Zijn heengaan
Het tariefaccoord met Polen
n®rinneringen aan Mr. Marchant
Qeen onverwachte
C*8-
°5n de scheidsmuur viel
Opium-smokkel
DAAD
TUINBOUWBELANGEN
BEPLEIT
I
WOENSDAG 15 MEI 1935
Lr
echtvaardig bewinds
man
Eisch van Minister Oud
Wat in ons land ver
rookt is
Communistisch gestook
Men
Zoeke de promotoren onder
de zonen van Vader
Franciscus
Hi,
Men
<Uar
door ISABEL C. CLARKE
INVOERRECHTEN
Teruggaaf van het verschil
HOTELDIEF GEVONNIST
Autoreizen naar Polen
Het publiek verkiest de
goedkoopere soorten
STRANDING „CONDOR"
Kapitein acht dagen geschorst
Consumptiemelk
De „Havik" naar Indië
De bloemenweelde op Flora
TWEEDE KAMER
De Regeering is bedacht op maat
regelen tot saneering van
het mijnbedrijf
De nood in Drente
Het mijnconfliet
DE ROOFMOORD TE OYEN
ONGEVAL AAN BOORD VAN
EEN LOGGER
Gedeelte van opgevischte mijn
gesprongen
Oppassers van den Douanedienst
gearresteerd
AARDSCHOKKEN IN INDIË
DRIE PERSONEN GEDOOD
Amok op Celebes
UIT DE STAATSCOURANT
Burgemeester
Onderscheiding
Zeemacht
4ï,geetiCllUe her-
V W0U naa*t me."
WAT DE TONG STREELT <Pag. 4)
1
redacteur schrijft ons nader uit Den
Nu m.
Marchant definitief is overge-
«it ijgj. dr' katholieke kerk, herinnert men zich
^tferh ^Ven van dezen staatsman talrijke by-
^atholie^ Waaruit zÜn sympathie jegens de
^athoiiej,*511 en omSekeerd de sympathie der
HCecJs 'en jegens hem bleek.
^aat V°°r toen mr. Marchant nog can-
t?r' C* VOOr den gemeenteraad van Deven-
Ml 0ns den kem de katholieken vergissen
v*n Wlj, n!efc' °nder de uitdrukkelijke sanctie
'&al, Schaepman tegen een libe-
kr /dzakeiyjj omdat zij bij hem een juis-
aah\vezjIJJ>en van hun rechtvaardige verlangens
'ooti(je fristen- Eenmaal wethouder geworden
tjln rec?r' ^rchant zich het vertrouwen op
haar best voel ten volle waardig. Hij werkte
Vermogen ertoe mee, dat de onrecht-
«e öjet e<kn in de subsidieering, of liever in
Mis 5u°sicüeering van het bijzonder onder-
^iar.-:c.i en opgeheven, wat hem voor de be-
Vaa]. °len 'hderdaad gelukte.
«Ir. hebben de katholieken sindsdien met
dan M^!arit de degens gekruist, doch bij meer
Setutpl eelegenheid bleek, dat deze in zijn
Mou,
^tanrï
Mthf,,,rs heel wat te waardeeren vond. Als
Mo,
«bi
«ij
iatlcieeii
ach steeds een loyaal uitvoerder van
'J het
e gelijkstelling.
Mtb0*"'lj eerste begrootingsdebat, dat hij als
voerde, nam hij het als eerste en
Mor ^an van links mét de katholieken op
8Mieer.^ Sociale rechtvaardigheid in de sub-
&r der bijzondere scholen. Was hij lan-
M bev °Uciet gebleven, dan ware ongetwijfeld
aahzietl 0rrech-ting van het openbare M.O. ten
^cheid Van Publieke kas> tot aanzienlijk
hog ,erier Proporties teruggebracht.
1 ais minister meermalen de bewon-
g i
er katholieken voor zijn redevoeringen
w«kt,
Wercl reeds in ons avondblad van gis-
M, J Wie mr. Marchant meer van nabij ken-
geine]
moreerd.
die redevoeringen niet zoo verras-
«ch Wisfj 'n zijn omgeving zeer goed, dat
MthNl.. erhstig met de bestudeering van het
"«ie:
'1Srrie bezig hield en dat men deze uit-
Hathoii nie' als 6611 Pohtiek liebaugeln met de
«8 le^e Staatspartij moest verstaan, doch
Mm,.. 'ilje verklaringen van een groeiende
Mpte, duidelijker bleek, ook uit particuliere
lv- en> dat mr. Marchant al hooger en
>r
°°rilijk bij andersdenkenden staat,
^ohte^ ^6t VOoral' wat voedsel gaf aan de
h omtrent zijn overgang.
