Petrus en Paulus Een goed examen Industrie-banken De oorzaak van kouvatten Dr. TH. H. SCHLICHTING Bij het graf van de Prinsen der Apostelen VRIJDAG 28 JUNI 1935 Mr. Marchant over Egmond Pomotie te Leiden Uit het mijnbedrijf Als de K XVIII in Indië aankomt Feestelijke ontvangst in Soerabaja voorbereid Woonhuis in vlammen opgegaan WONING AFGEBRAND Brandweer was machteloos Boter naar Duitschland De bezwaren der exporteurs zijn ondervangen BESTUUR DER GEMEENTE BEERTA Nederlandsche bloemen- en fruit- tentoonstelling Voor- en tegenstanders van ge meentelijke deelname aan het woord Alleen rendabele be drijven Kinderen en drukke wegen Zij mogen den veiligen weg naar school nemen Concurrentie-terreur De Haagsche peper-gooiers veroordeeld NED. MIDDENSTANDSBONDEN Vergadering van de Commissie van Overleg BEDRIJFSAUTOHOUDERS BIJEEN Een vergunningstelsel? Besmetting de voor naamste factor INT. STIKSTOF-SYNDICAAT Conferenties te Scheveningen EXPORT NAAR RUSLAND Als men in Rome een bezoek brengt aan de Catacomben, die onderaardsche gangen waar duizenden martelaren begraven zijn en daar den dag van de Verrijzenis van het lichaam afwachten, dan vindt men daar op de wanden verschillende opschriften uit het eerste Christelijke tijdperk. Men kan ze nog duidelijk lezen: het zijn smeekbeden tot de prinsen der Apostelen Petrus en Paulus. Wat dat beteekent? De oudheidkundigen hebben daaromtrent een zeer nauwgezet onderzoek ingesteld. Volgens een oude overlevering is Sint Petrus op 29 Juni van het jaar 67 de juiste datum staat echter niet absoluut vast in het circus Nero, waar thans de Vaticaansche paleizen staan, als martelaar den kruisdood gestorven. Op denzelfden dag en waarschijnlijk ook het zelfde jaar is Sint Paulus, die het Romeinsche burgerrecht bezat en derhalve niet gekruisigd mocht worden, op den weg naar de havenstad Ostia onthoofd. De legende verhaalt dat zijn hoofd, toen het van het lichaam werd gehouwen, van het heuvelig terrein naar beneden rolde en op de drie plaatsen waar het met de aarde in aanraking kwam zouden drie bronnen ontspron gen zijn. Op diezelfde plaats staat thans de abdij Tre Fontane. Toen het Christendom zich vrij mocht ont wikkelen werden onmiddellijk boven de plaat sen waar Sint Petrus en Paulus begraven lig gen, gedachteniskapellen gebouwd: Keizer Con_ stantijn liet deze later door twee groote basi lieken vervangen. Maar hoe kwam dan het gebeente van den grooten apostel der heidenen naar San Sebas- tiano? Men veronderstelt dat in de derde eeuw, ten tijde van de Christenvervolging onder Kei zer Valerianus, die de begraafplaatsen der Christenen in beslag liet nemen, de lijken van Sint Petrus en Paulus 's nachts heimelijk naar de Catacomben zijn gebracht, waar ze verborgen gehouden werden tot het einde der vervolging. Keizer Constanten zou ze dan later naar de oude begraafplaatsen hebben laten terugbren gen en daar de beide beroemde basilieken heb ben laten bouwen. De geleerde prelaat dr. Jozef Wilberts is ech ter een andere meening toegedaan. Hij is van oordeel dat de lijken van Sint Petrus en Pau lus slechts zoolang in de begraafplaatsen van San Sebastiano werden bijgezet totdat de ge dachteniskapellen in het huidige Vaticaan en aan de Via Ostia gereed waren. De opschriften ln de groeve onder San Sebastiano zouden dan te verklaren zijn als een herinnering aan die periode. Toen later onder Constantijn de beide Ba silieken gebouwd werden, liet de keizer de graf tomben der Apostelen met anderhalve Meter dikke bronzen platen omgeven en een zwaren steenen muur daarover metselen, zoodat de kostbare reliquieën tegen ieder geweld beveiligd waren. Tijdens de volksverhuizing werd het metselwerk nog versterkt. De Germaansche stammen die gedurende die periode naar Rome trokken, hebben steeds de basilieken van de prinsen der Anostelen gespaard. De Saracenen daarentegen die in de 9e eeuw de stad plunder den. hebben uit deze basilieken alles wegge