IN EN OM HAARLEM
Jjcahus-Vimg^ts
Met twee kameraadjes op avonturenreis
k
u
Het
Eucharistisch triduum te
Bloemendaal
(V\
MARIA-STICHTING
INTIEME SFEER
DONDERDAG 11 JULI 1935
Het nieuwe college van
B. en W.
Schoonheid van het
kleine leven
r* BWt
St. Jozephs-Gezellenvereeniging
Afd. Haarlem 1
Personalia
JEUGDWERK
LUCHTBESCHERMING
DOOR BERTHA RUCK
Schuilplaatsbouw
Algemeene schuilplaatsen
Programma voor de K.J.C.
Rijkspostspaarbank
WIELRENNEN
ACHILLESLE CHAMPION
Op de Heemsteedsche wielerbaan
W aterpolo-uitslagen
Spaarnevogels
Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent
heeft een pontificale H. Mis
opgedragen
Een feest vol blijdschap
i
R
Ook de Bisschop sprak
de zieken toe
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
S'iniiiiiiiifiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiie
SuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiB
De uitslag der raadsverkiezingen in
Haarlem geeft geen voor de hand lig'
gende oplossing voor de samenstelling
van het toekomstig college van B. en W., een
samenstelling, die in de toekomstige vier
jarige zittingsperiode van den nieuwen raad
het gemeentebeleid zal moeten kenmerken.
In den huidigen raad beschikten de bij be
langrijke punten samenwerkende groepen (ka
tholieken, anti-revolutionnairen, christelijk-
historischen en vrijzinnig-democraten) over 22
van de 39 zetels, maar in den nieuwen raad is
deze meerderheid door het verlies van drie
zetels door de vrijzinnig-democraten en 1 zetel
door de anti-revolutionnairen, teruggebracht
tot 18 en derhalve in een minderheid omgezet.
Er moet dus naar een nieuwe groepeering wor
den omgezien voor het voeren van een nuttig
gemeentebeleid, maar een nadere beschouwing
van den uitslag der verkiezingen toont aan, dat
dit niet gemakkelijk zal zijn. Want in. den nieu
wen raad bezetten de sociaal-democraten 14
zetels, de katholieken 11, de christelijk-histo-
rischen 3, de anti-revolutionnairen 2, de vrij
zinnig-democraten 2, de vrijheidsbond 2, de
communisten 2, en de kath. dem. partij, de
Christ, dem. unie en de vrije kiezers (te ver
gelijken met de vroegere lijstv. d. Kamp)
ieder één zetel.
Aannemende, dat de twee communisten in
geen enkele combinatie passen en er ook niet
voor te vinden zijn, is geen becijfering op te
zetten, die het vormen van een acceptabele tot
regeeren in staat zijnde raadsmeerderheid toe
laat. B-K. (11 zetels), CH (3), A.R. (2), en yD
(2) geven tezamen maar 18 stemmen en zelfs
met de leden van den Vrijheidsbond (2) er bij
levert dit allegaartje reeds een magere meer
derheid van de helft plus één. De Kath. Dem.
en de Christ. Hist, zijn natuurlijk politiek
gesproken te weinig betrouwbaar om in
deze combinatie te worden opgenomen. Maar
ook een combinatie van SDAP (14), VD (2) en
VB (2) zou maar 18 van de 39 raadsleden on
der één dak brengen.
Blijft over een samengaan van socialisten
(14) met de katholieken (11), tezamen 25 raads.
leden, of socialisten met de drie rechtsche
raadsfracties (16), wat 30 stemmen zou op
leveren.
Nog daargelaten de vraag of de katholieken
in Haarlem bereid zijn de jarenlange prettige,
trouwe en vruchtbare samenwerking met de
anti-revolutionnaire en christelijk historische
coalitiegenooten prijs te geven, zal, denken wij,
een samengaan tusschen katholieken en socia
listen op onoverkomelijke bezwaren stuiten.
Bij de laatste begrootingsdebatten nog heeft
de heer Reinalda, de leider van de SDAP,
terloops over een samenwerking gesproken.
