De week-end-reis naar Brussel ATTRACTIE WORDT ZEER OP PRIJS GESTELD y%. ZONDAG 30 JUNI 1935 ONS PRIJSRAADSEL Onder de goede oplossers zullen deze week bovendien als troostprijs 25 boeken worden verloot Een lettergreep-puzzle Het nieuwe raadsel TaZ'acuStsCl.cLl cUZcCct 0£U. .ae Eamd ca/focL-Cu&rnc. rrie/rufc/brruccLtzomjl naa/i. tlI/tvnu. nexmi.pz.pe. xac. 'iccstce/ritaX. te,Ittn/L Ktnob. tA/r.inu. vc.iwn. zo-et. i DRAADLOOS-TELEFONISCHE PERSDIENST Laatste uitzendingen door het Persbureau Vaz Dias J URI STEN VEREEN IGING Bevoegdheden van den gemeenteraad WERKLOOSHEID IN APRIL EEN LOONKWESTIE BIJ DE MIJNEN Staatsblad uitgegeven Het Aneta-consortium Persbureau-kwestie in den Volks raad besproken Geen consortium OOSTENRIJK—NEDERLAND Graaf Orsini und Rosenberg VERLAGING LOODSGELDEN Motie van de Ned. Mij. voor Nijver heid en Handel ONTSLAG VAN ONDERWIJZER Volgens beslissing van de Kroon gaat afvloeiing van jongste in dienstjaren vóór EEN BOEK OVER H. M. DE KONINGIN Nederlandsche venters in België ONEERLIJKE CONCURRENTIE Middenstand moet aan de bestrij ding krachtdadig medewerken Int. Hondententoonstelling UIT DE STAATSCOURANT Ond er scheid ing Rechterlijke Macht Spreekwoorden en gezegden |pillllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU«IIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllBRABANTSCHE BRIEVEN 1 Na den donder was de locht as zalf veur oew keel I iyn buiten was proper gebezemd iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiifiniiiiiifiiijiiiiitiHi 'Nen dag om op te f reten De groote belangstelling van onze lezers voor ons wekelijksch prijsraadsel is nog aanzienlijk ge stegen, sinds wij in plaats van de gebruikelijke 25 prijsboeken een gratis tweedaagsch week-end-reisje naar Brussel als prijs uitgeloofd hebben. Ook deze week zullen wij onder de inzenders van een goede oplossing weer een dergelijk reisje verloten. De talrijke inzendingen, die wij deze week ontvingen, hebben weer overduidelijk getoond, dat onze lezers gaarne een kans maken om dezen prijs te winnen. Zooals men weet, zal de datum, waarop de reis aanvangt, door de reis-afdeeling der Vereenigde Katholieke Pers, in overleg met den winnaar of winnares, worden vastgesteld. Hoewel bleek, dat de woordverandering- puzzle van Zondag j.l. hier en daar nog al aanleiding tot moeilijkheden had gegeven, was ook nu het aantal sollicitanten voor de week-end.reis naar Brussel weer zeer groot. De heer L. J. W. Drinkenburg, Pieter Kiesstraat 58 rd. Haarlem werd ten slotte door het lot als de gelukkige winnaar aangewezen. De oplossing van onze interessante opgave was: Hengel H Leugen TJ Koorts 0 Stronk n Vonder o Vriend i Sering g Vernis v Halter 1 Aether e Katoen e Karton r (ook: Kraton) Leegte e Gestel s Mokker r Komiek i Relaas a Laster t Marsch r Schema e Scherf e Frisch i Sintel n Stilet t (ook: Stilte) Rechts krijgen we dus: den naam der in richting voor Hooger Onderwijs: Universiteit en links den naam der docenten: Hoogleeraren Een drietal meervoudsvormen, die we van vele oplossers ontvingen, n.l. tegels in no. 7, ratels in no. 9 en titels in no. 12 moch ten nog wel als goed worden geaccepteerd, doch een vervoegingsvorm snorkt in no. 2 was ons te bar! En vinder in no. 3 is niet in orde, wijl daar van geen omzetten sprake is: er was uitdruk kelijk alleen voor no. 6 opgemerkt, dat daar geen omzetting moest plaats hebben. Thans kunnen onze lezers hun geluk be proeven met de volgende lettergTeep-puzzle, waarvan wij hierbij het schema afdrukken. Met de 45 gegeven lettergrepen moet men 15 woorden vormen, welke aan de volgende omschrijvingen voldoen: 1 plaats in Gelderland 2 Europeesche Staat. 