f Waarom Marchant zweeg Marteïaarsbloed PENSIOENEN STOPGEZET HITLER'S RIJKSDAGREDE Mariannes „Dertien?... Dat voorspelt niet veel goeds F ZONDAG 26 MEI 1935 'n Actueel boekvan blijvende waarde SINT THOMAS MORUS Verkrijgbaar in den boekhandel Vliegveld bij Eist? hm Verbinding met de K XVIII Na het mijnconflict De luchtbescherming IDEEËN Noodmaatregel in verband met toestand van den KtH-L. DE FUSIE DER PERSBUREAUX Een zeer geslaagd verrassings programma Stichting van een Algemeene Nederlandsche vereeniging Regeering zal eerst acht ton en verder jaarlijks vier ton bijdragen in het Mijn werkersfonds Dankdag in Limburg IR. M. H. DAMME Tien jaar leider van het P.T.T.-bedrijf Stewardessen bij de K.L.M. Enkele politieke passages uit de brochure „Tot Verweer" De Onderwijs-politiek Het voorspel N a VAN DER MEY Hoofdcommissaris van politie te Den Haag °°it was het, vóór het laatste jaar van zijn W 'n ^et ^oofd van Thomas More opge- eil> dat hij als martelaar zou sterven; en 'letn in de volheid van zijn jaren zou 'eld hebben, dat hij nog eens voor zijn ■enstige overtuiging' zijn hoofd op het 2ou laten, dien zou hü met een kwink- fcr êeantwoord hebben: een mensch kan zon- schade gemakkelijk zijn hoofd verliezen, l de kans om martelaar voor zijn geloof ^0rden, krijgt men zoo gemakkelijk niet! 5^ Was inderdaad in More's jeugd en man- en leeftijd geen enkele aanwijzing voor HeIJ*l00ÏSV€rvoïging in Engeland. Zijn koning, VIII, die hem tot vertrouweling 4ietsen tot de hoogste posten riep, wilde Jje Van de Duitsche nieuwlichters weten, »ar °Proerigen monnik Luther gevolgd Hendrik kreeg van den Paus den titel nsor Fidei, verdediger des geloofs. En zijn ^rn 'rhomas More, bestreed in konings (- de ook in Engeland binnensluipende ket- kettersche geschriften. Wanneer er d ter wereld veilig scheen, dan zeker de (fHWSc^e kanselier in het begin der zestiende 'kek in Engeland, zooals in vele andere Van Europa, zouden de geesten op de lieu Worden gesteld. Het doordringen der lu Ideeën was niet tegen te houden. Zelfs Ij)'1 eigen patriarchalen familiekring moest °tiw Iltore den invloed van de nieuwe leer 1%. n- De twisten over de aflaten, over vat| rulke« in de kerk, over het formalisme ïel3edsformules en kerkelijke ceremoniën, egehover de eisch van het belijden van kjj 2u'Vere Evangelie gesteld werd, dit alles op de massa. Er zijn er slechts weini- 1 die Wezen en vorm, misbruik en waarheid ,etl onderscheiden, wanneer er eenmaal een twf van geestelijke verwarring opsteekt. as More, scherp waarnemer, helder den- tanetl VrÜ van alle bekrompenheid en bijgeloof, zeer goed het bederf in de kerk van zijn de eer-, heersch- en geldzucht van de Hl re geestelijkheid, het zedelijk verval van °°sters, den achteruitgang van het in- iiite S godsdienstig leven, het hangen aan Ck0 e formaliteiten en niet het minst de 'sts Welke zelfs door de hoogste bestuur- 'ilde Gods Kerk gegeven werd. Diep mede- b-.., kad hij met het eenvoudige volk, dat de '"kers- - "let Zttivi van de nieuwe leer naliep, omdat het 'erheid van de ware leer van Christus ^Verscheidde van de verkeerde levens- NT?. van de bedienaren der ware Kerk; li6t het de heiligheid van het Pausschap in V Wahgedrag van een bepaalden stedehouder Cll'l'istus zag ten onder gaan. Voor een IW Vatl studie en gebed was juist die tegen- ^n aanleiding om zich in de leer der •sj^' 'd Gods woord, te verdiepen en van de 0^ r'd> heiligheid en waarheid der kerk juist de vele misbruiken en menschelijke €e*Sels des te dieper overtuigd te worden. W? nederig