Wustrialisatie-congres Bij den dood van Maarschalk Pilsoedski welvaart door INDUSTRIE" Sa Menwerking als §ezonde basis NATIONALE HELD EN DICTATOR MAANDAG 13 MEI 1935 0e l"er fondsorganisaties demon- T*erden in de overvolle Dierentuin-zaal te s Gravenhage ?etl*ndsche °n<j Aanwezigen van „At Openingswoord »«1! Mr. J. van Hellenberg Hubar MinSteenberghe aan t woord Rede ir. Gul jé Nederland en Indië Ir. Gul jé Rede Jac. Groen Rede ir. H. Gelissen Wmm 'mêÈ Slotwoord Minister Steenberghe Geen ander doel dan Polen Gewijzigde structuur Taak der Overheid Handelspolitiek ^eden vjer j£. atld3organisaties, de Algemeene R F ^erkgeversvereeniging, het Werkliedenverbond, de Ne- ie R. K. Middenstands- en de R. K. Boeren- en Tuin- cjr^°nd te 's Gravenhage een in- i ^ekkende demonstratie gehou- V j voor actieve crisisbestrijding °r 'ndustrialisatie-politiek. Mr, v Aanwezige autoriteiten vermelden we: ?0tischP L- Steenberghe, minister van Eco- n Waken> Prof. mr. P. J. ,M. Aalberse, -*« 'an Staat, jhr. mr. dr. H. A. van Kar- «n in de ?°nincH?,el1 i°t Westerflier, Commissaris der "Rini-ter van Staat. Commissaris der .31 p-s. 3n de provincie Zuid-Holland, mr. E. J »T VOI/vl f WUUinww* 4W W M°nch:n de provincie Limburg, mr. S. J. R. 5 Gror.,,burgemeester van Den Haag, dr. b ^tem eve*d Meyer, administrateur van het pA voo^ van Economische Zaken, C. Zaal- riVIes W i r van den Nijverheidsraad, Z. Exc. °nd-minister, voorzitter van de ,3 dr, jr 1SvS'e vo°r werkverruiming, M. A. Dam- ïJA. ai A' Iiacice> directeur-generaal van den §emeen secretaris van het Werkfonds ^°bert Verwy, directeur van den ft?' tlirec," Werkloosheidsverzekering, A. Gee- (j bg eiJ jfnr-generaal van de werkverschaf- v tt.{j ~unverleening, mr. C. Goseling van bruter ^.^spnrtij, mr. W. van Lanschot, on v'eie der Katholieke Eerste Kamerfractie E 6r y-ig'1??05 Eerste en Tweede Kamerleden, dó J' de v 'er Laan. J- ter Laan, mevr. A. L J°bg ,r'es-Bruins, Th. J. Thysien, P. W. J. W. L. G. Kortenhoret, W. Drop, ir. dr var, '?ber> J. L. Faber, A. W. IJzerman, U,Alph der Weiden, K. L. A v. d. Putt, prof. A ger, G. W. Kampschoër, W. Stein- ti«|. H J'. Engels' S- v- d' EcrSl1, Jhr. mr. j J-j u _cbiels van Kessenich, L. v. d. Bilt, tj *3 J p A- Meyer, G. J. M. Stumpel, mr. N. p e- Heerkens Thijssen, M. Vi ser, dr. Plan ler' H' Ruyfcer. en Tb- F- M' SsH ^bWrv, ac"thonderd personen, meerendeels *3 der igend atdeelingen en sub-organi- bije„ vier centrales, waren in de groote de - di l'0en de heer mr' Van Hellenberg Vj -n zi.in kwaliteit van voorzitter van t).? or„ orntolssie van overl<fe tüsschen de r? Vo0r Mes het congres leidt, het woord folder ft 2iJn openingsrede, r?' dr p aanwezigen bevond zich voorts ook A rr„_ A. Poeis. vr0 Zaal van den Dierentuin stroomde Vo1 menschen: in het centrum van tle zag men den geheelen morgen de »^emers optrekken naar het congres, udir. ar was, toen te half elf de voorzit- jlde, Van Hellenberg Hubar, het Congres vAlgo Plaats meer onbezet. 8eöde- °Pcningswoord on tie enen wij het (>irrileb anders dan de barre nood," al- ïip -ts dipVatl Hellenberg Hubar, „welke den A dap r organisaties duidelijker heeft doen Dbr der dat slechts eendrachtig samen- e®n Verschillende maatschappelijke groe- 3^ iti» nde basis kan vormen voor een Uitgp?, welvaartspolitiek of meer beschei- 1) Met grc~?u'ct, doelmatige crisisbestrijding. Vh 'eBer bezorgdheid zien zij het aan, hoe jderej, 5er werkloozen maar niet wil ver- teijf Ch eerder vermeerderen; ^r °P ct::njare tienduizenden jonge krachten Wkubhi '°e ia.hij verheid en scheepvaart kwijnen 1 bi fiTI tllinhrtiinr oloobfo mat non voolri kiio? arbeidsmarkt aanbieden, doch geen h°e oZen.bemachtigen; i'A ]an hijverheid en