sleept wat ze mee konden nemen. Maar de gra ven der apostelen hebben ze niet aangetast. Erger was het toen in 1527 de soldaten van Keizer Karei V de Zwitsersche Garde bij „Sacco di Roma" vernietigden en de H. Stad aan deze horden ter plundering prijsgaven. Zij maakten van den Sint Pieter een stal en in plaats van met stroo bestrooiden ze den grond met kost bare handschriften uit de Vaticaansche archie ven: ze beroofden de altaren, zij trachtten het graf van Sint Petrus open te breken. Zij slaag den er zelfs in om den grooten steen, die boven de grafkamer is aangebracht, weg te nemen, maar de sarcofaag bleef onaangetast. Ook de verbouwingen die in den loop der eeuwen hebben plaats gehad in beide basilie ken, werden altijd zoo uitgevoerd dat de graven der Apostelen op hun plaats bleven. Zelfs toen de grootste bouwmeesters, die de wereld ooit heeft gekend zooals een Bramante, Rafael, Michelangelo, Maderna en Bemini den Sint Pieter zijn huidigen vorm en schoonheid gaven, bleef altijd het terrein der oude basiliek in de tegenwoordige crypte onder het Pauselijk Al taar in ongeschonden staat bewaard. Vier tot vijf Meter lager ligt de graftombe met de zware bronzen platen. De basiliek van Sint Paulus buiten de Muren waar Sint Paulus begraven ligt, is in 1823, ter wijl Paus Pius VII op sterven lag, door brand vernield. Dertig jaar later was deze beroemde kerk weer uit haar puin herrezen in haar schit terenden ouden luister. Ook het graf van Sint Paulus heeft door dezen brand niets geleden. Iti het tijdschrift „Bouwen" schrijft mr. Marchant naar aanleiding van de inwij- dnig der Egmonder priory een artikel „In keer en Herstel". De oud-minister geeft daar in een reconstructie van zijn rede, op 4 Sep tember 1934 gehouden bij de opening van de tentoonstelling „de Abdij van Egmond", waar aan wij nog het volgende ontleenen: „Thans is het weer zo gelopen, dat de be. hoefte aan kerkforten, tegen het gevaar van heidenen dreigende, weer is gaan nijpen. Nieuwe stormen zijn tegen het Christendom opgestoken. De taak van de Noormannen en West-Friezen is door anderen overgenomen. Het is zaak, dat de Christenen uit de gevol gen der onderlinge vernietiging lering trek ken." Verder herinnert mr. Marchant aan het debat waartoa deze „Roomsche" redevoering later in de Tweede Kamer aanleiding heeft Begeven. ,3ezwaar konden tegen mijn redevoering," zoo schrijft hij, „alleen zij hebben, die uit Papenhaat een Minister verboden willen zien, de waarheid te zeggen; die een foutieve „his torische visie" willen handhaven; die vóór al les vasthouden aan de historisch onjuiste stel. ling, dat bet Nederlandse volk is een protes tantse natie, dat wil zeggen een anti-katho lieke natie, dat wil zeggen, een natie, waarin Protestanten nummer één zijn, en katholie ken een gevaar. Daartegen was juist mijn ■Waarschuwing gericht, omdat deze ijveraars een gescheiden en twistend volk stellen tegen- over de ontzettende aanvallen op het chris tendom zelf; omdat zij aldus elke weerstand kreken. Ik meen te mogen zeggen, dat ik de strijd, hierover door anderen in de Tweede Kamer ontketend, heb gewonnen. De ridders van „de Protestantse natie" hebben het afgelegd. Dat ik toen reeds op weg was om katholiek te borden, kan niets veranderen aan de kracht ^er argumenten. Men argumenteerd trouwens zonderling. ®en schrijver noemt mij een huichelaar, om. lat. ik, in wezen katholiek zijnde, my voor deed als protestant; en hij verwijt mij tege lijk, dat ik roomse redevoeringen hield, waar uit veeleer zou volgen, dat ik mij had voor gedaan als katholiek. Hij betoogt, dat men wel zeer bekrompen moet zijn om katholiek te wezen, en vermeldt als merkwaardigheid dat in deze tijd zoveel intellectuelen overgaan naar de katholieke kerk. Zo constateert een ander, dat wie op zijn oude dag katholiek wordt, aan hersen verweking moet lijden. Dit schijnt dus een epidemie te zijn, die woedt onder de intel lectuelen. Dat men zelf