3 equator 4 liefhebber van lekker eten en drinken 5 stelkunde 6 werelddeel 7 de Bijbel van de Israëlieten 8 ons hoogste regeercollege x 7 JBk9 9 diamant 10 treurspel 11 terstond 12 onze naaste 13 continent 14 bewoner van Overijselsche stad 15 republiek in Zuid.Amerika. Plaatst men dit 15-tal in dé aangegeven volgorde onder elkaar, dan zal de kolom der beginletters den len regel en de kolom der vijfde letters den 2en regel te lezen geven van een rijmpje, dat de belangrijke vraag stelt, waarvan sprake is in ons opschrift. We merken nog even op, dat het laatste woord bij die kolom der vijfde letters niet in aanmerking komt, omdat het uit slechts 4 letters bestaat. De tweede regel van ons rijmpje bestaat dus uit 14 letters. Onder de goede oplossers wordt dus weer een week-end-reisje naar Brussel uitgeloofd. De inzendingen worden tot Donderdagmid dag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruijsdaelstraat 60, Utrecht. De verzoiging van den Draadloos-Telefo- nischen Persdienst is heden voor het laatst ge schied door het Persbureau Vaz Dias. Deze dienst is op 21 Februari 1922 aangevangen. Tot sluiting van den dienst heeft de direc teur van het Persbureau, de heer M. S. Vaz Dias, Zaterdagochtend een toespraak tot de bij den dienst aangesloten dagbladen gehouden. „Nu het Persbureau Vaz Dias, aldus de heer Vaz Dias, na 32-jarigen arbeid afscheid van U zal nemen, wensch ik ook namens mijne mede-directeuren, de heeren Lissauer en Da Silva, allen dank te zeggen, allen die het lijkt ons thans zoo'n beetje grijze oudheid! in de eerste zeer moeilijke jaren van het be staan van ons persbureau, ons wèl hebben wil len steunen. Thans hoop ik, als oprichter van V.D., ten- slotten in het ANP mijn stoutste droomen op persorganisatorisch gebied te kunnen verwe zenlijken. Zoo worde het ANP het officieele persbureau in het kleine Holland, het model bureau, dat door de leiders der grootere zuster, organisaties in het buitenland met eere zal worden genoemd. Dit vooral, mijne heeren, is voor mij de helle lichtzijde van de voltrokken evolutie. En dat des stichters naam daarbij in de leiding en de geschiedenis van onze nieuwe organisatie zal blijven voortleven, vervult mij met groote dankbaarheid. Ik mag niet eindigen zonder het vertrouwen uit te spreken, dat de hartelijke verhouding en samenwerking, welke steeds tusschen de Redacties der Nederlandsche dag bladen en die van V.D. heeft bestaan, uiteraard niet zal verzwakken nu de V.D.-staf van naam verwisselde. En thans vol moed en zelfvertrouwen aan den arbeid!" keuring van Ged. Staten te vervangen door een mededeelingsplicht aan Ged. Staten, die daar door gelegenheid krijgen een besluit bij de Kroon ter vernietiging voor te dragen. Volgens prof. P. W. Kamphuizen, hoogleer aar te Nijmegen, gaat tegenwoordig de stroom terecht de richting uit, dat men het bestuur niet meer moet opdragen aan 'n groot college, hetwelk niet altijd in alle opzichten deskundig is. De gemeenteraad heeft zooveel werk, dat onmogelijk alles goed kan worden gedaan. De raad moet meer worden tot controleerend or gaan. Het bestuur moet meer worden geconcen treerd in handen van B. en W. Het zou ge- wenscht zijn wethouders te kunnen benoemen buiten de leden van den raad om. Mr. J. J. M. van de Ven, advocaat te Arn hem, was van meening, dat in den raad niet gezocht wordt naar de beste oplossing, maar dat de raadszaal meer een politieke arena is. Nadat de verschillende sprekers door de beide prae-adviseurs waren beantwoord, werd overgegaan tot stemming over de vraagstukken: Is het gewenscht bij de wet alle thans aan den Gemeenteraad toekomende bestuursbe voegdheden over te brengen bij het College van B. en W„ met dien verstande, dat aan den Raad (behalve het verordeningsrecht) slechts blijven