mel- bourne-race verschenen Terugzending van het restant naar Den Haag OPRUIENDE PAMFLETTEN VERSPREID ARBEID AAN WERKLOOZE INTELLECTUEELEN Een geldboete geëischt Op den eersten dag was het bezoek niet zoo groot als andere jaren het geval was Het Zwitsersche paviljoen Andere buitenlandsche afdeelingen ZUTPHEN VERLAAGT DE LOONEN NIET i Gemeentewerklieden toch reeds laag bezoldigd Verbod tot gebruikmaking onge veer 1 November in werking BRAND TE BEMMEL Twee woonhuizen en hooiberg in asch gelegd UIT DE STAATSCOURANT Land- en Zeemacht Onderscheidingen Eervol ontslag Verplaatst door ISABEL C. CLARKE „Cymbeline is heel vroeg uitgegaan", fluister de zy, „dadelük na het ontbyt. Hy zei, hü moest er eens uit. Ik gelóóf heusch, daj hy niet meer weet, hoe laat het al is." SPECIAAL VOOR U DAMES i. r-briei. WAT DE TONG STREELT (P«9 4) Den Haag, 12 Maart 1935. De Tweede Kamer heeft totnogtoe bij de Landbouwcrisis-begrooting toch wel weer overdreven lang beslag gelegd op den Mi nister van Economische Zaken. Hadden de Vorige week reeds 18 sprekers het woord ge voerd bij de Algemeene Beschouwingen, he den voegden zich daar nog 10 bij. En nu Volgen nog de afzonderlijke afdeelingen der begrooting, waarbij ongetwijfeld opnieuw de heele reeks van agrariërs den toegemeten spreektijd zal uitbuiten. Het is ongetwijfeld van belang, dat bij deze flegrooting, waarbij een kleine 200 millioen be rokken is, de Kamer eensdegelijk de land bouwvraagstukken met den betrokken bewinds man doorneemt, maar wij zien niet in, waar- °m bij dit belangrijke werk zóó in herhaling Jboet worden gevallen, dat ten slotte alle be langstelling wordt gedood en de Minister ge doemd is, zijn rede te houden op een moment, flat daarvoor allerminst geschikt is. Hoewel deze omstandigheid tegen hem was *h hoewel de gecompliceerdheid van het land- bouwcrisisbeleid uitsluit, dat' een rede daar- °t'er boeiend is, heeft Minister Steenberghe ^eder een bekwaam betoog ook over dit on derdeel van zijn beleid gehouden. Twee uur beeft de bewindsman, die pas om half vijf aan bet woord kwam, aan die taak besteed. Het belangrijkst in de ministerieele rede was de verklaring, welke werd afgelegd over het yraagstuk van de vaste lasten en welke woor delijk luidde als volgt: „Het buitengewoon groote verband, dat bestaat tusschen den landbouwsteun en de waarde van het landelijk eigendom, is voor de Begeering aanleiding geweest maatre gelen te treffen tegen niet noodzakelijke executies van landelijk eigendom, terwijl in bet reeds aangekondigde algemeene bezui- higings-ontwerp van wet, aan de Sta ten- generaal voorstellen zullen worden gedaan ter vermindering van de vaste lasten van dat eigendom. 'Tegen de niet noodzakelijke executies van '^hdelijk eigendom zijn heden afgekondigd twee koninklijke Besluiten, welke beide steunen op Crisis-Organisatiebesluit 1933. Daarbij wordt o.a. bepaald, dat een hypothecaire schuldenaar wiens lande lijk eigendom met executie wordt be dreigd, of wiens faillissement is aange vraagd, zich tot mij kan wenden met Verzoek te beslissen, dat de toekomsti ge gebruikers van dat eigendom niet sullen worden toegelaten als georgani- Seerden tot Crisisorganisaties, of wan- heer zij reeds georganiseerden zijn, als koodaing geschrapt zullen worden. Het gevolg hiervan zal zijn, dat wanneer mijnerzijds een dusdanige beslissing ge komen is, het land nagenoeg onverkoop- haar zal zijn, aangezien daarop geen landbouwproducten meer geteeld mo gen worden, noch vee mag worden ge houden, terwijl natuurlijk evenmin landbouwsteun voor die bedrijven zal borden gegeven. ket spreekt vanzelf dat de noodige waarbor- tegen een minder juiste toepassing van dit ^ijpend middel zijn genomen. Voor ieder geval zal ik mij doen adviseeren °°r een Hypotheekcommissie, bestaande uit ^sten en landbouwdeskundigen, welke