Zijn heengaan Het tariefaccoord met Polen n®rinneringen aan Mr. Marchant Qeen onverwachte C*8- °5n de scheidsmuur viel Opium-smokkel DAAD TUINBOUWBELANGEN BEPLEIT I WOENSDAG 15 MEI 1935 Lr echtvaardig bewinds man Eisch van Minister Oud Wat in ons land ver rookt is Communistisch gestook Men Zoeke de promotoren onder de zonen van Vader Franciscus Hi, Men <Uar door ISABEL C. CLARKE INVOERRECHTEN Teruggaaf van het verschil HOTELDIEF GEVONNIST Autoreizen naar Polen Het publiek verkiest de goedkoopere soorten STRANDING „CONDOR" Kapitein acht dagen geschorst Consumptiemelk De „Havik" naar Indië De bloemenweelde op Flora TWEEDE KAMER De Regeering is bedacht op maat regelen tot saneering van het mijnbedrijf De nood in Drente Het mijnconfliet DE ROOFMOORD TE OYEN ONGEVAL AAN BOORD VAN EEN LOGGER Gedeelte van opgevischte mijn gesprongen Oppassers van den Douanedienst gearresteerd AARDSCHOKKEN IN INDIË DRIE PERSONEN GEDOOD Amok op Celebes UIT DE STAATSCOURANT Burgemeester Onderscheiding Zeemacht 4ï,geetiCllUe her- V W0U naa*t me." WAT DE TONG STREELT <Pag. 4) 1 redacteur schrijft ons nader uit Den Nu m. Marchant definitief is overge- «it ijgj. dr' katholieke kerk, herinnert men zich ^tferh ^Ven van dezen staatsman talrijke by- ^atholie^ Waaruit zÜn sympathie jegens de ^athoiiej,*511 en omSekeerd de sympathie der HCecJs 'en jegens hem bleek. ^aat V°°r toen mr. Marchant nog can- t?r' C* VOOr den gemeenteraad van Deven- Ml 0ns den kem de katholieken vergissen v*n Wlj, n!efc' °nder de uitdrukkelijke sanctie '&al, Schaepman tegen een libe- kr /dzakeiyjj omdat zij bij hem een juis- aah\vezjIJJ>en van hun rechtvaardige verlangens 'ooti(je fristen- Eenmaal wethouder geworden tjln rec?r' ^rchant zich het vertrouwen op haar best voel ten volle waardig. Hij werkte Vermogen ertoe mee, dat de onrecht- «e öjet e<kn in de subsidieering, of liever in Mis 5u°sicüeering van het bijzonder onder- ^iar.-:c.i en opgeheven, wat hem voor de be- Vaa]. °len 'hderdaad gelukte. «Ir. hebben de katholieken sindsdien met dan M^!arit de degens gekruist, doch bij meer Setutpl eelegenheid bleek, dat deze in zijn Mou, ^tanrï Mthf,,,rs heel wat te waardeeren vond. Als Mo, «bi «ij iatlcieeii ach steeds een loyaal uitvoerder van 'J het e gelijkstelling. Mtb0*"'lj eerste begrootingsdebat, dat hij als voerde, nam hij het als eerste en Mor ^an van links mét de katholieken op 8Mieer.^ Sociale rechtvaardigheid in de sub- &r der bijzondere scholen. Was hij lan- M bev °Uciet gebleven, dan ware ongetwijfeld aahzietl 0rrech-ting van het openbare M.O. ten ^cheid Van Publieke kas> tot aanzienlijk hog ,erier Proporties teruggebracht. 1 ais minister meermalen de bewon- g i er katholieken voor zijn redevoeringen w«kt, Wercl reeds in ons avondblad van gis- M, J Wie mr. Marchant meer van nabij ken- geine] moreerd. die redevoeringen niet zoo verras- «ch Wisfj 'n zijn omgeving zeer goed, dat MthNl.. erhstig met de bestudeering van het "«ie: '1Srrie bezig hield en dat men deze uit- Hathoii nie' als 6611 Pohtiek liebaugeln met de «8 le^e Staatspartij moest verstaan, doch Mm,.. 'ilje verklaringen van een groeiende Mpte, duidelijker bleek, ook uit particuliere lv- en> dat mr. Marchant al hooger en >r °°rilijk bij andersdenkenden staat, ^ohte^ ^6t VOoral' wat voedsel gaf aan de h omtrent zijn overgang. *ar kwam in den laatsten tijd bij, Z)Jn verkeer met katholieke ge- eh opviel. Verklaarde alleen n°°dzakelijkheid zich ter uit- en verdediging van zijn e'^ snel en grondig van verschil de u kwesties op de "en in dit verkeer? hieer aan te pas dan de spel- ">8 bi v«r. dltgin; g boven het peil, waarop die ken- hoogte te Of kwam lJvoorbeeld? Gaat men op dit tïl°eden verder in, dan zal men Naar het „Handelsblad" ter oore komt heeft minister Oud, nadat minister Marchant de vorige week aan het einde der vergadering van den. ministerraad had