Voor goed opbouwend werk deugde, volgens
Iiern, de samenstelling van den raad niet en
derhalve ook niet de samenstelling van het
college van B. en W. Die samenstelling vond
hij te heterogeen en het sterk bindende ele
ment, dat meer dan ooit in dezen crisistijd
bij het werk der overheid noodig is, ontbreekt
volgens hem. En hij verwees voor de juiste
beteekenis van zijn woorden naar een artikel
van Professor Huizinga in het „Gedenkboek",
Uitgegeven ter gelegenheid van het jubileum
van de Maatschappij tot Nut van het Alge
meen.
Wij hebben aan die klacht toentertijd opzet
telijk weinig aandacht besteed, maar nu de
Woorden van den heer Reinalda eenige actueele
beteekenis dreigen te krijgen, dient er van ge
zegd te worden, dat de verwijzing naar het
artikel van Prof. Huizinga allerminst geschikt
Was om een samenwerking tusschen katholie
ken en sociaal-democraten te bevorderen. In
dat artikel toch ventileert Prof. Huizinga dui
delijk en krachtig zijn meening, dat de chris
telijke staatspartijen misschien in een tijd van
verdrukking reden van bestaan hadden, maar
dat zij nu hebben heen te gaan. De bindende
elementen van partijen zijn behoud en hervor
ming tegen het element omverwerping, volgens
Professor Huizinga, en dus ook volgens den
beer Reinalda.
De opvatting nu van de christelijke partijen
Js allerminst, dat zij overbodig zijn geworden.
In diezelfde raadszitting antwoordde de heer
Hij voet, leider der katholieke en rechtsche
raadsfracties, op de stellingen van den heer
Reinalda als volgt: „Zijn er menschen afkom
stig uit verschillend milieu en hebben zij vaak
tegenstrijdige belangen, dan zijn er in hoofd
zaak slechts twee elementen, die deze men
schen kunnen binden: le de christelijke over
tuiging; 2e het nationaal gevoel. Het eerste
slement geheel, het tweede voor een graot
deel, ontbreken bij de sociaal-democraten. Dus
is het begrijpelijk, dat de sociaal-democraten
voelen, dat er geen bindende elementen hier
aanwezig zijn, een gevoel dat spreker nooit
heeft gekoesterd."
Wij zien vooralsnog over deze kloof tusschen
den heer Reinalda en den heer Bijvoet geen
brug, waarop beide sprekers elkander zouden
kunnen ontmoeten.
En al zouden er geen principieele bezwaren
bestaan, dan zou in Haarlem voor het practi-
sche gemeentebeleid een samengaan tusschen
SDAP en de katholieken groote moeilijkheden
opleveren.
Tot in den treure immers hebben de sociaal
democraten bij alle begrootings-debatten en
bij elke verkiezingscampagne laten hooren, dat
zij de ook door de katholieken voorgestane
financieele politiek in Haarlem afkeuren. En
het is, naar men mag aannemen, hun eerlijke
overtuiging, dat die financieele politiek veran
deren moet. Maar even overtuigd zijn de ka
tholieken, dat voor Haarlem, gelegen tusschen
aantrekkelijke randgemeenten als Blcemen-
daal en Heemstede, de door de SDAP voor
gestane roekelooze financieele politiek fnuikend
moet zijn en alle krachtige belastingbetalers
uit Haarlem zal verjagen, zoodat er alleen
zwaar belaste arbeiders en winkeliers over
zouden blijven. Het welbegrepen belang van
Haarlem verzet zich tegen zulk een socialis
tisch financieel beleid.
En wat voor de samenwerking tusschen ka
tholieken en socialisten geldt, geldt mutatis
mutandis ook voor de samenwerking tusschen
socialisten en alle rechtsche groepen.
De eenig overblijvende oplosstog zou dan
zijn, een college van B. en W. samen te stel
len op zoo breed mogelijke basis. Het zou
kunnen bestaan uit een vertegenwoordiger der
SDAP, een katholiek, een vertegenwoordiger
der Protestantsch-christelijke partijen en een
vertegenwoordiger, aan te wijzen door de VD
en VB.
