UIT DEN OMTREK De Golgotha-film GROOTE PRIJZEN-DRAVERIJ OP DINSDAG 11 JUNI a.s. - 3den PINKSTERDAG WEEKEND IN DEN HAA G WOENSDAG 5 JUNI 1935 De bondsfeesten van den D.H.G.B. Het uitbeelden der Passie ENCYCLIEKMEETING TE SASSENHEIM Op tweeden Pinksterdag HOLLANDSCHE MIJ. VAN LANDBOUW Bespreking verplichte melkbrood- bereiding en afschaffing van vleeschinvoer Groote prijze|fdraverij te Krommenie BENNEBROEK SANTPOORT WIJK AAN ZEE EN DUIN Dubbele Raad TURNEN Op tweeden Pinksterdag te Bodegraven RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN PAARDENSPORTVERÈENI GING „KROMMENIE EN OMSTREKEN" Sociale en Charitatieve werksters in het Centrale Gralhuis bijeen De charitatieve taak Als op tweeden Pinksterdag het weer gunstig !s, sullen de R.K. Volksbondsleden in drommen optrekken naar Sassenheimf om aan de jaar- lijksche encycliekmeeting deel te nemen. Deze meeting begint om half drie met een kort Lof in de parochiekerk van St. Pancratius. Daarna op stelling van den optocht. Deze beweegt .zich langs de volgende route: van de kerk naar .Huize St. Bernardus", vandaar naar de Molen straat, Oosthaven, Willem Warnaarlaan, Kerke- laan, Rusthofflaan naar het terrein de „Kooi". Op het terrein zullen als sprekers optreden de Zeereerw. pater Snoecks en de heer Ant. Ange- nent. In de laatst gehouden vergadering van het hoofdbestuur feliciteerde de voorzitter den heer C. Dekker met de opheffing der schorsing als voorzitter der L.C.O. Zuid-Holland. De voor zitter deelde mede, dat de heer Dekker bereid is zijn functie weer te vervullen, al is de onder vonden behandeling ook niet bevorderlijk aan de ambitie voor dit werk. Naar aanleiding van dit punt werd de vraag besproken, of de voormannen nog langer hun medewerking aan de uitvoering der crisismaat-" regelen moeten verleenen. Niet alleen de be handeling van den heer Dekker, doch in het algemeen de weinige zeggenschap, welke nog aan de voormannen wordt gelaten en de ambte narij van boven af, welke steeds toeneemt ma ken. dat deze vraag urgent wordt. Opgemerkt werd, dat het in het belang van de boeren is, zoolang de crisismaatregelen nood zakelijk zijn, dat de voormannen op hun post blijven en met alle mogelijke middelen vech ten tegen de bureaucratie, welke steeds meer toeneemt. Besloten werd met aandacht de omstandig heden te blijven volgen en het K.N.L.C. te ver zoeken met de meeste klem op te komen tegen de voortschrijdende bureaucratie in de uitvoe ring der crisismaatregelen. Bij bespreking van de vraag, wat gedaan kan worden om te bevorderen, een wettelijk ver plicht stellen van melkbroodbereiding werd be sloten zich over dit punt rechtstreeks tot den minister te wenden en de zusterorganisaties om adhaesie te vragen. Dit besluit houdt verband met het feit, dat de bakkersmelk thans uit de consumptieregeling is genomen, doch de bak kers daarvan geen gebruik gemaakt hebben door meer melk te gebruiken, maar zich hebben ge worpen op de volle melkpoeder. Deze wordt voor zoodanig lagen prijs beschikbaar gesteld, dat een liter melk ongeveer komt op 2Vi cent, dus nog goedkooper dan industriemelk. Besloten werd voorts met klem aan te drin gen op radicale afschaffing van den invoer van vleesch en op het direct uit de markt gaan ne men door de regeering van mager vee. Het hoofdbestuur meent, er op te moeten aandringen, dit vee niet in te blikken, doch te destrueeren. Voor de groote Pinksterdraverij te Kromme nie blijkt veel belangstelling te bestaan. Niet minder dan 27 paarden staan ingeschreven t.w.: Harvest Lee, Quita, Otella, Gloria Bond, Maria P. Baron Sylvester, Betty Worthy, Maya Tod- diraton. Lady Bond, Sister Bond, Uilen Spiegel, Closy Silk, Ockland Baron, Anna Bradford, Nordeck, Pinkterton, Jade, Miss Everharda, Rolls Roys, Frances May, Mixerin, Edna M, Hartsteijn, Tamboer, Sister Patrix, Fanfare en Quick Boy. De draverij wordt Dinsdag 11 Juni gehouden (derden Pinksterdag), des middags twee uur. de gemeente Velsen, voor zijn houding betref fende het politiek advieshokje. Begrafenis W. Kooiman Dinsdag werd op de algemeene begraafplaats ter, aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer W. Kooi man. in leven rustend kweeker, oud-voorzitter van den Bennebroekerpolder. oud-voorzitter van de bouwvereeniging „Bennebroek" en oud- regeeringscommissaris