*ar kwam in den laatsten tijd bij,
Z)Jn verkeer met katholieke ge-
eh opviel. Verklaarde alleen
n°°dzakelijkheid zich ter uit-
en verdediging van zijn
e'^ snel en grondig van verschil
de u
kwesties op de
"en in dit verkeer?
hieer aan te pas dan de spel-
">8 bi
v«r.
dltgin;
g boven het peil, waarop die ken-
hoogte te
Of kwam
lJvoorbeeld? Gaat men op dit
tïl°eden verder in, dan zal men
Naar het „Handelsblad" ter oore komt heeft
minister Oud, nadat minister Marchant de
vorige week aan het einde der vergadering van
den. ministerraad had medegedeeld, dat hij tot
de Roomsch-Katholieke Kerk was overgegaan,
aan den minister-president doen weten onder
deze omstandigheden niet langer tezamen met
minister Marchant deel te kunnen uitmaken
van het kabinet. Hierop volgde nog eenige
briefwisseling tusschen den heer Marchant (die
minister Oud afschrift had doen toekomen van
zijn schrijven aan den. premier), en minister
Colijn, waarop Zaterdag j.l. de heer Marchant
tot zijn ontslagaanvrage besloten heeft.
Dat mr. Marchant na dezen stap van den
kant zijner vroegere geestverwanten veel wan
begrip zal ondervinden, daaraan hoeft men niet
te twijfelen. Moge hij daarom in katholieken
kring den steun vinden van eerlijke vriendschap
en vooral van een hartelijk gebed.
Pr
°motoren van dezen overgang
Met,
zooals men gewoonlijk aan-
rr"' onder de volgelingen van
bticjl8natiUS Beneclictus, doch
6r zonen van Vader Fran-
clscu
Pioeten zoeken.
ij'ötig^kter Marchant, eenmaal tot de over
ig ep ^oraen> den beslissenden stap resoluut
."'te Min consequenties trekt, verrast ten-
«h*"» degenen, die het spontane, eer-
^Ustigeaan alle menschelijk opzicht
Mm karakter van mr. Marchant leerden
qeeren.
^^WVWWWVhWWVWVVVWWk
Ingevolge e?n K. B. van 4 Mei j.l. heeft de
minister van Financiën het volgende bepaald:
De inspecteurs der invoerrechten en accijnzen
worden gemachtigd om ten aanzien van op of
na 1 Juni 1935, doch voor 1 Augustus 1935 ten
invoer aangegeven goederen, waarvoor het in
voerrecht op een in hun dienstkring gelegen
kantoor der invoerrechten Is betaald, en waar
van de invoerrechten door het in werking tre
den van bovengenoemd Koninklijk besluit met
meer dan 5 pet. van de waarde dier goederen
zijn verhoogd, teruggaaf te verleenen van het
verschil in invoerrecht, voorzoover te hunnen
genoegen wordt aangetoond, dat dit verschil
niet of niet ten volle op den kooper der goede
ren kan worden verhaald, ingevolge een koop
overeenkomst, gesloten voor 29 Maart 1935 of
voor 4 April 1935 als naarmate deze overeen
komst al dan niet verder bewerkte of ver
werkte goederen betreft, waarvoor het in
voerrecht volgens de eerste of volgens de twee
de Nota van Wijzigingen is verhoogd.
Ten tweede 'n gelijke machtiging wordt, mét
inachtneming van de aldaar gestelde voorwaar
den, verleend ten aanzien van goederen, waar
van de invoerrechten met niet meer dan 5 pet.
van de waarde dier goederen zijn verhoogd, mits
het terug te geven verschil voor de in een party
door denzelfden leverancier aan denzêlfden
ontbieder gezonden goederen ten minste 50
bedraagt of aannemelijk wordt gemaakt, dat het
verschil voor de in totaal met betrekking tot
dezelfde koopovereenkomst voor 1 Augustus 1935
in te voeren goederen 200 zal overtreffen.
Aanvragen tot teruggaaf als hiervoor is be
doeld, moeten door belanghebbenden of door
de aangevers der goederen binnen een maand
na de aangifte ten invoer schriftelijk bij de on
der le bedoelde inspecteurs worden ingediend,
onder opgave van naam en adres van den leve
rancier en van den ontbieder der goederen.
Als vergoeding voor administratiekosten is
een bedrag van ƒ5 per aangifte verschuldigd,
welk bedrag door de met het onderzoek belaste
ambtenaren zal worden geïnd. By niet betaling
van de kosten blijft de aanvrage tot teruggaaf
buiten behandeling.
