Belangrijke mededeeling van
minister Steenberghe
De Nederlandsche Jaarbeurs
REGELING EXECUTIES
AANDACHT VOOR DE
GASTEN
*Qen de scheidsmuur viel
WOENSDAG 13 MAART 1935
Naar vermindering van
vaste lasten
In drie dagen naar
Australië"
Onbetrouwbare boek
houder
De ruimere armslag
De Uiverpost
Wandeling over het
terrein
Trekkingen Staatsloterij
TWEEDE KAMER
Maatregelen ten behoeve van de
hypothecaire schuldenaars
Tegen executies
Kleine boeren
Geen stuk bleef heel
Duizenden verduisterd
Woensdag uitkeeringsdag?
ALLES WEL OP DE K XVIII
Parmentier's boek over de Mel-
bourne-race verschenen
Terugzending van het restant
naar Den Haag
OPRUIENDE PAMFLETTEN
VERSPREID
ARBEID AAN WERKLOOZE
INTELLECTUEELEN
Een geldboete geëischt
Op den eersten dag was het bezoek
niet zoo groot als andere jaren
het geval was
Het Zwitsersche paviljoen
Andere buitenlandsche
afdeelingen
ZUTPHEN VERLAAGT DE
LOONEN NIET
i
Gemeentewerklieden toch reeds
laag bezoldigd
Verbod tot gebruikmaking onge
veer 1 November in werking
BRAND TE BEMMEL
Twee woonhuizen en hooiberg
in asch gelegd
UIT DE STAATSCOURANT
Land- en Zeemacht
Onderscheidingen
Eervol ontslag
Verplaatst
door ISABEL C. CLARKE
„Cymbeline is heel vroeg uitgegaan", fluister
de zy, „dadelük na het ontbyt. Hy zei, hü
moest er eens uit. Ik gelóóf heusch, daj hy niet
meer weet, hoe laat het al is."
SPECIAAL VOOR U DAMES i. r-briei.
WAT DE TONG STREELT (P«9 4)
Den Haag, 12 Maart 1935.
De Tweede Kamer heeft totnogtoe bij de
Landbouwcrisis-begrooting toch wel weer
overdreven lang beslag gelegd op den Mi
nister van Economische Zaken. Hadden de
Vorige week reeds 18 sprekers het woord ge
voerd bij de Algemeene Beschouwingen, he
den voegden zich daar nog 10 bij. En nu
Volgen nog de afzonderlijke afdeelingen der
begrooting, waarbij ongetwijfeld opnieuw de
heele reeks van agrariërs den toegemeten
spreektijd zal uitbuiten.
Het is ongetwijfeld van belang, dat bij deze
flegrooting, waarbij een kleine 200 millioen be
rokken is, de Kamer eensdegelijk de land
bouwvraagstukken met den betrokken bewinds
man doorneemt, maar wij zien niet in, waar-
°m bij dit belangrijke werk zóó in herhaling
Jboet worden gevallen, dat ten slotte alle be
langstelling wordt gedood en de Minister ge
doemd is, zijn rede te houden op een moment,
flat daarvoor allerminst geschikt is.
Hoewel deze omstandigheid tegen hem was
*h hoewel de gecompliceerdheid van het land-
bouwcrisisbeleid uitsluit, dat' een rede daar-
°t'er boeiend is, heeft Minister Steenberghe
^eder een bekwaam betoog ook over dit on
derdeel van zijn beleid gehouden. Twee uur
beeft de bewindsman, die pas om half vijf aan
bet woord kwam, aan die taak besteed.
Het belangrijkst in de ministerieele rede was
de verklaring, welke werd afgelegd over het
yraagstuk van de vaste lasten en welke woor
delijk luidde als volgt:
„Het buitengewoon groote verband, dat
bestaat tusschen den landbouwsteun en de
waarde van het landelijk eigendom, is voor
de Begeering aanleiding geweest maatre
gelen te treffen tegen niet noodzakelijke
executies van landelijk eigendom, terwijl in
bet reeds aangekondigde algemeene bezui-
higings-ontwerp van wet, aan de Sta ten-
generaal voorstellen zullen worden gedaan
ter vermindering van de vaste lasten van
dat eigendom.
'Tegen de niet noodzakelijke executies van
'^hdelijk eigendom zijn heden afgekondigd twee
koninklijke Besluiten, welke beide steunen op
Crisis-Organisatiebesluit 1933.