een bflerzoek zal instellen en belanghebbenden zal ®°°ren. Tevens is de mogelijkheid geopend, dat deze k°mrnissie een onderlinge vrijwillige uitstel-of etalingsregeling tot stand brengt tusschen den ^Pothecairen schuldenaar en zijn crediteuren. ^drukkelijk is hierbij echter bepaald, dat j °°fdsommen van hypothecaire geldleeningen Been geval mogen worden aangetast. Het van den Hoogen Baad der Nederlanden, de v ^-Minister van Justitie Mr. Dr. J. Donner ,6eft zich bereid verklaard de leiding van deze ^°bunissie op zich te nemen. Over den landbouwsteun heeft Minister ^ËENBEBGHE nog eens met nadruk her haald, dat hij nog steeds dezen „steun" „prijsregeling", zoo zeide hij, zou een beter woord zijn uit een oogpunt van nationaal belang gerechtvaardigd en geboden' acht. En opnieuw heeft hij ontkend, dat de landbouw crisisregelingen eene inconsequentie in het al gemeene aanpassingsstreven der Begeering zouden zijn, want die aanpassing beteekent niet een algemeen afdalen naar een steeds lager peil en kan zelfs hier en daar bij abnormale prijzen een verhooging noodzakelijk maken. Zeer uitvoerig heeft minister Steenberghe hij kondigde zelf aan, dat het vanwege den cy- fer-overvloed zeer droog zou zijn gemoti veerd, waarom het door den boerenbond „Land bouw en Maatschappij" verdedigde en ook de zen middag nog door den Katholieken afgevaar digde ir. Hoeben en mr. Westerman van Na tionaal Herstel aangeprezen stelsel van verhoo ging van graanrechten en monopolieheffingen niet door hem kan worden aanvaard. De minister kwam na zeer gecompliceerde be. rekeningen tot de conclusie, dat dit stelsel geen automatische inkrimping van pluimvee- en varkensstapel en geen vermindering aan admi nistratie brengen zal en dat een groot nadeel van dit stelsel zijn zou een onvermijdelijke stij ging van den broodprijs. Een ander belangrijk punt in het debat is het overleg met de landbouworganisaties geweest, dat volgens tai van afgevaardigden heden b.v. nog den Katholieken afgevaardigde Loer akker op veel ruimere schaal zou kunnen plaats hebben. In het algemeen laakte men, dat bij de erisisregelingen alles teveel gecentrali seerd is. In dit verband heeft Minister Steen berghe verschillende toezeggingen gedaan. Zoo zullen alle belangrijke plannen voortaan in maandelijksche vergaderingen met de Regeeri ngscom missarissen worden besproken. Ook zullen geen maatregelen worden voorbereid of besluiten genomen zonder overleg met de organisaties. En met de besturen der crisiscentrales zullen de organisaties tenminste driemaal per jaar vergaderen. De coöperaties van landbouw hebben, aldus de minister, ieder een eigen terrein. Van be voorrechting van een van beiden kan geen sprake zijn. Wat de middenstand betreft, er wordt getracht deze zooveel mogelijk bij de distributie in te schakelen. Voor de kleine boeren, een categorie, waar voor ook heden nog de katholieke afgevaar digde Ir. DROESEN opkwam, is het zeer moei lijk een algemeene maatregel te vinden, die ef fectief is, omdat deze bedrijfjes in aard zoo uiteen loopen. Men moet intusschen bij de klachten' over de gevolgen, die de teeltregeling voor de kleine boeren heeft, niet over het hoofd zien, dat .ook de prijsverhoogingen der teeltregeling hun ten goede komen. Tegenover verbindendverklaring der col lectieve arbeidsovereenlft>msten in den land bouw, wensch van den heer Loerakker, blijft de Minister bij zijn afwijzende hou ding. Hij geeft de voorkeur aan het ver plichten tot overleg en arbitrage en is be reid daarbij zeer streng op te treden. Wat aangaat het suikerprobleem, is Minis ter STEENBERGHE op het oogenblik nog af- keerig van een verdere inperking der Neder- landsche bietenproductie, ondanks zijn groote sympathie voor de overzeesche belangen. Die sympathie blijkt b.v. uit de bemoeiingen, waardoor hij