si te? s'eUn en tuinbouw slechts met een reeks Adem1aatregelen op de been kan worden t«h Ie 'n,, feoorj]. ddenstand bij een sterk ingekrom- k lakg F?cbt. geen loonenden omzet meer la. W... om de werkgelegenheid in Neder- ""'vclv, de bronnen van ons volks- t|, van Pdrogen en onze materieele, maar eer belang is, onze moreele reserves *V diej, en- V^ten toestand mogen en willen zij niet li,,, M ber,In dien toestand mag en kan nie- ,°oit Wsten. En in dien toestand behoeven «Ae Aet te berusten." %'8,be bleven in Nederland niet in dof pes- lAhipo te wachten of de betere tijden bes *illen komen" tbieif °hikken over vakbekwame arbeiders, bdig de leiders van bedrijven en zeer A. ge technici en ook nog wel over ka- twSr d r q3", o, 6 krachten moeten worden „ge- rna.aarbij leiding der Overheid in meer- J- kan e dan onder andere omstandigheden We niW°rden gemist. tig J106 ten uit onze verdedigingsstelling tien n tot het offensief overgaan. En nu °hs niet aan voor menschen, die de gemakkelijke rol willen spelen van stuurlui aan den wal. Daarvoor hebben we te veel verant woordelijkheidsgevoel en besef van de zware taak, waarvoor de Regeering zich ziet ge plaatst; daarvoor ook hebben we te veel waar deering voor het vele en moeizame werk, dat wordt verricht om aan de gevolgen der crisis het hoofd te bieden, wy kunnen dus niet wor den misverstaan. Maar dat behoeft ons niet te verhinderen ons volk en de Regeering te door dringen van de noodzakelijkheid van een meer voortvarende constructieve en economische po litiek, waardoor tegenover de noodzakelijke af braak nieuwe perspectieven voor ons volk wor den geopend en de materieele, maar vooral moreele kracht van ons volk wordt versterkt." Een goed voorteeken mag het genoemd wor den, dat degene, die het eerste het woord voer de op dit congres minister mr. M. P. L. Steen berghe was. Deze begon met te verklaren, dat hij tot zijn spijt slechts een- gedeelte van dit congres kon by wonen. Het departementale werk, zoo sprak de mi nister, eischt het verdere gedeelte van mijn dag op, waarbij spr. aanleiding vond om bijzon dere hulde te brengen aan het ambtenaren korps, waarmede hy dagelijks zeer aangenaam samenwerkt. Niet zonder ontroering zie ik, aldus de mi nister, dat de vier groote Katholieke organisa ties elkaar op het punt van industrialisatie hebben gevonden. Dat is een groot geluk voor het geheele land en volk en het heeft als zoodanig de waardeering van de regeering in haar geheel. De minister drong er op aan, dat aan de regeering in de eerste plaats practische advie zen worden gegeven. De tijd is voorby, dat men met breed opge zette theorieën kan komen. De regeering ziet de nooden en problemen, doch men moet niet vergeten, dat voor het nemen van maatregelen een tijd van voorberei ding noodzakelijk is. „Na wat ik al gezegd heb en na alles, wat men van my weet, wil ik hier nogmaals ver klaren, dat de regeering niet alleen groot be lang hecht aan de adviezen, die uit dit congres voortkomen, doch ex ook oprecht dankbaar voor zal zyn." „Hoe groot de moeiiykheden ook mogen zijn," zoo besloot de minister, „wanneer wij eensgezind de handen in elkaar slaan zullen wij er uit komen. Dit congres toont opnieuw wat de ge schiedenis altijd geleerd heeft, dat ondanks het geweldige individueele karakter van het Ne- derlandsche volk, dit toch, wanneer de storm van alle kanten dreigt, schouder aan schouder weet te staan." Spreker noemde allereerst het feit, dat de vier katholieke sociale organisaties zich hier vereenigd hebben om zich gezamenlijk te be raden over de toekomst van ons volk, van on gemeen groote beteekenis. Ik durf te zeggen, aldus spr., „dat de crisis heel spedig ten einde zou