ABESSYNISCHE KEIZERS SIM MetveïAaal den dag DE ENGELSCHE KAPERS ALLE ABONNË'S F 750.- bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door F 750.- DIEFSTAL?! DE DYNASTIE VAN SALOMON ZATERDAG 6 APRIL 1935 Een keizer, die urenlang met het model van een miniatuur- spoorweg „spoortje" speelde Bevorderaars van de techniek Thodros II Johannes IV Menelik II Lidsch Yassu Haile Selassie Jubileum-gave voor de Engelsche jeugd Roemeniseering Origineele straf Roosevelt's afkomst pi» WmM mmÊm Huisvrouwen „staken" Aanslag op trein Eerlijke leener Finland en Moskou Een Everest overleden Korte berichten RETRAITEN Retraitenhuis Cenakel Tilburg AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR J. S. FLETCHER De „Dynastie van Salomon" vindt haar bsgin in den tijd van ko ning Salomon, dus ongeveer 1000 jaar voor de geboorte van Christus. His torische bewijzen voor de Abessynische konings- traaitie zijn echter pas in de eerste eeuw na Christus te vinden, waarin zich het toenmalige Ethiopië rond de stamresidentie van zijn ko ningen, Aksum, over het tegenwoordige Abes synië uitbreidde. Uit Ethiopische inscripties en munten blijkt, dat koning Enano, die in de 4e eeuw regeerde, tot het Christendom overging. Vanaf dezen tijd streden de Abessynische ko ningen een euwenlangen strijd tegen den Islam, die de Christelijke religie m Noord-Oost- Afrika dreigde te verstikken. Onder i?'v.er Sus- neos ontwikkelde zich in de 17e eeuw de zg. ■■Kerkstrijd" tusschen de Koptisch-? priesters ®n Katholieke Missionarissen, die onder Johannes I en Jassu I ten gunste der Kopti- sche kerk beslist werd. Drie Abessynische keizers zijn vooral bekend m de geschiedenis: Keizer Thodros II, Johan nes IV en Menelik II. Toen zich bij het einde her 18e eeuw de stadhouders van Abessynië, de ■.Ras" geheel onafhankelijk maakten, wist voor het eerst de hoofdman Kasa den Ethiopischen staatsvorm te vernieuwen en zich als keizer thodros II aan hét hoofd van Abessynië te stellen. Keizer Thodros was een geweldenaar, die ongetwijfeld ais geen ander geschikt was den iQO-jarigen „keizerloozen tijd" met brutale vuist te beëindigen. De voormalige Ras van Gonder °nderwierp met ijzeren gestrengheid de weer strevende Zuidelijke provinciën en maakte zijn tesidentie tot een nieuwe hoofdstad, vanwaar dit hij aoor zijn troepen-commando's een des potische heerschappij voerde. Iedere overtre ding van een der gouverneurs werd met den dood en met het uitroeien van de geheele fa milie gestraft. Toen keizer Thodros met de buitenlanders °P dezelfde manieV trachtte om te springen als met zijn gouverneurs, verklaarde Engeland hem den oorlog. Bij Magdala werden zijn lijfregi menten verpletterend verslagen en de keizer in een eenzaam klooster opgesloten. Thodros joeg de daar gevangen gehouden missionarissen en Europeanen uit het klooster, liet alle leeuwen dit de kooien los en trachtte zich met zijn Matste getrouwen tegen de Engelschen te ver dedigen. Toen hij de nutteloosheid van den strijd tegen het leger van den Engelschen Lord Napier inzag, ging hij naar de kloosterkapel en schoot zich een kogel door het hoofd. Een even avontuurlijk leven als Thodros II had zijn opvolger, de voormalige Ras Kasa van Hgre, achter zich. Ook hij moest zich door strijd van den Abessynischen keizerstroon meester maken. Met behulp van de Engelschen s'oeg hij zijn Abessynische tegenstanders op de flücht. Toch schroomde hij niet, eenige jaren daarop tegen het Engelsche Egypte, tegen de Italianen efi de Turken front te maken en de kïohammedaansche aangrenzende provincies te vUur en te zwaard aan de Ethiopische kei- Ssrlijke macht en het Christengeloof te onder werpen. Een poging tot het verwekken van op stand door Ras Menelik van Schoa werd bloedig door hem onderdrukt. Toen de Italianen zich 1880 in Eritrea vastgezet hadden, rukte Jo hannes IV hen met zijn geheele leger tege moet. Na succesvolle