bereikte, dat de Nederlandsche margarine-industrie thans 80 pCt. van haar grondstoffen uit Indië betrekt. En die sympathie wil hij ook verder bewijzen door het overwegen, of, buiten de tegenstelling tusschen bieten en riet om, nog iets voor de Indische suikerproductie kan worden gedaan. De liberaal VAN KEMPEN had namelijk een pleidooi voor de Java-suikerindustrie gehouden. Een ander punt dat den laatsten tijd veel be langstelling wekt, is de crisiscontröle. Dat zij te sterk gecentraliseerd zou zijn, kan de mi nister niet toegeven. Want al is de centrale in Den Haag, inwendig is de dienst over de ge westen gedecentraliseerd. Overigens was een wijziging van het crisis- organisatiebesluit, o.a. terzake van de schrap ping en schorsing van leden der crisisorgani saties voorloopig gereed, waarbij zou worden re kening gehouden met de gemaakte opmerkin gen. In den breede ten slotte heeft Minister STEENBERGHE, daarom gevraagd door den anti-rev. Amelink, aan den kaak gesteld de daemagogische methoden, waarmee nog steeds ds. Kersten de crisis-regeling bestrijdt. Er bleef van de beweringen en lasterpraatjes in diens beruchte brochure werkelijk geen stuk heel. Ook de heer LOERAKKER had hierover al zeer misprijzend gesproken en vooral gegispt, U beweert dat uw soon speelt als Paderewski? Ja, ook met twee handen. Everybody's Weekly, Londen. dat deze predikant bij zijn opruiing op zeer er gerlijke wijze misbruik maakt van den gods dienst. Voorts hebben dezen middag behalve de reeds genoemde afgevaardigden nog het woord ge voerd de sociaal-democraten Duys en v. d. Hei de, de anti-rev. mr. Van Dijken, de Plattelan der mr. Vervoom en de Herv. Ger. dominee Lingbeek. Alleen de laatste twee brachten in het debat een nieuw puntje. Mr. VERVOORN wilde steun aan de bijenhouderij, maar kreeg van den mi nister, die hiermee geen landsbelang betrokken acht, nul op request. En Ds. LINGBEEK had eveneens een weigering te incasseeren op zijn verzoek om aan de kippenhouderij haar vrij heid terug te geven. De MINISTER ontkende, dat dit in het be lang zou zijn van Barneveld, welks eierenbe- drijf den oud-predikant van Urk inspireerde. Bij een firma te Arnhem werd eenigen tijd geleden geld vermist. De politie arresteerde den dader en bleek, dat was ontvreemd een bedrag, dat ongeveer f 60 minder was, dan de boekhouder zeide in kas te hebben gehad. Hierdoor rezen vermoedens dat de boekhou der niet geheel eerlijk was. Daarna kwamen de politie nog diverse ge ruchten ter oore, met het gevolg, dat de com missaris van politie de recherche opdracht gaf een nader onderzoek in te stellen. Zaterdagochtend werd de' boekhouder ge. arresteerd en het ingestelde onderzoek leverde het resultaat op, dat de boekhouder in de jaren 1933 en 1934 een bedrag van enkele duizenden guldens had verduisterd, door het niet afdragen van ontvangen gelden en knoeierijen in de boeken. Het onderzoek is nog gaande en er komen nog steeds verduisteringen aan het licht. De boekhouder wordt ter beschikking van de justitie gesteld. De heer G. van Hoeven, referendaris bij het departement van Sociale Zaken, heeft te Zwolle voor degenen, die een leidende positie bekleeden bij de instellingen van kerkelijke, particuliere en burgerlijke weldadigheid in de provinciën Friesland, Groningen, Drente en Overijsel (behalve Twente) een beschouwing gehóuden over de huidige steunregeling. Hij deelde daarin o.m. mede, dat het depar tement er niet voor is dat op Zaterdag uitbe taald wordt. Bij uitbetaling op Zaterdag kun nen» geen opgaven van de verdiensten op dien dag tijdig verstrekt worden en is in de praktijk de toestand gegroeid, dat bijv. het lid van de vakorganisatie, die den steun uitbetaalt aan de leden, op het steunbedrag moet korten hetgeen naar mondelinge opgave van den betrokkene dien dag in het gezin is verdiend. In voorbereiding is een algemeene regeling dat op Maandagmorgen alle opgaven schrifte lijk moeten zijn verstrekt, die dan kunnen wor den verwerkt, waarna 's Woensdags de uitkee. ring plaats zal vinden. De commandant van de K XVIII seinde: „Ware plaats van H.M.'s K XVIII op 11 Maart te 2 uur, 30 gr. 52 min. Z., 44 gr. 58 min. W. Koers 60. Wind O.