Critiek op het Bezuinigingsontwerp
Het bedrijfsleven
De moord
PERSSTEMMEN 0 VER HET
VOORLOOPIG VERSLAG
a
m
latgebouw
ZATERDAG 15 JUNI 1935
Kroonprins Ibn Saoed
op Schiphol
Jacht op een berucht
misdadiger
Vorderingen op Duitsche
debiteuren
Korte vreugde voor
vrijgelatene
Slechte prijzen
Een conflict
Prachtig werk
Een pleidooi
Geen gejuich
„Vernietigend"
De luchtdoop ondergaan in een
Fokkervliegtuig
EEN ONVRIENDELIJKE DAAD
Met het hem toevertrouwde geld
verdwenen
Muziekuitvoering voor de
Koningin
Wegens gecontracteerde leverin'
gen van niet-Nederland-
sche goederen
LUCHTVERBINDING MET
BRATISLAVA
Toegestane renten
Waardeerend schrijven van den
gezant van Tsjecho-SIowakije
Medeplichtige aan denroofoverval
te Geleen en aan tal van kerk'
diefstallen in Limburg
(M
u l(\\
W. Sch. uit Oss opnieuw
gearresteerd
LUCHTVAARTVERDRAG
MET HONGARIJE
ONVEILIGHEID OP HET
PLATTELAND
1300 gestolen uit een geld-
trommel
UITVOER NAAR FRANKRIJK
DOOR AUTO GEGREPEN
Wielrijder zwaargewond
Schippersknecht verdronken
WOEDENDE SCHIPPERS
Bekogelen het schip van een
concurrent met steenen
CONTINGENTEERINGEN
De aanpassing gaat langzaam en
veroorzaakt groote moeilijk
heden
Minister Gelissen
VOORGENOMEN EXECUTIE
UIT DE STAATSCOURANT
Gedelegeerden
Indisch leger
Posterijen
Onderscheidingen
DOOR J. S. FLETCHER
lo
.(Wordt vervolgd),
Naar aanleiding van het Vrijdagmorgen ge-
Publiceerde Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer over het Bezuinigingsontwerp, schrijft de
«Maasbode" o.m.:
Wanneer men de lijst van desideratie, door
de katholieke fractie naar voren gebracht,
overziet, dan krijgt men toch wel den sterken
indruk, dat hier een grondslag wordt gebo
den, voor voortgezette samenwerking ook met
dit kabinet. Een kabinet, dat nog slechts eeni-
ge dagen geleden, iemand als ir. Gelissen in
z'n midden opnam, kan tegen het geheel van
het hier ontvouwde program afgezien van
nuanceering in uitvoering of tempo met
geen mogelijkheid bezwaar maken. Ware dit
wel het geval, dan ware het optreden van ir.
Gelissen van de zijde van den formateur niets
meer dan een camouflage, van de zijde van
den minister zelf eén loutere vergissing. Dat
is niet aan te nemen.
Indien er wederzijds een geest van sa
menwerking aanwezig is, in deze hachelijke
tijden zoo broodnoodig, dan laat dit scherp
maar opbouwend voorloopig verslag, ook voor
de katholieke fractie, voldoende grond om
met dit Kabinet in 's lands belang zegenrijk
werkzaam te zijn.
De „Volkskrant" wijst op het conflict, dat
tusschen Regeering en Kamer dreigt te ont
staan:
Nu het voorloopig verslag der Tweede Ka
mer is verschenen, moet men, daargelaten of
omtrent de bezuinigingen overeenstemming
tusschen regeering en Kamer mogelijk is
dat bezuiniging noodig is, of om de woorden
van het voorloopig verslag te bezigen, „ver
laging van de openbare uitgaven niet kan
worden gemist", erkennen allen vaststel
len, dat voor het beleid der regeering, zooals
het tot dusver werd gevoerd, geen meerder
heid in de Kamer aanwezig is.
Er is derhalve in wezen een conflict.
De regeering heeft het in haar macht het
af te wenden door haar koers te wijzigen,
door den weg op te gaan, dien de katholieke
Kamerfractie heeft uitgestippeld is een te
zwak woord, heeft getraceerd.
De C.-H. „Nederlander" brengt hulde aan de
Tweede Kamer voor het stuk werk, dat hier is
Verzet:
De Koninklijke boodschap, waarmede het
wetsontwerp bij de Tweede Kamer werd inge
diend is gedateerd op 26 April. De Kamer
heeft dus welgeteld zes en een halve week
noodig gehad voor de bestudeering en behan
deling van het wetsontwerp en voor de op
stelling van haar verslag. En dat bij een wets
ontwerp, dat betrekking heeft op aiie Depar
tementen en de meest uiteenloopende onder
werpen behandelt.
