I IN EN OM HAARLEM 1
L
EN
ERK
MARIA-STICHTING
Drie Haarlemmers naar Zuid-Afrika
WEEK-END VAN GRAAL-
LEIDSTERS
DINSDAG 19 MAART 1935
t
J j I,
De „dure" gemeente
Stille Armen
IJMUIDENS VISSCHERIJ
IN 1934
Export van goedkoopere visch-
soorten sterk afgenomen
De export
DE GRAAL
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
Onze nieuwe campagne is ingezet!
Bedrijfsveiligheid bij
hoogovens
Een fabriek in rep en roer!
Opbrengst collecte
Uit vroeger tijden
HET ITALIAANSCHE
LANDSCHAP
In Rome hebben onze stadgenoo-
ten onbetaalbare hulp en leiding
ondervonden van Hol-
landsche paters
Z.H. de Paus spreekt
met hen
T emperatuursverschillen
In Rome
Bevoorrecht
Geslaagde cursusdagen te
Den Haag
Voorbereiding voor het
huwelijk
Huwelijksmoraal voor
katholieken
D.H.V.B.-uitslagen
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
GROOTE MOGELIJKHEDEN
SiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiniiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiii:
"MIUIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiTiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:
0
De gemeenteraad van Haarlem heeft
Woensdagmiddag de algemeene voor
waarden nopens de aanvaarding van en
hitvoering van ophoogingswerken op gronden,
bestemd voor openbaren weg, welke door par
ticulieren kosteloos en om niet aan de gemeen
te Haarlem in eigendom zullen worden overge
dragen, vastgesteld. Op zich zelf was dit een
doodonschuldig raadsstukje en van zeer gerin
ge beteekenis. De zaak immers was zoo, dat
aan de verschillende besluiten van den raad
tot aanvaarding van gronden, bestemd voor
°penbaren weg, als regel dezelfde voorwaarden
herbonden worden en dat de practijk dit aan
tal voorwaarden voortdurend aanvult met
hieuwe bepalingen, die telkens weer in de be
trokken raadsbesluiten moeten worden genoemd,
boor al deze voorwaarden in één stuk samen
te brengen, kan voortaan verwezen worden
haar de „algemeene voorwaarden" en behoe
den de bepalingen niet telkens te worden af
gedrukt. Een codificatie dus van bestaande
doorschriften. Het gaat hier alleen om alge-
hieene voorschriften, waaraan de grondeige-
haren zich moeten houden bij het ophoogen
dan gronden of bij het doen uitvoeren van
Werken in bouwterrein en niet om den prijs,
Gien hij te betalen heeft aan de gemeente,
Wanneer deze den grond overneemt.
Daarom ook behooren maatstaven voor de
berekening van dien prijs in deze algemeene
doorwaarden niet thuis.
De behandeling van dit onschuldige hamer-
Stukje heeft echter de aandacht van belang
stellenden getrokken en deze wijzen er ons zeer
terecht op, dat de prijs, welke de gemeent#
San grondeigenaren en huizenbouwers in reke-
hing brengt, van grooten invloed is op de hu-
ten, die zullen moeten worden betaald.
Een voorbeeld.
De bouwvereeniging „De Eendracht" bouwde,
laren geleden, aan de Rollandstraat, Een-
Grachtstraat en Boterstraat 192 woningen en
bloest voor de overdracht der gronden en
straataanleg enz. volgens een raadsbesluit, f 1
betalen „pro memorie". Toen was er ook nog
Seen sprake van straatbelasting en precario
rechten. Blijkbaar meende men toen, dat de
Sanleg van riolen en bestratingen tot de taak
Ger overheid behoorde. De bouwvereeniging „St.
Öavo" echter bouwde aan de Kruistochtstraat,
van Wiedstraat en Emostraat 181 woningen en
bloest voor het aanleggen van straten en het
leggen der riolen ver over de f 100.000 betalen
San Openbare Werken, terwijl de bewoners
Sich zagen verrast met aanslagen in de straat-
*h precariobelasting. Omgeslagen kwam er niet
f 600 onder de woning, (term van wethouder
Gerritsz) doch voor en naast de woning, het-
8een bij de opgelegde annuïteitsberekening
beerkomt op ongeveer vijftig centen per week.
Gezwegen zij nog van de andere overheidsbe-
bioeiingen, zooals het verplicht aanleggen van
®en duiker, terwijl de te beschermen gronden
veertien dagen later ook werden opgehoogd.
Öet afkoopen van het zoogenaamde windvang-
recht, hoewel besloten, was den molen door
een electrischen motor te vervangen, welke za
ken de huizen beslist veel duurder maakten
Gan noodig was.
tTit deze opmerkingen van een onzer lezers
blijkt wel, dat de gelden, welke de gemeente
Vraagt voor het ophoogen en rioleeren van
terreinen, van grooten invloed zijn op den
huurprijs, welke in de toekomst door de be
woners zal moeten worden betaald. Toch zou
Ge conclusie verkeerd zijn, dat daarom de ge-
bieente goed zou doen alle benoodigde werken
Voor niets uit te voeren. De kosten van
ttraatophooging zouden dan ten laste komen
Van den belastingbetaler en niet van de bou
wers en eigenaren, die van de werken profi
leren. Ook zou het practisch neerkomen op
e«n cadeautje aan de grondeigenaren, want de
blijs, Welken deze vragen voor hun grond
Wordt berekend naar de opbrengst der huren
Van de huizen, die er op zullen worden ge
bouwd. Zooals trouwens in alle gemeenten van
°hs land de gewoonte is, zal dus de gemeente
®sn som voor het uitvoeren van openbare wer
ken in bouwterreinen in rekening moeten
brengen.
