100.000 Cs op komst
Ömhoope^-
De voetbalwedstrijd België-Nederland.
Medische Kroniek
aiiiiiiiiiiiiiiiiinTiiiminniiiiiiiiuuimiiiiiHiiiiniiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu^
MAANDAG 13 MEI 1935
30-
Het leven
„HET GELE GEVAAR"
Verontschuldiging voor ongepast
artikel aangeboden
LIPS' RIJWIELREFLECTORS
Tegen aanrijding van wielrijders
op donkere wegen
De gezondheidskolonie voor kinderen te Scheveningen is al weer bevolkt.
kleuters aan het zonnebaden op het strand
CRISIS-DIERMEELBESLUIT
Monopolie voor den invoer van
gedroogde visch, enz.
Onweervoorspelling
WERELDTENTOONSTELL
Henri Purcell's „Fairy Que^f
j§ NOG KORTEN TIJD EN VOOR DE 100.000c MAAL ZAL DE
HELP VAN ONZEN OMROEPER WORDEN INGEROEPEN
siliiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiniiHiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifH
FOTOREPORTAGE
NATUURLIJK DOET U MEE! DENK ER ECHTER
EN ONS BEZtf
en 20'
UW OPLOSSING VóóR OF OP 15 MEI
MOET ZIJN. Prijzen ter waarde van f 100.-
000
De aardbeving op Formosa te Japan, die eenige weken geleden meer dan 3000
slachtoffers eischte. Een gedeelte van de ingestorte huizen
Het Nederlandsche elftal tij'dens het spelen van het Wien Neerlands Bloed voor het begin van
den Zondag te Brussel gespeelden voetbalwedstrijd tegen België
Minister Deckers als toeschouwer bij den voe
wedstrijd België Holland
■tb*
Een van de beroemdste definities is die van
F. X. Bichat, een der grondleggers van de
moderne geneeskundige (omstreeks 1800):
„Het leven is het geheel der strevingen, die aan
den dood weerstand bieden." Op het eerste ge
zicht schijnt het een heel gewoon woord te zijn,
een gemeenplaats; maar de kracht van de defi
nitie, en de waarheidskem daarvan ligt juist in
de tegenstelling tusschen dood en leven. Het is
alsof Bichat bij zich zelf gedacht heeft: laten
wij nu niet al te wijsgeerig en abstract gaan
redeneeren, en vooral niet over de een of andere
bijzondere levenskracht spreken, want daarmee
spreken we toch eigenlijk over onbekende din
gen. In de dagen van Bichat bestond in de
geneeskunde en biologie de z.g. vitalistische rich
ting; en haar leer bestond vaak daarin, dat er
een aparte kracht was, die levenskracht ge
noemd moest worden. Men kende de zwaarte
kracht, de electrische kracht, de kracht van
chemische affiniteit enz.; welnu, zeiden de vi-
talisten, zoo is er ook een levenskracht. Later
is heel duidelijk gebleken, datd eze theorie on
houdbaar was, want terwijl alle andere krach
ten zijn te meten, werd er van de levenskracht
nooit iets gevonden. De genadeslag aan de leër
van de levenskracht werd toegebracht door de
wet van het behoud van arbeidsvermogen. Men
ontdekte dat het arbeidsvermogen steeds het
zelfde blijft, dat er niets geen kracht verloren
gaat en dat er niets bij komt; Er zijn wel ver
schillende soorten arbeidsvermogen of energie,
maar die verschillende soorten kunnen volgens
vaste verhoudingen in elkaar omgezet worden.
Zooveel electrische energie (kilowatt uur) kan in
zooveel warmte worden omgezet; zooveel warmte
in zooveel beweging; zooweel beweging wederom
in zoveel electrische of chemische energie. En
daarbij bemerkte men nooit iets van een aparte
levenskracht, waardoor een bepaalde hoeveel
heid energie kan vermeerderen of verminderen.
De aanhangers van de theorie van de levens
kracht hadden zich dan ook deerlijk vergist. Stel
u voor, dat een aantal werklieden een zware
vracht langs een moeilijken' weg naar een hoo-
ger punt moeten vervoeren. Als het 'n moeilijk
werk is en de werklieden niet geschoold zijn, is
er kans dat zij dien last niet kunnen vervoeren'.
Nu komt er een opzichter bij, die commando's
geeft met zijn handen in zijn zak. Nu gaat het
werk gesmeerd: de werklieden behoeven zich
zelfs minder in te spannen. Er wordt een groot
en uitstekend effect bereikt, zonder dat de
kracht grooter is geworden. Evenzoo is het leven
veel meer leiding geven dan kracht. Door het
leven werkt alles samen, als op commando, en
wordt een schitterend resultaat bereikt.