zijn als de samenwerking, waarvan men hier het voorbeeld gaf, in wat breeder kring, nationaal en internationaal, in pjactijk werd gebracht." Komende tot de prae-adviezen, zeide spreker, dat hij de meening van de heeren De Bruijn en prof. Kaag kon onderschreven, nl. dat tarieven beter zijn dan contingenteering. Contingentee- ringen brengen ontzagiyk veel moeilijkheden mee, o.m. by de vaststelling van de basisjaren. Verstarring wordt er door in de hand gewerkt. Contingenteering kan evengoed als een invoer recht prijsverhoogend werken. Daarbij profitee- ren de buitenlandsche fabrikanten voor 100 pet. mee. Bij invoerrechten komt de hoogere p,rijs ten minste ten goede aan den fiscus. Spr. er kende echter, dat contingenteeringen in vele ge vallen naast invoerrechten noodzakelijk zijn. Met prof. Kaag is de heer Guijé van meening dat specifieke rechten boven waarderechten te verkiezen zyn. Het tarief biedt ook in andere opzichten nog ongebruikte mogelijkheden. Mo gelijk zou een der middelen, waarmee onze zoo zeer gehavende scheepvaart te steunen ware, kunnen zyn het instellen van vlagTechten, waardoor aan goederen, met Nederlandsche schepen in onze havens aangevoerd, een reduc tie op onze douanerechten wordt toegestaan. Ons tarief van invoerrechten en de contingen- teeringsmaatregelen zouden verder ook dienst baar gemaakt kunnen worden aan een nauwer handelsverkeer tusschen Nederland en Indië. Daartoe is echter een betere organisatie van het overleg tusschen de Nederlandsche en de In dische regeering en tusschen het Nederlandsch en het Ned. Indisch bedrijfsleven noodzakelijk. Met de middelen, waarover onze regeering thans beschikt, zou zy reeds heel wat kunnen bereiken, indien zij maar tot een doelmatige or ganisatie kon geraken. Spr. wees op een beteren voorlichtingsdienst. Om in de komende jaren dezen dienst voor herhaald verval door ondoor dachte bezuinigingen te behoeden, leek het spr. het beste, daarvoor een speciaal fonds met vaste inkomsten te vormen. Er zijn nog andere wegen, waardoor de regee ring de binnenlandsche bedrijvigheid direct kan beïnvloeden. Daar zyn b.v. de belastingen.-Ver laging is van primair belang voor alle bedryfs- takken. De regeering onderzoeke op welke wijze het belastingstelsel is dienstbaar te maken aan de bestrijding der werkloosheid. In elk geval en zeer snel heeft de re geering het vraagstuk der vaste lasten onder de oogen te zien. Voorts zeide spreker, dat de steun aan de industrie, in welken vorm ook, zooal geen winst, dan toch in elk geval beveiliging tegen verlies moet waarborgen. Datzelfde geldt voor de ma nier, waarop naar nieuwe industrieën gezocht wordt. In dit verband critiseerde spr. de samen stelling van het werkfonds. De leden der com missie vormen geenszins een geheel. Dit wreekt zich hierin, dat het fonds niet tot opbouwend werk in staat is. Ook constateerde spr. een te veel aan instanties. Spr. besloot met een pleidooi om onze zwaar- industxie aan te vullen met een w a 1 s w e r k. Dit voojrbeeld' gaf hij om concreet te illustree- ren, dat werkverruiming door industrialisatie meer dan een leus is, dat het een doel is, dat binnen korten tyd is te verwezeniyken. Met aanpassen, bezuinigen, subsidieeren, doen wij niets, dan achter de feiten aanloopen; tot een verbetering zullen wij slechts kunnen ko men, wanneer we zelf het initiatief aan ons trekken en nieuwe bronnen aanboren om de welvaart, die ons ontviel, te herwinnen. Deze spr. merkte op, dat men in den regel zich niet realiseert het groote aantal van de in industrie en handel werkenden, dat indirect van den land- en tuinbouw bestaat en niet onder de rubriek van werkenden in den land- en tuin bouw zijn opgenomen. Daarom