'T IS ZOO OUDERWETSCH! w POLITIEK N.S.B.-SPEL Blimde^koe CUMULA TIE-0NTWERP ZONDAG 14 APRIL 1935 IDEEËN Toch Duitsch geld aan de N.S.B. Onthullingen van een ex-N.S.B.-er Sondërkonto Saneeringsplan voor bloembollen m Geen pensionneering van Gede puteerden meer? Ver. „Het Grondbezit" Afwikkeling achterstallige han delsvorderingen op Duitsche debiteuren De toepassing der Natuurschoon- wet 1928 in de practijk Contingenteering van steenkolen Sensationeel bericht Dat onjuist voorlichtte over poli tieke rust in Ned.-Indië Conferentie met belanghebbenden te Den Haag DE „JUNO" VASTGEHOUDEN Buitenlandsche Zaken komt tusschenbeide Heffingsbedragen worden teruggebracht Pech van de „Pelikaan" „Oehoe" pieemt post en passa giers over Conflict geëindigd Geen loonsverlaging in de bouw bedrijven te Rotterdam Bouw van nieuwe woningen Het standpunt van den Minister van Sociale Zaken Postvluchten „DUINRELL" ONDER WASSE NAAR Het landgoed is opengesteld TUSSCHEN SCHUIT EN BRUG BEKNELD DOOR TREIN GEGREPEN EN GEDOOD Er zijn weinig denkbeelden, die zóózeer ons doen en laten beheerschen als de vraag: is dit ouderwetsch of nieuwer- Wetsch! Wy denken hierbij natuurlijk dadelijk aan de mode, en terecht! 't Heeft weinig zin om af te geven op de dwaasheid, dat de vrou wen de voorschriften van bepaalde modehuizen ieder seizoen opnieuw en met groote stiptheid Volgen. Wat baat het in dit verband te spreken Van „slavinnen" van kleermakersgrillen, van tnenschelljk opzicht en zoo meer? Wij zijn er toch van overtuigd, dat geen predikatie, geen sermoen, geen propaganda, hoe overtuigend of krachtig ook, hierin eenige verandering zal bren gen. Men behoeft nog niet zoo oud te zijn om zich details van het vrouwelijk toilet te herin heren zóó dwaas, dat de draagster zelf er zich belachelijk mee voelde, maar er zich niettemin aan onderwierp, 't Is nu eenmaal mode! En daarmee is iedere discussie afgesloten. Behoort het niet tot de vermakeljjkste uren van dames op leeftijd om oude familieportretten door te kijken en zich te herinneren hoe „bespottelijk" men er twintig, dertig jaar geleden uitzag? En Vaak ook komt men tot de conclusie, zelf niet te begrijpen hoe men indertijd „zoo iets gedurfd heeft." Kijkt menige eerbare vrouw van thans hiet een beetje bedremmeld tegen een foto aan met haar beeltenis van tien jaar geleden in 'n korten rok, waarin zij zich thans voor geen geld Van de wereld meer in het publiek zou durven Vertoonen? De eenige „afdoende" verontschul diging bij dit alles is: 't was mode! En laat het mannelijk deel der schepping niet teveel met steenen werpen naar de vrouwelijke sekse. Gaat de drang naar een modieuze klee ding van de vrouwen niet voor een zeer groot deel van den man uit? Zouden de meeste man hen niet weigeren zich in het openbaar te ver toonen met een ouderwetsch gekleede vrouw? En de man zelf? Er moge in zijn uiterlijk om hulsel weinig veranderingen plaats hebben, zoo dra er een eenigszins opvallende wijziging in de bovenkleeding komt, al is het maar in de details Van hoeden, boorden of dassen, dan zijn de ster ken van ons geslacht niet minder slaaf dan de Zwakken slavinnen zijn. Met dit alles willen wij maar zeggen, dat ouderwetsch genoemd te worden blijkbaar een der ergste dingen is, welke een mensch in zijn teven kan overkomen. Ten opzichte van de mode kost het de vrouw haar gemoedsrust en den man den inhoud van zijn beurs. In zekeren zin is dit Zoo erg niet. Wanneer de mode de perken van fatsoen en goeden smaak niet al te zeer over schrijdt kan het geen kwaad en is het zelfs een