gedurende de oorlogs jaren. De overledene stond te Bennebroek bij ieder in hoog aanzien, door zijn rustig op treden en groote kennis van zaken. Bij aankomst op het kerkhof sloten zich velen bij den rouwstoet aan o.m. de gemeente-secre taris. de heer C. Bregman, namens het ge meentebestuur en de leden van de bouwver eeniging. De zoon van den ontslapene dankte voor de groote belangstelling en voor de talriike be wijzen van deelneming, tijdens de ziekte en bij het overlijden van zijn vader ontvangen. Openluchtconcert Donderdag 6 Juni, 's avonds te acht uur, geeft het fanfarekorps „Kunst na Arbeid" het eerste zomerconcert in de muziektent aan de Schoollaan alhier. Aan het publiek wordt verzocht, gedurende de uitvoering alle luidruchtigheid te vermijden. Jubileum O. K. K. In het Burgemeester Rijkenspark gaven de fanfare „Wilhelmina" en het gemengd koor „Vox Humana" Dinsdag avond een eereconcert ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de fanfare O. K. K. van het provinciaal ziekenhuis. Ondanks het slechte weer was de belangstel ling vrij groot. Het welslagen van dit keurige concert is een bewijsje te meer voor de acoustieke kwaliteiten van deze buitengewoon schilderachtige concert plaats. De geïmproviseerde muzieknis was de eenige aesthetische dissonant in deze omgeving. Jammer, dat opnieuw opdoemend initiatief van eenige vrienden inzake de muzieknis o.m „Santpoorts Bloei" en „Vox Humana" even spoedig verdwenen is als het gekomen was! De muzieknis zou voor Santpoort stellig een écla tant succes geworden zijn. Protestvergadering op til. Door een groep intellectueelen, leden der afd. Santpoort I der R. K. Kiesvereeniging, is het initiatief genomen tot het aanvragen van een ledenvergadering, waarin zij zullen protesteeren tegen de h. i. onjuiste handelingen, welke het bestuur der afdeeling tegenover de kiezers heeft verricht. O m. nemen zij absoluut geen genoegen met bet feit, dat hun candidaat de heer C. P. Post op h. i. zeer laakbare wijze door het bestuur is ten achtergesteld geworden bij de rangorde der candidatenlijst voor den gemeenteraad. Ook eischen zij een nadere verklaring van den voor zitter, den heer P. de Jong, tevens tijdelijk voorzitter van de Centrale Kiesvereeniging in Vóór- en tegemstnders van de Fusie aan het woord. Dinsdag vergaderde de commissie uit de in gezetenen, bedoeld in art. 158 der Gemeentewet, ten raadhuize onder voorzitterschap van den burgemeester. Aan de orde was de voorbereiding van het rapport aan Ged. Staten omtrent de samenvoe ging van de gemeenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin. Er was een leidraad voor de besprekingen vastgesteld, behelzende een zestal punten, welke door verschillende leden achtereenvolgens werden behandeld. De heer Jansen (voorstander) beantwoordde allereerst de vraag of de eden der commissie de motieven in de adressen van den gemeenteraad genoemd, konden onderschrijven. Dit antwoord kan volgens spr. beves tigend luiden. Beide gemeenten vormen geogra fisch één geheel. In de practijk bleek samen werking te omslachtig en te stroef om een op lossing te kunnen zijn voor de toekomst. Of schoon de samenvoeging niet plotseling een idealen toestand zal scheppen, moet zij toch in het belang worden geacht niet alleen van de gemeente, maar ook van de geheele streek. Ds. Hovy (tegenstander) die namens de min derheid der commissie sprak, zeide de vraag slechts ten deele bevestigend te kunnen beant woorden. Erkend moet worden dat de bevolking voor den afvoer van producten en het doen van inkoopen op Beverwijk is aangewezen en voorts dat een deel van Wijk aan Duin met Beverwijk is samengegroeid, en dat Beverwijk is volge bouwd, ofschoon dit een zonderling argument is in het adres in onzen eigen raad, doch spr. kon niet toegeven dat beide gemeenten daar door één belangengemeenschap vormen. Samenwerking en partieele grenswijziging achtte spr. de juiste oplossing. De vraag, of samenwerking een oplossing biedt, werd hierna door den heer van Doorn (voorstander) ontkennend beantwoord. Bij de onderwijsregelingen bleek de stroef heid van samenwerking, zoodat in een geval Ged. Staten moesten ingrijpen. Hetzelfde kan gezegd worden ten aanzien van het rioleerings- vraagstuk en de verkeersregeling tusschen Be verwijk en de