gevechten in het begin moest hij echter terugkeeren om de aanhan gers van den Mahai, die van het Westen inge- vallen waren, te verslaan. Bi) Metamma kwam hij den 8en Maart 1889 met hen in botsing; hij stierf bij den ruiteraan- vai tegen de lansen van de derwischen. Over Johannes IV werd door den Engelschen gezant, die uit Indië in een draagstoel voor een Politiek bezoek naar Gondar kwam, een aardige geschiedenis verteld: In Abessynië geldt het als onchris- teH]k zich door menschen te laten dragen. Jo hannes IV stuurde den Figelschman een muil dier met een brief: „Ben je een Hjk, zoo laat ie naar het kerkhof dragen, als je me echter bezoeken wilt, bestijg dan dit dier!" Na den dood van Johannes IV besteeg de Ras v&n Schoa, Menelik II, den keizerlijken troon. Haar Menelik niet naar twee zijden vechten Wilde, sloot hij met de Italianen het verdrag van Uccialli, waarbij Italië een zeker handels monopolie over Abessynië verzekerd werd. Na de verdrijving der Mahaïsten maakte Menelik échter weer front tegen Italië, zei het verdrag op, zoodat het tot den Italiaansch-Abessyni- schen oorlog van 1896 kwam. De Italianen wer den op 1 Maart bij Adua verpletterend versla gen. Bij den vrede van Addis Abeba van 26 Oc tober moesten zij Menelik II de onafhankelijk heid van Abessynië garandeeren. Menelik was een groote vriend van de Europeesche techniek. Toen men hem de eerste maal het model van een miniatuurspoorweg ter hand stelde, sloot hij zich daarmee in zijn werkkamer op en speelde urenlang „spoortje". In 1901 werd op zijn bevel de eerste telefoonleiding van Addis Abeba naar Harrar gelegd. Menelik nam als eerste den hoorn ter hand en herhaalde min stens tien maal: „Hier Menelik: Ben jij het Makonnon?" De Ras Makonnon van Harrar was de beste vriend en raadsman van den keizer, die diens enthousiasme voor wat techniek was deelde. Ook de eerste auto heeft Menelik II in hoogst eigen persoon in Addis Abeba in ontvangst ge nomen en op den eersten grooten landweg tot den laatsten droppel benzine geprobeerd. Toen een der begeleiders van den keizer twijfelend opmerkte: „De wagen is goed voor Europeanen om zich in veiligheid te brengen!" zei Menelik: „Stap uit, mijn zoon, en rijd er achter aan. of je ons nog te pakken kunt krijgen!" De Ras /iet dan zijn paard achter den auto loopen, zon der den keizerlijken auto nog te kunnen beriken. Toen keizer Menelik II de oogen gesloten had, werd overeenkomstig zijn wil zijn kleinzoon Lidsch Yassu keizer van Abessynië. Lidsch Yassu kwam tijdens den wereldoorlog door een intrige van zijn tegenstanders in de binnen- landsche politiek ten val. Hij maakte zich een gedeelte van Zijn hofhouding, zijn geestelijk heid en zijn militairen tot vijand en werd den llden October 1916 in den slag bij Ankobar verslagen. Keizer Lidsch Yassu werd gevangen gezet en beproefde sindsdien tevergeefs zich weer in het bezit van de keizerlijke macht te steven. Voor het laatst volgde een bevrijdings poging van den gouverneur der provincie Goa- scham; hij werd weer gevangen en zijn hand langer, Ras Hailon, werd naar een der eilanden van het Zuai-meer verbannen. Sinds den slag van Ankobar in den herfst van 1916, is de voormalige Ras Tafari, de na komeling van een nevenlinie der keizerdynastie van Salomon, aan het bewind, nadat hij kei zerin Zanditou, dochter van den grooten Me nelik, als opvolgster van den ontzetten keizer Lidsch Yassu van den troon gestooten had. Haile Selassie is, evenals keizer Menelik, een vriend van den technischen vooruitgang, van de Europeesche cultuur, vooral echter van de Abessynische onafhankelijkheid. Tijdens zijn bewind ging het land in econo misch opzicht een bloeiperiode tegemoet, ter wijl ook de v ëermacht aanzienlijk werd uitge breid. Jewish Chronicle", of het waar is, dat hij van Joodsche afkomst is. De president vervolgt dan: „Het eenige wat ik van de herkomst van de