Critiek op het Bezuinigingsontwerp Het bedrijfsleven De moord PERSSTEMMEN 0 VER HET VOORLOOPIG VERSLAG a m latgebouw ZATERDAG 15 JUNI 1935 Kroonprins Ibn Saoed op Schiphol Jacht op een berucht misdadiger Vorderingen op Duitsche debiteuren Korte vreugde voor vrijgelatene Slechte prijzen Een conflict Prachtig werk Een pleidooi Geen gejuich „Vernietigend" De luchtdoop ondergaan in een Fokkervliegtuig EEN ONVRIENDELIJKE DAAD Met het hem toevertrouwde geld verdwenen Muziekuitvoering voor de Koningin Wegens gecontracteerde leverin' gen van niet-Nederland- sche goederen LUCHTVERBINDING MET BRATISLAVA Toegestane renten Waardeerend schrijven van den gezant van Tsjecho-SIowakije Medeplichtige aan denroofoverval te Geleen en aan tal van kerk' diefstallen in Limburg (M u l(\\ W. Sch. uit Oss opnieuw gearresteerd LUCHTVAARTVERDRAG MET HONGARIJE ONVEILIGHEID OP HET PLATTELAND 1300 gestolen uit een geld- trommel UITVOER NAAR FRANKRIJK DOOR AUTO GEGREPEN Wielrijder zwaargewond Schippersknecht verdronken WOEDENDE SCHIPPERS Bekogelen het schip van een concurrent met steenen CONTINGENTEERINGEN De aanpassing gaat langzaam en veroorzaakt groote moeilijk heden Minister Gelissen VOORGENOMEN EXECUTIE UIT DE STAATSCOURANT Gedelegeerden Indisch leger Posterijen Onderscheidingen DOOR J. S. FLETCHER lo .(Wordt vervolgd), Naar aanleiding van het Vrijdagmorgen ge- Publiceerde Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer over het Bezuinigingsontwerp, schrijft de «Maasbode" o.m.: Wanneer men de lijst van desideratie, door de katholieke fractie naar voren gebracht, overziet, dan krijgt men toch wel den sterken indruk, dat hier een grondslag wordt gebo den, voor voortgezette samenwerking ook met dit kabinet. Een kabinet, dat nog slechts eeni- ge dagen geleden, iemand als ir. Gelissen in z'n midden opnam, kan tegen het geheel van het hier ontvouwde program afgezien van nuanceering in uitvoering of tempo met geen mogelijkheid bezwaar maken. Ware dit wel het geval, dan ware het optreden van ir. Gelissen van de zijde van den formateur niets meer dan een camouflage, van de zijde van den minister zelf eén loutere vergissing. Dat is niet aan te nemen. Indien er wederzijds een geest van sa menwerking aanwezig is, in deze hachelijke tijden zoo broodnoodig, dan laat dit scherp maar opbouwend voorloopig verslag, ook voor de katholieke fractie, voldoende grond om met dit Kabinet in 's lands belang zegenrijk werkzaam te zijn. De „Volkskrant" wijst op het conflict, dat tusschen Regeering en Kamer dreigt te ont staan: Nu het voorloopig verslag der Tweede Ka mer is verschenen, moet men, daargelaten of omtrent de bezuinigingen overeenstemming tusschen regeering en Kamer mogelijk is dat bezuiniging noodig is, of om de woorden van het voorloopig verslag te bezigen, „ver laging van de openbare uitgaven niet kan worden gemist", erkennen allen vaststel len, dat voor het beleid der regeering, zooals het tot dusver werd gevoerd, geen meerder heid in de Kamer aanwezig is. Er is derhalve in wezen een conflict. De regeering heeft het in haar macht het af te wenden door haar koers te wijzigen, door den weg op te gaan, dien de katholieke Kamerfractie heeft uitgestippeld is een te zwak woord, heeft getraceerd. De C.-H. „Nederlander" brengt hulde aan de Tweede Kamer voor het stuk werk, dat hier is Verzet: De Koninklijke boodschap, waarmede het wetsontwerp bij de Tweede Kamer werd inge diend is gedateerd op 26 April. De Kamer heeft dus welgeteld zes en een halve week noodig gehad voor de bestudeering en behan deling van het wetsontwerp en voor de op stelling van haar verslag. En dat bij een wets ontwerp, dat betrekking heeft op aiie Depar tementen en de meest uiteenloopende onder werpen behandelt. De „Telegraaf" neemt de regeering tegen de Uitgeoefende critiek in bescherming: Tot nu toe heeft ons land de harde slagen, die de crisis ons toebrengt, met koelbloedig heid en gelatenheid gedragen. Vergeleken met de meeste andere landen ter wereld was ons volk een voorbeeld van discipline. Wij hand haafden een regeering, die impopulair werk deed. Moet