hart en een diepe, goed gefun- iur,_e geloofsovertuiging deden den kanselier to(js staan, toen ook in zijn vaderland de lehststorm opstak en prelaten, bisschop- ii:kardinalen, grootwaardigheidsbekleedters ltötla<3el en geestelijkheid omversloeg. Zijn V*8 had zich in het hoofd gesteld, dat de °rekeljjke huwelijksband voor hem niet kon en riep zichzelf tot kerkelijk hoofd S eigen volk uit, toen het wettige hoofd alSemeene kerk te Rome weigerde zijn toujj.'iksontrouw te bezegelen. Daar lag het lect' Men moest kiezen tusschen eenerzijds >a(1 er der kerk, welke de onverbrekelijkheid «U deQ huwelijksband erkent en de eenheid Seiïleenheid der gansche gedoopte chris- onder het geestelijk gezag van één >;'l (,r. °1Jder te Rome predikt en anderzijds den Vt Wet van een konIng> die zichzelf het pri- Cj chap van een nationale kerk toeëigende, \6] 0rih daarvan zijn eigen wettig huwelijk W verklaarde, zijn vrouw verstiet en een lU,. e "aam. Het is teekenend voor den tijdgeest agen- dat de overgroote meerderheid al- ^!i/e^ene€1'de; de Paus is wel het hoofd der •fij. r en alleen' de dood ontbindt het huwelijk, de koning is het hoofd van den staat: W lj zegt moet voor ons waar zijn; hij zal 1 W6ten! °h die valsche redeneering liepen van laag, bisschoppen en priesters, edel- Setj °n geleerden, kooplieden en kleine bur- athter het schisma der Engelsche staats- ,a?'n- Slechts weinigen hadden den moed overtuiging tegen den tijdstroom en wereldlijk gezag in, hoog te houden. k die weinigen behoorde de kanselier van *ilk Thomas More, die, hoewel vurig hu- JOq hoewel bezield met de voor dien tijd ideeën omtrent kunst en wetenschap 'e j{achtig bestrijder van de misbruiken in erk. niettemin onderscheid tusschen het Zelf en de verkeexde toepassing er- Itijf tót te maken. De machtswaan van Hen V vHl zou niet tot de vreeselijke gevolgen ectl afscheuring der Engelsche kerk *heb- wanneer mannen als Kardinaal '•1 j, en More niet met weinig kloosterlingen ^^ddvastige leeken alleen hadden gestaan. 'ir: g de hieuwe leer der hervorming had ook »elsche katholieken reeds besmet. Tot V^r.3 grondbeginselen behoorde, dat de H. \tfe lederen gedoopte persoonlijk inspireerde de-goddelijke waarheden; dat het ge- diet aan een kerkelijk gezag gebonden dat de geestelijke macht ondergeschikt de wereldlijke. \lq 6 Meeën blijven niet bimien een be- kring besloten, wanneer er groote dke spanningen heerschen. De besmet- !Crbraidt zich wijd en zijd. Ook Engeland kst °°r de bacillen der nieuwlichterij aange- Z°°dat Hendrik VIII gewillige hovelingen, aafs°h parlement en een serviel volk V' l°en hij zichzelf tot hoofd der Engelsche Ult»ep \e_1 Sesohiedenis intusschen staat voor het cdt altijd scherper afgeteekend dan de ^ddten haar zien. Een geesteshouding Seleideiijk; een beweging ontwikkelt H ^,n steekt niet plotseling op. Zoo zien wij de °mas More niet plotseling partij kiezen 11 °hgelijken strijd van de kleine ininder- Sir Joseph Clayton's boeiende levensschets van den grooten Engelsehen staatsman-martelaar, die op 19 Mei 1935 tot de eer der altaren ver heven werd. Hollandsche vertaling van Piet Kasteel. Prijs ingenaaid f 1.15, gebonden f 2.50. Alle koopers van dit schitterend werk ont vangen gratis de in het Hollandsch vertaalde Lofrede, uitgesproken door Z.II. Paus Pius XI hij de Plechtige Heiligverklaring van Kardinaal John Fisher en Thomas Morus. N.V. liitgeversmij. „FIDELITAS" - A'dam-C. heid van rechtzinnigen tegen de groeiende meerderheid van aanhangers der opkomende dwaling. Bovendien: hij was een