Daarbij wordt o.a. bepaald, dat een
hypothecaire schuldenaar wiens lande
lijk eigendom met executie wordt be
dreigd, of wiens faillissement is aange
vraagd, zich tot mij kan wenden met
Verzoek te beslissen, dat de toekomsti
ge gebruikers van dat eigendom niet
sullen worden toegelaten als georgani-
Seerden tot Crisisorganisaties, of wan-
heer zij reeds georganiseerden zijn, als
koodaing geschrapt zullen worden. Het
gevolg hiervan zal zijn, dat wanneer
mijnerzijds een dusdanige beslissing ge
komen is, het land nagenoeg onverkoop-
haar zal zijn, aangezien daarop geen
landbouwproducten meer geteeld mo
gen worden, noch vee mag worden ge
houden, terwijl natuurlijk evenmin
landbouwsteun voor die bedrijven zal
borden gegeven.
ket spreekt vanzelf dat de noodige waarbor-
tegen een minder juiste toepassing van dit
^ijpend middel zijn genomen.
Voor ieder geval zal ik mij doen adviseeren
°°r een Hypotheekcommissie, bestaande uit
^sten en landbouwdeskundigen, welke een
bflerzoek zal instellen en belanghebbenden zal
®°°ren.
Tevens is de mogelijkheid geopend, dat deze
k°mrnissie een onderlinge vrijwillige uitstel-of
etalingsregeling tot stand brengt tusschen den
^Pothecairen schuldenaar en zijn crediteuren.
^drukkelijk is hierbij echter bepaald, dat
j °°fdsommen van hypothecaire geldleeningen
Been geval mogen worden aangetast. Het
van den Hoogen Baad der Nederlanden, de
v ^-Minister van Justitie Mr. Dr. J. Donner
,6eft zich bereid verklaard de leiding van deze
^°bunissie op zich te
nemen.
Over den landbouwsteun heeft Minister
^ËENBEBGHE nog eens met nadruk her
haald, dat hij nog steeds dezen „steun"
„prijsregeling", zoo zeide hij, zou een beter
woord zijn uit een oogpunt van nationaal
belang gerechtvaardigd en geboden' acht. En
opnieuw heeft hij ontkend, dat de landbouw
crisisregelingen eene inconsequentie in het al
gemeene aanpassingsstreven der Begeering
zouden zijn, want die aanpassing beteekent niet
een algemeen afdalen naar een steeds lager
peil en kan zelfs hier en daar bij abnormale
prijzen een verhooging noodzakelijk maken.
Zeer uitvoerig heeft minister Steenberghe
hij kondigde zelf aan, dat het vanwege den cy-
fer-overvloed zeer droog zou zijn gemoti
veerd, waarom het door den boerenbond „Land
bouw en Maatschappij" verdedigde en ook de
zen middag nog door den Katholieken afgevaar
digde ir. Hoeben en mr. Westerman van Na
tionaal Herstel aangeprezen stelsel van verhoo
ging van graanrechten en monopolieheffingen
niet door hem kan worden aanvaard.
De minister kwam na zeer gecompliceerde be.
rekeningen tot de conclusie, dat dit stelsel geen
automatische inkrimping van pluimvee- en
varkensstapel en geen vermindering aan admi
nistratie brengen zal en dat een groot nadeel
van dit stelsel zijn zou een onvermijdelijke stij
ging van den broodprijs.
Een ander belangrijk punt in het debat is het
overleg met de landbouworganisaties geweest,
dat volgens tai van afgevaardigden heden
b.v. nog den Katholieken afgevaardigde Loer
akker op veel ruimere schaal zou kunnen
plaats hebben. In het algemeen laakte men, dat
bij de erisisregelingen alles teveel gecentrali
seerd is. In dit verband heeft Minister Steen
berghe verschillende toezeggingen gedaan.
Zoo zullen alle belangrijke plannen
voortaan in maandelijksche vergaderingen
met de Regeeri ngscom missarissen worden
besproken. Ook zullen geen maatregelen
worden voorbereid of besluiten genomen
zonder overleg met de organisaties. En met
de besturen der crisiscentrales zullen de
organisaties tenminste driemaal per jaar
vergaderen.
De coöperaties van landbouw hebben, aldus
de minister, ieder een eigen terrein. Van be
voorrechting van een van beiden kan geen
sprake zijn. Wat de middenstand betreft, er
wordt getracht deze zooveel mogelijk bij de
distributie in te schakelen.
Voor de kleine boeren, een categorie, waar
voor ook heden nog de katholieke afgevaar
digde Ir. DROESEN opkwam, is het zeer moei
lijk een algemeene maatregel te vinden, die ef
fectief is, omdat deze bedrijfjes in aard zoo
uiteen loopen.
Men moet intusschen bij de klachten' over de
gevolgen, die de teeltregeling voor de kleine
boeren heeft, niet over het hoofd zien, dat .ook
de prijsverhoogingen der teeltregeling hun ten
goede komen.