daaraan een einde kernen? Moeten wij ons storten in een politiek avontuur? Zoowel, omdat politieke stabiliteit in deze bewogen jaren een onschatbaar voordeel is, als ook omdat devaluatie voor ons land een zwaar euvel zal beteekenen, meenen wij", dat de Tweede Kamer goed zal doen haar be zwaren tegen het bezuinigingsontwerp niet al te breed uit te meten. Ook het liberale „Handelsblad" is bevreesd Voor de Regeering: En dan kan men kwalijk beweren, dat het bezuinigingsontwerp met gejuich begroet is. Maar een voorstel, dat, gedwongen door Wreede, harde noodzaak, besparingen op den Staatsdienst moet aanbrengen van 77 mil joen, dat verder geen enkel Departement ongemoeid laat en dat tenslotte van de Ka mer zeer ruime machtigingen verlangt, moet automatisch tot tegenstand prikkelen. De ver scheidenheid der critiek maakt het moeilijk ba te gaan welke compacte „blokken" de re geering tegen zich zal vinden. Natuurlijk zou bet ook kunnen gebeuren, dat de geenszins .■geltjk-gestemde" tegenstanders, uit geheel verschillende oorzaken toch gelijkelijk hun stem tegen de Regeering uitbrengen. Zij zouden dan echter een verantwoordelijkheid °P zich laden, die ons niet benijdenswaardig schijnt. Het Soc.-Dem. „Volk" meent in het Voorloo pig Verslag opnieuw een aanleiding te zien, om öe katholieken tot samenwerking te kunnen bitnoodigen: Het Voorloopig Verslag van de Tweede Ka ffer over 't wetsontwerp tot verlaging van de apenbare uitgaven, is vernietigend voor de regeering. Er blijkt duidelijk uit, dat er een meerderheid in de Kamer aanwezig is, die zeer belangrijke gedeelten van de voorgestelde bezuinigingen hetzij onaanvaardbaar acht, hetzij daartegen zoodanige sterke bezwaren heeft, dat tegemoetkoming daaraan van re- geeringsstandpunt welhaast uitgesloten is. De sociaal-democratische en katholieke partijen en de partij der „sommigen", maken tezamen een Kamermeerderheid uit, die het roer gewend wil zien en een regeering met een geheel anderen koers dan den huidigen voor staat. Begeleid door den heer A. Plesman heeft kroonprins Ibn Saoud van den Hedjaz Vrijdag morgen een bezoek gebracht aan Schiphol. Hier werd de Arabische prins ontvangen door burge meester de Vlugt. De kroonprins bezichtigde den technischen dienst van de K.L.M. en de han gars, waarbij hij veel belangstelling toonde voor de F 22 (Papegaai) en het Douglas-vliegtuig „Oeverzwaluw", dat Zaterdag naar Indië ver trekt. Met de drie-motorige F 12, dë „Ibis", onder' ging de Arabische kroonprins de luchtdoop met een korte rondvlucht over Amsterdam. Om even na half één vertrok de kroonprins van Arabië weer van Schiphol, na uitdrukkim gegeven te hebben aan zijn opgetogenheid over hetgeen hem en zijn gevolg geboden was. De Arabische gasten vormden een schilder' achtige groep in het landelijk tafereel van het vliegveld Schiphol. De slanke figuur van den kroonprins was gekleed in witte onder-burnoes met bruin overkleed en met zijn Arabisch hoofd deksel was hij een markante figuur, die de algemeene aandacht trok. Zijn assistent, directeur van Buitenlandsche Zaken, en de lijfarts waren op gelijke wijze ge kleed, terwijl de leden van de lijfgarde zwarte burnoesen droegen. De heeren genoten blijkbaar van het zitje op het terras van Schiphol, terwijl de muziek ge- broadcast werd van den verkeerstoren. Zij volg den het komen en gaan van Fokkers, Douglas- machines en buitenlandsche vliegtuigen, waar onder ook de 4-motorige F 22 „Lappland" uit Zweden. Van Schiphol begaven de Arabische gasten zich weer in hofauto's naar Amsterdam, naar de Nederl. Handel Mij., waar de lunch gebruikt werd. Vandaar keerde men terug naar Den Haag, om met den trein van 5.26 naar Brussel te ver trekken. De politie in Den Haag heeft Vrijdag een kunstschilder gearresteerd, die sinds 1933 reeds gezocht werd wegens verduistering van een be langrijk bedrag ten nadeele van een vriend. De vriend, die te Amsterdam woont, was, al dus de „Telegraaf", destijds met zijn auto naar Frankrijk gereisd. Onderweg kreeg hij een auto-ongeluk, waardoor de auto zoo ernstig werd vernield, dat de man besloot