ABESSYNISCHE KEIZERS
SIM
MetveïAaal den dag
DE ENGELSCHE KAPERS
ALLE ABONNË'S
F 750.- bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
F 750.-
DIEFSTAL?!
DE DYNASTIE VAN
SALOMON
ZATERDAG 6 APRIL 1935
Een keizer, die urenlang met het
model van een miniatuur-
spoorweg „spoortje"
speelde
Bevorderaars van de
techniek
Thodros II
Johannes IV
Menelik II
Lidsch Yassu
Haile Selassie
Jubileum-gave voor de
Engelsche jeugd
Roemeniseering
Origineele straf
Roosevelt's afkomst
pi»
WmM
mmÊm
Huisvrouwen „staken"
Aanslag op trein
Eerlijke leener
Finland en Moskou
Een Everest overleden
Korte berichten
RETRAITEN
Retraitenhuis Cenakel Tilburg
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR J. S. FLETCHER
De „Dynastie van Salomon" vindt
haar bsgin in den tijd van ko
ning Salomon, dus ongeveer 1000
jaar voor de geboorte van Christus. His
torische bewijzen voor de Abessynische konings-
traaitie zijn echter pas in de eerste eeuw na
Christus te vinden, waarin zich het toenmalige
Ethiopië rond de stamresidentie van zijn ko
ningen, Aksum, over het tegenwoordige Abes
synië uitbreidde. Uit Ethiopische inscripties en
munten blijkt, dat koning Enano, die in de 4e
eeuw regeerde, tot het Christendom overging.
Vanaf dezen tijd streden de Abessynische ko
ningen een euwenlangen strijd tegen den
Islam, die de Christelijke religie m Noord-Oost-
Afrika dreigde te verstikken. Onder i?'v.er Sus-
neos ontwikkelde zich in de 17e eeuw de zg.
■■Kerkstrijd" tusschen de Koptisch-? priesters
®n Katholieke Missionarissen, die onder
Johannes I en Jassu I ten gunste der Kopti-
sche kerk beslist werd.
Drie Abessynische keizers zijn vooral bekend
m de geschiedenis: Keizer Thodros II, Johan
nes IV en Menelik II. Toen zich bij het einde
her 18e eeuw de stadhouders van Abessynië, de
■.Ras" geheel onafhankelijk maakten, wist voor
het eerst de hoofdman Kasa den Ethiopischen
staatsvorm te vernieuwen en zich als keizer
thodros II aan hét hoofd van Abessynië te
stellen. Keizer Thodros was een geweldenaar,
die ongetwijfeld ais geen ander geschikt was den
iQO-jarigen „keizerloozen tijd" met brutale vuist
te beëindigen. De voormalige Ras van Gonder
°nderwierp met ijzeren gestrengheid de weer
strevende Zuidelijke provinciën en maakte zijn
tesidentie tot een nieuwe hoofdstad, vanwaar
dit hij aoor zijn troepen-commando's een des
potische heerschappij voerde. Iedere overtre
ding van een der gouverneurs werd met den
dood en met het uitroeien van de geheele fa
milie gestraft.
Toen keizer Thodros met de buitenlanders
°P dezelfde manieV trachtte om te springen als
met zijn gouverneurs, verklaarde Engeland hem
den oorlog. Bij Magdala werden zijn lijfregi
menten verpletterend verslagen en de keizer in
een eenzaam klooster opgesloten. Thodros joeg
de daar gevangen gehouden missionarissen en
Europeanen uit het klooster, liet alle leeuwen
dit de kooien los en trachtte zich met zijn
Matste getrouwen tegen de Engelschen te ver
dedigen. Toen hij de nutteloosheid van den
strijd tegen het leger van den Engelschen Lord
Napier inzag, ging hij naar de kloosterkapel en
schoot zich een kogel door het hoofd.
