De republiek van Weimar en de algemeene dienstplicht ^idventmX van den dag DE ENGELSCHE ll ALLE ABONNË'S op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen F 750.- bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door DIEFSTAL?! VRIJDAG 22 MAART 1935 AFSCHAFFING WERD AFGEDWONGEN De lijkplechtigheid voor de voor malige keizerlijke armee vijf tien jaar geleden in den Ryksdag Historische zitting Auto-ongelukken van de 150 ler zee 1/3 van de te snel rijdei^ l r stPrUt(,» bleken te wij1®6*80™6 Sterttte letten op ver' den verkeerde ring van Neurath S?2 Maart. De diplomatieke corres- de „Daily Telegraph" meent te Te Münchiitschland bij het bezoek van Simon tmt bier V&Vn Berlijn de volgende drie mini- De feesten voor zijn bewapening zal stellen. Van tempel tot renbaan 16 maal getrouwd Zonderlinge ervaring r__ f Ow#" doodelijken afloop A AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR J. S. FLETCHER Nog goed? riep hij uit, buiten adem van Op den 18en Maart 1935 herstelde Hitier den algemeenen dienstplicht, die in Juli 1919 op dictaat der Entente werd opge heven en een jaar daarna in Juli 1920 in den Rijksdag wettelijk werd afgeschaft. Onze toen malige Berlijnsche correspondent schreef over deze historische zitting toen een corresponden tie, die na vijftien jaren weer actueel is en met het oog op de houding van het huidige natio- naal-socialisme tegenover het partyen-Duitsch- land van Weimar uiterst merkwaardig is. Hier is de brief: 't Was in Juni 1914. De Rijksdag, die, geen sterveling had er het minste idee van, de laat. ste keizerlijke zou zijn, behandelde de oorlogs- begrooting. Generaal von Falkenhayn was mi nister van oorlog en troonde als almachtige op z'n ministerzetel, omgeven van een schitte renden staf. Blauw waren nog de brillante uniformen, zilver de knoopen, rood de opstaan de hooge kragen. Rapporteur was Mathias Erzberger. Ik zie von Falkenhayn, die later chef van den generalen staf werd tijdens den oorlog als opvolger van den bij de Marne af- gedankten Moltke, nog voor mij, een slanke voorname figuur, die bij Verdun later zijn loop baan als opperbevelhebber gebroken zag. toen hij die beroemde veste vergeefs bestookte en die, een pakr maanden later, nog eens de baan van militairen roem beschreed door zijn over winningen in Roemenië. En in die figuur zie ik voor mijn geestesoog de duizenden officieren en millioenen van soldaten, die het geweldig leger vormden van den Imperator Rex en die met heldenmoed hebben gestreden vier jaren lang, totdat die immense macht plots ineen stortte. En ik denk aan die millioenen, die in Frankrijk en België, in Rusland en Polen, in Oostenrijk en Roemenië, in Italië en Servië dfen soldatendood sluimeren onder het groene gras en tusschen de puinhoopen van vernielde dor pen en steden, aan die honderdduizenden, die thans een verminkt bestaan lijden, aan die allen, die nameloos geleden hebben in den ge- weldigsten aller oorlogenVergaan is die militaire grootheid, vernietigd en ontbonden is dat grootste aller legers. Juli 1920. Op de plaats van den militair von Falkenhayn zit de bescheiden figuur van den burgerlijken Rijksweer-minister Gessier, een klein, dik manneke in een grijs colbertje. Ach ter hem staan een handjevol officieren in sim pel veldgrijs, niet meer overheerschend, nau welijks geduld. Op de agenda staat: afschaffing van den al gemeenen dienstplicht. Een door de Entente ge dicteerd wetsontwerp. De reeds ontbonden imperiale armee wordt thans ook bij de wet afgeschaft. Duitschland mag slechts een solde nierstroep van 100.000 man op de been houden. Weet u het nog, hoe keizer Wilhelm in het begin van den oorlog verachtelijk oreerde over de Engelsche soldeniers? Engeland, de Entente nemen genadeloos wraak. Aan Duitschland wordt een soldeniersleger voorgeschreven! Een historische zitting. De eerste Rijksdag der Republiek