De toekomst der luchtvaart
in de stratosfeer
ffldiM&aal
mn dm
DE ENGELSCHE KAPERS
DIEFSTAL?!
MEER STILTE
JA ZEKER... U OOK
ZATERDAG 20 APRIL 1935
PROF. PICCARD IS
OPTIMISTISCH
Voorloopig zal er de maximum
snelheid, naar het oordeel van
den geleerde, 750 K.M.
per uur bedragen
Onschatbare voordeelen
voor den vlieger
Een Spaansch Pompei?
Huid^demhaling
Van weinig beteekenis bij
den mensch
Inbraak in moskee
Geen spelen in cafe's
Sterfte en geboorte
innerde nfev^" Vertelling
Bekend rendierherder,
Andrew Bahr
Korte berichten
m
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR J. S. FLETCHER
Ja, inderdaad, ik wil probeeren dertigduizend
meter hoog te stijgen. Er zijn nog veel meer
en nog veel belangwekkender onderzoekin
gen te doen dan de cosmische stralen op deze
hoogte, waar een proefballon slechts zeer «el-
den doordringt. Van de grootste beteekenis is
het, bijvoorbeeld, om op klaarlichten dag eens
rustig de sterren te bekijken.
Aldus prof. Piccard, die 'n nieuwen stratosfeer
tocht voorbereidt en ditmaal een hoogte van
niet minder dan dertig kilometer hoopt te be
reiken. De befaamde Belgische ballonvaarder
liet zich tegenover een Fransch journalist, die
hem ondervroeg, zeer optimistisch uit over de
toekomst der luchtvaart in de stratosfeer.
Hij gelooft stellig, dat het vliegen in de
etratosfeer binnen afzienbaren tijd iets heel ge
woons zal worden. De Amerikaansche vlieger
Wiley Post heeft overtuigend bewezen, dat er in
dit opzicht reeds zeer goede resultaten bereikt
zijn. En ondanks dat Post niet over een herme
tisch afgesloten cabine beschikte en dus betrek
kelijk primitief was uitgerust, toonde hij aan.
dat men van het vliegen in de stratosfeer toch
groote verwachtingen mag koesteren.
Prof. Piccard denkt, dat de maximum-snelheid
van vliegtuigen in de stratosfeer voorloopig zeven
honderd tot zeven-honderd-vijftig kilometer per
uur zal bedragen. Ongetwijfeld zou het mogelijk
zijn deze snelheid nog verder op te voeren, doch
het vliegtuig, zooals wij dat thans kennen, zou
dan te veel van zijn draagvermogen inboeten om
rendabel te kunnen wezen. Het stratosfeervlieg-
tuig zal op een hoogte van zestien-duizend me
ter vliegen.
De stratosfeer biedt tal van onschatbare voor
deelen voor den vliegenier. Onweer komt er niet
voor. Sneeuw- en zandstormen zijn er onbekend.
Het uitzicht wordt er door niets belemmerd, wat
natuurlijk een eerste vereischte is voor veilig
verkeer, wanneer het nog eens „druk" gaat wor
den in de lucht. Ten slotte zal het vliegen in
de stratosfeer een groote toename van 't luch-
verkeer ten gevolge hebben, daar het vliegen
veiliger en sneller wordt en deze toename van
het luchtverkeer zal dan weer een aanzienlijke
prijsverlaging mogelijk maken.
De sprong naar de stratosfeer is nog iets
nieuws en heeft eigenlijk nog geen geschiedenis.
Tot heden toe werden er elf ballons gevuld voor
een stratosfeertocht. Twee malen kwam men
zelfs niet van den grond af wegens plotselinge
verandering van het weer. Dit was het geval bij
de eerste vulling van ^iccard's F.N.R.S. en bij
de eerste vulling van een Russischen ballon.
Ndgen ballons stegen op. Een daarvan, welke
ter gelegenheid der wereldtentoonstelling van
Chicago werd opgelaten, bleef nauwelijks een
kwartier in de lucht en bereikte slechts 'n paar
honderd meter hoogte. Om niet al te snel te
stijgen, had de bestuurder het ventiel openge
trokken, doch kon dit later niet meer dicht
krijgen. Het gas ontsnapte en de ballon plofte
midden in Chicago neer, wonder boven won
der zonder eenig onheil aan te richten.
