Zoekt gij betrouwbaar Personeel Plaats dan een „Omroeper" J voor 80.000 gezinnen De voetbalwedstrijd Nederland-Belgfê. Vreeselijk auto-ongeluk te Michiels Gestel Wie is de uitvinder der naaimachine? Medische kroniek VELE NAMEN GENOEMD |>Hiiiii!i!iiiiiiiiiiniitiiii!tiniiiiiiniini!iii!iiii!ii!iiiiiii!iiiii[iinniiiiii!iiiiiiniiiini!in!tii[iiniiiiiiiiiiiiiin§ MAANDAG 1 APRIL 1935 De eerste pogingen zouden reeds dateeren van bijna twee eenwen geleden 2000 steken per minuut Auping-matrassen BOEK EN BLAD Rhazes over genees kunde en kwakzalverij aiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiH FOTOREPORTAGE ïïiliiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii D* winnaar van da Malbourna-raca Campbell Black Is Zatardag ta Londen in Hat huwe lijk getreden met mej. Florence Desmond. Hat bruidspaar na de trouwplechtigheid De voetbalwedstrijd Holland België, die Zondag in het Olympisch Stadion te Amsterdam door onze jongens met 4 2 gewonnen werd. Een der, naar de overwinning leidende, Nederlandsche doelounten Een ontzettend auto-ongeluk heelt Zondagochtend ta Michiels Gestel aan vijl jongens het leven gekost. Da auto na uit de Dommel te zijn opgehaald met als Inzet vier der slachtoffers1 L v. d. Grlendt, 2 v. d Wal. 3 Th. van Wijk en 4 H. Verspeek, allen afkomstig uit Vught Leo Halle s doel doorboord, een der tegenpunten die België in den voetbalwed strijd tegen Nederland maakt Marechaussees volgen vol belangstelling de verrichtingen van spelers in den voetbalwedstrijd Nederland België de De eerste overspanning van de nieuwe Moerdijkbrug is Zaterdtg op haar pijlers geplaatst Bijna algemeen neemt men aan, dat een zekere Thimonnier, een Franschman, de uit vinder van de naaimachine is, hetgeen dan ruim honderd jaar geleden zou zijn gebeurd. Dit is niet geheel juist. De eerste poging, welke, voor zoover bekend, gedaan werd is reeds bijna twee eeuwen oud. Op 24 Juli 1755 vroeg een zekere Charles Weis- senthal, wiens naam op Germaanschen oor sprong wijst, doch die toen in Londen woon achtig was, patent aan op een door hem uit gedachte naaimachine. Deze machine was gedacht met een naald met twee punten en een oog in het midden der lengte. Blijkbaar is het bij een poging ge bleven, want het is niet bekend, dat ze ooit in den handel is geweest. Ook bestaat er geen afbeelding van. Op 17 Juni 1790, dus na pre cies 35 jaar trachtte een zekere Thomas Saint, een Londensche meubelmaker, de wereld met een naaimachine te verrijken. Deze schijnt een opmerkenswaardig helder inzicht gehad te heb ben in de voornaamste kenmerkende eigen schappen van de uitvinding, zonder evenwel zijn denkbeeld te kunnen verwezenlijken. Zijn machine had een horizontale stofplaat, een overhangenden arm, aan welks einde een naald verticaal werkt, en een transporteering, welke automatisch tusschen het maken van twee ste ken werkte. Men zou zich dus een moderne machine kunnen denken, doch zoover is Thomas Saint nooit gekomen. Wel zijn diens denk beelden overgenomen en tot op heden met suc ces toegepast. De naaldstang bevatte zoowel een els als een naald, de laatste zonder oog en zonder punt, maar aan de onderzijde voorzien van een inkerving, bestemd om de draad door de stof te drukken door een gat, daarin tevoren door de els geboord. In 1874 werden nog ma chines naar dit patent vervaardigd. In 1804 werd door een zekeren Duncan, een Engelsch- man, een kettingsteekmachine vervaardigd, waaraan geen verdere aandacht werd geschon ken. In Amerika hield een geestelijke, de Eerw. Heer John Dodge, zich eveneens onledig met het doen van