De „Telegraaf" neemt de regeering tegen de
Uitgeoefende critiek in bescherming:
Tot nu toe heeft ons land de harde slagen,
die de crisis ons toebrengt, met koelbloedig
heid en gelatenheid gedragen. Vergeleken met
de meeste andere landen ter wereld was ons
volk een voorbeeld van discipline. Wij hand
haafden een regeering, die impopulair werk
deed. Moet daaraan een einde kernen? Moeten
wij ons storten in een politiek avontuur?
Zoowel, omdat politieke stabiliteit in deze
bewogen jaren een onschatbaar voordeel is,
als ook omdat devaluatie voor ons land een
zwaar euvel zal beteekenen, meenen wij", dat
de Tweede Kamer goed zal doen haar be
zwaren tegen het bezuinigingsontwerp niet
al te breed uit te meten.
Ook het liberale „Handelsblad" is bevreesd
Voor de Regeering:
En dan kan men kwalijk beweren, dat het
bezuinigingsontwerp met gejuich begroet is.
Maar een voorstel, dat, gedwongen door
Wreede, harde noodzaak, besparingen op den
Staatsdienst moet aanbrengen van 77 mil
joen, dat verder geen enkel Departement
ongemoeid laat en dat tenslotte van de Ka
mer zeer ruime machtigingen verlangt, moet
automatisch tot tegenstand prikkelen. De ver
scheidenheid der critiek maakt het moeilijk
ba te gaan welke compacte „blokken" de re
geering tegen zich zal vinden. Natuurlijk zou
bet ook kunnen gebeuren, dat de geenszins
.■geltjk-gestemde" tegenstanders, uit geheel
verschillende oorzaken toch gelijkelijk hun
stem tegen de Regeering uitbrengen. Zij
zouden dan echter een verantwoordelijkheid
°P zich laden, die ons niet benijdenswaardig
schijnt.
Het Soc.-Dem. „Volk" meent in het Voorloo
pig Verslag opnieuw een aanleiding te zien, om
öe katholieken tot samenwerking te kunnen
bitnoodigen:
Het Voorloopig Verslag van de Tweede Ka
ffer over 't wetsontwerp tot verlaging van de
apenbare uitgaven, is vernietigend voor de
regeering. Er blijkt duidelijk uit, dat er een
meerderheid in de Kamer aanwezig is, die
zeer belangrijke gedeelten van de voorgestelde
bezuinigingen hetzij onaanvaardbaar acht,
hetzij daartegen zoodanige sterke bezwaren
heeft, dat tegemoetkoming daaraan van re-
geeringsstandpunt welhaast uitgesloten is.
De sociaal-democratische en katholieke
partijen en de partij der „sommigen", maken
tezamen een Kamermeerderheid uit, die het
roer gewend wil zien en een regeering met een
geheel anderen koers dan den huidigen voor
staat.
Begeleid door den heer A. Plesman heeft
kroonprins Ibn Saoud van den Hedjaz Vrijdag
morgen een bezoek gebracht aan Schiphol. Hier
werd de Arabische prins ontvangen door burge
meester de Vlugt. De kroonprins bezichtigde den
technischen dienst van de K.L.M. en de han
gars, waarbij hij veel belangstelling toonde voor
de F 22 (Papegaai) en het Douglas-vliegtuig
„Oeverzwaluw", dat Zaterdag naar Indië ver
trekt.
Met de drie-motorige F 12, dë „Ibis", onder'
ging de Arabische kroonprins de luchtdoop met
een korte rondvlucht over Amsterdam.
Om even na half één vertrok de kroonprins
van Arabië weer van Schiphol, na uitdrukkim
gegeven te hebben aan zijn opgetogenheid over
hetgeen hem en zijn gevolg geboden was.
De Arabische gasten vormden een schilder'
achtige groep in het landelijk tafereel van het
vliegveld Schiphol. De slanke figuur van den
kroonprins was gekleed in witte onder-burnoes
met bruin overkleed en met zijn Arabisch hoofd
deksel was hij een markante figuur, die de
algemeene aandacht trok.
Zijn assistent, directeur van Buitenlandsche
Zaken, en de lijfarts waren op gelijke wijze ge
kleed, terwijl de leden van de lijfgarde zwarte
burnoesen droegen.
De heeren genoten blijkbaar van het zitje op
het terras van Schiphol, terwijl de muziek ge-
broadcast werd van den verkeerstoren. Zij volg
den het komen en gaan van Fokkers, Douglas-
machines en buitenlandsche vliegtuigen, waar
onder ook de 4-motorige F 22 „Lappland" uit
Zweden.
Van Schiphol begaven de Arabische gasten
zich weer in hofauto's naar Amsterdam, naar de
Nederl. Handel Mij., waar de lunch gebruikt
werd. Vandaar keerde men terug naar Den Haag,
om met den trein van 5.26 naar Brussel te ver
trekken.
De politie in Den Haag heeft Vrijdag een
kunstschilder gearresteerd, die sinds 1933 reeds
gezocht werd wegens verduistering van een be
langrijk bedrag ten nadeele van een vriend.