den wagen te verkoopen. Toen hij den wagen had verkocht en naar Nederland terugkeerde, kreeg hij na verloop van eenigen tijd moeilijkheden met den A.N.W.B., die den douanen waarborgen geeft, dat auto's, die de grens overschrijden, ook weer in ons land terugkeeren. Toen nu de Amsterdam- sche toerist zonder auto te Den Haag terug kwam, eischte de A.N.W.B. van hem de garan tiesom van ongeveer ƒ4000. De Amsterdammer voelde er weinig voor een dergelijk hoog bedrag te betalen en vond een vriend bereid naar Frankrijk te gaan om daar den kapotten wagen weer terug te koopen. Deze kreeg een belangrijke som mee, doch liet weken na zijn vertrek niets meer van zich hooren. Later bleek, dat de z.g. vriend al het geld had opgemaakt en naar den ouden auto zelfs niet had omgekeken. Er werd een aanklacht tegen hem ingediend, met het gevolg, dat de kunstschilder is aange houden. Hij werd naar Amsterdam overgebracht en in het bureau aan het Leidscheplein opge sloten. Donderdagavond heeft H. M. de Koningin een uitvoering bijgewoond van het Fanfarecorps „Wilhelmina" te Uddel. Na afloop betuigde H. M. Haar tevredenheid over de prestaties van deze muziekvereeniging. verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 47.921 personen een invalidi- teitsrente, als bedoeld in artikel 71 dier wet. Krachtens art. 24 der Oudeerdomswet 1919 waren op vorengenoemden datum 127.143 per sonen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Gelijk bekend is, heeft de Regeering enkele maanden geleden een onderzoek doen instellen naar den omvang van de bedragen, welke Neder- landsch schuldeischers nog op Duitsche schul denaren hebben te vorderen, op grond van vóór 24 September 1934 gecontracteerde leveringen van niet-Nederlandsche en niet-Nederlandsch koloniale goederen, waarvan de koopsom na den .genoemden datum verviel. Deze goederen zijn gedeeltelijk vastgehouden, gedeeltelijk ook aan derden verkocht, waarna de oorspronke lijke Duitsche kooper voor het prijsverschil is gedebiteerd. Met de Duitsche Regeering is omtrent deze vorderingen het volgende overeengekomen: De koopsommen voor partijen, geleverd vóór 24 September 1934 kunnen op het Treuhander konto Niederlande worden gestort. Indien partijen, te leveren na 24 October 1934 op grond van vóór dien datum afgesloten con tracten vóór 24 October 1934 zijn geleverd, kun nen de bedragen op het Treuhanderkonto wor den gestort, nadat hiertoe vóór 1 Augustus 1935 een vergunning aan de Devisenstelle is ge vraagd. De levering van partijen, gecontracteerd vóór 24 September 1934, doch op grond van betalings moeilijkheden vastgehouden dient in het alge meen achterwege te blijven, aangezien er geen mogelijkheid bestaat, de koopsommen daarvan over het Treuhanderkonto te doen vereffenen. Voor partijen, gecontracteerd vóór 24 Sep tember 1934, welke inmiddels aan derden zijn verkocht, gelden eveneens bovenstaande bepa lingen. Voor partijen, gecontracteerd vóór 24 Septem ber 1934, waarvan de leveringsdatum nog niet is verschenen, zal geen mogelijkheid tot beta ling via het Treuhanderkonto bestaan. Op 1 Mei 1935 werden 29.723 weduwenrenten en 13.805 weezenrenten krachtens de Invalidi teitswet genoten, terwijl op genoemden datum Krachtens art. 24 der Ouderdomswet 1919 in het genot waren van een als vrucht hunner De gezant van Tsjecho-SIowakije in Den Haag, dr. L. Krno, heeft tnet het vliegtuig der K.L.M., dat voor de eerste maal op de route Amsterdam Batavia in de stad Bratislava een landing maakt, een brief medegegeven voor den burge meester dier stad. De gezant schrijft: „Een vliegtuig van de K.L.M. zal voor de eerste maal in den geregelden dienst landen in Bratislava en daarmee is de hoofdstad van Slowakije verbonden met de wereldlijn Amster- damBatavia. Deze gelegenheid wil ik aangrijpen om de aandacht van de publieke opinie in Tsjecho- SIowakije te vestigen op de groote sympathie, welke men in Nederlandsche kringen en spe ciaal in die der K.L.M. getoond heeft voor de versterking van de betrekkingen tusschen Ne derland en Tsjecho-SIowakije. De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij exploiteert sinds dit voorjaar de lijn Amsterdam—Praag, in samen werking met de Tsjechische Luchtvaart Maat schappij en door Bratislava in te voegen in de groote lijn naar Nederlandsch-Indië bewijst deze maatschappij opnieuw haar groote belang stelling voor Tsjecho-SIowakije. Ik ben overtuigd, dat de openbare meening in Tsjecho-SIowakije deze pogingen der K.L.M. zal apprecieeren en dat een intensief verkeer zich op deze nieuwe lijn zal ontwikkelen. Op deze wijze zullen wij een nieuw belangrijk ge bied van samenwerking tusschen onze beide naties scheppen." Nu de politie door de arrestatie van V., ge boortig uit Beek (L.), te Maastricht en van S. te Lutterade, die beiden zijn opgesloten in de strafgevangenis te Roermond, volkomen zeker heid heeft gekregen, dat de 36-jarige J. H. te Beek, de dader is van talrijke diefstallen, welke gedurende den laatsten tijd zijn gepleegd m Zuicj- en Midden-Limburg, maakt zij in samen werking met de marechaussee sedert eenige da gen ijverig jacht op dit gevaarlijke sujet. De gearresteerden hebben als medeplichtigen van J. H. een bekentenis afgelegd. J. H„ die een zwerver is, is den laatsten tijd 'n gevaarlijk individu geworden. Hij wordt door de politie tevens verdacht van den enkele maan den geleden te Geleen gepleegden overval met berooving en van de te Beek en in tal van andere Limburgsche plaatsen gepleegde kerk diefstallen. J. H., die nog slechts enkele maanden geleden wegens zijn actieven smokkelhandel het ver blijf te Beek is ontzegd, wordt thans, in de ver onderstelling, dat hij om deze redenen gezocht wordt, door tal van gezinnen in bescherming genomen, bij welke hij in schuren, stallen enz. nachtverblijf krijgt. Aangezien de man, zooals gezegd, aan tal van andere delictfen debet is, rekenen de politie autoriteiten op de medewerking van de bevol king. J. H. slaapt geregeld in de open lucht in de veldgewassen. Overal ziet men hem opduiken, doch in zijn schuwheid weer even snel verdwij nen. Alle huiszoekingen bij nacht en ontij bleven tot heden vruchteloos. De opsporingen worden echter met kracht voortgezet. Te bevoegder plaatse worden gaarne monde linge of schriftelijke aanwijzingen omtrent den gezochte ingewacht. v- (ll „Wanneer ik dat thuis vertel, gelooft me natuurlijk geen mènsch!" De gemeentepolitie te Oss heeft den onlangs op vrije voeten gestelden W. Sch. opnieuw ge arresteerd. Uit de bekentenissen van den ouden Toon de Soep zou namelijk gebleken zijn, dat ook hij 25 heeft ontvangen voor de voorbe reidende werkzaamheden aan den brand in het paviljoen. Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken maakt bekend, dat op 8 Juni 1935 te Budapest de onderteekening heeft plaats gehad van een luchtvaartverdrag, tusschen Nederland en Hon garije. Naar eerst thans bekend wordt is een dezer dagen in den laten avond in de woning van den gehuwden mijnwerker O., wonende Stati onsstraat te Beek (Limburg), een som gelds ontvreemd ten bedrage van 1300. Dit bedrag, dat deze zorgvolle huisvader met groote opof feringen heeft vergaard, teneinde binnenkort een zaak te kunnen beginnen, was in contanten in huis bewaard en opgeborgen in een blikken trommel. Tijdens de afwezigheid van het gezin moet de diefstal door een goeden bekende zijn gepleegd. Toen de bewoners thuis kwamen, von den zij de voordeur geopend. Echter is op het geld niet direct acht geslagen, zoodat de dief stal eerst later ontdekt is. De sleutel van de geldkist was geborgen in een nevenvertrek en is wederom op dezelfde plaats gedeponeerd. De geldkist zelve was onder kleeren e.d. verborgen. Men heeft nog geen aanwijzingen omtrent den dader of de daders. De Minister van Economische Zaken heeft bepaald, dat met ingang van 15 Juni de uitvoer naar Frankrijk van zalm, spiering en houting zoowel versch als bevroren, zal zijn verboden. Deze uitvoer zal slechts zijn toegestaan, in dien wordt overgelegd een certificaat, vanwege den Minister afgegeven. Vrijdagmiddag tegen twaalf uur is de land bouwer M. Hooyker, uit Wekerom, die zich op de fiets bevond, op den weg nabij zijn woon