uitvindingen. In 1818 vervaardig de hij met behulp van een mécanicien een naai machine. Het eerste patent, in Amerika uit gegeven, dateert van 1826, dus veel later dan in Engeland. Het is niet bekend, dat ooit machines naar dit ontwerp vervaardigd werden. Eerder is aan te nemen, dat bij een brand in 1836 alles, wat op deze machine betrekking had, verloren is gegaan. in 1830 heeft Barthlemy Thimonnier, een Fransch kleermaker, een machine uitgevonden, welke veel overeenkomst vertoonde met die van Thomas Saint, doch op sommige punten be duidend afweek. De naald van deze machine vertoonde den vorm van een haaknaald. Neergaand door de stof haalde zij een onderdraad op en legde een lus aan de bovenzijde, hetgeen bij Saint omgekeerd was. Deze machines waren van hout vervaardigd. Er zouden op een oogenblik te Parijs een 80-tal in gebruik zijn geweest, hoofd zakelijk ter vervaardiging van militaire klee ding, doch hoewel in Frankrijk in 1848 en in Amerika hierop patent werd verkregen, heeft zij niet veel practische waarde gekend en werd spoedig terzijde gesteld. Er bestaat nog een model dezer machine in het South Kensington Museum te Londen. Daar deze machine geen transporteer-mechanisme bezat, stelde zij te hoge elschen aan de stikster. Thimonnier heeft het lot van vele uitvinders moeten deelen. Zijn werkplaats werd verwoest door menschen, die zich benadeeld achtten; zijn vrienden, die hem langen tijd financierden, ver lieten hem, en arm en gebroken naar den geest overleed hij in 1859. Hoewel zijn werk niet werd erkend, heeft de wereld toch veel aan dezen onvermoeiden zwoeger te danken. In 1841 gelukte het Elias Howe, in Massa chusetts (Amerika) met vlijt en volharding een machine te construeeren, waaruit na eenige jaren een bruikbare naaimachine zou groeien. Hij was slechts 22 jaar oud, toen hij met dien arbeid aanving. De fabriek was ondergebracht in een schamel zolderkamertje. Op 10 Septem ber 1846 verkreeg hij daarop patent. Hiermede was de grens van het practisch bruikbare be reikt. Deze machine maakte een stiksteek en is in verschillende opzichten verwant aan de hedendaagsche. Buiten twijfel heeft Howe ge bruik gemaakt van ideeën, welke het geestelijk eigendom van anderen waren. Korten tijd stond Howe zijn patent af aan een Engelschman, zekeren Thomas, voor een vrij onbeduidend bedrag. Deze verkreeg op 1 December 1846 patent op de uitvinding voor Engeland. Heel erg voor den wind ging het hem blijk baar niet, want wij zien hem in 1849 op kosten van een vriend als tusschenpassagier weer naar Amerika terugkeeren. Daar wachtte hem een nieuwe teleurstelling, welke achteraf een voordeel bleek te zijn. Zijn patent was daar n.l. geschonden en toen hij in 1850 daartegen ging protesteeren, stelde de rechtbank hem in het gelijk. Gedurende 21 jaar genoot hij het monopolie en al dien tijd ontving hij zijn aandeel van iedere naaimachine, welke in de Ver. Staten werd vervaardigd. Gedurende vele jaren over schreed daardoor zijn inkomen de som van f 600.000.—. Na hem komen Allan Wilson, Morey en Johson, waarvan de eerste bekend is door zijn connectie met de Wheeler and Wilson Cy- welke later in de Singer Mij. werd opgenomen Ei waren reeds honderden naaimachines ge bouwd, doch tot 1850 bestond er geen, welke aan één stuk kon werken. In September 1850 zien wij mr. Isaac M. Singer werken aan de verbetering van een ontwerp. Bij contract werd overeengekomen, dat Singer de verbeterde machine in den handel zou brengen voor den prijs van 40 dollars. Hij slaagde er in binnen 12 dagen een machine tegen den prijs van 40 te