Geen teruggaaf wordt verleend, indien niet de
bescheiden (of voor geiykluidend gewaarmerk
te afschriften daarvan), waaruit kan blijken,
dat een koopovereenkomst als bedoeld is ge
sloten, vóór 15 Juni 1935 zijn gedeponeerd bij
den inspecteur der invoerrechten en accijnzen, in
wiens dienstkring de ontbieder der ingevoerde
goederen gevestigd is en indien ten genoege van
dien inspecteur desverlangd niet de juistheid
van een en ander wordt aangetoond. Indien den
inspecteur echter aannemelijk wordt gemaakt,
dat indiening van de vereischte stukken buiten
de schuld van belanghebbenden is nagelaten,
kan hu ook latere deponeering nog als tydig
aanvaarden.
De Haagsche Rechtbank heeft den boekbin
der E. H., gedetineerd, tegen wien door het O.M.
ter zake van diefstal in verschillende hotels,
vuf jaar gevangenisstraf was geëischt, tot vier
jaar veroordeeld.
Op een desbetreffend verzoek heeft de ko-
ninkiyke Nederlandsche Automobiel Club be
richt ontvangen van haar Poolsche zusterver-
eeniging dat het zoogenaamde belasting-
carnet thans ook voor Polen geldig is.
Automobilisten, die naar Polen reizen en in
het bezit zyn van een belastingcarnet dat de
K.N.A.C. aan haar leden evenals alle andere
grensdocumenten gratis verschaft zün dus
voor 90 dagen per jaar vrijgesteld van het be
talen van automobielbelasting in genoemd land.
„Lieveling, ik heb vexgefen, of wij gisteren
of vandaag afgesproken hadden maar ik wist
wel, dat ie zoudt wachten!",»»
In de vierde aflevering van het maandschrift
van het Centraal Bureau voor de statistiek
komen eenige cijfers voor betreffende de hoe
veelheden sigaren, sigaretten en tabak, die in
1934 volgens de door het Departement van Fi
nanciën verstrekte opgaven zyn gebanderol-
leerd en waarby rekening is gehouden met de
van dé aanvragers terug ontvangen zegels.
Daaraan zyn de volgende cüfers ontleend:
hoeveelheid in 1934 sigaren: 1.428.284 duizend
tal, sigaretten: 3.926.445 duizendtal, tabak:
10.518 duizendtal kilogram.
Verkoopwaarden in 1934: sigaren: f70.595.000;
sigaretten f44.310.000; tabak; 20.652.000.
De totale verkoopwaarde vermeerderde van
ruim 138 millioen gulden in 1925 tot ruim
183 millioen gulden in 1930, waarop dalingen
zijn gevolgd tot byna 137 millioen gulden in
1934. Deze sterke daling is in hoofdzaak ver
oorzaakt door het grootere verbruik van goed
koopere soorten sigaren, sigaretten en tabak,
waartegenover een sterke teruggang van de
duurdere soorten staat.
Inzake de stranding tydens mist van het
stoomvisschersvaartuig „Condor" IJm. 72 op
de Nederlandsche kust tusschen Egmond en
Wijk aan Zee, heeft de Raad voor de Scheep
vaart de volgende uitspraak gedaan:
De Raad is van oordeel, dat dit ongeval ge
heel aan onvoldoende navigatie is toe te schry-
ven.
Deze stranding had niet behoeven te ge
schieden, wanneer de kapitein op verstandige
wüze had gebruik gemaakt van het lood. Dit
is echter niet gebeurd. Het is onbegrüpeiyk,
dat een ervaren kapitein als deze betrokkene,
het voor de hand liggende middel niet aan-
grupt om onder omstandigheden als de onder
havige, met zekerheid een stranding te ver
mijden.
De Raad straft den betrokkene door hem de
bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te va
ren op een schip, als bedoeld bij art. 2 der
Schepenwet, voor den tyd van acht dagen.
De prüs voor het taxegedeelte van consump
tiemelk, gekocht op Regeeringscontract, is voor
de volgende week bepaald op 4% cent per liter,
eventueel verhoogd met premie of verminderd
met de afdracht voor de kwaliteit.
De afdracht voor andere in consumptie ge
brachte melk is vastgesteld op 2 cent per liter.
Donderdagmorgen 16 Mei a.s. zal het K.L.M.-
vliegtuig de „Havik" van Schiphol naar Ba
tavia vertrekken.
De post voor dit toestel moet uiteriyk heden
avond te Amsterdam zu'n.
De bemanning van de „Havik" zal bestaan
uit de heeren W. C. van Veenendaal, eerste be
stuurder; J. J. Abspoel, tweede bestuurder; J.
P. Molenaar, werktuigkundige en H. C. Mouiyn,
radio-telegrafist.
Men verzoekt ons erop te wüzen dat de bloe
menweelde in het Bloemenpaleis van de In
ternationale Tentoonstelling Flora te Heem
stede nog vermeerderd is door den aanvoer van
nieuwe Gladiolen, welke er tydens de opening
van Flora V nog niet waren.