moet niet alleen alles gedaan worden ter bevordering van de industrie, doch daarbij moet tevens al het mo gelijke gedaan worden om de andere bronnen van volksbestaan in stand te houden. Wat de steunmaatregelen aan den landbouw betreft, merkte spr. op, dat het z.i. een illusie is, dat door geleideiyken afbouw van de land bouwsteunmaatregelen, gepaard aan bevordering van onze industrie, zal worden bereikt, dat wij ons ook kunnen ontdoen van den werkloosheids steun. Tenzij men van oordeel zou zyn, dat de mo gelijkheid bestaat om in plaats van den dan ge heel vervallen land- en tuinbouw een industrie te scheppen en te bevorderen, die alles zou kun nen opvangen. Dit gelooft echter niemand. Met nadruk ontkende spr. dat land- en tuinbouw bijzondere voorrechten zouden hebben en bij den steun wel zouden va ren. Als de maatregelen zouden worden opgeheven, zou de land- en tuinbouw geheel ineen storten. Spr. was van meening, dat bevordering van de industrie en met name de reserveering van onze binnenlandsche markt hiervoor op het eer ste plan dient te staan. De boeren- en tuinders- stand kan hiertoe ook medewerken, mits men den landbouw niet het kind van de rekening laat worden. Het is vanzelfsprekend, aldus spr., dat men allereerst en voor zooveel mogeiyk, de oude be- staansbronnen in stand moet houden, dat een stimuleering van den landbouw op de industrie en omgekeerd een vergrooting van het industri- eele apparaat van beteekenis is voor landbouw, handel en scheepvaart. Volgens spr. is het alleszins geboden door mm Zondag werd het feit herdacht der 100- jarige stichting van het huis der zusters Franciscanessen. In het Moederhuis te Heythuizen verwelkomden de zusters en geestelijkheid. Z.H. Exc. Mgr. dr- Lemens bij den ingangEen kiekje van het plechtige oogenblik als de Bisschop zie h naar de kapel begeeft om een Pontificale Hoogmis te celebreeren systematische economische technologische studie vast te stellen wat in ons land nog zou kunnen worden geproduceerd. De geschiedenis onzer beroepsstatis tiek en zelfs de tegenwoordige toestand onzer nijverheid bewijzen, dat Neder land een land is, dat zich bij uitstek voor industrialisatie eigent. Vooral kan het Nederlandsche intellect in onze ver dere industrialisatie een groote rol spe len. Spr. kwam daarna aan het economisch re gionalisme, waaronder hij zou willen verstaan een economisch stelsel dat langs een ge ece^3 traliseerd maar centraal georiënteerd systeem de nationale welvaart zooveel mogelijk zoekt te vermeerderen. Het is van groot belang dat hier- by de regionale overheid wordt ingeschakeld als het particuliere initiatief tekort schiet. Het was te Roermond waar door de oprichting in ïsz» der Roermondsche Nijverheidscommissie de eer ste practische stap op het gebied van het posi- tieve economische regionalisme m Nederland WEtezeecommissie heeft ten doel Roermond en omgeving in economisch-technologisch °Pzlch te exploreeren. In den korten tijd van haar be staan heeft zij Roermond een mdust™f®"?A en dank zij de activiteit van haar leden, nieuwe industrieën gebracht. Spreker besprak vervolgens het werk van het Econ-Technologisch Instituut in Lrnibu g van de pas opgerichte N. V. Industnebank Na nog eenige andere in Limburg in het be lang der industrie tot stand gekomen maat regelen te hebben nagegaan, kwam spr. tot het vraagstuk eener nauwere samenwerking met België. Moge een der eerste resultaten de e toekomstige samenwerking zyn, aldus spr., het verkrijgen van een juist inzicht in de waterver- deeling tusschen Albertkanaal, ,Maa® o^eliik- lianakanaal. Immers, eerst dan is de mogelijk heid gegeven om den bouw van de waterkracht centralen in het Julianakanaal te