vurig patriot, trouw dienaar van de Kroon, vriend des ko nings en voorbeeldig vader van een gelukkig gezin. Dit zijn de redenen, waarom wij hem bij de ergerniswekkende daden van den koning zien zwijgen; zich wijs en voorzichtig van alle critiek zien onthouden. Wanneer het hem ein delijk te machtig wordt, trekt hij zich uit de staatszaken en de gevaarlijke hofkringen terug, om rustig zich op zijn landgoed aan de studie te wijden en van de natuur te genieten. Machtswellustigen echter zijn wreede we zens; zij dulden van hun gewezen vrienden zelfs niet dat zij zwijgen; ook in dat zwijgen toch lezen zij een verwijt. Zij eischen openbare goedkeuring van hun misdaden; zoo toch wordt hun geweten gesust en het domme volk in den waan gebracht, dat zij het bij het rechte eind hebben. Wanneer iemand de groote, gevierde en alom geachte mannen van het land op zijn hand heeft, moet de massa wel onder de sug gestie komen, dat zoo iemand, wat hij ook doet, een hoog verheven wezen is. Thomas More, dé grootste in het rijk naast den koning, wfeigerde door zijn aanblijven het gedrag van zijn vorst na diens geheime tweede huwelijk en na het zich toeëigenen van de geestelijke macht, te dekken. Hij vroeg en verkreeg zij het met tegénzin ontslag. Hij had kunnen vertrekken naar een veiliger tweede vaderland, maar, naar hij zelf zeide: hij wenschte niet „op rolletjes in den Hemel te komen". Hij bleef en wachtte af. Toen kwamen de groote beproevingen in zijn leven: eerst de verklaarbare stekeligheden van domme vrienden en zelfs van zijn eigen vrouw: waarom moest hij zulk een rijke en eervolle loopbaan opgeven? Wanneer andere ministers en zelfs bisschoppen het gedrag van den koning goedkeurden, waarom kon More er dan ook niet iets op vinden om in 's Konings gunst te blijven? De wijze man schudde slechts het hoofd en glimlachte bij die onnoozelheden. Dan stak het ongeduld van den koning op: de vriend die hem zwijgend zijn afkeuring had getoond, zou zijn hoofd buigen of zijn hoofd verliezen. Het pro ces ging, zooals al dergelijke martelingen ver- loopen: eerst liet Hendrik zijn vroegeren kan selier beschuldigen van corruptie. Valsche ge tuigen waren, als steeds, gemakkelijk te vinden. Maar de leugen kon het van de waarheid en de scherpzinnigheid van den beschuldigde niet winnen. Thomas More kwam als overwinnaar uit de drie processen. Dan Werd hij geroepen om den eed te zweren, dien hii niet zweren kon zonder zijn heiligste overtuigingen op te geven. In dat uur bleek hij martelaarsbloed te bezit ten. Hij was geen fanaticus; hij liep niet met zijn geloof te koop; hij drong zijn meening niet aan aftderen op. Maar gedwongen om te kie zen tusschen waarheid en leugen, om te leven met een bezoedeld geweten of te sterven met een reine ziel, koos hij koelbloedig den dood. Naar den mensch gesproken zegevierden de achtste Hendrik en zijn hofkliek en ging Tho mas More ten onder. Maar in de geschiedenis staan de Engelsche koning en zijn hof als lafaards en wellustelingen gebrandmerkt en roemt het nageslacht den heiligen kanselier, die door zijn marteldood kracht gaf aan een kleine kern getrouwen om stand te houden ftt het ware geloof en het zaad te bewaren, waar uit na vier eeuwen een nieuwe katholieke ge meenschap zou opbloéien. Het gedrag van Thomas More is een baken ook in onzen tijd! Hierover nog in een slotartikel. LIBRA De pensioengerechtigden van den Kon. Holl. Lloyd hebben, aldus de „Telegraaf," een schrij ven ontvangen, waarin hun is medegedeeld, dat de betaling der pensioenen ten gevolge van de verleende surséance van betaling moet wor den stopgezet. Ter verduidelijking diene, dat in 1932 het pensioenfonds werd opgeheven en verdween in de afschrijvingen op kapitaal en schepen, waarna de pensioenen uit de gewone middelen werden betaald. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben bij de Provinciale Staten van die provincie een voorstel ingediend om een bedrag van f135.000 beschikbaar te stellen voor den aanleg van een vliegveld bij Eist. In aansluiting bij het bericht betreffende de fusie tusschen het Algemeen Ned. Persbureau en Vaz Dias, deelt de directie van het Pers bureau Vaz Dias mede, dat deze fusie uitslui tend betreft de nieuwsdiensten voor de nieuws bladen en omroepvereenigingen, terwijl alle an dere afdeelingen en persinlichtingen, dagblad illustraties, cliché's en koersen voor den handel en particulieren, zelfstandig en uitsluitend door het persbureau Vaz Dias zullen worden voort gezet. ra "it 99 ^99 De bemanning van de K XVIII, die zich mo menteel te Mauritius bevindt, werd Zaterdag middag verrast door een speciale Marine-pro gramma-uitzending van de Phohi, welke uitzen ding door den K. R. O. evenals door de Nirom voor Ned.-Indië gerelayeerd werd. Bovendien heeft het Comité „Onze Marine" den familieleden van de bemanning van de K XVIII des morgens een koffie aangeboden in de Phohi-studio, waarna zij een autotocht maakten door de mooie wijken van Hilversum met als besluit een gemeenschappelijken maal tijd in het Palace Hotel te Hilversum en een bezichtiging van de K. R. O. studio's. Om 3.05 uur ving de uitzending van de Phoh; aan met eenige muzieknummers, ten gehoore gebracht door de Koninklijke Marine-kapel onder leiding van kapelmeester L. H. F. Leis- tikow. Daarna hield kapitein ter zee C. E. L. Hilfrich, commandant van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" tot alle luisteraars bij de Marine een toespraak, welke ingeleid werd met het eerste couplet van het „Adelborstenlied". Allereerst wees spreker op de belangrijkheid van Indië en zijn ligging. „Ik behoef u dan ook nauwelijks de onschat bare waarde van een krachtige oorlogsmarine aan te toonen," aldus spreker, „vooral in dezen tijd van oplevend nationalisme en egoïsme, welke zich in alle landen openbaren, zijn de gevaren dreigender dan ooit!" „Het bezit van een krachtige oorlogsvloot moet meer dan ooit worden beschouwd als on misbaar voor het voortbestaan van ons, vrije Nederlanders, in een werkelijk „Nederlandsch" Indië!" Spr. constateerde, dat er verschillende tegen werkende factoren waren, welke de marine in haar natuurlijke ontwikkeling belemmeren, waartoe hij o.m. rekende de ingrijpende bezui nigingen op de staatsuitgaven en het gebrek aan vertrouwen in de marineleiding. Op de veel te lage marine-begrooting van 1930 werd meer dan 30 pet. bezuinigd, en de opdracht aan de commissie-Idenburg kwam er op neer 56 pet. te bezuinigen. Spr. concludeerde dat speciaal ten aanzien van de maritieme weermacht de grens van onze financieele draagkracht zeer krap wordt getrokken. Nederland, alsde kern van het Nederland- sche wereldrijk, dat een groote verantwoorde lijkheid dient te dragen voor de veiligheid der verspreide Nederlandsche belangen, is op het oogenblik de eenige die niet bewapent, de eenige uitzondering dus in de rij der naties, welke haar bewapening' versterken! Naast deze financieele tegenwerkende facto ren bestaat nog het gebrek aan vertrouwen in de marine-leiding, dat tot uiting komt in de samenstelling der commissies, welke marine