Door allerlei omstandigheden zyn bovendien
de Darwintulpen en andere in Mei bloeiende
tulpen op de Vollegrondstentoonstelling van
Flora thans in deze laatste dagen, waarop Je
tentoonstelling nog geopend is, het mooist,
zoodat nu juist een bezoek wel de moeite
loont.
J. GROEN Azn.
Den Haag, 14 Mei 1935.
Met de werkzaamheden der Tweede Kamer
gaat het op het oogenblik, doordat verschil
lende regeeringsantwoorden nog niet binnen zijn,
zoo'n beetje met horten en stooten. Deze week
kwam men weer eens in openbare zitting bijeen,
maar het belangrykste werk geschiedt Donder
dag as. in de afdeelingen, als het groote be-
zuinigingsontwerp onder de loupe komt.
Het was vandaag weer een dag van klein
goed. Slechts bij vier der op de agenda pry-
kende wetsontwerpen werd het woord gevoerd.
Zoo brachten bij het voorstel tot vermindering
van het aantal leden van het College van Ge
delegeerden uit den Indischen Volksraad de
communist ROESTAM EFFENDI en de sociaal
democraat dr. CRAMER verschillende vragen
b.v. de wüze van samenstelling van den
Volksraad zelf in het debat, welke het kader
van dit bezuinigingsontwerp te buiten gingen
en dan ook dr. COLIJN niet tot bepaalde uit
spraken brachten. Hetzelfde geschiedde bu de
bekrachtiging van de ordonnanties, welke In
Indië de bestaande motorvoertuigenbelasting
voor auto's met benzinemotoren vervangen door
een verhooging van den benzineaccuns. De
liberaal VAN KEMPEN bracht hier het vraag
stuk van de verkeerscoördinatle in Indië ter
sprake, maar ook daarop ging de minister niet
in, al ontkende hij niet, dat de belastingpolitiek
der overheid eenige consequenties heeft ten aan
zien van het verkeer.
De goedkeuring van het
op 11 December 1933
tusschen Nederland en
Polen gesloten Tariefac
coord bracht den katho
lieken afgevaardigde
GROEN op het spreekge
stoelte. Hij klaagde, dat
bü de onderhandelingen
over dit onderwerp de
tuinbouwbelangen zeer
onvoldoende behartigd
zijn en dat men van
Nederlandsche zijde met concessies genoegen
genomen heeft, welke voor den afzet van Neder
landsche tomaten, druiven en komkcimmers van
geen enkele beteekenis waren._ De heet Groen
hoopte dan ook, dat niéuwe onderhandelingen
zouden worden gevoerd en 't bestaande accoord
desnoods opgezegd.
MINISTER STEENBERGHE heeft van dit
tariefaccoord evenwel een heel wat gunstiger
beeld gegeven. Hy achtte allerminst aanlei
ding aanwezig tot critiek, omdat onder de
viqueur van dit accoord een belangrijke ver
betering in onze handelspolitieke positie ten
opzichte van Polen is ingetreden.
De uitvoer naar Polen was wel is waar ver
minderd in hoeveelheid, maar de waarde daar
van was met een zevende opgeloopen. Het per
centage, waarmede onze uitvoer naar dit land
den Invoer uit dit land dekt, was dan ook ge
stegen van 54 op 81. Bovendien mocht, aldus
minister Steenberghe, niet worden voorby gezien,
dat hier ook Indische belangen moeten worden
behartigd.
Dat by de onderhandelingen over dit verdrag
de tuinbouwinstanties in het geheel niet zouden
zün gehoord, ontkende de minister. Wel gaf hy
toe, dat in dien tijd het overleg met betrok
kenen nog gebrekkig was. Maar hier is sedert
dien veel verbeterd.
Aan het eind van den middag is nog gesproken
over de wetsontwerpen, die een nieuwe regeling
brengen voor de zeevaart- en zeevischvaart-
diploma's. Alleen de deskundige der sociaal
democratische fractie, de heer BRAUTIGAM
had zich hierbij laten inschrijven. Hy diende
een amendement in, zóó technisch en zóó moei-
ïyk te beoordeelen voor wie niet als hy vol
komen met scheepsmachines op de hoogte Is,
dat de president het beter achtte, de stemming
daarover uit te stellen tot de eerstvolgende ver
gadering.
Ds communistische Interpellaties, die dezen
middag werden gehouden, hebben vrüwel geen
nieuws opgeleverd.
Ten aanzien van de staking in de veenstre-
ken heeft Minister SLOTEMAKER DE BRUïNE
den interpellant-SCHALKER meegedeeld, dat
de Regeering bereid is na te gaan, of voor de
huisbrandturf eenzelfde instituut in het leven
kan worden geroepen als reeds voor de fabrieks-
turf bestaat.