Van de acht ballons, welke er vervolgens nog
overblijven, kreeg de „Explorer", waarmee de
derde Amerikaansche poging om in de stratos
feer door te dringen, ondernomen werd, zware
averij door het scheuren van het omhulsel on
der den gordel. Gelijk men weet, wordt een
stratosfeerballon niet, zooals een gewone lucht
ballon, omsloten door een net. In de beneden
helft van het omhulsel is een versterkte gor
del ingeweven, waaraan de touwen bevestigd
worden, welke de gondel dragen. Aanvankelijk
kreeg het omhulsel van de „Explorer" slechts
enkele scheuren. Het duurde echter niet lang
of heel de onderste helft van den ballon we'd
vernield en nadat op die manier het gas spoe
dig verdwenen was, hing de gondel niet langer
aan een ballon, maar veel meer aan een soort
valscherm. De wind rukte het omhulsel in flar
den en op zeven-duizend meter hoogte restte
den drie ballonvaarders, die in de gondel za
ten, geen andere kans op redding meer dan
met hun parachutes naar beneden te springen.
Twee wisten er zich zonder veel moeite uit de
gondel te bevrijden. De derde slaagde er niet
zoo spoedig in een mansgat te openen en kon
pas op vijfhonderd meter boven den beganen
grond uit de gondel kruipen welke, nu geheel
los geslagen van den vernielden ballon, een
paar seconden later te pletter viel.
Slechts zeven van de elf stratosfeerballons,
welke tot heden werden uitgerust, wisten hun
doel te bereiken. Twee daarvan konden niet
zonder meer naar de aarde terugkeeren wegens
het weigeren van het ventiel.
Piccard was de eerste, die met dit euvel te
kampen had.Toen hij zijn eersten stratosfeertocht
na langdurige wetenschappelijke waarnemingen
wilde beëindigen, bleek hem, dat hij niet dalen
kon. Het koord, waarmee het ventiel openge
trokken moest worden, zat verward tusschen de
koorden, die de gondel droegen en toen hij er
een paar flinke rukken aan gaf, brak het af.
De ballon, welke op die manier volkomen on
bestuurbaar geworden was, zwierf zestien uren
door de stratosfeer en daalde ten slotte ergens
in Oostenrijk op een gletscher, bijna drie-dui
zend meter boven den zeespiegel. Dat alles nog
zoo betrekkelijk goed afliep, dankte Piccard aan
den zoogenaamden „Pöschel-ring". Dit appa
raat laat geleidelijk de buitenlucht toe m
het omhulsel en deze lucht, die warmer wordt
naarmate in lager regionen de luchtdruk toe
neemt, garandeert automatisch een daling van
ongeveer 3 M. per seconde, wat juist lang
zaam genoeg is om niet al te onzacht met de
aarde in aanraking te komen.
De tweede ballon, welke ten gevolge van ®en
defect ventiel in moeilijkheden kwam, was die
van de wereldtentoonstelling van Chicago,
dezelfde welke, als boven gezegd, reeds eerder
te vergeefs een poging had gedaan om de stra
tosfeer te bereiken.
Uiterst tragisch eindigde de tweede stratos
feertocht der Russen. Wij weten niet precies hoe
de ramp zich afspeelde. In het begin ging axles
goed. De ballonvaarders, die door middel van
de radio in contact bleven met de aarde, kon
digden aan, dat de daling volkomen normaal
begonnen was. Na eenigen tijd echter scheen
de snelheid, waarmede men daalde, verontrus
tend groot te worden. De ballon was doorgedron
gen tot een hoogte van drie-en-twintig-duizend
meter en tijdens de daling concentreerde sash
het gas tot een zeven-en-twintigsfe van zijn
oorspronkelijk volume. Da ballon, welke daar
door zijn vorm vrijwel geheel verloor, onder
ging waarschijnlijk nog een sterke afkoeling in
de wolken en misschien zelfs den druk van een
zware sneeuwbui. Een „Pöschel-ring" had de si
tuatie kunnen redden. Thans raakte de beneden
helft van den ballon leeg, het omhulsel, dat
geheel slap hing, werd door den wind heen en
weer geslagen; geleidelijk braken al de touwen
waaraan de slingerende gondel hing en voor de
ballonvaarders was alles afgeloopen. Weliswaar
hadden zij hun valschermen, doch er was slechts
één mansgat, waaruit zij ontsnappen konden en
dit was gesloten metvier-en-twintig schroe
ven!