het recht tot benoeming van wethouders, het recht van interpellatie en het budgetrecht? Ontkennend beantwoord (10 voor). Zoo neen, is het dan gewenscht enkele be stuursbevoegdheden, voor zoover thans met zoo vele woorden opgedragen aan den Raad, over te brengen bij de wet aan B. en W.? Bevesti gend (10 tegen). Zoo ja, moet dit dan in het bizonder gelden voor: a. benoeming en ontslag van alle gemeente ambtenaren, behalve secretaris, ontvanger en ambtenaren van den burgerlijken stand. Be vestigend (6 tegen). b. vaststelling van de bezoldiging van de ge meenteambtenaren. Ontkennend (3 voor). Is het gewenscht ten aanzien van het budget recht van den raad beperkende bepalingen in de wet op te nemen? Ontkennend beantwoord (18 voor). Tot bestuursleden werden gekozen mr. A. D. H. Fockema Andreae (Arnhem), prof. mr. F. J. A. Huart (Amsterdam) en prof. mr. E. J. J. v. d. Heyden (Nijmegen). Zaterdag werd te Arnhem de algemeene ver gadering van de Nederlandsche Juristenver- eeniging voortgezet. Behandeld werd het onderwerp: „Is het ge wenscht het bestuur van de gemeente, voorzoo ver thans opgedragen aan den gemeenteraad, over te brengen naar het College van Burge meester en Wethouders?" Prae-adviezen waren uitgebracht door prof. mr. F. J. H. Huart (Amsterdam) en prof, mr. C. W. van der Pot (Groningen). Bij de gedachtenwisseling beval mr. M. H. de Boer, wethouder van Utrecht, aan de goed- Hieronder volgen de werkloosheidspercenta ges, berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze cijfers (zijnde het percen tage werkloosheidsdagen van het aantal dagen, dat gewerkt had kunnen worden, indien geen werkloosheid ware voorgekomen), geven voor elke „Bedrijfsklasse" het algemeen gemiddelde van de werkloosheid onder de tot de verschil lende takken van bedrijf in elke bedrijfsklasse behoorende leden van de organisaties, welke ge gevens nopens de werkloosheid dier leden aan het Bureau verstrekken; de ongeorganiseerden vallen bijna allen buiten het onderzoek. Het totaal aantal personen, van wie de werkloosheid is nagegaan, bedroeg in April 1935 rond 481.000, waaronder 473.000 tegen werkloos heid verzekerden; het aantal werkloozen onder hen bedroeg rond 166.500, waaronder 164.500 verzekerden. Bedrijfsklassen Werkloosheidspercent. April April Maart 1935 1934 1935 Aardewerkindustrie enz. 39,5 27,7 42,- Diamantindustrie 72,5 64,- 70,2 Drukkersbedrijven enz. 16,9 16,2 17,- Bouwbedrijven enz. 35,8 27,2 42,8 Houtbewerking enz. 40,7 33,9 46,5 Kledingindustrie 17,2 15,- 20,4 Lederindustrie 18,1 12,2* 16,9 Steenkolenmijnen 20,2 17,2 22,3 Metaalindustrie, scheepsbouw 41,- 37,1 42,2 Textielnijverheid 33,- 26,1 33,3 Voedings- en genotm.bedrijven 21,6 18,4 20,- w.o. tabak- en sigarenindustrie 27,9 26,4 24,7 Landbouwbedrijven, veenderij 8,7 9,4 12,4 Visscherij 48,4 47,2 50,2 Handelsreizigers 11,2 10,4 10,9 Verkeerswezen 33,5 29,- 34,7 Handels- en Kantoorbed. 10,- 9,5 9,9 Toonkunstenaars 31,6 28,8 28,2 Overige kl. (v.l. fabr.arb.) 27,5 20,8 28,- Totaal excl. landb.bedr. enz. 30,2 25,4 32,- Totaal industrie 32,2 26,6 34,4 Onvolledige opgaven. De Ned. R. K. Mijnwerkersbond heeft een schrijven verzonden aan de directie van de Oranje Nassaumijnen, waarin hij mededeelt, dat door arbeiders, werkzaam op de Oranje Nassau II werd bericht, dat gedurende de maand Mei over weken waarin meer dan vier dagen niet werd gewerkt een loonsverlaging is toegepast van 3 procent. B(j het getroffen accoord is bedongen, dat alle voorstellen der directies van de particuliere mij nen tot verlaging van de loonen inbegrepen verlaging van den kindertoeslag, vermindering van verlof-met-behoud-van-Ioon zouden wor den teruggenomen. De Bond verzoekt de noodige maatregelen te treffen, om