noodzakelijk uitvloeisel van een vitale samen leving. dat ons uiterlijk voortdurend aan wisse ling onderhevig is. Bij alle grilligheid en schijn bare wispelturigheid volgt de mode van jaar tot jaar een zekere evolutie, welke den groei van het maatschappelijk leven zelf weerspiegelt. En Wat voor de kleeding geldt kan eveneens van de meeste gebruiksvoorwerpen gezegd worden. Ook onze huizen met alles wat zij bevatten, hieubelen en stoffeering, zijn aan mode onder hevig. En heeft de auto niet ieder jaar een ander uiterlijk? De strijd tusschen het oude en het nieuwe duurt zoolang de wereld bestaat. Zoolang het gaat om uiterlijkheden kan men tegen exces sen waarschuwen, maar zal men overigens het beste doen, die voortdurende wisselingen haar gang te laten gaan. Veel voornamer echter wordt de zaak. Wanneer het gaat om dingen van geest en hart. Ook op dit terrein is er sprake van ouderwetsch ®n nieuwerwetsch, van oude en nieuwe begin selen. En hierbij mag niemand onverschillig blijven. Ook op het gebied van geest en gemoed is er den mode, die, evenals haar meer materieele zuster, in het eene tijdperk sneller wisselt dan in het andere, den eenen tijd rustig en bijna on merkbaar voortgaat en in een andere eeuw met korte tusschenpauzen van den eenen wansmaak in den anderen, van de eene gedrochtelijkheid in de andere valt. Ons geslacht kan helaas niet op een tijd van rustige en evenwichtige be schaving van een geleidelijk zich ontwikkelende geestelijke cultuur roemen. Twee geweldige bot singen tusschen ouderwetsche en nieuwerwet- sche ideeën, welke de ouderen onder ons van den aanvang af en de jongeren van het hoog tepunt af hebben meegemaakt, zijn de gezagcri- sis en de emancipatie der vrouw. Zooals voor elke geestelijke modewisseling was ook voor deze een aanleiding. Toen in de vorige eeuw der democra tie de burger tot volle ontplooiing van zijn bur gerrechten gekomen was, kregen de oude gezags verhoudingen ook buiten het politieke leven te groote spanning. Werknemers maakten zich sterk in hun organisaties en onderhandelden door bemiddeling van hun vrijgestelden over hun arbeidsvoorwaarden op voet van gelijkheid met de patroons. In het gezin werden de oude patriarchale Verhoudingen als ondraaglijke tyrannie gevoeld Al heel spoedig heette het hopeloos ouderwetsch, dat de ouders „de baas" waren. Kinderen moest men zich vrij laten ontwikkelen; welk recht had men hen in hun geestelijken groei te be temmeren door ze te wringen en te dwtogen naar eigen oude, overgeleverde opvattingen? Zij moesten onafhankelijk, als gelijken naast vader en moeder opgroeien. Zoo werd ook in het laatste kwart der vorige eeuw de ongelijkheid der vrouw als een bela chelijk ouderwetsch begrip overboord geworpen. De vrouw zou in alles de gelijke van den man zijn. Waarom dat ouderwetsche verschil tus schen de seksen, waardoor op de vrouw een minderwaardigheidsstempel werd gedrukt? Kan de vrouw niet evengoed werken, studeeren, behee- ren, besturen als de man? Daarom weg met alle staketsels. Onze dochters kregen den huissleutel, mochten komen en gaan waar en met Wie ze wilden. In het openbare leven werden de gren zen tusschen man en Vrouw uitgewischt. Man nen en vrouwen moeten als kameraden naast en met elkander werken in fabriek en op kan toor, maar dan ook met elkander uitgaan, roo- ken, dansen, zwemmen, kampeeren: wie niet inziet dat het zóó moet en zóó goed is, is een ouderwetsche droogstoppel. De mode, ook die óp geestelijk terrein, is gril- gezag en de ongelijkheid van man en vrouw aantasten. Er warén