De andere eischen van dezen, interpellant
wees de Minister af. En toen zij als naar ge
woonte in moties werden belichaamd, kregen
die moties, doordat de revolutionnair-socialist
Sneevliet zich daar tegenwoordig van afzijdig
houdt, niet voldoenden steun, om in behandelng
te kunnen komen.
Hetzelfde overkwam den interpellant
WIJNKOOP, die zyn neus wilde steken in het
conflict in de Limburgsche mijnen. Ook zün
moties werden om dezelfde reden terzyde ge
legd.
Minister VAN LIDTH DE JEUDE heeft zich
by zyn antwoord strikt gehouden aan het
kader, waarin de communistische interpellatie
was geplaatst, en alleen, eenige grootendeels
reeds bekende mededeelingen gedaan over de
houding, door de Regeering aangenomen ten
opzichte van het Algemeen Münwerkersfonds.
Van belang was in dit antwoord alleen
's Ministers pertinente verklaring, dat voor
de verleening van het Regeeringssubsidie
geen andere voorwaarde Is gesteld dan dat
er een Regeeringsgemachtigde zitting zal
krijgen in het bestuur van het fonds.
By deze interpellatie heeft de sociaal-demo
craat DROP zich in de gedachtenwisseling ge
mengd. Hoewel hij het met de groote meerder
heid der Kamer volkomen, eens was, dat de
heele interpellatie zeer inopportuun was de
zaak is immers in handen van den Ryksbe-
middelaar meende hy om twee redenen niet
te mogen zwugen.
Op de eerste plaats wenschte hij den inter
pellant te beduiden, dat diens kinderachtige
pogingen, om een tegenstelling te scheppen
tusschen de besturen en de leden van de vak-
vereenigingen der mijnwerkers, geen, schün van
kans zouden hebben. De heer Drop deed goed
werk dit communistisch gestook, waarvoor
dan het Parlement misbruikt wordt, nog weer
eens aan de kaak te stellen.
Op de tweede plaats wilde de sociaal-demo
cratische afgevaardigde den Minister erop
wijzen, dat deze by zün antwoord de zaak te
eenzydig behandeld had en dat, zelfs als langs
den voorgestelden weg de loonsverlaging zou
worden voorkomen,, nog verschillende niet
minder belangrijke vraagstukken overbleven.
Want hoofdoorzaak van den toenemenden nood
In de mynstreek zijn de Feierschichten en de
massa-ontslagen. Daarom is saneering van het
mijnbedrijf een eerste eisch.
De heer Drop deed met hierop de aandacht
te vestigen, vry overbodig werk. Want reeds
vroeger hebben de Ministers Coiyn en Steen
berghe dit vraagstuk op bevredigende wyze
met de Kamer behandeld. Reeds toen, en
ook thans uit 's Ministers antwoord in tweede
instantie bleek, dat de Regeering op maat
regelen tot saneering van het munbedryf be
dacht is. Dat dit thans door Minister van Lidth
de Jeude aanvankeiyk niet werd aangevoerd,
vond zy'n oorzaak in den opzet van de com
munistische interpellatie, welke enkel maar
wilde wroeten in het overleg, dat over de loo-
nen en het Algemeen Münwerkersfonds in gang
is.
De Kamer is thans weder uiteengegaan, tot
dat er weer eenige ontwerpen van meer dan
gewoon belang rijp voor behandeling zijn.
Maar zooals reeds gezegd, in de afdeelingen
onderzoekt zij deze week het groote ontwerp
tot verlaging van de openbare uitgaven. En dat
is voor ieder, die van dit lijvige staatsstuk ken
nis nam, een weinig benydenswaardige, moei-
lüke, zure taak.
Alvorens het gerechtshof te Den Bosch in
hooger beroep de zaken zal berechten tegen de
beide veroordeelden F. v. O. en W. de B„ zul
len eerst de twee nieuwe mede-verdachten, H.
v. d. P. (De Rut) en A. H. (Toon de Soep),
tegen wje het O. M. een vervolging terzake van
den roofmoord heeft ingesteld, in eerste in
stantie worden berecht.
De Raad voor de Scheepvaart heeft onder
leiding van prof. mr. B. M. Taverne een on
derzoek ingesteld naar de oorzaak van het
ongeval, overkomen aan den motordru'ver van
den motorlogger „Kees" Kw. 105, die door het
springen van een gedeelte van een opgevischte
mijn ernstige verwondingen had opgeloopen.
Op 1 April was de logger visschende op de
Noordzee en werd by het innemen van het net
een gedeelte van een mijn opgehaald. De schip-
pei had het op het dek laten vastsjorren.