badplaats, waarbij Ged. Staten ook moesten ingrijpen. Spr. wees dan nog op de gaslevering door Beverwijk, waarvan Wijk aan Zee en Duin geen profijten heeft en ten aanzien waarvan het volkomen afhankelijk is. De verlichting e\ het onderhoud van de wegen noemde spr. treu rig. Ook in dit opzicht kan samenwerking geen oplossing geven. De heer Hovy beantwoordde de vraag beves tigend, mits samenwerking gepaard gaat met partieele grenswijziging. De heer Runia (voorstander) behandelde hier na de vraag of samenvoeging der gemeenten een eisch is van algemeen belang. Spr. zeide, dat de fusie niet ter hand geno men ware, wanneer het algemeen belang er niet mee gemoeid was. Zeven achtste der bevolking wenscht de fusie. Spr. wees dan op het verschillende karakter van de beide deelen der gemeenten. Wijk aan Duin moet als een uitbreiding van Beverwijk beschouwd worden. Het kan nimmer een cen trum worden. Dat schept onprettige toestanden. Wijk aan Zee vormt een centrum doch de be~ langen der badplaats kunnen beter door een groote gemeente behartigd worden. Samenvoeging leidt tot administratieve voor- deelen. Dit geldt ook ten aanzien van de ge meentelijke diensten. Het blijkt, dat Wijk aan Zee en Duin te veel plattelandsgemeente blijft en daar neemt de bevolking geen genoegen mee. Verschillende voorname belangen hadden beter geregeld kunnen worderf Zoo b.v. de kwestie van den primairen weg, die door het gemeente bestuur en bagatelle is behandeld. Deze gemeente vormt geen historische een heid en het verwonderde sp.r. dat deze dwaze toestand zoo lang heeft kunnen stand houden. Ds. Hovy merkte hierna op, dat samenvoeging- onder de tegenwoordige omstandigheden geen eisch van algemeen belang is. De heer Schaaper (voorstander) betoogde ver volgens dat samenvoeging betere perspectieven zal bieden voor Wijk aan Zee. De badplaats gaat langzamerhand naar den afgrond. Dat is niet noodig, want de middelen om haar er uit te brengen zijn nog niet uitgeput. Spr. somde een reeks van bezwaren op, zoo als gebrekkige communicatie met Beverwijk en het contract tusschen de gemeente en de E. P. U„ dat de gemeente geen enkel voordeel biedt, doch daarentegen ten aanzien van de strandex- ploitatie een schade berokkend heeft, die niet te overzien is. Dat contract is uit den tijd en niet meer te handhaven. Reeds thans wenschte spr. te wijzen op de mogelijkheid van ontbin ding van dit contract, wanneer de fusie door gaat. Er zijn nog andere bezwaren, zooals gebrek kige brandweer en reinigingsdienst. Zij kunnen worden opgeheven door een groote gemeente, die over de middelen en het doorzicht beschikt. De heer Meijran (voorstander) zette uiteen, dat de samenvoeging ook latere perpectieven biedt voor Wijk aan Duin, dat in alle opzichten op Beverwijk is aangewezen. Al zijn directe voor- deelen niet dadelijk aan te wijzen, de indirecte voordeelen zijn groot. Ds. Hovy wees hierna op het historisch ka rakter van Wijk aan Zee waarvan 56 pet. der bevolking de fusie niet wenscht. De belangen der badplaats zijn goed behartigd. De bevolking ziet in meerderheid haar belang juist in het behoud van het tegenwoordige karakter der badplaats. Van z.g. attracties profiteeren slechts vreemde ondernemingen, terwijl het feit, dat de badplaats niet mondain is, voor vele vreemde lingen juist een attractie is. In dit verband bracht spr. hulde aan den burgemeester, voor hetgeen deze voor Wijk aan Zee gedaan heeft. Tenslotte wees spr. er op, dat de onttrekking van tuingronden voor de bebouwing in Wijk aan Duin niet meer dan een oogenblikkelijk fi nancieel voordeel geeft. Op, den duur ontneemt de verdringing der tuindersbevolking aan de streek haar eigen cachet. Hierna werd de vraag behandeld of partieele grenswijziging een doeltreffender oplossing zou kunnen brengen. Ds. Hovy gaf hierop een bevestigend ant woord. Zij is inderdaad noodzakelijk, omdat be paalde deelen van Wijk aan Duin gerekend moe ten worden tot Beverwijk te behooren. Spr. noemde in dit verband een deel bij den Rijksstraatweg en den Ouden Alkmaarscheweg en den driehoek tusschen Zeeweg en Groenelaan, waardoor geen vitale deelen worden afgesneden. De" geheele bebouwde kom van Wijk en Duin afsnijden zou geen zin hebben, want het zou ge lijk staan met een opheffing van de gemeente. De heer Vink (voorstander) betoogde daar op, dat dit geen doeltreffende oplossing geeft, want wat ds. Hovy bedoelt is een minder gun stig deel, waarop Beverwijk niet gesteld is. De bebouwde kom strekt zich veel verder uit. Spr. wees dan op de sociale en economische eenheid, welke beide gemeenten vormen. De sociale organisaties, waarbij de bevolking van Wijk aan Duin aangesloten is, zijn alle in Be verwijk gevestigd. De heer Houtkooper (voorstander) beant woordde hierna de vraag, of oogenblikkelijk fi nancieel voor- of nadeel als factor mag gelden bij de beoordeeling van de wenschelijkheid van al of niet samenvoeging der gemeenten, ont kennend. Intusschen wees spr. er op, dat de in gezetenen van Beverwijk minder belasting beta len, terwijl daar ook meer rekening wordt ge houden met de minst-draagkrachtigen. Ds. Hovy daarentegen beantwoordde de vraag bevestigend. Hij achtte dezen factor zelfs beslis send. Beverwijk heeft een schuldenlast, welke dien van Wijk aan Zee en Duin zesmaal over treft. Lagere belasting is niet te verwachten, gezien hetgeen over de financieele positie van Beverwijk bekend is geworden. Daarentegen ope nen zich voor Wijk aan Zee en Duin gunstige perspectieven, dank zij den steun der regeering. Spr. zag niet in, waarom deze gemeente zich dan in onbekende financieele experimenten zou be geven terwille van een twijfelachtig algemeen belang. *De heer Runia wees er tenslotte op, dat te genover de schulden van Beverwijk voldoende bezittingen staan. Dat Wijk aan Zee en Duin zooveel minder schuld heeft is meer oorzaak van gebrek aan initiatief, waaraan hier zeer veel ontbreekt. De voorzitter bracht dank aan de leden voor de studie welke zij zich getroost hebben om deze bespreking voor te bereiden, waarna ds. Hovy hulde bracht aan de tegenstanders voor de wijze, waarop dezen hnu taak hebben vervuld. Het rapport aan Ged. Staten zal in een slot vergadering worden vastgesteld. Turnliefhebbers zijn het vorig Verbondsfeest van de Haarlemsche R. K. Turnorganisatie nog lang niet vergeten. De prachtdag in de Turnhal op 11 November van het vorig jaar is een van de gloriepunten geweest en het zal veel moeite kosten om dit bondsfeest béter te doen slagen. Aan „ESTO" te Bodegraven is deze moeilijke taak opgedragen. Deze jonge vereeniging, die haar vijfjarig bestaan viert heeft in dezen kor ten tijd al heel wat gepresteerd. Tot ver in Bra bant is de naam ESTO bekend en op haar na tionale wedstrijden, die reeds drie maal werden gehouden, kwamen gasten uit Tilburg, Den Bosch en diverse andere plaatsen. Ook voor de athleten is Bodegraven een graag bezochte plaats. Tot in de puntjes is alles er verzorgd. Het prachtige sportpark met een aardige tribu ne is een van de mooiste van ons diocees. Het publiek zorgt daar voor een vroolijke stemming en ESTO heeft altijd mooi weer. Voor den tweeden Pinksterdag is dit een eer ste vereischte. Het is mogelijk om alles in zalen te verwerken, maar aan de propaganda zal dit toch veel afbreuk doen. Na de reorganisatie van het jeugdwerk in ons bisdom is dit het derde treffen. De eerste maal ontving A.S.C. te Zoeterwoude haar turnmak- kers. Mgr. Aengenent toonde zijn belang stelling door het beschikbaar stellen van een prachtigen beker en door zelf een gedeelte van de wedstrijden bij te wonen. Jong Leven uit Amsterdam legde beslag op den beker met twee punten voorsprong op St. Christophorus. Was de uitslag toen een verrassing, het vorig jaar in Amsterdam was dit niet zoo. De bekerhouder had ernstig getraind en het verschil met St. Christophorus was zóó groot dat we ook dit jaar weer een overwinning voor de Amsterdam mers verwachten. Dezen zouden dan definitief beslag leggen op den beker. Jong Leven weet dit, maar ook de Rotterdammers weten dat en gunnen ze het kleinood gaarne aan de leer lingen van Olthoff, toch hebben ze geoefend om voor dezen keer den beker een plaatsje te be zorgen in de St. Josephsgezellen aan het Sta tionsplein. De oefenstof is in het voordeel van St. Christophorus, maar door dat voordeel zijn er meer kapers op de kust. De ernstigste daar van is Winfried uit Haarlem, dat de beide reeds genoemde vereenigingen wel eens onaangenaam kon verrassen. Haarlem heeft de tanden op el kaar gezet en wil dit jaar weer haar oude roem rijke plaats innemen. De wedstijden