medegedeeld, dat hij tot de Roomsch-Katholieke Kerk was overgegaan, aan den minister-president doen weten onder deze omstandigheden niet langer tezamen met minister Marchant deel te kunnen uitmaken van het kabinet. Hierop volgde nog eenige briefwisseling tusschen den heer Marchant (die minister Oud afschrift had doen toekomen van zijn schrijven aan den. premier), en minister Colijn, waarop Zaterdag j.l. de heer Marchant tot zijn ontslagaanvrage besloten heeft. Dat mr. Marchant na dezen stap van den kant zijner vroegere geestverwanten veel wan begrip zal ondervinden, daaraan hoeft men niet te twijfelen. Moge hij daarom in katholieken kring den steun vinden van eerlijke vriendschap en vooral van een hartelijk gebed. Pr °motoren van dezen overgang Met, zooals men gewoonlijk aan- rr"' onder de volgelingen van bticjl8natiUS Beneclictus, doch 6r zonen van Vader Fran- clscu Pioeten zoeken. ij'ötig^kter Marchant, eenmaal tot de over ig ep ^oraen> den beslissenden stap resoluut ."'te Min consequenties trekt, verrast ten- «h*"» degenen, die het spontane, eer- ^Ustigeaan alle menschelijk opzicht Mm karakter van mr. Marchant leerden qeeren. ^^WVWWWVhWWVWVVVWWk Ingevolge e?n K. B. van 4 Mei j.l. heeft de minister van Financiën het volgende bepaald: De inspecteurs der invoerrechten en accijnzen worden gemachtigd om ten aanzien van op of na 1 Juni 1935, doch voor 1 Augustus 1935 ten invoer aangegeven goederen, waarvoor het in voerrecht op een in hun dienstkring gelegen kantoor der invoerrechten Is betaald, en waar van de invoerrechten door het in werking tre den van bovengenoemd Koninklijk besluit met meer dan 5 pet. van de waarde dier goederen zijn verhoogd, teruggaaf te verleenen van het verschil in invoerrecht, voorzoover te hunnen genoegen wordt aangetoond, dat dit verschil niet of niet ten volle op den kooper der goede ren kan worden verhaald, ingevolge een koop overeenkomst, gesloten voor 29 Maart 1935 of voor 4 April 1935 als naarmate deze overeen komst al dan niet verder bewerkte of ver werkte goederen betreft, waarvoor het in voerrecht volgens de eerste of volgens de twee de Nota van Wijzigingen is verhoogd. Ten tweede 'n gelijke machtiging wordt, mét inachtneming van de aldaar gestelde voorwaar den, verleend ten aanzien van goederen, waar van de invoerrechten met niet meer dan 5 pet. van de waarde dier goederen zijn verhoogd, mits het terug te geven verschil voor de in een party door denzelfden leverancier aan denzêlfden ontbieder gezonden goederen ten minste 50 bedraagt of aannemelijk wordt gemaakt, dat het verschil voor de in totaal met betrekking tot dezelfde koopovereenkomst voor 1 Augustus 1935 in te voeren goederen 200 zal overtreffen. Aanvragen tot teruggaaf als hiervoor is be doeld, moeten door belanghebbenden of door de aangevers der goederen binnen een maand na de aangifte ten invoer schriftelijk bij de on der le bedoelde inspecteurs worden ingediend, onder opgave van naam en adres van den leve rancier en van den ontbieder der goederen. Als vergoeding voor administratiekosten is een bedrag van ƒ5 per aangifte verschuldigd, welk bedrag door de met het onderzoek belaste ambtenaren zal worden geïnd. By niet betaling van de kosten blijft de aanvrage tot teruggaaf buiten behandeling. Geen teruggaaf wordt verleend, indien niet de bescheiden (of voor geiykluidend gewaarmerk te afschriften daarvan), waaruit kan blijken, dat een koopovereenkomst als bedoeld is ge sloten, vóór 15 Juni 1935 zijn gedeponeerd bij den inspecteur der invoerrechten en accijnzen, in wiens dienstkring de ontbieder der ingevoerde goederen gevestigd is en indien ten genoege van dien inspecteur desverlangd niet de juistheid van een en ander wordt aangetoond. Indien den inspecteur echter aannemelijk wordt gemaakt, dat indiening van de vereischte stukken buiten de schuld van belanghebbenden is nagelaten, kan