beginnen, waterkrachtcentralen, die van beteekenis kun nen zijn voor de verdere industneele ontwikke ling der provincie Limburg. Ofschoon de vier organisaties, die dit con- gres tezamen hebben gehouden binnenkort haar standpunt nog zullen bepalen en pubh- ceeren, meen ik toch de grenzen der voor zichtigheid niet te overschrijden door mij sterk te maken, dat reeds thans over de na volgende punten onder de besturen dezer or ganisaties eenstemmigheid aanwezig is. 1 Met erkenning van 't feit, dat de Neder landsche volkshuishouding geteisterd wordt door rampen die haar oorsprong vinden in in- ternaüonaTe factoren, welke ons volk weinig Nog geen etmaal na het vertrek van La- val uit Warschau, waar hij met zyn Poolschen collega Beck had geconfereerd over de eigenlijke bedoelingen der Poolsche po litiek, welke steeds meer van de Fransche richt- lynen schenen af te wyken ,is de man, die Polens politiek zoowel in binnen- als buitenland beheerschte, de grijze maarschalk Pilsoedski overleden. Het bericht, dat de machtige dicta tor van het „Herstelde Polen" wegens zyn zorg- wekkenden gezondheidstoestand niet in de ge legenheid zou zijn den Fmnschen minister van Buitenlandsche Zaken persoonlyk te ontvangen, werd door de achterdochtige en op niet altijd even goede gronden politiek combineerende pers hier en daar beschouwd als een diplomatieke truc, welke zou wijzen op den onwil van den eigenlijken machthebber in Polen om zich door de Fransche suggesties te laten beïnvloeden. De plotselinge doodsmare, welke een diepe ver slagenheid in Polen heeft gewekt, heeft echter op ontstellend duidelyke wyze bewezen dat al thans dit keer van geen diplomatieke ziekte, maar van tragischen ernst sprake was. In maarschalk Pilsoedski verliest het uit den oor log als een glorieuze Phenix uit zijn asch her rezen Polen een nationalen held, een dier ro mantische en tevens realistische figuren, waar aan Polens tumultueuze en boeiende geschie denis in den loop der eeuwen zoo rijk is ge weest. Pilsoedski stamde uit een oud adellyk Poolsch-Litausch geslacht, dat in de naaste omgeving van Wilna in ondanks alle verdruk king ongebroken nationale gezindheid op het land leefde. Verschillende van Pilsoedski's voorvaderen hebben actief deelgenomen aan den bloedigen stryd tegen de vreemde over- heerschers van het Poolsche volk en zijn eigen vader had meegevochten in den mislukten op stand van 1863 tegen de Russen. Het patriot tisme, het streven naar de bevrijding van Polen, een der roemrykste tradities van zyn geslacht, heeft ook het avontuurlijke leven van Jozef Pilsoedski richting en lijn gegeven, een richting, een lijn, welke slechts schynbaar zigzagde, maar in werkelykheid recht en strak afging op het ideaal, dat hij zich had gesteld: de eer en de grootheid van het vertreden en geknechte vaderland. In zijn jonge jaren gaf hij reeds blijk van die onverzettelijke en onwankelbare trouw aan de met geweld onderdrukte, maar daardoor juist in Polen zoo sterk levend geble ven nationale gedachte. Ter verwezenlyking van Polens vrijheidsdroom koos hij elk middel, dat hem daartoe dienstig leek. Hij werd socia list, omdat hij in het socialisme den vyand van het gehate Tsarisme zag. Hy conspireerde en complotteerde en, ofschoon hy zich nooit heeft ingelaten met terroristische acties, welke in moordaanslagen het eenig heil brengende middel zagen, werd hy daarvan toch beschul digd. Gevangenis en Siberië hardden hem en maakten hem tot den moedigen en onverschrok ken, diep overtuigden kampioen van Polens grootheid. Hy was in hart en nieren soldaat, een soldaat, die met soldatenmanieren politiek dreef en de elegante windhonden der sierlyke diplomatie vaak verschrikte