De vriend, die te Amsterdam woont, was, al
dus de „Telegraaf", destijds met zijn auto naar
Frankrijk gereisd. Onderweg kreeg hij een
auto-ongeluk, waardoor de auto zoo ernstig
werd vernield, dat de man besloot den wagen
te verkoopen. Toen hij den wagen had verkocht
en naar Nederland terugkeerde, kreeg hij na
verloop van eenigen tijd moeilijkheden met den
A.N.W.B., die den douanen waarborgen geeft, dat
auto's, die de grens overschrijden, ook weer in
ons land terugkeeren. Toen nu de Amsterdam-
sche toerist zonder auto te Den Haag terug
kwam, eischte de A.N.W.B. van hem de garan
tiesom van ongeveer ƒ4000.
De Amsterdammer voelde er weinig voor een
dergelijk hoog bedrag te betalen en vond een
vriend bereid naar Frankrijk te gaan om daar
den kapotten wagen weer terug te koopen. Deze
kreeg een belangrijke som mee, doch liet weken
na zijn vertrek niets meer van zich hooren.
Later bleek, dat de z.g. vriend al het geld
had opgemaakt en naar den ouden auto zelfs
niet had omgekeken.
Er werd een aanklacht tegen hem ingediend,
met het gevolg, dat de kunstschilder is aange
houden.
Hij werd naar Amsterdam overgebracht en
in het bureau aan het Leidscheplein opge
sloten.
Donderdagavond heeft H. M. de Koningin een
uitvoering bijgewoond van het Fanfarecorps
„Wilhelmina" te Uddel. Na afloop betuigde H.
M. Haar tevredenheid over de prestaties van
deze muziekvereeniging.
verzekering verkregen ouderdomsrente van drie
gulden per week.
Voorts genoten 47.921 personen een invalidi-
teitsrente, als bedoeld in artikel 71 dier wet.
Krachtens art. 24 der Oudeerdomswet 1919
waren op vorengenoemden datum 127.143 per
sonen in het genot van een als vrucht hunner
verzekering verkregen ouderdomsrente van drie
gulden per week.
Gelijk bekend is, heeft de Regeering enkele
maanden geleden een onderzoek doen instellen
naar den omvang van de bedragen, welke Neder-
landsch schuldeischers nog op Duitsche schul
denaren hebben te vorderen, op grond van vóór
24 September 1934 gecontracteerde leveringen
van niet-Nederlandsche en niet-Nederlandsch
koloniale goederen, waarvan de koopsom na
den .genoemden datum verviel. Deze goederen
zijn gedeeltelijk vastgehouden, gedeeltelijk ook
aan derden verkocht, waarna de oorspronke
lijke Duitsche kooper voor het prijsverschil is
gedebiteerd.
Met de Duitsche Regeering is omtrent deze
vorderingen het volgende overeengekomen:
De koopsommen voor partijen, geleverd vóór
24 September 1934 kunnen op het Treuhander
konto Niederlande worden gestort.
Indien partijen, te leveren na 24 October 1934
op grond van vóór dien datum afgesloten con
tracten vóór 24 October 1934 zijn geleverd, kun
nen de bedragen op het Treuhanderkonto wor
den gestort, nadat hiertoe vóór 1 Augustus
1935 een vergunning aan de Devisenstelle is ge
vraagd.
De levering van partijen, gecontracteerd vóór
24 September 1934, doch op grond van betalings
moeilijkheden vastgehouden dient in het alge
meen achterwege te blijven, aangezien er geen
mogelijkheid bestaat, de koopsommen daarvan
over het Treuhanderkonto te doen vereffenen.
Voor partijen, gecontracteerd vóór 24 Sep
tember 1934, welke inmiddels aan derden zijn
verkocht, gelden eveneens bovenstaande bepa
lingen.
Voor partijen, gecontracteerd vóór 24 Septem
ber 1934, waarvan de leveringsdatum nog niet
is verschenen, zal geen mogelijkheid tot beta
ling via het Treuhanderkonto bestaan.
Op 1 Mei 1935 werden 29.723 weduwenrenten
en 13.805 weezenrenten krachtens de Invalidi
teitswet genoten, terwijl op genoemden datum
Krachtens art. 24 der Ouderdomswet 1919
in het genot waren van een als vrucht hunner
De gezant van Tsjecho-SIowakije in Den Haag,
dr. L. Krno, heeft tnet het vliegtuig der K.L.M.,
dat voor de eerste maal op de route Amsterdam
Batavia in de stad Bratislava een landing
maakt, een brief medegegeven voor den burge
meester dier stad.
De gezant schrijft:
„Een vliegtuig van de K.L.M. zal voor de
eerste maal in den geregelden dienst landen
in Bratislava en daarmee is de hoofdstad van
Slowakije verbonden met de wereldlijn Amster-
damBatavia.