Tegenover verbindendverklaring der col
lectieve arbeidsovereenlft>msten in den land
bouw, wensch van den heer Loerakker,
blijft de Minister bij zijn afwijzende hou
ding. Hij geeft de voorkeur aan het ver
plichten tot overleg en arbitrage en is be
reid daarbij zeer streng op te treden.
Wat aangaat het suikerprobleem, is Minis
ter STEENBERGHE op het oogenblik nog af-
keerig van een verdere inperking der Neder-
landsche bietenproductie, ondanks zijn groote
sympathie voor de overzeesche belangen.
Die sympathie blijkt b.v. uit de bemoeiingen,
waardoor hij bereikte, dat de Nederlandsche
margarine-industrie thans 80 pCt. van haar
grondstoffen uit Indië betrekt.
En die sympathie wil hij ook verder bewijzen
door het overwegen, of, buiten de tegenstelling
tusschen bieten en riet om, nog iets voor de
Indische suikerproductie kan worden gedaan.
De liberaal VAN KEMPEN had namelijk een
pleidooi voor de Java-suikerindustrie gehouden.
Een ander punt dat den laatsten tijd veel be
langstelling wekt, is de crisiscontröle. Dat zij
te sterk gecentraliseerd zou zijn, kan de mi
nister niet toegeven. Want al is de centrale in
Den Haag, inwendig is de dienst over de ge
westen gedecentraliseerd.
Overigens was een wijziging van het crisis-
organisatiebesluit, o.a. terzake van de schrap
ping en schorsing van leden der crisisorgani
saties voorloopig gereed, waarbij zou worden re
kening gehouden met de gemaakte opmerkin
gen.
In den breede ten slotte heeft Minister
STEENBERGHE, daarom gevraagd door den
anti-rev. Amelink, aan den kaak gesteld de
daemagogische methoden, waarmee nog steeds
ds. Kersten de crisis-regeling bestrijdt.
Er bleef van de beweringen en lasterpraatjes
in diens beruchte brochure werkelijk geen stuk
heel.
Ook de heer LOERAKKER had hierover al
zeer misprijzend gesproken en vooral gegispt,
U beweert dat uw soon speelt als Paderewski?
Ja, ook met twee handen.
Everybody's Weekly, Londen.
dat deze predikant bij zijn opruiing op zeer er
gerlijke wijze misbruik maakt van den gods
dienst.
Voorts hebben dezen middag behalve de reeds
genoemde afgevaardigden nog het woord ge
voerd de sociaal-democraten Duys en v. d. Hei
de, de anti-rev. mr. Van Dijken, de Plattelan
der mr. Vervoom en de Herv. Ger. dominee
Lingbeek.
Alleen de laatste twee brachten in het debat
een nieuw puntje. Mr. VERVOORN wilde steun
aan de bijenhouderij, maar kreeg van den mi
nister, die hiermee geen landsbelang betrokken
acht, nul op request. En Ds. LINGBEEK had
eveneens een weigering te incasseeren op zijn
verzoek om aan de kippenhouderij haar vrij
heid terug te geven.
De MINISTER ontkende, dat dit in het be
lang zou zijn van Barneveld, welks eierenbe-
drijf den oud-predikant van Urk inspireerde.
Bij een firma te Arnhem werd eenigen tijd
geleden geld vermist.
De politie arresteerde den dader en bleek,
dat was ontvreemd een bedrag, dat ongeveer
f 60 minder was, dan de boekhouder zeide in
kas te hebben gehad.
Hierdoor rezen vermoedens dat de boekhou
der niet geheel eerlijk was.
Daarna kwamen de politie nog diverse ge
ruchten ter oore, met het gevolg, dat de com
missaris van politie de recherche opdracht gaf
een nader onderzoek in te stellen.
Zaterdagochtend werd de' boekhouder ge.
arresteerd en het ingestelde onderzoek leverde
het resultaat op, dat de boekhouder in de jaren
1933 en 1934 een bedrag van enkele duizenden
guldens had verduisterd, door het niet afdragen
van ontvangen gelden en knoeierijen in de
boeken.
Het onderzoek is nog gaande en er komen nog
steeds verduisteringen aan het licht.
De boekhouder wordt ter beschikking van de
justitie gesteld.
De heer G. van Hoeven, referendaris bij het
departement van Sociale Zaken, heeft te
Zwolle voor degenen, die een leidende positie
bekleeden bij de instellingen van kerkelijke,
particuliere en burgerlijke weldadigheid in de
provinciën Friesland, Groningen, Drente en
Overijsel (behalve Twente) een beschouwing
gehóuden over de huidige steunregeling.