Een even avontuurlijk leven als Thodros II
had zijn opvolger, de voormalige Ras Kasa van
Hgre, achter zich. Ook hij moest zich door
strijd van den Abessynischen keizerstroon
meester maken. Met behulp van de Engelschen
s'oeg hij zijn Abessynische tegenstanders op de
flücht. Toch schroomde hij niet, eenige jaren
daarop tegen het Engelsche Egypte, tegen de
Italianen efi de Turken front te maken en de
kïohammedaansche aangrenzende provincies te
vUur en te zwaard aan de Ethiopische kei-
Ssrlijke macht en het Christengeloof te onder
werpen. Een poging tot het verwekken van op
stand door Ras Menelik van Schoa werd bloedig
door hem onderdrukt. Toen de Italianen zich
1880 in Eritrea vastgezet hadden, rukte Jo
hannes IV hen met zijn geheele leger tege
moet. Na succesvolle gevechten in het begin
moest hij echter terugkeeren om de aanhan
gers van den Mahai, die van het Westen inge-
vallen waren, te verslaan.
Bi) Metamma kwam hij den 8en Maart 1889
met hen in botsing; hij stierf bij den ruiteraan-
vai tegen de lansen van de derwischen.
Over Johannes IV werd door den Engelschen
gezant, die uit Indië in een draagstoel voor een
Politiek bezoek naar Gondar kwam, een aardige
geschiedenis verteld:
In Abessynië geldt het als onchris-
teH]k zich door menschen te laten dragen. Jo
hannes IV stuurde den Figelschman een muil
dier met een brief: „Ben je een Hjk, zoo laat
ie naar het kerkhof dragen, als je me echter
bezoeken wilt, bestijg dan dit dier!"
Na den dood van Johannes IV besteeg de Ras
v&n Schoa, Menelik II, den keizerlijken troon.
Haar Menelik niet naar twee zijden vechten
Wilde, sloot hij met de Italianen het verdrag
van Uccialli, waarbij Italië een zeker handels
monopolie over Abessynië verzekerd werd. Na
de verdrijving der Mahaïsten maakte Menelik
échter weer front tegen Italië, zei het verdrag
op, zoodat het tot den Italiaansch-Abessyni-
schen oorlog van 1896 kwam. De Italianen wer
den op 1 Maart bij Adua verpletterend versla
gen. Bij den vrede van Addis Abeba van 26 Oc
tober moesten zij Menelik II de onafhankelijk
heid van Abessynië garandeeren. Menelik was
een groote vriend van de Europeesche techniek.
Toen men hem de eerste maal het model van
een miniatuurspoorweg ter hand stelde, sloot
hij zich daarmee in zijn werkkamer op en
speelde urenlang „spoortje". In 1901 werd op
zijn bevel de eerste telefoonleiding van Addis
Abeba naar Harrar gelegd. Menelik nam als
eerste den hoorn ter hand en herhaalde min
stens tien maal: „Hier Menelik: Ben jij het
Makonnon?" De Ras Makonnon van Harrar
was de beste vriend en raadsman van den keizer,
die diens enthousiasme voor wat techniek was
deelde.
Ook de eerste auto heeft Menelik II in hoogst
eigen persoon in Addis Abeba in ontvangst ge
nomen en op den eersten grooten landweg tot
den laatsten droppel benzine geprobeerd. Toen
een der begeleiders van den keizer twijfelend
opmerkte: „De wagen is goed voor Europeanen
om zich in veiligheid te brengen!" zei Menelik:
„Stap uit, mijn zoon, en rijd er achter aan. of
je ons nog te pakken kunt krijgen!" De Ras
/iet dan zijn paard achter den auto loopen, zon
der den keizerlijken auto nog te kunnen beriken.
Toen keizer Menelik II de oogen gesloten had,
werd overeenkomstig zijn wil zijn kleinzoon
Lidsch Yassu keizer van Abessynië. Lidsch
Yassu kwam tijdens den wereldoorlog door een
intrige van zijn tegenstanders in de binnen-
landsche politiek ten val. Hij maakte zich een
gedeelte van Zijn hofhouding, zijn geestelijk
heid en zijn militairen tot vijand en werd den
llden October 1916 in den slag bij Ankobar
verslagen. Keizer Lidsch Yassu werd gevangen
gezet en beproefde sindsdien tevergeefs zich
weer in het bezit van de keizerlijke macht te
steven. Voor het laatst volgde een bevrijdings
poging van den gouverneur der provincie Goa-
scham; hij werd weer gevangen en zijn hand
langer, Ras Hailon, werd naar een der eilanden
van het Zuai-meer verbannen.