nog gebieden genoeg, waar op zeer ouderwetsche begrippen heerschten. Daar hebt ge bijv. het door en door verouderde systeem van het onverbrekelijke huwelijk. Hoe was het mogelijk, dat zulk een instelling zoo lang onveranderd bleef? De nieuwe mode ging radicaal te werk en hield stevig stand; ze was dan ook zeer aantrekkelijk. Jongemannen en vrouwen moesten het eerst eens in kameraad schap, in proef huwelijk probeeren. En dan: het verbond zij niet eeuwigHet is veel mooier en spreekt van veel zuiverder liefde, wanneer bei den overeenkomen elkaar slechts zoo lang trouw te blijven, tot de genegenheid bij een of bij beide partijen gedoofd is. Noch man noch vrouw- mag gedwongen worden tegen zijn of haar zin in gebonden te blijven door een zoogenaamden huwelijksband. Een nieuwerwetsch mensch noemt zoo iets onzedelijk. Die zoogenaamde eeuwige trouw is niet alleen gruwelijk ouder- w'etsch maar bovendien misdadig tegenover de partij, die haar liefde zag blusschen. Ouderwetsch is ook het geloof aan een Open baring van negentien eeuwen geieaen. De mo dern denkende mensch gelooft niet meer aan dat sprookje van het christendom. In eigen menschenwaarde, in zuiverheid van ras, in de macht van een eenswillende gemeenschap, in de grootheid van een volk openbaart zich God Meewerken aan de grootheid van een natie, zich één voelen met zijn land- en rasgenooten, leven, strijden en sterven voor den staat, waar toe men behoort, ziedaar het waarachtig geluk van den nieuwerwetsehen mensch, die meelij dend neerziet op de enghartige zielen, die ge- looven in de mythe van een God, die als een menschenkind geboren zou zijn en aan een schandhout gestorven. Ziedaar eenige modesnufjes op geestelijk ge bied. Zoo betrekkelijk ongevaarlijk de grillen van de mode in kleeding, schoeisel en gebruiks voorwerpen is, zoo ruïneus is de nieuwheids- jacht op het terrein van godsdienst en moraai. En hoe komt het, det zoo ontelbaar velen ook van dien laatstbedoelden modetyran de slaven en slavinnen worden? Omdat zij het verschil niet vatten tusschen voorbijgaande verschijn selen, tusschen bijkomende omstandigheden en eeuwige, onveranderlijke beginselen. Zie in dit voorjaar groen en bloemen ontluiken; zie de zware lentewolken scheuren en vormen onze onvergelijkelijk prachtige Hollandsche luchten. Wij kijken er naar: dertig, vijftig, zeventig jaar en altijd is het oude weer nieuw. Ga de grenzen over en kijk naar de bergen. Kom er jaar op jaar en altijd weer zullen die reuzen u boeien met hun besneeuwde kruinen en groene ruggen, met hun grillige vormen en het spel, dat de nevels spelen om hun machtige hoofden. Waarom noemen wy de wisseling der jaarge- tyden en de granieten klompen van het berg land niet ouderwetsch? Toch is dat alles zoo oud als de wereld! Waarom dan de eeuwige beginselen, het geloof in den persoonlijken God in zijn openbaring, in de natuurwet, gegrift in ieder menschenhart, ouderwetsch te noemen? Ook bij beginselen kan men van belichting en toepassing spreken. Zooals de zon speelt over het landschap en aan elk nieuw geslacht de schoonheid der schepping openbaart, zoo ver klaart de stem uit Rome aan de opvolgende ge slachten telkens opnieuw de eeuwige waarheden in de taal waarin deze het best kunnen wor den verstaan. Maar de beginselen zelf zyn als het graniet der bergen, onveranderlijk en on- verzetteiyk. Dwaas doet hU, die bij het valsehe licht van valsehe profeten den winter zomer en den berg een dal noemt, alleen om toch maar niet hopeloos ouderwetsch te schynen. Het zui vere zonlicht zal er niet door verduisteren en de bergen zullen voor zijn waan niet uit den weg gaan. Alleen zal hy zichzelf belacheiyk ma ken en het tegendeel vinden van het geluk, da! waanwezen hem beloofden. LIBRA Het „Volk" meent thans iets naders te kun nen berichten over de financiering van de N.S.B., die door den Leider zoo angstvallig wordt geheim gehouden. „Een ex-N.S.B.