en verstoorde. So cialist uit nationalistische overwegingen, revolu- tionnair met constructieve politieke intenties, was hij alleen voor hen, die hem niet begrijpen konden of wilden, een inconsequente en dub belzinnige figuur. Toen in 1914 de door Pilsoedski lang ver. beide oorlog uitbrak, kreeg hy de kans met zijn handjevol Poolsche legionnai- ren de Russische overheerschers te lyf te gaan. Hy werd met zijn mannen ingedeeld by het Oostenryksche leger en tot generaal-majoox bevorderd. Binnen enkele maanden beschikte hy over 30.000 man en veroverde steeds groo- tere deelen van het Poolsche vaderland. De Duitschers zagen in hem een dienstig werktuig om Rusland afbreuk te doen. Maar het was geen liefde voor Duitschland, wat Pilsoedski onder de vaandels der Centralen deed strijden. Evenals hy in het socialisme slechts een middel had gezien, dat dienstbaar kon gemaakt worden aan de realisatie van Polens onafhankeiykheid, evenzoo wenschte hy van Duitschland slechts party te trekken om de overheerschers te ver drijven en het ondraaglyke Russische juk van Polens schouders te schudden. Dit bleek heel duidelyk, toen na de verovering van Warschau Pilsoedski en zyn leger weigerden den eed van trouw af te leggen in handen van den Duit. schen gouverneur-generaal. Pilsoedski had zyn onstuimig bloed niet veil voor de Centralen, wier hulp hy gaarne gebruikte, maar uitslui tend voor Polen. Het Poolsche legioen werd ont wapend en geïnterneerd en Pilsoedski te Maag denburg gevangen gezet. Doch het Poolsche volk was tot nationaal zelfbewustzyn gewekt, en toen, in 1918 Duitschland uitgeput in de knieën knik te, nam Pilsoedski de leiding van het bevryde Polen in handen, gesteund door een votum van de Nationale Vergadering, welke hem na het romantsche intermezzo-Paderewski tot president van de Poolsche republiek koos. Sinds, dien is Pilsoedski's invloed by voortduring voelbaar gebleven in de Poolsche politiek, zelfs, wanneer hij zich tydelyk moest terugtrekken in ambteloosheid. Hy organiseerde het Pool sche leger tot een vaste en betrouwbare kern in den nieuwen staat, die vooral in de eerste jaren van zyn herstelde zelfstandigheid ont zaglijke moeiiykheden had te overwinnen. In de binnenlandsche politiek werd de socialist uit nationalisme en de revolutionnair uit con structivisme een dictatoriale autocraat, welke zich heftig verzette tegen den stryd der poli tieke partijen en den verzwakkenden invloed van den verpolitiekten landdag. Hy vreesde, dat het Poolsche parlement zou vervallen in het onvruchtbare en destructieve krakeel, waardoor het in vroegere tyden berucht was geworden en den ondergang der nationale zelfstandigheid had voorbereid. Jaren lang heeft Pilsoedski vóór en achter de schermen en vaak met inschakeling van zyn militaire macht en| met allerminst parlemen taire termen gevochten om de eenheid der natie naar -binnen te verzekeren en naar buiten on aantastbaar te maken. De ietwat geforceerde grondwetsherziening welke onlangs tot stand is gekomen, heeft de eindelyke vervulling gebracht van zyn hartgron- digen wensch in het belang van Polen zooals hij dat zag. Wet of geen wet, Pilsoedski liet zich niet van zyn stuk afbrengen. Hy had geen over dreven eerbied geleerd voor de wetgevende macht in de jaren, dat hy op officieel illegale wyze de wederopstanding van de Poolsche natie moest voorbereiden en bewerken. De verovering van Wilna in 1921, welke op zijn bevel door generaal Zeligofski werd uitge voerd, leverde daarvan wederom het bewys. u Polen verweesd staat aan de doods- baar van zijn vermaarden maarschalk, -I- juist op het oogenblik, waarop de in ternationale politieke situatie meer dan ooit van Polen een