Sinds den slag van Ankobar in den herfst
van 1916, is de voormalige Ras Tafari, de na
komeling van een nevenlinie der keizerdynastie
van Salomon, aan het bewind, nadat hij kei
zerin Zanditou, dochter van den grooten Me
nelik, als opvolgster van den ontzetten keizer
Lidsch Yassu van den troon gestooten had.
Haile Selassie is, evenals keizer Menelik, een
vriend van den technischen vooruitgang, van
de Europeesche cultuur, vooral echter van de
Abessynische onafhankelijkheid.
Tijdens zijn bewind ging het land in econo
misch opzicht een bloeiperiode tegemoet, ter
wijl ook de v ëermacht aanzienlijk werd uitge
breid.
Jewish Chronicle", of het waar is, dat hij van
Joodsche afkomst is.
De president vervolgt dan: „Het eenige wat
ik van de herkomst van de familie Roosevelt
weet, is, dat alle familietakken, die denzelfden
naam dragen, afstammen van Claes Martenssen
van Roosevelt, die vóór 1648 uit Holland naar
Amerika moet zijn gekomen. Uit welke plaats
in Holland hij afkomstig is, weet ik niet. Onge
veer veertig jaar geleden woonde een familie
Roosevelt op een van de Nederlandsche eilan
den en andere Roosevelts elders in het land,
maar eerlijk gezegd, ik heb nooit tijd of zin ge
had mijn afstamming aan de andere zijde van
den Oceaan vast te stellen. In het verre ver
leden kunnen zij Joden, Katholieken of Pro
testanten zijn geweest, maar wat mij meer in
teresseert is, of zij goede burgers waren en in
God geloofden".
Het ter gelegenheid van het zilveren jubileum
van Koning George ingestelde fonds voor de
Engelsche jeugd zal over een groot kapitaal van
4 millioen pond sterling beschikten. Het fonds
zal voortdurend door nieuwe giften worden uit
gebreid en wordt beschouwd als permanente in
stelling tot steunverleening aan de groote or
ganisaties, die de jeugdzorg op sociaal en hy
giënisch gebied ter hand hebben genomen
Reeds is een groot aantal giften uit Canada,
Indië en het Verre Oosten ontvangen
De Roemeensche regeering heeft besloten de
belastingen welke moeten worden betaald dooi
de commercieels en industrieele ondernemingen
die in een vreemde taal boekhouden, te ver
dubbelen.
Officieel wordt hiervoor als reden opgegeven
dat de regeering tot nu genoodzaakt is geweest
een aantal extra accountants in dienst te hou
den om de boeken in een vreemde taal te con
troleeren. Echter vermoedt men, dat het bes'uit
der regeering verband houdt met de algemeene
politiek om de industire in het geheele land te
„Roemeniseeren".
Door het besluit zijn oa. vele oliemaatschap
pijen getroffen. De Duitsche en Hongaarsche
minderheden in Transsylvanië hebben reeds
geprotesteerd. Ofschoon hun kinderen gedwon
gen zjjn op de scholen Roemeensch te leeren,
hebben vele hunner deze taal nooit gesproken.
„Het kan mij niets schelen, of mijn voor
ouders Joden of Protestanten waren, als zij
maar goede burgers zijn geweest," aldus presi
dent Roosevelt in zijn antwoord op de vraag
van Philip Slomovitz, redacteur van de „Detroit
Men heeft te Spokane (Washington) een ori
gineel systeem voor de bestrijding van weg
misbruikers.
De rechtbank veroordeelt hen tot een gevan
genisstraf gelijk aan den tijd, dat hun slacht
offer niet in staat is geweest te werken.