-er, die de gelegenheid heeft gehad, vry wat van de administratie te zien", heeft aan het blad en kele mededeelingen gedaan. Behalve „en kele groot-kapitalisten uit Den Haag en Wassenaar" zouden ook Duitschers de N.S.B.- financiën versterken. Het blad deelt mede: „Ook in Duitschland worden bydragen ont vangen. Deze worden uiteraard niet in de boe ken der Haagsche kringhuizen verantwoord; men vindt ze in de boeken van het hoofdkwar tier. En dan nog niet al te openiyk. In ver schillende posten zyn de bedragen gecamou fleerd. Onze zegsman heeft echter in de boe ken op ongeregelde tijdstippen bedragen aan getroffen van ƒ3000 a ƒ4000, die uit Duitsch land afkomstig waren." f In het binnenkort te verwachten cumulatie- ontwerp zal, naar de „Tel." verneemt, door de Regeering o.a. worden voorgesteld niet alleen de pensionneering van wethouders, doch ook die van leden van Gedeputeerde Staten in den ver volge tegen te gaan. Vermoedeiyk is het de bedoeling om in plaats van pensioen een afloo pend wachtgeld toe te kennen, echter van niet langer dan drie jaren. In de wéék van 8 tot en mét 13 April is door de Nederlandsche Bank in totaal een bedrag van omstreeks R. M. 600 000 van de op haar Sondërkonto by de Deutsche Verrechnungskasse uitstaande vorderingen met de begunstigden af gerekend. De nummers van deze posten liepen van 76044 tot 76172. Het totale bedrag van de op het Sondërkon to uitstaande posten die nog niet tot uitbetaling zyn gekomen, beloopt op het oogenblik om streeks R. M. 57.1 millioen. De Sonderkonto posten waarvoor koersfixeering is verkregen, zyn hieronder begrepen. De vereeniging „Het Grondbezit" (instituut voor den privaten landelyken eigendom) hield Zaterdag in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht haar 25ste algemeene ledenvergadering onder voorzitterschap van den heer H. Th. s' Jacob OElspeet) De aftredende bestuursleden, de heeren J. D. van Hasselt en W. J. Thate, werden by accla matie herkozen. Besloten werd om in Juni een excursie te houden naar de Wouwsche plantage en Oost-Zeeland. De volgende jaarvergadering zal wederom te Utrecht worden gehouden. Na de pauze hield de heer E. W. A. Snoek, belasting-consulent in Den Haag, een inleiding over de toepassing der Natuurschoonwet 1928 in de practijk. De bedoeling van deze wet is, door eenige vrywillige beperking van het be schikkingsrecht sommige belastingen, die ge heven worden van eigenaren van landgoederen te verminderen, wat ten goede komt aan het behoud van natuurschoon, spr. wees er op, dat. hoewel tal van landgoederen reeds onder deze wet zyn gerangschikt, dit toch met verscheide ne nog niet het geval is hetgeen hy toeschreef aan onbekendheid met de toepassing der wet in de practyk. Sommigen vreezen, dat zy hun be schikkingsrecht geheel verliezen of dat zy hun landgoed onbeperkt moeten open stellen voor het publiek; anderen hebben er bezwaar tegen, dat zy zich onder eenig ambtelyk toezicht moe ten stellen. Niemand raakt zyn beschikkings recht kwijt; men moet alleen, zoo lang het landgoed onder de Natuurschoonwet is gerang schikt, dit in stand houden en niet meer hout vellen dan noodig is voor een normaal bosch- onderhoud. Bevalt het