Deze gelegenheid wil ik aangrijpen om de
aandacht van de publieke opinie in Tsjecho-
SIowakije te vestigen op de groote sympathie,
welke men in Nederlandsche kringen en spe
ciaal in die der K.L.M. getoond heeft voor de
versterking van de betrekkingen tusschen Ne
derland en Tsjecho-SIowakije. De Koninklijke
Luchtvaart Maatschappij exploiteert sinds dit
voorjaar de lijn Amsterdam—Praag, in samen
werking met de Tsjechische Luchtvaart Maat
schappij en door Bratislava in te voegen in de
groote lijn naar Nederlandsch-Indië bewijst
deze maatschappij opnieuw haar groote belang
stelling voor Tsjecho-SIowakije.
Ik ben overtuigd, dat de openbare meening
in Tsjecho-SIowakije deze pogingen der K.L.M.
zal apprecieeren en dat een intensief verkeer
zich op deze nieuwe lijn zal ontwikkelen. Op
deze wijze zullen wij een nieuw belangrijk ge
bied van samenwerking tusschen onze beide
naties scheppen."
Nu de politie door de arrestatie van V., ge
boortig uit Beek (L.), te Maastricht en van S.
te Lutterade, die beiden zijn opgesloten in de
strafgevangenis te Roermond, volkomen zeker
heid heeft gekregen, dat de 36-jarige J. H. te
Beek, de dader is van talrijke diefstallen, welke
gedurende den laatsten tijd zijn gepleegd m
Zuicj- en Midden-Limburg, maakt zij in samen
werking met de marechaussee sedert eenige da
gen ijverig jacht op dit gevaarlijke sujet.
De gearresteerden hebben als medeplichtigen
van J. H. een bekentenis afgelegd.
J. H„ die een zwerver is, is den laatsten tijd
'n gevaarlijk individu geworden. Hij wordt door
de politie tevens verdacht van den enkele maan
den geleden te Geleen gepleegden overval met
berooving en van de te Beek en in tal van
andere Limburgsche plaatsen gepleegde kerk
diefstallen.
J. H., die nog slechts enkele maanden geleden
wegens zijn actieven smokkelhandel het ver
blijf te Beek is ontzegd, wordt thans, in de ver
onderstelling, dat hij om deze redenen gezocht
wordt, door tal van gezinnen in bescherming
genomen, bij welke hij in schuren, stallen enz.
nachtverblijf krijgt.
Aangezien de man, zooals gezegd, aan tal van
andere delictfen debet is, rekenen de politie
autoriteiten op de medewerking van de bevol
king.
J. H. slaapt geregeld in de open lucht in de
veldgewassen. Overal ziet men hem opduiken,
doch in zijn schuwheid weer even snel verdwij
nen. Alle huiszoekingen bij nacht en ontij bleven
tot heden vruchteloos. De opsporingen worden
echter met kracht voortgezet.
Te bevoegder plaatse worden gaarne monde
linge of schriftelijke aanwijzingen omtrent den
gezochte ingewacht.
v- (ll
„Wanneer ik dat thuis vertel, gelooft me
natuurlijk geen mènsch!"
De gemeentepolitie te Oss heeft den onlangs
op vrije voeten gestelden W. Sch. opnieuw ge
arresteerd. Uit de bekentenissen van den ouden
Toon de Soep zou namelijk gebleken zijn, dat
ook hij 25 heeft ontvangen voor de voorbe
reidende werkzaamheden aan den brand in het
paviljoen.
Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken
maakt bekend, dat op 8 Juni 1935 te Budapest
de onderteekening heeft plaats gehad van een
luchtvaartverdrag, tusschen Nederland en Hon
garije.
Naar eerst thans bekend wordt is een dezer
dagen in den laten avond in de woning van
den gehuwden mijnwerker O., wonende Stati
onsstraat te Beek (Limburg), een som gelds
ontvreemd ten bedrage van 1300. Dit bedrag,
dat deze zorgvolle huisvader met groote opof
feringen heeft vergaard, teneinde binnenkort
een zaak te kunnen beginnen, was in contanten
in huis bewaard en opgeborgen in een blikken
trommel. Tijdens de afwezigheid van het gezin
moet de diefstal door een goeden bekende zijn
gepleegd. Toen de bewoners thuis kwamen, von
den zij de voordeur geopend. Echter is op het
geld niet direct acht geslagen, zoodat de dief
stal eerst later ontdekt is. De sleutel van de
geldkist was geborgen in een nevenvertrek en
is wederom op dezelfde plaats gedeponeerd. De
geldkist zelve was onder kleeren e.d. verborgen.
Men heeft nog geen aanwijzingen omtrent den
dader of de daders.
De Minister van Economische Zaken heeft
bepaald, dat met ingang van 15 Juni de uitvoer
naar Frankrijk van zalm, spiering en houting
zoowel versch als bevroren, zal zijn verboden.
Deze uitvoer zal slechts zijn toegestaan, in
dien wordt overgelegd een certificaat, vanwege
den Minister afgegeven.