Hij deelde daarin o.m. mede, dat het depar
tement er niet voor is dat op Zaterdag uitbe
taald wordt. Bij uitbetaling op Zaterdag kun
nen» geen opgaven van de verdiensten op dien
dag tijdig verstrekt worden en is in de praktijk
de toestand gegroeid, dat bijv. het lid van de
vakorganisatie, die den steun uitbetaalt aan de
leden, op het steunbedrag moet korten hetgeen
naar mondelinge opgave van den betrokkene
dien dag in het gezin is verdiend.
In voorbereiding is een algemeene regeling
dat op Maandagmorgen alle opgaven schrifte
lijk moeten zijn verstrekt, die dan kunnen wor
den verwerkt, waarna 's Woensdags de uitkee.
ring plaats zal vinden.
De commandant van de K XVIII seinde:
„Ware plaats van H.M.'s K XVIII op 11
Maart te 2 uur, 30 gr. 52 min. Z., 44 gr. 58
min. W. Koers 60. Wind O.-N.O., kracht 4 a 5.
Geen bijzonders. Alles wel.
„In drie dagen naar Australië", het boek van
K. D. Parmentier, het boek van de Melbourne-
race is verschenen: een fraai verzorgde uit
gave van Scheltens en Giltay te Amsterdam
met een sprekenden bandomslag. De onverge
telijke dagen van 20 tot 24 October, hun voor
geschiedenis en ook hun
feestelijke nagalm zijn er
in vastgelegd door den
hoofdpersoon van heel
het grootsche gebeuren,
door Parmentier zelf. Op
rustige zakelijke wijze ver
telt Parmentier van het
groote avontuur, dat toch
eigenlijk weer géén
avontuur was, maar het
honderdmaal beleefde re
sultaat van kennis, vaar
digheid en zorgvuldige
voorbereiding. Levendige
plaatjes zijn er bij afge
drukt, waaronder heel
wat opnamen, die nog niet onder de oogen
van het publiek zijn geweest.
Het boek leest prettig en vlot, maar toch
ligt onmiskenbaar een schaduw over de blad
zijden, de schaduw van het weten, hoe de
veelgenoemde en geprezen „Uiver" zoo kort
zijn glorie overleven zou. Wij kunnen begrij
pen, hoe Parmentier er aanvankelijk over ge
dacht heeft het boek niet te laten verschijnen.
Dat hij hier tenslotte van terug gekomen is,
achten wij gelukkig, want de beteekenis der
roemrijke „Uiver"-vlucht is door het drama
van Rutbah Wells niet geschaad.
Parmentier heeft zijn boek opgedragen aan
zijn directeur, den heer A. Plesman, wiens per
soon zoo nauw verbonden is met de „Uiver"-
faam. Wijlen minister Kalff schreef het voor
woord.
PARMENTIER
BANDOENG, 12 Maart. (Aneta). Nog altijd
komen bij den P. T. T-dienst aanvragen bin
nen omtrent de Uiver-post. Daar het vrijwel
onmogelijk is het overgebleven restant nog uit
te zoeken, zal dit einde dezer maand naar
's Gravenhage worden terug gezonden.
Ds. D. Boer en mr. dr. H. J. von Brucken
Fock zijn om redenen van internen aard uit het
Nationaal Comité voor Arbeid aan werklooze
Intellectueelen getreden.
De Haagsche Rechtbank heeft voortgezet de
behandeling der zaak tegen den 22-jarigen
bankwerker A. J. W., uit Delft, die op 19 Oc
tober 1934 aldaar werd aangehouden wegens 't
verspreiden van het door de O.S.P. uitgegeven
pamflet „Alarmsignaal" voor het gebouw van
het Burgerlijk Armbestuur aan het Oude Delft.
Genoemd pamflet had tot opschrift: „Wie zijn
de opruiers" en bevatte tal van voor de Over
heid beleedigende en opruiende uitdrukkingen.
Daarin kwam o.a. voor dat de „rechf'-bank te
Amsterdam openlijk party heeft gekozen voor
„onzen" klassevüand in wiens dienst zij staat.
Deze pamfletten werden door W. aan de be
zoekers van voornoemd gebouw uitgedeeld. Een
groot aantal van deze pamfletten werden in
zün woning aangetroffen.
Jhr. mr. van Asch van Wück, het O.M. waar
nemend, zeide, dat hen by de vorige behande
ling een geldboete van f 100.eischte en dat
hü daarby geleid werd door de omstandigheid,
dat men jaren en jaren lang de vrijheid heeft
gehad om het openbaar gezag te beleedigen,
zoodat aanpassing aan de bepalingen van het
nieuwe artikel 137a W. v. S„ waarbü zulks straf
baar wordt gesteld, voor velen niet zoo gemak
kelijk Is. Men is er nog niet aan gewend, zoo
dat de Officier voor ditmaal bij dezen eisch
wilde persisteeren.
