Wustrialisatie-congres
Bij den dood van Maarschalk
Pilsoedski
welvaart door
INDUSTRIE"
Sa
Menwerking als
§ezonde basis
NATIONALE HELD EN
DICTATOR
MAANDAG 13 MEI 1935
0e
l"er fondsorganisaties demon-
T*erden in de overvolle
Dierentuin-zaal te
s Gravenhage
?etl*ndsche
°n<j
Aanwezigen
van
„At
Openingswoord
»«1!
Mr. J. van Hellenberg Hubar
MinSteenberghe aan t woord
Rede ir. Gul jé
Nederland en Indië
Ir. Gul jé
Rede Jac. Groen
Rede ir. H. Gelissen
Wmm
'mêÈ
Slotwoord
Minister Steenberghe
Geen ander doel dan
Polen
Gewijzigde structuur
Taak der Overheid
Handelspolitiek
^eden vjer j£.
atld3organisaties, de Algemeene
R F ^erkgeversvereeniging, het
Werkliedenverbond, de Ne-
ie R. K. Middenstands-
en de R. K. Boeren- en Tuin-
cjr^°nd te 's Gravenhage een in-
i ^ekkende demonstratie gehou-
V
j voor actieve crisisbestrijding
°r 'ndustrialisatie-politiek.
Mr, v Aanwezige autoriteiten vermelden we:
?0tischP L- Steenberghe, minister van Eco-
n Waken> Prof. mr. P. J. ,M. Aalberse,
-*« 'an Staat, jhr. mr. dr. H. A. van Kar-
«n in de
?°nincH?,el1 i°t Westerflier, Commissaris der
"Rini-ter van Staat. Commissaris der
.31 p-s. 3n de provincie Zuid-Holland, mr. E.
J »T VOI/vl f WUUinww* 4W
W M°nch:n de provincie Limburg, mr. S. J. R.
5 Gror.,,burgemeester van Den Haag, dr.
b ^tem eve*d Meyer, administrateur van het
pA voo^ van Economische Zaken, C. Zaal-
riVIes W i r van den Nijverheidsraad, Z. Exc.
°nd-minister, voorzitter van de
,3 dr, jr 1SvS'e vo°r werkverruiming, M. A. Dam-
ïJA. ai A' Iiacice> directeur-generaal van den
§emeen secretaris van het Werkfonds
^°bert Verwy, directeur van den
ft?' tlirec," Werkloosheidsverzekering, A. Gee-
(j bg eiJ jfnr-generaal van de werkverschaf-
v tt.{j ~unverleening, mr. C. Goseling van
bruter ^.^spnrtij, mr. W. van Lanschot,
on v'eie der Katholieke Eerste Kamerfractie
E 6r y-ig'1??05 Eerste en Tweede Kamerleden,
dó J' de v 'er Laan. J- ter Laan, mevr. A.
L J°bg ,r'es-Bruins, Th. J. Thysien, P. W.
J. W. L. G. Kortenhoret, W. Drop, ir.
dr var, '?ber> J. L. Faber, A. W. IJzerman,
U,Alph der Weiden, K. L. A v. d. Putt, prof.
A ger, G. W. Kampschoër, W. Stein-
ti«|. H J'. Engels' S- v- d' EcrSl1, Jhr. mr.
j J-j u _cbiels van Kessenich, L. v. d. Bilt,
tj *3 J p A- Meyer, G. J. M. Stumpel, mr.
N. p e- Heerkens Thijssen, M. Vi ser, dr.
Plan ler' H' Ruyfcer. en Tb- F- M'
SsH ^bWrv, ac"thonderd personen, meerendeels
*3 der igend atdeelingen en sub-organi-
bije„ vier centrales, waren in de groote
de - di l'0en de heer mr' Van Hellenberg
Vj -n zi.in kwaliteit van voorzitter van
t).? or„ orntolssie van overl<fe tüsschen de
r? Vo0r Mes het congres leidt, het woord
folder ft 2iJn openingsrede,
r?' dr p aanwezigen bevond zich voorts ook
A rr„_ A. Poeis.
vr0 Zaal van den Dierentuin stroomde
Vo1 menschen: in het centrum van
tle zag men den geheelen morgen de
»^emers optrekken naar het congres,
udir. ar was, toen te half elf de voorzit-
jlde, Van Hellenberg Hubar, het Congres
vAlgo Plaats meer onbezet.