Een aantrekkelijkheid van deze oplossing is,
dat in den raad op elke partij voortaan de
volle verantwoordelijkheid van haar beslissin
gen zal drukken. Bij alle gejuich in het open
baar over de behaalde overwinningen in stad
en land zullen de sociaal-democraten binnens
kamers niet onwaarschijnlijk met bezorgdheid
hun stijgend stemmencijfer bij de stembus heb
ben gezien, omdat oppositie, waarvan zij over
al, ook in Haarlem, de vruchten hebben ge
plukt, gemakkelijker is, dan positieve mede
werking aan de regeering van een gemeente
en beloven nog iets anders dan het naleven
van de belofte.
de ruimte ontstaat, wordt weggewerkt door een
afvoerleiding, die bestaat uit een haaksch om
gebogen buis, waarin zich een veiligheidsinrich
ting bevindt, die verhindert dat de lucht in om
gekeerde richting zou toetreden.
Bij de etagewoningen die uit luchtbescher
mingsoogpunt het ongunstigst zijn, is het een
eerste eisch, dat de diverse gezinnen elkaar in
den nood bijstaan en samenwerken, om zoo
goed mogelijke voorzieningen te treffen.
Men kiest een vertrek, dat zoo min mogelijk
raamopeningen heeft, bijv. een tusschenkamer
en anders een kamer aan de tuinzijde. Men
beplakt deuren en ramen met linnen of papier,
zoodat alle naden dicht zijn. Vloeren en zolde
ringen indien noodig ook. Dit vertrek dient dan
tot gemeenschappelijke schuilplaats.
Bij de benedenverdiepingen voor de ramen
zandzakken of kisten met zand. Voor bescher
ming tegen brandbommen brengt men zand aan
op de zolderverdieping tot een dikte van eenige
c.M., terwijl men alle brandbare stoffen op deze
verdieping opruimt. Een gewapende asbest-ce-
mentplaat kan het laagje zand vervangen.
Nadat spreker aan de hand van een groote
teekening van den Haagschen vluchtkelder en
vele lantaarnplaatjes een en ander verduidelijkt
had, volgde een film van de luchtbescherming
oefening in den Haag.
Zaterdag en Zondag a.s. is het Gezellenhuis
Jansstraat 59 den geheelen dag gesloten.
Bij de te 's-Gravenhage gehouden Staats
examens voor Muziek is voor Piano 1. o. geslaagd
mejuffrouw Julia Waiboer, leerlinge van de
Toonkunstschool te Haarlem.
Bij de in Den Haag gehouden Staatsexamens
voor Muziek slaagden voor het theoretisch ge
deelte L. O., onze stadgenooten de dames A.
Dijkstra en Th. Witkamp, leerlingen van den
heer Mart. J. Lürsen
62.
Er was op hem gevuurd en hij was gewond;
hu was het zijn beurt.
Paul, met geen andere gedachte, dan om zijn
vrouw te redden, deed «1 het mogelijke om een
maximum snelheid te bereiken De machines
Waren opnieuw geen voet meer van e.kaar ver
wijderd, toen Gwenna driemaal achtereen het
geknal van Paul's revolver hoorde. Het scheen
haar afschuwelijk, maar tevens mooi; want hij
v°cht niet voor eigen levensbehoud alleen. En
was bij hem in het uur van gevaar. Na
Werd hij niet bestookt, terwijl hij hoopte, dat
ze er onkundig van zou blij'en. Zti wenschte
hiet vóór hem te sterven, maai evenmin nö,
hem te 'leven.
„Ik wist wel, dat ik komen moest," ver
zuchtte zij. „Nooit zullen we gescheiden worden;
heen, nooit!"
