Zoekt gij betrouwbaar 1 Personeel? Plaats dan een „Omroeper* voor 80.000 gezinnen De eerste vliegende burgemeester van ons land. Het Belgische koningspaar te Luik. Zomertoiletjes Matrozenpakje Onze Clivia VERSCHILLENDE SAUSEN DINSDAG 9 JULI 1*35 iimnninmninnniiiiniuiuuiuiuuiuiiimiuuiuiiiiiiiiiiin Een snapshot tijdens de finales van de zeilwedstrijden zeilweek der Rotterdamsche We hebben ons lang tevreden moeten stellen met nu en dan een blik te werpen in onze kleerkast naar de aanlokkelijke zomertoiletjes, die dit jaar zoo lang op hun joyeuse entrée in de buiten wereld moesten wachten. En nu we einde lijk zoo gelukkig zijn, om ze den volke te toonen, merken we, dat we nog niet eens genoeg hebben, maar er best nog *n paar dunne jurken bij kunnen gebruiken. De hallzijden en kunstzijden stofjes zijn daarbij zoo goedkoop en de patronen van „Panora" kosten bijna niets, zoodat we ons zelfs in dezen tijd deze kleine Uitgave kun nen permitteeren. Het meest typische van de zomermode ls, dat we werkelijk geen enkele lange mouw zien dragen en dat bijna alle aandacht ge concentreerd wordt op de halsafwerking. Zooals we ook aan bijgaande modellen zien, zijn overal volants, plissée's en strikken aangebracht. Fig. 98 is een gebloemde japon met ty pische raglanmouwtjes. De rok is met een punt in de taille gezet. De versiering be staat uit. witte klokvolants langs hals en mouwen. Het patroon is te verkrijgen in maat 42, 44, 46 en 48. Fig. 87 is ook bijzonder geschikt voor zwaardere figuren. De mouwen bestaan uit een ruimen volant, waar onderuit een wit plissémouwtje komt. Twee kléine plissé-ja- bo'ts zien we ook aan weerszijden van den nuntvomngen hals. Enkel van achteren is een ceintuurtje, dat eindigt in een strik. Patroon verkrijgbaar in maat 42, 44, 46 en 48. Fig. 88. Japon van gebloemde kunstzijde met raglanmouwen. Vanuit den schouder naad zien we een langen volant, van boven afgewerkt met een fluweelen strik. De rok heeft nog opgeknipte zijbanen en de voor baan heeft van boven eenige fijne inge- stikte plooitjes. Het patroon is ook in de zelfde maten verkrijgbaar als de voorgaan de modellen en voor ieder model heb ben we 4 tot 4J4 Meter stof noodig van 100 c.M. breed. POLA. Op het gewone Hollandsche menu neemt de jus van vleesch een groote plaats in. Maar indien er geen vleesch op den disch komt of wanneer we gekookt vleesch hebben, kan de maaltijd door een goede saus zeer veel verbeterd worden. Men kan zulke sausen maken van bouillon maar evengoed van water met 'n paar bouillon blokjes. Witte ragoutsaus, geschikt om op te die nen bij gekookte kalfs- of ossetong, bij witte boonen of bij hard gekookte eieren. Bij y, L. water rekent men hiervoor: 3y afgestreken eetlepel bloem, 1 eierdooier, 2 Maggi's bouillonblokjes, l stukje foelie, 'n klein takje thijm, laurierblad, 'n stukje ui, 'n takje peterselie en 2 afgestreken le pels boter. Men laat de verschillende kruiden onge veer 'n uur zachtjes trekken in het water, zeeft het dan en lost er de bouillonblokjes in op. Dan verwarmt men de boter met de bloem op 'n zacht vuurtje, voegt daar lang zamerhand, onder voortdurend roeren, den bouillon bij en laat de saus even doorkoken. Den dooier klopt men in de sauskom en roert daar, voorzichtig, de saus doorheen. Tomatensaus, heerlijk bij rijst, witte boo nen, macaroni, harde eieren of bloemkool. Men rekent, bij L. water, 4 afgestreken eetlepels dikke tomatenpuree, Z'A afgestre ken lepel bloem, 2 afgestreken lepels boter, 1 uitje en 2 Maggi's bouillonblokjes. Men verwarmt op een zacht vuur, steeds roerende, de boter, de fijn gesnipperde ui en de bloem tot een lichtgele masst, voegt daar langzamerhand het water bij, waarin men tevoren de bouillonblokjes heeft laten oplossen, roert er de tomatenpuree door heen en als de saus een oogenblik gekookt heeft, giet men ze door een zeef in de saus kom. Volgende week