8eöde- °Pcningswoord on tie enen wij het
(>irrileb anders dan de barre nood," al-
ïip -ts dipVatl Hellenberg Hubar, „welke den
A dap r organisaties duidelijker heeft doen
Dbr der dat slechts eendrachtig samen-
e®n Verschillende maatschappelijke groe-
3^ iti» nde basis kan vormen voor een
Uitgp?, welvaartspolitiek of meer beschei-
1) Met grc~?u'ct, doelmatige crisisbestrijding.
Vh 'eBer bezorgdheid zien zij het aan, hoe
jderej, 5er werkloozen maar niet wil ver-
teijf Ch eerder vermeerderen;
^r °P ct::njare tienduizenden jonge krachten
Wkubhi
'°e ia.hij verheid en scheepvaart kwijnen
1 bi fiTI tllinhrtiinr oloobfo mat non voolri
kiio? arbeidsmarkt aanbieden, doch geen
h°e oZen.bemachtigen;
i'A ]an hijverheid en si
te? s'eUn en tuinbouw slechts met een reeks
Adem1aatregelen op de been kan worden
t«h Ie 'n,,
feoorj]. ddenstand bij een sterk ingekrom-
k lakg F?cbt. geen loonenden omzet meer
la. W...
om de
werkgelegenheid in Neder-
""'vclv, de bronnen van ons volks-
t|, van Pdrogen en onze materieele, maar
eer belang is, onze moreele reserves
*V diej, en-
V^ten toestand mogen en willen zij niet
li,,, M ber,In dien toestand mag en kan nie-
,°oit Wsten. En in dien toestand behoeven
«Ae Aet te berusten."
%'8,be bleven in Nederland niet in dof pes-
lAhipo te wachten of de betere tijden
bes *illen komen"
tbieif °hikken over vakbekwame arbeiders,
bdig de leiders van bedrijven en zeer
A. ge technici en ook nog wel over ka-
twSr d r
q3", o, 6 krachten moeten worden „ge-
rna.aarbij leiding der Overheid in meer-
J- kan e dan onder andere omstandigheden
We niW°rden gemist.
tig J106 ten uit onze verdedigingsstelling
tien n tot het offensief overgaan. En nu
°hs niet aan voor menschen, die de
gemakkelijke rol willen spelen van stuurlui aan
den wal. Daarvoor hebben we te veel verant
woordelijkheidsgevoel en besef van de zware
taak, waarvoor de Regeering zich ziet ge
plaatst; daarvoor ook hebben we te veel waar
deering voor het vele en moeizame werk, dat
wordt verricht om aan de gevolgen der crisis
het hoofd te bieden, wy kunnen dus niet wor
den misverstaan. Maar dat behoeft ons niet te
verhinderen ons volk en de Regeering te door
dringen van de noodzakelijkheid van een meer
voortvarende constructieve en economische po
litiek, waardoor tegenover de noodzakelijke af
braak nieuwe perspectieven voor ons volk wor
den geopend en de materieele, maar vooral
moreele kracht van ons volk wordt versterkt."
Een goed voorteeken mag het genoemd wor
den, dat degene, die het eerste het woord voer
de op dit congres minister mr. M. P. L. Steen
berghe was.
Deze begon met te verklaren, dat hij tot zijn
spijt slechts een- gedeelte van dit congres kon
by wonen.
Het departementale werk, zoo sprak de mi
nister, eischt het verdere gedeelte van mijn
dag op, waarbij spr. aanleiding vond om bijzon
dere hulde te brengen aan het ambtenaren
korps, waarmede hy dagelijks zeer aangenaam
samenwerkt.
Niet zonder ontroering zie ik, aldus de mi
nister, dat de vier groote Katholieke organisa
ties elkaar op het punt van industrialisatie
hebben gevonden. Dat is een groot geluk voor
het geheele land en volk en het heeft als
zoodanig de waardeering van de regeering in
haar geheel.
De minister drong er op aan, dat aan de
regeering in de eerste plaats practische advie
zen worden gegeven.
De tijd is voorby, dat men met breed opge
zette theorieën kan komen.
De regeering ziet de nooden en
problemen, doch men moet niet
vergeten, dat voor het nemen van
maatregelen een tijd van voorberei
ding noodzakelijk is.