Vrijdagmiddag tegen twaalf uur is de land
bouwer M. Hooyker, uit Wekerom, die zich op
de fiets bevond, op den weg nabij zijn woon
plaats door een auto, dien hij niet had zien
aankomen, aangereden. Hij vloog dwars door
de zijruit en bekwam een schedelbasisfractuur,
verschillende hoofdwonden, een enkel- en ver-
moedèlijk ook een wervelfractuur.
In ernstigen toestand is het slachtoffer naar
het Juliana-Ziekenhuis te Ede vervoerd.
Vrijdagmiddag is te Apeldoorn de 20-jarige
schippersknecht R. Sempel van de loopplank
naar een motorboot in het ApedoornschDie-
rensche Kanaal gevallen en verdronken.
Teneinde het bevrachten van schepen tegen
lagere tarieven, dan door de bevrachtings
commissie ingesteld, te voorkomen, hebben de
schippers in het gebied van de bevrachtings
commissie Nijmegen eenige weken geleden een
eigen contróle-dienst ingesteld.
Donderdag is het daarbij tot een incident
gekomen. De contröle-boot, zoo bericht de
„Telegraaf", arriveerde n.l. Donderdagavond bij
de steenfabriek „De Vlietberg", onder de ge
meente Ubbergen, waar een schipper ligplaats
had, dien men er van verdacht vracht te heb
ben aangenomen beneden den prijs. Eenige
schippers begaven zich van de contróle-boot aan
land en een van hen wilde de loopplank van
het bedoelde schip opgaan teneinde van den
schipper inlichtingen in te winnen.
Deze bleek echter niet van plan iemand op
zijn schip toe te laten. Hoe het verloop van
zaken nu precies geweest is, staat nog niet
vast, maar in elk geval werd door het gedrag
van den schipper de woede van de schippers
aan den wal opgemerkt, die vervolgens het schip
met steenen bekogeld hebben.
Vooral de kajuit, waarvan de ruiten en pa-
neelen werden vernield, moest het daarbij ge
ducht ontgelden. Thans heeft de politie dit
geval in onderzoek.
Men verzoekt ons mede te deelen, dat bij
de hier na te noemen contingenteermgen, welke
per 1 Juli a.s. zullen worden verlengd, de vol
gende autonome percentages zullen worden
vastgesteld voor de daarachter vermelde perio
den.
Steenkolen: a huisbrand; b industriekolen;
c cokes en cokesgruis; d steenkoolbriketten
percentage 60 pet. gewicht (bruto) tijdvak
negen maanden; overhemden percentage 30
pet. waarde, tijdvak elf maanden; zakdoeken
percentage 30 pet. waarde, tijdvak tien maan
den; superphosphaat percentage 100'pet. ge
wicht (bruto), tijdvak twaalf maanden.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
bovengenoemde percentages geen betrekking
hebben op de bij handelsverdrag verleende
contingenten. Voor de contingenteering van
steenkolen wordt als basisperiode gehandhaafd
het jaar 1933, terwijl de verdeeling der toe
wijzingen wordt gewaardeerd op den gemiddel
den invoer in het derde, vierde en eerste
kwartaal van de jaren 1931, 1932, 1932/1933 en
1933/1934.
Voor de contingenteering van overhemden
en zakdoeken bleven de basisjaren ongewij
zigd.
De basisperiode voor de contingenteering van
superphosphaat blijft 1931/1932, terwijl de ver
deeling der toewijzingen wederom zal geschie
den op basis van den gemiddelden invoer in de
jaren 1933 en 1934.
Ten aanzien van de wijze van verlenging van
de contingenteeringen van stikstofhoudende
meststoffen en chilisalpeter zullen nog nadere
mededeelingen volgen.
Blijkens mededeeling van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek, treedt uit de resultaten
van het onderzoek naar den algemeenen be-
drijfstoestand en den stand der arbeidsmarkt
over het le kwartaal van 1935 wel heel duide
lijk naar voren, dat de in het algemeen nog
ingewikkelder geworden toestanden in de we
reldhuishouding op het bedrijfsleven hier te
lande een funesten invloed bleven uitoefenen.
Al ging het bij onze industrie in de eene
branche minder slecht dan in de andere, al
hadden ook gelijksoortige ondernemingen net
geenszins alle even zwaar te verduren en al
mag men zelfs ten aanzien van een aantal oe-
drijven nog wel van een voor dezen benarden
tijd in zekere mate bevredigenden toestand
spreken, dit neemt niet weg, dat een bijzonder
ongunstig totaalbeeld voor oogen valt te stellen.
De aanpassing aan in menig opzicht zoo
geheel andere verhoudingen gaat langzaam en
veroorzaakt groote moeilijkheden. Wel brengt
de onvermijdelijke herziening in de oriënteering
onzer nijverheid die voor het verlies van
buitenlandsche markten gedeeltelijke compen
satie moet zoeken in het binnenland (voor
zoover niet soms nieuwe afzetgebieden worden
gevond) hier en daar wat bedrijvigheid.
