I IN EN OM HAARLEM 1 L EN ERK MARIA-STICHTING Drie Haarlemmers naar Zuid-Afrika WEEK-END VAN GRAAL- LEIDSTERS DINSDAG 19 MAART 1935 t J j I, De „dure" gemeente Stille Armen IJMUIDENS VISSCHERIJ IN 1934 Export van goedkoopere visch- soorten sterk afgenomen De export DE GRAAL IEDEREN MIDDAG VAN 2-3 UUR POLIKLINIEK Onze nieuwe campagne is ingezet! Bedrijfsveiligheid bij hoogovens Een fabriek in rep en roer! Opbrengst collecte Uit vroeger tijden HET ITALIAANSCHE LANDSCHAP In Rome hebben onze stadgenoo- ten onbetaalbare hulp en leiding ondervonden van Hol- landsche paters Z.H. de Paus spreekt met hen T emperatuursverschillen In Rome Bevoorrecht Geslaagde cursusdagen te Den Haag Voorbereiding voor het huwelijk Huwelijksmoraal voor katholieken D.H.V.B.-uitslagen RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN GROOTE MOGELIJKHEDEN SiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiniiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiii: "MIUIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiTiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii: 0 De gemeenteraad van Haarlem heeft Woensdagmiddag de algemeene voor waarden nopens de aanvaarding van en hitvoering van ophoogingswerken op gronden, bestemd voor openbaren weg, welke door par ticulieren kosteloos en om niet aan de gemeen te Haarlem in eigendom zullen worden overge dragen, vastgesteld. Op zich zelf was dit een doodonschuldig raadsstukje en van zeer gerin ge beteekenis. De zaak immers was zoo, dat aan de verschillende besluiten van den raad tot aanvaarding van gronden, bestemd voor °penbaren weg, als regel dezelfde voorwaarden herbonden worden en dat de practijk dit aan tal voorwaarden voortdurend aanvult met hieuwe bepalingen, die telkens weer in de be trokken raadsbesluiten moeten worden genoemd, boor al deze voorwaarden in één stuk samen te brengen, kan voortaan verwezen worden haar de „algemeene voorwaarden" en behoe den de bepalingen niet telkens te worden af gedrukt. Een codificatie dus van bestaande doorschriften. Het gaat hier alleen om alge- hieene voorschriften, waaraan de grondeige- haren zich moeten houden bij het ophoogen dan gronden of bij het doen uitvoeren van Werken in bouwterrein en niet om den prijs, Gien hij te betalen heeft aan de gemeente, Wanneer deze den grond overneemt. Daarom ook behooren maatstaven voor de berekening van dien prijs in deze algemeene doorwaarden niet thuis. De behandeling van dit onschuldige hamer- Stukje heeft echter de aandacht van belang stellenden getrokken en deze wijzen er ons zeer terecht op, dat de prijs, welke de gemeent# San grondeigenaren en huizenbouwers in reke- hing brengt, van grooten invloed is op de hu- ten, die zullen moeten worden betaald. Een voorbeeld. De bouwvereeniging „De Eendracht" bouwde, laren geleden, aan de Rollandstraat, Een- Grachtstraat en Boterstraat 192 woningen en bloest voor de overdracht der gronden en straataanleg enz. volgens een raadsbesluit, f 1 betalen „pro memorie". Toen was er ook nog Seen sprake van straatbelasting en precario rechten. Blijkbaar meende men toen, dat de Sanleg van riolen en bestratingen tot de taak Ger overheid behoorde. De bouwvereeniging „St. Öavo" echter bouwde aan de Kruistochtstraat, van Wiedstraat en Emostraat 181 woningen en bloest voor het aanleggen van straten en het leggen der riolen ver over de f 100.000 betalen San Openbare Werken, terwijl de bewoners Sich zagen verrast met aanslagen in de straat- *h precariobelasting. Omgeslagen kwam er niet f 600 onder de woning, (term van wethouder Gerritsz) doch voor en naast de woning, het- 8een bij de opgelegde annuïteitsberekening beerkomt op ongeveer vijftig centen per week. Gezwegen zij nog van de andere overheidsbe- bioeiingen, zooals het verplicht aanleggen van ®en duiker, terwijl de te beschermen gronden veertien dagen later ook werden opgehoogd. Öet afkoopen van het zoogenaamde windvang- recht, hoewel besloten, was den molen door een electrischen motor te vervangen, welke za ken de huizen beslist veel duurder maakten Gan noodig was. tTit deze opmerkingen van een onzer lezers blijkt wel, dat de gelden, welke de gemeente Vraagt voor het ophoogen en rioleeren van terreinen, van grooten invloed zijn op den huurprijs, welke in de toekomst door de be woners zal moeten worden betaald. Toch zou Ge conclusie verkeerd zijn, dat