winnen er door aan spanning, ook al omdat er nu zes ploe gen deelnemen. D.O.K. Delft en Spartaan en St. Lodewijk Rotterdam zullen het ook eens in de hoogste afdeeling probeeren. Voor den nationalen wedstrijd doen voor afdeeling A bovendien nog mee: S.S.S., Breda; O B C., Eindhoven en Olympia, Culemborg. Voor de bondsfeesten hebben 18 vereenigingen ingeschreven en vbor de nationale wedstrijden 15, verdeeld over de afdeelingen als volgt: Afdeeling A: Driekamp in drie graden, resp. 6 en 7 ploegen. Afdeeling B: Driekamp in twee graden, resp. 11 en 11 ploegen. Afdeeling' C: Driekamp in één graad, resp. 8 en 5 ploegen. Afdeeling D: Adspiranten turners, resp. 10 en 6 ploegen. Afd. E: Adspiranten turners, resp. 9 en 3 ploe gen, Afdeeling F: Eigengekozen werk turners, resp. 3 en 5 ploegen. Afdeeling G: Eigengekozen werk turners, resp. 2 en 3 ploegen. Afdeeling H: Eigengekozen werk adspiranten, resp. 5 en 3 ploegen. Afdeeling J: Marschwedstrijd (nationaal) 21 vereenigingen. Afdeeling K: Vormen van pyramiden, 4 groe pen. Afdeeling L: Personeele vijfkamp. 9 personen. Al deze wedstrijden worden tegelijk verwerkt en 's middags wordt er nog een algemeene de monstratie aan toegevoegd. Onnoodig te zeggen dat de organisatie van dit turnfeest heel wat hoofdbrekens heeft gekost. Tweede Pinksterdag zullen al deze gymnasten hun prestaties toonen in Bodegraven. Het is te hopen dat R. K. sporters voldoende belangstel ling toonen voor de voornaamste van de sporten. Nederland—België is een succes geworden. Dat moet op den avond van den lOen Juni ook van het Bondsfeest van den D.H.G.B. gezegd kun nen worden. IJMUIDEN 5 Juni. Rijksvischafslag. Tar bot 40—50 ct. per kg- Griet 10—23 per 50 kg„ Tong 3445 ct. per kg., groote Schol 29 per 5U kg., Middel Schol 27 per 50 kg., Zet Schol 16—!25 per 50 kg., Kleine Schol 3.70—20 per 50 kg.. Bot 3.20—5.50 per 50 kg„ Schar 3.20—5.30 per 50 kg.. Tongschar 1519 per 50 kg.. Vleet 4 28 ct. pe sink, Pieterman en Poon 0.752.80 per 50 kg. Groote Schelvisch 15.5018 per 5o kg., Middel Schelvisch 416 per 50 kg., KI. mid. Schelviscn б.3013 per 50 kg.. Kleine Schelvisch 1.606.20 per 50 kg. Kabeljauw 17.5042 per 125 kg., Gul len 2.6017 per 5o kg.. Leng 0.600.94 per stuk. Heilbot 0.64—0.72 per kg.. Wijting 2.50—4.10 per 50 kg., Koolvisch 0.411.38 per stuk. Makreel 1.308 per 50 kg. van de Woensdag aan den Rijksvischafslag aan gekomen stoomtrawlers: Timor 610 mnd. f 2300; Clasina Luther 465 mnd. f 2060; Vios IX 435 mnd. f 2770; Uiver 420 mnd. f 1700; Zwarte Zee I45 mnd. f 1050; Petten 450 mnd. f 1820; Adriatiè 410 mnd. I 2030; Adelante 490 mnd. f 2300; Dol fijn 115 mnd. f 1200. A 3 f 130.- KOTTERS LOGGERS Sch. 84 f 470; Sch. 285 f 540; Sch. 201 f 520; Sch. 412 f 500; K.W. 89 f 670; K.W. 74 f 900; K.W. 44 f 540; K.W. 23 f 380; K.W. 114 t 380; K.W, 24 1 300. f De Christusfiguur uit de Golgotha-film van Julien Duvivier in gesprek met de Apostelen Petrus en Joannes Nog voor de Golgotha-film vertoond was, heeft Julien Duvivier een ver klaring afgelegd aangaande het standpunt, dat hij bij de verfilming van het Lijdens-drama innam. Duvivier heeft daar bij onomwonden erkend, dat hij de Passie eenvoudig weg wilde verfilmen als een his torische gebeurtenis en niet als een religieus drama. Hij wilde slechts een film, die ob jectief op de feiten steunde, een verklaring zocht te geven van die feiten, ze toonen zou in hun samenhang en de motieven voor het „proces" door het Sanhedrin tegen den Za ligmaker aanhangig gemaakt, zou blootleg gen. Met „Golgotha" wilde Duvivier een historische film geven, een film, die zich slechts hierin van andere historische films onderscheidde, dat haar hoofdpersoon Chris tus zou zijn. De film blijkt aan deze verkla ring nauwkeurig te beantwoorden. Zij is inderdaad geen religieus drama, zij beeldt een proces uit, een terechtstelling, die om politieke redenen werd volvoerd; zij geeft twee partijen, de sluwe hoogepriesters te genover den zwakken Pilatus, die tegen het intellect zijner tegenstanders niet opgewas sen bleek, het geslepen Sanhedrin tegenover de Romeinsche wereldmacht en den ge- heimzinnigen maar weerloozen man, die de Zoon des Menschen was en tusschen deze beide machten gekraakt werd. Misschien kan deze zakelijke opvatting yan het Lijdensdrama aanvankelijk eenige