Indien dus een automobilist iemand aanrijdt
en het slachtoffer zes maanden met een ge
broken been te bed ligt, moet de schuldige een
even langen tijd in de gevangenis doorbrengen.
Een comité van huisvrouwen te Los Angeles
heeft een „staking" van huisvrouwen afgekon
digd als protest tegen de hooge kosten van het
levensonderhoud. De vrouwen besloten niet
meer op de markten tegen de te hooge prijzen
te koopen en demonstreerden en postten op de
markten cjm andere vrouwen van het koopen
der te dure levensmiddelen terug te houden. Er
ontstonden conflicten met de kooplieden en
winkeliers, die een zoo heftig karakter aanna
men, dat de politie moest ingrijpen en de straat
moest schoonvegen.
Uit Kanakee in den staat Illinois wordt ge
meld, dat een brutale aanslag is gepleegd op
den nacht-sneltrein naar New Orleans.
Toen de trein in volle vaart door den nacht
snelde, zagen de passagiers plotseling vier met
revolvers gewapende lieden voor zich; tot nu toe
hadden de bandieten gewone reizigers gesche
nen die in Chicago waren ingestapt.
Eerst dachten de reizigers, dat het een on
gepaste Aprilgrap was, doch toen de bandieten
van een wapen gebruik gemaakt hadden en een
van de reizigers gewond hadden, gingen den an
deren de oogen open.
De passagiers werden uitgeplunderd, de ban
dieten wisten minstens 1000 dollar buit te
maken.
De meeste passagiers hadden evenwel hun
geld te goed verstopt in hun koffers.
De bandieten verlieten den trein, toen deze
in een bocht nabij Kanakee langzamer reed.
By het passeeren van het station van Kana
kee wierp een van de passagiers een bericht
aan de politie uit het raam, doch klaarbiykelijk
is deze mededeeling te laat gekomen, de ban
dieten konden niet meer gevonden worden.
De machinist had van de geheele geschie
denis niets gemerkt.
Het was 'n vervaariyk noodweer. De wind
floot en gierde en deed de luiken ram
melen van het oude notarishuis.
Kletterend viel de regen op de groote hob
belige keien van den Rijksweg.
'n Donderslag ratelde.
„Daar zal je het hebben" zei Grada de oude
gedienstige, terwyi ze haastig 'n kruis sloeg.
Bij den haard, in de gezellige huiskamer waar
het vuur hoog opvlamde, zat notaris Van Heur-
dens en rookte zyn lange Goudsche.
„Het is toch werkeiyk 'n heeriyk idee, So
phie, by zulk een noodweer thuis te kunnen
biyven, om te genieten van
De notaris kon zijn zin niet voleinden, zoo
heftig werd er aan de voordeur gescheld. De
hooge gang weerkaatste fel het geluid.
„Doe maar gauw open, Grada, ik zal het tafel
zilver wel verder opbergen". Mevrouw zuchtte.
„Wie zou dat wel zyn?"
Even later verscheen 't meisje. „Of mynheer
de notaris direct mee wilde gaan naar Janus
Drilhuis, 't Rytuig van Scheffers stond voor!"
„Wel, allemachtig, dat mankeert er nog maar
aan; die ellendige kronkelende zandweg, by zulk
'n weer!"
Janus 'n testament? De oude notaris kon er
niet by. Janus leefde van bedelen en z'n huisje
was 'n klein huurwoninkje, feiteiyk 'n krot!
Zou Janus 'n stille potter geweest zyn? 't Was
meer voorgekomen iets dergeiyks, in zyn no
tariaat.
„Denk er aan, je wollen das om hoor", zei
mevrouw bezorgd.
„Ach, ach, 't is meer dan bar, nfynheer,"
klaagde Scheffers, die met 'n lantaarn Van
Heurdens byiichtte tot aan het rijtuig. De regen
striemde en de notaris was biy toen hy goed
en wel in den wagen zat. Jan Stomps en Gerrit
Peut, de twee getuigen, werden nu aangehaald.
„Is me dat 'n weer" bromden ze. De notaris
troostte, door ieder 'n sigaar te geven.