problemen te onderzoeken krijgen en die steeds uit niet marine-deskundigen bestaan. „Geen vijand zal er aan denken om kostbare schepen in den Indischen Archipel te zenden, indien hij slechts te doen heeft met vliegtuigen en klein onderwatermateriaal!" „Hij levert alleen zijn kostbare doelen, als dit noodig is." „Zijn er echter moderne kruisers en jagers, dan moet hij met gelijkwaardig materieel ko men, dat hij elders, echter, slechts noode mis sen kan!" „Dat is," volgens spreker, „de preventieve werking van onze vloot." Spr. eindigde met den wensch, dat men de marineleiding rust en vertrouwen moge schen ken, opdat zij onze vloot deskundig kunne organiseeren. De heer Angenent opende het verrassings programma voor de bemanning van de K XVIII met een kort woord tot commandant, officie ren en verdere bemanning. Na mevrouw Hetterschy, de echtgenoote van den commandant van de K XVIII kregen de overige 35 familieleden van de bemanning, die in de Phohi-studio aanwezig waren, gelegen heid tot het overbrengen van hun beste wen- schen aan hun verwanten op den onderzeeër. Vooral de dames waren zeer ontroerd. Allen, zonder uitzondering waren niet alleen zeer verheugd, door het comité Onze Marine en de Phohi daartoe .in de gelegenheid gesteld, eenige woorden aan hun familieleden op de K XVIII te kunnen toeroepen, maar getuigden ook van de groote belangstelling en het in tense medeleven van het Nederlandsche volk, dat uiteindelijk het Comité Onze Marine tot zoovele blijken van medeleven met onze dap pere zeehelden op de K XVIII in staat heeft gesteld. De secretaris van het comité betuigde aan het slot van de uitzending nogmaals zijn groo ten dank aan het Nederlandsche Volk en hoop te, dat de moed en het voorbeeld van de be manning van de K XVIII ertoe leiden mogen dat Nederland meer waardeering krijgt voor de geheele marine. Eenige burgerlijke autoriteiten, in samen werking met militaire deskundigen hebben het initiatief genomen tot het stichten van de Alge meene Nederlandsche Luchtbeschermingsver- eeniging, welke zich ten doel stelt; 1. Het verschaffen van juiste inlichtingen aan de bevolking omtrent de mogelijkheden van den luchtoorlog en van de beperkingen, waar aan deze is onderworpen; de uitwerking en de grootte van het luchtgevaar en de mogelijkhe den van bescherming tegen luchtaanvallen. 2. Het inlichten In den ruimsten zin des woords van de bevolking in alle geledingen no pens de van overheidswege (staat, gewest, ge meente, bedrijf) genomen en te nemen be schermingsmaatregelen en den steun welke aan de desbetreffende organisaties moet en kan worden verleend. 3. Het uitdragen in elk Nederlandsch gezin van de noodzakelijke kennis, omtrent de door iederen burger in eigen huis of bedrijf zelf te nemen beschermingsmaatregelen en te volgen gedragsregel in het openbaar vóór, tijdens en na luchtaanvallen. 4. Het krachtig en daadwerkelijk bevorderen van de voorbereiding, den opbouw en de verwe zenlijking van die zelfbescherming; deze, waar mogelijk, te leiden, te steunen en hiervoor ge schoold personeel en betrouwbaar materiaal ter beschikking te stellen. In verband met de oplossing van het Mijn- conflict verneemt de Msb., dat de regeering zich bereid heeft verklaard om een bedrag van 8 ton beschikbaar te stellen voor het algemeen Mijn werkersfonds om de tekorten, waardoor de moeilijkheden waren ontstaan, te overbruggen Bovendien heeft de regeering zich verbonden om de 4 ton, welke het Rijk in de laatste 2 ja ren in het Pensioenfonds voor de Mijnwerkers heeft