Mevr. mr. de Ruyter de Zeeuw, voor W. plei
tend. concludeerde tot ontslag van rechtsver
volging, subs, vrijspraak.
Uitspraak 26 Maart a.s.
Het befaamde voorjaars-zonnetje was aan
wezig, toen de eerste bezoekers door de hekken
gingen. We hebben echter iets gemist, dat an
ders onafscheideiyk aan de jaarbeurs verbon
den is. We bedoelen de drukte van opgeschoten
jongens, die gewoonlijk den toegang tot het
beursterrein byna versperren en iederen be
zoeker. die dit gebied verlaat vraagt „meneer
hebt u een dagkaartje."
Men weet, dat zy deze toegangskaarten dan
weer voor den halven prüs verkoopen, waar
door natuurlijk schade gedaan wordt aan het
jaarbeursbestuur. Van politie-wege wordt hier
scherp op gelet, doch nu viel het ons op, dat
het voor den ingang geheel vrij was en dat
hier dus met een traditie gebroken is. zal nie
mand betreuren.
Den eersten dag was het bezoek nog zeer
slap en we meenen jaarbeurzen meege
maakt te hebben, waarop het zoo'n eer
sten dag toch drukker was.
Gewoonlijk wordt een bezoek aan de jaar
beurs, wanneer men tenminste niet aan een
bepaald adres moet zijn, begonnen met een
wandeling over het open terrein, waar weer
hetzelfde lied klinkt van machines en mo
toren.
Er zijn echter ook welluidende klanken, die
men zoo nu en dan boven het gedaver uit
hoort. De Fa. A. H. van Bergen, fabriek van
torenuurwerken en torenluidklokken te Hei-
ligerlee en Bilthoven exposeert n.l. een klok
kenspel, dat bestemd is voor het Zeehelden
monument te Den Helder en in de middag
uren wordt het door den stadsbeiaardier, den
heer Wagenaar bespeeld.
Minder vreedzaam doet de stand aan van
de N. V. My. Civiele Luchtbescherming uit
Den Haag, die den bezoekers een schuilplaats
laat zien, die by het huis kan aangesloten
worden.
Er zün twee gasdichte deuren in gemonteerd
met dubbele mechanische en pneumatische af
dichting, waarvoor Ned. octrooi is aangebracht.
Voorts is in de schuilplaats een gasfilter
(schuilplaatsmasker) opgesteld, waaraan een
electrische lichtinstallatie is gemaakt, terwijl
zich in den nooduitgang een reukloos toilet be
vindt. De nooduitgang wordt boven met een
gasdicht luik afgesloten.
Keurig ingericht is het Zwitsersche paviljoen,
waar eenige industrieën vertegenwoordigd zijn
en voorts op pakkende wüze propaganda ge
maakt wordt voor het toerisme.
Natuuriyk zijn er Zwitsersche horloges en van
de Enicar-fabrieken zijn prachtige uurwerken
uitgesteld.
Iets büzonders is een klein uurwerkje, dat
wegschuilt in den deksel van een poederdoosje
en door op een knopje te drukken omhoog
springt, waardoor men een aardig standaard
klokje heeft. Een handig snufje voor de dames
op de reis.
De beleefdheid vraagt, onze aandacht eerst te
wijden aan de gasten en na in het Zwitsersche
paviljoen te zün geweest, gaan we nu küken.
wat onze Zuider-buurstaat brengt.
We vinden België weer op de tweede verdie
ping, waar de sieriyke wijze van exposeeren in
de verschillende stands aanstonds weer opvalt.
Typeerend voor de mentaliteit van deze buiten
landers is dat ook nu weer als pièce de milieu
De gemeenteraad van Zutphen heeft Dinsdag
op voorstel van B. en W. besloten niet te vol
doen aan het verzoek van den minister van
Binnenlandsche Zaken tot verdere verlaging
van de loonen van de gemeentewerklieden. Hü
meent, dat de goede vakman in de tegenwoor
dige omstandigheden met een gemiddeld uur
loon van 54 cent laag bezoldigd wordt. De fi-
nancieele omstandigheden der gemeente zijn
niet van dien aard dat zij verhooging van be
lastingdruk of handhaving van een zeer hoogen
belastingdruk noodzakelijk maken.
Ook met het verzoek om de jaarwedde van
den bode-concierge met nog1300 meer dan be
sloten is te verlagen gaat de raad niet accoord.
een vitrine is geplaatst met foto's van den over-
elden Koning Albert I en afbeeldingen van de
noodlottige rots.