Maar de prijzen der producten laten dikwijls
bijna geen winstmarge, indien al niet met ver
lies moet worden gewerkt.
De werkloosheid was wederom grooter dan
een jaar geleden. Dit heeft weer een on-
gunstigen invloed op de koopkracht, die ook
buiten de arbeidersklasse sterk gedaald is.
Voor de nijverheid leidt dit er o.a. toe, dat
de vraag zich steeds richt naar de goed
koopste artikelen.
De uitvoer van fabrikaten bleef in het af-
geloopen kwartaal op een laag peil, dat geen
noemenswaardig verschil toonde met een jaar
geleden, al blijkt uit eenige stijging van het
indexcijfer van den uitvoer van eenige belang
rijke nijverheidsvoortbrengselen, dat hier en
daar nog wel vergrooting van buitenlandschen
afzet mogelijk was. De invoer van fabrikaten,
hoewel, gedeeltelijk als gevolg van de contin
genteering, minder dan verleden jaar, werd toch
nog veelal als een ernstige concurrentie van
onze binnenlandsche nijverheid gevoeld. De in
voer van grondstoffen voor de nijverheid, in
het bijzonder voor zoover zij de vervaardiging
van productiemiddelen betrof, was zeer gering.
De devaluatie van de Belga op het eind van
het kwartaal schiep voor hef Nederlandsche
bedrijfsleven weer tal van moeilijkheden.
De nieuwe Minister van Economische Zaken,
Prof. Dr. Ir. Gelissen, zal gedurende eenige
maanden zijn intrek nemen in Hotel Wittebrug
te 's-Gravenhage.
Als eerste-hypotheekhouders hadden gebr.
R. bij kort geding d.d. 28 Maart '34, door den
president van de rechtbank te Zwolle de sta
king bevolen gezien van een door hen voorge
nomen executie va,n onroerende goederen van
de N.V. Nieuw Nunspeet totdat door den be
voegden rechter zou zijn beslist in de betref
fende schuldvordering, mits Nieuw Nunspeet
zekerheid stelde ten bedrage 1 van f 75.000, bin
nen 14 dagen na de uitspraak in dat kort ge
ding.
De N.V. heeft daarop den 7en April '34 als
zekerheid primair aangeboden de hoofdelijke
borgstelling van twee personen, doch R. heeft
bij procuratieacte de genoegzaamheid dier aan
geboden zekerheid betwist, welke betwisting
door de rechtbank te Zwolle d.d. 25 Juli juist
werd geoordeeld. De N.V. kwam in hooger be
roep bij het Gerechtshof te Arnhem, dat bij
arrest van 9 Januari j.l. het vonnis van de
rechtbank vernietigde en alsnog de primair aan
geboden zekerheid voldoende verklaarde.
Gebr. R. gingen daarop in cassatie, doch de
Hooge Raad verwierp het beroep en handhaafde
de uitspraak van het Hof.
Buiten bezwaar van de schatkist zijn be
noemd tot Gedelegeerden van de Nederland
sche Regeering bij het derde internationaal bo-
demkundig congres, dat van 30 Juli tot 6 Aug.
1935 te Oxford zal worden gehouden, Dr. D. J.
Hissink, directeur van heet Bodemkundig Insti
tuut te Groningen en pl.verv. voorz. en Alg.
Secr. van de Intern. Bodemkundige Ver., eerste
gedelegeerde; Prof. Dr. O. de Vries, hoofddirec
teur van het Rijkslandbouwproefstation van
den Akker- en Weidebouw te Groningen; Prof.
Dr. Ir. C. H. Edelman, hoogleeraar aan de
Landbouwhoogeschool te Wageningen; Prof.
Dr. J. Hudig, hoogleeraar aan de Landbouw
hoogeschool te Wageningen.
Benoemd tot generaal-majoor bij het Kon.
Ned. Ind. Leger, bij den Generalen Staf de ko
lonel, hoofd van dien Staf, tevens insp. der Mil.
Luchtvaart G. J. Berenschot; der Inf. de kolo
nel T. Bakker; bij de Art. de kolonel, insp. van
dit wapen J. H. Wesseling.
Ingetrokken het K. B., waarbij aan den adj.-
referendaris der P.T.T., G. J. E. van Beesch,
met 1 Maart op verzoek eervol ontslag is ver
leend.
Verleend de eeremedaille, verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau, in goud, aan M. Mee
senbroek, deurwaarder bij de arr. rechtbank te
Groningen, ter standpl. Groningen.
Veerleend de eeremedaille, verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau, in brons, aan G. van
Ginkel te 's Gravenhage, Rijtuigschilder bij de
N.V. Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg
Maatschappij.