hu ook latere deponeering nog als tydig aanvaarden. De Haagsche Rechtbank heeft den boekbin der E. H., gedetineerd, tegen wien door het O.M. ter zake van diefstal in verschillende hotels, vuf jaar gevangenisstraf was geëischt, tot vier jaar veroordeeld. Op een desbetreffend verzoek heeft de ko- ninkiyke Nederlandsche Automobiel Club be richt ontvangen van haar Poolsche zusterver- eeniging dat het zoogenaamde belasting- carnet thans ook voor Polen geldig is. Automobilisten, die naar Polen reizen en in het bezit zyn van een belastingcarnet dat de K.N.A.C. aan haar leden evenals alle andere grensdocumenten gratis verschaft zün dus voor 90 dagen per jaar vrijgesteld van het be talen van automobielbelasting in genoemd land. „Lieveling, ik heb vexgefen, of wij gisteren of vandaag afgesproken hadden maar ik wist wel, dat ie zoudt wachten!",»» In de vierde aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de statistiek komen eenige cijfers voor betreffende de hoe veelheden sigaren, sigaretten en tabak, die in 1934 volgens de door het Departement van Fi nanciën verstrekte opgaven zyn gebanderol- leerd en waarby rekening is gehouden met de van dé aanvragers terug ontvangen zegels. Daaraan zyn de volgende cüfers ontleend: hoeveelheid in 1934 sigaren: 1.428.284 duizend tal, sigaretten: 3.926.445 duizendtal, tabak: 10.518 duizendtal kilogram. Verkoopwaarden in 1934: sigaren: f70.595.000; sigaretten f44.310.000; tabak; 20.652.000. De totale verkoopwaarde vermeerderde van ruim 138 millioen gulden in 1925 tot ruim 183 millioen gulden in 1930, waarop dalingen zijn gevolgd tot byna 137 millioen gulden in 1934. Deze sterke daling is in hoofdzaak ver oorzaakt door het grootere verbruik van goed koopere soorten sigaren, sigaretten en tabak, waartegenover een sterke teruggang van de duurdere soorten staat. Inzake de stranding tydens mist van het stoomvisschersvaartuig „Condor" IJm. 72 op de Nederlandsche kust tusschen Egmond en Wijk aan Zee, heeft de Raad voor de Scheep vaart de volgende uitspraak gedaan: De Raad is van oordeel, dat dit ongeval ge heel aan onvoldoende navigatie is toe te schry- ven. Deze stranding had niet behoeven te ge schieden, wanneer de kapitein op verstandige wüze had gebruik gemaakt van het lood. Dit is echter niet gebeurd. Het is onbegrüpeiyk, dat een ervaren kapitein als deze betrokkene, het voor de hand liggende middel niet aan- grupt om onder omstandigheden als de onder havige, met zekerheid een stranding te ver mijden. De Raad straft den betrokkene door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te va ren op een schip, als bedoeld bij art. 2 der Schepenwet, voor den tyd van acht dagen. De prüs voor het taxegedeelte van consump tiemelk, gekocht op Regeeringscontract, is voor de volgende week bepaald op 4% cent per liter, eventueel verhoogd met premie of verminderd met de afdracht voor de kwaliteit. De afdracht voor andere in consumptie ge brachte melk is vastgesteld op 2 cent per liter. Donderdagmorgen 16 Mei a.s. zal het K.L.M.- vliegtuig de „Havik" van Schiphol naar Ba tavia vertrekken. De post voor dit toestel moet uiteriyk heden avond te Amsterdam zu'n. De bemanning van de „Havik" zal bestaan uit de heeren W. C. van Veenendaal, eerste be stuurder; J. J. Abspoel, tweede bestuurder; J. P. Molenaar, werktuigkundige en H. C. Mouiyn, radio-telegrafist. Men verzoekt ons erop te wüzen dat de bloe menweelde in het Bloemenpaleis van de In ternationale Tentoonstelling Flora te Heem stede nog vermeerderd is door den aanvoer van nieuwe Gladiolen, welke er tydens de opening van Flora V nog niet waren. Door allerlei omstandigheden zyn bovendien de Darwintulpen en andere in Mei bloeiende tulpen op de Vollegrondstentoonstelling van Flora thans in deze laatste dagen, waarop Je tentoonstelling nog geopend is, het mooist, zoodat nu juist een bezoek wel de moeite