krachtige, ondubbelzinnge en vast beraden politiek eischt, dringt de vraag zich naar voren, wat de toekomst brengen zal. Pil soedski, die wel met Duitschland, maar niet vóór Duitschland streed, heeft wel dankbaar het bondgenootschap met Frankryk aanvaard om Polens positie in de wereld te bevestigen en te versterken, maar niet om zich met hart en ziel aan Frankrijk te verkoopen. Toen Polen tever geefs een beroep op Frankrijk en de andere groo te mogendheden deed om het groeiend gevaar van het nationaal-socialistisch „ontwaken' van Duitschland te keeren, besloot het zyn eigen on- afhankelyken weg te gaan. Gelegen tusschen Sovjet-Rusland en het Derde Ryk zocht het zich te beveiligen door nonagressie-pacten en vriendschapsverdragen, zonder ook maar iets van zyn waakzaamheid te verliezen. Het werd Frankrijk duidelijk, dat op het mondig gewor den en tot een groote mogendheid volgroeide Polen niet onder alle omstandigheden meer viel te rekenen voor de Fransche politieke doelein den. Het zocht daarom een bondgenootschap met Sowjet-Rusland, maar vervreemde daar door Polen nog meer van zich. Laval had tot tak te Warschau de Polen ervan te overtuigen, dat het Fransch-Rus- sisch verdrag en de Fransche Oost-pact- politiek geenszins in conflict kan komen met Polens eigen belangen, en het heet, dat dit hem niet geheel en al is mislukt. De verhouding tus schen Polen en Duitschland heeft den laatsten tyd vooral tengevolge van de verkiezingsgebeur tenissen in Danzig wat geleden en bovendien zocht de Poolsch-Litausche edelman Pilsoedski, niettegenstaande de vroegere conflicten tus schen Polen en Litauen, sinds kort op opval lende wijze toenadering tot Kowno, dat sinds het vonnis tegen de Duitsche nationaal-socialis- ten uitgesproken in verband met de Memel kwestie op voet van vijandschap staat met het Derde Ryk. Pilsoedski's politiek was uitsluitend Poolsche politiek en door deze politiek heeft hy zijn herstelde vaderland, tusschen de anti- podistische grootmachten Duitschland en Rus land, tot een factor van den eersten rang in de politieke Europeesche samenleving Weten te maken. Zal kolonel Beek, Pilsoedski's vertrou weling, de lyn straf en recht doortrekken, zoo als die door den redder en grondvester en be- vryder van Polen werd geprojecteerd en ge volgd? De naaste toekomst zal het leeren. of niet kan veranderen, meenen zij toch, dat dit geen reden zijn mag, om te berusten in 'n toestand van voortdurenden economischen ach teruitgang, die noch voor het tegenwoordig ge slacht noch voor de opgroeiende jeugd eenig perspectief biedt en die de mogelijkheid van een toekomstig herstel in gevaar brengt. 2. Zü achten het niet voldoende, dat de Regeering haar politiek voornamelijk richt op gezondmaking der staathuishouding en op het afweren van aanslagen op onze welvaart, doch zij wenschen, dat de belan gen der volkshuishouding, waarvan de staathuishouding slechts een onderdeel zij het ook 'n zeer belangrijk onderdeel uitmaakt, bovendien in positieven zin con structief worden behartigd. 3. De gewijzigde wereldhuishouding nood zaakt ons land tot een reorganisatie van onze bronnen van bestaan. Werkelijkheidsbesef dwingt ons te erkennen, dat de industrie in hoofdzaak het leger werkloozen weer aan ar beid zal moeten helpen en onze groeiende be volking een bestaan zal moeten verzekeren. Loonende arbeid is in hoofdzaak slechts daar te verwachten. 