familie Roosevelt weet, is, dat alle familietakken, die denzelfden naam dragen, afstammen van Claes Martenssen van Roosevelt, die vóór 1648 uit Holland naar Amerika moet zijn gekomen. Uit welke plaats in Holland hij afkomstig is, weet ik niet. Onge veer veertig jaar geleden woonde een familie Roosevelt op een van de Nederlandsche eilan den en andere Roosevelts elders in het land, maar eerlijk gezegd, ik heb nooit tijd of zin ge had mijn afstamming aan de andere zijde van den Oceaan vast te stellen. In het verre ver leden kunnen zij Joden, Katholieken of Pro testanten zijn geweest, maar wat mij meer in teresseert is, of zij goede burgers waren en in God geloofden". Het ter gelegenheid van het zilveren jubileum van Koning George ingestelde fonds voor de Engelsche jeugd zal over een groot kapitaal van 4 millioen pond sterling beschikten. Het fonds zal voortdurend door nieuwe giften worden uit gebreid en wordt beschouwd als permanente in stelling tot steunverleening aan de groote or ganisaties, die de jeugdzorg op sociaal en hy giënisch gebied ter hand hebben genomen Reeds is een groot aantal giften uit Canada, Indië en het Verre Oosten ontvangen De Roemeensche regeering heeft besloten de belastingen welke moeten worden betaald dooi de commercieels en industrieele ondernemingen die in een vreemde taal boekhouden, te ver dubbelen. Officieel wordt hiervoor als reden opgegeven dat de regeering tot nu genoodzaakt is geweest een aantal extra accountants in dienst te hou den om de boeken in een vreemde taal te con troleeren. Echter vermoedt men, dat het bes'uit der regeering verband houdt met de algemeene politiek om de industire in het geheele land te „Roemeniseeren". Door het besluit zijn oa. vele oliemaatschap pijen getroffen. De Duitsche en Hongaarsche minderheden in Transsylvanië hebben reeds geprotesteerd. Ofschoon hun kinderen gedwon gen zjjn op de scholen Roemeensch te leeren, hebben vele hunner deze taal nooit gesproken. „Het kan mij niets schelen, of mijn voor ouders Joden of Protestanten waren, als zij maar goede burgers zijn geweest," aldus presi dent Roosevelt in zijn antwoord op de vraag van Philip Slomovitz, redacteur van de „Detroit Men heeft te Spokane (Washington) een ori gineel systeem voor de bestrijding van weg misbruikers. De rechtbank veroordeelt hen tot een gevan genisstraf gelijk aan den tijd, dat hun slacht offer niet in staat is geweest te werken. Indien dus een automobilist iemand aanrijdt en het slachtoffer zes maanden met een ge broken been te bed ligt, moet de schuldige een even langen tijd in de gevangenis doorbrengen. Een comité van huisvrouwen te Los Angeles heeft een „staking" van huisvrouwen afgekon digd als protest tegen de hooge kosten van het levensonderhoud. De vrouwen besloten niet meer op de markten tegen de te hooge prijzen te koopen en demonstreerden en postten op de markten cjm andere vrouwen van het koopen der te dure levensmiddelen terug te houden. Er ontstonden conflicten met de kooplieden en winkeliers, die een zoo heftig karakter aanna men, dat de politie moest ingrijpen en de straat moest schoonvegen. Uit Kanakee in den staat Illinois wordt ge meld, dat een brutale aanslag is gepleegd op den nacht-sneltrein naar New Orleans. Toen de trein in volle vaart door den nacht snelde, zagen de passagiers plotseling vier met revolvers gewapende lieden voor zich; tot nu toe hadden de bandieten gewone reizigers gesche nen die in Chicago waren ingestapt. Eerst dachten de reizigers, dat het een on gepaste Aprilgrap was, doch toen de bandieten van een wapen gebruik gemaakt hadden en een van de reizigers gewond hadden, gingen den an deren de oogen open. De passagiers werden uitgeplunderd, de ban dieten wisten minstens 1000 dollar buit te maken. De meeste passagiers hadden evenwel hun geld te goed verstopt in hun koffers. De bandieten verlieten den trein, toen deze in een bocht nabij Kanakee langzamer reed. By het passeeren van het station van Kana kee wierp een van de passagiers een bericht aan de politie uit het raam, doch klaarbiykelijk is deze mededeeling te laat gekomen, de ban dieten konden niet meer gevonden worden. De machinist had van de geheele geschie denis niets gemerkt. Het was 'n vervaariyk noodweer. De wind floot en gierde en deed de luiken ram melen van het oude notarishuis. Kletterend viel de regen op de groote hob belige keien van den Rijksweg. 