loont. J. GROEN Azn. Den Haag, 14 Mei 1935. Met de werkzaamheden der Tweede Kamer gaat het op het oogenblik, doordat verschil lende regeeringsantwoorden nog niet binnen zijn, zoo'n beetje met horten en stooten. Deze week kwam men weer eens in openbare zitting bijeen, maar het belangrykste werk geschiedt Donder dag as. in de afdeelingen, als het groote be- zuinigingsontwerp onder de loupe komt. Het was vandaag weer een dag van klein goed. Slechts bij vier der op de agenda pry- kende wetsontwerpen werd het woord gevoerd. Zoo brachten bij het voorstel tot vermindering van het aantal leden van het College van Ge delegeerden uit den Indischen Volksraad de communist ROESTAM EFFENDI en de sociaal democraat dr. CRAMER verschillende vragen b.v. de wüze van samenstelling van den Volksraad zelf in het debat, welke het kader van dit bezuinigingsontwerp te buiten gingen en dan ook dr. COLIJN niet tot bepaalde uit spraken brachten. Hetzelfde geschiedde bu de bekrachtiging van de ordonnanties, welke In Indië de bestaande motorvoertuigenbelasting voor auto's met benzinemotoren vervangen door een verhooging van den benzineaccuns. De liberaal VAN KEMPEN bracht hier het vraag stuk van de verkeerscoördinatle in Indië ter sprake, maar ook daarop ging de minister niet in, al ontkende hij niet, dat de belastingpolitiek der overheid eenige consequenties heeft ten aan zien van het verkeer. De goedkeuring van het op 11 December 1933 tusschen Nederland en Polen gesloten Tariefac coord bracht den katho lieken afgevaardigde GROEN op het spreekge stoelte. Hij klaagde, dat bü de onderhandelingen over dit onderwerp de tuinbouwbelangen zeer onvoldoende behartigd zijn en dat men van Nederlandsche zijde met concessies genoegen genomen heeft, welke voor den afzet van Neder landsche tomaten, druiven en komkcimmers van geen enkele beteekenis waren._ De heet Groen hoopte dan ook, dat niéuwe onderhandelingen zouden worden gevoerd en 't bestaande accoord desnoods opgezegd. MINISTER STEENBERGHE heeft van dit tariefaccoord evenwel een heel wat gunstiger beeld gegeven. Hy achtte allerminst aanlei ding aanwezig tot critiek, omdat onder de viqueur van dit accoord een belangrijke ver betering in onze handelspolitieke positie ten opzichte van Polen is ingetreden. De uitvoer naar Polen was wel is waar ver minderd in hoeveelheid, maar de waarde daar van was met een zevende opgeloopen. Het per centage, waarmede onze uitvoer naar dit land den Invoer uit dit land dekt, was dan ook ge stegen van 54 op 81. Bovendien mocht, aldus minister Steenberghe, niet worden voorby gezien, dat hier ook Indische belangen moeten worden behartigd. Dat by de onderhandelingen over dit verdrag de tuinbouwinstanties in het geheel niet zouden zün gehoord, ontkende de minister. Wel gaf hy toe, dat in dien tijd het overleg met betrok kenen nog gebrekkig was. Maar hier is sedert dien veel verbeterd. Aan het eind van den middag is nog gesproken over de wetsontwerpen, die een nieuwe regeling brengen voor de zeevaart- en zeevischvaart- diploma's. Alleen de deskundige der sociaal democratische fractie, de heer BRAUTIGAM had zich hierbij laten inschrijven. Hy diende een amendement in, zóó technisch en zóó moei- ïyk te beoordeelen voor wie niet als hy vol komen met scheepsmachines op de hoogte Is, dat de president het beter achtte, de stemming daarover uit te stellen tot de eerstvolgende ver gadering. Ds communistische Interpellaties, die dezen middag werden gehouden, hebben vrüwel geen nieuws opgeleverd. Ten aanzien van de staking in de veenstre- ken heeft Minister SLOTEMAKER DE BRUïNE den interpellant-SCHALKER meegedeeld, dat de Regeering bereid is na te gaan, of voor de huisbrandturf eenzelfde instituut in het leven kan worden geroepen als reeds voor de fabrieks- turf bestaat. De andere eischen van dezen, interpellant wees de Minister af. En