daarom de ge- bieente goed zou doen alle benoodigde werken Voor niets uit te voeren. De kosten van ttraatophooging zouden dan ten laste komen Van den belastingbetaler en niet van de bou wers en eigenaren, die van de werken profi leren. Ook zou het practisch neerkomen op e«n cadeautje aan de grondeigenaren, want de blijs, Welken deze vragen voor hun grond Wordt berekend naar de opbrengst der huren Van de huizen, die er op zullen worden ge bouwd. Zooals trouwens in alle gemeenten van °hs land de gewoonte is, zal dus de gemeente ®sn som voor het uitvoeren van openbare wer ken in bouwterreinen in rekening moeten brengen. Maar die kosten moeten billijk berekend wor- Gen en dat nu heeft de raad in elk speciaal ge- vai te beslissen, want telkens als er grond aan de kenaeente moet worden overgedragen, krijgt de baad daaromtrent een apart voorstel. De raad kan daarvoor zoo veel objectieve maatstaven Aanleggen als hij wil. Helaas gaan dergelijke Voorstellen maar al te dikwijls zonder de aan- Gacht van den raad te hebben getrokken, on- Ger den hamer door. Dezelfde lezer, die ons bovenstaande voor beelden ter beoordeeling voorlegde, wees ons hog op het volgende: De gemeenteraad stelde de rooilijnen vast, Zoowel van de Korte- en Lange Veerstraat als bet Emmaplein, welke rooilijnen liepen door de Vgendommen van derden. Nu heeft men altijd kedacht, dat de overheid de eigendommen der °bderdanen heeft te beschermen, doch wat kon *b moest geconstateerd worden? De rooilijn in fle Korte Veerstraat noodzaakte de firma ^toom en Dreesmann bij de verbouwing even t(*Ug te bouwen en de grond, waarmede de sttaat werd breeder gemaakt, kostte aan de ge beente respectievelijk f 250 en f 400 de M2. Het kerkbestuur der kathedraal „St. Bavo" wilde öeh toestand aan het Emmaplein verbeteren, ^Gde een behoorlijken tuin naast de pastorie, ^V'lde een mooi hek als afsluiting aanbrengen moest toen ook grond voor verbreeding der te leggen straten betalen. Men was begon- bn met de gemeente den grond te koop aan te bieden. Niet thuis, zeide Openbare Werken. met toezakken betalen. „Morgen brengen" b®ide het gemeentebestuur en na eenige cor- *esPondentie werd het aldus, dat het kerkbe- shiur den grond moest laten ophoogen tot het ^Afgeschreven peil, zorgen dat in de boven lag geen puin, hout of andere rommel en verder F 5500 bij Openbare Wer- eb deponeeren voor de bestrating. In dit 6evai zou het gemeentebestuur wel zoo goed dien grond voor niets over te nemen. *hdien dergelijke voorstellen immer voldoende de aandacht hadden van den raad, zou een onbillijke behandeling niet plaats hebben. Alle gevallen zijn niet hetzelfde; de ambtenaren der gemeente kunnen zich vergissen in de beoordee ling van een geval en soms meenen, dat de par ticulier profiteert waar het voordeel aan den kant der gemeente is; ook moet men niet ver geten, dat de gemeente „koopman" is en dient te zijn en dus probeert om zooveel mogelijk voor deel uit een situatie te slaan. Maar daar is dan de raad om eventueele onbillijkheden te gen te gaan. Bij het overnemen van voor straat en weg te bestemmen gronden is er rekening mede te houden, dat er in groote lijnen drie verschil lende resultaten kunnen zijn. De belendende grond kan er door in waarde stijgen, wanneer de grond voor niets wordt overgedragen aan de gemeente en door de diverse werken wordt bewoonbaar gemaakt; de gemeente kan er door gebaat worden, zonder dat het eenig nut af zal werpen voor dengene, die den grond over draagt en beide partijen kunnen er door ge baat worden, zoodat het redelijk moet geacht worden, dat ook beide de kosten dragen. Het valt niet te ontkennen, dat er in de af- geloopen jaren bij de berekening van den prijs, welke aan de gemeente moet worden betaald, factoren in aanmerking werden genomen, die voor hen, die grond hadden over te dragen, on- voordeelig, zelfs onredelijk moesten worden ge noemd. Sinds korten tijd is daaraan een eind gemaakt, maar de raad zal goed doen zich telken male te overtuigen, dat aan de belang hebbenden geen te hooge prijs in rekening wordt gebracht, want de verleiding voor de ge meente om zich in deze soort gevallen „goed koopman" te toonen wat dan wil zeggen: trachten om voor de gemeente het grootst mo gelijke voordeel te bereiken is zeer groot en begrijpelijk. Ter eere van „St. Jozef" onder motto R. V. 25. Aan het