Haar hart bonsde even htid en snel als de
motor. Het klopte van een liefde, grooter
dan het bevatten kon. Nog één van die
oogenblikken, die jaren schenen, moest zü be-
hutten, om den geliefde aan te staren
Terwijl ze in duizelingwekkende snelheid de
ruimte doorkliefden, keerde zij zich in de vast
gesnoerde riemen om en streek zich de krullen
van het voorhoofd. Haar oogen ontmoetten de
Architect A. H. van Leeuwen hield een lezing
over het onderwerp: Schuilplaatsbouw. Deze le
zing werd gehouden in een der zalen van het
Tentoonstellingsgebouw voor Burgerlijke Lucht'
bescherming a. d. Krocht No. 1 te Haarlem.
Hoe men ook moge denken over de kansen
van een toekomstigen oorlog, vast staat, dat de
woorden: geschillen, bewapening en oorlog nog
niet uit de woordenboeken zijn geschrapt.
Hoe staat het nu met de Burgerlijke Lucht
bescherming? Ondanks de raadgevingen van
Vereenigingen die zich op dit terrein bewegen
en de adviezen der militaire deskundigen, zijn
er nog maar weinig resultaten te zien. De over
wegingen die het publiek daarbij leiden zijn:
De toekomstige oorlog zal naar alle waarschijn
lijkheid wel zoodanig zijn, dat wij ons toch niet
er tegen kunnen beveiligen. Dit is een ge
vaarlijke mentaliteit en des te beangstigender
wordt deze geestesgesteldheid wanneer ook auto
riteiten deze meening huldigen. Spreker uit
zijn waardeering over de pers, die reeds veel ge
daan heeft, om verschillende zaken recht te
zetten.
Het is te begrijpen, dat het aantal der open
bare schuilplaatsen in een groote gemeente
tamelijk groot moet zijn. Dit behoeft echter nie
mand af te schrikken, want zooals spreker reeds
zeide moet dit op zoodanige wijze geschieden,
dat er slechts geringe onkosten voor gemaakt
worden. Wanneer men bij het bouwen van groo
te zaken zulke schuilkelders voorschrijft, dan
kan dit ook zeer zeker het geval zijn.
Bij een groote schuilplaats zijn veel in- en
uitgangen zeer gewenscht, met het oog op de
risico's. Het publiek gaat in den kelder en zou
dus met het openen der deur het gas gelegenheid
geven, om mede naar binnen te stroomen. Om
dit te voorkomen, dienen de zgn. gassluizen. De
deuren dezer sluizen zijn gasdicht gemaakt en
het mengsel van gas en lucht wordt zoozeer
verdund, dat het weinigje aanwezige gas niet
meer van eenigen invloed is. De gassluis kan
heel geschikt bestaan uit de trapruimte tusschen
de boven- en benedendeur.
Om groote groepen van personen in de schuil
kelders te kunnen bergen, heeft men deze kel
ders voorzien van schuilplaats-gasmaskers. Door
luchttoevóerkanalen wordt de buitenlucht aan
gezogen en gezuiverd van gassen door het schuil
plaats-gasmasker. Het geschiedt electrisch, doch
In geval van verstoring van den stroom moet 't
ook met de hand kunnen worden bewogen. In
geval het ververschingskanaal defect raakt, kan
men het apparaat nog op een andere manier
van buitenlucht voorzien. De overdruk, die in
zijne, terwijl hij stil, met gespannen aandacht
bij de stuurstang zat.
Zij glimlachte tegen hem.
In de diepte van zijn intens gespannen
blikken zag zij de beantwoording van haar
glimlach. Hij knikte bemoedigend. Zijn lippen
bewogen zich:
„Hij kan ons niet raken!" riep hij uit. Zijn
vrouw wierp het hoofd achterover, als wilde
ze gekust worden, alhoewel ze er de onmoge
lijkheid van begreep. Hij lachte en boog zijn
eigen hoofd voorover, alsof hi) haar kussen
wilde.
De volmaakte kus niettegenstaande de
knellende banden die elk aan zijn zetel ge
kluisterd hielden door de hoogste liefde die
er in lag uitgedrukt!
Neen, meer dan een kus, ooit door verloofden
of gehuwden elkaar gegeven!