ver vaardigen. Terstond werd patent aange vraagd, de verkoop kon beginnen en begon dan ook inderdaad. Sedert dien is men onaf gebroken met het vervaardigen van naai machines doorgegaan en wij gelooven niet, dat een onzer de fabricatie van de laatste zal be leven. De eerste werkelijke Singer Naaimachine, welke thans een zoo vooraanstaande plaats in de wereld inneemt, dateert van 1851. Zij waa geen salonmeubel, zooals de hedendaagsche en geruischloos was zij ook niet. Het geluid was ongeveer gelijk aan dat van een kleinen beton molen. Als een kostbaar kleinood wordt deze eerste machine op het kantoor te Londen be waard. In 1856 werden de producten rechtstreeks aan de afnemers geleverd. Hoewel de machine bruikbaar was, viel er nog heel wat aan te verbeteren. Veel dankt de Singermachine aan de A. B. Wilson van de Wheel Wilson Cy In 1856 kwam een tweede machine aan de markt onder den naam Standaard No. 3, meer bestemd voor zwaarder werk. De trapmachine werd al spoedig populair. Zij werd onder aan duiding A. verkocht. In 1911 vertelde een oude dame, dat zij sedert 1860 een dergelijke machine in gebruik had en die niet wilde missen. De New Family machine verscheen in 1865. Hiervan werden voor het eerst groote kwanta vervaardigd en in 1882, dus na 17 jaar, bedroeg de omzet vier millioen. Sedert dien zijn verschillende' typen ver vaardigd. Met de innerlijke constructie ging ook een verfraaiing van het aanzien gepaard, zoodat wij thans in menig huisgezin een ma- chine aantreffen, welke een sieraad voor huis kamer en zelfs salon kan worden genoemd. Het gebruik van den electromotor heeft het werk zeer vereenvoudigd. Gelukte het voorheen een vlugge handnaaister 50 steken per minuut te maken, de moderne naaimachine bereikt het veertigvoud, n.l. 2000. En nog steeds gaan wij op dit gebied in voortgaande richting. Men koopt geen naaimachines om daarop een klee- dingstuk te verstellen. Bovendien heeft men behalve de gewone naaimachine nog de knoops gatmachine, de knoopaanzet-machine, de meemaald-machine, de zigzag-machine, de ajour-machine, de festonneer-machine en niet te vergeten de borduurmachine, waarop wer kelijke kunststukken kunnen worden vervaar digd. De N. V. Auping (Eerste Nederlandsche Fa briek van Stalen Gezondheidsmatrassen te De venter) heeft er naar gestreefd haar product, dat reeds een goeden naam genoot, nog te ver beteren. Men is daarin geslaagd, omdat het na veel zoeken mogelijk is gebleken een nog fraaie re en meer hygiënische bevestiging van het soepelveerend stalen netwerk te construeeren. Het hoofd- en voeteneinde van de nieuwe Ori- gineele Aupingmatras wordt thans uit licht, maar zeer taai staal gemaakt, waardoor de matras veel gemakkelijker dan vroeger te han- teeren is. Men verkreeg daardoor tevens een soepeler verloop der onderdeelen en het zgn. stroomlijn-type doordat mede ieder uitstekend slijtage-verwekkend onderdeel vermeden werd, daar thans het frame geheel zonder behulp van klinknagels wordt gemonteerd. Ten slotte heeft de N. V. Auping door de zeer rationeele serie- fabricage haar prijzen aanmerkelijk kunnen verlagen. Het schip ,Jeannetje" dat eenigen tijd ge leden te Amsterdam door een neergewaaide kraan zonk, werd Vrijdag gelicht NIEUWE UITGAVEN Bij Nijgh en van Ditmar N.V. te Rotterdam verscheen „W at kunnen wij van triplex make n?" door J. Houtman, een serie eenvoudige modellen voor handenarbeid, die wat de eerste 28 betreft bijzonder geschikt zijn voor jongens en meisjes op school, terwijl de tweede serie meer gereedschap eischt en de werkbank er bij te pas moet komen, wat