den eigenaar niet lan ger dan kan hy zich aan de werking der wet onttrekken zonder dat hy een cent van de ge noten belastingvermindering behoeft terug te geven. Ook de openstelling, die trouwens niet verplicht is, doch alleen maar de vermindering van belasting1 nog grooter maakt is behalve voor enkele zeer kleine landgoederen en land goederen naby groote steden, in de practyk geen bezwaar, te meer daar men daaraan en kele voorwaarden kan verbinden om onge- wenschte bezoekers te weren en een gedeelte voor de bewoners kan reserveeren. Op hun bezwaar tegen toezicht van het Staatsboschbeheer beginnen sommige eigenaren al terug te komen nu zy bemerken op welke wyz dit geschiedt; zelfs zyn er eigenaren die dit toezicht op prys stellen omdat zy nu nuttige deskundige wenken krijgen. Uit eenige voorbeelden bleek, van hoeveel be lang deze wet is; de waarde, waarover de ver mogensbelasting moet worden berekend, daalde in vele gevallen met de helft of meer. Door de openstelling voor het publiek behoeft daarvan dan nog maar de helft te worden aangegeven, zoodat de waardevermindering dan nog grooter wordt en zelfs wel loopt tot tachtig procent. By overlyden van den eigenaar kunnen de erven door toepassing der Natuurschoonwet een zeer belangryke vermindering van successie recht krygen, maar blyft het landgoed niet ge durende 25 jaren in stand, dan moet het te weir nig geheven recht worden bijbetaald. Na tenslotte nog ie hebben gewezen op het feit dat ook landgoederen, die in een N.V. zyn ingebracht, in zeker opzicht van deze wet kun nen profiteeren, besloot spr. met de aansporing aan hen, die in de termen vallen, doch nog geen gebruik van de wet hebben gemaakt, dit alsnog te doen. De secretaris der vereeniging, de heer C. D. Gryns te Utrecht, hield een inleiding over „Landbouwsteun en pachtbetaling." Spr. be handelde uitvoerig de vraag: „Is het redelyk dat de grondeigenaar-verpachter, zoolang het landbouwbedryf wordt gesteund, nog pacht ontvangt?" BATAVIA, 13 April (Aneta). Terwyl de po litieke toestand in geheel Ned.-Indië uiterst rustig is, deed het Amerikaansche Persbureau „United Press" het volgend bericht over de wereld rondseinen: „Uit- Tokio: Het Japansche ministerie van Buitenlandsche Zaken berichtte gisteren dat in Ned.-Indië strenge maatregelen zyn geno men. Door de regeering van Ned.-Indië, zoo verklaart bet Japansche ministerie van Bui tenlandsche Zaken, is een scherp toezicht in gesteld, terwyl de regeering de contróle over alle verkeersmiddelen in de Kolonie heeft overgenomen." De volslagen onjuistheid van dit bericht is voor een ieder zoo duidelijk te constateeren, dat commentaar hierop geheel en al onnoo- dig is. Slechts kan het nut hebben er op te wyzen, dat het laatste deel van dit bericht ongetwy- feld is ontstaan door een volkomen verkeerde interpretatie van het onlangs door dert Volks raad met de meeste openbaarheid behandelde ontwerp waarby aan de regeering in geval len van eventueele onrust In de toekomst zekere controle-bevoegdheden zyn toegestaan over den dienst der Post en Telegrafie. Te 's-Gravenhage is, aldus het „Hbld.", een conferentie gehouden van de commissie van advies voor de Crisisinvoerwet met de belang hebbenden, betrokken by de contingenteering van steenkolen, cokes en steenkool-briketten. O.a. waren vertegenwoordigd de directies der Limburgsche mynen, de mynwerkersbonden, de Kamers van Koophandel, importeurs van steen kolen en handelaren in steenkolen, werkgevers verenigingen, electriciteitsbedryven, enz. Mr. dr. Frowein, directeur der