Want op hetzelfde oogenbbk knalde er een
schot uit het Duitsche geweer en hun liefde
was voor eeuwig bezegeld.
Zacht, alsof het „goeden nacht" knikte
neeg het blonde jongenshoofd over de stuurstang
in de richting van het meisje, dat, in het hart
getroffen, onbeweeglijk achterover bleef zitten
met half geopende lippen, die nog den kus
verwachtten.... De laatste stuiptrekking van
zijn hand deed den motor stoppen.
En de Taube zweefde als een bijna onzicht
baar vlekje aan den verren horizon....
De P.D.Q. zwenkte heen en weer, hing een
oogenblik te zweven en viel met den kop naar
beneden, steeds sneller en sneller omlaag. A.
Afdeeling Kruisvaart. De Baljuwraad, die
eigenlijk dezen avond zou moeten worden ge
houden, wordt tot nadere aankondiging uit'
gesteld.
Hedenavond (11 Juli) om half 9 Basseleers-
bijeenkemst ten huize van den Districtsdirec'
teur. Alle Basseleers worden verwacht.
K. J. C.-wandeldag. De R.K. Athl. Vereeni-
ging „Holland" organiseert op Zondag 14 Juli
a.s een 20 K.M.-marsch, uitsluitend voor afdee-
lingen van de K.J.C.
Elke deelnemer, die dezen marsch binnen 4 uur
volbrengt, ontvangt een keurig diploma. Ver
der worden nog groepsprijzen beschikbaar ge
steld. Gestart wordt vanaf de gymnastiekzaal
der R.K. School aan de Westergracht no. 1,
onder leiding van R- Knape te 12 uur.
De rust van ongeveer Vi uur wordt gehou
den in ,,'t huis te Velzen", Hagelingerweg te
Driehuis.
Het inschrijfgeld bedraagt 20 cent per deel
nemer.
Inschrijvingen kunnen geschieden bij H. B.
Coblens, Leidschestraat 56 te Haarlem.
Cursussen. De Basseleercursus voor District
Beverwijk zal worden gehouden op de Zonda
gen 21 en 28 Juli a.s. Aanvang om half 10 met
de H. Mis in de Zusterkapel „Huize Meerzicht'
te Velsen Noord, vlak bij de R.K. kerk.
Nadere instructies worden op den aanvangs-
ochtend gegeven. Alle de Basseleers, die den
cursus wenschen te volgen, zorgen dus om half
10 in de kapel aanwezig te zijn. Er bestaat ook
gelegenheid om te communiceeren.
De Kruisvaartcursus voor District Beverwijk
zal worden gehouden 22 en 29 September a.s.
te Heemskerk; aanvangstijd half 9, einde on
geveer 4 uur. Nadere gegevens zullen ter ge
legener tijd volgen. Deelnemerskosten zijn ƒ3.
per persoon. Deelnemers kunnen zich melden
bij den Districtsdirecteur, Maerten van Héems-
kerkstraat 2, Haarlem.
De algemeene cursus der K. J. C. (voor alle
Jeugdleiders, ook voor de leiders der Sport-
junioren) wordt gehouden op de data 13 en 20
October (voor District Beverwijk) te Castri-
cum in het R.K. Jeugdhuis over het Gemeen
tehuis. Aanvangstijd half 9. Beide dagen be
ginnen met de H. Mis in het Jeugdgebouw.
Voor de leidersvan het District Beverwijk
wordt op Zondag 4 Augustus een oefenbuiten-
dag gehouden. Aanvang des middags om 1
uur.
Verzamelplaats Velsen Noord Kerkplein Ko
ningsweg. Nadere gegevens volgen zoo spoedig
mogelijk. Allen Kruisvaart- en Jonge Wacht-
leiders wordt verzocht aan dezen oefendag
deel te nemen.
Alle opgaven voor deelname richte men aan
den Districtsdirecteur, Maerten van Heems
kerkstraat 2, Haarlem.
Bij opgave duide men duidelijk aan, wat voor
deelname "wordt gevraagd.