„Na wat ik al gezegd heb en na alles, wat
men van my weet, wil ik hier nogmaals ver
klaren, dat de regeering niet alleen groot be
lang hecht aan de adviezen, die uit dit congres
voortkomen, doch ex ook oprecht dankbaar
voor zal zyn."
„Hoe groot de moeiiykheden ook mogen zijn,"
zoo besloot de minister, „wanneer wij eensgezind
de handen in elkaar slaan zullen wij er uit
komen. Dit congres toont opnieuw wat de ge
schiedenis altijd geleerd heeft, dat ondanks het
geweldige individueele karakter van het Ne-
derlandsche volk, dit toch, wanneer de storm
van alle kanten dreigt, schouder aan schouder
weet te staan."
Spreker noemde allereerst het feit, dat de
vier katholieke sociale organisaties zich hier
vereenigd hebben om zich gezamenlijk te be
raden over de toekomst van ons volk, van on
gemeen groote beteekenis. Ik durf te zeggen,
aldus spr., „dat de crisis heel spedig ten einde
zou zijn als de samenwerking, waarvan men
hier het voorbeeld gaf, in wat breeder kring,
nationaal en internationaal, in pjactijk werd
gebracht."
Komende tot de prae-adviezen, zeide spreker,
dat hij de meening van de heeren De Bruijn en
prof. Kaag kon onderschreven, nl. dat tarieven
beter zijn dan contingenteering. Contingentee-
ringen brengen ontzagiyk veel moeilijkheden
mee, o.m. by de vaststelling van de basisjaren.
Verstarring wordt er door in de hand gewerkt.
Contingenteering kan evengoed als een invoer
recht prijsverhoogend werken. Daarbij profitee-
ren de buitenlandsche fabrikanten voor 100 pet.
mee. Bij invoerrechten komt de hoogere p,rijs
ten minste ten goede aan den fiscus. Spr. er
kende echter, dat contingenteeringen in vele ge
vallen naast invoerrechten noodzakelijk zijn.
Met prof. Kaag is de heer Guijé van meening
dat specifieke rechten boven waarderechten te
verkiezen zyn. Het tarief biedt ook in andere
opzichten nog ongebruikte mogelijkheden. Mo
gelijk zou een der middelen, waarmee onze zoo
zeer gehavende scheepvaart te steunen ware,
kunnen zyn het instellen van vlagTechten,
waardoor aan goederen, met Nederlandsche
schepen in onze havens aangevoerd, een reduc
tie op onze douanerechten wordt toegestaan.
Ons tarief van invoerrechten en de contingen-
teeringsmaatregelen zouden verder ook dienst
baar gemaakt kunnen worden aan een nauwer
handelsverkeer tusschen Nederland en Indië.
Daartoe is echter een betere organisatie van het
overleg tusschen de Nederlandsche en de In
dische regeering en tusschen het Nederlandsch
en het Ned. Indisch bedrijfsleven noodzakelijk.
Met de middelen, waarover onze regeering
thans beschikt, zou zy reeds heel wat kunnen
bereiken, indien zij maar tot een doelmatige or
ganisatie kon geraken. Spr. wees op een beteren
voorlichtingsdienst. Om in de komende jaren
dezen dienst voor herhaald verval door ondoor
dachte bezuinigingen te behoeden, leek het spr.
het beste, daarvoor een speciaal fonds met vaste
inkomsten te vormen.
Er zijn nog andere wegen, waardoor de regee
ring de binnenlandsche bedrijvigheid direct kan
beïnvloeden. Daar zyn b.v. de belastingen.-Ver
laging is van primair belang voor alle bedryfs-
takken. De regeering onderzoeke op welke wijze
het belastingstelsel is dienstbaar te maken aan
de bestrijding der werkloosheid.
In elk geval en zeer snel heeft de re
geering het vraagstuk der vaste lasten
onder de oogen te zien.
Voorts zeide spreker, dat de steun aan de
industrie, in welken vorm ook, zooal geen winst,
dan toch in elk geval beveiliging tegen verlies
moet waarborgen. Datzelfde geldt voor de ma
nier, waarop naar nieuwe industrieën gezocht
wordt. In dit verband critiseerde spr. de samen
stelling van het werkfonds. De leden der com
missie vormen geenszins een geheel. Dit wreekt
zich hierin, dat het fonds niet tot opbouwend
werk in staat is. Ook constateerde spr. een te
veel aan instanties.