gestort, in het vervolg jaarlijks aan dat fonds uit te keeren. De directies van particuliere mijnen hebben alle verslechteringsvoorstellen ingétrokken. De minister van Waterstaat heeft o.m. meegedeeld, dat de 400.000, welke 75 jaar lang zijn toege zegd inderdaad voor verbeteringen in het A. M. F. zullen worden aangewend. De regeeringscommissaris zal eerst een onder zoek instellen naar den toestand in de mijnen en daarna naar dien van het A. M. F. De regeering wil daarin geen beslissenden in vloed hebben. In de algemeene vergadering van het A. M. F. zal de regeeringscommissaris alleen stemmen, wanneer de stemmen staken. Z. H. Exc. Mgr. dr. G. Lemmens, Bisschop van Roermond, heeft aan de Eerw. geestelijk heid en de geloovigen van het bisdom het vol gende schrijven gericht: Wij vernemen, dat in het mijnconflict een gunstige wending is gekomen. Laten wij nu Zondag op de wijze als Wij hebben voorgeschre ven, den Goeden God dank brengen en Hem smeeken, op voorspraak van Onze Goede Moe der Maria, dat de sociale vrede in ons bisdom moge bewaard blijven. 1 Juni a.s. zal het 10 jaar geleden zijn, dat de directeur-generaal der P. T- en T., ir. M. H. Damme, de leiding van het Staatsbedrijf der P. T. en T. aanvaardde. In verband hiermede zal een huldigings bijeenkomst worden gehouden, waarbij ook de Minister van Binnenlandsche Zaken aanwezig zal zijn. Het personeel, de personeelsvereenigin- gen en de bonden zullen dien dag in de gele genheid worden gesteld van hun belangstel ling in dit jubileum te doen blijken door hun aanwezigheid in het Gebouw van K. en W., Zwarteweg 7, Den Haag om 10.30 uur. Daarna zal van 12—13.30 uur ook voor andere belangstellenden gelegenheid bestaan den ju bilaris geluk te wenschen. De K. L. M. heeft het voornemen bij wijze van proef, voorloopig alleen op de lijn Amster- dam-Milaan, een tweetal stewardessen in .dienst te stellen. In het uittreksel, dat we Zaterdagmorgen van de brochure van mr. Marchant publiceer den, zijn uiteraard niet alle passages tot hun recht kunnen komen. Wij veroorloven ons nog eenmaal op verschillende punten van politieken aard terug te komen. Waarom zweeg mr. Marchant van zijn bekee ring in December tot zijn aftreden in Mei? Een reden was, dat hij de vrijzinnig-democratische partij niet wilde benadeelen bij haar campagne voor de Statenverkiezingen. Een andere reden echter was zijn plichtsbesef als Minister: „Het was 21 December 1934. Elke Minister verwachtte dat het „aanpassings-ontwerp" in Januari bij de Tweede Kamer zou worden in gediend. Het deel van mijn Departement was reeds sedert begin September in bewerking ge weest. De wet zou uiterlijk in April het Staats blad moeten hebben bereikt, wilde zij voor de begrooting voor 1936 volledig werken. Sprak ik, dan zou ik de ervaring heeft bewezen dat ik juist zag het Kabinet in moeilijkheden hebben gebracht vlak voordat het wetsontwerp verscheen. Het landsbelang eischte, dat het Kabinet-Colijn zonder afbrokkeling bleef zit ten en zijn taak, welke die ook zou blijken te zijn, afwerkte. Als de afbrokkeling eenmaal ware begonnen, dreigde er verder gevaar. Als Colijn vandaag aftreedt, is er morgen paniek." In dit verband verdedigt de oud-minister ook de onderwijs-politiek, door hem gevoerd: Men schijnt te vergeten, dat de concentratie van de openbare scholen door mijn ambtsvoor ganger reeds was voorbereid; dat die politiek niet bijzonderlijk de mijne was, doch die van het geheele Kabinet; vooral niet in de laatste plaats van Financiën; dat ik deed wat moge lijk was, om