Dinsdag nog een ander recept Voor onze priesters Voor iemand, die voor de missie of voor dezen of genen priester eens iets wil maken en daarvoor geen eenvoudige patroontjes kan vinden, laten wij hieron der een paar palla's volgen. Palla I. Deze wordt geborduurd op heel fijn lin nen met gekleurd D. M. C. borduurkatoen of splijtgaren. Het kruis en de stralen in steelsteek; het eerste: rood en de tweede: goudgeel. De letters in platten steek: blauw. Buitenste randen van het patroon in den flanelsteek (dicht op elkaar): blauw. De rondjes in de hoeken met ingrijpsteek en de cirkel in het midden met ketting steekje; beide goudgeel. Deze palla kan ook gewerkt worden op satijn zijde of linnen in goud borduren. De contouren van het patroon met goud draad opnaaien en de vlakjes tusschen de lijnen opvullen met satijn-, ketting of fla nelsteek van zachtgele filofloszijde. Palla II. De contouren zijn alle met den steelsteek gewerkt, al of niet met steken gecombi neerd. De visch: Zilvergrijs contour, blauwgrijze strepen; bek en oog: rood. De mand: bruin contour, de banden ge- cordonneerd en ingevuld met rooden in grijpsteek; de schuine strepen: bruin ket tingsteekje. De brooden: goudgeel. Het water: contouren blauwgrijs; inge vuld met blauwgrijzen ingrijpsteek. Omgevende ruit en bladeren: bladgroen; de nerven lichtgroen (in kettingsteek). De ruit is met dubbelen steelsteek gewerkt; bij de contouren der bladeren is door den steelsteek nog een draad heengewerkt, zoo dat deze het karakter krijgt van een koordje. Het is natuurlijk mogelijk alles in dezelf de steeksoort te bewerken; eenige variatie is echter aan te bevelen. De voltooide palla's moeten ongeveer 1719 c.M. lang en breed zijn. De onderkant moet met linnen zijn afgewerkt. Het geborduurde en het linnen worden elk op een afzonderlijk stuk kar ton bevestigd., deze beide deelen naait men daarna op den kant aan elkaar. Voor wie moeite mocht hebben met het opteekenen, is bij onderstaand adres tegen betaling van 0.50 een strijkpatroon ver krijgbaar. J. Kaart, Zonnebloemstraat 38, Haarlem. (Giro 165662). Voor deze gebruiken wij witte satijnzijde, die bewerkt wordt met filofloszijde. Voor jongens van vier jaar Genomen maten: heupw. 68 c.M., broekl. 30 c.M., blousel. 38 c.M. Benoodigd: 1.10 M. kamgaren van 1.30 M breed, 1 M. voering, 55 c.M. Fransch flanel, K M. donker blauw jeans, een stuk smal veterband, 30 c.M. rood bies, 1 M. zwart lint, 2 c.M. breed, 3 anker tjes, 7 groote en 2 kleine knoopjes voor het broekje, 2 knoopjes voor het frontje. Van bovenstaand pakje teekent ge het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Van het rug en borststuk en de zakken van de broek maakt ge nog even apart een patroontje door dit na te radeeren. Hierna legt ge alle patronen zoo voordeelig mogelijk op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt; de pijpjes van de broek wordt 4 c.M. bij- gerekend. Het naaien van dit pakje kan op dezelfde manier geschieden als het matro zenpakje dat in een voorgaand artikel be schreven is voor een jongen van 6 jaar. DINY, De Clivia is de kamerplant bij uit nemendheid! Niet alleen bewondert men haar om den indrukwekkenden symmetrisch geplaatsten bladerentooi, maar ook om de prachtige bloemen, waarop zij ons ieder jaar vergast, als wij ze maar 'n goede verzorging hebben toegedacht, 't Is waar, dat een Clivia in de huiskamer vaak mooier en vooral gezonder is dan in de kassen. Hier krijgen ze niet zelden gele vlekken op de blaren, terwijl de kleur in de kamers diep-groen wordt. Clivia's treft men bij alle bloemenlief hebbers aan. Maar tqch gelukt het hun niet altijd, de plant flink aan den groei te houden en nog minder ieder jaar een flink ontwikkelde bloem voor den dag te doen komen. De oorzaken kunnen hiervoor van verschillenden aard zijn. Daarom moeten zij, die te tobben hebben met hun Clivia, de volgende aanwijzingen