-N.O., kracht 4 a 5. Geen bijzonders. Alles wel. „In drie dagen naar Australië", het boek van K. D. Parmentier, het boek van de Melbourne- race is verschenen: een fraai verzorgde uit gave van Scheltens en Giltay te Amsterdam met een sprekenden bandomslag. De onverge telijke dagen van 20 tot 24 October, hun voor geschiedenis en ook hun feestelijke nagalm zijn er in vastgelegd door den hoofdpersoon van heel het grootsche gebeuren, door Parmentier zelf. Op rustige zakelijke wijze ver telt Parmentier van het groote avontuur, dat toch eigenlijk weer géén avontuur was, maar het honderdmaal beleefde re sultaat van kennis, vaar digheid en zorgvuldige voorbereiding. Levendige plaatjes zijn er bij afge drukt, waaronder heel wat opnamen, die nog niet onder de oogen van het publiek zijn geweest. Het boek leest prettig en vlot, maar toch ligt onmiskenbaar een schaduw over de blad zijden, de schaduw van het weten, hoe de veelgenoemde en geprezen „Uiver" zoo kort zijn glorie overleven zou. Wij kunnen begrij pen, hoe Parmentier er aanvankelijk over ge dacht heeft het boek niet te laten verschijnen. Dat hij hier tenslotte van terug gekomen is, achten wij gelukkig, want de beteekenis der roemrijke „Uiver"-vlucht is door het drama van Rutbah Wells niet geschaad. Parmentier heeft zijn boek opgedragen aan zijn directeur, den heer A. Plesman, wiens per soon zoo nauw verbonden is met de „Uiver"- faam. Wijlen minister Kalff schreef het voor woord. PARMENTIER BANDOENG, 12 Maart. (Aneta). Nog altijd komen bij den P. T. T-dienst aanvragen bin nen omtrent de Uiver-post. Daar het vrijwel onmogelijk is het overgebleven restant nog uit te zoeken, zal dit einde dezer maand naar 's Gravenhage worden terug gezonden. Ds. D. Boer en mr. dr. H. J. von Brucken Fock zijn om redenen van internen aard uit het Nationaal Comité voor Arbeid aan werklooze Intellectueelen getreden. De Haagsche Rechtbank heeft voortgezet de behandeling der zaak tegen den 22-jarigen bankwerker A. J. W., uit Delft, die op 19 Oc tober 1934 aldaar werd aangehouden wegens 't verspreiden van het door de O.S.P. uitgegeven pamflet „Alarmsignaal" voor het gebouw van het Burgerlijk Armbestuur aan het Oude Delft. Genoemd pamflet had tot opschrift: „Wie zijn de opruiers" en bevatte tal van voor de Over heid beleedigende en opruiende uitdrukkingen. Daarin kwam o.a. voor dat de „rechf'-bank te Amsterdam openlijk party heeft gekozen voor „onzen" klassevüand in wiens dienst zij staat. Deze pamfletten werden door W. aan de be zoekers van voornoemd gebouw uitgedeeld. Een groot aantal van deze pamfletten werden in zün woning aangetroffen. Jhr. mr. van Asch van Wück, het O.M. waar nemend, zeide, dat hen by de vorige behande ling een geldboete van f 100.eischte en dat hü daarby geleid werd door de omstandigheid, dat men jaren en jaren lang de vrijheid heeft gehad om het openbaar gezag te beleedigen, zoodat aanpassing aan de bepalingen van het nieuwe artikel 137a W. v. S„ waarbü zulks straf baar wordt gesteld, voor velen niet zoo gemak kelijk Is. Men is er nog niet aan gewend, zoo dat de Officier voor ditmaal bij dezen eisch wilde persisteeren. Mevr. mr. de Ruyter de Zeeuw, voor W. plei tend. concludeerde tot ontslag van rechtsver volging, subs, vrijspraak. Uitspraak 26 Maart a.s. Het befaamde voorjaars-zonnetje was aan wezig, toen de eerste bezoekers door de hekken gingen. We hebben echter iets gemist, dat an ders onafscheideiyk aan de jaarbeurs verbon den