niet wegneemt, dat de knutselaar het zonder voor lichting kan stellen. „Handleiding", behoorende bij Dierkunde in woord en beeld, door T, Oepkes Czn., uitgave W. J. Thieme en Co., Zutphen Dit fraai geïllustreerde boek bedoelt een hand leiding voor den onderwijzer te zijn, om hem de voorbereiding van de boeiende mondelinge les wat gemakkelijker te maken. Het woord „hand leiding" is dan ook wel wat minder goed geko zen; „stof voor de mondelinge les" dekte de lading beter. Een geheel panklaar gemaakte les treft men in dit boek niet aan. Daarvoor is de onderwijzer immers zelf. Een boek dat het ongetwijfeld doen zal. In de geheele Arabische geneeskunde is geen enkele practicus meer beroemd dan Rhazes; en wanneer men bedenkt, dat de Arabische geneeskunde van 8001200 de meest ontwikkel de was in de geheele wereld, wil dat veel zeg gen. Rhazes werd geboren in Ray, een plaats in Irak. Hij hing den ouden Perzischen godsdienst aan, n.l. die van de Magiërs (ook de drie ko ningen worden in het Evangeli Magi geheeten), en vandaar dat zijn bijnaam was Al-Majusi. Zijn volle naam was Abu Bakr Muhammad ibn Zakariyya Ar-Razi, d.w.z. Aben Bakr Moham- mde, zoon van Zacharias uit Ray. De middel eeuwers maakten daarvan kortaf Rhazes. De Arabische geneeskunde is afkomstig van de Grleksche. De lieoefening dezer wetenschap in het oude Griekenland is voortgezet in het Oost-Romeinsche Rijk, dat zich over klein Azië uitstrekte tot Perzië. Aan de grenzen van Per- zië waren de groote medische scholen; de Sy- riërs hebben de Grieksche geneeskundige wer ken vertaald, eerst in het Syris'ch, later in het Arabisch. De christelijke middeleeuwen hebben in de 12de en 13de eeuw die Arabische werken wederom in het Latijn vertaald, en zoo is in dien tijd de oude Grieksche geneeskunde weer in West-Europa bekend geworden. Op dezelfde wijze trouwens is de oude Grieksche wijsbe geerte weer in Europa bekend geworden, en dit heeft Albertus Magnus en Thomas van Aquino in staat gesteld, de Grieksche phlloso- phie te bestudeeren en aan het christendom te meten. Maar de oorspronkelijke Grieksche tek sten van de wijsgeeren werden eerder bekend dan die van de geneesheeren, zoodat de West- Europeesche geneeskunde langen tijd niet de oorspronkelijke Grieksche geneeskunde kende, maar alleen in haar vervorming door Syriërs en Arabieren. Van deze Arabische dokters is Avicenna de grootste theoreticus, en Rhazes de grootste practicus. Het aantal ziektegevallen, dat door den laatste nauwkeurig beschreven is, loopt in de duizenden. Zijn geschriften zijn enorm uit gebreid en daardoor stieten zij zelfs den ijve- rigsten copiïst af, want voor zulke werken te be ginnen over te schrijven was meer dan men- schelijke moed noodig. Enkele belangrijke wer ken zijn echter ook in het Latijn vertaald en gedrukt omstreeks 1500. Rhazes was geen systematicus, maar hij was een buitengewoon goed waarnemer en man van de praktijk. Voor medici is het ook thans nog interessant de beschrijvingen van ziekten te lezen, die hij in zijn boeken heeft neergelegd, Zijn kunde was geen boekenwijsheid, maar was geheel op de praktijk gegrondvest. Hij werd dan ook tot het jaar 1600 toe en later nog bestu deerd, ook in Europa. Zijn gezond verstand moge uit deze citaten blijken. „Eén van de oorzaken, die de menschen af- keeren van den verstandigen dokter en hen drijven naar bedriegers, is het valsche denkbeeld, dat de dokter alles weet en niets behoeft te vragen. Wanneer hij de urine gezien en den pols gevoeld heeft, moet hij, zoo denkt men, weten wat de patiënt gegeten heeft en wat hij gedaan