Op den zandweg reed nu 't rytuig. Eensklaps
doorkliefde 'n bliksemschicht de lucht, gevolgd
door een hevigen slag. Het paard was niet meer
in bedwang te houden, als razend rende het
verder; de wagen hotste van geweld. De notaris
en de getuigen konden niet anders denken of
hun einde was gekomen. Als 'n kluwen lagen ze
op den bodem van de oude koets.
„Probeer 't portier te openen" riep de notaris.
„Onmogeiyk", steunde Peut, „ik lig onder!"
„Myn been!" kermde Stomps.
Hoe lang zou de wagen het nog uithouden?
'n Gekraak liet zich hooren Het rytuig stond
stil. Scheffers had de strengen doorgesneden.
'tWas de eenige kans op redding. Woest holde
het bevrijde paard door.
„Hoe hebt u het er afgebracht?" vroeg de
schorre stem van Scheffers.
„Ik leef nog, maar o.... o.... myn knie'"
zuchtte Van Heurdens.
Steunend kwam hy den wagen uit. geholpen
door Scheffers; daarna volgden vloekend
Stomps en Peut.
In de nabygelegen boerderij van boer Derksen
werd zoo goed mogeiyk hulp geboden en lang
duurde het niet of de notaris benevens de twee
getuigen werden door Derksen zelf naar Janus
Drilshuis gereden.
Scheffers bleef op de boerderij achter, wach
tend tot het ergste noodweer voorby zou zyn,
waarna hy met den knecht van de hofstede
het rytuig in den stal zou brengen.
Zonder verdere ongelukken bereikten Van
Heurdens, Stomps en Peut het huisje van den
zwaarzieken bedelaar.
Mieke, de naaste buur, lichtte de bezoekers
in op 'n fluistertoon: „Weinig hoop; dokter
zegt dat hy den nacht niet meer halen zal!"
„D&n zyn we ook maar net op tyd, Mieke",
antwoordde de notaris, terwyi hy met 'n pyn-
ïyk gezicht z'n hand over de gekwetste knie
wreef.
Mieke knikte ernstig en trok zich beschei
den terug.
Nauweiyks verstaanbaar, met bevende stem,
dicteerde Janus zyn testament.
Van Heurdens moest erfgenaam worden. O,
hij, Janus, had
gespaard, 'n Half j"
jaar geleden had
ie zelfs 'n paard rr x x x _x
gekocht en dat ITlCt tCStd 111G111
aan Scheffers ver-
huurd, die 'n rij
tuig wilde hou
den. Dit paard liet hij den notaris na!
Dertig jaar lang bedelde Drilshuis, iedere
week kwam ie bij de Van Heurdens en nooit 'n
toe-deur of 'n snauw! Of notaris hèm nu 'n
pleizier wilde doen?
De oude heer en de twee getuigen stond ver
baasd. Waren ze niet nauwelijks van den schrik
bekomen? Was ditzelfde paard niet byna de
oorzaak van hun dood geworden? Doch dat
vertelden ze maar niet, en nog minder dat 't
dier misschien nog als razend ergens voortrende.
Janus stierf gerust in de overtuiging dat zyn
nalatenschap met biydschap werd aanvaard.
Het vermaakte paard dat byna zooveel onheil
gesticht had, werd den volgenden dag gevonden,
verdronken in een ven.
RENATO.
De uitgever van een blad te Jackson (Missis
sippi) heeft een brief ontvangen, waarin wordt
verzocht het adres op te geven van een afstam
meling van een dame, die voor 1863 te Jack
son woonde.
De schryver verklaarde een boek terug te wil
len geven, dat uit de bibliotheek van de bewuste
dame afkomstig was.
Uit Helsingfors wordt gemeld, dat de Finsche
regeering heeft besloten tot den bouw van een
nieuw gezantschapsgebouw te Moskou. Hiervoor
is een bedrag van vyf millioen Finsche Marken
beschikbaar gesteld. Met den bouw zal nog dit
voorjaar worden begonnen.