aan de betrokken arbeiders de 3 procent alsnog uit te betalen. Zaterdag, 29 Juni 1935, is uitgegeven Staats blad no. 364. Besluit van den 27sten Juni 1935, tot vaststelling van den algemeenen maatregel van bestuur, als bedoeld bij artikel 8 der wet van 4 Maart 1935 (Staatsblad no. 76) houdende voorzieningen, ter zake van gemeentelijke kos ten van werkloosheidszorg. EXPEDITIE-RAPPORT» „Op het oogenblik is hier alles stil en rus tig' verdraaid! Juffrouw, die laatste zin moet weg!" BATAVIA, 29 Juni. (Aneta.) In de Alge meene Beschouwingen van den Volksraad wordt het volgende opgemerkt: „Gaarne zou men volledig worden ingelicht omtrent den gang van zaken welke tot de overname van het Pers bureau Aneta door een combinatie uit handel en bedrijfswereld leidde. Tevens werd gevraagd welk aandeel de Regeering in de onderhande lingen dienaangaande had. De vorming van een tweeden perstelegram- mendienst door een consortium, waarbij een aantal groote en veel-gelezen bladen aange sloten zfjn, welke allen in één hand zijn, deed eemge leden de vrees koesteren niet alleen voor een eenzijdige voorlichting, maar ook voor de mogelijkheid dat de meening dier dagbladen zou kunnen gehouden worden voor de meening van een groot deel van het publiek, terwijl bedoelde bladen in hoofdzaak een opinie van een be paald deel van den groothandel vertegenwoor digen. Deze leden konden slechts toejuichen dat Aneta in handen is genomen van een veel- zjjdig-samengestelde belangengroep, zoodat ook een veelzijdige neutrale voorlichting van dit orgaan mag worden verwacht, terwijl zij de toc-standkoming van een tweeden persdienst om deze reden bedenkelijk achten. De vraag was daarom bij hen gerezen, of het niet wen- schelijk zou zijn dat de Regeering een eigen persbureau opricht, ten einde de vorming der openbare meening in goede banen te kunnen leiden. In verband met de zich, in de voornaamste dagbladen, steeds scherper aïteekenende ge neigdheid naar het nationaal-socialisme, is de noodzakelijkheid van onpartijdige berichtgeving bijzonder gewenscht. BATAVIA, 29 Juni. (Aneta.) Naar aanleiding Van verschillende beschouwingen in diverse bla den omtrent de reorganisatie van de N.V. Aneta-Batavia, merkt deze naamlooze ven nootschap op, dat een „Aneta-consortium" als zoodanig niet bestaat, doch dat de tegenwoor dige aandeelhouders van Aneta-Batavia meer malen hebben te kennen gegeven, dat zij aller minst bezwaar hebben tegen uitbreiding van het corps van aandeelhouders op breeder na tionale basis. De nieuwe Oostenrijksche zaakgelastigde graaf dr. Felix Orsini und Rosenberg, met wien wij in Den Haag bij het afscheid van den afgetreden zaakgelastigde alreeds mochten kennismaken, heeft Zaterdagmiddag ter ken nismaking met de vertegenwoordigers der Ne derlandsche pers in Hotel Carlton te Amster dam, 'n thee aangeboden. Graaf dr. Orsini und Rosenberg is 'n sympathiek diplomaat, die al reeds gedurende zijn zoo kort verblijf in ons land veler vriendschap won. Hij heeft ons gisteren in een kernachtige toespraak even een sche matisch beeld voor oogen gesteld van het nieu we Oostenrijk. Hij eerde allereerst de onafhan kelijke Nederlandsche pers als een Weltpresse en zei het voor zich een groot genoegen te vin den temidden van de vertegenwoordigers dezer pers over het nieuwe Oostenrijk onzer dagen te kunnen spreken. Oostenrijk heeft niet de ideeën van anderen gecopieerd, doch is eigen wegen gegaan! Oos tenrijk heeft zich afgekeerd van den Formal- cemocratie, dat staatkundige problemen slechts door het stemcijfer kunnen worden opgelost. De gezonde democratische elementen zijn echter uit een voorafgaande periode overgenomen in de autonomie der gemeenten. In Oostenrijk is de christelijke