is. We bedoelen de drukte van opgeschoten jongens, die gewoonlijk den toegang tot het beursterrein byna versperren en iederen be zoeker. die dit gebied verlaat vraagt „meneer hebt u een dagkaartje." Men weet, dat zy deze toegangskaarten dan weer voor den halven prüs verkoopen, waar door natuurlijk schade gedaan wordt aan het jaarbeursbestuur. Van politie-wege wordt hier scherp op gelet, doch nu viel het ons op, dat het voor den ingang geheel vrij was en dat hier dus met een traditie gebroken is. zal nie mand betreuren. Den eersten dag was het bezoek nog zeer slap en we meenen jaarbeurzen meege maakt te hebben, waarop het zoo'n eer sten dag toch drukker was. Gewoonlijk wordt een bezoek aan de jaar beurs, wanneer men tenminste niet aan een bepaald adres moet zijn, begonnen met een wandeling over het open terrein, waar weer hetzelfde lied klinkt van machines en mo toren. Er zijn echter ook welluidende klanken, die men zoo nu en dan boven het gedaver uit hoort. De Fa. A. H. van Bergen, fabriek van torenuurwerken en torenluidklokken te Hei- ligerlee en Bilthoven exposeert n.l. een klok kenspel, dat bestemd is voor het Zeehelden monument te Den Helder en in de middag uren wordt het door den stadsbeiaardier, den heer Wagenaar bespeeld. Minder vreedzaam doet de stand aan van de N. V. My. Civiele Luchtbescherming uit Den Haag, die den bezoekers een schuilplaats laat zien, die by het huis kan aangesloten worden. Er zün twee gasdichte deuren in gemonteerd met dubbele mechanische en pneumatische af dichting, waarvoor Ned. octrooi is aangebracht. Voorts is in de schuilplaats een gasfilter (schuilplaatsmasker) opgesteld, waaraan een electrische lichtinstallatie is gemaakt, terwijl zich in den nooduitgang een reukloos toilet be vindt. De nooduitgang wordt boven met een gasdicht luik afgesloten. Keurig ingericht is het Zwitsersche paviljoen, waar eenige industrieën vertegenwoordigd zijn en voorts op pakkende wüze propaganda ge maakt wordt voor het toerisme. Natuuriyk zijn er Zwitsersche horloges en van de Enicar-fabrieken zijn prachtige uurwerken uitgesteld. Iets büzonders is een klein uurwerkje, dat wegschuilt in den deksel van een poederdoosje en door op een knopje te drukken omhoog springt, waardoor men een aardig standaard klokje heeft. Een handig snufje voor de dames op de reis. De beleefdheid vraagt, onze aandacht eerst te wijden aan de gasten en na in het Zwitsersche paviljoen te zün geweest, gaan we nu küken. wat onze Zuider-buurstaat brengt. We vinden België weer op de tweede verdie ping, waar de sieriyke wijze van exposeeren in de verschillende stands aanstonds weer opvalt. Typeerend voor de mentaliteit van deze buiten landers is dat ook nu weer als pièce de milieu De gemeenteraad van Zutphen heeft Dinsdag op voorstel van B. en W. besloten niet te vol doen aan het verzoek van den minister van Binnenlandsche Zaken tot verdere verlaging van de loonen van de gemeentewerklieden. Hü meent, dat de goede vakman in de tegenwoor dige omstandigheden met een gemiddeld uur loon van 54 cent laag bezoldigd wordt. De fi- nancieele omstandigheden der gemeente zijn niet van dien aard dat zij verhooging van be lastingdruk of handhaving van een zeer hoogen belastingdruk noodzakelijk maken. Ook met het verzoek om de jaarwedde van den bode-concierge met nog1300 meer dan be sloten is te verlagen gaat de raad niet accoord. een vitrine is geplaatst met foto's van den over- elden Koning Albert I en afbeeldingen van de noodlottige rots. Een keur-collectie kristal van Val St. Lam bert vinden we in een aparte afdeeling. Ook België heeft alle reden om propaganda te maken voor het toerisme en daarby denken we aan de wereldberoemde badplaats Knocke Zou te, een dorado ook voor sportliefhebbers. Tegen een blauw fond hangen in het hoekje dat speciaal aan dit heeriyke