schijnt voor dit historische wei nig zin te hebben, althans de regeeringspartijen niet. De zaal is in het midden betrekkelijk leeg. Maar de onafhankelijken (uiterst.linksche so cialisten. Communisten waren toen nog niet in den Rijksdag) zijn op hun post en al hun woedenden haat tegen het militairisme hebben ze medegebracht. Ook de „Deutsch Nationalen" (die toen, als later de hen dooddrukkende na- tionaal-socialisten de bescherming der „natio nale eer" voor zich alléén in pacht meenden te hebben) ontbreken niet op het appél en manifesteeren al hun gloeiende liefde voor het voormalige keizerlijke leger en al hun droef heid, om de vernietiging van die armee, die uitging, om de wereld te veroveren, maar na roemruchte daden ten slotte geslagen huis waarts keerde. Heel den kortstondigen roem van 't Rijk, door Bismarck gesmeed, heel de pralende kracht van Wilhelm H, die toch vergeten wij dat nooit! bijkans drie decenniën den vrede in Europa wist te bewaren, doorleef ik. Beelden komen en verdwijnen. Over blijft die burger man Gessier en een uiterste rechterzijde en een uiterste linkerzijde, die de onschoone bal len van haat en woede elkander in opgezweept fanatiSme toekaatsen en terugkaatsen. Een wei nig verheffend schouwspel, neen een direct on. waardig! Om de redenaarstribune staan ze, die twee uitersten, een dik kluwen. Op die tri. bune staat een min uitziend man in een slecht zittend burgerpakje. Het is de beroemde gene raal von Gallwitz, aanvoerder van verschil lende corpsen en armeeën en tenslotte opper bevelhebber van de legergroep, die zijn naam droeg en dagelijks in de communiqués werd genoemd: Heeresgruppe von Gallwitz. Hij spreekt op afgebeten militairen toon. Diep ont roerd houdt hij de lijkrede bij het graf van het keizerlijke leger. Nog eenmaal groet hij de legioenen, de millioenen, die den dood ingingen onder het devies: „Ave Caesar Iiriperator. mo- rituri te salutant," nog eenmaal groet hij de oude vanen, die "van overwinning tot overwin ning vlogen. Nog eenmaal groet hij den don der van het geschut. Heil en prijs, dweept de oude generaal, het oude Duitsche leger, de oude Duitsche marine, het oude, heerlijke Rijk. Geen enkelen zin heeft de oude veteraan ongestoord kunnen spreken. De onafhankelijken brullen van woede, winden zich op in paradoxale ra zernij. Aanhoudend, maar vergeefs klinkt de bel van den machteloozen president. Afschu. weltjke kreten en interrupties omkrijschen den generaal. „Moordenaar!" „Jij bent een van de hoofdschuldigen, jij draagt de schuld van de ineenstorting!" „Jij bent beladen met den vloek van millioenen weduwen en weezen!" „Weg met het leger, dood aan het militairisme!" Helsch lawaai. De onafhankelijken tieren en brullen. En tegen dien orkaan in woedt en brandt en raast de rechterzijde. Een diplomaat van de oude school, méér dan tiré A quatre épingles, bijna geheel bestaande uit doorgehaalde haarscheiding, von Kardoff, sprak in naam van de „Deutsche Volkspartei" en heel zijn betoog was vol weemoed om ver loren hope. Hij had gehoopt op nieuwen dienst plicht, zich ontwikkelend uit de Rijksweer; hij geeselde het feit, dat alle landen tot de tan den gewapend zijn en Duitschland alleen mach teloos wordt gemaakt en het betoog eindigde in een peroratie, waarin nieuwe verwachting lichtte en revanche dreigde. Met recht wees hij er op, dat de afschaffing van den algemee nen weerplicht daarom juist zoo bedenkelijk is, omdat de onafhankelijken zich er zoo open en bloot over verheugen. De democratische pacifist, prof. Schiicking, (thans rechter aan het Internationale Hof van Arbitrage te Den Haag) klaagde eveneens over het zware onrecht, dat Duitschland wordt aangedaan, doordat het alléén moet ontwape nen. Allemaal of geen een, luidde zijn alter natief. Hij stelde namens zijn fractie voor. om een „algemeines wirtschaftliches Dienstjahr für die mannliche