staatsidee van den „christlichen Standeastaates" opgetreden, welke door den onvergetelijken Dollfuss den Oostenrijkers is nagelaten, en aan welke de regeering Schusch- nigg-Starhemberg haar gezamenlijk arbeids kracht schenkt. De klassentegenstelling van kapitaal en arbeid wordt vervangen door de ge dachte van den corporatieven staat. Spr. schil derde in het kort den verblijdenden economi- schen vooruitgang, die in Oostenrijk valt waar te nemen. We komen op deze merkwaardige rede van graaf Orsini und Rosenberg ter ge legener tijd nog terug. De consul-generaal mr. P. G. van Tienhoven had den nieuwen zaakge lastigde ingeleid en de heer H. G. Tulp, ver tegenwoordiger der Oostenrijksche Bondsspoor- wegen, sprak een propagandistisch woord over het nieuwe Oostenrijk als ideaal voor touristen. Tien jaren geleden reisden nog slechts 1800 Nederlanders naar Oostenrijk, verleden jaar waren het er 36000! In de Zaterdagmorgen te Groningen voortge zette vergadering van de Nederlandsche Maat schappij voor Nijverheid en Handel werd op voorstel van het Departement Den Haag bij ac clamatie een motie aangenomen; waarin de ver gadering kennis riemende van de crisisomstan digheden, waarin de Nederlandsche havens door de buitenlandsche politiek de laatste jaren ver- keeren, wenscht de aandacht van de regeering erop te vestigen, dat de binnenkort verwachte verlaging der loodsgelden nog slechts voor een deel het grove verschil in kosten tusschen Ne derland en de havenplaatsen van naburige sta ten opheft, en dat het dringende noodzaak blijft zoo spoedig mogelijk te beslissen over het nemen van verdere maatregelen, welke de Nederland sche havens in staat stellen de concurrentie met buitenlandsche zeehavens het hoofd te bieden. In December 1934 heeft de raad van Opster- land aan den heer H. Mulder, onderwijzer aan de O. L. S. te Ureterp, ongevraagd eervol ont slag verleend wegens opheffing van de betrek king van vijfde leerkracht aan die school, zulks met ingang van 1 Januari 1935. De heer Mulder, aldus „De Telegraaf", ging hiervan in beroep bij Ged. Staten van Friesland, doch dit beroep werd ongegrond verklaard. Hoe wel hij niet de leerkracht met het minste aan tal dienstjaren is, moesten de onderwijzers met hoofdakte en de beide onderwijzeressen aan de betrokken school gehandhaafd blijven. Tegen deze beslissing ging de heer Mulder in beroep bij de Kroon. Bij K. B. van 18 Juni 1935 heeft de Kroon zijn beroep gegrond verklaard. De Kroon overwoog hierbij o.a. dat bij de Opheffing van een betrekking als onderwijzer aan een school bij het ontbreken van een bij zondere regeling in het algemeen als regel be hoort te gelden dat na de gehuwde onderwij zeres-niet kostwinster de laatst aan de school aangestelde onderwijzers het eerst voor afvloei ing in aanmerking behooren te worden ge bracht. Het bezit van een hoofdakte mag hier niet den doorslag geven. In den loop van Augustus zal bij de N. V. Uitgeversfirma Albani te 's-Gravenhage 'n boek verschijnen, getiteld „Koningin Wilhelmina". Het dankt zijn ontstaan aan de overweging, dat er op het oogenblik wel verschillende groote verzamelwerken zijn, die verschenen op belang rijke oogenblikken in het leven onzer Vorstin (inhuldiging, zilveren regeeringsfeest, zilveren huwelijk), maar dat een kleinere, afzonderlijke uitgave, welke een algemeene schets geeft van haar leven en haar bestuur en 'n karakteristiek van haar persoon tot dusverre nog niet het licht zag. Dit nieuwe boek, dat in groote lijnen het leven en de figuur van de Koningin schetst, is geschreven door den heer D. Hans, journalist, te 's-Gravenhage. Aan de Nederlanders, die gewoon zijn in Bel gië van deur tot deur te venten, of aldaar ver deren handel