plaats door een auto, dien hij niet had zien aankomen, aangereden. Hij vloog dwars door de zijruit en bekwam een schedelbasisfractuur, verschillende hoofdwonden, een enkel- en ver- moedèlijk ook een wervelfractuur. In ernstigen toestand is het slachtoffer naar het Juliana-Ziekenhuis te Ede vervoerd. Vrijdagmiddag is te Apeldoorn de 20-jarige schippersknecht R. Sempel van de loopplank naar een motorboot in het ApedoornschDie- rensche Kanaal gevallen en verdronken. Teneinde het bevrachten van schepen tegen lagere tarieven, dan door de bevrachtings commissie ingesteld, te voorkomen, hebben de schippers in het gebied van de bevrachtings commissie Nijmegen eenige weken geleden een eigen contróle-dienst ingesteld. Donderdag is het daarbij tot een incident gekomen. De contröle-boot, zoo bericht de „Telegraaf", arriveerde n.l. Donderdagavond bij de steenfabriek „De Vlietberg", onder de ge meente Ubbergen, waar een schipper ligplaats had, dien men er van verdacht vracht te heb ben aangenomen beneden den prijs. Eenige schippers begaven zich van de contróle-boot aan land en een van hen wilde de loopplank van het bedoelde schip opgaan teneinde van den schipper inlichtingen in te winnen. Deze bleek echter niet van plan iemand op zijn schip toe te laten. Hoe het verloop van zaken nu precies geweest is, staat nog niet vast, maar in elk geval werd door het gedrag van den schipper de woede van de schippers aan den wal opgemerkt, die vervolgens het schip met steenen bekogeld hebben. Vooral de kajuit, waarvan de ruiten en pa- neelen werden vernield, moest het daarbij ge ducht ontgelden. Thans heeft de politie dit geval in onderzoek. Men verzoekt ons mede te deelen, dat bij de hier na te noemen contingenteermgen, welke per 1 Juli a.s. zullen worden verlengd, de vol gende autonome percentages zullen worden vastgesteld voor de daarachter vermelde perio den. Steenkolen: a huisbrand; b industriekolen; c cokes en cokesgruis; d steenkoolbriketten percentage 60 pet. gewicht (bruto) tijdvak negen maanden; overhemden percentage 30 pet. waarde, tijdvak elf maanden; zakdoeken percentage 30 pet. waarde, tijdvak tien maan den; superphosphaat percentage 100'pet. ge wicht (bruto), tijdvak twaalf maanden. De aandacht wordt er op gevestigd, dat bovengenoemde percentages geen betrekking hebben op de bij handelsverdrag verleende contingenten. Voor de contingenteering van steenkolen wordt als basisperiode gehandhaafd het jaar 1933, terwijl de verdeeling der toe wijzingen wordt gewaardeerd op den gemiddel den invoer in het derde, vierde en eerste kwartaal van de jaren 1931, 1932, 1932/1933 en 1933/1934. Voor de contingenteering van overhemden en zakdoeken bleven de basisjaren ongewij zigd. De basisperiode voor de contingenteering van superphosphaat blijft 1931/1932, terwijl de ver deeling der toewijzingen wederom zal geschie den op basis van den gemiddelden invoer in de jaren 1933 en 1934. Ten aanzien van de wijze van verlenging van de contingenteeringen van stikstofhoudende meststoffen en chilisalpeter zullen nog nadere mededeelingen volgen. Blijkens mededeeling van het Centraal Bu reau voor de Statistiek, treedt uit de resultaten van het onderzoek naar den algemeenen be- drijfstoestand en den stand der arbeidsmarkt over het le kwartaal van 1935 wel heel duide lijk naar voren, dat de in het algemeen nog ingewikkelder geworden toestanden in de we reldhuishouding op het bedrijfsleven hier te lande een funesten invloed bleven uitoefenen. Al ging het bij onze industrie in de eene branche minder slecht dan in de andere, al hadden ook gelijksoortige ondernemingen net geenszins alle even zwaar te verduren en al mag men zelfs ten aanzien van een aantal oe- drijven nog wel van een voor dezen benarden tijd in zekere mate bevredigenden toestand spreken, dit neemt niet weg, dat een bijzonder ongunstig totaalbeeld voor oogen valt te stellen. De aanpassing aan in menig opzicht zoo geheel andere verhoudingen gaat langzaam en veroorzaakt groote moeilijkheden. Wel brengt de onvermijdelijke herziening in de oriënteering onzer nijverheid die voor