Van de elf pogingen om met een ballon In
de stratosfeer door te dringen, slaagden er slechts
vier. Een Amerikaansche ballon, welke door een
broer van prof. Piccard en diens vrouw bestuurd
werd, maakte een slechte landing, doch al
les liep zonder ongelukken af. Verder slaagde
er twee malen een Belgische ballon en tén slotte
nog een Russische.
Buiten Sevilla, op 8 K.M. van de stad ver
wijderd, liggen de ruïnen van Italica, de
stad, die 206 v. Chr. door Scipio Africanus
gesticht werd. In deze stad werden de Romein-
sche keizers Trojanus en Hadrianus geboren.
Tot dusver heeft men van deze romeinsche ne
derzetting de overblijfselen van een groot am
phitheater, een forum en eenige gebouwen ge
vonden. In den laatsten tijd werden in een
olijvengaarde nieuwe opgravingen verricht,
waarbij belangrijke vondsten werden gedaan.
Het schijnt, dat de voornaamste huizen van
Italica daar bedolven liggen. Men heeft reeds
prachtige zuilengangen blootgelegd, zoo rijk als
in Italië zelf niet gevonden werden.
Elke dag brengt nieuwe verrassingen. Beelden
en mozaïeken worden in grooten getale ont
dekt en het is daarom, dat men een vergelij
king met het beroemde Pompeï kan trekken.
De ademhaling van den mensch geschiedt
door de longen. Deze organen bezitten een
oppervlakte van 100 M2, gevormd door
een groot aantal kleine blaasjes, waarlangs het
bioed door de haarvaten stroomt. De dunne
wand van deze fijnste bloedvaten en de dunne
wand van de longblaasjes scheiden het bloed
van de lucht in de longen. Door deze dunnen
wand kan de zuurstof gemakkelijk in het bloed
dringen. Dit geschiedt zoo snel, dat het bloed
onder normale omstandigheden geheel met
zuurstof verzadigd uit de longen weer naar
liet hart terugkeert.
Ook door de bloedvaten van de huid stroomt
bloed. De vulling van de haarvaten geeft aan
de huid de roode kleur, de snelheid van den
bloedstroom, de hoogere temperatuur. Dooreen
warme roode huid stroomt dus ook een groote
hoeveelheid bloed. Reeds lang geleden heeft
men onderzocht hoeveel zuurstof door de huid
in het bloed kan worden opgenomen. Deze hoe
veelheid is niet groot. Per minuut neemt de
mensch in rust ongeveer 200 cc zuurstof in de
iongen op en hoogstens 12 cc door de huid.
Dit komt omdat de oppervlakte van de huid
slechts een paar M2 groot is, dus 1/50 deel
van dat van de werkzame longoppervlakte.
Deze huidademhaling zal grooter zijn als de
huid warm en rood is en wanneer de huid niet
in aanraking is met lucht met 20 pet. zuurstof,
maar met zuivere zuurstof. Men overweegt
thans om bij longaandoeningen, gasvergiftiging
enz. van deze huidaandoening gebruik te ma
ken om de zieken van zuurstof te voorzien.
Bij ernstig levensgevaar kan immers een klei
ne verbetering den doorslag ten goede geven.
Men wil dit bereiken door onder de kleeding of
onder het beddek een stroom zuurstof te bren
gen en tevens de huid warm te houden.
Bij lagere dieren, b.v. den kikvorsch, heeft de
huidademhaling veel meer beteekenis. Bij ge
ringe stofwisseling, b.v. in den winter, kan bij
deze dierén de geheele zuurstofbehoefte door de
opname in de huid worden gedekt. De adem
halingsbewegingen staan dan vrijwel stil.
Uit de Moheb El Din moskee, die door de
commissie voor het behoud van Arabische kunst
in 1891 op de monumentenlijst is geplaatst,
zijn twee antieke deuren, ingelegd met paarl-
moer en met een waarde van 5000 gulden, ge
stolen. Deze diefstal is een raadsel, daar deze
deuren zeer groot en zwaar zijn en zich bevon
den in een binnenvertrek van de moskee, waar
de sheik zich placht terug te trekken om in
stilte te bidden.