uit onwetendheid in dwaling kan verkeren, schijnt bij niemand op te komen. Men bouwe aan de abdij lustig voort! Ne derland heeft dit bolwerk weer hoog nodig. De Noormannen zijn weer in aantocht. En als men ons volk waarschuwend voorhoudt: „er komen 31 cellen voor de paters Benedictijnen," dan is ons antwoord: „31 salons hebben deze paters niet nodig; zij' komen niet voor zich zelf, maar voor anderen; en zij, en niet de protestanten van na de kerkhervorming, vin. den hun historische legitimatie in de woor den: „Christus is gisteren en heden. Dezelfde en tot in eeuwigheid." Heden promoveerde aan de Rijksuniversiteit te Leiden tot doctor in de geneeskunde, onze vaste medische medewerker, de heer Th. H. Schlichting, geneesheer te Amsterdam. Zijn proefschrift is een historisch-critische studie over de temperamenten en werd uitgegeven door de firma Dekker en Van de Vegt te Utrecht. Hij benadert zijn onderwerp, dat weliswaar op medisch gebied ligt, maar vele raakpunten heeft met andere vakken van stu die, niet eenzijdig geneeskundig, doch maakt gebruik van de wysgeerige en psychologische methodiek en toont daarbij een uitgebreide en degelijke belezenheid in de geschriften der wijsgeeren en psychologen uif oudheid, middel eeuwen, nieuweren en nieuwsten tijd. De tem. peramentsleer, aldus de schrijver, is de leer van de algemeene lichamelijke toestanden, in zooverre zij invloed uitoefenen op de handelin gen en het gevoel van het menschelijke indi vidu. Deze temperamentsleer is te onderschei den in twee samenstellende deelen: de con- stitutieleer, die zich bezighoudt met de be staande lichamelijke geaardheid en de mor- phologie of physiognomie, die zich bezighoudt met de uiterlijke openbaringsvormen der in nerlijke constitutie. Achtereenvolgens behan delt de auteur nu de opvattingen omtrent de temperamentsleer in de Indische en Chineesche oudheid, bij Hippocrates, bij de Grieksche en Romeinsche geneeskunde na Hippocrates, bij de Arabische en de middeleeuwsche geneeskun digen, om vervolgens over te gaan naar de nieuwere, tijden en dan in een samenvattend hoofdstuk te concludeeren, dat het klassieke on-i derscheid der vier temperamenten, sanguinisch cholerisch, phlegmatisch en melancholisch, in derdaad verantwoord is, zij het niet door de argumenten der ouden en dat het tempera ment fungeert als de klankbodem, de geschikt heid om op te nemen en te verwerken, zoo mede als de bepalende factor van het subjec tieve gevoel. Het vlot geschreven rustig be- toogende werkje, waarvan wij hier in het kort een overzicht gaven, heeft, behalve een strikt- medische, ook een zekere cultuurhistorische waarde, omdat het de tijdperken der geestes geschiedenis onderzoekt op een mede cultuur- bepalend gebied. Bij het hindernisloopen in Engeland moesten de deelneemsters met den mond een appel uit een emmer halen. Het icas in dubbelen zin in deze warme dagen een lekker hapje. Naar wij vernemen is ir. C. F. A. Groot, tech nisch directeur der N. V. Steenkolenmijnen „Willem Sofia", te Kerkrade, benoemd tot direc teur-generaal van bovengenoemde steenkolen mijnen. SOERABAJA 28 Juni (Aneta) De com mandant der „Jan I" stond aan bestuur en leden van de vereeniging „Onze Vloot" toe, om aan boord van de „Prins van Oranje" de K XVIII bij aankomst tegemoet te varen. De bemanning van de K XVIII en prof. Ve- ning Meinesz zullen op de Marine-sociëteit aan de Oedjoeng te Soerjabaja, worden ontvangen. Zij zullen hier worden toegesproken door den oudsten marine-officier en den heer Oudraad namens de vereeniging „Onze Vloot". Ver volgens zullen souvenirs worden aangeboden, terwijl aan prof. Vening Meinesz het eere-lid- maatschap dezer vereeniging zal worden aangeboden. In den afgeloopen nacht omstreeks twee uur werd de heere Valkenier te Naaldwijk wakker door het geknetter van vlammen in de woon kamer. Hij wekte het gezin, waarvan de vier kinderen op den zolder sliepen. De vlammen waren reeds tot