oord is gewijd, groote foto's, die een goed idee geven van de gezelligheid van het strandleven, terwyi er bo vendien, zooals wij zien, nog tal van andere gelegenheden van vermaak en ontspanning zijn. Een verdieping hooger vinden we de Duitsche afdeeling, die een oppervlakte van ongeveer 250 vierkante Meter beslaat. Aan een smaakvolle uitvoering, welke in han den was van architect Otto Renner, is weer alle zorg besteed en met betrekkelijk eenvoudige middelen werd veel bereikt. In het midden van de Duitsche groep staat ditmaal als voornaamste stuk de zwaarolie-vlieg- tuig-motor „Jumo V", welke de Junkers Werke te Dessau ter beschikking hebben gesteld. In een groote vitrine zijn naast andere bü- zondere prestaties der fynmechanische- en op tische industrie werktuigen der fijnmechaniek tentoongesteld. In een speciale afdeeling vin den we proeven van de Duitsche Kunstzyde- industrie. De eere-afdeeling staat ditmaal in het teek.en van de Duitsche Saar en haar economische be teekenis voor het Duitsche Rijk. Naar wy vernemen, is het ontwerp van wet tot wüziging van de Wet op de Staatsloterij volgens hetwelk het verboden zal zün gebruik te maken van de trekkingen van de Staats loterij, door H. M. de Koningin bekrachtigd en ligt het in het voornemen van den Minister van Financiën, te bevorderen, dat de wijziging in werking treedt na afloop van de 469e Staatsloterij, alzoo ongeveer 1 November 1935. Dinsdagmorgen omstreeks 11 uur ontstond wegens onbekende oorzaak, brand in het woon huis van J. v. d. Kemp. Aangewakkerd door den nogal sterken wind, greep het vuur snel om zich heen en stond in een minimum van tyd het geheele huis in vlammen. Al spoedig deelde het vuur zich mede aan het naastgelegen woon huis en hooiberg van J. Koenders. Ook hier was alles terstond in een vuurzee herschapen. Beide gebouwen brandden geheel af. Het vee kon worden gered, terwijl de inboedel van J. v. d. Kemp geheel en die van Koenders' gedeelte lijk verbrandde. De brandweer was spoedig ter plaatse, dochc kon van de met riet ge dekte gebouwen niets meer behouden, zy moest zich beperken tot nablusschen en beschermen der belendende gebouwen. Verzekering dekt de schade, met uitzondering van den inboedel van Jansen, inwonende by Koenders. Op verzoek met 1 Juli eervol ontslagen met dank de gep. generaal-majoor der art. A. K. L. Verschoor als commandant luchtverdedigings- kring Amsterdam. Met 1 April eervol ontslagen de hoofdingeni eur der Marine ir. A. L. Byi, belast met waar neming der betrekking van directeur van de Rijkswerf. Met 1 April is de hoofdingenieur der marine, ir. S. Visman, belast met de functie van chef der afdeeling scheepsbouw by de Rükswerf, be noemd tot directeur der Rijkswerf en is de in genieur der marine, F. W. K. de Klerk, be noemd tot hoofdingenieur der marine. Bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse die der 3e klasse P. Cool en J. G. Stegeman. By K.B. is aan B. H. Vroom, koopman, wo nende te Amsterdam, verlof verleend tot het aannemen van zün benoeming tot Ridder in de Orde van de Kroon van Italië. Bü beschikking van den minister van Econo mische Zaken is, met ingang van 1 Mei 1935, aan J. A. Doortjes, op zün verzoek, eervol ont slag verleend als leeraar aan de Rükstuinbouw- winterschool te Nümegen, onder dankbetuiging voor de door hem in verschillende betrekkingen bij het Landbouwonderwijs bewezen diensten. Bij beschikking van den minister van Finan ciën is de ontvanger der directe belastingen, enz. A. A. van Deinse verplaatst van het kantoor Nieuwer-Amstel naar het kantoor Velp. kon hooren, hoe hü dien dwazen naam Jjfctte en hem daarom zoo belachelük mogelük j^j-Pt'ak, „Cymbeline," en hij zette zijn stem nog uit, als verdacht hü er zün kleinzoon van, fcJ* hü zich expres tusschen de natte laurier- U*lken schuil hield. was