und weibliche Jugend" in te voeren, dat dienen moet, om de opvoedende kracht, die in den algemeenen weerplicht lag, te behouden. De democraten zonden nog een tweeden re denaar. niet-pacifist, op de tribune en deze en de sprekers voor het Centrum, Beiersche Volks partij en zelfs voor de meerderheidssociaal- democratie (de laatste herinnerde er aan. dat Marx en Engels den algemeenen weerplicht een werkelijk democratisch instituut hadden genoemd) spraken allen de hoop uit, dat de loop der dingen zóó zal zijn, dat weldra de al gemeene weerplicht wederom in Duitschland zal kunnen worden ingevoerd en bewezen daar door, dat het oude militairisme hun allen, in clusief den ex-keizerlijken sociaal-democraten, nog in het bloed zit. De wet werd natuurlijk aangenomen. Zij is Entente-dictaat. Móést dus aangenomen wor den. Aan het einde der beraadslagingen beklom nog eens de fraaie figuur uit het verleden de veldheer von Gallwitz, het spreekgestoelte. De onafhankelijke Breitscheid had den generaal toegevoegd, dat hij als officier niets van het lijden van den eenvoudigen soldaat in den we reldoorlog had begrepen. De „Deutsch Nationa len" hadden een arbeider moeten laten spre. ken. Men interrumpeerde: Ben jij, dr. Breit scheid, dan een werkman? Neen, riep Breit, scheid, maar ik ben twee jaar gewoon soldaat geweest in den oorlog! En toen zeide von Gallwitz eenvoudig: Ik heb als gewoon kanon nier den heelen veldtocht van 187071 mede gemaakt en correspondeer nu nog met mijn oude eenvoudige kameraden. Luide bravo's weerklonken. Enthousiast juichte men den generaal toe. Het was een laat. ste hulde aan het oude leger, die men demon stratief bracht aan den vertegenwoordiger van dat oude leger in den Rijksdag der republiek aan generaal von Gallwitz. Het meest kenschetsende wellicht wel het bedenkelijkste! was, dat alle, alle partijen, met uitzondering der onafhankelijken. nog im mer bleken te zijn vóór dat, wat zij op bevel der Entente, dus onvrijwillig, moesten afschaf, fen, vóór den algemeenen dienstplicht Het aantal auto-ongelukken toont te Moskou den laatsten tijd een onrustbarende stijging, en de autoriteiten nemen daarom krachtige maatregelen om het aantal ongevallen op den weg zooveel mogelijk te beperken. Chauffeurs moeten zware proeven afleggen en in Maart zijn in één week 460 rijbewijzen in getrokken en 1365 autobestuurders beboet. De laatste week in Februari werd aan 529 personen wegens overtredingen van verschillen den aard de bevoegdheid tot het besturen van een automobiel» QffesajArieïcf >lïef frank- werden wegen; vanendeVsfiev°n leger van 50°"000 man= kleinen heuvel Dditbe sterkte met Frankriik-m» de legende, het eerste bier zijn vervaardigd uit het geneeskrachtige water van den bron. Duizenden liters „Salvator"-bier, dat met een alcoholgehalte van 22 pet. het sterkste bier van Duitschland is, zullen worden geconsumeerd, totdat aan het einde der feestweek dit bier krachtens eeuwenoud gebwik, niet meer ver krijgbaar zal zijn. De Tempel des Hemels te Peiping, een der meest bekende gebouw'en in China, doch niet meer als tempel in gebruik, daar er thans geen Zoon des Hemels meer is om daar te worden aangebeden, zal thans worden ingericht als ren baan voor paarden. Reeds binnenkort zal men beginnen het ter rein, dat eenige jaren heeft gediend voor de terechtstelling van misdadigers, voor het hou den van paardenrennen in gereedheid te bren gen. Het doel van deze nieuwigheid is touristen naar de stad te trekken. Te Beli Manastir (Joegoslavië) woont een 60-jarige vrouw, die reeds 16 keer getrouwd is Vijf harer echtgenooten zijn gestorven en de overige elf heeft zij verlaten, omdat deze haar niet bevielen. Een dezer dagen verklaarde zij, dat zij er geen bezwaar tegen zou hebben voor den zeven tienden keer te trouwen, indien zij een ge schikte partij zou kunnen vinden, die haar zelf waardeert en