Spr. besloot met een pleidooi om onze zwaar-
industxie aan te vullen met een w a 1 s w e r k.
Dit voojrbeeld' gaf hij om concreet te illustree-
ren, dat werkverruiming door industrialisatie
meer dan een leus is, dat het een doel is, dat
binnen korten tyd is te verwezeniyken.
Met aanpassen, bezuinigen, subsidieeren, doen
wij niets, dan achter de feiten aanloopen; tot
een verbetering zullen wij slechts kunnen ko
men, wanneer we zelf het initiatief aan ons
trekken en nieuwe bronnen aanboren om de
welvaart, die ons ontviel, te herwinnen.
Deze spr. merkte op, dat men in den regel
zich niet realiseert het groote aantal van de in
industrie en handel werkenden, dat indirect van
den land- en tuinbouw bestaat en niet onder
de rubriek van werkenden in den land- en tuin
bouw zijn opgenomen. Daarom moet niet alleen
alles gedaan worden ter bevordering van de
industrie, doch daarbij moet tevens al het mo
gelijke gedaan worden om de andere bronnen
van volksbestaan in stand te houden.
Wat de steunmaatregelen aan den landbouw
betreft, merkte spr. op, dat het z.i. een illusie
is, dat door geleideiyken afbouw van de land
bouwsteunmaatregelen, gepaard aan bevordering
van onze industrie, zal worden bereikt, dat wij
ons ook kunnen ontdoen van den werkloosheids
steun.
Tenzij men van oordeel zou zyn, dat de mo
gelijkheid bestaat om in plaats van den dan ge
heel vervallen land- en tuinbouw een industrie
te scheppen en te bevorderen, die alles zou kun
nen opvangen. Dit gelooft echter niemand.
Met nadruk ontkende spr. dat land- en
tuinbouw bijzondere voorrechten zouden
hebben en bij den steun wel zouden va
ren. Als de maatregelen zouden worden
opgeheven, zou de land- en tuinbouw
geheel ineen storten.
Spr. was van meening, dat bevordering van
de industrie en met name de reserveering van
onze binnenlandsche markt hiervoor op het eer
ste plan dient te staan. De boeren- en tuinders-
stand kan hiertoe ook medewerken, mits men
den landbouw niet het kind van de rekening
laat worden.
Het is vanzelfsprekend, aldus spr., dat men
allereerst en voor zooveel mogeiyk, de oude be-
staansbronnen in stand moet houden, dat een
stimuleering van den landbouw op de industrie
en omgekeerd een vergrooting van het industri-
eele apparaat van beteekenis is voor landbouw,
handel en scheepvaart.
Volgens spr. is het alleszins geboden door
mm
Zondag werd het feit herdacht der 100- jarige stichting van het huis der zusters
Franciscanessen. In het Moederhuis te Heythuizen verwelkomden de zusters
en geestelijkheid. Z.H. Exc. Mgr. dr- Lemens bij den ingangEen kiekje van het
plechtige oogenblik als de Bisschop zie h naar de kapel begeeft om een
Pontificale Hoogmis te celebreeren
systematische economische technologische studie
vast te stellen wat in ons land nog zou kunnen
worden geproduceerd.
De geschiedenis onzer beroepsstatis
tiek en zelfs de tegenwoordige toestand
onzer nijverheid bewijzen, dat Neder
land een land is, dat zich bij uitstek
voor industrialisatie eigent. Vooral kan
het Nederlandsche intellect in onze ver
dere industrialisatie een groote rol spe
len.
Spr. kwam daarna aan het economisch re
gionalisme, waaronder hij zou willen verstaan
een economisch stelsel dat langs een ge ece^3
traliseerd maar centraal georiënteerd systeem de
nationale welvaart zooveel mogelijk zoekt te
vermeerderen. Het is van groot belang dat hier-
by de regionale overheid wordt ingeschakeld als
het particuliere initiatief tekort schiet. Het was
te Roermond waar door de oprichting in ïsz»
der Roermondsche Nijverheidscommissie de eer
ste practische stap op het gebied van het posi-
tieve economische regionalisme m Nederland
WEtezeecommissie heeft ten doel Roermond en
omgeving in economisch-technologisch °Pzlch
te exploreeren. In den korten tijd van haar be
staan heeft zij Roermond een mdust™f®"?A
en dank zij de activiteit van haar leden,
nieuwe industrieën gebracht.