echte rebellie, dit was minachting V,,i>r <3e ongeschreven wet, zoo maar weg te blü- Ig*1- Maar er kwam geen antwoord en het werd men kon niet langer wachten. De stoet Jf.opnieuw voort. La hmheer Harriman gebaarde heftig en maakte kaï- ^hioo zün meening omtrent Cymbeline's j*kter en opvoeding duidelük. Ve'r het myn jongen was, zou ik hem een da- wfhi Pak voor zün broek geven. Wat een bru- j, aaP, om ons allemaal te laten wachten, tygh 3Ün vader durft natuuriyk niets te zeggen, biejv.eer hü het goed vindt boven water te ko- et^hheer Harriman stampte van kwaadheid *hl af niet- hat hü in een grooten plas trapte. besPatte zyn laarzen en deed Lady Price en in den modderregen, die haar gloednieu- haar besmeurde. zy keek boos en schudde ju, rok uit, terwyi zij by zichzelf wenschte, vader uitkeek waar hy liep. Wat kon het haar schelen of Cymbeline kwam of niet? Het was in ieder geval een naar stuk jongen en het was vreeselyk jammer, dat hy in de derde ge neratie van Harrimans de eenige Kleinzoon was. Bij het kerkportaal wachtte de oude heer tot Lambert kwam. Zelfs toen was er nog geen spoor van den jongen en Viola begon zich on gerust te maken. „Lambert, ik hoop, dat je een stok over dien knaap zult halen, als hü komt opdagen. Als ooit een jongen het noodig had, dan is hij het. Ik zal het voor je doen, als je er tegen opziet." „Dank u, ik zal u niet lastig vallen", zei Lam bert droogjes. „Ik weet zeker, dat er iets ge beurd is waardoor hü opgehouden is. Het is niets voor hem, om zoo zonder een enkel woord te verdwü'nen. Hij zal wel opduiken vóór de dienst begint." Al was zijn toon luchtig, toch was hij niet heelemaal gerust, het was zoo heelemaal niets voor Cymbeline om er op deze manier tusschen uit te trekken en hü was nog zóó gewaarschuwd, op te passen gedurende zyn verblijf op de Towers. Primula duwde haar handje zachtjes in die van haar moeder. „En zei hü niet, waar hy heen ging?" vroeg Viola gedempt. „Neen, maar hy gaat nogal eens naar den muur. Dan klimt hy den heuvel op en kan de zee zien. Soms gaat er een schip voorbij." zy traden het kerkgebouw binnen, het was op slag van elven en de eerste orgeltonen klonken door de ruimte. Hoe verder de dienst vorderde en 't duurde nogal lang wegens de extra kerstliederen hoe dieper de plooi werd tusschen de oogen van den ouden heer Harriman, want zyn kleinzoon kwam maar niet, Cymbeline was, zooals zijn zusje had gezegd, dadelijk na het ontbijt er op uitgetrokken. Er was nog ruim een uur voor hy er aan behoefde te denken,zich klaar te maken voor de kerk, want de oude Harriman las iederen morgen om half negen uit den Bybel voor en onmiddellijk daarna werd met het ontbijt begonnen. Op het punt van stiptheid was de discipline van de Towers een yzeren. Te laat komen was niets minder dan een misdaad, waar de kinderen al meermalen voor gestraft waren. Viola hield het meer met de moderne theorie, dat de kinderen zoo lang moesten slapen als zy konden, vooral in de vacantie, en op het Oude Huis behoorde het ontbyt tot de rekbare begrippen en was het zelfs niet onmogelijk, om het in bed te gebrui ken. Hoewel, op de Towers stond zü er op, dat zy zich hielden aan de huisorde en de twee waren als regel zoo punctueel als de strengste grootvader maar kon verlangen. Al die huiseiyke t.yrannie had op 't gemoed van den jongen ingewerkt en hem in een ruste- looze stemming gebracht, waarin hü aileen nog maar verlangde te ontsnappen. Hij miste de gelykmoedige atmosfeer van zyn eigen huis, waar, zooals hy zichzelf voorhield, enkel die dingen verkeerd waren, die heusch verkeerd waren. Daarom poetste hy dadelyk na 't ont byt de plaat, zei hy alleen maar aan Primula, wat hy ging doen, bang door zyn grootvader tegengehouden te worden. Hy draafde door de vochtige velden als een losgelaten dier. Het was geen