niet haar geld. De Engelsche tennisspeelster Joan Ingram en de beide Fransche tennis-sterren, die te Cairo aan de Internationale tenniskampioenschappen hebben deelgenomen, hebben by hun aankomst in Egypte een zonderlinge ervaring opgedaan. Het drietal mocht de douane te Alexandrië niet passeeren daar elk der spelers een aantal rackets bij zich had, en het naar hun verteld werd, „verboden is in Egypte zonder vergunning tennisrackets in te voeren". Het hielp niet of de douane al verteld werd, dat zü bekende tennisspelers waren. Als hooge uitzondering mocht elk één racket medenemen, terwijl de overige door de douane werden ach tergehouden. maand van het jaar te verwachten verkiezingen, na de ontbinding van i Cortes. Een machtig voorbeeld van zulk e zingscoalitie hebben in November e ter van 1933 de rechterpartyen ge onder aanvoering van den leider dern in de Robles, het anti-maxistisch front h de over- vormd en haar propaganda-kruistocht Keltische zagen met de bijna totale verbanniiMen vond politieke leven van de sectarische linde been- blikeinsche partijen, die verantwooronserveerd ren voor het tweejarig Azana-bewind Logischerwijze had op dit groote, Voorwerpen behaalde negatieve succes een geme lijke positieve, constructieve regee moeten volgen. De verkiezingseoali, overwinning had behaald, zette zi niet om in een regeeringscoaliteie. Üit hieldap zulks tegen, ©8 Prinses Dayang Dayang, de erfgename van het Koninkrijk van den sultan van Soeloe. heeft president Roosevelt gevraagd, haar aan spraken op een veertiental eilandjes ter hoogte van de kust van Britsch-Noord-Borneo te willen steunen. De Amerikaansche autoriteiten zyn van mee ning, dat de aanspraken van de prinses niet ernstig moeten worden opgevat, en dat de"ze tevreden zal zijn met den invloed, dien zy uit oefent over ongeveer 170.000 Mohammedanen op de tientallen eilandjes in de Philippijnsche provincie Soeloe. Officieel stelt men zich op het standpunt, dat de souvereiniteit over alle eilandjes rond Je Soeloe Zee en Britsch Noord-Borneo bij ver dragen tusschen de Moro's, Groot-Brittannië en de Vereenigde Staten is geregeld. Prinses Dayang-Dayang voert daartegen aan. dat het Stimson-Verdrag van enkele jaren ge leden, dat betrekking heeft op het Turtle- eiland, geen regeling inhoudt voor de veertien eilandjes, waar het om gaat, en dat deze daarom haar eigendom zijn. chter de schoenmakery, in het kleine ka- ZA mertje, klonk het welluidend geklik van neervallende goudstukken. Het was Zondagavond en op dien tyd telde oom Zool z'n rijkdom. Dan sloot hy alle ven sters en deuren en als hy zeker wist, dat nie mand hem kon bespieden, kwam van onder een plank in z'n bedstee een tinnen pot voor den dag, waarin hy z'n heele kapitaal bewaarde. Dat tellen van z'n geld was z'n eenigste en liefste bezigheid en met begeerige handen woelde hy door z'n goudstukken en luisterde met een glans van verrukking op z'n gezicht naar het heldere geluid van het edel metaal. Iedere week vermeerderde z'n schat, zoo niet met goud, dan toch met zilver of kopergeld, want papieren geld vertrouwde hy niet. Nie mand wist van zyn schat af en het bewustzyn van dat geheim was voor hem nog een vreugde te meer. Zelfs Bartje Luurs, de oude werkster, die zyn potje kookte en z'n huisje schoon hield vermoedde naar z'n beste weten, niets van het geen z'n heele wezen in beslag nam. Ze woonde in een klein huisje beneden in de vallei, en lederen morgen kwam zij trouw de werkzaam heden verrichten, die er te doen waren. Om twee redenen hield hy haar in z'n dienst. Vooreerst omdat zy al heel oud was en tevreden met een zeer bescheiden loon, en ten tweede, omdat ze met een heel klein beetje huishoud geld wist rond te komen. Waarschyniyk zou oom Zool tot aan z'n dood toe dit voor hem vredig bestaan hebben geleid, wanneer hy niet op zekeren dag, in overmaat van vreugde, z'n