Maar die kosten moeten billijk berekend wor-
Gen en dat nu heeft de raad in elk speciaal ge-
vai te beslissen, want telkens als er grond aan de
kenaeente moet worden overgedragen, krijgt de
baad daaromtrent een apart voorstel. De raad
kan daarvoor zoo veel objectieve maatstaven
Aanleggen als hij wil. Helaas gaan dergelijke
Voorstellen maar al te dikwijls zonder de aan-
Gacht van den raad te hebben getrokken, on-
Ger den hamer door.
Dezelfde lezer, die ons bovenstaande voor
beelden ter beoordeeling voorlegde, wees ons
hog op het volgende:
De gemeenteraad stelde de rooilijnen vast,
Zoowel van de Korte- en Lange Veerstraat als
bet Emmaplein, welke rooilijnen liepen door de
Vgendommen van derden. Nu heeft men altijd
kedacht, dat de overheid de eigendommen der
°bderdanen heeft te beschermen, doch wat kon
*b moest geconstateerd worden? De rooilijn in
fle Korte Veerstraat noodzaakte de firma
^toom en Dreesmann bij de verbouwing even
t(*Ug te bouwen en de grond, waarmede de
sttaat werd breeder gemaakt, kostte aan de ge
beente respectievelijk f 250 en f 400 de M2. Het
kerkbestuur der kathedraal „St. Bavo" wilde
öeh toestand aan het Emmaplein verbeteren,
^Gde een behoorlijken tuin naast de pastorie,
^V'lde een mooi hek als afsluiting aanbrengen
moest toen ook grond voor verbreeding der
te leggen straten betalen. Men was begon-
bn met de gemeente den grond te koop aan
te bieden. Niet thuis, zeide Openbare Werken.
met toezakken betalen. „Morgen brengen"
b®ide het gemeentebestuur en na eenige cor-
*esPondentie werd het aldus, dat het kerkbe-
shiur den grond moest laten ophoogen tot het
^Afgeschreven peil, zorgen dat in de boven
lag geen puin, hout of andere rommel
en verder F 5500 bij Openbare Wer-
eb deponeeren voor de bestrating. In dit
6evai zou het gemeentebestuur wel zoo goed
dien grond voor niets over te nemen.
*hdien dergelijke voorstellen immer voldoende
de aandacht hadden van den raad, zou een
onbillijke behandeling niet plaats hebben. Alle
gevallen zijn niet hetzelfde; de ambtenaren der
gemeente kunnen zich vergissen in de beoordee
ling van een geval en soms meenen, dat de par
ticulier profiteert waar het voordeel aan den
kant der gemeente is; ook moet men niet ver
geten, dat de gemeente „koopman" is en dient
te zijn en dus probeert om zooveel mogelijk voor
deel uit een situatie te slaan. Maar daar is
dan de raad om eventueele onbillijkheden te
gen te gaan.
Bij het overnemen van voor straat en weg
te bestemmen gronden is er rekening mede te
houden, dat er in groote lijnen drie verschil
lende resultaten kunnen zijn. De belendende
grond kan er door in waarde stijgen, wanneer
de grond voor niets wordt overgedragen aan
de gemeente en door de diverse werken wordt
bewoonbaar gemaakt; de gemeente kan er door
gebaat worden, zonder dat het eenig nut af
zal werpen voor dengene, die den grond over
draagt en beide partijen kunnen er door ge
baat worden, zoodat het redelijk moet geacht
worden, dat ook beide de kosten dragen.
Het valt niet te ontkennen, dat er in de af-
geloopen jaren bij de berekening van den prijs,
welke aan de gemeente moet worden betaald,
factoren in aanmerking werden genomen, die
voor hen, die grond hadden over te dragen, on-
voordeelig, zelfs onredelijk moesten worden ge
noemd. Sinds korten tijd is daaraan een eind
gemaakt, maar de raad zal goed doen zich
telken male te overtuigen, dat aan de belang
hebbenden geen te hooge prijs in rekening
wordt gebracht, want de verleiding voor de ge
meente om zich in deze soort gevallen „goed
koopman" te toonen wat dan wil zeggen:
trachten om voor de gemeente het grootst mo
gelijke voordeel te bereiken is zeer groot en
begrijpelijk.
Ter eere van „St. Jozef" onder motto R. V.
25.
Aan het jaarverslag over 1934 van de Ver.
van Reeders van Visschersvaartuigen te Umui-
den is o.a. het volgende ontleend:
Betreffende He treilervisscherij mag niet tot
absolute verdere inzinking van het bedrijf ge
durende 1934 worden geconcludeerd.