Een keur-collectie kristal van Val St. Lam
bert vinden we in een aparte afdeeling.
Ook België heeft alle reden om propaganda te
maken voor het toerisme en daarby denken we
aan de wereldberoemde badplaats Knocke Zou
te, een dorado ook voor sportliefhebbers.
Tegen een blauw fond hangen in het hoekje
dat speciaal aan dit heeriyke oord is gewijd,
groote foto's, die een goed idee geven van de
gezelligheid van het strandleven, terwyi er bo
vendien, zooals wij zien, nog tal van andere
gelegenheden van vermaak en ontspanning zijn.
Een verdieping hooger vinden we de Duitsche
afdeeling, die een oppervlakte van ongeveer 250
vierkante Meter beslaat.
Aan een smaakvolle uitvoering, welke in han
den was van architect Otto Renner, is weer alle
zorg besteed en met betrekkelijk eenvoudige
middelen werd veel bereikt.
In het midden van de Duitsche groep staat
ditmaal als voornaamste stuk de zwaarolie-vlieg-
tuig-motor „Jumo V", welke de Junkers Werke
te Dessau ter beschikking hebben gesteld.
In een groote vitrine zijn naast andere bü-
zondere prestaties der fynmechanische- en op
tische industrie werktuigen der fijnmechaniek
tentoongesteld. In een speciale afdeeling vin
den we proeven van de Duitsche Kunstzyde-
industrie.
De eere-afdeeling staat ditmaal in het teek.en
van de Duitsche Saar en haar economische be
teekenis voor het Duitsche Rijk.
Naar wy vernemen, is het ontwerp van wet
tot wüziging van de Wet op de Staatsloterij
volgens hetwelk het verboden zal zün gebruik
te maken van de trekkingen van de Staats
loterij, door H. M. de Koningin bekrachtigd
en ligt het in het voornemen van den Minister
van Financiën, te bevorderen, dat de wijziging
in werking treedt na afloop van de 469e
Staatsloterij, alzoo ongeveer 1 November 1935.
Dinsdagmorgen omstreeks 11 uur ontstond
wegens onbekende oorzaak, brand in het woon
huis van J. v. d. Kemp. Aangewakkerd door den
nogal sterken wind, greep het vuur snel om
zich heen en stond in een minimum van tyd
het geheele huis in vlammen. Al spoedig deelde
het vuur zich mede aan het naastgelegen woon
huis en hooiberg van J. Koenders. Ook hier
was alles terstond in een vuurzee herschapen.
Beide gebouwen brandden geheel af. Het vee
kon worden gered, terwijl de inboedel van J. v.
d. Kemp geheel en die van Koenders' gedeelte
lijk verbrandde. De brandweer was spoedig ter
plaatse, dochc kon van de met riet ge
dekte gebouwen niets meer behouden, zy moest
zich beperken tot nablusschen en beschermen
der belendende gebouwen. Verzekering dekt de
schade, met uitzondering van den inboedel van
Jansen, inwonende by Koenders.
Op verzoek met 1 Juli eervol ontslagen met
dank de gep. generaal-majoor der art. A. K. L.
Verschoor als commandant luchtverdedigings-
kring Amsterdam.
Met 1 April eervol ontslagen de hoofdingeni
eur der Marine ir. A. L. Byi, belast met waar
neming der betrekking van directeur van de
Rijkswerf.
Met 1 April is de hoofdingenieur der marine,
ir. S. Visman, belast met de functie van chef
der afdeeling scheepsbouw by de Rükswerf, be
noemd tot directeur der Rijkswerf en is de in
genieur der marine, F. W. K. de Klerk, be
noemd tot hoofdingenieur der marine.
Bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse die
der 3e klasse P. Cool en J. G. Stegeman.
By K.B. is aan B. H. Vroom, koopman, wo
nende te Amsterdam, verlof verleend tot het
aannemen van zün benoeming tot Ridder in de
Orde van de Kroon van Italië.
Bü beschikking van den minister van Econo
mische Zaken is, met ingang van 1 Mei 1935,
aan J. A. Doortjes, op zün verzoek, eervol ont
slag verleend als leeraar aan de Rükstuinbouw-
winterschool te Nümegen, onder dankbetuiging
voor de door hem in verschillende betrekkingen
bij het Landbouwonderwijs bewezen diensten.
Bij beschikking van den minister van Finan
ciën is de ontvanger der directe belastingen, enz.