koude Kerstmis dat jaar, maar het had veel geregend en de velden waren nat. Maar dat hinderde niet, er was nog een zee van tijd om andere schoenen aan te trekken en zich zelf op te knappen voor die vreeselyke wande ling naar de kerk. Was was het toch veel lilli- ger geweest, dat jaar in Londen, toen zü met oom Dick in een taxi naar de kerk waren ge reden Neen, hij zou niet erg ver gaan, misschien niet verder dan de Frent, om te zien, of er, ook fo rellen waren. En als er dan nog tijd was, zou by den heuvel opklauteren en naar de zee ky- ken. Het was niet mistig vandaag, er moesten schepen te zien zün. En dan zou hy op tyd terug draven naar de Towers. Er stond niet veel wind. Wat er nog was, kwam uit het Zuiden en droeg een flauwen geur van chemicaliën mee. Wat vond hü het afschu- weiyk, dien geur en wat er aan vast zat, wat er aan vast zou zitten vcor hem. Van hier uit kon je die hooge, kale schoorsteenen zien steken uit den rookerigen wasem, die boven Pagdon hing. Wat vond hy 't vreeselyk, den rook en den stank en het heele misselyke gedoe. Verderop scheen de lucht zuiverder te worden, maar toen vielen zyn blikken op den zwaren muur, dien zyn grootvader jaren geleden had laten bouwen. Was er nog niet genoeg smerig metselwerk in Pagdon, dat hy er zyn eigen park nog mee wou ontsieren? Cymbeline wist niets van die geschiedenis met zijn tante, nooit nog had hy den naam Weste gehoord en het was nimmer bij hem opgekomen, dat er aan dien muur een historie zou vastzitten. Zooveel jaren had het groote huis van warm-roode bakstee- nen dat daar vlak bü de bosschen lag aan den overkant van de beek en er zoo heerlyk uitzag in het bleeke winterzonnetje leeg gestaan dat hy al niet meer naar de bezitster van vroeg. Even zag hy het liggen juist toen hy vlak bij de Frent was toen onttrok die leelyke muur het ineens aan zyn oog. Een meter of vyftig verder stond een water molen: dit was neutrale zone. De molenaar had er al gewoond voordat iemand ooit iets gehoord had van de fabriek van Hamman en hy zag neer op die Harrimans en was brutaal geweest toen de oude heer hem vroeg zyn land te ver koopen. Nu mynheer Harriman hem bovendien nog het uitzicht had ontnomen door dien mls- seiyken muur, groette hy hem nauwelüks als hy hem tegenkwam. Hij stond heelemaal aan de züde van Sir Roger in deze ruzie. Cymbeline dwaalde verder tot aan den molen, hü liep vlak langs de beek, omdat daar een smal pad was en het minder nat leek dan het gras. Wat was het toch jammer, dat er hier geen bruggetje lag, wat zou hü graag eens de overzyde verkennen. Hy was al lang vergeten, dat het Kerstmis was en hü naar de kerk moest met zyn grootvader, al zyn aandacht was er op gericht om over het water te komen, over die heg te klimmen en te zien wat daar achter lag. Toen zag hy opeens iemand vanuit de weiden naar den molen loopen. Het was een jong meis je, dat uit het bosch te voorschyn kwam en het paadje afliep naar den tuin van den molenaar, zy droeg iets in haar hand. Cymbeline merkte op, dat zy een helderblauw manteltje en jurk droeg en een wit bontje en een witte mof. Haar lange goudblonde krullen dansten over ha&r schouders. Zij liep met vlugge dribbelpasjes. Cymbeline keek haar nieuwsgierig na. Hü vroeg zich af, wie zij wel kon zyn en waarom als het toch de naaste buren waren hy haar nog nooit had gezien. Dat zoo'n leuk gekleed persoontje familie zou zyn van den brommerigen ouden molenaar, leek uitgesloten. Toen zy dichterby kwam, kreeg hy een hoog roode kleur en zei: „Is er ergens een brug? Ik zou zoo graag oversteken." „O, er is er nog lang geen," antwoordde zij nonchalant. Behalve In den tuin van den mole naar. En als je probeert daar door te loopen, dan bijt zün hond je. Daarom heeft hy expres een valschen hond." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3