Bichat had dus blijkbaar goed gezien, dat deze
aparte z.g. levenskracht geen kracht was: boven
dien kon men in dien tijd tot in het oneindige
praten over de levenskracht, zonder één stap
verder te komen. Hij gaf daarom zijn definitie:
het leven is het geheel van die strevingen, die
weerstand bieden aan den dood. Dat is ten
minste duidelijk: als iets dood is, leeft het niet
meer. Daaraan twijfelt niemand, ook niet de
gene, die het lichaam als een machine be
schouwt. Want dat is het eigenaardige van het
leven, dat de dood er bij hoort. Alle levende
wezens leven slechts een bepaalden tijd: som
mige enkele uren, andere dagen, andere weken,
soms maanden, de paarden 10 20 jaar, de
menschen 60 a 70 jaar, olifanten over de hon
derd en sommige boomen kunnen vele honder
den jaren leven.
Wanneer het leven nu niet verschillend ware
van den dood, waarom zou de dood er dan zijn?
Het leven is dan geen natuurkundige kracht,
doch het levensbeginsel is veeleer een leiding,
een bestuur. Wanneer wij nu denken aan be
stuur, dan denken wij aan een menschelijk
intellect, dat bestuurt. (Dat wil niet zeggen,
dat elk bestuur intelligent is). Maar is nu ook
het levensbeginsel een intellect, zooals wij ons
dat voorstellen? Zeker niet, en dat is het vreem
de. Wanneer wij menschen, iets gaan besturen,
de stof gaan beheerschen b.v. als wij een brug
gaan bouwen, dan bouwen wij dat stukje voor
stukje op, en ten slotte is daar een geheel. Pre
cies het tegenovergestelde in het leven. Wanneer
iemand den arm oplicht, dan gebeurt er in
werkelijkheid zoo enorm veel, zooveel ingewik
kelde zenuwprikkeling en geleiding, zooveel
spierbeweging, dat men daarover tweehonderd
bladzijden schrijven kan, zonder één overtollig
woord te plaatsen.
Maar redeneert het leven er zoo lang over, of
liever bemerkt men, dat het leven deze bewe
ging uit kleine stukjes opbouwt, zooals wij men
schen een brug bouwen? Als ik niet vreesde,
rhetorisch te worden, zou ik zeggen: duizend
maal neen. In het grootste gedeelte der gevallen
hebben wij eerst, wanneer er iets ziek is, ge
merkt, hoe ingewikkeld de zaak eigenlijk is.
Maar stel u nu eens voor, dat wij werkelijk zulk
een armbeweging volkomen nauwkeurig zouden
kunnen beschrijven; aangeven welke allerfijnste
chemische omzettingen er in de microscopische
spiervezels geschieden, op welke wijze de gelei
ding van den prikkel langs de zenuwbanen gaat;
hoe het geschiedt dat elk van de meer dan
twintig spieren, die daarbij in beweging komen,
zich juist maar zooveel samentrek, dat zij de
beweging van het geheel ondersteunt en niet
hindert, dan, zou men zeggen, is het raadsel des
levens opgelost. Het tegendeel is het geval. Hoe
meer wij ondervinden, dat alles zoo ingewikkeld
en tegelijk zoo eenvoudig is, des te meer onder
vinden wij, dat? juist die eenvoud het raadsel is.
Het ingewikkelde kunnen wij bij wijze van
spreken uitleggen; maar de eenvoud, d.i. dat
al dat ingewikkelde als het ware van zelf en
zonder moeite geschiedt, dat ontsnapt ons be
grip. Hoe meer inzicht dus in de ingewikkeld
heid en samengesteldheid van de levensproces
sen, des te grooter eerbied voor den eenvoud
van het leven.
En die eenvoud is het nu juist, wat het on
verklaarbare is. Alle détails, die wij aan het
levende organisme kunnen nagaan, kunnen wij
misschien wel eens namaken; maar de eenvoud,
waardoor in een oogenblik tienduizenden détail
processen in werking gesteld worden, zóó dat
alles met elkaar samenwerkt iedereen begrijpt
dat wij dat niet kunnen namaken, omdat wij
het niet begrijpen, en nooit zullen kunnen be
grijpen. En wel om deze reden, dat ons verstand
anders werkt dan de natuur. Wij gaan stukje
voor stukje te werk, steentje voor steentje, en
ten laatste verrijst er een gebouw. Maar in het
leven is het anders: er is een zaadje, en dat is
reeds een geheel, en dat groeit tot een boom,
die ook hetzelfde geheel is. Het verstand dat in
de natuur zit, begint bij het geheel, en de
deelen groeien er aan; wij beginnen met deelen,
die wij met cement of spijkers aan elkaar ma
ken.