het verlies van buitenlandsche markten gedeeltelijke compen satie moet zoeken in het binnenland (voor zoover niet soms nieuwe afzetgebieden worden gevond) hier en daar wat bedrijvigheid. Maar de prijzen der producten laten dikwijls bijna geen winstmarge, indien al niet met ver lies moet worden gewerkt. De werkloosheid was wederom grooter dan een jaar geleden. Dit heeft weer een on- gunstigen invloed op de koopkracht, die ook buiten de arbeidersklasse sterk gedaald is. Voor de nijverheid leidt dit er o.a. toe, dat de vraag zich steeds richt naar de goed koopste artikelen. De uitvoer van fabrikaten bleef in het af- geloopen kwartaal op een laag peil, dat geen noemenswaardig verschil toonde met een jaar geleden, al blijkt uit eenige stijging van het indexcijfer van den uitvoer van eenige belang rijke nijverheidsvoortbrengselen, dat hier en daar nog wel vergrooting van buitenlandschen afzet mogelijk was. De invoer van fabrikaten, hoewel, gedeeltelijk als gevolg van de contin genteering, minder dan verleden jaar, werd toch nog veelal als een ernstige concurrentie van onze binnenlandsche nijverheid gevoeld. De in voer van grondstoffen voor de nijverheid, in het bijzonder voor zoover zij de vervaardiging van productiemiddelen betrof, was zeer gering. De devaluatie van de Belga op het eind van het kwartaal schiep voor hef Nederlandsche bedrijfsleven weer tal van moeilijkheden. De nieuwe Minister van Economische Zaken, Prof. Dr. Ir. Gelissen, zal gedurende eenige maanden zijn intrek nemen in Hotel Wittebrug te 's-Gravenhage. Als eerste-hypotheekhouders hadden gebr. R. bij kort geding d.d. 28 Maart '34, door den president van de rechtbank te Zwolle de sta king bevolen gezien van een door hen voorge nomen executie va,n onroerende goederen van de N.V. Nieuw Nunspeet totdat door den be voegden rechter zou zijn beslist in de betref fende schuldvordering, mits Nieuw Nunspeet zekerheid stelde ten bedrage 1 van f 75.000, bin nen 14 dagen na de uitspraak in dat kort ge ding. De N.V. heeft daarop den 7en April '34 als zekerheid primair aangeboden de hoofdelijke borgstelling van twee personen, doch R. heeft bij procuratieacte de genoegzaamheid dier aan geboden zekerheid betwist, welke betwisting door de rechtbank te Zwolle d.d. 25 Juli juist werd geoordeeld. De N.V. kwam in hooger be roep bij het Gerechtshof te Arnhem, dat bij arrest van 9 Januari j.l. het vonnis van de rechtbank vernietigde en alsnog de primair aan geboden zekerheid voldoende verklaarde. Gebr. R. gingen daarop in cassatie, doch de Hooge Raad verwierp het beroep en handhaafde de uitspraak van het Hof. Buiten bezwaar van de schatkist zijn be noemd tot Gedelegeerden van de Nederland sche Regeering bij het derde internationaal bo- demkundig congres, dat van 30 Juli tot 6 Aug. 1935 te Oxford zal worden gehouden, Dr. D. J. Hissink, directeur van heet Bodemkundig Insti tuut te Groningen en pl.verv. voorz. en Alg. Secr. van de Intern. Bodemkundige Ver., eerste gedelegeerde; Prof. Dr. O. de Vries, hoofddirec teur van het Rijkslandbouwproefstation van den Akker- en Weidebouw te Groningen; Prof. Dr. Ir. C. H. Edelman, hoogleeraar aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen; Prof. Dr. J. Hudig, hoogleeraar aan de Landbouw hoogeschool te Wageningen. Benoemd tot generaal-majoor bij het Kon. Ned. Ind. Leger, bij den Generalen Staf de ko lonel, hoofd van dien Staf, tevens insp. der Mil. Luchtvaart G. J. Berenschot; der Inf. de kolo nel T. Bakker; bij de Art. de kolonel, insp. van dit wapen J. H. Wesseling. Ingetrokken het K. B., waarbij aan den adj.- referendaris der P.T.T., G. J. E. van Beesch, met 1 Maart op verzoek eervol ontslag is ver leend. Verleend de eeremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in goud, aan M. Mee senbroek, deurwaarder bij de arr. rechtbank te Groningen, ter standpl. Groningen. Veerleend de eeremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in brons, aan G. van Ginkel te 's Gravenhage, Rijtuigschilder bij de N.V. Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg Maatschappij. Aan ir. W. L. Utermark, algemeen conser vator der afdeeling Handelsmuseum van de Koninklijke vereeniging Koloniaal Instituut te Amsterdam, is verlof verleend tot 't aannemen van het ordeteeken van Ridder in de Orde van het Legioen van Eer, hem door den Presi dent van de Fransche Republiek geschonken. - "Haar het Westen, mijnheer. Hij liep de s 'Sh Street door, voorbij de Town Hall. Daar ak hij de straat over. Ik zag -.et, want ik oest nog iets nazien aan den motor, nadat hij Gestapt was." «Kunt u ofis zeggen, hoe die heer er uit zag?" - "Och, mijnheer, veel kan ik er niet van j^Sgen. Ziet u, ik keek hem niet zoo nauwkeu- j aan hü droeg een van die moderne over- o^sen met grooten bonten kraag, die hij hoog j™ zijn hals en gezicht had opgetrokken en zijn Qvtic'zoo'n zachte vilten hoed lag ook laag kc>er ziJn voorhoofd. Maar het weinige, dat ik j,, h zien gaf mij den indruk, dat hij een frisch °Zend gezicht had." T- °°t en breed geschouderd, zegt u?" merkte er'ius op. 0Ja' mijnheer, een heel knappe heer; ik zou be,„ ,Ze£gen vaVi ongeveer zes voet, met een -'Je aanleg tot zwaarlijvigheid." ertius wendde zich tot Peggie en zei: „Ik geloof, dat ie de laatst gemaakte portretten van je oom bezit. Zou je ze even willen halen, om te zien of onze vriend hier hem herkent?" Peggie ging de kamer uit en Tertius hernam, zich tot den chauffeur wendend: „Heeft u iets opgemerkt, wat de betaling van de vracht be treft? iets, dat daarbij uw aandacht trok?" De man zat eenige oogenblikken het tapijt te bestudeeren, dan keek hij naar het plafond en schudde langzaam het hoofd. Maar opeens werd hij zeer levendig en riep uit: „Ja, er was iets, mijnheer! Ik had er te voren niet aan gedacht, maar nu u er mij naar vraagt, valt het mij in. Ik bemerkte dat hij een buitengewoon mooien ring aan zijn linkerhand droeg, een met een zeer schitterenden steen. „Zoo," zei Tertius. „Een ring met een schit terenden steeneen diamant, zeker. Hoe kwam het, dat u dat opmerkte?" „Toen hij instapte, legde hij even zijn hand op den rand van het portier en ik zag, dat de diamant plotseling schitterde. Ziet u, er stond een lantaarn vlak bij en het licht viel er juist op." „Begrepen! Hij droeg dus geen handschoe nen?" „Niet aan die hand, mijnheer. Hij hield daar in. eenige papiereneen rolletje." „Zoomompelde Tertius. „Een diamanten ringen een rolletje papieren." Hij stond op en stak de hand in den zak. „Welnu, vriend," hernam hij, eenige geldstukken er uit halend, „ik veronderstel, dat u dit aan niemand an ders hebt verteld?" „Neen, mijnheer, ik ben rechtstreeks' naar hier gekomen." „Ziedaar 'n paarsouvereigns voor uw moeite. U zult er meer ontvangen, als u doet wat ik zeg. Voorloopig moogt u.... dat is, totdat ik u er permissie toe geefaan niemand, wien dan ook, iets van dit alles vertellen. Zelfs niet aan de politie. U moet zwijgen, tot ik zeg, dat u spreken moet. Ik zal u wel weten te vinden en als u mij spreken wilt, let dan maar op mij, hier op het plein of in de straat. Als de jonge dame terugkomt met de portretten, zeg dan ook niets over dien ring. Het is een eigenaardig geval en ik verlang, dat er voorloopig zoo wei nig mogelijk over gesproken wordt. Doe zoo als ik u zeg en ik zal zorgen dat u er geen schade door lijdt, begrepen?" De chauffeur stak het geld in zijn beurs en antwoordde: „Best, mijnheer, u kunt er op ver trouwen, dat ik er, zonder uw permissie geen woord over zal spreken." Peggie kwam nu binnen met een half dozijn cabinet portretten. Het een na het ander legde zij voor den chauffeur op de tafel neer en vroeg: „Herkent u een daarvan?" De man schudde twijfelend het hoofd, tot zij een portret van haar oom voor hem legde, waarop hij stond met overjas en hoed, in kniel- formaat. Toen helderde zich zijn gelaat op en hij riep uit: „Wat het gezicht betreft, daar zou ik geen eed op kunnen doen, juffrouw. Maar wel betreffende die jas en dien hoed. Zoo zag de heer er uit, dien ik vannacht in mijn taxi reed. Daar durf ik de hand voor opsteken." „Hij herkent de met bont gevoerde overjas en den slappen, vilten hoed," mompelde Tertius. „Goed, zeer