Helaas moet ook van 1934 worden gezegd, dat,
voor wat de kustvisschrij betreft, verscheidene
reederijen zijn blijven vrisehen ondanks zeer
ongunstige bedrijfsresultaten. Mochten de
Noord-booten, die in hoofdzaak op rondvisch
vissdhen, in eenigszins gunstiger omstandig
heid verkeeren, ten gevolge van de geringere
aanvoeren van rondvisch door Duitsche booten,
de kustbooten konden zoodanig voordeel niet
boeken. De omstandigheden bleven den piat-
vischbooten ongunstig, niet alleen door de groo-
tere concurrentie, die gedurende bepaalde
maanden van het jaar van de zijde van de
motorloggers werd ondervonden, maar ook
doordat gedurende het geheele jaar 1934 een
wijziging in de uitgifte van de consenten voor
export van fijnvisch naar Frankrijk achterwege
bleef.
De gemiddelde waarde van de uitgevoerde
visch bedroeg in 1930 ruim 22 ets., in 1931 ert
1932 bijna 20 ets., in 1933 bijna 24 ets. en in 1934
ruim 24 ets., alles per K.G. bruto berekend.
In aanmerking nemende de snelle daling van
den gemiddelden visohpiïjs, gedurende de laat
ste jaren, kan hieruit gevoeglijk worden gecon
cludeerd, dat de export van de goedkoopere
vischsoorten sterker is afgenomen dan van de
duurdere vischsoorten, hetgeen wel in hoofd
zaak zal moeten worden toegeschreven aan de
omstandigheid, dat juist het contingent fijn
visch voor Frankrijk, in afwijking van andere
contingenten, regelmatig wordt uitgeput.
De uitvoer naar Frankrijk is in vergelijking
met 1933 met circa 50 pet. vooruitgegaan. Het
blijkt evenwel, dat een belangrijk hooger quan
tum grove visch had mogen worden uitgevoerd,
aangezien het totaal-contingent voor Frankrijk
meer dan 1.300.000 K.G. hooger is dan het to
taal uit IJmuiden verzonden quantum.
Ten opzichte van België wijzen de cijfers uit,
dat deze van de beide jaren 1933 en 1934 prac
tisch gelijk zijn. De export naar Engeland is
met ongeveer 100 pCt. verhoogd, hetgeen ook
zoo goed als geheel voortvloeit uit de hoogere
verzending, gedurende de eerste zes maanden,
van het jaar dus ook de maanden, die met de
stakingsmaanden moeten worden vergeleken.
De export naar Duitsohland was ongeveer 18
pCt. hooger, terwijl Zwitserland eveneens een
vermeerdering van ongeveer 13 pCt. aanwijst.
Wat de crisis-maatregelen betreft, wordt ge
wag gemaakt van de werkzaamheden der Werk-
commissie, die in Mei onder leiding van mr.
J. H. Kiewiet de Jonge haar werkzaamheden is
begonnen. Daarna is de stichting van de Crisis
centrale gevolgd. De Reeders-vereeniging wist
mr. Kiewiet de Jonge als adviseur aan zich te
verbinden, waardoor voor verdere besprekingen
een goed contact verkregen was.
Met blijdschap kon worden geconstateerd, dat
met de geopperde bezwaren, t.a.v. de contingen-
teering, rekening was gehouden, zoowel ten
aanzien van het in te voeren en aan te voeren
percentage, als ten aanzien van de onderver
deeling in kortere perioden.
Inzonderheid was dit laatste ook van groote
beteekenis, aangezien juist daardoor de moge
lijkheid heel sterk wordt ingeperkt, dat op on
voorziene tijden de markt plotseling met on
evenredig groote hoeveelheden vreemde visch
wordt overvoerd.
Men schrijft ons:
Alles staat in het teeken van: „Het aposto
laat van de Moeder".
Op alle bijeenkomsten wordt hierover gespro
ken en we hopen, dat ook de practijk zal be
antwoorden aan het vuur en enthousiasme,
waarmee de campagne is begroet.
Omdat we weten, dat heel veel Moeders zich
ook zullen interesseeren voor deze actie en deze
beter zal slagen, als ook de ouders hieraan hun
vollen steun en medewerking geven, hebben we
gemeend, een Moedermiddag en Moederavond
te moeten organiseeren.
Op dezen middag en avond zal worden uit
gelegd, wat de Graal met deze campagne be
doelt en hoe zij haar leden in die richting wil
stuwen.
Dinsdagavond 19 Maart te 8 uur of Donder
dagmiddag 21 Maart te half drie worden alle
Moeders van de Graalleden van het Spaarne-
huis op het clubhuis Spaame 29 uitgenoodigd.
We zullen het zeer op prijs stellen, als u zoudt
willen komen, om zoo blijk van uw belangstel
ling te willen geven in het werk van De Vrouwe
lijke Jeugdbeweging van ons Bisdom.
Klokslag 4 uur Maandagmiddag klinkt over
het immense gebouwencomplex van Hoogovens
en Mekog te Velsen, en ver daarbuiten, geloei
van alarm-signalen en sirenes. Groot alarm by
het phosphaat-gebouw!
E.H.B.O.-colonnes bruin geuniformd
snellen toe, brandweer-auto's duiken op uit stof
en mist; bevelen galmen, gejaagde spanning on
der honderden menschen.