op den openbaren weg of op open bare markten te drijven, wordt aangeraden zich vóór 10 Juli a.s. mondeling of schriftelijk aan te melden bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken hier te lande, onder welker gebied de gemeente, waarin zij gevestigd zijn, res sorteert. Op de Algemeene Bondsvergadering van den Koninklijken Nederlandschen Middenstands bond op 2 Juli a.s. te Apeldoorn te houden, zal ook in behandeling komen een rapport van den heer R. J. Koopmeiners te Rotterdam over de toepassing der wetgeving betreffende de oneer lijke concurrentie. Dit rapport handelt over de beteekenis, de draagwijdte en interpretatie van artikel 328 bis van het Wetboek van Strafrecht, waarbij oneer lijke mededinging strafbaar is gesteld. De heer Koopmeiners ontkent, dat door de bedreven oneerlijke mededinging aantoonbare schade zou moeten zijn ontstaan. Voldoende is toch als „eenig nadeel voor concurrenten kan ontstaan". Het leed en het nadeel, dat door veelsoorti ge en veelvuldige bedreven oneerlijke mededin ging over den reëelen middenstand wordt ge bracht is ontzettend groot en het is een mid- denstandsbelang om intensief de aandacht op deze misleiding van het publiek te vestigen. Politie noch justitie schijnen met den ernst en de gevolgen van dit misdrijf op de hoogte te zijn. Met een voorbeeld wordt aangetoond, hoe in een gepubliceerd geval van ernstige misleiding en bezwendeling van het publiek vervolging ach terwege bleef. Als de middenstand echter zijn taak begrijpt en de helpende hand biedt, ook door vakkundige voorlichting van de justitie, dan kunnen belang rijke en zegenrijke resultaten bereikt worden, vooral wat voorkomende werking betreft. Ten bewijze daarvan worden verschillende strafvervolgingen vermeld, met weergave van de strafbare handelingen, terzake waarvan een veroordeelend vonnis gevolgd is. Het rapport komt tot de slotsom, dat het be doelde artikel van het Wetboek van Strafrecht een afdoend middel is tegen het groote kwaad van de oneerlijke mededinging, indien de mid denstand en zijn organisatie hun plicht kennen tegenover zich zelve en tegenover de gemeen schap, door in de voorkomende gevallen bedrei ging met aangifte en als dit niet helpt, door aangifte toe te passen. Nuttig effect is dus slechts te verwachten, als de middenstandsorganisatie krachtdadig mede werkt om de strafbepaling aan zijn doel te kun nen doen beantwoorden. In den Dierentuin te 's-Gravenhage is Zater dagochtend geopend de vierde internationale hondententoonstelling voor alle rassen, met kampioenschap voor alle rassen C.A.C.I.B., on der bescherming van de Fédération Cynologique Internationale. Het totaal aantal aanwezige honden bedraagt 400. Er zijn niet minder dan 20 eereprijzen be schikbaar gesteld. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje» Nassau L. B. Tjebbes, predikant bij de Neder- duitsch-Herv. gemeente te Middelburg. Aan mr. C. J. J. M. Pétit is op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Rotterdam, onder dankbetuiging. Aan onze lezers wordt de vraag voorge legd, welk spreekwoord of gezegde de tee kenaar hierboven in beeld heeft gébracht. De oplossing wordt in het volgende Zon dagochtendblad gepubliceerd. De teekening, die Zondag j.l. werd ge plaatst, stelde voor het spreekwoord: ,Jia regen komt zonneschijn." ULVENHOUT, 25 Juni 1335 Menier, Trui hee de tafel onder den notenlèèr gezet vanavond en onder den gorgel van den maarel, die as 'n zeuvenfluit deur den stillen zomeravond schalmeit, schrijf ik oe deus briefke. Den avond is as zuuten olie, die vloeit over oew zielement. Den dag was zwaar. Broeihitte stond te wemelen op de velden, "n Locht, teerblauw as "nen geschuurden tinnen 6chottel, wuifde over de stille weareld, die wit yan zon was. In 't hooilaand voelde-n-ik m'n bloed naar m'n vel dringen, zoo zweepte de zon heur werm- te op mijnen bast. Zwaar kroelde den hout-achtigen geur van *t hooi over ons durp. En eer ik 'nen volgenden voor gras afgeslagen had, lag den veurigen al te vergelen tot goudgelen hooi, die zoo zuutig ruukte, mee de scherpte van peper. Oew har- se ns kropen er vol van. Ruim, wijd strekten de velden naar 't bosch, da mee z'n leste sparren nog in 'thooiland stond. 