huishoudster deelgenoote van z'n geheim had gemaakt. Met een onverstoor baar gezicht had ze het aangehoord, maar de oude schoenmaker was sindsdien z'n rust voor goed kwijt. De oude» vrouw deed of ze niets daai- van merkte en ging rustig haar gang. Het duurde niet lang of er kwamen ontevreden klanten klagen, dat hun schoenen niet klaar waren, of dat er een of ander aan vergeten was te herstellen. Oom Zool luisterde échter maar met een half oor naar al die klachten. Ze interesseerden hem niet en lieten hem koud. Z'n schoenmakery ging daarom min of meer verloopen en er wa ren zelfs al Zondagen, dat hy geen of slechts weinig kopergeld aan z'n voorraad kon toevoe gen. Als hij maar een reden had om die oude Bartje te ontslaan,dan zou hij tenminste weer vryer kunnen ademen. Maar, vroeg hy zich af, zou hij voor dat zelfde geringe bedrag een huis houdster kunnen krijgen, die even zuinig was als zy? En moest hy dan niet vreezen, dat zyn geheim opnieuw zou uitlekken? Enfin, daar kon hy voor waken; desnoods zou hy zelf het huis houden wel doen. Hoe kon bij haar echter ont slaan? Dagen lang peinsde hy er over, maar kon geen oplossing vinden, totdat Keetje Vlas in z'n woning kwam. Keetje was een nicht van hem en de dochter van z'n eenige zuster. Ze kwam met haar naaimachine naar hem toe, toe haar moeder overleden was. By haar moe ders dood hield tevens het pensioen, dat deze van haar man genoot, op, en oom Zool wist niet, dat de vrouw voor haar sterven iets in het oor van d'r dochter had gefluisterd over het goud, dat oom Zool spaarde. Keetje Vlas was een stevige, vrij grof gebouwde jonge dochter van 25 jaar, en het scheen, dat de woorden van d'r moeder een diepen indruk op haar gemaakt hadden, want reeds eenige dagen na het over laden meldde ze zich by oom Zool aan. Met ongewone harteiykheid ontving deze z'n nicht, want door haar komst kreeg hy een pracht-gelegenheid Bartje Luurs kwyt te ra- Nog steeds waren ze niet ontdekt, en de aanvallers vreesden een oogenblik voor een hinderlaag. Voorzich tig klauterden ze geiyktydig naar boven en gluurden over de verschansing. Wat ze daar zagen, (leed de mannen glimlachen. Want de dekwacht zat, in plaats van scherp de wacht te houden, in een hoek van het dek te dob belen. in eenige oogenblikken werden ze over. rompeld. Toen de dekwacht onschadeiyk was gemaakt, werd de officierskajuit omsingeld, en met het geladen pistool in de hand drong de kapitein de kajuit binnen. Ontsteld sprongen de Spanjaarden overeind. Hilll IliS ken. Keetje vertelde hem, dat ze met naaien in haar onderhoud wilde voorzien en tevens, dat ze haar ouden oom wilde verzorgen. Oom Zool beschouwde haar komst als een ze gen en ging gretig op haar voorstel in. Bartje kon hy nu aan den dijk zetten; hy zou nog voordeeliger uit zyn dan anders, want niet al leen verdiende Keetje haar eigen kost, maar bovendien behoefde hy haar geen loon te beta len. Met nauw verholen voldoening deelde hij Bartje Luurs z'n besluit mede, en het viel hem mee, dat ze die tyding zoo kalm opnam. „Weet u wat, als u me noodig hebt, dan roept u me maar," was het eenige wat ze zei. Ze vertrok en oom Zool zag haar vreugde6 De POt VUtl Keetje Vlas nam de zorg voor z'n huis houden op zich, en het eerste wat ze vroeg was: „Oom, waar bewaart u uw geld? Er is niets geen eten in huis." „Geld?" verbaasde zich de oom, „geen eten in huis? Er is eten genoeg." Maar Keetje toonde hem de provisiekast, waarin niets noemenswaardigs was. Hy was dus wel genoodzaakt, haar een drietal kwartjes te geven. „Dat is voor vandaag," zei Keetje weer, „maaj voor morgen?" Drie kwartjes voor één dag! Bartje deed daar een heele week mee. Maar hy zweeg terwille van 't geheim. In de dagen die nu volgden, ra telde en snorde onophoudeiyk Keetje Vlas' naaimachine, maar in werkelijkheid deed ze heel weinig. Des avonds ging ze uit met haar verloofde en zat oom