toen zij als naar ge woonte in moties werden belichaamd, kregen die moties, doordat de revolutionnair-socialist Sneevliet zich daar tegenwoordig van afzijdig houdt, niet voldoenden steun, om in behandelng te kunnen komen. Hetzelfde overkwam den interpellant WIJNKOOP, die zyn neus wilde steken in het conflict in de Limburgsche mijnen. Ook zün moties werden om dezelfde reden terzyde ge legd. Minister VAN LIDTH DE JEUDE heeft zich by zyn antwoord strikt gehouden aan het kader, waarin de communistische interpellatie was geplaatst, en alleen, eenige grootendeels reeds bekende mededeelingen gedaan over de houding, door de Regeering aangenomen ten opzichte van het Algemeen Münwerkersfonds. Van belang was in dit antwoord alleen 's Ministers pertinente verklaring, dat voor de verleening van het Regeeringssubsidie geen andere voorwaarde Is gesteld dan dat er een Regeeringsgemachtigde zitting zal krijgen in het bestuur van het fonds. By deze interpellatie heeft de sociaal-demo craat DROP zich in de gedachtenwisseling ge mengd. Hoewel hij het met de groote meerder heid der Kamer volkomen, eens was, dat de heele interpellatie zeer inopportuun was de zaak is immers in handen van den Ryksbe- middelaar meende hy om twee redenen niet te mogen zwugen. Op de eerste plaats wenschte hij den inter pellant te beduiden, dat diens kinderachtige pogingen, om een tegenstelling te scheppen tusschen de besturen en de leden van de vak- vereenigingen der mijnwerkers, geen, schün van kans zouden hebben. De heer Drop deed goed werk dit communistisch gestook, waarvoor dan het Parlement misbruikt wordt, nog weer eens aan de kaak te stellen. Op de tweede plaats wilde de sociaal-demo cratische afgevaardigde den Minister erop wijzen, dat deze by zün antwoord de zaak te eenzydig behandeld had en dat, zelfs als langs den voorgestelden weg de loonsverlaging zou worden voorkomen,, nog verschillende niet minder belangrijke vraagstukken overbleven. Want hoofdoorzaak van den toenemenden nood In de mynstreek zijn de Feierschichten en de massa-ontslagen. Daarom is saneering van het mijnbedrijf een eerste eisch. De heer Drop deed met hierop de aandacht te vestigen, vry overbodig werk. Want reeds vroeger hebben de Ministers Coiyn en Steen berghe dit vraagstuk op bevredigende wyze met de Kamer behandeld. Reeds toen, en ook thans uit 's Ministers antwoord in tweede instantie bleek, dat de Regeering op maat regelen tot saneering van het munbedryf be dacht is. Dat dit thans door Minister van Lidth de Jeude aanvankeiyk niet werd aangevoerd, vond zy'n oorzaak in den opzet van de com munistische interpellatie, welke enkel maar wilde wroeten in het overleg, dat over de loo- nen en het Algemeen Münwerkersfonds in gang is. De Kamer is thans weder uiteengegaan, tot dat er weer eenige ontwerpen van meer dan gewoon belang rijp voor behandeling zijn. Maar zooals reeds gezegd, in de afdeelingen onderzoekt zij deze week het groote ontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven. En dat is voor ieder, die van dit lijvige staatsstuk ken nis nam, een weinig benydenswaardige, moei- lüke, zure taak. Alvorens het gerechtshof te Den Bosch in hooger beroep de zaken zal berechten tegen de beide veroordeelden F. v. O. en W. de B„ zul len eerst de twee nieuwe mede-verdachten, H. v. d. P. (De Rut) en A. H. (Toon de Soep), tegen wje het O. M. een vervolging terzake van den roofmoord heeft ingesteld, in eerste in stantie worden berecht. De Raad voor de Scheepvaart heeft onder leiding van prof. mr. B. M. Taverne een on derzoek ingesteld naar de oorzaak van het ongeval, overkomen aan den motordru'ver van den motorlogger „Kees" Kw. 105, die door het springen van een gedeelte van een opgevischte mijn ernstige verwondingen had opgeloopen. Op 1 April was de logger visschende op de Noordzee en werd by het innemen van het net een gedeelte van