Staatsmynen, pleitte voor behoud van de tegenwoordige con tingenteering en nog liever zag hy deze nog ver scherpt, aangezien de mynen tot op heden er nog niet veel voordeel van hadden gehad. Na- mens de Mijnwerkersbonden sloot de heer Pel- zer, de voorzitter van den R. K. Mynwerkers- bond, zich bij mr. dr. Frowein aan. Ook de R. K. Werkgeversvereeniging ging ermee ac- coord. De overige belalnghebbende aanwezigen ver zetten zich tegen scherpere contingenteering, omdat zy vreesden, dat de steenkolenbedryven te duur zouden worden. De Regeering zal nog nadeer over een en ander beslissen. Naar aanleiding van het vasthouden van de Nederlandsche tankboot „Juno" door de Ja pansche autoriteiten, welk feit door de Ba- taafsche Petroleum Maatschappy aanhangig is gemaakt by het Departement van Buiten landsche Zaken, kan worden medegedeeld, dat aan den Nederlandschen gezant te Tokio ter Zake inlichtingen zyn gevraagd met opdracht te informeeren naar de redenen dezer handel- wyze en pogingen in het werk te stellen het schip vry te krygen. De mededeelingen d.d. 8 April 1935 inzake de uitbetaling van steungelden voor ingeleverde bloembollen blyken tot eenige misvatting aan leiding te hebben gegeven. In verband hiermede wordt aan belangheb benden-bloembollenkweekers, georganiseerden bij de Nederlandsche Sierteeltcentrale, mede- gedeeld, dat in de vorige publicatie, bij de be paling van de te vorderen bedragen per are voor de verschillende groepen van bloembollen, zijnde resp. f 12.f 4.f 4.en f 4.per are, een ruime marge werd genomen met de bedoeling het eventueel te veel gehevene te restitueeren. Aangezien daartegen in het vak groote be zwaren blyken te bestaan, heeft de Regeering gemeend aan die bezwaren tegemoet te moeten komen, door aan de hand van een scherpe cal culatie de heffingsbedragen reeds thans defini tief terug te brengen, met uitzondering van de heffing voor hyacinthen, welke heffing niet verlaagd kan worden om voldoende fonds voor de uitkeering op ingeleverde bollen te vormen. Vóór vroege tulpen, late tulpen en narcissen evenwel is de heffing van f 4.teruggebracht tot resp. f 2.60, f 2.40 en f 3.00 per are, welke wyziging in het Bloembollensaneeringsplan 1934 (teeltbeschikking) by Ministerieele beschik king van 12 April no. 4896 reeds is aangebracht. Ook thans blijft de regeling van kracht, dat by de invordering der heffingsbedragen, deze waar mogelyk worden verrekend met de steun bedragen, zoodat niet eerst zal worden geheven voor het volle pond en daarna zal worden uit betaald. Heffing en uitbetaling wordt derhalve voor iederen georganiseerde tegenover elkaar gesteld en voor zooveel mogelyk met gesloten beurs verrekend. Ook wordt er nogmaals op gewezen dat, mochten de bedoelde heffingsbedragen ad f 12.f 2.60, f 2.40 en f 3.00 een overschot op leveren, restitutie van het te veel gehevene ponds-pondsgewyze zal plaats hebben. Voor wat betreft de inning der heffingsbe dragen c. q. na aftrek van de steunbedragen, kan worden medegedeeld, dat vanwege de Ne derlandsche Sierteeltcentrale de noodige soepel heid zal worden betracht, met dien verstande, dat aan de vereischte zekerheid niet te kort kan worden gedaan. BANDOENG, 13 April (Aneta). De middel ste motor van het vliegtuig de „Pelikaan", dat zich thans te Calcutta bevindt, is defect en zal moeten worden vervangen. Morgenochtend om zes uur vertrekt de „Oehoe" onder gezag voerder Blaak, met den nieuwen motor via Ba tavia en Singapore naar Calcutta, waar hy niet voor Maandag zal aankomen. De „Oehoe" zal passagiers en post overne