Het dichtste nadert men tot het begrip leven
door de beschouwing van een goed kunstwerk.
Ook daar is van den beginne af een eenheid ge
weest, een centrale idee, en de détails behoeven
daar slechts ingepast te worden. De beschouwer,
die het vak leeren wil en ijverig is, kan elk dé
tail namaken, maar als hij geen kunstenaar
is, d.w.z. geen oorspronkelijke vruchtbare ar
tistieke idee heeft, zal hij nooit een waar kunst
werk tot stand brengen. Doch dit is slechts een
vergelijking, die noch aan de geweldige ingewik
keldheid, noch aan den subliemen eenvoud van
één natuurlijke levensuiting, als de eenvoudig
ste lichaamsbeweging, recht laat wedervaren.
TH. H. SCHLICHTING.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Roestam,
in verband met den inhoud van een op rijm
gesteld artikel („Het gele gevaar") in het
nummer van 1 April J.l. van het Indologenblad,
orgaan der Indologenvereeniging te Leiden,
heeft minister Colijn geantwoord, dat hij van
oordeel is, dat een zoodanig geschrijf aller
minst bevorderlijk is aan de goede verstand
houding tusschen de verschillende bevolkings
groepen, in het bijzonder in Nederlandsch-In-
cfië, en geenszins past voor het orgaan der In
dologenvereeniging te Leiden.
De voorzitter dezer vereeniging, terzake op
het Departement van Koloniën gehoord, heeft
verklaard te betreuren, dat het sedert af
getreden te dier zake verantwoordelijk lid
der commissie van redactie van het vereeni-
gingsorgaan de opname van het artikel niet
heeft geweigerd; dat het bestuur bereids maat
regelen heeft getroffen ter voorkomnig, dat
in den vervolge artikelen van dergelijken aard
ter publicatie worden aangenomen.
Vermits in het supplement van het sedert
verschenen nummer van het Indologenblad van
1 Mei jj. het vereenigingsbestuur van zijn af
keuring over het artikel heeft doen blijken en
namens de vereeniging in het openbaar veront
schuldigingen heeft aangeboden, behoeven van
Regeeringswege geen verdere maatregelen ter
zake te worden genomen.
De N.V. Lips (Afd. Slotenfabriek) te Dor
drecht zond ons dezer dagen een paar Lips'
Rijwielreflectors, welke wel de aandacht waard
zijn.
De Directie der. N.V. Lips is bij de constructie
en uitvoering hiervan niet over één nacht ijs
gegaan. In overleg met de Oommissie van We-
genverkeer van het Ministerie van Waterstaat,
alsook met de politie-autoriteiten der groote
steden, is de uitvoering en samenstelling ge
schied.
De reflectors bestaan uit een groot wit me
talen schild, waarin een reflector is opgeno
men. Het materiaal, alsook de witte moffellak,
laten zich rustig buigen, zonder breken of af
schilferen. Dit schild kan door middel van een
boutje stevig aan het achterspatbord worden
bevestigd.
Een en ander is onder toezicht der politie
autoriteiten op donkere wegen streng gekeurd
en het is werkelijk buitengewoon, op hoe groo-
ten afstand dit beveiligingsmiddel aan den
achterop-rijdenden automobilist opvalt.
Patentrechten voor Nederland, alsook voor
het buitenland, zijn aangevraagd en ten deele
reeds verkregen.
Dezer dagen heeft de afkondiging plaats ge
had van - het Crisis-Diermeelbesluit 1935 I,
hetwelk heden in werking treedt.
Het besluit beoogt voor den invoer van ge
droogde visch, gedroogd vleescb, en gedroogd
bloed, alsmede Voor alle soorten visch-, wal-
visch-, dier-, vleesch-, beender-, vleeschbeen-
der- en bloedmeel, welke producten voor zoo
ver noodig bij K. B. van 3 Mei 1935, als crisis
producten zijn aangewezen, een monopolie te
vestigen.
De aanleiding tot het nemen van dezen maat
regel is gelegen in de navolgende omstandig
heden:
Naar middelen moest worden uitgezien om
een nieuw afzetgebied voor ondermelk te ver
krijgen.
Nadat de verschillende consequenties over
wogen waren, heeft de Minister van Economi
sche Zaken besloten maatregelen te treffen,
waardoor de Nederlandsche Zuivelcentrale in
staat gesteld wordt van melkpoederproducen
ten hoeveelheden mager melkpoeder aan te koo-
pen tot een gezamenlijke hoeveelheid van ten
hoogste 5 millioen k.g. tot een prijs van 7 ct.
per K.g. netto.