Voor ieder, die aanwijzingen kan geven, wel
ke leiden tot het terugvinden der deuren, is
een belooning uitgeloofd.
Nu komt er rustl Nu zijn over
bodige geluidssignalen verboden
({75.— boeteI). 't Werd tijd: ze
toeterden er maar op losI Wie.
In de hoofdstad van Turkije, Ankara, mogen
in de café niet langer hazardspelen worden
beoefend.
De autoriteiten hopen namelijk, dat dit ver
bod het lezen onder de geregelde cafébezoekers
zal aanmoedigen.
Tot de verboden spelen behooren niet slechts
tric-spelen en kaartspelen, 'doch ook het domi
nospel. Het schaakspel, indien het om geld
wordt gespeeld, is eveneens verboden.
De eigenaars van de café's, die door dit ver
bod getroffen zijn, zijn hoogst verontwaar
digd en zij zeggen, dat zij geruïneerd zullen
worden, indien het verbod niet wordt inge
trokken.
De statistiek der sterftecijfers van elf Euro-
peesche landen over het eerste halfjaar 1934
had de aandacht van de „Ev. Luth. Kirchen-
zeitung". We ontleenen er enkele gegevens aan.
Nederland en Duitschland hebben de laagste
sterftecijfers, 9,2 en 11,2 op duizend. Terwijl
echter Nederland met een geboortecijfer van
12.1 op de derde plaats staat onder de Europee-
sche landen, heeft Duitschland een cijfer van
slechts 6,2. Dat neemt niet weg dat het met 3,3
op duizend gestegen is. In Groot-Brittannië
bearaagt de sterfte 13,1 (1933 13,9), maar het
geboortecijfer is slechts 2,4, dus nog lager dan
in Duitschland vóór de revolutie. Frankrijk slaat
een heel droevig figuur met een sterftecijfer
van 16,5 (1933 17,1) eri een geboortecijfer van
0 1 (1933 0,4). Polen heeft een betrekkelijk hoog
sterftecijfer: 14.4 en 'n laag geboortesurplus: 5.9,
Italië 13,7 met een geboortecijfer 10,6, het
hoogste van de Noord-Europeesche landen op
Nederland na. De geboortecijfers der gele ras
sen zijn veel hooger. In de laatste tien jaar
ram het getal Europeanen toe met 22 millioen.
dat der Amerikanen met 36 millioen, doch dat
der Aziaten met 140 millioen. Over tien jaar
kan het gele ras zesmaal zoo sterk zijn als
dat der blanken.
Misschien kunt u ditmaal het werk wel
aannemen??" had de bleeke, magere
vrouw gezegd, toen zij de schetsen op
de redactietafel legde. Verlegen schudde de
hoofdredacteur het hoofd.
„Ik wil probeerenmaar ik kan u geen
hoop gevente veel materiaal, alles schrijft
tegenwoordig, om wat bijverdiensten te heb
ben.... wij, redaoteuren, zijn werkelijk ge
plaagde wezens, die zich daar door heen moe
ten werkenMet den laatsten zin wiicie
de chef de zaak een licht humoristisch tintje
geven, opdat de vrouw niet zoo troosteloos
kijken zou. God.... zeker speet het hem erg,
maarMaseel was ook in de kamer geweest,
want hij leverde juist een zeer actueel bericht
af. Hij zag haar hulpeloos heengaan, met han
gende schouders.... met een hopeloozen blik.
Daar lagen nu de vier kleine Faaschver-
tellingen op Maseel's schrijftafel. De chef was
haastig geweest, gejaagd, overwerkt. Misschien
had hij er ook geen zin in, de schetsen zelf
terug te zenden. De vreemdelinge had al te
zeer gejammerd. Zij was in noodZij had
twee kleine kinderen en was weduwe.... Ma
seel zou nu de manuscripten terugsturen, maar
hij moest het doen met eenige beleefde, vrien
delijke woorden. Afwezig hield Maseel de
dunne, zorgvuldig getypte bladen in de hand.
Links boven in den hoek van het eerste blad
stond het adres: „Mevr. Allmuth Heiding".