't Was werm! M'nen bonte stond tot aan den buik in de Mark te slapen, met open lodderoogen, die niks zagen. As Trui 'n kan koel pompwater met citroensap 't laand opbrocht, dan stotte ze me aan, wees op den bonte en lachte; „die is zekers bang dat den melk zuur wordt mee die hitte, Dré." En fel zag ze deur heur spleetoogskes, die 't witte zonnelicht deur boorden, naar mij. 'kHad plazier in m'n sterke, pootige wyf, amico. De mouwen op, tot d'ellebogen, sjuust as in den winter, waren heur korte, breeje onder, ermen te zien in al heur steuvige kracht; hard van den buiten, vurig van de zon. Ros van den feilen dag, scheen heuren kop de zon af te ketsen en ginnen pèèrl zweet was aan heur te zien. Toch had ze sjuust duuzend meters ver twee koperen kannen water gedragen deur 't heele veld en hem* ennigste opmerking over de wermte gold den zoogenomden veurzurg van de bonte, die volgens Trui den melk koel hield. „Wa zegde gij weinig," vroeg Trui. Maar ik vergat efkens antwoord te geven. Amico, t-is *n plazierig bezit, zo'n struisch wijf! As stippen waren de kerels in *t wijd-ruime hooilaand. Ze stonden verspreid, hier en daar in kleine groepen, die den witten buiten nog wijder en weidscher mokten. 't Gras viel gestaag plat onder de zulver- blaanke zeisen, die as zonneschichten over d'eerde sprongen. 'k Had m'n borst bloot, waarover t water gutste tot jeukens-toe. Duuzenden veugeltjes pitsten in t afgedane grasgewas, waaruit ze grèèt huilie zaaikes zoch ten. Wa verderop lag mijnen Bles, onder dien schaduw van 'nen poppelier, waaruit .zachtjes 't Oostenwindeke klepperde. 'tWas zoo stil, da 'k 't uurwerk in onzen kerktoren hoorde schuren, teugen dat den klok slag viel in 't witte Niks van dezen puren zo merdag, die werm teugen oew vel aankroelde. Toen dwerlden wat hooipluimkes op.... 't Mansvolk keek allegaar naar de locht. Enke len wezen naar 'nen donderkop, die schamp- wit teugen 't „geschuurde tin" van den hemel stond gekarteld. tWindeke ruimde. Koel streek 't over de verbrande borsten en nekken. De veugeltjes flierden in grooten zwerm weg. Toen düsterde den dag. Slecht getroffen! Den wind builde. Den'dag verkleurde. In t loof veural, dat deurschijnend lichtte van de kollesale witte donderwolken, die 't gebladerte deurschenen. Boven de bosschen, wijd weg, den kant van 't Belze uit, kruiden de wolkenklodders over mal' kaar in bezeten geweld. Ineenen wier de weareld zwart. Hoog boven onzen kop flierden zwarte wolkslierten; d'eerste druppen, malsch en vet patsten ze neer. Spat- tenden uit malkaar op oew dampende vel. Maar 'kwas te veul mee m'n afgedane hooi begaan, om die lekkere, die koele druppen te genieten. Maar ollee! "t Stond nog nie in oppers, 't was straks gaauw gekeerd. Dof rolde den donder van verre, achter de bosschen vandaan. Zwak sidderd het eerste gelicht aan den ender. Vetter klatsten de druppen op d'eerde. Spet terden op 't loof in rauschend gerucht. *k Ging mee de mannen op huis aan. Slenterend, waant 't was lekker op den buiten. De eerste druppen in 't wèrme laand lieten den èèrde ruuken met vrouwelljken geur, as ik 't zoo zeggen mag. 