'n Donderslag ratelde. „Daar zal je het hebben" zei Grada de oude gedienstige, terwyi ze haastig 'n kruis sloeg. Bij den haard, in de gezellige huiskamer waar het vuur hoog opvlamde, zat notaris Van Heur- dens en rookte zyn lange Goudsche. „Het is toch werkeiyk 'n heeriyk idee, So phie, by zulk een noodweer thuis te kunnen biyven, om te genieten van De notaris kon zijn zin niet voleinden, zoo heftig werd er aan de voordeur gescheld. De hooge gang weerkaatste fel het geluid. „Doe maar gauw open, Grada, ik zal het tafel zilver wel verder opbergen". Mevrouw zuchtte. „Wie zou dat wel zyn?" Even later verscheen 't meisje. „Of mynheer de notaris direct mee wilde gaan naar Janus Drilhuis, 't Rytuig van Scheffers stond voor!" „Wel, allemachtig, dat mankeert er nog maar aan; die ellendige kronkelende zandweg, by zulk 'n weer!" Janus 'n testament? De oude notaris kon er niet by. Janus leefde van bedelen en z'n huisje was 'n klein huurwoninkje, feiteiyk 'n krot! Zou Janus 'n stille potter geweest zyn? 't Was meer voorgekomen iets dergeiyks, in zyn no tariaat. „Denk er aan, je wollen das om hoor", zei mevrouw bezorgd. „Ach, ach, 't is meer dan bar, nfynheer," klaagde Scheffers, die met 'n lantaarn Van Heurdens byiichtte tot aan het rijtuig. De regen striemde en de notaris was biy toen hy goed en wel in den wagen zat. Jan Stomps en Gerrit Peut, de twee getuigen, werden nu aangehaald. „Is me dat 'n weer" bromden ze. De notaris troostte, door ieder 'n sigaar te geven. Op den zandweg reed nu 't rytuig. Eensklaps doorkliefde 'n bliksemschicht de lucht, gevolgd door een hevigen slag. Het paard was niet meer in bedwang te houden, als razend rende het verder; de wagen hotste van geweld. De notaris en de getuigen konden niet anders denken of hun einde was gekomen. Als 'n kluwen lagen ze op den bodem van de oude koets. „Probeer 't portier te openen" riep de notaris. „Onmogeiyk", steunde Peut, „ik lig onder!" „Myn been!" kermde Stomps. Hoe lang zou de wagen het nog uithouden? 'n Gekraak liet zich hooren Het rytuig stond stil. Scheffers had de strengen doorgesneden. 'tWas de eenige kans op redding. Woest holde het bevrijde paard door. „Hoe hebt u het er afgebracht?" vroeg de schorre stem van Scheffers. „Ik leef nog, maar o.... o.... myn knie'" zuchtte Van Heurdens. Steunend kwam hy den wagen uit. geholpen door Scheffers; daarna volgden vloekend Stomps en Peut. In de nabygelegen boerderij van boer Derksen werd zoo goed mogeiyk hulp geboden en lang duurde het niet of de notaris benevens de twee getuigen werden door Derksen zelf naar Janus Drilshuis gereden. Scheffers bleef op de boerderij achter, wach tend tot het ergste noodweer voorby zou zyn, waarna hy met den knecht van de hofstede het rytuig in den stal zou brengen. Zonder verdere ongelukken bereikten Van Heurdens, Stomps en Peut het huisje van den zwaarzieken bedelaar. Mieke, de naaste buur, lichtte de bezoekers in op 'n fluistertoon: „Weinig hoop; dokter zegt dat hy den nacht niet meer halen zal!" „D&n zyn we ook maar net op tyd, Mieke", antwoordde de notaris, terwyi hy met 'n pyn- ïyk gezicht z'n hand over de gekwetste knie wreef. Mieke knikte ernstig en trok zich beschei den terug. Nauweiyks verstaanbaar, met bevende stem, dicteerde Janus zyn testament. Van Heurdens moest erfgenaam worden. O, hij, Janus, had gespaard, 'n Half j" jaar geleden had ie zelfs 'n paard rr x