jaarverslag over 1934 van de Ver. van Reeders van Visschersvaartuigen te Umui- den is o.a. het volgende ontleend: Betreffende He treilervisscherij mag niet tot absolute verdere inzinking van het bedrijf ge durende 1934 worden geconcludeerd. Helaas moet ook van 1934 worden gezegd, dat, voor wat de kustvisschrij betreft, verscheidene reederijen zijn blijven vrisehen ondanks zeer ongunstige bedrijfsresultaten. Mochten de Noord-booten, die in hoofdzaak op rondvisch vissdhen, in eenigszins gunstiger omstandig heid verkeeren, ten gevolge van de geringere aanvoeren van rondvisch door Duitsche booten, de kustbooten konden zoodanig voordeel niet boeken. De omstandigheden bleven den piat- vischbooten ongunstig, niet alleen door de groo- tere concurrentie, die gedurende bepaalde maanden van het jaar van de zijde van de motorloggers werd ondervonden, maar ook doordat gedurende het geheele jaar 1934 een wijziging in de uitgifte van de consenten voor export van fijnvisch naar Frankrijk achterwege bleef. De gemiddelde waarde van de uitgevoerde visch bedroeg in 1930 ruim 22 ets., in 1931 ert 1932 bijna 20 ets., in 1933 bijna 24 ets. en in 1934 ruim 24 ets., alles per K.G. bruto berekend. In aanmerking nemende de snelle daling van den gemiddelden visohpiïjs, gedurende de laat ste jaren, kan hieruit gevoeglijk worden gecon cludeerd, dat de export van de goedkoopere vischsoorten sterker is afgenomen dan van de duurdere vischsoorten, hetgeen wel in hoofd zaak zal moeten worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat juist het contingent fijn visch voor Frankrijk, in afwijking van andere contingenten, regelmatig wordt uitgeput. De uitvoer naar Frankrijk is in vergelijking met 1933 met circa 50 pet. vooruitgegaan. Het blijkt evenwel, dat een belangrijk hooger quan tum grove visch had mogen worden uitgevoerd, aangezien het totaal-contingent voor Frankrijk meer dan 1.300.000 K.G. hooger is dan het to taal uit IJmuiden verzonden quantum. Ten opzichte van België wijzen de cijfers uit, dat deze van de beide jaren 1933 en 1934 prac tisch gelijk zijn. De export naar Engeland is met ongeveer 100 pCt. verhoogd, hetgeen ook zoo goed als geheel voortvloeit uit de hoogere verzending, gedurende de eerste zes maanden, van het jaar dus ook de maanden, die met de stakingsmaanden moeten worden vergeleken. De export naar Duitsohland was ongeveer 18 pCt. hooger, terwijl Zwitserland eveneens een vermeerdering van ongeveer 13 pCt. aanwijst. Wat de crisis-maatregelen betreft, wordt ge wag gemaakt van de werkzaamheden der Werk- commissie, die in Mei onder leiding van mr. J. H. Kiewiet de Jonge haar werkzaamheden is begonnen. Daarna is de stichting van de Crisis centrale gevolgd. De Reeders-vereeniging wist mr. Kiewiet de Jonge als adviseur aan zich te verbinden, waardoor voor verdere besprekingen een goed contact verkregen was. Met blijdschap kon worden geconstateerd, dat met de geopperde bezwaren, t.a.v. de contingen- teering, rekening was gehouden, zoowel ten aanzien van het in te voeren en aan te voeren percentage, als ten aanzien van de onderver deeling in kortere perioden. Inzonderheid was dit laatste ook van groote beteekenis, aangezien juist daardoor de moge lijkheid heel sterk wordt ingeperkt, dat op on voorziene tijden de markt plotseling met on evenredig groote hoeveelheden vreemde visch wordt overvoerd. Men schrijft ons: Alles staat in het teeken van: „Het aposto laat van de Moeder". Op alle bijeenkomsten wordt hierover gespro ken en we hopen, dat ook de practijk zal be antwoorden aan het vuur en enthousiasme, waarmee de campagne is begroet. Omdat we weten, dat heel veel Moeders zich ook zullen interesseeren voor deze actie en deze beter zal slagen, als ook de ouders hieraan hun vollen steun en medewerking geven, hebben we gemeend, een Moedermiddag en Moederavond te moeten organiseeren. Op dezen middag en avond zal worden uit gelegd, wat de Graal met deze campagne be doelt en hoe zij haar leden in die richting wil stuwen. Dinsdagavond 19 Maart te 8 uur of Donder dagmiddag 21 Maart te half drie worden alle Moeders van de Graalleden van het Spaarne- huis op het clubhuis Spaame 29 uitgenoodigd. We zullen het zeer op prijs stellen, als u zoudt willen komen, om zoo blijk van uw belangstel ling te willen geven in het werk van De Vrouwe lijke Jeugdbeweging van ons Bisdom. Klokslag 4 uur Maandagmiddag klinkt over het immense gebouwencomplex van Hoogovens en Mekog te Velsen, en ver daarbuiten, geloei van alarm-signalen en sirenes. Groot alarm by het phosphaat-gebouw! E.H.B.O.