een mijn opgehaald. De schip- pei had het op het dek laten vastsjorren. Des middags zag de motordrüver een stukje koperen buis op het dek liggen, dat van de mijn afkomstig was. Hij pakte het op en legde het, veronderstellende dat het nog wel eens te pas zou komen, op de werkbank in de motor kamer. Reeds den volgende ochtend kon hij het buisje gebruiken om een stopje op het luchtpüpje van de dagtank te maken. Hij bekeek het buisje nog eens goed en zag dat het geen deksel had, maar ten deele was gevuld met iets zwarts, dat hij voor modder aanzag. Hij zette er de vyi op om den rand bij te vijlen en nauwelijks had hij een paar streken gedaan of er volgde een zware ont ploffing. Gloeiende gassen sloegen hem in het gelaat, terwijl van zijn linkerhand alle vingers, op den duim na, werden weggerukt. Gedurende de thuisreis kreeg het slachtoffer hevige pijn aan beide oogen; zyn gezichtsver mogen laat ook thans nog veel te wenschen over. Na in IJmuiden door een dokter opnieuw verbonden te zijn, is hij naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. Uit een ter zitting voorgelezen verklaring van den schipper bleek dat deze gezien had dat leden van de bemanning onderdeelen van de halve myn hadden verwüderd. De schipper had geen reden gevonden om dit te verbieden. De mijn heeft hij weer in zee doen werpen. De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart, de heer C. Fock, was van meening, dat de schipper een ernstige fout gemaakt heeft door toe te staan dat leden van de bemanning on derdeelen van de mün verwyderden. Hij had voorzichtiger moeten zijn. In elk geval kan dat ongeluk anderen tot leering strekken. De Raad zal later uitspraak doen. SOERABAJA, 14 Mei (Aneta). Alhier zijn acht oppassers van den Douanedienst gearres teerd. Zij werkten samen met Chineesche smok kelaars, die clandestiene opium van het ss. „Tjibadak" in de wachthuisjes van de douane deponeerden. De gearresteerde oppassers droe gen dan zorg voor de verdere verzending naar het Chineesche kamp. BATAVIA, 14 Mei. (Aneta). Uit Kandal, Ma- dioen, Malang, Semarang, Moentilan, Bandoeng, Magelang, Djokjakarta, Tjepoe, Bonjonegoro en van de posten op den Merapi kwamen berichten binnen over lichte tot vrij hevige aardschokken, welke dezen morgen te 6 uur 40 werden gevoeld. Deze schokken gingen gepaard met het ramme len van deuren, vensters, etc. Het Meteorologisch Laboratorium te Batavia registreerde een „matig sterkke beving" op een afstand van 400 K.M. waarvan de richting on bekend was. BATAVIA, 14 Mei. (Aneta). De Gouverneur van Celebes seinde aan de Regeering, dat een zekere K. in het landschap Balangnipa amok heeft gemaakt. Hü doodde drie personen, terwyi drie anderen zwaar en een lichtgewond is. De amokmaker, die gewapend was met een speer en een kris, is bij een aanval op de politie door een mantri-politie doodgeschoten. Met 15 Mei benoemd tot burgemeester van Borgharen mr. E. H. A. M. Meüer. De nieuwbenoemde burgemeester werd 1 Mei 1908 te Maastricht geboren. Hü is thans volon tair ter gemeentesecretarie der gemeente Voe- rendael. Met 1 Mei eervol ontslagen met dankbetui ging wegens opheffing zyner betrekking inge volge de wet van 25 April 1935, mr. R. J. T. van der Heyden als burgemeester van Oudheusden, Jhr. J. K. Hesselt van Dinter is op verzoek met 1 Juni 1935 eervol ontslag verleend als bur gemeester der gemeente Pijnacker, met dank betuiging voor de langdurige diensten, door hem in die betrekking bewezen. Toegekend bronzen eeremedaille Oranje- Nassauorde aan mej. Y. W. M. Paulen, naaister by de gemeenteiyke instelling Tehuis voor Ouden van Dagen te Haarlem. Bevorderd tot kapitein ter zee de kapitein luitenant ter zee K. van Aller en tot kapitein- luitenant ter zee de luitenants ter zee le kl. J. van der Feer en H. Pitlo. Verleend de titulaire rang van kapitein-luit. tér zee bü de Kon. marine-reserve aan den luitenant ter zee der le kl. bü de reserve E. Vernes. 