4. Handhaving, versterking," uitbreiding en vervolmaking van ons industrieel apparaat is een levenseisch voor ons volk. Alle nationale krachten op het gebied van de techniek, van de wetenschap, van den on dernemersgeest, van den geschoolden en ge- oefenden arbeid en van het kapitaal moeten gemobiliseerd worden om tezamen het werk van den nationalen opbouw tot stand te bren gen. Samenwerking tusschen bedrijfsgenooten, zoowel ondernemers als arbeiders, en tusschen deze en de Regeering is daarbij onmisbaar. Samenwerking ook tusschen alle gebieds- deelen van het Rijk. 5. Waar de activiteit van het particulier initiatief in den grooten nood van dezen tijd te kort schiet, zal de Overheid althans voor- loopig haar aanvullende taak meer in een ac tieve moeten omzetten en zoowel door kracht dadige stuwing als door financieelen steun, 't particuliere initiatief tot vruchtbare ontplooiing brengen. Vooral in den aanvang zal deze taak der Overheid zeer veel omvattend zyn en het zal daarbij vooral op voortvarendheid en door tastendheid aankomen. De buitenlandsche voor lichtingsdienst zal op geheel moderne leest moeten worden geschoeid; economisch-tech- nologische instituten dienen met hulp der re gionale overheden te worden opgericht; de sa menwerking tusschen bedrijfsgenooten zal doeltreffend moeten worden georganiseerd on der het waakzaam oog van de het algemeen belang behartigende Regeering; de werkwijze van het Werkfonds moet dusdanig worden in gericht, dat de plannen sneller kunnen worden uitgevoerd; daarbij moet worden vermeden, dat noodelooze weerstanden blijven bestaan. Het industrieel crediet als middel tot het scheppen van blijvende werkgelegenheid moet doeltreffend worden georganiseerd en moge- lyk gemaakt. 6. Nu hoe langer hoe meer de economi sche verhoudingen tusschen de volkeren beheerscht worden niet door vrijheid van handels- en betalingsverkeer maar door georganiseerden goederenruil door mid del van handelsovereenkomsten en uitwis seling van wederzijdsche concessies, zal de Nederlandsche handelspolitiek dusdanig moeten worden gehanteerd, dat meer dan nog in het verleden geschied is een har monie wordt geschapen tusschen de nood zakelijkheid van een zoo groot mogelijken export en de reserveering van de eigen markten in alle gebiedsdeelen van het Rijk voor de producten van eigen bodem en van eigen nijverheid. Wanneer de industrie blyft kwijnen en haar laatste reserves opteert, zal de voor onzen ex port noodzakelijke import van grondstoffen, halffabrikaten en bedrijfshulpmiddelen voort durend inkrimpen. Er behoeft dan ook geen tegenstelling te bestaan tusschen een ratio- neele industrie-bescherming door middel van contingenteering en specifieke invoerrechten eenerzyds en de export-belangen anderzyds. Bij een verstandige economische politiek zullen deze belangen niet met elkaar in botsing ko men. 7. Niet alleen de rechtstreeks bij de industrie betrokken groepen zullen door industrialisatie worden gebaat, doch ook de handeldrijvende middenstand en de agrarische bevolking, die van de vermeerdering van de koopkracht pro- fyt zullen trekken. 8. Er moet een geest van gezond optimisme, van durf, geestkracht en Godsvertrouwen over ons volk vaardig worden. Deze geest zal ons volk bereid moeten maken tot het brengen van groote offers in het algemeen belang. Het be- wustzyn, dat wy, ondernemers en arbeiders, boeren en middenstanders, schouder aan schou. der den strijd om het bestaan met elkander en voor elkaar wenschen te voeren, zal ons sterk doen staan in onzen onverzettelyken wil om den noddlottigen greep, waarin wy gevan gen zitten, te verbreken en om de lyn van onze welvaart, die nu nog steeds dieper naar bene den buigt, te dwingen van richting te ver anderen. Per aspera ad astra. Door de moeiiykheden naar een betere toekomst, ziedaar de korte sa menvatting van het devies, dat dit congres aan onszelf en aan het geheele Nederlandsche volk heeft willen voorhouden I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5