Toen hy zag, dat hy ontdekt was, uitte hy een
schreeuw van woede, draaide zich om en liep de
trap weer op met de vlugheid van een kat. „Achter
hem aan," schreeuwde kapitein Gay, terwyi hy z'n
zwaard trok en naar den uitgang snelde. Hal volgde
hem vlug.
„Houd hem in 't oog!" riep kapitein Gay, terwyi
de man over allerlei hindernissen heen sprong. „Hy
gaat naar beneden riep Hal toen de vreemdeling zich
omwendde op z'n spoor.
Kapitein Gay was den vluchteling viak op de
hielen en ging hem na naar het batterüdek. „Daar
gaat ie," schreeuwde kapitein Gay, toen hy hem
door een opening in den zykant van het galjoen zag
klauteren. „We zijn hem kwijt."
Te Hampstead is op 82-jarigen leeftyd over
leden de advocaat Lancelot Fielding Everest.
De overledene was een zoon van Kolonel
George Everest, Surveyor-General van Britsch
Indië, naar wien de Mount Everest is genoemd.
lir
Duitschland heeft in Noorwegen 70.000 ton
walvischtraan gekocht.
In verband met den internationalen toestand
heeft de chef van den generalen staf van het
Zweedsche leger uitbreiding van de leger-uit-
rusting geëischt, alsmede maatregelen tot ver
betering van de opleiding van het leger binnen
het kader van de beschikbare leger-organisatie.
De Sovjet-regeering eischt het wereldrecord
hoogtevlucht op voor een stratosfeerballon, die
zonder passagiers byna 40.000 meter hoog is
gekomen. De ballon was van een draadlooze
installatie voorzien.
1317 April Studenten
1720 April Onderwyzéressen e.a. Dames.
2023 April Meisjes
26—29 April Meisjes'
47 Mei Meisjes Congreganisten.
710 Mei Huismoeders.
11—14 Mei Meisjes.
1418 Mei Dames
17—20 Mei Voltallig.
2125 Mei Dames.
2528 Mei Meisjes Congreganisten.
29 Mei—1 Juni Gereserveerd.
811 Juni Meisjes (Pinksteren).
1114 Juni Dames.
1518 Juni Meisjes.
1821 Juni Dames.
2225 Juni Meisjes.
2428 Juni Dames.
29 Juni2 Juli Meisjes.
op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen
bij een ongeval met
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 1" f tïU#" dóodelijken afloop
FOCfl bij verlies van een hant»
een voet of een oog
33
Plotseling reed deze echter met snelle vaart d«
Grove End Road in. Jimmie, die dit nog juist
had kunnen zien versnelde zyn vaart, reed de
Dlaida Vale langs en sloeg toen plotseling
Ramelton Terrace in, zoodat hy niet lang
daarna op den Grove End Road uitkwam. In
een stille zystraat stopte hy, gaf den chauffeur
opdracht, op hem te wachten en wandelde
Weg.
St. John's Wood was hem niet geheel onbe
kend; er woonden eenige kennissen van hem.
die hy van tyd tot tyd opzocht. Hy meende
den naam Holgate Lodge dan ook wel eens
Bezien te hebben. Na eenig zoeken stond hy
v6ór de gezochte plaats. Het was een -groot
°Uderwetsch huis, dat in het midden van een
Srooten tuin stond, welke werd begrensd door
oen hoogen muur. Hy probeerde toegang te
krijgen door den hoofdtoegang, doch deze werd
bewaakt door waarschynlijk een tuinman, die
v°or de deur van een klein tuinhuis achter den
hiuur stond. Ook een andere toegang op het
oind van den muur, was gesloten. Jimmie keek
eens langs den muur, of hy er niet over heen
kon komen, doch deze was niet slechts was
boog, maar werd tevens verdedigd door scherpe
stukken glas. Jimmie vond, dat hy niet was
gekomen, om dit alles te constateeren en zochi
daarom naar een andere manier, om binnen te
dringen. Een aangrenzende villa bleek een niet
zoo hoogen muur te bezitten en ook was hy me»
voorzien van dat hateiyke glas. Met een ele-
ganten zwaai gooide Jimmie zich over dien
muur en kwam terecht in eenige struiken;
daarna de schelding tusschen de twee tuinen,
die ook nogal meeviel en de detective-in-spe
stond op een pad, dat hem rechtstreeks voerde
naar het gewenschte huis. Beneden waren
eenige vensters verlicht. Daar trok hy heen';
hy wilde binnen eens een kykje nemen. Nauwe
iyks had hy zich zóó gezet, dat hy niet gezien
kon worden, of de deur ging open, een stem
met een beslist Amerikaansch accent zei:
„Goeden avond!" en Curtis kwam naar buiten.