deze verdieping doorgedrongen, toen men de woning verliet. Van den inboedel kon niets worden gered. De brandweer, die met vier stra len op de motorspuit het vuur bestreed, kon niet verhinderen, dat het huis totaal afbrand de. Alle kracht moest worden ingespannen, om het aangenzende woonhuis, bewoond door den heer V., te behouden. Dit perceel had men oijtruimd. Het huis bekwam veel waterschade. Omstreeks half zes kon de brandweer inrukken. Omtrent de oorzaak van den brand is niets bekend. Ver zekering dekt slechts gedeeltelijk de schade. Woensdag is brand uitgebroken in de wo ning van den heer J. Heere aan den Kuikens- weg te Wijk aan Duin. Hoewel de brandweer spoedig aanwezig was viel aan blusschen niet te denken. Het ge- heele huis was één vuurzee. De brandweer, onder leiding van den brandmeester L. Lan gen dijk wilde de standpijp op de waterleiding plaatsen, waarbij echter bleek dat de pijp niet paste. De oorzaak hiervan is gelegen in de omstandigheid, dat de Kuikensweg de grens vormt tusschen de gemeenten Wijk aan Zee en Duin en Heemskerk. De brandkranen zyn van de laatste gemeente. Direct werd Heemskerk gewaarschuwd, dat een slangenwagen zond. Men bepaalde zich tot het nathouden van een dichtbij staande bloembollenschuur. Het gebouw is tot den grond afgebrand. De bewoners waren afwezig, doch werden telefonisch van het gebeurde in kennis gesteld. Door de brandweer werden de muren wegens gevaar van instorten omge trokken. De heer H. is tegen brandschade verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. Cor Wals maakte Donder dagavond op de wielerbaan in het Stadion te Amsterdam zijn debuut als stayer. Wals in duel met Leddy (voor) Op de vragen van het Tweede Kamerlid Lo- vink in zake spoedige vaststelling van een tijdelijke garantieregeling ter bevordering van den uitvoer van boter naar Duitschland, welke uitvoer door de leden van den Bond van Co- operatieve Zuivelverkoopvereenigingen werd ge staakt, heeft minister Gelissen o.m. geantwoord, dat inmiddels, ten einde dezen export wederom voortgang te doen vinden, een regeling is ge troffen in den zin als heeft gegolden in den aanvang van dit jaar. De bezwaren der importeurs zijn hierdoor ondervangen. Verschenen is het verslag der Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot intrekking van de wet van den 29sten December 1933 tot voor ziening in het bestuur der gemeente Beerta Blijkens dit verslag had het de instemming van vele leden, dat de regeering den nieuwen gemeenteraad in de gelegenheid wil stellen op normale wijze het bestuur der gemeente Beerta te voeren. De besturen der Coöp. Centrale Westlandsche bloemenveiling en dat van den Bond Westland, zullen dit jaar weer een groote bloemen- en fruittentoonstelling organiseeren in het gebouw der eerstgenoemde veilingvereeniging te HonSe- lersdijk, van 1317 Augustus. doet Ge, als Ge rustig kunt nadenken, zonder angst-gevoel, zónder gejaagdheid, zónder hoofdpijn. Neem daarvoor 'n „AKKERTJE". Zoo'n metalen zakdoosje met 3 stuks voor slechts 20 cent is voor U bijzonder geschikt. Overal verkrijgbaar. Noordwijk, 28 Juni Op de voortgezette vergadering van de Ver eeniging van Nederlandsche Gemeenten wera een tw'eetal prae-adviezen behandeld over de vraag of de overheid en eventueel de gemeente moet deelnemen aan de oprichting van indus- triebanken, en zoo ja, welke wegen zij daarbij moet bewandelen. Het prae-advies van den heer A. A. van San- dick bevat den volgenden gedachtengang: Uitbreiding van het industrieele productie apparaat in Nederland, mag in het algemeen eerst aan de orde worden gesteld, nadat de be staande industrie-outillage, voor zoover deze voor het heden en naar menschelijk inzicht, ook voor de toekomst, levensvatbaarheid bezit, weer op een rendabele basis is gebracht. Het staat te vreezen, dat de stichting van nieuwe industrieën weliswaar werk verschaft, doch voornamelijk tengevolge van den bouw en de inrichting dezer