Zool te peinzen en te pie keren over z'n zooveel duurder huishouden. Herhaaldeiyk informeerde z'n nicht naar oom's welstand, en dat maakte hem ongerust. Zelfs tydens haar afwezigheid durfde hy niet meer z'n schat te voorschyn te halen, omdat ze al eenmaal onverwacht was teruggekomen en hy nog net den tinnen pot in de gapende opening van z'n bedsteê had kunnen laten verdwijnen. Dat was hem te gevaarlük en by wachtte er zich wel voor, zich nog eens aan 't gevaar voor ontdekking bloot te stellen. Eens op een Zondag was oom Zool een gebrui- Iceiyke wandeling aan 't maken, toen hy van verre Bartje Luurs uit z'n woning zag komen. Hy verhaastte z'n schreden en toen hy z'n wo ning bereikt had, vroeg hy bijna ademloos wat Bartje daar doen kwam. „Waarom?" vroeg Keetje Vlas argeloos. „Omdat ik niet wil hebben dat ze hier is ty dens m'n afwezigheid. Wat deed ze hier?" „O, ze komt iederen Zondag, als u weg bent. Ik vind het wel een aardig mensch, maar als u niet wilt hebben dat ze komt, moet u het haar zelf maar zeggen." Ze draaide zich om en liet oom Zool alleen. Zenuwachtig liep hy het vertrek op en neer. Reeds eenige weken had hy niet naar z'n schat omgezien, uit vrees, dat Keetje onverwachts zou binnen komen. Hy wist niet zeker, of ze toen dien eenen keer niet gezien had, en daar om wilde hy zich niet nog eens aan het zelfde gevaar bloot stellen, want onzekerheid leek hém in elk geval nog beter dan zekerheid. Het leven werd hem echter een kwelling, want hy had het gevoel, dat iedereen het op z'n geld gemunt had. Dien avond besloot hy naar Bartje Luurs te gaan en haar te verzoeken niet meer in z'n huis te komen. Direct na 't eten ging hy op weg, doch by haar woning gekomen, aarzelde hy. Hy liep een eindje omen nog eensen nog eens, maar keerde dén, na eenige uren weer naar z'n woning terug, zonder uitvoering aan z'n voornemen te hebben gegeven. Keetje Vlas scheen uitgegaan te zyn, want er brandde bii hem thuis geen licht en dat be vreemdde hem. Hy had haar streng verboden uit te gaan, als hij afwezig was, en nu had ze dit tóch gedaan. Dat was dus haar dank, dat hij haar in z'n huis had opgenomen! Hy streek eenige lucifers aan om den weg naar z'n kamertje te vinden en toen hy daar kwam, zag hij direct, dat er een ongewone rom mel in 't vertrekje heerschte. De naaimachine was weg en ookHy staarde naar z'n bed stee en zag een donkere holte. Den volgenden morgen trad Bartje Luurs binnen en vond den ouden man onafgebroken voor het leege gat in z'n bedstee zitten. Z'n wangen waren ingevallen en groote kringen waren om z'n oogen. „Is je nicht weg?" vroeg Bartje rustig. De oude man bewoog zich niet en slechts een onmerkbaar knikje van z'n hoofd bewees haar, dat ze goed geraden had. „Je bent ook een echte idioot, oom Zool," ging Bartje voort. „Van het eerste oogenblik af, dat ze in je huis kwam, wist ik wat haar bedoeling was. Of dacht je soms, dat een jong meisje een ouden, gierigen man zou oppassen en verzorgen, omdat ze hem zoo aardig vindt? Er is een vrouw voor noodig om een andere vrouw te leeren be grijpen. Maar je zoudt me niet geloofd hebben, al had ik het gezegd en daarom vertrok ik." Oom Zool luisterde maar half naar d'r woor den. Hij scheen wezenloos. Bartje Luurs verliet het vertrek en kwam eenige oogenblikken later terug. Ze droeg den zwaren tinnen pot in haar armen. „Jammer, dat je lieve nicht vergeefs de berg plaats heeft opengemaakt," lachte ze, „want de tinnen pot met je goudstukken stond diep in den schoorsteen in de keuken." De oude vrek streelde den pot, terwyi groote tranen over z'n wangen rolden. Sindsdien telde hij alleen z'n geld, als Bartje Luurs bü hem in de kamer was. blJ een ongeval met p OCH bij verlies van een hand een voet of een oog 20 Sohmidt antwoordde niet, voor zy de trappen waren afgerend en ln een taxi waren gesprongen, welke juist een nieuwen gast had