Om het phosphaat-gebouw dringen wolken
damp en stoom, dank zij den zeedamp en een
heet water-reservoir, die helpen, de talrijke
toeschouwers van deze pseudo-ramp nog ster
ker te fascineeren
De afdeelings-brandweer is reeds van meet af
aan druk bezig het dak van het groote gebouw
met een waterleidingstraal te bespuiten.
Reeds na eenige minuten geeft ook de groote
brandweer water, terwijl de vrijwillige brand-
weer-afdeelingen uit Velsen „boven en beneden"
de pont zich binnen eenige minuten bij hun in-
dustrieeie collega's hebben aangesloten.
18 Stralen, onder druk van de motorspuit, be
strijden een kwartier lang het (denkbeeldige)
vuur.
Intusschen draagt de E.H.B.O. gewonden naar
buiten, die erg ijzig doen op brancards,
en is vol ijver aan het verbinden. Een zieken
auto completeert het ramp-schouwspel.
Om tien voor half vijf is alle „gevaar" voor
bij en klinken signalen om in te rukken.
Natte brandweerlieden, Eerste-Hulp-brigade
en „gewonden" zijn na eenige oogenblikken ver-
eenigd in het stemmige casino van het Hoog-
ovenbe drijf
Aldus was het besluit van de Veiligheidsda-
gen, die vanaf Vrijdag j.l. door de Sociale Af-
deeling van Hoogovens, Mekog en Cemij ge
organiseerd waren.
Vóór deze demonstratie was in het Veilig
heidsmuseum een officieele bijeenkomst gehou
den, waar een staf van autoriteiten van arbeids
inspectie en aanverwante corporaties vertegen
woordigd was.
Het voltallige bestuur van de stichting „Het
Veiligheidsmuseum" te Amsterdam was aan
wezig, bestaande uit de heeren dr. N. M. Jo-
sephus Jitta, voorzitter van den Gezondheids
raad te 's Gravenhage; J. J. van Male, hoofd
inspecteur van den Arbeid te Amsterdam; ir.
J. L. Bienfait, prof. ir. D. Dresden, dr.
ir. A. H. W. Hacke, directeur-generaal van den
Arbeid te 's Gravenhage en dokter L. Heyer-
mans, directeur van den Geneeskundigen- en
Gezondheidsdienst der gemeente Amsterdam.
Voorts merkten we op ir. R. A. Gorter, direc
teur van het Veiligheidsmuseum te Amsterdam
en de hoofd-inspecteur van den Arbeid te
Haarlem, ir. J. H. J. Huygens.
Het gemeentebestuur van Velsen was verte
genwoordigd door loco-burgemeester J. C. Dun
nebier, gemeente-secretaris M. K. Hofstede en
den wethouder van Sociale Zaken C. Bosman.
Tot de directie, vertegenwoordigd door beide
directeuren ir. Kessler en ir. A. H. Ingen
Housz, werden door dr. Josephus Jitta woorden
van hulde gericht voor de wijze, waarop in hun
bedrijf voor de \\iligheid van het personeel ge
ijverd wordt. Ook de z.g. veiligheids-ingenieur,
ir. Spies, deelde in deze hulde.
De heeren Ingen Housz en ir. H. J. Scholte
thans hoofdinspecteur van den Arbeid
ontvingen de gouden medaille van de stichting
het „Veiligheidsmuseum" te Amsterdam, welke
onderscheidingen door beide heeren met dank
werden aanvaard.
Moge het succes van deze veiligheids-cam
pagne de leiders van de Sociale Afdeeling van
dit uit ruim 1000 man bestaande bedrijf, kracht
dadig aanwakkeren tot voortzetting van hun
gewaardeerd sociaal werk.
De op Zondag 17 Maart gehouden collecte
dag, welke is gehouden door de Ver. tot Be
vordering der Gezondheid in de Grafische Vak
ken, afd. Haarlem heeft opgebracht ƒ808.55.
Het bestuur zegt allen die hebben medege
werkt dit bedrag samen te brengen hartelijk
dank.
in
Reeds vroeger, lang voor het beleg, werd door
de ondernemende Haarlemmers de plek iets
ten Noorden van Eindenhout, benut voor een
herberg. Daar toch was in oude tijden een be
langrijk verkeerspunt. Hier eindigde het Werk
manspad, de naaste verbinding door den Hout
van Den Dreef met den Heerenweg. Iets Zui
delijker kwam de oude Heemsteedsche weg on
geveer in de richting van de Emauslaan op den
Heerenweg uit, daar tegenover vermelden de
oudste stukken „de oude Aerdenhoutslaan" en
ten Noorden van Eindenhout correspondeerde
„de kleine Lindelaan" met de huidige Munters
laan. Hier liepen dus voordat de Leidsche Vaart
gegraven was en eeuwen voordat de Zandvoort-
sche weg gemaakt werd, de hoofdtoegangen
naar Aerdenhout. Als dan in 1665 „de
Groote Lindelaan" wordt aangeplant, later
Spanjaardslaan genoemd naar het graf
veld van een groot aantal hier na het
beleg begraven Spanjaarden, dan wordt
van de herberg, hier gelegen en „Dronc-
kenhuisje" genoemd, steeds geprezen de „weer-
galooze vergezichten" zoowel op het Spaame als
op de duinen. De beste historici zijn van mee
ning, dat deze oudste naam van de herberg
verband hield met de groote drassigheid (we
kennen nog de overtreffende trap „verdronken"
land) van deze gronden voordat door de Leid
sche Vaart en de vijvers op de buitens de drai
neering veel verbeterd was. Eerst in 1664 komt
het eerst de volksnaam het Dronkenmans-
huisje in een officieel stuk voor; en de legen
de maakt zich dan van dien niet ongeschikten
naam voor een herberg meester en verschillen
de lofzangens dezer streken verhalen dan hoe
bij den bouw eigenaar en bouwer hier in een zóó
sterk opgewonden stemming kwamen dat voor
bijgangers er toen dadelijk dien naam aan ge
geven hadden. Later schijnt er ook door een
uithangbord een dergelijk tafereel te zijn vast
gelegd.