'Nen veugel vloog mee aangstig snellen slag deur 't wolken-zwart, op kollesale hogte. Toen klatste de bui in rauschend lawijt naar d'eerde. Toen sloeg, veur 't eerst vandaag gin nen wennen gloed op oew vel. Ziltig en malsch stroomde 't water tot schuimens-toe op den groenen èèrde, die gulzig zoop uit deuzen over daad. Den donder rolde dichterbije, 't Licht wier blaauwer. Sneed as messen veur oew oogen, die er blind van wieren. Den donder begost te knetteren, of de toch ten scheurden. 't Lawijt wier heftiger. As radeloos zwiepten de volle boomkruinen in de vlagen van den spookachtigen wind, die ieveraans uit den duster kwam gegulpt, telkens en telkens weer. En as we in den stal te woch- ten stonden, dan schuurde de waterval witte voren in den erft, waarlangs 't schuimend sop driftig wegspoelde haar den laaggelegen mest- kuiL Toen barstte er 'nen donderslag los, waarvan 't lawijt te groot scheen veur ons durpke....! Hij dreunde mee lichten pijn na, in oew har- senpan. Wij keken malkaar aan en ennigten sloegen 'n krüske. Daar kwam Trui aangebèèrd. Wit as 'nen doek. En as ze aangstig is, amico, dan zet ze ge meenlijk 'nen grooten mond open. „Zeg 's, zijn juilie gek? Motten juilie getrof fen won-en? Is da-d-'n manier van doen. om hier in de poort te gaan staan? Naar binnen, zeg 'k oe!" En sjuust as ik naar 'n krachtig woord zocht, om heur te laten zwijgen, dan flikkerde daar 'n mes van blaauw licht veur onz' oogen, dat we stijf stonden, gevangen zaten in 't bloed- stremmende licht. As ik weer zien kost, zou 't me nie verwon derd hebben, as lk hier nog alleenig stond. maar net as ik blij was mee m'n verlossing uit deus korte gevangenis van schrikkelijk licht, dan daverde de weareld onder de twintig, dar- tig klappen, die daar in de ruimte sloegen of heel den hemel op onzen kop ging vallen. Trui hield hein- haanden boven op heur muts. Ze boog in heur knieën deur of er al 'n zwaar meubel uit den hemel óp heur viel. „Olievrouwkestamebij," heurde-n-ik heur ve zelen, vlug en dikkels en toen heb 'k ze vast gepakt, m'n goeie wijf, steuvig, da ze 't voelde en gezeed: „Trui, ge ga toch nie veur oewen tijd, toeteloeris, ollee, schenkt ons maar 'nen bak koffie in!" As menschen in den aangst zitten, dan geef ik ze zoo meugelijk altij maar wa te doen, da's 't beste middel om ze over den aangst of zürg henen te helpen. Maar 't onweer begost nou af te nemen. Den donder ratelde weer verder en verder weg, t gelicht wier zwakker, de bui droogde op. En veur we 't beseften scheen de zon. De. afgespoelde, opgeschuurde zon, amico! Ze straalde nog fierder as 'n uur gelejen. D*n bul ten leek proper gebezemd. Maar m'n platte gras.... ocherme! Afijn. Zo'n bui loopt rap kwijt en d'èèrde was droog in 'n kwartier. De locht was as zalf veur oew keel. Ge slikte ze, dronk ze in, in teugen, 't Leven was éenen balsem. En deuzen avond, amcio. Ras vloeit den zonne -ondergaank deur den kruin van m'nen uitgedrupten notelèèr. Vermiljoen blinkt den spiegel van de volie regenton, waarop de avondlocht drijft. Trui ritselt heur krantje aan m'n tafel. Scheef zie "k den manesikkel, blaank as zon beschenen glas, aan den hemel hangen. 't Was 'nen zwaren dag, mee 'nen teug uit den hemel. Den avond is olie, waar m'n ziele ment op drijft. Wat is t leven schoon, wat is t n groote ge nieting te asemen in Gods wondere, kuste- lijke schepping, waarover nou den avond val len gaat in dieperen duster, in plechtigen ru 't Is 'nen dag gewiest om op te f reten, ra*wr*- Veul groeten van Trui en as altij home minder van oewen toet a voe DRÉ. J. d. G. Utrecht. Oewen braillebnef zal Tc mergenavónd uitpluizen en beantwoorden. Be- daankt alvasc veur oewen kollesalenbnethorre. (Lezer(es), gelieve dit te zeggen aan mynen blinden amico, asteblief).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 6