voorgereden. Daarna lachte hy 'n beetje sar castisch. Nadat u vanmiddag ons bureau had ver laten, hoorde ik het verhaal over uw zaak, zei hy. Naar myn meening staat die zaak zoo: dr man, dien u Monsieur Charles noemt, is te weten gekomen dat u de kestbare voorwerpen gevonden hebt, is waarschyniyk bang, dat u op informatie uitgaat en dan onmiddellyk de politie er by haalt, die gaat onderzoeken, komt by hem aan huis en zoo verder. U kunt er zeker van zyn mynheer Trickett dat u vanmiddag tot onze hoofdbureaux gevolgd werd. Ik geloof zelfs dat u al den tijd, vanaf het moment, dat u Monsieur Charles aan het Gare du Nord ver liet, onder toezicht hebt gestaan. Wat zou hun gedachte geweest zyn, toen zy zagen, dat u een bezoek bracht aan den hoofdcommissaris! Natuurlijk, dat u de zaak in handen van de politie ging geven. Oh, natuurlyk, ja. Maar wat heeft de hoedenwinkel m de Rue de la Paix daarmee te maken? Dat mynheer, is iets wat we hopen uit te vinden. Onze eerste zorg is nu de ang stige jonge dame. Als ik het goed begrepen heb, is deze zaak eenzelfde als in Londen? Precies zoo, antwoordde Jimmie. Zelfde naam zelfde eigenaar, tenminste zoover ik weet. Natuurlyk als de Londensche zaak ge stolen voorwerpen in ontvangst neemt, dan.... Het is hoogst waarschynlijk dat de Parij- sche dit ook doet, zei de detective glimlachend. Natuurlyk! En in dit geval hebben zy een goede reden om plotseling te verdwyner.. Myn heer we weten niet wat ons nog te wachten staat. Eigenaardig toch, ik ben misschien wel duizend malen, langs dien winkel gegaan, doch heb nooit eenig vermoeden gehad, dat er zooiets als een geheim school achter haar onschuldig uiterlyk. Een geheim inderdaad en een duister geheim; misschien wel een ernstige misdaad. Hy sprak met een zeker enthousiasme, ais iemand, wien een mooi werk opgedragen werdt. Maar Jimmie voelde niet veel er voor, om zich daar vurig over te maken; Jimmie was angstig. Hy bezat een groot verbeeldingsvermogen en in zyn gedachten zag hy reeds Eva Walsden, bevangen door schrik en vrees, in het eenzame huis. De taxi stopte en Jimmie met zyn gezel sprongen er uit, om te zien dat Eva Waisden voor een der buitendeuren stond te praten met een politieagent. Schmidt liet den man zien, wie hy was, terwyi Jimmie snel op Eva toeliep: aandoening. Veilig? Niets gebeurd? wy zyn direct gekomen! Wat is er eigenlijk? Ik ben zoo blij dat u gekomen bent, antwoordde Eva, den heer Schmidt aankijkend. Ik wist niet wat ik moest doen het eenige was u op te bellen, want ik ken niemand anders in Parys. Oh, ik ben zoo geschrokken! Maar die andere heer? Wie is hy? Waarom is hij gekomen? Dat is in orde. Vriend van me, logeert ook in het hotel. Ik bracht hem mee. Waar zouden die andere menschen zyn? Schmidt voegde zich by hen, nadat hy met den politieagent gesproken had. De detective boog beleefd voor Eva die, zooals Jimmie nu bemerkte nog gekleed was met denzelfden'man tel en hoed, die zy droeg toen hij haar verliet. Ik hoop dat Ma'amselle niet te zeer ge schrokken, is zei hy. Ik ben erg bang geweest, antwoordde Eva terwyi zy van den een naar den ander keek. Er was niemand en toen vond ik andere dingen. We kunnen misschien beter naar boven gaan, terwyi ik het u vertel. Schmidt gaf een order aan den chauffeur, kwam terug en volgde Eva en Jimmie, nadat hy de deur gesloten had. Het meisje bracht hen naar de zitkamer op de eerste etage en wees eenige teekenen aan, die toonden, dat de be zitter in haast vertrokken was. Een diner voor één persoon stond half gebruikt op tafel, kasten waren open blijven staan, eenige meubels waren verschoven, een paar schoenen lagen onverschil lig op het haardkleedje; een open deur liet een slaapkamer zien, waarin licht brandde; ook daar waren de bewyzen van een overhaast ver trek. Er zijn drie menschen in huis, zei Eva, naar Jimmie kykend. Madame Charpentier, die u vanmorgen