Allmuth! Maseel de kleine, leelijke man, van
wien niemand notitie nam, omdat hij altijd
geheel zonder pretentie werkte, steunde het
hoofd in de handen en peinsde over den naam
van Allmuth! Duidelijk stond voor den ir.-
nerlijken blik van zijn groote en klare oogen
het beeld der bleeke, blonde vrouw. Hij voe'.de
haar hoop in zijn eigen hart, doorleefde haat
verwachtingen, doorleed haar teleurstelling
Neen! Hij kon de manuscripten niet terug
zenden, want dan stortte alles bij deze vrouw
in den afgrond: de hoop, het vertrouwen....
het laatste vonkje moed. Maseel wilde twee
schetsen behouden enhonoreeren. Van
zijn salaris honoreeren. Waarom zou hij haar en
zichzelf niet een kleine Paaschvreugde gun
nen?
Deze gedachte maakte zich met alle geweld
van hem meester; hij voelde zich reeds ge
lukkig
Hij stelde zich voor, hoe zij een kreet van
vreugde zou slaken, als het geld kwam, hoe zij
het allernoodzakelijkste koopen kon.... hoe zij
heimelijk wegging en bescheiden, heel beschei
den, maar gelukkig den Paaschhaas bestelde
voor de twee kleinen.
Maar de vreugde was in werkelijkheid nog
grooter dan Maseel zelf voorgesteld had.
Mevrouw Allmuth slaagte geen vreugdekreet;
zij weende. Zij sloot haar kinderen in de
armen en stamelde hun, die het nog niet
verstonden, in het oor, dat de goedé God haar
vurig gebed verhoord en hen over het ergste
heengeholpen had.
Maar bij het geluk van het materieel succes
kwam nu plotseling de eerzucht van de schriif-
ster. Mevr. Allmuth wilde bewijsnummers
hebben, de bewijsnummers van haar geestes
kinderen.
De schrik snoerde Maseel's keel en hij vond
geen uitweg meer.
Aan deze mogelijkheid had hij in de verste
verte niet gedacht. Hij wist niets beters te
doen, dan het verlangen van mevr. Allmuth en
zijn eigen daad aan den hoofdredacteur voor
te leggen en dezen om raad te vragen.
„Hé", zeide de chef en zette groote, ver
wonderde oogen op. Zooveel goedhartigheid
had niemand bij den verlegen redacteur, die
zich zelden uitte, vermoed en voegde er aan
toe: „Ja, dat moet u haar zelf maar zeggen
U moet haar zelf maar zeggen, hoe de vork aan
den steel zit."
Toen schrok Maseel nog heviger en zijn
goedig, maar ach zoo vreesachtige hart sid
derde.
Kort voor het redactiebureau gesloten werd,
klopte mevr. Allmuth Heiding aan de deur
van de kamer waar Maseel werkzaam was. De
oogen van mevr. Allmuth glansden vochtig,
de bleeke mond schemerde met glimlachende
roode lippen
„Goeden dag", groette zij. „Mag ik de be
wijsnummers komen afhalen? Ik werd naar
hier verwezen!"
„Goeden dag", antwoordde Maseel en zeide
toen: „Tja" en speelde onderwijl met potlood,
gummi, den
briefop-ener en
eemge andere j paaSCh-
Allmuth hem
nog eens aan
haar verzoek, en ze scheen eenigszins ontstemd
over het zonderlinge en onbeholpen gedrag van
den man.
Toen richtte hij met plotselingen moed den
blik op haar gezicht en voor dezen grooten
eerlijken blik, schrok mevr. Allmuth. Kunnen
menschenoogen ook zoo grenzeloos goed zijn?
O, het was zoo heerlijk, dat te mogen geloo-
ven
„Ik heb u wat tebiechten! begon Maseel.
„Er zijn geen bewijsnummersde Paasch-
vertellingen zijn heelemaal niet verschenen....
er was zoo'n overvloed van copy
En toen hij ophield, viel zij hem in de rede,
sidderenduit de wolken gevallen
„Maarhet honorariumheb ik
toch?...."
„Hethonorarium.... ik zond U het
honorarium!!"
„U!.... maar waarom dan? Om welke
redenen?Was het een vergising? Hoe was
het dan mogelijk, dat u mij het honorarium
liet overmaken, als er niets verschenen was?"
De vragen volgden elkander onthutsend snel
opoverstelpend en plotseling, want weder
om sprak de blik van den man en verried
alles.