onthutsing wekken, bij eenig nader over denken blijkt zij volstrekt niet onverdedig baar. Wij hebben Passie-films gehad, die wel van religieuze praemissen uitgingen en afschuwwekkend sentimenteele mislukkin gen werden. De oorzaak daarvan kan na tuurlijk niet schuilen in de godvruchtige intentie, maar wel in het feit, dat de dragers daarvan volkomen valsche begrippen koes terden aangaande religieuze zaken. In alle gevallen leerden deze films opnieuw, wat trouwens toch reeds genoegzaam bekend was dat het uitbeelden van de Passie, het uitbeelden van de feiten, waarin het Verlossingswerk culmineerde, een boven- menschelijk zware taak is, een taak, die bijna altijd tot mislukking gedoemd is, wan neer men den veiligen bodem der realiteit gaat verlaten om zich in de sfeer van extase en dithyrambe te begeven. Wanneer Duvi vier dus besloten heeft zich hier niet aan te wagen, dan heeft hij een keuze gedaan, waaruit blijkt, dat hij meer begrip en goe den smaak heeft dan zijn voorgangers, waaronder zich de illustre Cecil de Mille be vindt, en dan zijn we dus met deze Passie film een stap vooruit gekomen. Niet onmogelijk is het ook, dat Duvivier tot dit besluit gestimuleerd is door Carl Dreyer's „Jeanne d'Are" en in alle gevallen is deze film een zeer geschikt voorbeeld om er „Golgotha" aan te toetsen. De moeilijk heden, waarop wij boven doelden, gelden natuurlijk, hoogstens met eenige gradueele verschillen, evenzeer bij het verfilmen van een heiligenleven. Ook Dreyer heeft inge zien, dat hij, zonder zich aan de reëele fei ten en de reëele personen, in één woord aan de natuur te houden, er nooit in zou slagen een suggestie te geven van het bovenna tuurlijke in zijn Jeanne d'Arc. En ook langs dezen kant bezien, blijkt Du.vivier dus met zijn opvatting in goed gezelschap te zijn. Dreyer speelde het inderdaad klaar, door zich simpel aan de feiten te houden, door zelfs evenals Duvivier den politieken onder grond van Jeanne d'Arc's proces en ter dood brenging scherp te belichten, de werkelijk heid te transformeeren naar die sfeer, waar de bovennatuurlijke werkzaamheid der ge nade voelbaar werd. Dreyer liet slechts zien een tot het uiterste gemarteld dom boeren meisje en het werd de eerste en nog altijd unieke filmische hagiografie, hij liet een heilige zien. Daarmede raken wij nu ook juist het verschil aan tusschen Duvivier en Dreyer. De man, dien wij in „Golgotha" op zijn kruisweg volgen, wordt geen oogenblik Christus. Om niet misverstaan te worden, dienen wij er onmiddellijk aan toe te voe gen, dat Duvivier de Godheid van Christus geen moment in twijfel trekt of haar ook maar onbeslist poogt te laten. Hij aanvaardt haar stilzwijgend, zooals hij alle historische feiten stilzwijgend als juist aanvaardt. Maar er komt in de film ook geen oogen blik voor, waarop wij geslagen worden door een verbijsterende suggestie, als door Dreyer's „Jeanne d'Arc", een suggestie, die door niets anders wordt veroorzaakt dan door het zich openen van het onmetelijk wijde perspectief, waartegen zich de gestalte van een heilige afteekende. De man, wiens marteling en kruisdood wij zien in Golgo tha heeft het meest weg van een armen gedrevene, omspoeld door de wilde golven van een matelooze volksverheerlijking, overstelpt door den doodelijken haat van diezelfde menigte, een man, die zonder twij fel onaantastbaar groot boven alle mede spelers in dit drama uit staat, maar ten slotte een man met wonderlijke oogen en de onaangename macht om de bedoelingen der menschen helder te doorzien, een man, dien wij even weinig begrijpen als de meeste zijner tijdgenooten, een vreemde. Als het Duvivier's bedoeling werkelijk was om ons Christus te laten zien door de oogen zijner tijdgenooten, dan is hij geslaagd. Doch dan moet men zich toch nog afvra gen, wat het nut hiervan was. Intusschen weet Duvivier en weten wij, dat deze man de tweede persoon van de Allerheiligste Drieëenheid was en wat heeft het nu nog voor zin om net te doen, alsof we het nog niet wisten? Duvivier blijft hier trouwens zelf niet consequent, want uit piëteit, om dat hij dus Christus' Goddelijke natuur er kent, althans haar voor de geloovigen on aangetast wil laten, houdt hij de Christus figuur zooveel mogelijk buiten het beeld en vertoont hij haar slechts zelden in een