A. A. van Deinse verplaatst van het kantoor
Nieuwer-Amstel naar het kantoor Velp.
kon hooren, hoe hü dien dwazen naam
Jjfctte en hem daarom zoo belachelük mogelük
j^j-Pt'ak, „Cymbeline," en hij zette zijn stem nog
uit, als verdacht hü er zün kleinzoon van,
fcJ* hü zich expres tusschen de natte laurier-
U*lken schuil hield.
was echte rebellie, dit was minachting
V,,i>r <3e ongeschreven wet, zoo maar weg te blü-
Ig*1- Maar er kwam geen antwoord en het werd
men kon niet langer wachten. De stoet
Jf.opnieuw voort.
La hmheer Harriman gebaarde heftig en maakte
kaï- ^hioo zün meening omtrent Cymbeline's
j*kter en opvoeding duidelük.
Ve'r het myn jongen was, zou ik hem een da-
wfhi Pak voor zün broek geven. Wat een bru-
j, aaP, om ons allemaal te laten wachten,
tygh 3Ün vader durft natuuriyk niets te zeggen,
biejv.eer hü het goed vindt boven water te ko-
et^hheer Harriman stampte van kwaadheid
*hl af niet- hat hü in een grooten plas trapte.
besPatte zyn laarzen en deed Lady Price
en in den modderregen, die haar gloednieu-
haar besmeurde. zy keek boos en schudde
ju, rok uit, terwyi zij by zichzelf wenschte,
vader uitkeek waar hy liep. Wat kon het
haar schelen of Cymbeline kwam of niet? Het
was in ieder geval een naar stuk jongen en het
was vreeselyk jammer, dat hy in de derde ge
neratie van Harrimans de eenige Kleinzoon was.
Bij het kerkportaal wachtte de oude heer tot
Lambert kwam. Zelfs toen was er nog geen
spoor van den jongen en Viola begon zich on
gerust te maken.
„Lambert, ik hoop, dat je een stok over dien
knaap zult halen, als hü komt opdagen. Als
ooit een jongen het noodig had, dan is hij het.
Ik zal het voor je doen, als je er tegen opziet."
„Dank u, ik zal u niet lastig vallen", zei Lam
bert droogjes. „Ik weet zeker, dat er iets ge
beurd is waardoor hü opgehouden is. Het is
niets voor hem, om zoo zonder een enkel woord
te verdwü'nen. Hij zal wel opduiken vóór de
dienst begint."
Al was zijn toon luchtig, toch was hij niet
heelemaal gerust, het was zoo heelemaal niets
voor Cymbeline om er op deze manier tusschen
uit te trekken en hü was nog zóó gewaarschuwd,
op te passen gedurende zyn verblijf op de
Towers.
Primula duwde haar handje zachtjes in die
van haar moeder.
„En zei hü niet, waar hy heen ging?" vroeg
Viola gedempt.
„Neen, maar hy gaat nogal eens naar den
muur. Dan klimt hy den heuvel op en kan de
zee zien. Soms gaat er een schip voorbij."
zy traden het kerkgebouw binnen, het was op
slag van elven en de eerste orgeltonen klonken
door de ruimte.
Hoe verder de dienst vorderde en 't duurde
nogal lang wegens de extra kerstliederen hoe
dieper de plooi werd tusschen de oogen van den
ouden heer Harriman, want zyn kleinzoon kwam
maar niet,
Cymbeline was, zooals zijn zusje had gezegd,
dadelijk na het ontbijt er op uitgetrokken. Er
was nog ruim een uur voor hy er aan behoefde
te denken,zich klaar te maken voor de kerk,
want de oude Harriman las iederen morgen om
half negen uit den Bybel voor en onmiddellijk
daarna werd met het ontbijt begonnen. Op het
punt van stiptheid was de discipline van de
Towers een yzeren. Te laat komen was niets
minder dan een misdaad, waar de kinderen al
meermalen voor gestraft waren. Viola hield het
meer met de moderne theorie, dat de kinderen
zoo lang moesten slapen als zy konden, vooral
in de vacantie, en op het Oude Huis behoorde
het ontbyt tot de rekbare begrippen en was het
zelfs niet onmogelijk, om het in bed te gebrui
ken. Hoewel, op de Towers stond zü er op, dat
zy zich hielden aan de huisorde en de twee
waren als regel zoo punctueel als de strengste
grootvader maar kon verlangen.
Al die huiseiyke t.yrannie had op 't gemoed
van den jongen ingewerkt en hem in een ruste-
looze stemming gebracht, waarin hü aileen nog
maar verlangde te ontsnappen. Hij miste de
gelykmoedige atmosfeer van zyn eigen huis,
waar, zooals hy zichzelf voorhield, enkel die
dingen verkeerd waren, die heusch verkeerd
waren. Daarom poetste hy dadelyk na 't ont
byt de plaat, zei hy alleen maar aan Primula,
wat hy ging doen, bang door zyn grootvader
tegengehouden te worden.