Waarom deed U dat dan?" vroeg na een
poosje van plechtig zwijgen de ontstelde vrouw,
die niet meer aan de onbaatzuchtige goedheid
in den mensch geloofd had en nu gedwongen
was naastenliefde aan te nemen.
„Hoe zal ik u danken?" kwam het van haar
stamelende lippen en ieder woord scheen mevr.
Allmuth alledaagseh en nietszeggend. Toch
sprak zij verder zacht.... bevend.... verte 'de
van haar wanhoop en vertwijfeling.... van
het honorarium, dat een Paaschwonder voor
haar geworden was. Ach.... hoe zou zij hem
ooit kunnen danken?....
Maseel waagde nu de grootste vermetelheid
van heel zijn leven, want hij zei, ontsteld over
zijn eigen koenheid: „Zoo ik het Paaschfecst
vieren mocht met U en de kleinendan....
dat zou me een zeer groot genoegen doen....
En in het stralende „ja" van de jonge vrouw
lag reeds iets van den glans eener aanstaande
verrijzenis.
Het werd een Paschen van groote innerlijke
vreugde en zalige genieting het werd de
blijde opgang van twee gelukkige menschen-
kinderen.
Tijdens een 5-jarigen trek door het Poolge
bied, gedurende welke hij vele levens redde,
heeft Andrew Bahr, een der beste rendierher
ders ter wereld, zijn geheele fortuin verloren.
Toen Bahr, een Laplander, in 1926 uit het
barre Noorden te Seattle terugkeerde, had hij
een bedrag van 60.000 dollar overgespaard. Hij
kocht hiervan een paar huizen, trouwde en
vestigde zich.
Daarop kreeg hij bericht, dat hii weer noo-
dig was. De Canadeesche regeering had op
zich genomen 3000 rendieren van West Alaska
naar het hooge Noorden te doen vervoeren, om
te dienen als voedsel voor de daar levende men-
schen.
Bahr kon aan de roepstem geen weerstand
bieden en vertrok, doch in de vijf jaar, dat hij
van huis weg was, werden de hypotheken op
zijn huizen geëxecuteerd. Juist toen per radio
werd omgeroepen, dat Babi's groote trek was
beëindigd, werden zijn huizen openbaar ver
kocht. Toen Bahr te Seattle was teruggekeerd
zag hij, dat zijn fortuin was verdwenen. Hij
nam het echter nogal philosophisch op. „Ik ben
al vrij oud," zoo zeide hij, „misschien 60. mis
schien 70 dat weet ik niet precies. Misschien za1
ik opnieuw moeten beginnen."
Thans trachten zijn medeburgers echter het
noodige bijeen te brengen om het verlies te her
stellen.
De Poolsche minister van buitenlandsche za
ken, kolonel Beek, zal zijn Paaschvacantie be
nutten om in Italië te gaan uitrusten.
De Amerikaansche economische missie, welke
een bezoek bracht aan Japan, is uit Kobe ver
trokken naar Sjanghai.
IJS
„De kruik is bijna half vol met gouden munten,"
riep hij, ,4k kon het goud zien schitteren." Dit be
richt was voldoende om de gouddorst bij de mannen
te doen ontbranden. Met een spade werd de kost
bare antieke vaas bewerkt.
Spoedig was de kruik aan stukken geslagen en 'n
stroom van oude gouden m unten rolde over den vloer
Eeuwen, minstens wel duizend jaren, hadden ze hier
verborgen gelegen, om eindelijk den blanken in han
den te vallen.
Dol" van vreugde wierpen de njannen zich op het
goud. Hier was een schat, voldoende, om de geheele
bemanning van het schip rijk te maken. Kisten wer
den aangesleept en naar boven getrokken.
SI
AI T F ARFINNF'^Ï op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 7^ A by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7CA bij een ongeval met 17 OCA bij verlies van een ham»
11 v S—j ij ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen x Vx verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen x doodelijken afloop JT mOv*b een voet of een oog
45
HOOFDSTUK XXXIV
DOCTOR FROBENIUS GEEFT ZIJN
VERKLARING
Een oogenblik was Jimmie verbluft. Doch
spoedig had hij zich hersteld en minachtend
keek hij naar Doctor Frobenius op.
Afpersing! zei hij, ruw lachend. Dus
afpersing!
Losgeld! kaatste de Doctor vriendelijk.