We zagen aan deze herberg reeds geïllus
treerd het echt moderne streven der Haar-
lemsche bierbrouwers om zich door aankoop,
den verkoop van hun bier te verzekeren en
meer dan eens werd voor deze herberg een klei
ne 2000 door hen neergeteld. Maar ook de
wijnhandelaars lieten zich aan dit rustpunt
niet onbetuigd en in 1692 wordt blijkbaar de
helft van het pand ingericht voor wat deftigei
clandisie, doordat de Haarlemsche wijnhande
laren W. Ganninck en J. van den Sprang voor
j 1600 die helft opkoopen.
Maar op den duur werd de nabijheid van een
herberg den deftigen Amsterdamschen eigenaars
van Eindenhout toch te machtig en in 1775
wordt ze door een van hen opgekocht en goed
deels afgebroken. Een oude put en een paar
schuurmuren van de tegenwoordige tuinmans
woning van Eindenhout, is al wat er nu nog
van over is.
J. M. STERCKPROOT.
Rome, 23 Febr. 1935
Het vorige verslag van onzen tocht hebben
wij geschreven vanuit Porto-Maurizio, eenige
kilometers voorbij Frankrijk over de Italiaan-
sche grens. Kunt u zich nog herinneren dat
toen de rijst stond te pruttelen op ons kamp
vuur, rijst met spek en appeltjes? U kunt het
geiooven of niet, maar dat gerecht smaakte
voortreffelijk.
Na ons eetgerei omgewasschen en alle zaak
jes op de fiets geborgen te hebben, trapten wij
verder: richting Genua. Het was een heerlijke
avond, windstil, hoewel frisch, waar wij ons
echter tegen konden wapenen, door de overjas
sen aan te doen. Wij hebben dus den nacht
aoorgefietst en zonder wederwaardigheden
kwamen wij 's morgens vier uur te Genua aan.
Wij wilden een zoo groot mogelijke route ach
ter elkaar afleggen en besloten, na een uurtje
rust, door te fietsen om dan, wanneer het zon
netje scheen, onze tent op te slaan. Wij kwamen
tot ongeveer 30 K.M. voor „La Spezia", de Ita-
laansche marinehaven. Op deze laatste route
hadden wij al ongeveer zeven K.M. moeten loo-
pen. Het is hier berg-op, berg-af, en wel met
zulke hellingen, dat het met de fiets niet te
doen is. In geen geval de helling op. Eraf waag
den wij het nog wel eens, wij moesten echter
om de remmen denken.
Na in onze tent behoorlijk uitgerust te zijn,
werd de tocht weer door het heuvelachtige ge
bied voortgezet. Tegen den avond kwamen wij
gelukkig aan een soort café of logement. Wij
waren blij deze woning gevonden te hebben,
want in deze streek komt men weinig huizen
tegen. In het logement hebben wij zoo goed en
zoo kwaad als de ruimte dit toeliet, geslapen.
Bij ons laat de slaap niet lang op zich wachten.
Den volgenden morgen hebben wij weer twee
en een half uur met de fiets aan de hand
moeten loopen. De bergpas waar wij doorkwa
men, is ongeveer 17 KM. lang en de weg draait
als een spiraal om den berg heen. Aan de
noordzijde kwamen wij door sneeuw en de noor
den wind blies ons in het gezicht. Aan de
zuidzijde een stralende zon. Het is, dat wij aan
temperatuursverschillen gewend waren geraakt,
anders zou het zijn: jassen aan, jassen uit.
Eindelijk zagen wij in de diepte La Spezia
liggen en met een flinke vaart kwamen wij met
gloeiende remmen in het stadje aan. Van boven
gezien leek het maar een kleine verzameling
van huisjes, doch er aangekomen, viel het nogal
mee.
In Spezia toefden wij niet. lang. Wij kochten
aan 'n echt Italiaansch, wij konden eigenlijk
wel schrijven Oostenrijksch groentenhalletje,
wat vruchten. Toen wij de vrouw vertelden, dat
wij gedrieën naar Afrika gingen, liepen de
tranen haar over de wangen.