Spreker besprak vervolgens het werk van het
Econ-Technologisch Instituut in Lrnibu g
van de pas opgerichte N. V. Industnebank
Na nog eenige andere in Limburg in het be
lang der industrie tot stand gekomen maat
regelen te hebben nagegaan, kwam spr. tot het
vraagstuk eener nauwere samenwerking met
België. Moge een der eerste resultaten de e
toekomstige samenwerking zyn, aldus spr., het
verkrijgen van een juist inzicht in de waterver-
deeling tusschen Albertkanaal, ,Maa® o^eliik-
lianakanaal. Immers, eerst dan is de mogelijk
heid gegeven om den bouw van de waterkracht
centralen in het Julianakanaal te beginnen,
waterkrachtcentralen, die van beteekenis kun
nen zijn voor de verdere industneele ontwikke
ling der provincie Limburg.
Ofschoon de vier organisaties, die dit con-
gres tezamen hebben gehouden binnenkort
haar standpunt nog zullen bepalen en pubh-
ceeren, meen ik toch de grenzen der voor
zichtigheid niet te overschrijden door mij
sterk te maken, dat reeds thans over de na
volgende punten onder de besturen dezer or
ganisaties eenstemmigheid aanwezig is.
1 Met erkenning van 't feit, dat de Neder
landsche volkshuishouding geteisterd wordt
door rampen die haar oorsprong vinden in in-
ternaüonaTe factoren, welke ons volk weinig
Nog geen etmaal na het vertrek van La-
val uit Warschau, waar hij met zyn
Poolschen collega Beck had geconfereerd
over de eigenlijke bedoelingen der Poolsche po
litiek, welke steeds meer van de Fransche richt-
lynen schenen af te wyken ,is de man, die
Polens politiek zoowel in binnen- als buitenland
beheerschte, de grijze maarschalk Pilsoedski
overleden. Het bericht, dat de machtige dicta
tor van het „Herstelde Polen" wegens zyn zorg-
wekkenden gezondheidstoestand niet in de ge
legenheid zou zijn den Fmnschen minister van
Buitenlandsche Zaken persoonlyk te ontvangen,
werd door de achterdochtige en op niet altijd
even goede gronden politiek combineerende pers
hier en daar beschouwd als een diplomatieke
truc, welke zou wijzen op den onwil van den
eigenlijken machthebber in Polen om zich door
de Fransche suggesties te laten beïnvloeden.
De plotselinge doodsmare, welke een diepe ver
slagenheid in Polen heeft gewekt, heeft echter
op ontstellend duidelyke wyze bewezen dat al
thans dit keer van geen diplomatieke ziekte,
maar van tragischen ernst sprake was. In
maarschalk Pilsoedski verliest het uit den oor
log als een glorieuze Phenix uit zijn asch her
rezen Polen een nationalen held, een dier ro
mantische en tevens realistische figuren, waar
aan Polens tumultueuze en boeiende geschie
denis in den loop der eeuwen zoo rijk is ge
weest. Pilsoedski stamde uit een oud adellyk
Poolsch-Litausch geslacht, dat in de naaste
omgeving van Wilna in ondanks alle verdruk
king ongebroken nationale gezindheid op het
land leefde. Verschillende van Pilsoedski's
voorvaderen hebben actief deelgenomen aan
den bloedigen stryd tegen de vreemde over-
heerschers van het Poolsche volk en zijn eigen
vader had meegevochten in den mislukten op
stand van 1863 tegen de Russen. Het patriot
tisme, het streven naar de bevrijding van Polen,
een der roemrykste tradities van zyn geslacht,
heeft ook het avontuurlijke leven van Jozef
Pilsoedski richting en lijn gegeven, een richting,
een lijn, welke slechts schynbaar zigzagde,
maar in werkelykheid recht en strak afging op
het ideaal, dat hij zich had gesteld: de eer en
de grootheid van het vertreden en geknechte
vaderland. In zijn jonge jaren gaf hij reeds blijk
van die onverzettelijke en onwankelbare
trouw aan de met geweld onderdrukte, maar
daardoor juist in Polen zoo sterk levend geble
ven nationale gedachte. Ter verwezenlyking
van Polens vrijheidsdroom koos hij elk middel,
dat hem daartoe dienstig leek. Hij werd socia
list, omdat hij in het socialisme den vyand
van het gehate Tsarisme zag. Hy conspireerde
en complotteerde en, ofschoon hy zich nooit
heeft ingelaten met terroristische acties, welke
in moordaanslagen het eenig heil brengende
middel zagen, werd hy daarvan toch beschul
digd. Gevangenis en Siberië hardden hem en
maakten hem tot den moedigen en onverschrok
ken, diep overtuigden kampioen van Polens
grootheid. Hy was in hart en nieren soldaat,
een soldaat, die met soldatenmanieren politiek
dreef en de elegante windhonden der sierlyke
diplomatie vaak verschrikte en verstoorde. So
cialist uit nationalistische overwegingen, revolu-
tionnair met constructieve politieke intenties,
was hij alleen voor hen, die hem niet begrijpen
konden of wilden, een inconsequente en dub
belzinnige figuur.