x x _x gekocht en dat ITlCt tCStd 111G111 aan Scheffers ver- huurd, die 'n rij tuig wilde hou den. Dit paard liet hij den notaris na! Dertig jaar lang bedelde Drilshuis, iedere week kwam ie bij de Van Heurdens en nooit 'n toe-deur of 'n snauw! Of notaris hèm nu 'n pleizier wilde doen? De oude heer en de twee getuigen stond ver baasd. Waren ze niet nauwelijks van den schrik bekomen? Was ditzelfde paard niet byna de oorzaak van hun dood geworden? Doch dat vertelden ze maar niet, en nog minder dat 't dier misschien nog als razend ergens voortrende. Janus stierf gerust in de overtuiging dat zyn nalatenschap met biydschap werd aanvaard. Het vermaakte paard dat byna zooveel onheil gesticht had, werd den volgenden dag gevonden, verdronken in een ven. RENATO. De uitgever van een blad te Jackson (Missis sippi) heeft een brief ontvangen, waarin wordt verzocht het adres op te geven van een afstam meling van een dame, die voor 1863 te Jack son woonde. De schryver verklaarde een boek terug te wil len geven, dat uit de bibliotheek van de bewuste dame afkomstig was. Uit Helsingfors wordt gemeld, dat de Finsche regeering heeft besloten tot den bouw van een nieuw gezantschapsgebouw te Moskou. Hiervoor is een bedrag van vyf millioen Finsche Marken beschikbaar gesteld. Met den bouw zal nog dit voorjaar worden begonnen. Toen hy zag, dat hy ontdekt was, uitte hy een schreeuw van woede, draaide zich om en liep de trap weer op met de vlugheid van een kat. „Achter hem aan," schreeuwde kapitein Gay, terwyi hy z'n zwaard trok en naar den uitgang snelde. Hal volgde hem vlug. „Houd hem in 't oog!" riep kapitein Gay, terwyi de man over allerlei hindernissen heen sprong. „Hy gaat naar beneden riep Hal toen de vreemdeling zich omwendde op z'n spoor. Kapitein Gay was den vluchteling viak op de hielen en ging hem na naar het batterüdek. „Daar gaat ie," schreeuwde kapitein Gay, toen hy hem door een opening in den zykant van het galjoen zag klauteren. „We zijn hem kwijt." Te Hampstead is op 82-jarigen leeftyd over leden de advocaat Lancelot Fielding Everest. De overledene was een zoon van Kolonel George Everest, Surveyor-General van Britsch Indië, naar wien de Mount Everest is genoemd. lir Duitschland heeft in Noorwegen 70.000 ton walvischtraan gekocht. In verband met den internationalen toestand heeft de chef van den generalen staf van het Zweedsche leger uitbreiding van de leger-uit- rusting geëischt, alsmede maatregelen tot ver betering van de opleiding van het leger binnen het kader van de beschikbare leger-organisatie. De Sovjet-regeering eischt het wereldrecord hoogtevlucht op voor een stratosfeerballon, die zonder passagiers byna 40.000 meter hoog is gekomen. De ballon was van een draadlooze installatie voorzien. 1317 April Studenten 1720 April Onderwyzéressen e.a. Dames. 2023 April Meisjes 26—29 April Meisjes' 47 Mei Meisjes Congreganisten. 710 Mei Huismoeders. 11—14 Mei Meisjes. 1418 Mei Dames 17—20 Mei Voltallig. 2125 Mei Dames. 2528 Mei Meisjes Congreganisten. 29 Mei—1 Juni Gereserveerd. 811 Juni Meisjes (Pinksteren). 1114 Juni Dames. 1518 Juni Meisjes. 1821 Juni Dames. 2225 Juni Meisjes. 2428 Juni Dames. 29 Juni2 Juli Meisjes. op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen bij een ongeval met verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 1" f tïU#" dóodelijken afloop FOCfl bij verlies van een hant» een voet of een oog 33 Plotseling reed deze echter met snelle vaart d« Grove End Road in. Jimmie, die dit nog juist had kunnen zien versnelde zyn vaart, reed de Dlaida Vale langs en sloeg toen plotseling Ramelton Terrace in, zoodat hy niet lang daarna op den Grove End Road uitkwam. In een stille zystraat stopte hy, gaf den chauffeur opdracht, op hem te wachten en wandelde Weg. St. John's Wood was hem niet geheel onbe kend; er woonden eenige kennissen van hem. die hy van tyd tot tyd opzocht. Hy meende