In den loop der maand Juni 1935 werd aan
het kantoor der posterijen te Haarlem op spaar
bankboekjes ingelegd f 425.453.51 en terugbe
taald f 540.656.91.
Derhalve minder ingelegd dan terugbetaald
f 115.203.40.
Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg
215.
Dinsdag 1.1. vond bovengenoemde ontmoeting
plaats, welke een buitengewoon spannend ver
loop had.
Van deze ontmoeting, welke bestond uit
sprint, ploegachtervolging en een 200-ronóen
koppelwedstrijd, won Le Champion de sprint en
Achilles de ploegachtervolging, zoodat, toen de
koppelwedstrijd moest beginnen, beide clubs 3
punten hadden. De spanning zat er dus nog
volop in. Ontzettend jammer was het, dat Ben
v. d. Aart reeds bij het begin van den koppel
wedstrijd kwam te vallen en daardoor den strijd
moest staken.
Van de sprint werd de eerste rit gewonnen
door W. Frank (Le Champion) vóór Wester
(Achilles); 2de rit: 1. H. van Beugen (A); 2.
Zwarts (Le Champ.); 3de rit 1. Zwarts; 2. Wes
ter; 4de rit: 1. Frank; 2. H. van Beugen.
Dit onderdeel der ontmoeting werd dus ge
wonnen door Le Champion.
In de ploegachtervolging nam de Champiofi-
ploeg, bestaande uit; v. d. Stek, Nagels en
Oomkes eerst een voorsprong van 20 tot 25 me
ter. De Achillesmenschen, v. d. Aart, v. Wees,
en J. Engel gooiden er een schepje op met het
gevolg, dat zij juist in de laatste ronde de
Champin-ploeg te pakken hadden.
Deze 20 ronden werden afgelegd in 4 min., 59
seconden, wat dus een gemiddelde van bijna 48
K.M. beteekent.
De series der wedstrijden over 20 ronden voor
ledn van beide vereenigingen (niet-deelnemers
aan de clubontmoeting) had tot resultaat dat
zich voor de finale plaatsten: Anese, de Hoog,
Philipse, B. de Vries, Bouwman, de Ruiter, van
Veen, P. van Kessel en Th. van Staveren.
De finale hiervan had het volgende resultaat:
1. H. de Hoog; 2. v. d. Veen en 4. B. de Vries.
Reserve 2e klasse
HPC III—Nereus II 1—1.
Reserve 3e klasse
HPC IVHaarlem II 4—0.
HPC V—DWR 4—0.
HPC VII—VZV 3—0.
De wedvlucht van Roosendaal had den vol
genden uitslag:
P. Heijmel 1, 3, 9, 12; H. v. Oldenmark 2, 19;
G. A. Steijl 4, 5, 13, 39, 40; J. Keijspen 6, 8, 21,
30, 35; J. H. Somers 7, 10, 15, 17, 18, 27, 29;
Staphorst 11, 24, 25, 26, 28, 32, 36, 37, 42;
P. Kerste 14, 20; D. v. Wel 12, 33, 41; A. Visser 16,
31, 38; F. J. Lourenburg 23; C. Beilschmidt 34.
Eens in het jaar hangt er een bijzondere
sfeer rond het kleine kerkje van Bloemendaal,
de sfeer van het Eucharistische Ziekentriduum.
In tien jaren tijd is het geregeld terugkeeren
van dit feit tot een traditie geworden en wei
nigen slechts herinneren zich de verwondering
en (we mogen het nu wel zeggen) de onver
wachte verbazing van Katholiek Haarlem tien
jaar terug, toen het voor het eerst bekend werd
dat pastoor Willenborg in zijn kerk een triduum
voor zieken zou gaan houden. Het is geslaagd
en elke tegenkanting was na den eersten keer
reeds overwonnen. De oefening vond spoedig
navolging en met de verspreiding van het Tri
duum verbreidde zich het Ziekenapostolaat, dat
uit het eerste Triduum spontaan was voortge
komen.