Losgeld, mijn waarde heer. U kunt het noemen
zooals u wilthet is losgeld! Ik heb over
wonnen
Nog niet! zei Jimmie. Eerst zult u mij
verschillende dingen moeten uitleggen. Om u
te betalen
Scraye, die in het diepst van zijn fauteuil
was weggezonken en onverstaanbare geluiden
had zitten maken, spande al zijn krachten in en
kwam wat meer overeind. Hij deed een of twee
pogingen om te spreken, ten slotte kon hij
eenige woorden zeggen.
Ik ik zal u alles betalen! zei hij.
Maar laat mij laat mij weg gaan. Ik
zal betalen!
Hij weet niet, wat hij zegt, zei Jimmie
tot den Doctor. Maar eh apropos!
Wat moeten wij betalen? En moeten wij
misschien betalen om daarna gedcod te
worden? Wij en misschien nog anderen?
Ik geloof, dat wij te doen hebben met een
genialen domkop. U denkt waarschijnlijk, dat
wij alles zullen goedvinden?
Doctor Frobenius nam nog een snuifje.
Jongeheer Trickett, ik geloof niet, dat
u den ernst van dit geval inziet. U staat mij
toe, u een verklaring te geven als ik dat
gedaan heb, zult u tot andere gedachten zijn
gekomen. De volle waarheid is deze u
twee mannen bent te weten gekomen het be
staan der vereenlging, waarvan ik de grond
legger en directeur ben u hebt u meester
gemaakt van eenige van haar geheimen. Nie
mand anders deelt die kennis met u, niemand
anders....
U vergist u, onderbrak Jimmie hem. De
heer Nicholson Packe deelt die kennis met ons
en zooodra er iets met ons zou gebeuren, zal
hy de politie erin mengen. Ook eenige leden
van de Fransche politie zijn op de hoogte
De Doctor onderbrak met een ongeduldig
gebaar.
Ik weet, dat eenige leden van de Fran
sche politie op de hoogte zijn. Ik weet ook,
hoever de wetenschap van den heer Packe
reikt. Noch de Fransche politie noch de
heer Packe weet zooveel als u nu! Zooals
zij nu staan, kunnen zij mij niets bevelen
want zij hebben niet het minste idee van mijn
bestaan. U weet u beiden weet te veel.
Ik zeg niet te veel, als ik beweer, dat ik u
beiden kan laten verdwijnen, zonder dat er een
haan naar kraait. Zoo is het, mijn waarde
heer! Maar, dat is mijn bedoeling niet. Ik geef
er de voorkeur aan, u uw eigen leven te laten
koopen. U zult mijn prijs betalen en dan
bent u vrij.
Jimmie werd kalmer; elk moment werd hij
meer zeker van zichzelf. Zijn zakennatuur
herkreeg de overhand. Hij liet blijken, dat hij
aandachtig luisterde; zijn toon werd beschaaf
der.
Hebt u er bezwaar tegen, dat ik een
sigaret rook? vroeg hij. Ik kan beter denken,
als ik rook en het komt mij voor, dat uw
voorstellen wel eenige aandacht vereischen.
Doctor Frobenius haastte zich een doos
sigaretten te presenteeren en zei:
Neemt u mij niet kwalijk; ik vergat
mijn plichten als uw gastheer. Probeer deze
eens u zult moeilijk betere tabak in Lon
den kunnen vinden.
Dank u, zei Jimmie, een van zijn eigen
sigaretten nemend, maar ik prefereer die van
mijzelf. En verontschuldigd; u zich niet uw
ontvangst was meer dan warm, ik verzeker
het u.
Misschien mag ik u iets te drinken aan
bieden? vroeg de Doctor beleefd. Een glas
Op het oogenblik niets, dank u. ïk twijfel
er niet aan, of uw wijn zal tot de beste be
hooren, maar nu vooral wil ik mij daarvan
onthouden. Neen we willen praten. Zaken,
weet u, zaken! Nu, ging hij voort, nadat hij
zijn sigaret had aangestoken, uw offerte
als ik het zoo mag noemen komt dus daar
op neer, dat u Lord Scraye en my ons leven en
onze vrijheid aanbiedt....
En van uw tante en de Jongedame. Dat
is er bij inbegrepen!
Dank u! Dus voor het leven en de
vrijheid van ons vieren vraagt u een zekere som
gelds? Eh?