Aan ir. W. L. Utermark, algemeen conser
vator der afdeeling Handelsmuseum van de
Koninklijke vereeniging Koloniaal Instituut te
Amsterdam, is verlof verleend tot 't aannemen
van het ordeteeken van Ridder in de Orde
van het Legioen van Eer, hem door den Presi
dent van de Fransche Republiek geschonken.
- "Haar het Westen, mijnheer. Hij liep de
s 'Sh Street door, voorbij de Town Hall. Daar
ak hij de straat over. Ik zag -.et, want ik
oest nog iets nazien aan den motor, nadat hij
Gestapt was."
«Kunt u ofis zeggen, hoe die heer er uit zag?"
- "Och, mijnheer, veel kan ik er niet van
j^Sgen. Ziet u, ik keek hem niet zoo nauwkeu-
j aan hü droeg een van die moderne over-
o^sen met grooten bonten kraag, die hij hoog
j™ zijn hals en gezicht had opgetrokken en zijn
Qvtic'zoo'n zachte vilten hoed lag ook laag
kc>er ziJn voorhoofd. Maar het weinige, dat ik
j,, h zien gaf mij den indruk, dat hij een frisch
°Zend gezicht had."
T- °°t en breed geschouderd, zegt u?" merkte
er'ius op.
0Ja' mijnheer, een heel knappe heer; ik zou
be,„ ,Ze£gen vaVi ongeveer zes voet, met een
-'Je aanleg tot zwaarlijvigheid."
ertius wendde zich tot Peggie en zei: „Ik
geloof, dat ie de laatst gemaakte portretten
van je oom bezit. Zou je ze even willen halen,
om te zien of onze vriend hier hem herkent?"
Peggie ging de kamer uit en Tertius hernam,
zich tot den chauffeur wendend: „Heeft u iets
opgemerkt, wat de betaling van de vracht be
treft? iets, dat daarbij uw aandacht trok?"
De man zat eenige oogenblikken het tapijt te
bestudeeren, dan keek hij naar het plafond en
schudde langzaam het hoofd. Maar opeens werd
hij zeer levendig en riep uit: „Ja, er was iets,
mijnheer! Ik had er te voren niet aan gedacht,
maar nu u er mij naar vraagt, valt het mij in.
Ik bemerkte dat hij een buitengewoon mooien
ring aan zijn linkerhand droeg, een met een
zeer schitterenden steen.
„Zoo," zei Tertius. „Een ring met een schit
terenden steeneen diamant, zeker. Hoe
kwam het, dat u dat opmerkte?"
„Toen hij instapte, legde hij even zijn hand
op den rand van het portier en ik zag, dat de
diamant plotseling schitterde. Ziet u, er stond
een lantaarn vlak bij en het licht viel er juist
op."
„Begrepen! Hij droeg dus geen handschoe
nen?"
„Niet aan die hand, mijnheer. Hij hield daar
in. eenige papiereneen rolletje."
„Zoomompelde Tertius. „Een diamanten
ringen een rolletje papieren." Hij stond
op en stak de hand in den zak. „Welnu, vriend,"
hernam hij, eenige geldstukken er uit halend,
„ik veronderstel, dat u dit aan niemand an
ders hebt verteld?"
„Neen, mijnheer, ik ben rechtstreeks' naar
hier gekomen."
„Ziedaar 'n paarsouvereigns voor uw moeite.
U zult er meer ontvangen, als u doet wat ik
zeg. Voorloopig moogt u.... dat is, totdat ik u
er permissie toe geefaan niemand, wien
dan ook, iets van dit alles vertellen. Zelfs niet
aan de politie. U moet zwijgen, tot ik zeg, dat
u spreken moet. Ik zal u wel weten te vinden
en als u mij spreken wilt, let dan maar op mij,
hier op het plein of in de straat. Als de jonge
dame terugkomt met de portretten, zeg dan ook
niets over dien ring. Het is een eigenaardig
geval en ik verlang, dat er voorloopig zoo wei
nig mogelijk over gesproken wordt. Doe zoo
als ik u zeg en ik zal zorgen dat u er geen
schade door lijdt, begrepen?"
De chauffeur stak het geld in zijn beurs en
antwoordde: „Best, mijnheer, u kunt er op ver
trouwen, dat ik er, zonder uw permissie geen
woord over zal spreken."
Peggie kwam nu binnen met een half dozijn
cabinet portretten. Het een na het ander legde
zij voor den chauffeur op de tafel neer en
vroeg: „Herkent u een daarvan?"
De man schudde twijfelend het hoofd, tot
zij een portret van haar oom voor hem legde,
waarop hij stond met overjas en hoed, in kniel-
formaat. Toen helderde zich zijn gelaat op en
hij riep uit: „Wat het gezicht betreft, daar
zou ik geen eed op kunnen doen, juffrouw.
Maar wel betreffende die jas en dien hoed.
Zoo zag de heer er uit, dien ik vannacht in mijn
taxi reed. Daar durf ik de hand voor opsteken."
„Hij herkent de met bont gevoerde overjas en
den slappen, vilten hoed," mompelde Tertius.