den naam Holgate Lodge dan ook wel eens Bezien te hebben. Na eenig zoeken stond hy v6ór de gezochte plaats. Het was een -groot °Uderwetsch huis, dat in het midden van een Srooten tuin stond, welke werd begrensd door oen hoogen muur. Hy probeerde toegang te krijgen door den hoofdtoegang, doch deze werd bewaakt door waarschynlijk een tuinman, die v°or de deur van een klein tuinhuis achter den hiuur stond. Ook een andere toegang op het oind van den muur, was gesloten. Jimmie keek eens langs den muur, of hy er niet over heen kon komen, doch deze was niet slechts was boog, maar werd tevens verdedigd door scherpe stukken glas. Jimmie vond, dat hy niet was gekomen, om dit alles te constateeren en zochi daarom naar een andere manier, om binnen te dringen. Een aangrenzende villa bleek een niet zoo hoogen muur te bezitten en ook was hy me» voorzien van dat hateiyke glas. Met een ele- ganten zwaai gooide Jimmie zich over dien muur en kwam terecht in eenige struiken; daarna de schelding tusschen de twee tuinen, die ook nogal meeviel en de detective-in-spe stond op een pad, dat hem rechtstreeks voerde naar het gewenschte huis. Beneden waren eenige vensters verlicht. Daar trok hy heen'; hy wilde binnen eens een kykje nemen. Nauwe iyks had hy zich zóó gezet, dat hy niet gezien kon worden, of de deur ging open, een stem met een beslist Amerikaansch accent zei: „Goeden avond!" en Curtis kwam naar buiten. Jimmie hoorde de voetstappen zich steeds ver- wyderen tot zij ineens overstemd werden door een ander geluid, het geronk van een motor. De auto stopte voor den hoofdingang; hy hoorde een man over het pleiveisel loopen. Na eenig wachten hoorde Jimmie, dat de deur van het huis geopend werd; hy keek scherp toe en zag, dat een bundel licht uit de hall fel het gelaat bescheen vanden Markies van Scraye. HOOFDSTUK XXIV DE BRIEF UIT PARIJS Het is te begrypen, dat Jimmie byna zyn evenwicht verloor van verrassing. Hier namen de zaken een keer, dien hy niet had kunnen ver moeden! Hy was verbaasd geweest, toen hy mevrouw Wythenshawe zag in het gezelschap van dien Curtis, maar het was niets in verge- ïyking met hetgeen hy nu gezien had. Jimmie wist niet goed, wat hy nu eigeniyk van dit huis moest denken. Door zyn taaien wil volhardde 141 in de ongemakkelyke houding, die hij moest aannemen om naar binnen te kyken zonder op gemerkt te worden. Door een groot venster zag hy een vertrek dat op ouderwetsche, doch zeer aristocratische wyze gemeubileerd was. Scraye was inmiddels binnengekomen en stond nu met zyn rug naar het vuur, te praten tegen de dame, die Jimmie voor het eerst in het theater had gezien. Scraye's gezicht toonde een hoogen ernst en eenigen angst, zyn gebaren lieten soms duide lijk zyn verontwaardigingen blyken eenige malen onderstreepte hy zyn woorden met drii- tige korte krachtige gebaren. De dame die tegenover hem zat, scheen zichtbaar geërgerd en zeer nerveus, zy schudde haar hoofd, gebaarde met de handen en menigmaal keek zij boos en ongeduldig op. Plotseling kwam er aan deze scene een einde; Scraye die, zoo te zien, een ultimatum had gesteld of dringend iets had ge vraagd waarop hy geen antwoord had entvan- gen, snelde naar de deur en verdween. Het vol gende moment hoorde Jimmie de deur van de hall dichtslaan en door eenfge struiken zag hy Scraye naar den uitgang loopen. Het volgende oogenblik reed de auto die Scraye gebracht had, weer heen. Jimmie keek weer naar binnen en zag de dame naar een punt in het behang staren. Zij scheen zich dan te overwinnen, beet driftig op haar lippen en trappelde ongeduldig met haar voet. Daarna stond zij op en nadat zy een ruiker bloemen van een klein tafeltje had ge nomen, verliet zy de kamer. Eenige oogenolikken later kwam een dienstmeisje binnen en deed de lichten uit. Voor Jimmie was er nu niets meer te halen en hy ging denzelfden weg terug dien hij gekomen was. Hy vond