ook het bijzonder onderwijs tot concentratie te brengen, daarin het krachtigst gesteund door den voorzitter van den Minister raad; dat ik gedaan heb wat ik kon, om het voorbereidend onderwijs tegen de moordaan slagen van Binnenlandsche Zaken en Finan ciën (noodlijdende gemeenten) te verdedigen. Men weet niet, dat bij mijn aftreden nog een correspondentie hangende was met Financiën om in den neergang ten minste nog het thans juist oplevende landbouwhuishoudonderwjjs te beschermen. M ij n aanpassingspolitiek was niet, in dolheid neer te slaan wat geld kost. Naar mate de positie van onze landelijke bevolking ellendiger wordt, is het noodzakelijker, de boe renvrouwen althans te leeren, kleeren te ma ken en te herstellen, voor weinig geld hun potje te koken, ordelijk en rein te zijn. Het verblij dend hiitiatief daartoe heb ik met alle macht gesteund. In één woord: volslagen valsch is de voorstelling, alsof i k speciaal het op het open baar onderwijs had voorzien. Ik hoop vurig, dat de bescherming van het onderwijs na mijn af treden even krachtig zal blijken. Mi'. Marchant beschrijft dan, hoe in April de geruchten begonnen te loopen. Op 3 Mei bel de de heer Joekes hem op en vroeg: „zijt gij katholiek of niet?" Mr. Marchant antwoordde: „wat verbeeldt gij U?" Deze vrijzinnig-democratische inquisitie acht te hü in strijd met het vrijzinnig-democratisch beginsel. Op 6 Mei ontving de minister een briefje van den partü-voorzitter, prof. Kranen burg, met de aansporing, een categorische ver klaring af te leggen, teneinde het werken in de Partij niet te bemoeilijken. Op 7 Mei deelde mr. Marchant aan den mi nisterraad mede, dat hij uit de v.-d. party zou treden en dat hij Katholiek was, met de mo tieven, waarom hy zyn bekeering zoolang had geheim gehouden. De Raad besloot, over het aanblijven des ministers eerst 14 Mei een be sluit te nemen. 8 Mei schreef Minister Oud zijn bekenden brief aan dr. Colyn, waarvan hy afschrift zond aan mr. Marchant. Op 10 Mei adviseerde dr. Coly'n den heer Marchant per brief ontslag te nemen. „Zijn oordeel was reeds gevormd, voordat hij den brief van den heer Oud had ontvangen. Hü achtte als formateur van het Kabinet de positie hiervan en mijn positie ingrüpend ge wijzigd. Hij voorzag met name, dat ik bü de verdediging van het aanpassings-ontwerp op onoverkomelijke moeilijkheden zou stuiten in de Tweede Kamer. De oppositie zou, door ver schillende motieven gedreven, een meerderheid blüken. De afbrokkeling zou zün begonnen." Op 12 Mei, zoo schrüft mr. Marchant verder, berichtte mij de Voorzitter van den Minister raad: „Gisterenavond laat heb ik bericht ge kregen, dat H. M. de Koningin er geen bezwaar tegen heeft, dat gy van Uw verzoek om ontslag mededeeling doet aan de Pers ter publicatie in de Avondbiaden van Maandag 13 Mei." Op 13 Mei verzond ik aan het Hoofdbestuur van den Vrijzinnig-Democratischen Bond het bericht van mijn uittreden en aan het Corres pondentie-Bureau het volgende communiqué: ,De heer mr. H. P. Marchant deelt ons mede, dat hü is overgegaan tot de Katholieke Kerk en is getreden uit den Vrüzinnig-Democrati- schen Bond. Hij heeft aan Hare Majesteit de Koningin verzocht, hem te willen ontheffen uit zyn ambt van Minister van Onderwüs, Kun sten en Wetenschappen." Bü K. B. is met ingang van 1 Juni benoemd tot hoofdcommissaris van politie der gemeente 's-Gravenhage en tevens tot commissaris van Rftkspolitie, N. G. van der Meü, hoofdinspec teur van politie te 's-Gravenhage,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5