volle opname, terwijl close-ups al bijzonder wei nig voorkomen. Dit vermengen van nuchter realisme en 't verhullen van den hoofdper soon in een waas, dat den eerbied om zijn figuur weeft, het brengt een tweeslachtig heid over dit drama, waardoor het feitelijk begint te rammelen, hetgeen allerminst be vorderlijk is voor de importantie van de Christus-figuur. Wij zien nu menigten in een uiterst opgezweepte activiteit, wij zien personen conspireeren, doch de centrale fi guur, om wien alles draait, blijft terzijde staan. Deze behandeling zou zeer goed op haar plaats zijn geweest, indien Duvivier zijn drama in een anderen stijl gemaakt had, doch nu hij ons voor harde realiteiten plaatst, is het ook noodig, dat hij ze in hun volledige consequentie aanvaardt. Het zou overdreven zijn te beweren, dat Duvivier's film, nu zij voor deze consequen tie eenigszins terugdeinst, mislukt is. Er zijn ook passages, die wel geslaagd zijn, althans veel beter voldoen, omdat zij tenminste in een meer gaven stijl zijn geconcipieerd. En het is opmerkelijk, dat het ook juist die fragmenten zijn, waarin de Christus-figuur wel het beeldvlak beheerscht, waar wij den Zaligmaker hooren spreken, waar hij de aandacht geheel op zich concentreert. Na tuurlijk kan men het slechts loven, dat Duvivier bij de geeseling Christus onzicht baar laat, maar deze methode blijkt toch niet zonder meer op andere scènes toepas selijk te zijn. Zeer vaag blijft daardoor de nog wel zeer breed uitgesponnen inleiding, die den intocht in Jeruzalem behandelt en waarin Duvivier eindelooze volksmenigten ten tooneele voert, zonder een enkele maal Christus te laten zien,'zoodat de toeschou wer tot zijn groote verrassing ontdekt, dat de intocht reeds is afgeloopen, als hij er nog steeds op zit te wachten. Iets dergelijks geschiedt ook bij de verdrijving uit den tempel van de wisselaars en kooplieden. Eenerzij ds vertoont het realisme hier nei ging om te naderen tot de uiterste grens van het verdraagbare, anderzijds verzuimt het bijna geheel om den hoofdpersoon in dit tooneel te betrekken. Wij zien vele woeste tafereelen, hooren een zweep knallen, maar zien slechts nu en dan een schim van Chris tus en als dan aan het einde van deze scène Duvivier de kans zou krijgen om Christus in de volle grootheid van zijn toorn te laten zien, vertoont hij hem slechts op een grooten afstand als een klein figuurtje tusschen het pompeuze decor. Dit zijn beslist fouten, die erop wijzen, dat Duvivier zich ernstig misrekend heeft. Zaterdagmiddag en Zondag, 1 en 2 Juni, werd op het Centrale Graalhuis voor Katholieke Actie te Den Haag een week-end voor sociale en cha ritatieve werksters gehouden. Professor A. M. A. Vollaerts, Directeur van het Vrouwelijk Jeugdwerk in het Bisdom Haarlem, Verder sprak professor Vollaerts nog over^ „De grondslag van ons werken". Spreker nam als motief het bekende woord van Augustinus „O, God. Gij hebt ons geschapen voor U en daarom is ons hart onrustig, totdat het rusten mag in U". Verder sprak proffessor Vollaerts nog over: „de groote vrouwen in het oude en nieuwe Tes tament". Na het souper kwam Rector J. T. A. Bots aan het woord, met zijn lezing over: „Wat beteekent maatschappelijk werk voor onze hedendaagsche cultuur". Spr. liet zien, dat in onzen tijd. die beschikt over het grootst aantal cultuurschatten, men op het oogenblik bijna niet over cultuur kan spre ken. Iedereen moet zijn persoonlijkheid kunnen ontwikkelen, ieder moet tot zijn recht kunnen komen én dat is in de huidige maatschappij niet mogelijlj. Als de maatschappij hersteld moet worden, moet ze ir. Christus herstel dworden. Na de beide lezingen was het gezellig samen zijn met muzikale afwisseling welkom. Den volgenden ochtend, na de H. Mis in de eigen kapel en het daarna volgend ontbijt, sprak om 10 'i uur Martha van Zeist, Vrouwe van Nazareth over: „Hoe moeten we maatschappelijk werkster zijn". Spr. sprak over de roeping van maatschappe lijk werkster en betoogde dat maastchappelijk en sociaal werk een bij uitstek Christelijk werk is, dat door alle eeuwen heen ook de belang stelling en medewerking van de vrouw heeft ge had, ook al wordt er dan tegenwoordig meer melding van gemaakt. God geeft de gaven en de talenten, die op een gegeven tijd noodig zijn om de wereld voor Hem