58 z«ike zienswijze die het gemakke- ■chtte hem te antwoorden, maar er wil- ons in dezen oorlog laten zien, iets We moeten zün; Angela, als er met O* moet je het voelen, alsof je gav gave geofferd hebt. Geen erg kost- bjb dj hy glimlachte, „maar iets dat ar kostbaar was voor jou. Het is de 'Tlijkc Ki^nswiiw» Hip hpt, eremakke- V di,ip°°rcJen k°men. Zü zag nu met vree- Iv '«s v, 'ikheid, hoe volledig hij de katho- Va 1 sm onthechting had geleerd. ''efdartte «aar- Het scheen de glorie van 1if te verminderen. mv 00k 200 voelen> Cymbellne, als C«et 'ets gebeurde?" "J the natuurlük erg veel pün doen," v «iet "°egeven, „ik kan het me niet inden- «ie k ng °P- E1" was iets iri de heftigheid "Weging-, wat de oude Angela deed op- zóó tegen me praten? Je «jcjftlG a«cen maar te zeggen, wat ik al «ie g^a' gevreesd heb, dat je niets meer Tranen van boosheid glinsterden in haar oogen. „Liefste," zei hü, „dat moet je niet gelooven. Kijk eeris, hoeveel jaren houd ik al van je? Maar als ik kan zeggen, Heer, uw wil geschiede, zooals een katholiek dat behoort te kuiM^n, dan zün we een heel eind op weg naar de vol maaktheid „Ik wil niet dat je volmaakt bent. Dat zou ik ellendig vinden. Ik heb veel liever, dat je een gewoon menisch bent, met fouten en gebre ken, waarop ik verliefd geworden ben." „Je bent verliefd geworden op een heel erg gewoon mensch, met heel veel fouten en ge breken," verzekerde hü haar nadrukkelijk. „Maai- daarom kan ik nog wel inzien, wat er van mij gevraagd! wordt. Gevraagden zün stem werd diep en ernstig, „juist, gevraagd, van mü en van jou, Angela." „Je bent fanatiek," zei zy. „Ik had wel kun nen vermoeden, dat je dat worden zou, je bent veel te enthousiast..., je kunt nooit in even wicht of gewoon zün.je maakt me bang. Je bent evengoed zorgeloos als moedig. Je denkt heelemaal niet aan mü, aan wat je mü ver schuldigd bent." Zij had nog een hooge kleur, maar sprak nu klagend, er klonken tranen in haar laatste woorden. „Daarom maak je me bang. Het is de angst, het voorgevoel, dat je niets meer om me geeft. Je denkt alleen maar aan het leven na den dood." „Je weet, dat dat niet waar is," zei hij rustig. .,Jk denk bijna voortdurend aan je, Angela." Hü boog zich naar haar tóe, want zij was ach terover op de marmeren bank gezakt, uitgeput door haar heftigheid. „Luister," zeide hü, „ik bemin je, ik probeer je niet te veel te beminnen. Je bent me zoo dierbaar. Je zoudt gemakkelijk mün heele hart kunnen vullen, zoodat er geen plaats meer was voor iets anders. Vroeger zou dat zoo geweest zün. Maar, schat, je hebt me nieuw^ idealen ge geven. Je hebt me zelf dit pad gewezen en je moet niet boos zün, als ik het volg, verder dan jüzelf. Ik geloof, dat bekeerlingen altüd an ders moeten staan tegenover hun geloof. Meer verantwoordeiyk voor God, dan diegenen, die in het geloof geboren zün. Omdat, tot op zekere hoogte, het ons eigen werk is, we hebben vrü- willig dien last op ons genomen. En daarom zal er meer van ons gevraagd worden." „Zü zeggen altyd, dat bekeerlingen beter katholiek willen zijn dan de paus," zei Angela. „Nou, misschien is dat wel zoó," lachte hy. „Maar ik wil gewoon geen fanatiekeling trou wen," riep Angela heftig uit. „O, niet?" vroeg Cymbellne. Hij keek naar haar toen zü weer opsprong. Dan stond hy bedaard op en legde zyn handen op haar schouders. „Niet?" vroeg hij nog eens. Zü wendde haar hóófd af. Als hij haar zoo doordringend aanzag met zyn donkere kükeris, voelde zij zich verzwakken. Zijn lippen zochten de hare. „Stuur je me weg?" hield hy aan. „Ik wou, dat ik het kon," zei Angela in i tranen. Maar zij liet toe, dat hü zün armen om haar heen sloeg en haar kuste en toen zaten zij een poosje stil, terwyi de zon haar licht en warmte op hun hoofden afstraalde. Zij drong zich dich ter