nieuwe fabrieken, maar het is geenszins aannemelijk, dat deze fabrieken een blijvend rendabel bedrijf zullen hebben en dus ook blijvend tot de oplossing van het werkloos heidsvraagstuk zullen bijdragen. Als werkver schaffingsobject komt niet in de eerste plaats de stichting van nieuwe industrieën in aan merking, doch veeleer, voor wat de gemeenten betreft, de woningbouw1, stratenaanleg e. d. Doen zich in concreto gevallen voor, waarbij het economisch verantwoord is tot de stichting van een nieuw industrieel bedrijf over te gaan, dan is het duidelijk dat hierbij voor het vraag stuk der financiering een oplossing moet wor den gezocht. Hierbij moet voorop worden gesteld, dat het hier niet gaat om het fourneeren van bedrijfs- crediet, in welke behoefte het bestaande bank- apparaat op bevredigende wijze kan voorzien, doch uitsluitend om de beschikbaarstelling van middelen, noodig voor de financiering van de vastleggingen, waarvoor dus de verstrekking van gelden in den vorm van credieten of obligatie- leeningen niet in aanmerking komt, doch uit sluitend een kapitaalverstrekking. Slechts indien het niet mogelijk blijkt zich op andere wijze de noodige middelen te verzeke ren, kan een deelname van de overheid in het kapitaal van de industriebank in aanmerking komen. Van de bedrijfsvoering heeft zij zich echter, om principieele zoowel als practische redenen, verre te houden. Een deelname van een gemeente in het kapi taal van een industriebank is slechts gerecht vaardigd indien en voor zoover de te vestigen of te reorganiseeren industrieele bedrijven in deze gemepnte zijn gevestigd. Het prae-advies van Prof. Dr. Gelissen, ter vergadering verdedigd door den heer Gielen, rust op stellingen wier voornaamste inhoud deze is: Nederland is een industrieland geworden. In de allereerste plaats en voor zooveel mo gelijk moet gestreefd worden naar juisten in dustrie-opbouw1 in eigen land. De industrie-opbouw moet hand in hand met de te voeren economische politiek plaats vinden. In verband met het bestaande zichtbare in- voersurplus in ons land van 326.000.000 is het gewenscht om door een systematisch onderzoek na te gaan of een deel der ingevoerde produc ten ter bevordering van werkherstel en werk verruiming in eigen land gemaakt kan worden. Naast behoud en uitbreiding van alle andere bestaansbronnen is thans een verdere industria lisatie van ons land noodzakelijk. Arbeid en kapitaal dienen, waar ons land in een voortdurenden economischen oorlog is met de snelheid en degelijkheid, die ook een goede militaire mobilisatie kenmerkt, blijvend gemo biliseerd te worden. Daartoe geeft Prof. G. concrete voorstellen. Het geheele systeem dient om het door par ticulieren genomen initiatief te helpen bevor deren, indien zulks goed is; om te voorkomen, dat particulieren initiatieven doorzetten, die economisch niet verantwoord zijn, alsmede om het particuliere initiatief in goede richting te stimuleeren. Een Industriebank is een van de middelen om het kapitaal ten behoeve der financiering of uitbreiding van bestaande industrieën of voor de oprichting van nieuwe industrieën te mobi- ïiseeren en aldus de industrialisatie te helpen bevorderen. Industrialisatie is een nationaal belang; het is dus om sociaal-economische redenen noodig, dat diegenen, die voor ordening in de industria lisatie in ons land verantwoordelijk zijn, orde nend kunnen optreden (besturen der volkshuis houding naast de staatshuishouding). Hiervoor is noodig invloed en zeggenschap der regeering ten opzichte van de industrie-finan cieringsinstituten. Staatstoezicht of staatsinvloed mag echter, uitzonderingsgevallen daargelaten, niet tot Staatsexploitatie leiden. Het particuliere initia tief moet zooveel mogelijk in stand gehouden en geprikkeld worden. Als principe geldt, dat de overheid hier eerst dan mag ingrijpen of initiatief moet nemen, wanneer het algemeen belang dit vordert. De taak der overheid is hier slechts