Toen in 1914 de door Pilsoedski lang ver.
beide oorlog uitbrak, kreeg hy de kans
met zijn handjevol Poolsche legionnai-
ren de Russische overheerschers te lyf te gaan.
Hy werd met zijn mannen ingedeeld by het
Oostenryksche leger en tot generaal-majoox
bevorderd. Binnen enkele maanden beschikte
hy over 30.000 man en veroverde steeds groo-
tere deelen van het Poolsche vaderland. De
Duitschers zagen in hem een dienstig werktuig
om Rusland afbreuk te doen. Maar het was
geen liefde voor Duitschland, wat Pilsoedski
onder de vaandels der Centralen deed strijden.
Evenals hy in het socialisme slechts een middel
had gezien, dat dienstbaar kon gemaakt worden
aan de realisatie van Polens onafhankeiykheid,
evenzoo wenschte hy van Duitschland slechts
party te trekken om de overheerschers te ver
drijven en het ondraaglyke Russische juk van
Polens schouders te schudden. Dit bleek heel
duidelyk, toen na de verovering van Warschau
Pilsoedski en zyn leger weigerden den eed van
trouw af te leggen in handen van den Duit.
schen gouverneur-generaal. Pilsoedski had zyn
onstuimig bloed niet veil voor de Centralen,
wier hulp hy gaarne gebruikte, maar uitslui
tend voor Polen. Het Poolsche legioen werd ont
wapend en geïnterneerd en Pilsoedski te Maag
denburg gevangen gezet. Doch het Poolsche volk
was tot nationaal zelfbewustzyn gewekt, en toen,
in 1918 Duitschland uitgeput in de knieën knik
te, nam Pilsoedski de leiding van het bevryde
Polen in handen, gesteund door een votum
van de Nationale Vergadering, welke hem na
het romantsche intermezzo-Paderewski tot
president van de Poolsche republiek koos. Sinds,
dien is Pilsoedski's invloed by voortduring
voelbaar gebleven in de Poolsche politiek, zelfs,
wanneer hij zich tydelyk moest terugtrekken
in ambteloosheid. Hy organiseerde het Pool
sche leger tot een vaste en betrouwbare kern
in den nieuwen staat, die vooral in de eerste
jaren van zyn herstelde zelfstandigheid ont
zaglijke moeiiykheden had te overwinnen. In
de binnenlandsche politiek werd de socialist
uit nationalisme en de revolutionnair uit con
structivisme een dictatoriale autocraat, welke
zich heftig verzette tegen den stryd der poli
tieke partijen en den verzwakkenden invloed
van den verpolitiekten landdag. Hy vreesde, dat
het Poolsche parlement zou vervallen in het
onvruchtbare en destructieve krakeel, waardoor
het in vroegere tyden berucht was geworden
en den ondergang der nationale zelfstandigheid
had voorbereid.
Jaren lang heeft Pilsoedski vóór en achter
de schermen en vaak met inschakeling van zyn
militaire macht en| met allerminst parlemen
taire termen gevochten om de eenheid der natie
naar -binnen te verzekeren en naar buiten on
aantastbaar te maken.
De ietwat geforceerde grondwetsherziening
welke onlangs tot stand is gekomen, heeft de
eindelyke vervulling gebracht van zyn hartgron-
digen wensch in het belang van Polen zooals
hij dat zag. Wet of geen wet, Pilsoedski liet zich
niet van zyn stuk afbrengen. Hy had geen over
dreven eerbied geleerd voor de wetgevende macht
in de jaren, dat hy op officieel illegale wyze
de wederopstanding van de Poolsche natie
moest voorbereiden en bewerken.