Jimmie hoorde de voetstappen zich steeds ver-
wyderen tot zij ineens overstemd werden
door een ander geluid, het geronk van een
motor.
De auto stopte voor den hoofdingang; hy
hoorde een man over het pleiveisel loopen.
Na eenig wachten hoorde Jimmie, dat de deur
van het huis geopend werd; hy keek scherp
toe en zag, dat een bundel licht uit de hall
fel het gelaat bescheen vanden Markies
van Scraye.
HOOFDSTUK XXIV
DE BRIEF UIT PARIJS
Het is te begrypen, dat Jimmie byna zyn
evenwicht verloor van verrassing. Hier namen
de zaken een keer, dien hy niet had kunnen ver
moeden! Hy was verbaasd geweest, toen hy
mevrouw Wythenshawe zag in het gezelschap
van dien Curtis, maar het was niets in verge-
ïyking met hetgeen hy nu gezien had. Jimmie
wist niet goed, wat hy nu eigeniyk van dit huis
moest denken. Door zyn taaien wil volhardde 141
in de ongemakkelyke houding, die hij moest
aannemen om naar binnen te kyken zonder op
gemerkt te worden.
Door een groot venster zag hy een vertrek
dat op ouderwetsche, doch zeer aristocratische
wyze gemeubileerd was. Scraye was inmiddels
binnengekomen en stond nu met zyn rug naar
het vuur, te praten tegen de dame, die Jimmie
voor het eerst in het theater had gezien.
Scraye's gezicht toonde een hoogen ernst en
eenigen angst, zyn gebaren lieten soms duide
lijk zyn verontwaardigingen blyken eenige
malen onderstreepte hy zyn woorden met drii-
tige korte krachtige gebaren. De dame die
tegenover hem zat, scheen zichtbaar geërgerd en
zeer nerveus, zy schudde haar hoofd, gebaarde
met de handen en menigmaal keek zij boos en
ongeduldig op. Plotseling kwam er aan deze
scene een einde; Scraye die, zoo te zien, een
ultimatum had gesteld of dringend iets had ge
vraagd waarop hy geen antwoord had entvan-
gen, snelde naar de deur en verdween. Het vol
gende moment hoorde Jimmie de deur van de
hall dichtslaan en door eenfge struiken zag hy
Scraye naar den uitgang loopen. Het volgende
oogenblik reed de auto die Scraye gebracht had,
weer heen.
Jimmie keek weer naar binnen en zag de
dame naar een punt in het behang staren. Zij
scheen zich dan te overwinnen, beet driftig op
haar lippen en trappelde ongeduldig met haar
voet. Daarna stond zij op en nadat zy een
ruiker bloemen van een klein tafeltje had ge
nomen, verliet zy de kamer. Eenige oogenolikken
later kwam een dienstmeisje binnen en deed de
lichten uit. Voor Jimmie was er nu niets meer
te halen en hy ging denzelfden weg terug dien
hij gekomen was. Hy vond zyn chauffeur ge
duldig wachtend op dezelfde plaats waar hy
hem had gelaten. Binnen den kortst mogeiyken
tijd had Jimmie zyn kamers bereikt.
Kentover wachtte hem reeds.
De dames hebben zich reeds teruggetrok
ken, mijnheer, meldde hij. Er zijn eenige brie
ven voor u gekomen, mynheer, zy liggen op
tafel daar.
Dank je wel Kentover, zei Jimmie. En
luister eens even Kentover, zou er nog
iemand op het kantoor zyn? Ja? Loop dan
eens naar beneden en haal het adresboek van
Londen. Dat is dan alles.