Des middags zag de motordrüver een stukje
koperen buis op het dek liggen, dat van de
mijn afkomstig was. Hij pakte het op en legde
het, veronderstellende dat het nog wel eens te
pas zou komen, op de werkbank in de motor
kamer. Reeds den volgende ochtend kon hij
het buisje gebruiken om een stopje op het
luchtpüpje van de dagtank te maken.
Hij bekeek het buisje nog eens goed en zag
dat het geen deksel had, maar ten deele was
gevuld met iets zwarts, dat hij voor modder
aanzag. Hij zette er de vyi op om den rand
bij te vijlen en nauwelijks had hij een paar
streken gedaan of er volgde een zware ont
ploffing. Gloeiende gassen sloegen hem in het
gelaat, terwijl van zijn linkerhand alle vingers,
op den duim na, werden weggerukt.
Gedurende de thuisreis kreeg het slachtoffer
hevige pijn aan beide oogen; zyn gezichtsver
mogen laat ook thans nog veel te wenschen
over. Na in IJmuiden door een dokter opnieuw
verbonden te zijn, is hij naar het Academisch
Ziekenhuis te Leiden vervoerd.
Uit een ter zitting voorgelezen verklaring van
den schipper bleek dat deze gezien had dat
leden van de bemanning onderdeelen van de
halve myn hadden verwüderd. De schipper
had geen reden gevonden om dit te verbieden.
De mijn heeft hij weer in zee doen werpen.
De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart,
de heer C. Fock, was van meening, dat de
schipper een ernstige fout gemaakt heeft door
toe te staan dat leden van de bemanning on
derdeelen van de mün verwyderden. Hij had
voorzichtiger moeten zijn. In elk geval kan dat
ongeluk anderen tot leering strekken.
De Raad zal later uitspraak doen.
SOERABAJA, 14 Mei (Aneta). Alhier zijn
acht oppassers van den Douanedienst gearres
teerd. Zij werkten samen met Chineesche smok
kelaars, die clandestiene opium van het ss.
„Tjibadak" in de wachthuisjes van de douane
deponeerden. De gearresteerde oppassers droe
gen dan zorg voor de verdere verzending naar
het Chineesche kamp.
BATAVIA, 14 Mei. (Aneta). Uit Kandal, Ma-
dioen, Malang, Semarang, Moentilan, Bandoeng,
Magelang, Djokjakarta, Tjepoe, Bonjonegoro en
van de posten op den Merapi kwamen berichten
binnen over lichte tot vrij hevige aardschokken,
welke dezen morgen te 6 uur 40 werden gevoeld.
Deze schokken gingen gepaard met het ramme
len van deuren, vensters, etc.
Het Meteorologisch Laboratorium te Batavia
registreerde een „matig sterkke beving" op een
afstand van 400 K.M. waarvan de richting on
bekend was.
BATAVIA, 14 Mei. (Aneta). De Gouverneur
van Celebes seinde aan de Regeering, dat een
zekere K. in het landschap Balangnipa amok
heeft gemaakt. Hü doodde drie personen, terwyi
drie anderen zwaar en een lichtgewond is. De
amokmaker, die gewapend was met een speer
en een kris, is bij een aanval op de politie door
een mantri-politie doodgeschoten.
Met 15 Mei benoemd tot burgemeester van
Borgharen mr. E. H. A. M. Meüer.
De nieuwbenoemde burgemeester werd 1 Mei
1908 te Maastricht geboren. Hü is thans volon
tair ter gemeentesecretarie der gemeente Voe-
rendael.
Met 1 Mei eervol ontslagen met dankbetui
ging wegens opheffing zyner betrekking inge
volge de wet van 25 April 1935, mr. R. J. T. van
der Heyden als burgemeester van Oudheusden,
Jhr. J. K. Hesselt van Dinter is op verzoek
met 1 Juni 1935 eervol ontslag verleend als bur
gemeester der gemeente Pijnacker, met dank
betuiging voor de langdurige diensten, door hem
in die betrekking bewezen.
Toegekend bronzen eeremedaille Oranje-
Nassauorde aan mej. Y. W. M. Paulen, naaister
by de gemeenteiyke instelling Tehuis voor
Ouden van Dagen te Haarlem.
Bevorderd tot kapitein ter zee de kapitein
luitenant ter zee K. van Aller en tot kapitein-
luitenant ter zee de luitenants ter zee le kl. J.
van der Feer en H. Pitlo.
Verleend de titulaire rang van kapitein-luit.
tér zee bü de Kon. marine-reserve aan den
luitenant ter zee der le kl. bü de reserve E.
Vernes.