een aanvul lende, welke taak in abnormale tijden (crisis- of oorlogstoestand) een grootere is dan in nor male. Behoud en versteviging, zoowel als uitbreiding van bestaande of vestiging van nieuwte indus trieën is voor de volksgemeenschap en voor de overheid, belast met de algeheele of gedeelte lijke leiding der Nederlandsche Staats- en volks huishouding, zoowel om sociaal- als om privaat- economische redenen, gewenscht en noodzake lijk. Een der middelen ter bereiking van dit doel is een Industriebank. Het is om die redenen gewenscht, .dat de overheid, hetzij het Rijk, de provincie of de gemeente, het initiatief tot op richting hiervan neemt, en deze instelling zoo noodig door deelneming in het kapitaal of door gedeeltelijke garantverklaring steunt, indien het particulier initiatief te kort schiet. Voor zoover het algemeen belang zulks vor dert, moet de overheid invloed hebben, resp. behouden, ook indien het door de overheid ge nomen initiatief door particulieren wordt voort gezet en voltooid. De gemeentelijke overheid moet in dit opzicht naar coördinatie en samenwerking in provin ciaal verband en de provinciale overheid naar coördinatie en samenwerking in nationaal ver band streven, teneinde aldus te verkrijgen werk verruiming in plaats van werkverplaatsing, ka pitaalvorming in plaats van kapitaalvernieti ging. In plattelandsgemeenten komt het dikwijls voor, dat kinderen om een school te bezoeken, welke in hun woonplaats niet is, dagelijks een langen weg moeten afleggen naar een ander dorp. Bekend mag worden geacht, dat als deze afstand langer is dan vijf kilometer, de gemeentebesturen verplicht zijn, aan de ouders in de eventueele verwoei kosten (autobus of rijwiel) tegemoet te komen. Vooraleer het zoover is, moeten dikwijls heel wat moeilijkheden over wonnen worden. Dat heeft ook een inwoner van Sassenheim ondervonden. Het gemeentebestuur had hem vervoerkosten van zijn kinderen, die de open bare school te Lisse bezoeken, niet willen ver goeden en ook Ged. Staten van Zuid-Holland wezen zijn verzoek af, omdat de afstand naar de school korter dan vijf kilometer was. De vader liet het bij deze dubbele afwijzing echter niet en zocht zijn heil hooger. En de Kroon was hen) gunstiger gezind. Hoewel ook zij den kortsten afstand van huis naar school korter dan vijf kilometer rekende, vond zij net wenschelijk, dat een langere weg wordt afge legd in het belang van de veiligheid van de kinderen. De kortste weg was n.l. die over den rijksweg Den HaagHaarlem, waar behalve een druk autoverkeer ook nog tramverkeer is. De afstand langs den veiliger weg was lan ger dan vijf kilometer en dus werd het ge meentebestuur van Sassenheim verplicht, de vervoerkosten (rijwiel) aan den vader te ver goeden. De Rotterdamsche rechtbank heeft vonnis gewezen in de zaken die betrekking hebben op de conhurrentie-terreur, welke in het laatst van het vorig jaar heeft plaats gehad in het volks verzekeringsbedrijf en waarvoor de 43-jarige assuradeur M. B., die het willoos werktuig was in handen van een vroegere inspecteur en twee van zijn handlangers, de 23-jarige schoenmaker J. de R. en de 24-jarige kolenwerker K. van de K., zich hebben te verantwoorden gehad. M. B. werd wegens het uitlokken van de misdrijven om den hoofd-inspecteur van den Olveh, J. M. v. d. Bosch, in Den Haag, peper in het gelaat te doen gooien, voorts om den verzekeringsagent B. Korpershoek te doen mishandelen en ten slotte om de woning van de verzekeringsagen- tesse, Meewissen, met teer te doen besmeuren, veroordeeld tot 1 jaar en 6 maanden gevange nisstraf met aftrek van prev. J. de R. werd wegens mishandeling van den hoofdinspecteur veroordeeld tot een gevangenis straf van I jaar met aftrek van prev. K. v. d. K. werd wegens mishandeling van den verzekeringsagent B. Korpershoek op den Vlaar- dingerdijk, wegens het met teer besmeuren van de woning en wegens medeplichtigheid aan den peperaanslag op den