„Jonge, jonge". En haar zoon was er ook
heen. Een flinke jongen, vertelde zij ons, van
24 jaar. Hij moest naar den oorlog In Abessinië,
„jongens, passen jullie toch op". Met medege
voel spraken wij met de groentenvrouw, doch
papa, die ook in de tent .stond, pakte koeltjes
de paar lire aan, die wij moesten betalen. Kau
wend en zuigend op onze dadels en sinaas
appelen stapten wij maar weer op.
In Cesina zetten wij de tent op en kookten
ons potje rijst. Nu echter niet met appeltjes,
maar met suiker. Toen verder naar Granita,
waar wij de H. Mis in een prachtige oude kerk
konden bijwonen. Verder kwamen wij langs den
scheeven toren van Piza. En alsmaar gingen
wij in de richting van Rome. Als wij Rome een
maal bereikt zouden hebben, hadden wij weer
een mooie etappe afgelegd!
Wij konden nu al meer onze tent gebruiken,
daar de natuur milder werd en onze slaap-
MOOFDBOUTE PER RyWIEL
- PER PSIE HAARLEMMERS
(rw. HAAPLEH HAAtt
KAAP3TAP
zakken waren heerlijk warm. Aan den harden
grond moesten wij nog wennen.
Op onzen verderen weg naar Rome hebben
wij niet veel wederwaardigheden meer gehad.
Allen zij nog vermeld, dat wij in een guren
nacht in een boerderij boven den ossenstal ge-
siagen hebben. Toen wij goed en wel op het
stroo lagen, kwam de boer ons een vaatje wijn
brengen. Wij kunnen ons nog herinneren, dat
wij met een glas wijn in ons hand insliepen,
doch 's morgens was de roes al uit.
Eindelijk bereikten wij dan de stad der ste
den: Rome.
Veel hadden wij erover gehoord en gelezen.
Wie heeft dat niet? Doch wij hebben onder
vonden, dat men Rome moet zien! Wij gingen
dadelijk naar pater Pancratius Maarschalker-
weert. Een brief van Theo's (Voorvelt) broer,
den frater in Wychen, en brieven van andere
Franciscanen zouden ons introduceeren. Een
heeroom van Jan (Ruyzenaars) was weleer een
studievriend van dezen pater. Vol moed gingen
wij naar de Via Merulana 124. Wat werden wij
hartelijk verwelkomd. De pater was een en al
hartelijkheid en vriendelijkheid. Vanuit Wychen
was hij over onze komst ingelicht. Allereers
hebben wij het klooster bezichtigd met de mooie
kerk. 's Middags, toen de pater vrij was,
's morgens geeft hij les op het College Propa
ganda bezochten wij de kerken van Rome.
"s Avonds ging de pater met ons naar een of
ander hotel, waar wij heerlijk smulden met na
afloop een origineele Hollandsche sigaar. Des
nachts sliepen wij in het St. Jozefsgezellenhuis.
waar de pater ook alweer voor had gezorgd.
Middelerwijl was de audiëntie bij Z. H. den
Paus aangevraagd. Pater Pancratius gaf ons
een brief mee, dien wij aan het Vaticaan af
moesten geven. Daarvoor kregen wü een kaart
of toegangsbewijs voor de audiëntie. Allen wor
den streng gecontroleerd door de Zwitsersche
lijfgarde.
In de wachtkamer aangekomen het woord
wachtzaal is beter op zijn plaats konden wij
de rijke beschilderingen bewonderen. Ook kon
den wij het aflossen van de Zwitsersche lijf
wacht gadeslaan.
Dan werd ons het sein tot knielen gegeven
en daar kwam met gevolg: de Paus van Rome!
Een siddering van ontroering doorvoer ons, en
niet enkel ons, maar de geheele knielende me
nigte. De indruk is niet te beschrijven, plotse
ling te zijn in de tegenwoordigheid van Gods
Plaatsbekleeder op aarde, een statige, geheel in
het wit gekleede, eenvoudige figuur, met in
nemend gelaat.
Aan ons (kunt u zich zooiets voorstellen),
aan ons, vroeg Zijne Heiligheid in de Fransehe
taal: „Van welke nationaliteit zijt gij?" En half
bedremmeld maar heel gelukkig antwoordden
wij dat wij Hollanders waren. „Ah, Hollanders,
sprak Zijne Heiligheid, „heel goed". En met
een vriendelijken groet schreed de Paus verder.
Ons alleen had de Paus toegesproken. Het was
weinig wat er gezegd was, maar het werd ge
sproken door den Paus. Vele geestelijken, zus
ters, verder Amerikanen en Engelschen, kortom
vele nationaliteiten stonden er met ons en
heusch met eenigszins jaloersche blikken wer
den wij aangekeken. Een paar Amerikanen
kwamen naar ons toe en een van hen sprak:
„Well boys, you were the only, to whom H.H.
talked". („Nou jongens, jullie waren de eenigen
tot wien de H. Vader gesproken heeft") en nog
anderen vroegen ons allerhand, tot zelfs buiten
het Vaticaan wist men ons te vertellen, dat wij
de eenigsten waren tot wien de H. Vader ge
sproken had en steeds was de H. Vader blij als
er Hollanders kwamen.
Een volgenden dag besloten wij eens ons op
de fiets door Rome te wagen en het postkan
toor op te zoeken. Misschien waren er wel
brieven van thuis. Het was heerlijk eens op
een fiets te rijden zonder al die bagage.
