De catastrophe van de LeeuwerikDe eerste origineele foto van de ramp.
De opbouw der Standenmaatschappij
in Nieuw-Oostenrijk
HET DAMSPEL
VIJF BEROEPSSTANDEN
WORDEN GEVORMD
Pepermunt
OAUhedoelt: r\ NC
com
IMP
TON N EM A CIE - SNEEK
Maandag 8 April 1935
De eerste origineele foto der catastrophe van het K.L.M.-vliegtuig de .Leeuwerik", dat Zaterdag middag nabij Brilon op 80 K.M. ten Oosten van Dortmund tegen een berg vloog en met
de zeven inzittenden verbrandde. Op den voorgrond het geraamte van de uitgebrande cabine; daarachter de overblijfselen van een der motoren
INHALEN
VERBODEN
Eenheidsvakvereeniging voor alle
werknemers en vijf eenheids-
werkgeversvereenigingen
voor de patroons
Grondslag is gelegd
T^»*««yi£
K %i&MW3*X*Yi
\sw -v w^;
*«$TAU*{:
h&Étö igjtiitMM*^
•ae»"
aot
nA-mw>.
Hre&wm $»*hm>
mHttfttfmr
'I^WBKSKSWSSÜWÏf!!
»e»t*w*»
5W»Mn<SSS«i!«V?n
*SSSS«,USi
FOTOREPORTAGE IH1ZMW
Op den Bond der Industrie en den Bond van
het Ambacht zullen nu volgen de Bond van
Handel en Verkeer, de Bond voor Bank- en
verzekeringswezen, de Bond voor vrijt Beroepen,
die echter alle drie nog maar in een stadium
van voorbereiding zijn.
Alles betreffende deze rubriek te adresseeren
aan den damredacteur van dit blad.
ervan is een beslissing betreffende het spelen
van 42—38 en 4742 of 4338 en 4943 nog
even uit te stellen.
3. 7—12
4. 42—38 1—7
5. 47—42 20—25
6. 4034 15—20
7. 4540 19—23
8. 28 19 14 23
9. 5045 20—24
Indien 9. 23—28; 10. 32:23, 22—27;
11. 31:22, 17:19; 12. 29—24! enz. met voordeel
voor wit.
10. 29 20 25 14
11. 33—28
Indien 11. 32—28, 23:32; 12. 37:28, 22—27!
enz. met moeilijk spel voor wit.
De variant, die in de party wordt toegepast,
verzwakt het witte centrum. Het beste ïykt ons
11. 34—29, 23:34: 12. 40:29 met ongeveer gelijk
spel.
11. 22 33
12. 39 19 14 23
13. 32—28 23 32
14. 37 28 10—14
15. 41—37 5—10
16. 44—39 16—21!
17. 39—33
Indien 17. 31—26, 21—27! enz. met voordeel
voor zwart.
17. 21—26
18. 37—32
Anders speelt zwart 1722 en 11:22! waarna
wit's lange vleugel moeilijk tot ontwikkeling
komt.
18. 26 37
19. 32 41 18—22!
20. 38—32
In aanmerking kwam 20. 3631, waarna
zwart niet mocht spelen; 20. 222721.
31:22, 12—18? 22. 28—23! Wit Wint.
20. 1218
Stand na 20. 12—18
21. 34—29 7—12
22. 43—38 14—19
23. 36—31 914
24.41—37
Wit had 2923! enz. moeten spelen. Zwart
houdt dan wel eenig voordeel, maar wit krygt
toch houdbaar spel. Na den tekstzet wordt wit's
lange vleugel onder vuur genomen.
24. 19—23!
25. 28 19 14 34
26. 40 29 22—27.
27. 32 21 17 26
28. 31—27
Dat is vrywel gedwongen, om zwart 1822
te voorkomen.
28. 3—0
29. 37—31
Sterker ïykt ons 29. 33—28.
29. 26 37
30. 42 31 2—7
31. 49—44 11—17
32. 46—41 6—11
33. 44—40 11—16
34. 38—32 10—14
35. 40—34
Wit had 35. 2924! moeten spelen. Na den
tekstzet forceert zwart beslissend voordeel.