bü hem. „Cymbeline, ik geloof, dat we een ruzietje ge had hebben, 'stel je voor, dat we dezen heer- lüken tijd verknoeien met ruzietjes." „We zullen zoo <fwaas niet meer zyn," zei hü. „Je moet me tegenhouden, als ik boos begin te worden en leelüke dingen ga zeggen." „Ik zou niet weten, hoe," zei hü lachend, „Als jy boos werd, zou ik bang worden." „Dan zou ik weer goed worden," fluisterde hy deemoedig. „Ik zou niet willen, dat je bang voor me was, voor de heele wereld! niet." „Als we getrouwd zün, zullen we nooit ruzie tjes maken," zei zü beslist. „Ik denk, dat het dan zoo erg niet is. Je hebt een engelachtig humeur, Cymbeline, en ik dat van een duivel. Dat zegt vader ook altüd." „Hü weet er niets van," zei Cymbeline ver ontwaardigd. „We zullen niet doen als vader en moeder," zei zü. „Dat zou te verschrikkelük zün. Die zien elkaar liever niet. Geven niets om elkaar. Maar sinds ik zelf verloofd ben, begrijp ik hoe vree- selijk het voor hen moet geweest zijn. Ieder van hen is gebonden aan iemand waar ze niets om geven. Moeder heeft mü nog, maar vader heeft nooit iets om me gegeven. En nu kan hij me heelemaal niet meer uitstaan, omdat ik niet wil toegeven en met Ernst trouwen." „Wij zullen zoo gelukkig zün als mijn vader en moeder,"- zei Cymbeline. „Ik geloof, dat ze nooit een ruzietje gehad hebben, geen écht. Zü zün nog dol op elkaar. Daarom willen zij zoo graag, dat wü trouwen en zoo gelukkig worden als zü". Langzaam wandelden zü naar huis, langs de Villa Mills en de terras-tuinen, vol viooltjes. Er hing een frissche geur van aarde en gras en de genista bloeide al in zonnige hoekjes. De cy- pressen priemden hun donkere stammen de lucht in. Het was een dag, dat de knoppen met geweld openbarstten en de duizenden heeriüke, naamlooze groene kruiden zich omhoog wor stelden uit hun bruin aarden gevangenis naar de zoete lucht, die him welkom toeriep. Het was een dag voor gelieven om zich uit te spreken of hun beloften te hernieuwen. De steenen van den Palatijn hebben duizenden paren zien komen en gaan in de honderden jaren van hun bestaan, de slanke zuilen heb ben altijd naar dezelfde woorden geluisterd. De onsterfeiy'ke liefde.de vrees van schei dingde schaduw van den dood.... de ge fluisterde beloften, de tallooze kussen.... Maar deze twee schenen hun beloften te ver nieuwen, büna terwyi zy het kanongebulder konden hooren. „Kyk," zei Cymbeline ineens en wees omhoog. Ver weg over de campagna vloog een groote vogel, zeker, rustig door de blauwe lucht. Eerst zag Angela niet, dat het een vliegmachine was, die de ongebaande wegen volgde boven de aarde. Toen zü het begreep, klemde zü de hand van Cymbeline steviger vast. Het duizelde haar, als zij dacht aan dien piloot, die vast en rustig, zün machine leidde in de yie hoogte. SPECIAAL VOOR U DAMES u d« rubriek „En zit daar heusch iemand in?" vroeg zü". .O, Cym, als hü eens viel?" „Een tweehonderd meter hoog," zei Cymbe line, die de machine met geoefend oog bekeek. „Kom, Angela dat is zoo erg niet." „Ga jü dan hooger?" De gedachte maakte haar koud. „Ik had mün eerste gevecht op twee duizend meter. Maar ik bofte niet. Ik raakte zün ma chine, maar hy kon terug keeren achter de Turksche linie." Op den terugweg was zij heel stil. Die men- scheiyke vogel, zwervend in duizelingwekkende hoogte, scheen haar een slecht voorteeken toe. Zü zag hem als een roofvogel, loerend en wreed, zoekend naar een prooi om die te vernietigen. Hij scheen zün schaduw te werpen op de jonge, heeriüke figuur van Cymbeline Harriman. Zü waren al dicht by het hotel, toen hij rustig tot haar zei: „Angela, denk je, dat. ais ik het je moeder vroeg, zü ons zou toestaan te trouwen, hier in Rome, voor ik terug ga? Of zou zü er op staan, te wachten, tot ik meerder jarig ben?" „Dat weet ik niet. Vraag haar maar." XW/ordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3