heeft. Dit nu is leugen en bedrog, en kan alleen geschieden door kunstgrepen, door sluwe vragen, waardoor het publiek bij den neus wordt genomen. Vele dokters huren man nen en vrouwen, om alle omstandigheden van oen patiënt uit te visschen, en aan dei dokter te vertellen, wat het personeel, vrienden en kennissen over den patiënt hebben gezegd. Toen ik zelf de praktijk begon, had ik besloten om alleen de urine te bekijken en verder niets te vragen, en toen was ik zeer geëerd. Lafer, toen men mij uitgebreide vragen hoorde sf hen, daalde mijn reputatie." „Een andere omstandigheid, die de dotters in discrediet brengt, is de volgende: sjmmige ziekten liggen zoo na aan de grens van de ge zondheid, dat zij moeilijk te herkennei en te genezen zijn; andere ziekten, die in werkelijk heid kwaadaardig zijn, hebben een geWxm en onschuldig voorkomen. Wanneer de le*k ziet, dat zijn dokter onzeker is omtrent de behan deling van zulke ziekten, trekt hij de jonclu- sie, dat de dokter omtrent ernstiger ufcziende ziekten nog onkundiger moet zijn. Dit is een onjuiste gevolgtrekking. De symptoméi van eerstgenoemde ziekten zijn moeilijker te erken nen, omdat zij slechts weinig van het normale afwijken, en hare behandeling is mofilijker, omdat men hiertegen geen krachtige mddelen kan gebruiken, maar alleen zulke middefen, die zacht en langzaam werken, als dieet erz. Een beambte van het hospitaal klaagde eerte över stijfheid in een zijner vingergewrichtei; hij had daar een kleine, maar harde zweir, die langen tijd aan de behandeling weerstand bood. Hij kleineerde in het openbaar de dokters, zeg gende: „Wanneer gij een zweertje op dei vin ger niet kunt genezen, hoe zult gij dan ge broken armen en ribben kunnen behandelen?" En hij wendde zich tot oude wijven en kwak zalvers." Uit zijn geschriften blijkt dat Rhazes een man was met een breede sympathie en een groote menschenliefde. De geneesheer, zeide hij, moet meer verlangen naar de genezing van den patiënt dan naar zijn honorarium; hij moet liever de armen dan de rijken behandelen, hij moet duidelijk zijn in zijn raadgevingen en vrij gevig in diensten aan zijn patiënten." Schoone zaken deelt hij mede over de kwak zalvers in zijn tijd. Daarmee, zegt hij, zou men v/el een geheel boek kunnen vullen; maar het ergste is dat zij de menschen in de laatste le vensuren zooveel kwelling aandoen. Er zijn kwakzalvers, die de vallend ziekte zeggen te kunnen genezen; zij maken een gat in het achterhoofd van den patiënt, in den vorm van een kruis, en halen er dan iets uit wat zij reeds in hun hand hielden. (Precies als het snijden van den kei in de 16de eeuw in Nederland) Anderen kunnen iemand een slang uit den neus halen. Daartoe steken zij zoolang met een puntige boor in den neus, dat er bloed vloeit, en dan toonen zij een langwerpig ding, dat uit lever of iets dergelijks gemaakt is. Weer ande ren kunnen witte vlekken van het hoornvlies verwijderen. Eerst brengen zij dan een klein stukje witte stof in het oog, en halen het daar na weer met een instrument er uit. (Zoo haalde Jacob Hollander nog voor korten tijd bij de menschen wormpjes uit hun kies, hetgeen it als jongen heb mogen aanschouwen). Er zün er die een stukje bot of iets dergelijks in een wonde steken, en het er later weer uithalen. Sommigen geven voor, nadat zij zoogenaamd een steen uit de blaas hebben verwijderd, dat er nog een andere steen achtergebleven is; zij zeggen dit, om te doen gelooven, dat zij den eersten werkelijk hebben weggenomen. TH. H. SCHLICHTINCI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 4