hoofdinspecteur tot een gevangenisstraf van 4 maanden met aftrek van prev. Te 's-Gravenhage vergaderde, onder leiding van den heer W. G. Scheeres, de Commissie van Overleg uit de drie Nederl. Middenstands bonden. Besloten werd by de Regeering aan te drim gen op schrapping van de mogelij kheid tot hef fing der zakelyke bedrijfsbelasting. Aan de aangesloten plaatselijke midden- standsvereenigingen zal worden geadviseerd per. sonen, die als filiaalhouder of bedrijfsleider of anderszins in loondienst zyn van grootonder nemingen in den detailhandel of van verbruiks coöperaties, in de toekomst niet meer als lid op te nemen en maatregelen te nemen, opdat het lidmaatschap van zittende leden van dien aard zoo spoedig als mogelijk is, worde be ëindigd. In verband met het feit, dat door enkele Kamers van Koophandel af en toe vergaderin gen worden gehouden met de besturen der mid- denstandsvereenigingen in haar rayon, stelde de Commissie als haar oordeel vast, dat het ar- rangeeren van dergelijke vergaderingen niet op den weg der Kamers van Koophandel kan wor den geacht te liggen. In verband met het herhaald passeeren der middenstandsbonden, speciaal van de zijde van het ministerie van Sociale Zaken thans wederom by de samenstelling der commissie inzake de jeugdwerkloosheid werd besloten opnieuw onder aandacht van den Raad van Ministers te brengen: de functie en beteekenis van de middenstandsbonden als centrale orga nisaties der werkgevers in het kleinbedrijf. Het secretariaat der Commissie van Overleg berust vanaf 1 Juli as. hij het Bureau van den Koninklijken Nederl. Middenstandsbond, Mau- ritskade 33 b, Den Haag. Donderdagmiddag is in het Seinpost-theater te Scheveningen de algemeene vergadering ge houden van den Bond van Bedrijfsautohouders, welke huishoudelijk was. r« voorzitter, de heer A. J. ten Hope, heeft een openingsrede gehouden, waarin hij aller eerst, terwijl de vergaderden zich van hun zetels verhieven, het overlijden herdacht van H. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. den Prins. Sjjr. besprak voorts den ongunstigen toestand. Met betrekking tot de instelling van de Cen trale Commissie van Advies en Bijstand, die de regeering voorstellen inzake de ordening van het verkeer zal hebben te doen, merkte spr. op, dat de regeering het blijkbaar niet noodig heeft geacht, iemand uit de bedrijfsautohouders tot lid der commissie te benoemen. Hij acht het in stryd met de redelijkheid en de rechtvaardig heid, dat behalve het ambtelijk deel en een enkel lid, dat niet geïnteresseerd is bij eenig vervoermiddel, slechts werden aangezocht per sonen uit het spoor-, tram- en scheepvaart bedrijf of die daarmede innige relaties onder houden. Naar hetgeen bekend is, moet aangenomen worden, dat de denkbeelden van de centrale commissie van advies zich bewegen in de rich ting van een vergunningsstelsel voor vracht auto's. De voorzichtigheid gebiedt voorshands echter niet van het standpunt uit te gaan, dat er een overproductie in het vervoerwezen be staat. Voor spr. stond het vast, dat de bedrijfs autohouders hun belangen in handen van den nieuwen minister van Waterstaat veilig mogen achten. De maatregelen zullen eerst na ryp beraad van zijn zijde worden getroffen niet in het voor- of nadeel van een bepaald transport middel, doch in het belang van het verkeers- en bedrijfsleven. Het staat wel vast, dat verkoudheden als grootere of kleinere epidemieën optreden en wel in bepaalde jaargetijden vaker dan in andere. Hoewel de verkoudheid op zich zelf een ongevaarlijke en zelfs onschuldige ziekte is, kan zij toch zeer hinderlijk zijn en de aanlei ding worden voor ernstiger storingen van de gezondheid. Ook uit een sociaal oogpunt is de bestrijding van de verkoudheden belangrijk, zooals men bij alle groote instellingen steeds meer inziet. Het epidemisch optreden van de verkoudheden wijst er op, dat infectie een rol speelt, terwijl het voorkomen in het gure voor- en