-colonnes bruin geuniformd snellen toe, brandweer-auto's duiken op uit stof en mist; bevelen galmen, gejaagde spanning on der honderden menschen. Om het phosphaat-gebouw dringen wolken damp en stoom, dank zij den zeedamp en een heet water-reservoir, die helpen, de talrijke toeschouwers van deze pseudo-ramp nog ster ker te fascineeren De afdeelings-brandweer is reeds van meet af aan druk bezig het dak van het groote gebouw met een waterleidingstraal te bespuiten. Reeds na eenige minuten geeft ook de groote brandweer water, terwijl de vrijwillige brand- weer-afdeelingen uit Velsen „boven en beneden" de pont zich binnen eenige minuten bij hun in- dustrieeie collega's hebben aangesloten. 18 Stralen, onder druk van de motorspuit, be strijden een kwartier lang het (denkbeeldige) vuur. Intusschen draagt de E.H.B.O. gewonden naar buiten, die erg ijzig doen op brancards, en is vol ijver aan het verbinden. Een zieken auto completeert het ramp-schouwspel. Om tien voor half vijf is alle „gevaar" voor bij en klinken signalen om in te rukken. Natte brandweerlieden, Eerste-Hulp-brigade en „gewonden" zijn na eenige oogenblikken ver- eenigd in het stemmige casino van het Hoog- ovenbe drijf Aldus was het besluit van de Veiligheidsda- gen, die vanaf Vrijdag j.l. door de Sociale Af- deeling van Hoogovens, Mekog en Cemij ge organiseerd waren. Vóór deze demonstratie was in het Veilig heidsmuseum een officieele bijeenkomst gehou den, waar een staf van autoriteiten van arbeids inspectie en aanverwante corporaties vertegen woordigd was. Het voltallige bestuur van de stichting „Het Veiligheidsmuseum" te Amsterdam was aan wezig, bestaande uit de heeren dr. N. M. Jo- sephus Jitta, voorzitter van den Gezondheids raad te 's Gravenhage; J. J. van Male, hoofd inspecteur van den Arbeid te Amsterdam; ir. J. L. Bienfait, prof. ir. D. Dresden, dr. ir. A. H. W. Hacke, directeur-generaal van den Arbeid te 's Gravenhage en dokter L. Heyer- mans, directeur van den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst der gemeente Amsterdam. Voorts merkten we op ir. R. A. Gorter, direc teur van het Veiligheidsmuseum te Amsterdam en de hoofd-inspecteur van den Arbeid te Haarlem, ir. J. H. J. Huygens. Het gemeentebestuur van Velsen was verte genwoordigd door loco-burgemeester J. C. Dun nebier, gemeente-secretaris M. K. Hofstede en den wethouder van Sociale Zaken C. Bosman. Tot de directie, vertegenwoordigd door beide directeuren ir. Kessler en ir. A. H. Ingen Housz, werden door dr. Josephus Jitta woorden van hulde gericht voor de wijze, waarop in hun bedrijf voor de \\iligheid van het personeel ge ijverd wordt. Ook de z.g. veiligheids-ingenieur, ir. Spies, deelde in deze hulde. De heeren Ingen Housz en ir. H. J. Scholte thans hoofdinspecteur van den Arbeid ontvingen de gouden medaille van de stichting het „Veiligheidsmuseum" te Amsterdam, welke onderscheidingen door beide heeren met dank werden aanvaard. Moge het succes van deze veiligheids-cam pagne de leiders van de Sociale Afdeeling van dit uit ruim 1000 man bestaande bedrijf, kracht dadig aanwakkeren tot voortzetting van hun gewaardeerd sociaal werk. De op Zondag 17 Maart gehouden collecte dag, welke is gehouden door de Ver. tot Be vordering der Gezondheid in de Grafische Vak ken, afd. Haarlem heeft opgebracht ƒ808.55. Het bestuur zegt allen die hebben medege werkt dit bedrag samen te brengen hartelijk dank. in Reeds vroeger, lang voor het beleg, werd door de ondernemende Haarlemmers de plek iets ten Noorden van Eindenhout, benut voor een herberg. Daar toch was in oude tijden een be langrijk verkeerspunt. Hier eindigde het Werk manspad, de naaste verbinding door den Hout van Den Dreef met den Heerenweg. Iets Zui delijker kwam de oude Heemsteedsche weg on geveer in de richting van de Emauslaan op den Heerenweg uit, daar tegenover vermelden de oudste stukken „de oude Aerdenhoutslaan" en ten Noorden van Eindenhout correspondeerde „de kleine Lindelaan" met de huidige Munters laan. Hier liepen dus voordat de Leidsche Vaart gegraven was en eeuwen voordat de Zandvoort- sche weg gemaakt werd, de hoofdtoegangen naar Aerdenhout. Als dan in 1665 „de Groote Lindelaan" wordt aangeplant, later Spanjaardslaan genoemd naar het graf veld van een groot aantal hier na het beleg begraven Spanjaarden, dan wordt van de herberg, hier gelegen en „Dronc- kenhuisje" genoemd, steeds geprezen de „weer- galooze vergezichten" zoowel op het Spaame als op de duinen. De beste historici zijn van mee ning, dat deze oudste naam van de herberg verband hield met de groote drassigheid (we kennen nog de overtreffende trap „verdronken" land) van deze gronden voordat door de Leid sche Vaart en de vijvers op de buitens de drai neering veel verbeterd was. Eerst in 1664 komt het eerst de volksnaam het Dronkenmans- huisje in een officieel stuk voor; en de legen de maakt zich dan van dien niet ongeschikten naam voor een herberg meester en verschillen de lofzangens dezer streken verhalen dan hoe bij den bouw eigenaar en bouwer hier in een zóó sterk opgewonden stemming kwamen dat voor bijgangers er toen dadelijk dien naam aan ge geven hadden. Later schijnt er ook door een uithangbord een dergelijk tafereel te zijn vast gelegd. We zagen aan deze herberg reeds geïllus treerd het echt moderne streven der Haar- lemsche bierbrouwers om zich door aankoop, den verkoop van hun bier te verzekeren en meer dan eens werd voor deze herberg een klei ne 2000 door hen neergeteld. Maar ook de wijnhandelaars lieten zich aan dit rustpunt niet onbetuigd en in 1692 wordt blijkbaar de helft van het pand ingericht voor wat deftigei clandisie, doordat de Haarlemsche wijnhande laren W. Ganninck en J. van den Sprang voor j 1600 die helft opkoopen. Maar op den duur werd de nabijheid van een herberg den deftigen Amsterdamschen eigenaars van Eindenhout toch te machtig en in 1775 wordt ze door een van hen opgekocht en goed deels afgebroken. Een oude put en een paar schuurmuren van de tegenwoordige tuinmans woning van Eindenhout, is al wat er nu nog van over is. J. M. STERCKPROOT. Rome, 23 Febr. 1935 Het vorige verslag van onzen tocht hebben wij geschreven vanuit Porto-Maurizio, eenige kilometers voorbij Frankrijk over de Italiaan- sche grens. Kunt u zich nog herinneren dat toen de rijst stond te pruttelen op ons kamp vuur, rijst met spek en appeltjes? U kunt het geiooven of niet, maar dat gerecht smaakte voortreffelijk. Na ons eetgerei omgewasschen en alle zaak jes op de fiets geborgen te hebben, trapten wij verder: richting Genua. Het was een heerlijke avond, windstil, hoewel frisch, waar wij ons echter tegen konden wapenen, door de overjas sen aan te doen. Wij hebben dus den nacht aoorgefietst en zonder wederwaardigheden kwamen wij 's morgens vier uur te Genua aan. Wij wilden een zoo groot mogelijke route ach ter elkaar afleggen en besloten, na een uurtje rust, door te fietsen om dan, wanneer het zon netje scheen, onze tent op te slaan. Wij kwamen tot ongeveer 30 K.M. voor „La Spezia", de Ita- laansche marinehaven. Op deze laatste route hadden wij al ongeveer zeven K.M. moeten loo- pen. Het is hier berg-op, berg-af, en wel met zulke hellingen, dat het met de fiets niet te doen is. In geen geval de helling op. Eraf waag den wij het nog wel eens, wij moesten echter om de remmen denken. Na in onze tent behoorlijk uitgerust te zijn, werd de tocht weer door het heuvelachtige ge bied voortgezet. Tegen den avond kwamen wij gelukkig aan een soort café of logement. Wij waren blij deze woning gevonden te hebben, want in deze streek komt men weinig huizen tegen. In het logement hebben wij zoo goed en zoo kwaad als de ruimte dit toeliet, geslapen. Bij ons laat de slaap niet lang op zich wachten. Den volgenden morgen hebben wij weer twee en een half uur met de fiets aan de hand moeten loopen. De bergpas waar wij doorkwa men, is ongeveer 17 KM. lang en de weg draait als een spiraal om den berg heen. Aan de noordzijde kwamen wij door sneeuw en de noor den wind blies ons in het gezicht. Aan de zuidzijde een stralende zon. Het is, dat wij aan temperatuursverschillen gewend waren geraakt, anders zou het zijn: jassen aan, jassen uit. Eindelijk zagen wij in de diepte La Spezia liggen en met een flinke vaart kwamen wij met gloeiende remmen in het stadje aan. Van boven gezien leek het maar een kleine verzameling van huisjes, doch er aangekomen, viel het nogal mee. In Spezia toefden wij niet. lang. Wij kochten aan 'n echt Italiaansch, wij konden eigenlijk wel schrijven Oostenrijksch