Nadat Jimmie zyn overjas had uitgetrokken
ging hy zyn zitkamer binnen, bedachtzaam
stak hy een sigaret op en schonk zich een
whiskey-and-soda in. Kentover bracht even
daarna het dikke boek en verdween weer,
waarna Jimmie zyn correspondentie opnam en
doorliep, Ah, een brief met een Franschen
postzegel. Dat moest een brief van Schmidt
zijn. Wat zou deze te vertellen hebben? Zouden
de zaken vorderingen maken?
De brief dien hy uit de enveloppe haalde
was geschreven met een klein, doch zeer regel
matig handschrift Schmidt had waarschyn-
lyk veel te zeggen. Jimmie vergat zyn sigaret
en zijn whisky-and-soda terwyi hy las:
„Mynheer," zoo luidde de brief, „sinds
myn terugkeer in Parijs hebben zich eenige
voorvallen voorgedaan die in betrekking staan
tot de zaak, welke ik duidelijkshalve zal noe
men die der Rue de la Paix.
Onmiddellük na myn aankomst hier hoorde
lk, dat een van myn collega's de vrouw ontdekt
had die tot aan den dag waarop u myn dien
sten vroeg, als huishoudster gewerkt nad by
de firma Valerie et Cie. Deze vrouw die eenigs-
zins aan den drank verslaafd schynt te zyn
kwam beïnvloed door ik weet niet welken
geestryken drank naar den gesloten winkel
en door met alle geweld naar binnen te willen
trok zij de aandacht van de politie. Deze bracht
haar naar het bureau waar zy werd vastgehou
den tot ik haar zou kunnen ondervragen. Dit
deed ik natuurlijk zoo spoedig mogelyk en
kwam zoodoende te weten wat er gebeurd is
op den avond dat het huis werd verlaten.
Volgens haar verhaal dat myns inziens
waar is was om even voor zeven uur dien
avond de man, dien u Monsieur Charles
noemde, thuis gekomen en had de twee be
dienden direct hun dienst opgezegd, had hun
loon betaald en hun bevolen, direct het huis
te verlaten. Binnen vyf minuten waren zy in
de voor hen bestelde taxi weggereden. In der
haast had de huishoudster eenige kleinig
heden vergeten, vandaar haar terugkeer.
Volgens de verklaring van de vrouw zou Mon
sieur Charles na hun vertrek naar zyn prlvé-
kantoor gegaan zyn. Zy wist over de assistente
niets anders te zeggen dan dat zy waarschijn-
ïyk uit Lyon kwam, zy had althans meerdere
malen brieven gekregen die het poststempel
van Lyon droegen.
Het volgende is echter van meer belang.
Volgens onze gebruikeiyke methode had ik
voor ik Parys verliet, opdracht gegeven te
onderzoeken waar de man we zullen hem
Monsieur Charles blyven noemen was ge
bleven. Gisterenavond ontving ik uit een afge
legen arrondissement bericht dat het ïyk van
een man gevonden was in een plantsoen. Een
schot door het hoofd was de doodsoorzaak. Ik
twyfel er niet aan of het gevonden ïyk is dat
van monsieur Charles. Myn identificatie was
natuuriyk gebasseerd op de nauwkeurige om-
schryving die ik van u had ontvangen. Volgens
de opgave stemden uiterlijk de kleeren van
den gevondene daarmee volkomen overeen.
De plaatselyke politie had reeds een onder
zoek ingesteld. Zy had echter absoluut niets
kunnen vinden, papieren, geld of persoonlijke
kleinigheden werden niet aangetroffen. Er was
niets meer in de zakken zelfs geen mesje or
een zakdoek. De moordenaars hadden alles wat
maar een aanwijzing had kunnen geven verwy-
derd. De knoopen waren van de kleeren gesne
den, letters of initialen waren uit het onder
goed gescheurd en uit de voering van de jas
was zelfs de naam van den kleermaker geknipt.
(Wordt vervolgd)