58
z«ike zienswijze die het gemakke-
■chtte hem te antwoorden, maar er wil-
ons in dezen oorlog laten zien,
iets We moeten zün; Angela, als er met
O* moet je het voelen, alsof je
gav gave geofferd hebt. Geen erg kost-
bjb dj hy glimlachte, „maar iets dat
ar kostbaar was voor jou. Het is de
'Tlijkc Ki^nswiiw» Hip hpt, eremakke-
V di,ip°°rcJen k°men. Zü zag nu met vree-
Iv '«s v, 'ikheid, hoe volledig hij de katho-
Va 1 sm onthechting had geleerd.
''efdartte «aar- Het scheen de glorie van
1if te verminderen.
mv 00k 200 voelen> Cymbellne, als
C«et 'ets gebeurde?"
"J the natuurlük erg veel pün doen,"
v «iet "°egeven, „ik kan het me niet inden-
«ie k ng °P- E1" was iets iri de heftigheid
"Weging-, wat de oude Angela deed op-
zóó tegen me praten? Je
«jcjftlG a«cen maar te zeggen, wat ik al
«ie g^a' gevreesd heb, dat je niets meer
Tranen van boosheid glinsterden in haar
oogen.
„Liefste," zei hü, „dat moet je niet gelooven.
Kijk eeris, hoeveel jaren houd ik al van je?
Maar als ik kan zeggen, Heer, uw wil geschiede,
zooals een katholiek dat behoort te kuiM^n,
dan zün we een heel eind op weg naar de vol
maaktheid
„Ik wil niet dat je volmaakt bent. Dat zou
ik ellendig vinden. Ik heb veel liever, dat je
een gewoon menisch bent, met fouten en gebre
ken, waarop ik verliefd geworden ben."
„Je bent verliefd geworden op een heel erg
gewoon mensch, met heel veel fouten en ge
breken," verzekerde hü haar nadrukkelijk.
„Maai- daarom kan ik nog wel inzien, wat er
van mij gevraagd! wordt. Gevraagden zün
stem werd diep en ernstig, „juist, gevraagd,
van mü en van jou, Angela."
„Je bent fanatiek," zei zy. „Ik had wel kun
nen vermoeden, dat je dat worden zou, je bent
veel te enthousiast..., je kunt nooit in even
wicht of gewoon zün.je maakt me bang. Je
bent evengoed zorgeloos als moedig. Je denkt
heelemaal niet aan mü, aan wat je mü ver
schuldigd bent."
Zij had nog een hooge kleur, maar sprak nu
klagend, er klonken tranen in haar laatste
woorden.
„Daarom maak je me bang. Het is de angst,
het voorgevoel, dat je niets meer om me geeft.
Je denkt alleen maar aan het leven na den
dood."
„Je weet, dat dat niet waar is," zei hij rustig.
.,Jk denk bijna voortdurend aan je, Angela."
Hü boog zich naar haar tóe, want zij was ach
terover op de marmeren bank gezakt, uitgeput
door haar heftigheid.
„Luister," zeide hü, „ik bemin je, ik probeer
je niet te veel te beminnen. Je bent me zoo
dierbaar. Je zoudt gemakkelijk mün heele hart
kunnen vullen, zoodat er geen plaats meer was
voor iets anders. Vroeger zou dat zoo geweest
zün. Maar, schat, je hebt me nieuw^ idealen ge
geven. Je hebt me zelf dit pad gewezen en je
moet niet boos zün, als ik het volg, verder dan
jüzelf. Ik geloof, dat bekeerlingen altüd an
ders moeten staan tegenover hun geloof. Meer
verantwoordeiyk voor God, dan diegenen, die in
het geloof geboren zün. Omdat, tot op zekere
hoogte, het ons eigen werk is, we hebben vrü-
willig dien last op ons genomen. En daarom zal
er meer van ons gevraagd worden."
„Zü zeggen altyd, dat bekeerlingen beter
katholiek willen zijn dan de paus," zei Angela.
„Nou, misschien is dat wel zoó," lachte hy.
„Maar ik wil gewoon geen fanatiekeling trou
wen," riep Angela heftig uit.
„O, niet?" vroeg Cymbellne.
Hij keek naar haar toen zü weer opsprong.
Dan stond hy bedaard op en legde zyn handen
op haar schouders.
„Niet?" vroeg hij nog eens.
Zü wendde haar hóófd af. Als hij haar zoo
doordringend aanzag met zyn donkere kükeris,
voelde zij zich verzwakken.
Zijn lippen zochten de hare.
„Stuur je me weg?" hield hy aan.
„Ik wou, dat ik het kon," zei Angela in
i tranen.
Maar zij liet toe, dat hü zün armen om haar
heen sloeg en haar kuste en toen zaten zij een
poosje stil, terwyi de zon haar licht en warmte
op hun hoofden afstraalde. Zij drong zich dich
ter bü hem.