De sfeer van dien allereersten keer is nooit
veranderd. De intimiteit van de eenvoudige
plechtigheden bleef dezelfde en men kan ge
rust zeggen, dat men de pretentieloosheid van
het Bloemendaalsche kerkje nooit zoo leert
liefhebben als op de jubeldagen van het jaar-
lijksche ziekenfeest. De oefeningen zijn nog de
zelfde als die van voor tien jaar. Geen pom
peuze ommegangen of krachtige kooruitvoerin
gen, maar het eenvoudige woord van den gees
telijken leider en de stille vreugde van de tal-
looze zieken, die aanwezig zijn, drukken het
bepalende stempel op deze dagen voor de zie
ken, die zoo bij uitstek de begenadigde paro
chiekinderen zijn. Slechts het slot verwacht 'n
rijkere plechtigheid. Meestal komt Z.H.Exc. de
Bisschop het sluitingslof doen en dit jaar, nu
het Ziekentriduum en het Ziekenapostolaat
hun tweede lustrum vieren, heeft de Bisschop
zelfs een pontificale H. Mis op den laatsten
morgen willen opdragen.
Juist door haar eenvoud is de sfeer van het
jaarlijksche ziekentriduum niet gemakkelijk te
definieeren. De zieken, die door zorgzame ver
pleegsters worden binnengedragen, zijn de zie
ken uit de ziekenkamers, met al hun bekom
mernissen en menschelijke gebreken. Zü ko
men niet om te demonstreeren, maar om als
de gezonden verfrischt te worden door ordelijk
gegeven geestelijke oefeningen. Toch kon pas
toor Willenborg in de openingspredicatie van 't
eerste triduum zeggen, dat de zieken voor de
parochie een driedaagsche preek houden, een
uiterlijke manifestatie van Godsvertrouwen en
christelijke vreugde.
Want blij zijn de zieken. Men ziet het hun
aan, den velen die telkens na de oefeningen de
kerk veriaten om zich in de omliggende wo
ningen van gastvrije parochianen te gaan ver-
frisschen en den zieken die in lange rijen op
rustbedden in de kerk zelf worden verpleegd.
De communiebank is ver naar achteren ge
schoven en de zieken hebben de eereplaats,
dicht bij het altaar.
Men kan geen van die zieken spreken, of ze
zeggen U, dat ze zoo gelukkig zijn. Zij mogen
weer eens in de kerk komen, als toen ze nog
gezond waren. En ze hervinden de juiste plaats
van hun ziek-zijn, die ze in de sleur van het
afgeloopen jaar al te gemakkelijk vergaten.
Hun eenvoudig, klein leven hervindt z'n waar
de en wordt schoon en doelbewust. De gehei
men van het mystieke Christus-Lichaam zijn
zonder maat, zij passen op den heldenmoed van
wereldberoemde martelaren en op de dagelijk-
sche overwinningen en offertjes van de zieken'
kamer, waar boven het bed een smakeloos uit'
Enkele mannen sprongen fluks over boord
en trokken de boot door de branding op het
zand en zoover mogelijk, waarna de boot ste
vig werd bevestigd. Het strand was maar
smal, een strook van een paar honderd me
ter, waarachter zich hooge, steile rotsen ver
hieven.
De meegenomen proviand werd uit de boot
gehaald en de kapitein besloot eerst eens
overleg te plegen met zijn bemanning, wat
of er nu gedaan moest worden. Men wist
heelemaal niet waar men zich bevond en
men moest dit thans te weten zien te ko
men.
De kapitein gelastte den tweeden stuurman,
die ook in him boot had plaats genomen, om
met een matroos een schuilplaats te zoeken
waar men eventueel 's nachts in zou kunnen
verblijven.
gevoerd kruisbeeld hangt.
Pastoor Willenborg kent geen schroom om
over deze diepste geheimen met zijn zieken te
spreken. Zij zijn de sterkste band, die allen in
het Z. A. te zamen bindt. Het parool, dat de
pastoor als opschrift voor het ziekenkruisje
koos, verraadt het reeds: Christo confixus sum
cruci, met Christus ben ik aan het Kruis ge
hecht. St. Paulus hield niet van oppervlakkig
heden; het was zijn gewoonte niet om ergens
doekjes om te winden.