gezien hebt, mynheer Trickett. Zy is de huishoudster, en er zyn nog twee bedien den een kok en een werkmeid. De bedienden wonen hier bun kamers en de keuken zyn boven. Zy allen waren hier, toen ik ongeveer zes uur vertrok; Madame Charpentier zorgde voor het diner, alles was rustig en ordciyk. Maar toen ik thuis kwam, vond ik, wat u nu ziet. Ik ging daarna naar boven, doch oo« daar hetzelfde de kamers waren verlaten, en zooals ik meende te zien, met de grootste haast, foen ik dat alles zag, begon ik bang te worden Het was zoo verlaten, zoo vreemd en die stilte en het gevoel, dat ik heelemaal alleen was Daarom belde ik u op, mijnheer Trickett. Ik voelde, dat dat er *ets gebeurd was en dat zy niet terug zouden komen. Prachtig, zei Jimmie laconiek. Zy zullen niet terugkomen. Tenminste, voegde hij er haas tig aan toe, plotseling eraan denkend, dat hy Eva niet te veel moest vertellen in het begin, tenminste het ziet er niet naar uit of zy die bedoeling hebben. Eigenaardige zaak. Wat zegt u ervan, mynheer Schmidt? De detective, die de kamer nauwkeurig onder zocht had, schudde zijn hoofd. Ik denk dat we beter eerst de rest van het huis kunnen onderzoeken, zei hij rustig. Het beste zal zijn dat we er absoluut van overtuigd zyn, dat het huis werkelyk ver laten is. Eva keek Jimmie aan met een blik, die haar onrust verraadde, hy zag dat zU Schmidt's positie, noch zyn aanwezigheid kon verklaren. Maar ik ben overal geweest, zei ze. Dat wil zeggen niet in de zolderkamers, trouwens de deur naar den zolder is gesloten. Er is heusch niemand meer hier. Toch vind ik, dat we moeten doen, wat myn vriend hier voorstelt, zei Jimmie gerust stellend. We kunnen beter even rond kyken. Er zou eens iets gebeurd kunnen zyn. Het meisje leidde hen naar boven, waar de keuken en twee slaaokamers waren. Ook hier was het juist als op de eerste etage. Alles was in der haast verlaten. Een verbrande omelette stond nog in den oven, de bedienden waren waarschyniyk ook aan den maaltyd geweest, doch hadden dezen gedeelteiyk laten staan. Het gas brandde nog, zei Eva. Zy zyn weggegaan, terwyi net gas hoog stond te bran den. Het licht in die slaapkamer is ook nog aan. Schmidt onderzocht de keuken en de slaap kamers nog eens en liep de gang op, waar hy het licht aandraaide en op een deur wees. Ik veronderstel dat deze deur toegang geeft tot den zolder, waarvan u zoo Juist sprak, ma'amsellè? En u zei dat de deur gesloten was? Hy liep er heen, zyn handen in de zakken van zyn jas, en Jimmie verbeelde zich, dat hy iets hoorde rinkelen in den rechterzak. Ik zal eens probeeren, vervolgde hy, en ging zoo staan, dat zyn gezellen niet konden zien wat hy deed. Zoo ah! de deur is open. Laten we eens tyken wat er achter schuilt. Eva keerde zich om en schudde het hoofd. Schmidt knikte tegen Jimmie. Samen liepen zy een trapje op. De detective had een zak lantaarn aangestoken. Ik opende die deur met een looper, fluis terde hij, ik wilde ma'amselle niet verder ver ontrusten zy is toch reeds zoo bang. Wel wat hebben we hier? Het trapje eindigde niet op een zolder, doch op een gang, een kleine hal. Vóói hen was een open deur, die naar een kamer leidde, welke was ingericht als zit-spreekkamer. Er brandde geen licht, doch Schmidt vond den knop van het electrische licht en draaide dien om. Ah, zei hy rondkykend. Dit geeft nog een duideiyker beeld van een overhaasten terug tocht. Kyk eens hier, mijnheer Trickett. Hier is een safe. De deur st.iat nog open. We mogen gerust aannemen, dat de papieren, die e- nog ln liggen, van .geen beteekenis zyn. Doch kyk eens naar den maard daarin is hedenavond nog papier verbrand veel papier. Aha, nog een slaapkamer. Hy ging de kamer binnen, keek eens rond riep Jimmie en wees hem op de dingen die aantoonden, dat haastig een en ander by elkaar was gepakt. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 13