„Cymbeline, ik geloof, dat we een ruzietje ge
had hebben, 'stel je voor, dat we dezen heer-
lüken tijd verknoeien met ruzietjes."
„We zullen zoo <fwaas niet meer zyn," zei hü.
„Je moet me tegenhouden, als ik boos begin
te worden en leelüke dingen ga zeggen."
„Ik zou niet weten, hoe," zei hü lachend,
„Als jy boos werd, zou ik bang worden."
„Dan zou ik weer goed worden," fluisterde
hy deemoedig. „Ik zou niet willen, dat je bang
voor me was, voor de heele wereld! niet."
„Als we getrouwd zün, zullen we nooit ruzie
tjes maken," zei zü beslist. „Ik denk, dat het
dan zoo erg niet is. Je hebt een engelachtig
humeur, Cymbeline, en ik dat van een duivel.
Dat zegt vader ook altüd."
„Hü weet er niets van," zei Cymbeline ver
ontwaardigd.
„We zullen niet doen als vader en moeder,"
zei zü. „Dat zou te verschrikkelük zün. Die zien
elkaar liever niet. Geven niets om elkaar. Maar
sinds ik zelf verloofd ben, begrijp ik hoe vree-
selijk het voor hen moet geweest zijn. Ieder
van hen is gebonden aan iemand waar ze niets
om geven. Moeder heeft mü nog, maar vader
heeft nooit iets om me gegeven. En nu kan hij
me heelemaal niet meer uitstaan, omdat ik
niet wil toegeven en met Ernst trouwen."
„Wij zullen zoo gelukkig zün als mijn vader
en moeder,"- zei Cymbeline. „Ik geloof, dat ze
nooit een ruzietje gehad hebben, geen écht. Zü
zün nog dol op elkaar. Daarom willen zij zoo
graag, dat wü trouwen en zoo gelukkig worden
als zü".
Langzaam wandelden zü naar huis, langs de
Villa Mills en de terras-tuinen, vol viooltjes. Er
hing een frissche geur van aarde en gras en de
genista bloeide al in zonnige hoekjes. De cy-
pressen priemden hun donkere stammen de
lucht in. Het was een dag, dat de knoppen met
geweld openbarstten en de duizenden heeriüke,
naamlooze groene kruiden zich omhoog wor
stelden uit hun bruin aarden gevangenis naar
de zoete lucht, die him welkom toeriep.
Het was een dag voor gelieven om zich uit
te spreken of hun beloften te hernieuwen. De
steenen van den Palatijn hebben duizenden
paren zien komen en gaan in de honderden
jaren van hun bestaan, de slanke zuilen heb
ben altijd naar dezelfde woorden geluisterd.
De onsterfeiy'ke liefde.de vrees van schei
dingde schaduw van den dood.... de ge
fluisterde beloften, de tallooze kussen....
Maar deze twee schenen hun beloften te ver
nieuwen, büna terwyi zy het kanongebulder
konden hooren.
„Kyk," zei Cymbeline ineens en wees omhoog.
Ver weg over de campagna vloog een groote
vogel, zeker, rustig door de blauwe lucht. Eerst
zag Angela niet, dat het een vliegmachine was,
die de ongebaande wegen volgde boven de
aarde. Toen zü het begreep, klemde zü de hand
van Cymbeline steviger vast. Het duizelde haar,
als zij dacht aan dien piloot, die vast en rustig,
zün machine leidde in de yie hoogte.
SPECIAAL VOOR U DAMES u d« rubriek
„En zit daar heusch iemand in?" vroeg zü".
.O, Cym, als hü eens viel?"
„Een tweehonderd meter hoog," zei Cymbe
line, die de machine met geoefend oog bekeek.
„Kom, Angela dat is zoo erg niet."
„Ga jü dan hooger?" De gedachte maakte
haar koud.
„Ik had mün eerste gevecht op twee duizend
meter. Maar ik bofte niet. Ik raakte zün ma
chine, maar hy kon terug keeren achter de
Turksche linie."
Op den terugweg was zij heel stil. Die men-
scheiyke vogel, zwervend in duizelingwekkende
hoogte, scheen haar een slecht voorteeken toe.
Zü zag hem als een roofvogel, loerend en wreed,
zoekend naar een prooi om die te vernietigen.
Hij scheen zün schaduw te werpen op de jonge,
heeriüke figuur van Cymbeline Harriman.
Zü waren al dicht by het hotel, toen hij
rustig tot haar zei: „Angela, denk je, dat. ais
ik het je moeder vroeg, zü ons zou toestaan te
trouwen, hier in Rome, voor ik terug ga? Of
zou zü er op staan, te wachten, tot ik meerder
jarig ben?"
„Dat weet ik niet. Vraag haar maar."
XW/ordt vervolgd)