De verovering van Wilna in 1921, welke op
zijn bevel door generaal Zeligofski werd uitge
voerd, leverde daarvan wederom het bewys.
u Polen verweesd staat aan de doods-
baar van zijn vermaarden maarschalk,
-I- juist op het oogenblik, waarop de in
ternationale politieke situatie meer dan ooit van
Polen een krachtige, ondubbelzinnge en vast
beraden politiek eischt, dringt de vraag zich
naar voren, wat de toekomst brengen zal. Pil
soedski, die wel met Duitschland, maar niet
vóór Duitschland streed, heeft wel dankbaar het
bondgenootschap met Frankryk aanvaard om
Polens positie in de wereld te bevestigen en te
versterken, maar niet om zich met hart en ziel
aan Frankrijk te verkoopen. Toen Polen tever
geefs een beroep op Frankrijk en de andere groo
te mogendheden deed om het groeiend gevaar
van het nationaal-socialistisch „ontwaken' van
Duitschland te keeren, besloot het zyn eigen on-
afhankelyken weg te gaan. Gelegen tusschen
Sovjet-Rusland en het Derde Ryk zocht het
zich te beveiligen door nonagressie-pacten en
vriendschapsverdragen, zonder ook maar iets
van zyn waakzaamheid te verliezen. Het werd
Frankrijk duidelijk, dat op het mondig gewor
den en tot een groote mogendheid volgroeide
Polen niet onder alle omstandigheden meer viel
te rekenen voor de Fransche politieke doelein
den. Het zocht daarom een bondgenootschap
met Sowjet-Rusland, maar vervreemde daar
door Polen nog meer van zich. Laval
had tot tak te Warschau de Polen
ervan te overtuigen, dat het Fransch-Rus-
sisch verdrag en de Fransche Oost-pact-
politiek geenszins in conflict kan komen met
Polens eigen belangen, en het heet, dat dit hem
niet geheel en al is mislukt. De verhouding tus
schen Polen en Duitschland heeft den laatsten
tyd vooral tengevolge van de verkiezingsgebeur
tenissen in Danzig wat geleden en bovendien
zocht de Poolsch-Litausche edelman Pilsoedski,
niettegenstaande de vroegere conflicten tus
schen Polen en Litauen, sinds kort op opval
lende wijze toenadering tot Kowno, dat sinds
het vonnis tegen de Duitsche nationaal-socialis-
ten uitgesproken in verband met de Memel
kwestie op voet van vijandschap staat met het
Derde Ryk. Pilsoedski's politiek was uitsluitend
Poolsche politiek en door deze politiek heeft hy
zijn herstelde vaderland, tusschen de anti-
podistische grootmachten Duitschland en Rus
land, tot een factor van den eersten rang in de
politieke Europeesche samenleving Weten te
maken. Zal kolonel Beek, Pilsoedski's vertrou
weling, de lyn straf en recht doortrekken, zoo
als die door den redder en grondvester en be-
vryder van Polen werd geprojecteerd en ge
volgd? De naaste toekomst zal het leeren.
of niet kan veranderen, meenen zij toch, dat
dit geen reden zijn mag, om te berusten in 'n
toestand van voortdurenden economischen ach
teruitgang, die noch voor het tegenwoordig ge
slacht noch voor de opgroeiende jeugd eenig
perspectief biedt en die de mogelijkheid van
een toekomstig herstel in gevaar brengt.
2. Zü achten het niet voldoende, dat de
Regeering haar politiek voornamelijk richt
op gezondmaking der staathuishouding en
op het afweren van aanslagen op onze
welvaart, doch zij wenschen, dat de belan
gen der volkshuishouding, waarvan de
staathuishouding slechts een onderdeel
zij het ook 'n zeer belangrijk onderdeel
uitmaakt, bovendien in positieven zin con
structief worden behartigd.
3. De gewijzigde wereldhuishouding nood
zaakt ons land tot een reorganisatie van onze
bronnen van bestaan. Werkelijkheidsbesef
dwingt ons te erkennen, dat de industrie in
hoofdzaak het leger werkloozen weer aan ar
beid zal moeten helpen en onze groeiende be
volking een bestaan zal moeten verzekeren.
Loonende arbeid is in hoofdzaak slechts daar
te verwachten.