goed.... wij zijn u zeer verplicht, beste vriend." Hij bracht den chauffeur naar de hal en sprak nog eenige woorden heimelijk tot hem, eer de lakei kwam, om de voordeur te openen. Daarna ging Tertius langzaam terug naar het kantoor en mompelde, cynisch lachend: „Een diamanten ringJacob Herapath heeft zijn leven lang geen diamanten ring gedragen." HOOFDSTUK 7 Een testament? Toen Triffit met zijn kostbaren buit aan nieuws wegsnelde, bleef Selwood hem op de stoep nakijken en verwonderde hij zich over het nieuwe idee, dat de verslaggever hem aan de hand had gedaan. Het was een van die op merkingen, die dadelijk allerlei vage, geheimzin nige mogelijkheden doen oprijzen, maar Sel wood was niet in staat er voorloopig iets be slissends uit op te maken. Als mijnheer Hera path om middernacht of even vroeger gestorven was, dan kon hij toch niet om één uur op Portman Square geweest zijn. En toch, volgens alle waarschijnlijkheid was hij in zijn eigen huis en zijn eigen werkkamer aldaar geweest! De chauffeur had gezien dat hij zich gereed maak te om zijn huis binnen te gaan en de bewijzen waren er, dat hij daar eenig voedsel en drank had gebruikt. Dat moet bepaald een vergissing van den politie-dokter zijn en toch.. Selwood herinnerde zich hoe beslist hij gesproken had. Maarals hij zich niet vergist had.... Wat dan? Hoe kon Jacob Herapath dood op het haardkleedje van zijn kantoor in Kensington liggen en op een en hetzelfde oogenblik een sandwich eten op Portman Square? Daar moest iets zeer geheimzinnigs achter zitten Op dat oogenblik hoorde Selwood dat Bar- thorpe hem riep. Hij stond in de hal met een bos sleutels in de hand, die de secretaris on middellijk herkende. „Wij hebben deze sleutels zoo juist gevon den," zei Barthorpe. „U weet dat de inspecteur, toen hij de kleeren van mijn oom fouilleerde, er geen gevonden had. Deze lagen verstopt onder papieren op het bureau. Het ziet er naar uit, dat mijn oom ze op de lessenaar had gelegd, toen hij daaraan plaats nam en dat zij onder zijn papieren zijn geraakt, toen hij uit zijn stoel gleed. Het zijn toch de zijne, niet waar? Herkent u ze?" „Ja," antwoordde Selwood kortaf, „zij be- hooren hem toe." „Ik zou graag hebben, dat u erbij bent, ter wijl ik zijn privébrandkast open," ging Bar thorpe voort. „Er is nogal een en ander te doen. Heeft u mijn oom nooit hooren spreken over een testament?.Heeft hij er een gemaakt en zoo ja, waar is het opgeborgen?" „Daar weet ik niets van," antwoordde de se cretaris. „Hij heeft er nooit met mij over ge sproken." „Tusschen ons gezegd.. met mij ook niet. Ik heb al zoovele jaren alles, wat iets met de wet te maken had, voor hem in orde gemaakt, maar voor zoover ik weet heeft hij nooit een testament gemaakt. Meer dan eens heb ik hem aangeraden het te doen, maar zoo als de meeste menschen, die over een goede gezondheid beschikken, stelde hij steeds uit. In alle geval moeten wij nu zijn papieren hier en ook in het huis op Portman Square onder zoeken." Selwood antwoordde niet, maar volgde Bar thorpe in het privékantoor waar zijn patroon zoo tragisch zijn dood had gevonden. Het lijk was al weg gebracht en alles zag er als gewoon lijk uit, behalve dat de inspecteur en de recher cheur er nog waren. Daar hun vak dat mee brengt bekeken zü alles nauwkeurig. De inspec teur onderzocht de twee vensters en scheen de mogelijkheid te overwegen, om daardoor binnen te komen en weer te verdwijnen. De rechercheur, gewapend met een vergrootglas, bekeek de posten der deur, de leuning der stoe len en zelfs de oppervlakte van het bureau op zoek naar vingerafdrukken. „Ik zal u niet storen," zei Barthorpe vrien delijk. „Mijnheer Selwood en ik willen alleen den inhoud van de brandkast onderzoeken. Mo gelijk vinden wij wat ik zoek, hoewel ik twijfel of er wel iets anders te vinden zal zijn dan papieren, die betrekking hebben op dit flatge bouw. Als hij iets persoonlijks wilde bewaren, zou het toch eerder in de brandkast van zijn particulier huis zijn. Nu, welke is de sleutel van deze kast? Kent u dien?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3