men en doorvliegen naar Nederland, terwyl de .Pelikaan", na het aanbrengen van den nieu wen motor, naar Bandoeng terugkeert. De „Ijsvogel", welke gistermiddag onder ge zagvoerder Viruly, arriveerde, zal reeds Maan dag 17 April terugkeeren in plaats van 24 April. De Algemeene Patroonsbond, betrokken by het bouwconflict te Rotterdam, heeft na over leg met de hoofdbesturen der arbeidersorgani saties besloten de eischen van loonsverlaging te laten vervallen. Het conflict is hiermede geëindigd en Maandag zullen de stakende werknemers het werk weer hervatten. Donderdag 11 April jd. is een delegatie uit het bestuur van den Nederlandschen Bond van Huis- en Grondeigenaren en Bouwondernemers, bestaande uit de heeren mr. J. A. de Meyier, voorzitter, J. Brouwer, vice-voorzitter, H. v. d. Meelen, S. J. Mock, W. J. Terlaak, leden en mr. J. Hazenberg, secretaris, op audiëntie ge weest by minister prof. J. R. Slotemaker de Bruine, ter bespreking van den noodtoestand in het particuliere woningbedryf hier te lande, mede naar aanleiding van de verschillende requesten en nota's te dezer zake door dit bestuur in den laatsten tyd aan dezen minis ter en aan den ministerraad gericht. In deze audiëntie, die langer dan een uur geduurd heeft, toonde de minister een open oor te hebben voor de talryke hem bekend ge maakte moeilykheden van de huiseigenaren. In het byzonder is besproken de invloed van den nieuwbouw en de daarmede gepaard gaande overproductie van woningen, op het huurpeil der bestaande woningen. De minister was van oordeel, dat in verschillende plaatsen des lands aan nieuwbouw thans geen behoefte is, tenzy dan ter vervanging van bestaande woningen; en dat, indien nieuwe arbeiderswo ningen met overheidssteun noodig zyn, deze slechts betrokken mogen worden door gezin nen, wier inkomen met de daarvan te heffen huurprijzen in overeenstemming is. De „Havik" op de uitreis is te Cairo aange komen. Naar wy vernemen heeft Graaf van Znylen van Nyevelt besloten zyn landgoed „Duinrell" onder Wassenaar, groot 110 H.A., met ingang van Vrydag 19 April voor bezichtiging van het publiek open te stellen. Dit landgoed is vermaard om zyn natuur schoon. Er is een prachtige parkaanleg met vyvers, men vindt er de mooist beboschte dui nen van Zuid-Holland, waaronder het hoogste duin dezer provincie, met schitterend verge zicht. Ook is er de oudste den van ons land aanwezig, en staan er eeuwenoude eiken langs den duinrand. Ten gerieve van de bezoekers zal op het landgoed een theetuin worden ingericht, vlak bij den ingang van het hek aan den Kat- wykscheweg, welke theetuin zal worden ge ëxploiteerd door den heer C. Heins, die sinds jaren in dienst van de familie is geweest. Voor de bezichtiging zijn by den theetuin of op schriftelijke aanvraag aan graaf vanZuylen van Nijevelt dagkaarten verkrygbaar. Zaterdagmorgen moest een met aarde gela den schuit de brug, die de verbinding vormt tusschen den Bleekerssingel en den Fluweelen- s'.ngel te Gouda paSseeren. Teneinde de schuit te verzwaren, om onder de vaste brug door te komen, ging een aantal jongens op de schuit zitten. Een van hen, de 12-jarige Herrny Barbier, is daarby tusschen de brug en de schuit be kneld geraakt. De jongen werd zoo ernstig gewond, dat hy korten tyd later overleed. Zaterdagavond omstreeks zes uur is de 30- jarige mevr. M„ uit Tiel op een onbewaakten overweg aan de Medelschestraat naby Tiel door een passeerenden trein gegrepen en op slag gedood. Mevr. M. was moeder van twee kinde ren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5