Wij fietsten door tot de Piazza Venetia, aange
staard door automobilisten en voetgangers, zon
der dat wij de reden wilden en konden be
grijpen. Ten laatste kwamen wij bij het post
kantoor. Op de binnenplaats bevond zich het
„poste-restante"-kantoor. Met verlangende
blikken keken wij naar de sorteerende handen
van den postbeambte. Jawel, hoor, de brieven
voor ons werden er uit gevischt. Juist wilden
wij gaan lezen, toen het klonk: „pardon, hee
ren, zijn deze fietsen van u?" Wij moesten zulks
beamen. „Op deze binnenplaats mogen geen
fietsen geplaatst worden". Opgestapt dan maar
weer. Wij reden nog geen 10 Meter of weer
was het afstappen, geen fietsweg. Dan zouden
wij de karretjes maar aan de hand nemen.
Zeer eenvoudig en het leek ons de eenigste
mogelijkheid. Maar zoo eenvoudig was het
niet. Wij waren op een autoweg en daar be
hooren geen fietsen te komen. Wij stonden
wel wat onnoozel te kijken, toen een mede
lijdenden agent ons uit den brand hiepl, door
ons geheel te begeleiden tot aan onze woning.
In gezelschap van eenige Hollandsche paters
hebben wij ook de Catacomben bezocht en wel
de meest bekende, die van Calixtus, waar een
broeder, geboortig uit Maastricht, ons rond
leidde.
Veel van wat in Rome te zien is, hebben wij,
onder het uitstekende geleide der paters, be
zichtigd. Jammer genoeg kunnen wij ons niet
enkel tot het poëtische gedeelte, bepalen, ook
het practische mogen wij niet uit het oog ver
liezen. Zoo is een van onze grootste zorgen: de
wasch. Inderdaad, wij wasschen zelf. Om een
vakterm te gebruiken: „Wij hebben de wasch
aan huis." Zeep, borstel en water zijn onze
gereedschappen en wanneer die eenmaal in onze
handen zijn, dan wordt er gewerkt. De mouwen
opgestroopt. Ieder zingt of fluit een liedje naar
zijn eigen idee en werkelijk de wasch komt
er helder uit.
In het museum van „St. Jan van Lateranen"
troffen wij een landgenoot, die te voet een pel
grimsreis naar Rome gemaakt had en nu de
terugreis zou aanvaarden. In Napels was hij
echter zijn pas kwijt geraakt. Hij zal hoogst
waarschijnlijk door de autoriteiten op den trein
gezet worden en over de grens gebracht. Vol
gens hem moesten wij eens een bezoek gaan
brengen aan een Duitsch klooster, wat wij ook
deden, met het gevolg, dat wij daar gastvrij
ontvangen werden en in den tuin moesten di-
neeren.
Het volgende verslag krijgt u uit Napels. Wij
hebben al op alle mogelijke manieren gepro
beerd een boot te krijgen. Tot dusver echter
zonder resultaat, daar alle schepen, zoowel
vracht- als passagiersbooten, bezet zijn door de
drukte voor het troepentransport naar Abes-
synië.
Met deze gelegenheid groeten wij tevens al
onze kennissen en vrienden. Kaarten schrijven
is ons wat duur.
In het Nationaal Graalhuis te 's-Gravenhage
werd Zondagmorgen de cursus voor Graalleid-
sters voortgezet, nadat de deelneemsters om 7
uur een H. Mis hadden bijgewoond in de paro
chiekerk van St. Antonius Abt aldaar.
Om half tien werd de eerste bijeenkomst ge
opend met een causerie van mej. Mia v. d.
Kallen, die het onderwerp:
behandelde.
Met grooten emst zette spr. de moeilijkheden
uiteen, die in den verllovingstijd, als voorberei
ding van een goed huwelijk, overwonnen moeten
worden.
Zoowel in stoffelijk als in geestelijk opzicht
dienen wij aan de wereld te toonen, dat wij
gezonde, degelijke katholieke meisjes zijn, aldus
spr., die in haar uiterlijk zoo goed als in haar
innerlijk leven de voorbereiding van haar hu
welijk op juiste waarde weten te schatten.
Want van een goedbegrepen voorbereiding
hangt het huwelijksgeluk grootendeels af. De
gezonde katholieke opvattingen in het huwellijk
zijn alleen gewaarborgd bij een goed en tijdig
inzicht ervan in den tijd der voorbereiding;
juist nu de crisis velen in zulke moeilijke om
standigheden plaatst. De wijze woorden van
den Paus in de encycliek „Casti Connubii" mo
gen wij in dit verband wel bijzonder bestudee-
ren, om ons te realiseeren wat in dit levens
gebied onze plicht is.
Wij moeten er toe meewerken om Holland
voor een verval der huwelijksmoraal te be
hoeden.
Spr. besloot met op den ernst van deze roe
ping te wijzen, die God, aan Wien alle leven
toebehoort, in dit opzicht aan ons heeft toe
vertrouwd. De toekomst van de Kerk in ons
land is, wat dit terrein betreft, in onze han
den gelegd. Dit brengt voor ons den plicht mee
om te bezitten: zelfbeheersching, blijmoedig
heid en een groot geloof en deze zijn slechts te
kweeken door gebed, versterving en onze bij
zondere devotie tot de H. Maagd.