35. 17—21!
36. 31—26
Indien 36. 33—28, 14—19! enz. wint een schyt
36. 14—19
37. 26 17 12 21
Stand na 37.12 21
38. 41—36 21—26
39. 32—28
Indien bijv. 39. 35—30, 26—31; 40. 27—22,
18:38; 41. 33:42, 7—11; 42. 36:27, 19—23! wint.
39. 8—12!
40. 36—31
Indien 40. 28—22, 16—21; 41. 27:16, 18—27!
Wit heeft geen verdediging tegen zwart 2731;
1923! enz., want indien 42. 3328, 711! enz.
wint. De tekst is dus gedwongen. Zwart wint
nu bijzonder fraai:
40. 26 37
41. 27—22 18 27
42. 48—42 37 48
43. 29—23 46 30!!
44. 23 3 16—21
Een probleem zet:
45. 3:26 7—12!
46. 26 19 30 13
Wit geeft op.
aar dit Lord
■taat (roode rand.
linker auto rood.
reckter auto zwart)
mogen motorrij
tuigen elkander
niét inkalen 1
(Van onzen Weenschen correspondent)
De bestaande grondwet van 1
Mei 1934 wil Nieuw-Oosten
rijk op corporatieven grond
slag opbouwen; dit wil feitelijk zeg
gen dat de reeds bestaande of nog te
vormen „standen" als „beroepsstan
den" worden georganiseerd.
De beroepsstanden of corporaties
ontstaan uit vereeniging en samen
werking der vereenigde werkgevers
èn der vereenigde werknemers van
een zelfden stand. Die „beroeps
standen" bestonden natuurlijk nog
niet; zelfs bestonden of bestaan niet
alle „standen".
By den corporatieven opbouw denkt men in
Oostenryk afgezien van den boerenstand, die
zelfstandig georganiseerd en afzonderlek be
handeld wordt aan vijf „standen" of liever
„groepen".
Nameiyk: 1) Industrie en Mynbouw; 2) Hand
werk; 3) Handel en Verkeer; 4) Bank- en Ver
zekeringswezen; 5) Vrye Beroepen.
Alle in deze vyf groepen werk nemende
menschen worden georganiseerd in den „Ge-
werkschaftsbund" (Eenheidsvakvereeniglng)
die dus vyf af deelingen heeft, een voor
elk der bovengenoemde groepen. Alle In deze
vyf groepen werk gevende menschen wor
den, eveneens naar groep, georganiseerd,
maar ln vijf zelfstandige organisaties of
bonden van werkgevers: Industriebond,
Handwerksbond enz. Uit het samenwerken
van de werkgevers en van de werknemers
der zelfde groep ontstaat vervolgens de
„Peroepsstand".
Er bestonden natuuriyk in Oostenryk evenals
elders vakvereenigingen, vereenigingen dus van
werknemers en er bestonden ook patroonsver-
eenigingen. Er bestonden echter geen vak- en
patroonsvereenigingen te saam verbonden in
corporaties. Deze moesten eerst geschapen wor
den. Moesten en moeten. Want na verloop van
byna een jaar zyn we nog steeds zoo ver.
De nieuwe Oostenryksche koers begon met
het oprichten van één groote, alle werknemers
van alle Oostenryksche „landen" omvattende
vakvereeniging, de zoogenaamde „Gewerk-
schaftsbund" of eenheidsvakvereeniging. In
plaats van de veelheid der bestaande vakver
eenigingen kwam er een niet-politieke eenheids
vakvereeniging die de belangen aller werk
nemers van heel het bondsgebied moest be
hartigen. De oprichting van deze eenheids
vakvereeniging ging gepaard met het autorita-
tieve opheffen aller bestaande christeiyke,
sociaal-democratische, nationale en onafhanke-
lyke vakvereenigingen. Voor alle werknemers,
lid of geen lid, werd uitsluitend deze eenheids
vakvereeniging inzake het sluiten van collec
tieve arbeidscontracten competent verklaard.