„Goed, zeer goed.... wij zijn u zeer verplicht,
beste vriend."
Hij bracht den chauffeur naar de hal en
sprak nog eenige woorden heimelijk tot hem,
eer de lakei kwam, om de voordeur te openen.
Daarna ging Tertius langzaam terug naar het
kantoor en mompelde, cynisch lachend: „Een
diamanten ringJacob Herapath heeft zijn
leven lang geen diamanten ring gedragen."
HOOFDSTUK 7
Een testament?
Toen Triffit met zijn kostbaren buit aan
nieuws wegsnelde, bleef Selwood hem op de
stoep nakijken en verwonderde hij zich over
het nieuwe idee, dat de verslaggever hem aan
de hand had gedaan. Het was een van die op
merkingen, die dadelijk allerlei vage, geheimzin
nige mogelijkheden doen oprijzen, maar Sel
wood was niet in staat er voorloopig iets be
slissends uit op te maken. Als mijnheer Hera
path om middernacht of even vroeger gestorven
was, dan kon hij toch niet om één uur op
Portman Square geweest zijn. En toch, volgens
alle waarschijnlijkheid was hij in zijn eigen huis
en zijn eigen werkkamer aldaar geweest! De
chauffeur had gezien dat hij zich gereed maak
te om zijn huis binnen te gaan en de bewijzen
waren er, dat hij daar eenig voedsel en drank
had gebruikt. Dat moet bepaald een vergissing
van den politie-dokter zijn en toch.. Selwood
herinnerde zich hoe beslist hij gesproken had.
Maarals hij zich niet vergist had.... Wat
dan? Hoe kon Jacob Herapath dood op het
haardkleedje van zijn kantoor in Kensington
liggen en op een en hetzelfde oogenblik een
sandwich eten op Portman Square? Daar moest
iets zeer geheimzinnigs achter zitten
Op dat oogenblik hoorde Selwood dat Bar-
thorpe hem riep. Hij stond in de hal met een
bos sleutels in de hand, die de secretaris on
middellijk herkende.
„Wij hebben deze sleutels zoo juist gevon
den," zei Barthorpe. „U weet dat de inspecteur,
toen hij de kleeren van mijn oom fouilleerde, er
geen gevonden had. Deze lagen verstopt onder
papieren op het bureau. Het ziet er naar uit,
dat mijn oom ze op de lessenaar had gelegd,
toen hij daaraan plaats nam en dat zij onder
zijn papieren zijn geraakt, toen hij uit zijn
stoel gleed. Het zijn toch de zijne, niet waar?
Herkent u ze?"
„Ja," antwoordde Selwood kortaf, „zij be-
hooren hem toe."
„Ik zou graag hebben, dat u erbij bent, ter
wijl ik zijn privébrandkast open," ging Bar
thorpe voort. „Er is nogal een en ander te doen.
Heeft u mijn oom nooit hooren spreken over
een testament?.Heeft hij er een gemaakt en
zoo ja, waar is het opgeborgen?"
„Daar weet ik niets van," antwoordde de se
cretaris. „Hij heeft er nooit met mij over ge
sproken."
„Tusschen ons gezegd.. met mij ook
niet. Ik heb al zoovele jaren alles, wat iets
met de wet te maken had, voor hem in
orde gemaakt, maar voor zoover ik weet heeft
hij nooit een testament gemaakt. Meer dan eens
heb ik hem aangeraden het te doen, maar zoo
als de meeste menschen, die over een goede
gezondheid beschikken, stelde hij steeds uit. In
alle geval moeten wij nu zijn papieren hier en
ook in het huis op Portman Square onder
zoeken."
Selwood antwoordde niet, maar volgde Bar
thorpe in het privékantoor waar zijn patroon
zoo tragisch zijn dood had gevonden. Het lijk
was al weg gebracht en alles zag er als gewoon
lijk uit, behalve dat de inspecteur en de recher
cheur er nog waren. Daar hun vak dat mee
brengt bekeken zü alles nauwkeurig. De inspec
teur onderzocht de twee vensters en scheen
de mogelijkheid te overwegen, om daardoor
binnen te komen en weer te verdwijnen. De
rechercheur, gewapend met een vergrootglas,
bekeek de posten der deur, de leuning der stoe
len en zelfs de oppervlakte van het bureau
op zoek naar vingerafdrukken.
„Ik zal u niet storen," zei Barthorpe vrien
delijk. „Mijnheer Selwood en ik willen alleen
den inhoud van de brandkast onderzoeken. Mo
gelijk vinden wij wat ik zoek, hoewel ik twijfel
of er wel iets anders te vinden zal zijn dan
papieren, die betrekking hebben op dit flatge
bouw. Als hij iets persoonlijks wilde bewaren,
zou het toch eerder in de brandkast van zijn
particulier huis zijn. Nu, welke is de sleutel
van deze kast? Kent u dien?"