De middagvergadering werd ingezet met een
rede van pastoor J. B. M. W. Möller uit Voor
burg, over „Huwelijksmoraal voor Katholieken".
Pastoor Möller nam tot uitgangspunt de ge
dachte, dat het fataal kan zijn om altijd en
overal afschrikwekkend te waarschuwen tegen
ieder contact met het andere geslacht. Men
heeft hiermede vaak het tegenovergestelde ver
kregen van wat men bedoelde, en, wat erger is:
van wat God bedoelde, toen Hij man en vrouw
op elkaar aanwees. Niet de onnatuurlijke levens
beschouwing, die uit onchristelijke opvattingen
voortkomt, mag ons in deze dingen leiden. Bij
de opvoeding hebben wij er mede te rekenen,
dat het meisje haar actieve levenstaak niet
moge verwaarloozen, al is zij ook het passieve
element in de natuurlijke verhouding t.usschen
de sexen. Het geestelijk bestanddeel in deze ver
houding kan haar steeds tot leidraad strek
ken, reeds tijdens haar verloving. Een gezond
en krachtig familieleven, zooals men dat bijv.--'
in Italië kent, vormt gewoonlijk een zeer goede"
basis voor het huwelijksleven. Een tweede basis
ervoor vinden Katholieke echtelieden in hun
nakomelingschap.
Zonder een goede practische opleiding op
huishoudelijk gebied zal de vrouw echter niet
compleet zijn als huismoeder.
Na een deugdelijke voorbereiding verdient het
aanbeveling het huwelijk niet onnoodig lang
uit te stellen. Zoowel psychologische als prac
tische moeilijkheden voor den jongen man en
de jonge vrouw vereischen in de meeste ge
vallen een tijdige huwelijkssluiting.
Alsdan kan het leven der jonge echtgenoo-
ten in het huwelijk een bron van vreugde en
kracht vinden.
Het wezensdoel van het huwelijk is de voort
planting en de opvoeding van het menschelijk
geslacht, hetgeen spr. nader besprak.
Het welzijn van Maatschappij en Kerk ligt
opgesloten in het katholieke huwelijk. Reeds
de voorbereiding er toe vergt veel gebed, een
regelmatige en blijmoedige ontvangst van het
Sacrament der biecht en het Sacrament des
Altaars.
Het zinnelijke, het zedelijke en het boven
natuurlijke in alle aardsche liefde moeten wij
veredelen tot één geheel in den dienst van God,
die ons tot het huwelijk geroepen heeft.
Na een geanimeerde bespreking over dit on
derwerp volgde een causerie van mevr. L.
Schelfhout-van der Meulen, te Loosdrecht, over
„Moederschap is offergeest".
Berdos 3Meervogels 2
S.V.A. 3—A.T.C. 3
A.T.C. 1—Berdos 1
St. George 1—V.V.O. 1
8—0
1—3
6—0
0—2
IJMUIDEN, 19 Maart 1935 Rijksvischaf-
slag Tarbot per kg. 1.tot 0.85, griet per
50 kg. 28.— tot 13.—, tong per kg. 1.10 tot 0.65,
groote schol per 50 kg. 14.— tot 10.—, middel
schol per 50 kg. 13.— tot 12.—, zetschol per 50
kg. 20.tot 18.kleine schol per 50 kg. 16.
tot 8.bot per 50 kg. 7.50 tot 2.30, schar per
50 kg. 8.50 tot 1.65, tongschar per 50 kg. 23—
tot 17.50, rog per 20 stuks 1.vleet per stuk
2.30 tot 0.58, pieterman en poon per 50 kg.
10.tot 6.groote schelvisch per 50 kg. 17.
tot 10.middel schelvisch per 50 kg. 17.tot
8.kleine middel schelvisch per 50 kg. 20.
tot 8—, kleine schelvisch per 50 kg. 15.— tot
7.30, kabeljauw per 125 kg. 26— tot 7—, gul
len per 50 kg. 7.50 tot 2.60, leng per stuk 0.80
tot 0.38, htilbot per kg. 0.75 tot 0.52, wijting
per 50 kg. 9— tot 1.40, koolvisch per stuk 0.25
tot 0.05, makreel per 50 kg. 8— tot 6.60, ver-
sche haring per kist 3.50 tot 2.60.
van de Dinsdag aan den Rijksvischafslag aan
gekomen stoomtrawlers: Eveline 1000 manden
f 3200—, Hoop 240 manden f 1700—, Vios III
45 manden f 1150.Cornells 500 manden
f 2350.Perseus 75 manden f 1040.Utrecht
375 manden f 3120.Maria 270 manden
f 1350.Henriette Jacoba 380 manden f 1700.
kotter: E 315 f 916.—.
worden U geboden door advertentie-reclame in
de rubriek „Omroepers". Laat die U niet ont
glippen. De prijs kan geen bezwaar zijn, want
voor slechts 50 cent per regel komt Uw zaken-
Omroeper onder de aandacht van 80.000 ge-
y.irmon-