zyn chauffeur ge duldig wachtend op dezelfde plaats waar hy hem had gelaten. Binnen den kortst mogeiyken tijd had Jimmie zyn kamers bereikt. Kentover wachtte hem reeds. De dames hebben zich reeds teruggetrok ken, mijnheer, meldde hij. Er zijn eenige brie ven voor u gekomen, mynheer, zy liggen op tafel daar. Dank je wel Kentover, zei Jimmie. En luister eens even Kentover, zou er nog iemand op het kantoor zyn? Ja? Loop dan eens naar beneden en haal het adresboek van Londen. Dat is dan alles. Nadat Jimmie zyn overjas had uitgetrokken ging hy zyn zitkamer binnen, bedachtzaam stak hy een sigaret op en schonk zich een whiskey-and-soda in. Kentover bracht even daarna het dikke boek en verdween weer, waarna Jimmie zyn correspondentie opnam en doorliep, Ah, een brief met een Franschen postzegel. Dat moest een brief van Schmidt zijn. Wat zou deze te vertellen hebben? Zouden de zaken vorderingen maken? De brief dien hy uit de enveloppe haalde was geschreven met een klein, doch zeer regel matig handschrift Schmidt had waarschyn- lyk veel te zeggen. Jimmie vergat zyn sigaret en zijn whisky-and-soda terwyi hy las: „Mynheer," zoo luidde de brief, „sinds myn terugkeer in Parijs hebben zich eenige voorvallen voorgedaan die in betrekking staan tot de zaak, welke ik duidelijkshalve zal noe men die der Rue de la Paix. Onmiddellük na myn aankomst hier hoorde lk, dat een van myn collega's de vrouw ontdekt had die tot aan den dag waarop u myn dien sten vroeg, als huishoudster gewerkt nad by de firma Valerie et Cie. Deze vrouw die eenigs- zins aan den drank verslaafd schynt te zyn kwam beïnvloed door ik weet niet welken geestryken drank naar den gesloten winkel en door met alle geweld naar binnen te willen trok zij de aandacht van de politie. Deze bracht haar naar het bureau waar zy werd vastgehou den tot ik haar zou kunnen ondervragen. Dit deed ik natuurlijk zoo spoedig mogelyk en kwam zoodoende te weten wat er gebeurd is op den avond dat het huis werd verlaten. Volgens haar verhaal dat myns inziens waar is was om even voor zeven uur dien avond de man, dien u Monsieur Charles noemde, thuis gekomen en had de twee be dienden direct hun dienst opgezegd, had hun loon betaald en hun bevolen, direct het huis te verlaten. Binnen vyf minuten waren zy in de voor hen bestelde taxi weggereden. In der haast had de huishoudster eenige kleinig heden vergeten, vandaar haar terugkeer. Volgens de verklaring van de vrouw zou Mon sieur Charles na hun vertrek naar zyn prlvé- kantoor gegaan zyn. Zy wist over de assistente niets anders te zeggen dan dat zy waarschijn- ïyk uit Lyon kwam, zy had althans meerdere malen brieven gekregen die het poststempel van Lyon droegen. Het volgende is echter van meer belang. Volgens onze gebruikeiyke methode had ik voor ik Parys verliet, opdracht gegeven te onderzoeken waar de man we zullen hem Monsieur Charles blyven noemen was ge bleven. Gisterenavond ontving ik uit een afge legen arrondissement bericht dat het ïyk van een man gevonden was in een plantsoen. Een schot door het hoofd was de doodsoorzaak. Ik twyfel er niet aan of het gevonden ïyk is dat van monsieur Charles. Myn identificatie was natuuriyk gebasseerd op de nauwkeurige om- schryving die ik van u had ontvangen. Volgens de opgave stemden uiterlijk de kleeren van den gevondene daarmee volkomen overeen. De plaatselyke politie had reeds een onder zoek ingesteld. Zy had echter absoluut niets kunnen vinden, papieren, geld of persoonlijke kleinigheden werden niet aangetroffen. Er was niets meer in de zakken zelfs geen mesje or een zakdoek. De moordenaars hadden alles wat maar een aanwijzing had kunnen geven verwy- derd. De knoopen waren van de kleeren gesne den, letters of initialen waren uit het onder goed gescheurd en uit de voering van de jas was zelfs de naam van den kleermaker geknipt. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 13