najaar meer doet denken aan een directen invloed van de koude, de afkoeling, tocht enz. De algemeene opvatting is dat de infectiefactor de belang rijkste is en de bestrijding hiervan moet uit gaan. Zoo deelde onlangs prof. Smilie van de Har vard University School of Public Health een en ander mede over de resultaten van meerdere expedities, die het bestudeeren van het kou vat ten tot doel hadden. Op Spitsbergen zijn de bewoners aan hevige koude en sterken wind gedurende den geheelen winter blootgesteld. Toch kwamen er geen verkoudheden voor; eerst toen in het voorjaar schepen met dragers van de verkoudheidskiemen bij het eiland kwa men, trad er een verkoudheidsepidemie op. Op het tropische St. Johns-eiland vond Smilie een aardsch paradijs wat klimaat en levensomstanöf oigheden betreft. Onder de bevolking van ongeveer 750 perso-"? nen verbreidde zich echter een echte verkoud heidsepidemie toen zij in contact kwam met bacillendragers. Zoo was het ook op een eenzaam poststation in Labrador. Gedurende den geheelen winter was er geen verkoudheid onder de menschen opgetreden, totdat er een postbode kwam, die de infectie verspreidde. Uit het onderzoek van zulke geïsoleerde be volkingsgroepen bleek het, dat de besmetting de voornaamste oorzaak van de verkoudheid is. Een verkouden persoon is alleen de eerste drie dagen voor zijn omgeving gevaarlijk, daar na niet meer, ook al is de verkoudheid nog niet beter en zelfs al is er nog eenige temperatuur- verhooging. Naar wy vernemen zal heden in het Palace- hotel te Scheveningen een bijeenkomst plaats hebben van het Internationale Stikstof-Syn dicaat. Een groot aantal lancfèn zal op deze conferentie vertegenwoordigd zyn. De delega tie van de Duitsche stikstofproducenten is reeds te Scheveningen aangekomen, terwijl ook de Chileensche delegatie haar intrek in het Palace-hotel heeft genomen. Voorts worden nog vertegenwoordigers van de Tsjecho-Slo- waken en van de Engelsche producenten ver. wacht. Voor Nederland zal dr. Frowein, de directeur-generaal der Staatsmijnen aan de besprekingen deelnemen. De besprekingen zijn nog niet aangevangen en het is ook niet zeker waar de conferenties zullen gehouden worden. Waarschijnlijk zal dit echter in het Palace-hotel zijn. Naar ons ter oore komt, is het voornaamste punt, dat op de conferentie behandeld zal worden de verlenging van de internationale stikstof-conventie, welke eenige jaren geleden tusschen de producenten tot stand is gekomen. Gelijk reeds vroeger werd bericht, heeft zich eenigen tijd geleden in opdracht van het Col lege van Regeeringscommissarissen der Land- bouw-Crisiswet 1933, een drietal terzake deskun dige personen naar Rusland begeven, teneinde te onderzoeken of en in hoeverre mogelijkheden bestonden om tot exportzaken met de Sowjet Unie te geraken. Het College van Regeeringscommissarissen achtte dit rechtstreeksche contact gewenscht, nadat verschillende pogingen om door middel van tusschenpersonen tot handelstransacties te geraken, niet tot resultaat hadden geleid. Naar wij vernemen is uit de thans bij genoemd Col lege ingekomen rapporben gebleken, dat op dit oogenblik nagenoeg geen mogelijkheid bestaat voor het tot stand brengen van nieuwe handels transacties met de Sowjet Unie ten aanzien van producten, welke onder de Landbouw- Crisiswet 1933 vallen, meer in het bijzonder dus ook niet ten aanzien van vee, varkens, spek, rundvleesch in blik en zuivelproducten. Intusschen is door het thans tot stand ge komen rechtstreeksche contact met de bevoegde Russische instanties beter de aandacht geves tigd kunnen worden op onze importmogelijk- heden, hetgeen, indien de belangstelling voor onze producten mocht toenemen, van belang kan zijn. De aandacht van het College van Regeerings commissarissen blijft, evenals vroeger, by voort during gevestigd op iedere mogelijkheid om tot export ook naar Rusland te geraken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5