Juist, juist! Zoo is het!
En nog iets anders?
Oh zeer zeker er komt nog iets
bij! U moet mij uw woord als neer geven
u ziet hoe ik u vertrouw dat uw lip
pen als verzegeld zullenzijn na onze trans
actie. U zult erover moeten zwijgen voor
altijd zwijgen! Begrijpt u het moet
voor u zijn alles wat gepasseerd is als
een omgeslagen bladzijde.
Oh! Ja! U zit vol met verras
singen! Maar eh wat geeft u eigen
lijk voor het geld, wat u vraagt?
Wat ik geef? Wat u krijgt? Maar,
mijn allerbeste heer! U krijgt uw leven
vier levens, die zooals ik veronderstel
waarde voor u hebben. Ik vraag uw eere
woord u kunt erop vertrouwen, dat u ook
het mijne zult hebben. Neem mijn condities
aan en ik geef u mijn eerewoord, dat u voor
taan veilig zult zijn. Ik en mijn vereenlging
zullen vergeten, dat u ooit van ons bestaan
hebt geweten. Begrijpt u?
Jimmie deed alsof hij zwaar over het geval
nadacht.
Mag ik u nog eenige vragen stellen,
zei hij ten laatste. Veronderstel, dat op dit
moment noch Lord Scraye noch ik in uw
macht waren. Zou ons leven dan veilig
zijn?
Geen moment mijn waarde geen
moment, als u wist wat u nu weet! Trouwens
u bent geen oogenblik meer veilig geweest na
uw ontdekking in het Parijsche hotel Lora
Scraye na zijn eersten voetstap hier in dit
huis. Onze vereeniging kan geen risico's aan
vaarden. Ik ga eigenlijk al veel te ver door
met u uw leven te laten koopen. Maar u ziet,
ik vertrouw op uw stilzwijgendheid.
Buitengewoon vriendelijk van u!
Hum! Maar u vertelt mij, dat uw ver
eenlging zoo machtig is dit is echter voor
mij nog geen bewijs. Ik zou daarvan over
tuigd willen worden vóór we het financieele
gedeelte behandelen.
Natuurlijk natuurlijk! antwoordde
Doctor Frobenius. Ik geef u graag ondei
deze omstandigheden een verklaring. Ik
zal u het doel en de werkwijze van onze ver
eenlging leeren kennen. Het is. mijnheer
Trickett, een kleine vereeniging, een sociëteit
als ik dat zoo noemen mag van knappe
mannen, die gebruik maken van zeer ver
trouwde agenten. Onder ons noemen we haar
de Annexatie Sociëteit u begrijpt de be
doeling van dien naam? Een vereeniging, die
ten doel heeft het toeëigenen het iniijven
van zekere eh hoe zal ik dat noemen?
enfin, eh dat doet weinig ter zake; het zal
u dadelijk wel duidelijk zijn! In het kort
duiden wfj onze vereeniging aan met de letters
A. S.
Deze titel lijkt me naar wat ik van
uw vereenigingen gezien heb buitengewoon
treffend.
Inderdaad! Ik wil u vertellen over
het ontstaan. Ik ben zeer arm geboren,
mijnheer Trikett, zeer arm! Ik kreeg een
niet wetenschappelijke opvoeding doch steeds
heb ik in mij gedragen dien drang naar
macht. U, die geboren bent met den buidel
zilver of misschien wel: goud in uw
hand, kunt niet beseffen, wat het wil zeggen
verlangen naar macht als men arm is. Nadat
ik mij met ontzaglijke moeite een weten
schappelijke vorming had gegeven, kreeg ik
ik zal op middelbaren leeftijd zijn geweest
plotseling een bijzondere ingeving, liever ge
zegd, een inspiratie! Zij werd geboren uit mijn
drang naar macht die echter zonder rijk
dom niets kan zijn. Die ingeving is aan te
duiden onder twee woorden. Twee woorden!
En die zijn?
Doctor Frobenius ging recht zitten. Zijn
ctem, die anders scherp klonk, werd zwaar en
diep.
Het zijn deze woorden: Help uzelf! Help
uzelf!
Juist, ik begrijp, zei Jimmie. Ik begrijp
het! Help uzelf aan andersmans goederen!
Juist ik begrijp u!
(Wordt vervolgd)