groentenhalletje, wat vruchten. Toen wij de vrouw vertelden, dat wij gedrieën naar Afrika gingen, liepen de tranen haar over de wangen. „Jonge, jonge". En haar zoon was er ook heen. Een flinke jongen, vertelde zij ons, van 24 jaar. Hij moest naar den oorlog In Abessinië, „jongens, passen jullie toch op". Met medege voel spraken wij met de groentenvrouw, doch papa, die ook in de tent .stond, pakte koeltjes de paar lire aan, die wij moesten betalen. Kau wend en zuigend op onze dadels en sinaas appelen stapten wij maar weer op. In Cesina zetten wij de tent op en kookten ons potje rijst. Nu echter niet met appeltjes, maar met suiker. Toen verder naar Granita, waar wij de H. Mis in een prachtige oude kerk konden bijwonen. Verder kwamen wij langs den scheeven toren van Piza. En alsmaar gingen wij in de richting van Rome. Als wij Rome een maal bereikt zouden hebben, hadden wij weer een mooie etappe afgelegd! Wij konden nu al meer onze tent gebruiken, daar de natuur milder werd en onze slaap- MOOFDBOUTE PER RyWIEL - PER PSIE HAARLEMMERS (rw. HAAPLEH HAAtt KAAP3TAP zakken waren heerlijk warm. Aan den harden grond moesten wij nog wennen. Op onzen verderen weg naar Rome hebben wij niet veel wederwaardigheden meer gehad. Allen zij nog vermeld, dat wij in een guren nacht in een boerderij boven den ossenstal ge- siagen hebben. Toen wij goed en wel op het stroo lagen, kwam de boer ons een vaatje wijn brengen. Wij kunnen ons nog herinneren, dat wij met een glas wijn in ons hand insliepen, doch 's morgens was de roes al uit. Eindelijk bereikten wij dan de stad der ste den: Rome. Veel hadden wij erover gehoord en gelezen. Wie heeft dat niet? Doch wij hebben onder vonden, dat men Rome moet zien! Wij gingen dadelijk naar pater Pancratius Maarschalker- weert. Een brief van Theo's (Voorvelt) broer, den frater in Wychen, en brieven van andere Franciscanen zouden ons introduceeren. Een heeroom van Jan (Ruyzenaars) was weleer een studievriend van dezen pater. Vol moed gingen wij naar de Via Merulana 124. Wat werden wij hartelijk verwelkomd. De pater was een en al hartelijkheid en vriendelijkheid. Vanuit Wychen was hij over onze komst ingelicht. Allereers hebben wij het klooster bezichtigd met de mooie kerk. 's Middags, toen de pater vrij was, 's morgens geeft hij les op het College Propa ganda bezochten wij de kerken van Rome. "s Avonds ging de pater met ons naar een of ander hotel, waar wij heerlijk smulden met na afloop een origineele Hollandsche sigaar. Des nachts sliepen wij in het St. Jozefsgezellenhuis. waar de pater ook alweer voor had gezorgd. Middelerwijl was de audiëntie bij Z. H. den Paus aangevraagd. Pater Pancratius gaf ons een brief mee, dien wij aan het Vaticaan af moesten geven. Daarvoor kregen wü een kaart of toegangsbewijs voor de audiëntie. Allen wor den streng gecontroleerd door de Zwitsersche lijfgarde. In de wachtkamer aangekomen het woord wachtzaal is beter op zijn plaats konden wij de rijke beschilderingen bewonderen. Ook kon den wij het aflossen van de Zwitsersche lijf wacht gadeslaan. Dan werd ons het sein tot knielen gegeven en daar kwam met gevolg: de Paus van Rome! Een siddering van ontroering doorvoer ons, en niet enkel ons, maar de geheele knielende me nigte. De indruk is niet te beschrijven, plotse ling te zijn in de tegenwoordigheid van Gods Plaatsbekleeder op aarde, een statige, geheel in het wit gekleede, eenvoudige figuur, met in nemend gelaat. Aan ons (kunt u zich zooiets voorstellen), aan ons, vroeg Zijne Heiligheid in de Fransehe taal: „Van welke nationaliteit zijt gij?" En half bedremmeld maar heel gelukkig antwoordden wij dat wij Hollanders waren. „Ah, Hollanders, sprak Zijne Heiligheid, „heel goed". En met een vriendelijken groet schreed de Paus verder. Ons alleen had de Paus toegesproken. Het was weinig wat er gezegd was, maar het werd ge sproken door den Paus. Vele geestelijken, zus ters, verder Amerikanen en Engelschen, kortom vele nationaliteiten stonden er met ons en heusch met eenigszins jaloersche blikken wer den wij aangekeken. Een paar Amerikanen kwamen naar ons toe en een van hen sprak: „Well boys, you were the only, to whom H.H. talked". („Nou jongens, jullie waren de eenigen tot wien de H. Vader gesproken heeft") en nog anderen vroegen ons allerhand, tot zelfs buiten het Vaticaan wist men ons te vertellen, dat