De doorvoering van deze eenheidsvakvereeni
ging is in zooverre geslaagd, dalt circa de helft
der Oostenryksche loontrekkenaen er lid van
is geworden en dat de andere helft geen organi
satie meer achter zich heeft. In hoeverre ln
deze de boterham een rol gespeeld heeft, zullen
wij buiten beschouwing laten. In elk geval ls
de eenheidsvakvereeniging er voor alle Oosten
ryksche werknemers één groep valt er bul
ten, doch om niet verwarrend te werken, gaan
we daar niet op in en zy staat of valt met
den huldigen Oostenrykschen koers.
Na den opbouw van de organisatie der werk
nemers, begon men met de andere, de organi
satie der werkgevers. Ook hier bestonden veel
heden van belangengroepen, niet alleen van
economischen, maar ook, zooals by de vakver
eenigingen, van politieken aard.
Het ging er dus om, eenheidswerkgevers-
bonden op te richten, één voor elke groep. De
eerste eenheidswerkgeversbond bestaat reeds
sinds October 1934 en werd reeds beschreven:
de Industriebond (Industrie en Mynbouw).
Thans kwam eenheidswerkgeversbond num
mer twee tot stand: de Handwerksbond (Am-
bachtsbond)
Deze Ambachtsbond omvat alle meesters van
het Ambacht ln heel Oostenrijk, alle bakkers,
slagers, schoenmakers, behangers, enz., en heeft
zijn zetel in Weenen. Onderverdeeld is hy naar
„landen". (Van „provincies" wil de Oostenrijker
niets weten. Oostenryk heeft negen „landen":
Weenen, Beneden- en Opper-Oostenrijk, Stier
marken, Karinthië, Salzburg, Tirol, Vorarlberg,
Burgenland). De vereeniging van het Ambacht
in een land heet: Gilde. Zetel in de hoofdstad
van het „land". Aan het hoofd de gildemeester.
De vereeniging aller gilden (landsorganisaties)
heet „Innung" (federatie). Deze federatie heeft
haar zetel te Weenen en aan het hoofd er van
staat de „Innungmeister". Alle gilden van een
land, dus die der bakkers, der slagers, der sme
den, enz., worden in de landshoofdstad ver-
eenigd ln een „Landsverband" van het Ambacht
en alle „Innungen" in de bondshoofdstad Wee
nen.
Dat ls de verticale opbouw der werkgevers-
vereenigingen. Deze verticale opbouw zal later
worden aangevuld zoo hoor lk door een
horizontale dwarsverbinding in den vorm eener
hervormde Kamer van Koophandel, die de ge
meenschappelijke belangen der werkgeversver-
eenigingen te behartigen krygt. Dit om versnip
pering der economie te verhoeden.
Eindeiyk zullen dan uit de publiekrechte-
ïyke organisatie van den Eenheidsvakbond
eenerzyds en uit de vyf groote publiekrech-
teiyke patroonsvereenigingen anderzyds de
beroepsstanden (corporaties) gevormd wor
den.
Hieronder de mooie party uit den wedstrijd,
om het kampioenschap van Parijs: ir. Sonier
had wit en ex-wereldkampioen Pabre zwart.
Wit Zwart
1. 33—28 18—22
Dit wordt tegenwoordig veel gespeeld als ant
woord op 1. 3328. Wit moet nu zeer correct
spelen, om moeiiykheden te voorkomen.
2. 38—33
Het is o.i. nog niet bewezen, dat deze moderne
voorstelling sterker is dan het oude 2. 3127.
2. 12—18
3. 34—29
O.I. verdient 4338, 4943, 3429 enz. de
voorkeur. Na 3. 4338 wordt nog al eens 3.
-, 1823 gespeeld. Dan wit 3127 en
36:27 met uitstekend spel. Den tekstzet ziet men
veel in Hollandsche tournooien en de bedoeling
Ter gelegenheid van het 12e Internationale Vrouwencongres dat op 18 April te
Istamboel wordt geopend, worden in Turkije twee series postzegels met vrouwen
uitgegeven. De postzegels zijn ontworpen door den Zwitserschen kunstschilder J.
Courvoisier en werden ook in Zwitserland aedrukt