terug te winnen. Die zullen ook wij ontvangen, omdat de jonge vrouw van nu ook weer zoo'n ontzaggelijk groote en zware taak heeft gekre gen. Die taak zal zij op de haar eigen vrouwe- lijke wijze moeten vervullen en de kracht en het weten cp welke manier, zullen we moeten vinden in de diepe en innige beleving van ons geloof. Om drie uur sprak professor Dr. A. M. A. A. Steger over: „Het werkterrein van het meisje en de vrouw op charitatief gebied". De Katholieke Actie is kerstenen en herker stenen, het godsrijk op aarde brengen. Alle ge boden navolgen en alles wat God wil ook gaarne willen, dan zal ons werkterrein eindeloos zijn, juist, omdat het fundament van de naastenlief de in de heele wereld op de heele linie aan het wegzakken is. Voor het souper behandelde pastoor Möller nog het onderwerp „de Pausen en de sociale orde". Pastoor Móller zette uiteen hoe in den tijd van Leo XIII het kapitaal zich ophoopte onder enkelen, en de andere menschen bijna slaven waren. Hoe de groote bisschop Ketteler en de Engelsche Kardinaal Manning hun waarschu wing hadden gegeven. Er is nu niet alleen ophooping van ka.pit.aai, maar economische dictatuur. Inplaats van individualisme en de economi sche dictatuur moet komen de sociale recht vaardigheid door hervorming van de bestaande inrichtingen en verbetering der zeden. De pu bliekrechtelijke beroepsstanden moeten in het leven geroepen worden. Er moet zoo gewerkt worden, dat, wat de eene groep kan dragen, niet op de schouders van het geheel moet worden gelegd. De staat moet aansporend of beperkend, al naar omstandigheden, optreden. De jeugd zit ook met de grootste problemen, zij zal mettertijd in de plaats van den ouderdom moeten treden. Haar vuurbaak zal zijn: de Pau sen en hun encyclieken. Hierna kwam het souper dat een vroolijk en feestelijk karakter droeg. Voor dengene, die Duvivier's vroeger werk goed kent, is dit te ontdekken volstrekt geen openbaring. Duvivier kenmerkt zich door gaans door zijn onmacht om op het juiste moment raak toe te slaan. Hij is een zeer toegewijd vakman, die ongetwijfeld veel inzicht heeft in de problemen, die het fil men opwerpt. Maar hij is traag en behept met een onoverwinnelijk litterairen en thea- tralen aanleg en hij mist nu eenmaal het vermogen om met één opname de dingen volledig in hun wezen te treffen. En waar Duvivier nu stond voor een gegeven, dat hem zooveel verleiding bood om af te dwa len naar de litteratuur en naar het theater, daar kon het ook moeilijk anders of hij stond voor een taak, die hem tenslotte bo- van zijn kracht ging. Het enorme decor, dat voor deze film gebouwd werd, de geweldige menschenmassa's, waarmede hij moest wer ken, dit alles heeft zooveel van zijn aandacht in beslag genomen, dat hij doorgaans ver geten heeft te denken aan den filmvorm, waarin hij al dit materiaal moest realisee- ren. Het decor is prachtig, de prestaties van de hoofdrolspelers zijn imponeerend, be heerscht en sober en de massa-regie is niet rninder dan een kunststuk van den aller- eersten rang. Dit is een massa, die zoo na tuurlijk over het doek golft, als men het wellicht niet voor mogelijk had gehouden; dit is waarlijk een volk in opstand. Maar men gevoelt er tenslotte toch dit groote be zwaar tegen, dat het allemaal te lang en te veel is en dat de camera er te gaarne en te nadrukkelijk naar kijkt. Binnen het beeld is er een onophoudelijke beweging van uiterste geschakeerdheid, maar het beeld zelf is vrij onbeweeglijk, er is een prachtige fotografie, maar de camera creëert geen waarden, zij registreert slechts wat zich voor haar afspeelt en al die foto's trekken in 'n traag en vermoeiend rhythme voorbij. Wat de film dus mist, het zijn juist die middelen, die specifiek van de film zijn en waarmede zij haar geweldige mogelijkheden kan bewijzen. „Golgotha" is een brok foto grafisch realisme, dat de symbolische waar de van het filmbeeld totaal negeert en daardoor ten hoogste een onderhoudend kijkspel kon worden en dus te klein bleef cm het grootste aller drama's te vertolken. Een boeiend kijkspel nu is „Golgotha" in derdaad. Zij is gemaakt met kunstzinnig heid en smaak en dit zijn in alle gevallen kwaliteiten, die deze film verheffen boven haar voorgangsters in dit genre.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 9