wij de eenigsten waren tot wien de H. Vader ge sproken had en steeds was de H. Vader blij als er Hollanders kwamen. Een volgenden dag besloten wij eens ons op de fiets door Rome te wagen en het postkan toor op te zoeken. Misschien waren er wel brieven van thuis. Het was heerlijk eens op een fiets te rijden zonder al die bagage. Wij fietsten door tot de Piazza Venetia, aange staard door automobilisten en voetgangers, zon der dat wij de reden wilden en konden be grijpen. Ten laatste kwamen wij bij het post kantoor. Op de binnenplaats bevond zich het „poste-restante"-kantoor. Met verlangende blikken keken wij naar de sorteerende handen van den postbeambte. Jawel, hoor, de brieven voor ons werden er uit gevischt. Juist wilden wij gaan lezen, toen het klonk: „pardon, hee ren, zijn deze fietsen van u?" Wij moesten zulks beamen. „Op deze binnenplaats mogen geen fietsen geplaatst worden". Opgestapt dan maar weer. Wij reden nog geen 10 Meter of weer was het afstappen, geen fietsweg. Dan zouden wij de karretjes maar aan de hand nemen. Zeer eenvoudig en het leek ons de eenigste mogelijkheid. Maar zoo eenvoudig was het niet. Wij waren op een autoweg en daar be hooren geen fietsen te komen. Wij stonden wel wat onnoozel te kijken, toen een mede lijdenden agent ons uit den brand hiepl, door ons geheel te begeleiden tot aan onze woning. In gezelschap van eenige Hollandsche paters hebben wij ook de Catacomben bezocht en wel de meest bekende, die van Calixtus, waar een broeder, geboortig uit Maastricht, ons rond leidde. Veel van wat in Rome te zien is, hebben wij, onder het uitstekende geleide der paters, be zichtigd. Jammer genoeg kunnen wij ons niet enkel tot het poëtische gedeelte, bepalen, ook het practische mogen wij niet uit het oog ver liezen. Zoo is een van onze grootste zorgen: de wasch. Inderdaad, wij wasschen zelf. Om een vakterm te gebruiken: „Wij hebben de wasch aan huis." Zeep, borstel en water zijn onze gereedschappen en wanneer die eenmaal in onze handen zijn, dan wordt er gewerkt. De mouwen opgestroopt. Ieder zingt of fluit een liedje naar zijn eigen idee en werkelijk de wasch komt er helder uit. In het museum van „St. Jan van Lateranen" troffen wij een landgenoot, die te voet een pel grimsreis naar Rome gemaakt had en nu de terugreis zou aanvaarden. In Napels was hij echter zijn pas kwijt geraakt. Hij zal hoogst waarschijnlijk door de autoriteiten op den trein gezet worden en over de grens gebracht. Vol gens hem moesten wij eens een bezoek gaan brengen aan een Duitsch klooster, wat wij ook deden, met het gevolg, dat wij daar gastvrij ontvangen werden en in den tuin moesten di- neeren. Het volgende verslag krijgt u uit Napels. Wij hebben al op alle mogelijke manieren gepro beerd een boot te krijgen. Tot dusver echter zonder resultaat, daar alle schepen, zoowel vracht- als passagiersbooten, bezet zijn door de drukte voor het troepentransport naar Abes- synië. Met deze gelegenheid groeten wij tevens al onze kennissen en vrienden. Kaarten schrijven is ons wat duur. In het Nationaal Graalhuis te 's-Gravenhage werd Zondagmorgen de cursus voor Graalleid- sters voortgezet, nadat de deelneemsters om 7 uur een H. Mis hadden bijgewoond in de paro chiekerk van St. Antonius Abt aldaar. Om half tien werd de eerste bijeenkomst ge opend met een causerie van mej. Mia v. d. Kallen, die het onderwerp: behandelde. Met grooten emst zette spr. de moeilijkheden uiteen, die in den verllovingstijd, als voorberei ding van een goed huwelijk, overwonnen moeten worden. Zoowel in stoffelijk als in geestelijk opzicht dienen wij aan de wereld te toonen, dat wij gezonde, degelijke katholieke meisjes zijn, aldus spr., die in haar uiterlijk zoo goed als in haar innerlijk leven de voorbereiding van haar hu welijk op juiste waarde weten te schatten. Want van een goedbegrepen voorbereiding hangt het huwelijksgeluk grootendeels af. De gezonde katholieke opvattingen in het huwellijk zijn alleen gewaarborgd bij een goed en tijdig inzicht ervan in den tijd der voorbereiding; juist nu de crisis velen in zulke moeilijke om standigheden plaatst. De wijze woorden van den Paus in de encycliek „Casti Connubii" mo gen wij in dit verband wel bijzonder bestudee- ren, om ons te realiseeren wat in dit levens gebied onze plicht is. Wij moeten er toe meewerken om Holland voor een verval der huwelijksmoraal