Hy draafde door de vochtige velden als een
losgelaten dier.
Het was geen koude Kerstmis dat jaar, maar
het had veel geregend en de velden waren nat.
Maar dat hinderde niet, er was nog een zee van
tijd om andere schoenen aan te trekken en zich
zelf op te knappen voor die vreeselyke wande
ling naar de kerk. Was was het toch veel lilli-
ger geweest, dat jaar in Londen, toen zü met
oom Dick in een taxi naar de kerk waren ge
reden
Neen, hij zou niet erg ver gaan, misschien niet
verder dan de Frent, om te zien, of er, ook fo
rellen waren. En als er dan nog tijd was, zou
by den heuvel opklauteren en naar de zee ky-
ken. Het was niet mistig vandaag, er moesten
schepen te zien zün. En dan zou hy op tyd terug
draven naar de Towers.
Er stond niet veel wind. Wat er nog was,
kwam uit het Zuiden en droeg een flauwen geur
van chemicaliën mee. Wat vond hü het afschu-
weiyk, dien geur en wat er aan vast zat, wat er
aan vast zou zitten vcor hem. Van hier uit kon
je die hooge, kale schoorsteenen zien steken uit
den rookerigen wasem, die boven Pagdon hing.
Wat vond hy 't vreeselyk, den rook en den stank
en het heele misselyke gedoe.
Verderop scheen de lucht zuiverder te worden,
maar toen vielen zyn blikken op den zwaren
muur, dien zyn grootvader jaren geleden had
laten bouwen. Was er nog niet genoeg smerig
metselwerk in Pagdon, dat hy er zyn eigen park
nog mee wou ontsieren? Cymbeline wist niets
van die geschiedenis met zijn tante, nooit nog
had hy den naam Weste gehoord en het was
nimmer bij hem opgekomen, dat er aan dien
muur een historie zou vastzitten. Zooveel jaren
had het groote huis van warm-roode bakstee-
nen dat daar vlak bü de bosschen lag aan den
overkant van de beek en er zoo heerlyk uitzag
in het bleeke winterzonnetje leeg gestaan dat
hy al niet meer naar de bezitster van vroeg.
Even zag hy het liggen juist toen hy vlak bij
de Frent was toen onttrok die leelyke muur het
ineens aan zyn oog.
Een meter of vyftig verder stond een water
molen: dit was neutrale zone. De molenaar had
er al gewoond voordat iemand ooit iets gehoord
had van de fabriek van Hamman en hy zag
neer op die Harrimans en was brutaal geweest
toen de oude heer hem vroeg zyn land te ver
koopen. Nu mynheer Harriman hem bovendien
nog het uitzicht had ontnomen door dien mls-
seiyken muur, groette hy hem nauwelüks als hy
hem tegenkwam. Hij stond heelemaal aan de
züde van Sir Roger in deze ruzie.
Cymbeline dwaalde verder tot aan den molen,
hü liep vlak langs de beek, omdat daar een
smal pad was en het minder nat leek dan het
gras. Wat was het toch jammer, dat er hier
geen bruggetje lag, wat zou hü graag eens de
overzyde verkennen. Hy was al lang vergeten,
dat het Kerstmis was en hü naar de kerk moest
met zyn grootvader, al zyn aandacht was er op
gericht om over het water te komen, over die
heg te klimmen en te zien wat daar achter lag.
Toen zag hy opeens iemand vanuit de weiden
naar den molen loopen. Het was een jong meis
je, dat uit het bosch te voorschyn kwam en het
paadje afliep naar den tuin van den molenaar,
zy droeg iets in haar hand. Cymbeline merkte
op, dat zy een helderblauw manteltje en jurk
droeg en een wit bontje en een witte mof. Haar
lange goudblonde krullen dansten over ha&r
schouders.
Zij liep met vlugge dribbelpasjes. Cymbeline
keek haar nieuwsgierig na. Hü vroeg zich af,
wie zij wel kon zyn en waarom als het toch
de naaste buren waren hy haar nog nooit
had gezien. Dat zoo'n leuk gekleed persoontje
familie zou zyn van den brommerigen ouden
molenaar, leek uitgesloten. Toen zy dichterby
kwam, kreeg hy een hoog roode kleur en zei:
„Is er ergens een brug? Ik zou zoo graag
oversteken."
„O, er is er nog lang geen," antwoordde zij
nonchalant. Behalve In den tuin van den mole
naar. En als je probeert daar door te loopen,
dan bijt zün hond je. Daarom heeft hy expres
een valschen hond."
(Wordt vervolgd.)