4. Handhaving, versterking," uitbreiding en
vervolmaking van ons industrieel apparaat is
een levenseisch voor ons volk.
Alle nationale krachten op het gebied van
de techniek, van de wetenschap, van den on
dernemersgeest, van den geschoolden en ge-
oefenden arbeid en van het kapitaal moeten
gemobiliseerd worden om tezamen het werk
van den nationalen opbouw tot stand te bren
gen.
Samenwerking tusschen bedrijfsgenooten,
zoowel ondernemers als arbeiders, en tusschen
deze en de Regeering is daarbij onmisbaar.
Samenwerking ook tusschen alle gebieds-
deelen van het Rijk.
5. Waar de activiteit van het particulier
initiatief in den grooten nood van dezen tijd
te kort schiet, zal de Overheid althans voor-
loopig haar aanvullende taak meer in een ac
tieve moeten omzetten en zoowel door kracht
dadige stuwing als door financieelen steun, 't
particuliere initiatief tot vruchtbare ontplooiing
brengen. Vooral in den aanvang zal deze taak
der Overheid zeer veel omvattend zyn en het
zal daarbij vooral op voortvarendheid en door
tastendheid aankomen. De buitenlandsche voor
lichtingsdienst zal op geheel moderne leest
moeten worden geschoeid; economisch-tech-
nologische instituten dienen met hulp der re
gionale overheden te worden opgericht; de sa
menwerking tusschen bedrijfsgenooten zal
doeltreffend moeten worden georganiseerd on
der het waakzaam oog van de het algemeen
belang behartigende Regeering; de werkwijze
van het Werkfonds moet dusdanig worden in
gericht, dat de plannen sneller kunnen worden
uitgevoerd; daarbij moet worden vermeden,
dat noodelooze weerstanden blijven bestaan.
Het industrieel crediet als middel tot het
scheppen van blijvende werkgelegenheid moet
doeltreffend worden georganiseerd en moge-
lyk gemaakt.
6. Nu hoe langer hoe meer de economi
sche verhoudingen tusschen de volkeren
beheerscht worden niet door vrijheid
van handels- en betalingsverkeer maar
door georganiseerden goederenruil door mid
del van handelsovereenkomsten en uitwis
seling van wederzijdsche concessies, zal de
Nederlandsche handelspolitiek dusdanig
moeten worden gehanteerd, dat meer dan
nog in het verleden geschied is een har
monie wordt geschapen tusschen de nood
zakelijkheid van een zoo groot mogelijken
export en de reserveering van de eigen
markten in alle gebiedsdeelen van het Rijk
voor de producten van eigen bodem en van
eigen nijverheid.
Wanneer de industrie blyft kwijnen en haar
laatste reserves opteert, zal de voor onzen ex
port noodzakelijke import van grondstoffen,
halffabrikaten en bedrijfshulpmiddelen voort
durend inkrimpen. Er behoeft dan ook geen
tegenstelling te bestaan tusschen een ratio-
neele industrie-bescherming door middel van
contingenteering en specifieke invoerrechten
eenerzyds en de export-belangen anderzyds. Bij
een verstandige economische politiek zullen
deze belangen niet met elkaar in botsing ko
men.
7. Niet alleen de rechtstreeks bij de industrie
betrokken groepen zullen door industrialisatie
worden gebaat, doch ook de handeldrijvende
middenstand en de agrarische bevolking, die
van de vermeerdering van de koopkracht pro-
fyt zullen trekken.
8. Er moet een geest van gezond optimisme,
van durf, geestkracht en Godsvertrouwen over
ons volk vaardig worden. Deze geest zal ons
volk bereid moeten maken tot het brengen van
groote offers in het algemeen belang. Het be-
wustzyn, dat wy, ondernemers en arbeiders,
boeren en middenstanders, schouder aan schou.
der den strijd om het bestaan met elkander
en voor elkaar wenschen te voeren, zal ons
sterk doen staan in onzen onverzettelyken wil
om den noddlottigen greep, waarin wy gevan
gen zitten, te verbreken en om de lyn van onze
welvaart, die nu nog steeds dieper naar bene
den buigt, te dwingen van richting te ver
anderen.
Per aspera ad astra. Door de moeiiykheden
naar een betere toekomst, ziedaar de korte sa
menvatting van het devies, dat dit congres
aan onszelf en aan het geheele Nederlandsche
volk heeft willen voorhouden I