te be hoeden. Spr. besloot met op den ernst van deze roe ping te wijzen, die God, aan Wien alle leven toebehoort, in dit opzicht aan ons heeft toe vertrouwd. De toekomst van de Kerk in ons land is, wat dit terrein betreft, in onze han den gelegd. Dit brengt voor ons den plicht mee om te bezitten: zelfbeheersching, blijmoedig heid en een groot geloof en deze zijn slechts te kweeken door gebed, versterving en onze bij zondere devotie tot de H. Maagd. De middagvergadering werd ingezet met een rede van pastoor J. B. M. W. Möller uit Voor burg, over „Huwelijksmoraal voor Katholieken". Pastoor Möller nam tot uitgangspunt de ge dachte, dat het fataal kan zijn om altijd en overal afschrikwekkend te waarschuwen tegen ieder contact met het andere geslacht. Men heeft hiermede vaak het tegenovergestelde ver kregen van wat men bedoelde, en, wat erger is: van wat God bedoelde, toen Hij man en vrouw op elkaar aanwees. Niet de onnatuurlijke levens beschouwing, die uit onchristelijke opvattingen voortkomt, mag ons in deze dingen leiden. Bij de opvoeding hebben wij er mede te rekenen, dat het meisje haar actieve levenstaak niet moge verwaarloozen, al is zij ook het passieve element in de natuurlijke verhouding t.usschen de sexen. Het geestelijk bestanddeel in deze ver houding kan haar steeds tot leidraad strek ken, reeds tijdens haar verloving. Een gezond en krachtig familieleven, zooals men dat bijv.--' in Italië kent, vormt gewoonlijk een zeer goede" basis voor het huwelijksleven. Een tweede basis ervoor vinden Katholieke echtelieden in hun nakomelingschap. Zonder een goede practische opleiding op huishoudelijk gebied zal de vrouw echter niet compleet zijn als huismoeder. Na een deugdelijke voorbereiding verdient het aanbeveling het huwelijk niet onnoodig lang uit te stellen. Zoowel psychologische als prac tische moeilijkheden voor den jongen man en de jonge vrouw vereischen in de meeste ge vallen een tijdige huwelijkssluiting. Alsdan kan het leven der jonge echtgenoo- ten in het huwelijk een bron van vreugde en kracht vinden. Het wezensdoel van het huwelijk is de voort planting en de opvoeding van het menschelijk geslacht, hetgeen spr. nader besprak. Het welzijn van Maatschappij en Kerk ligt opgesloten in het katholieke huwelijk. Reeds de voorbereiding er toe vergt veel gebed, een regelmatige en blijmoedige ontvangst van het Sacrament der biecht en het Sacrament des Altaars. Het zinnelijke, het zedelijke en het boven natuurlijke in alle aardsche liefde moeten wij veredelen tot één geheel in den dienst van God, die ons tot het huwelijk geroepen heeft. Na een geanimeerde bespreking over dit on derwerp volgde een causerie van mevr. L. Schelfhout-van der Meulen, te Loosdrecht, over „Moederschap is offergeest". Berdos 3Meervogels 2 S.V.A. 3—A.T.C. 3 A.T.C. 1—Berdos 1 St. George 1—V.V.O. 1 8—0 1—3 6—0 0—2 IJMUIDEN, 19 Maart 1935 Rijksvischaf- slag Tarbot per kg. 1.tot 0.85, griet per 50 kg. 28.— tot 13.—, tong per kg. 1.10 tot 0.65, groote schol per 50 kg. 14.— tot 10.—, middel schol per 50 kg. 13.— tot 12.—, zetschol per 50 kg. 20.tot 18.kleine schol per 50 kg. 16. tot 8.bot per 50 kg. 7.50 tot 2.30, schar per 50 kg. 8.50 tot 1.65, tongschar per 50 kg. 23— tot 17.50, rog per 20 stuks 1.vleet per stuk 2.30 tot 0.58, pieterman en poon per 50 kg. 10.tot 6.groote schelvisch per 50 kg. 17. tot 10.middel schelvisch per 50 kg. 17.tot 8.kleine middel schelvisch per 50 kg. 20. tot 8—, kleine schelvisch per 50 kg. 15.— tot 7.30, kabeljauw per 125 kg. 26— tot 7—, gul len per 50 kg. 7.50 tot 2.60, leng per stuk 0.80 tot 0.38, htilbot per kg. 0.75 tot 0.52, wijting per 50 kg. 9— tot 1.40, koolvisch per stuk 0.25 tot 0.05, makreel per 50 kg. 8— tot 6.60, ver- sche haring per kist 3.50 tot 2.60. van de Dinsdag aan den Rijksvischafslag aan gekomen stoomtrawlers: Eveline 1000 manden f 3200—, Hoop 240 manden f 1700—, Vios III 45 manden f 1150.Cornells 500 manden f 2350.Perseus 75 manden f 1040.Utrecht 375 manden f 3120.Maria 270 manden f 1350.Henriette Jacoba 380 manden f 1700. kotter: E 315 f 916.—. worden U geboden door advertentie-reclame in de rubriek „Omroepers". Laat die U niet ont glippen. De prijs kan geen bezwaar zijn, want voor slechts 50 cent per regel komt Uw zaken- Omroeper onder de aandacht van 80.000 ge- y.irmon-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5