Dit melkpoedtr zal door de Nederlandsche
Meelcentrale, welke de aangekochte voorraden
overneemt, beschikbaar gesteld worden voor
pluimvee- en varkenshouders tegen zoodanigen
prijs, dat voorkomen wordt, dat het pluimvee-
en varkensvoeder in prijs zal stijgen.
Het Crisis-Diermeelbesluit 1935 I vestigt voor
den invoer van alle visch- en diermeelproduc-
ten een monopolie, dat in handen gelegd is van
de Nederlandsche Meelcentrale. Het te bereke
nen prijsverschil zal f 1.per 100 K. G. be
dragen.
Waar deze maatregel uiteraard een prijsver-
hoogende werking op de binnenlandsche voor
raden der vermelde producten zal hebben, is
tevens bepaald, dat de op 13 Mei a.s. bij bedrij
ven en handelaren aanwezige voorraden boven
een minimum hoeveelheid van 500 K.G. aan
een heffing van f 1.per 100 K.G. zijn onder
worpen.
Onze weerkundige medewerker schrijf
Een lezer deelt mij mede, dat zij, d'eeI1 v
weten op welke dagen in 1935 onweers- e
gelbuien kunnen worden verwacht, het
weersboekje van De Bilt van 1908 moet®
plegen, en schrijft dan: ,,Dit jaar twe®
later dan in 1908, met een verschil van v
minuten." ^fkv.
Ik kan de gronden niet beoordeelen. fI)
de geachte lezer deze uitspraak vestig
kan dus ook niet zeggen of deze voorsp®
zullen uitkomen, maar 't is toch wel va®V**,
later eens na te gaan of zij vervuld zulJ
den. In elk geval is het een zaak, die v®
is in iauö. y
1 Groote schade aa
7.39, Maarssen, veel
langstelling zal inboezemen, reden WSj. v1
hieronder een kort overzicht geef van
naamste hageldatums in 1908.
21 Mei. Hoogezand
vruchten. Terbregge 7.os. ruaarsseii, """"„er1
Numansdorp, steenen 2.5 c.M. N.-Lek
Helmond. t Ny
Een onweersbui kwam 5.20 uur uit h ^W,
in Zeeland ons land binnen en trok in O
richting, woedde over de Zuidelijke helft
land en zette haar weg tot ver in Duit5
voort. gtfO'l
30 Mei. Leeuwarden, Makkum, BelbhBjjfl
Denekamp. Onweer over bijna geheel Ne
om 10.30 Z.-Limburg binnenkomende, ee
Z. naar N., later van Z.Z.O. naar N.N-^j£#,
kende, in Z.-Holland verstervende. Om
nacht begon een bui met een front van
(stad) door Achterhoek Gelderlan" jF
Duitschland. Deze buit trok in Noordelijk
ting en bereikte 7 uur v.m, Ameland.
16 Juni. Kedichem. Zware hagelslag
schade aan veldvruchten. o\
Een smalle onweersbui begon 1.30 n'
de Z.-Holl. eilanden, trok in N.O. riclrt
Groningen. Te 4 uur verbreedde het fr°\
plotseling en reikte toen van N.-punt
land tot Z.-Limburg. Op dat oogenblik
te Kedichem. win
12 Juli. Cadier en Keer (L.) Groote V'1
steenen, zwaarste hagelslag sedert 25 ja8stcf,
schade. Tijd 2 uur n.m. Veel regen met
vlagen in Z.-Limburg. 5o
Overigens kwamen hagelbuien voor op
dere dagen, vooral in de maand Mei. „t j.
Het is niet mogelijk een kort overs» j
geven van den algemeenen onweerstoest j<A
Nederland in 1908. Vergeleken met het
gemiddelde aantal onweersdagen in elke i
was het aantal normaal in Februari, jiflj
September, iets kleiner dan normaal bi if.
aTi en December, vrij veel te klein in Joh ^pf'
gering in October, grooter dan normaal i®
Mei, Juli, Augustus en November.
Lezers, die meer bijzonderheden wensch
ik gaarne, voor zooverre mogelijk, daaraf
pen.
(Nadruk verboden).
Onder de kunst-evenementen, wel*f fit
Brussel zullen plaats vinden in verbahO c
de wereldtentoonstelling, valt bijzonder
aangekondigde opvoering van Purcell's
Queen". Deze zal gegeven worden °P
28sten Juni onder leiding van M. Ord.
Na da ovarwinning van hat Nederland-
scha voetbalelftal ta Brussel. Vlnr.
Bob Glendenning omarmt Andriasse;
Leo Halla, Kik Smit, Herberts en Otto
de Vries
De voetbalwedstrijd België Nederland, Zondag te Brussel gespeeld
eindigde in een 2 0 overwinning voor Holland. Een der Nederlandsche
doelpunten