onthou den en zoo noodig ter harte nemen. Mis schien is het succes dan verzekerd. Een Clivia mag men gerust in een ver warmde kamer plaatsen, maar dan in 't volle licht, want anders worden de blade ren te slap en zullen zij spoedig doorknik ken. Veel zon kan de plant niet hebben, want de bladeren worden dan geel en vlekkerig. Een Clivia geeft men na den bloei veel water en veel voedsel; voor een krachtigen groei geeft men maar zelden te veel. Het voedsel is tegenwoordig toch zoo gemakkelijk te verstrekken in den vorm van de vele bloemenmest-soorten. Van October houdt men geleidelijk op met het geven van mest en water, totdat de bloem steel ongeveer 15 cJVÏ. hoog is. Dan gaat men weer langzaam telkens meer water en Knippatroon Matrozenpakje voedsel toedienen. Doet men dit te vroeg, dan blijft de bloem beneden tusschen de bladeren zitten. Als men meenen mocht, dat de Clivia's 's winters geen water mogen hebben, dan heeft men het ook mis. Staat ze in een koele, vorstvrije kamer, dan geeft men één keer per maand wat water, doch in een kamer waar gestookt wordt, kan het wel twee- tot driemaal per week noo dig zijn. Onthoudt maar, dat de grond des winters meer aan den drogen dan aan den vochtigen kant moet zijn. Men krijgt de mooiste bloem, als men de plant laat staan, waar ze den geheelen winter is ge weest. Dus niet van een koele in 'n warme kamer, maar ook niet van 't gewone licht in de volle zon. De stengel zou daardoor te kort blijven en de bloemen zich niet ge heel ontwikkelen. Is de bloem geheel uitgebloeid, dan moet men geen zaad laten groeien, want 'n leek krijgt daarvan toch geen goede planten. Men snijdt den stengel een paar cM. bo ven de bladeren af, dus niet in de blade ren. Na een paar weken is het resteeren- de deel verdroogd en kan men het gemak kelijk er uit trekken. We zeiden het reeds, dat een Clivia in den zomer meststoffen en water moet heb ben en op een lichte plaats staan. Ont houdt men derhalve haar de bemesting of geeft men haar des winters te veel water of staat ze op een te donkere plek, dan kan men er zeker van zijn, dat er geen of een zeer nietige bloemstengel voor den dag zal komen. Het blad van de Clivia kan toch zoo in-groen worden. Maar er komen soms vlekken op. De oorzaak is veelal een te vochtige en muffe omgeving, of dat men ongemerkt wat opgelosten mest op de bladeren heeft laten vallen. Ook te koud water is verkeerd. Water moet, voorat des winters, kamertemperatuur hebben Ziet men gele punten aan de uiteinden der bladeren dan staat de plant te koud, krijgt ze te kil water. De wortels gaan daardoor rotten. Het euvel kan ook ont staan, doordat de plant eenigen tijd van de droogte heeft te lijden gehad en (of) door de felle zon is beschenen. Verpot een Clivia niet te vaak. Doe het eerst dan, als de wortels om hoog groeien, nadat de bloeitijd is afgeloopen. Dus niet in het najaar, maar in het voorjaar, omdat 's winters de groei stilstaat en de wortels dan gaan af sterven. FOTOREPORTAGE HI n ti m m li i n n 11 h 11 n t n n I n 111 ii 1111111111 n 11111i u De heer C. W. Luijendijk, burgemee». ter van Ameide en Tienhoven, is de eerste vliegende burgemeester van ons land. Maandag maakte hij zijn eerste solo-vlucht als leerling der Nationale Luchtvaartschool De Koning en de Koningin van België hebben met den kleinen Prins Albert een officieel bezoek aan Luik gebracht, bij welke gelegenheid de vorstelijke personen enthousiast ontvangen werden Toepasselijke versiering van de Karrenstraat te den Bosch bij het 750-jarig jubileum der stad Mr. M. v. d. Veen in actie bij de in ternationale tenniskampioenschappen van Nederland, welke Maandag te Noordwijk zijn begonnen Ongeveer duizend Engelsche overlevenden van de ernstige aardbevingsramp in Britsch Indië zijn aan boord van het S.s. „Karanja" te Southampton aangekomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 4