Ook dezen keer klonk dit wachtwoord door
alle predicaties en opwekkingen, die pastoor
Willenborg op de dagen van het Triduum voor
de zieken hield. De gewoonte der laatste zes
jaren getrouw, koos hij als leidraad een ge
deelte der Misliturgie, dezen keer de gebeden
rond de H. Communie. De H. Communie als
één-zijn met Christus, maar ook één-zijn met
de H. Kerk, Christus' mystieke Lichaam. De
zieken, die met allen die lijden een centrale
plaats in dat Lichaam innemen, zijn meer dan
door hun gemeenschappelijk ziek-zijn één in 't
Offer der H. Mis, waarmee ze al hun eigen
kleine offers vereenigen, één vooral in de H.
Communie, die uitwendig en inwendig het sa
crament is van Christus' onverdeelde Heerlijk
heid.
Hedenmorgen om 9 uur celebreerde Z. H. Exc.
Mgr. J. D. J. Aengenent pontificaliter een Vo-
tiefmis tot intentie van de zieken.
De bisschop werd daarbij geassisteerd door
de secretarissen van het Z. A. voor Engeland en
Nederland, Mgr. O' Brien uit Liverpool en
pastoor Willenborg, den hoogeerw. heer M. W.
A. Wijtenburg, kanunnik en oud-regent van het
seminarie Hageveld en tal van pastoors en ka
pelaans uit den omtrek.
Pastoor van Hoek uit Antwerpen, secretaris
van het Z. A. in België, expliceerde vanaf den
preekstoel de aanvangsceremoniën der pontifi
cale plechtigheden.
Na het Evangelie nam de Bisschop midden
voor het altaar plaats om de zieken toe te spre
ken. Z. H. Exc. sprak ongeveer als volgt:
Ik weet, dierbare zieken, dat ge bij het einde
van dit triduum overgelukkig zijt. Ik lees op
uw gezichten de dankbaarheid, die u vervult
jegens God, Die u deze vertroosting wilde
schenken en jegens allen, die door hun goede
zorgen dit triduum hebben mogelijk gemaakt.
Gij zijt allen doordrongen van de waarde van
uw ziek-zijn. In Christus' leven werd het hoog
tepunt gevormd door Zijn H. Lijden. Hij sprak
er over als over „Zijn uur", een uur van on
schatbare beteekenis. Als ge daarvan overtuigd
zijt, ziet ge het lijden zoo geheel anders dan de
wereld het ziet. Het Z. A. heeft u geleerd ge
lukkig te zijn en uw dageljjksche zorgen en
pijnen te beschouwen als een apostolaat, uw
juist omschreven taak in het groote Lichaam
der H. Kerk.
Ook de groote Heiligen hebben dit zoo gezien.
Zij waren vol eerbied voor het lijden en leerden
het liefhebben. Zoo S. Paulus, die getuigde, dat
hij in al zijn beproevingen overvloeide van
blijdschap, zoo S. Theresia van Avila, die God
smeekte öf te mogen lijden öf te mogen sterven,
zoo ook onze H. Liduina, die na een aanvan-
kelijken tegenzin haar ziekte hartstochtelijk
leerde beminnen.
Niet, dat hun lijden minder werd. Maar zij
voelden hun gelijkvormigheid met Christus, zij
zagen den nood der zondaren en het eeuwig
loon, dat hen te wachten stond.
Tot slot wenschte de Bisschop de zieken ge
luk met hun triduum en sprak den wensch uit,
dat de vruchten er van blijvend mogen zijn.
Vervolgens werd de H. Mis voortgezet en
kwam het plechtig oogenblik, dat de Bisschop
zelf aan de zieken de H. Communie uitreikte.
Daarna was de ochtendplechtigheid ten einde.
In de middagplechtigheden zou het tiende
Bloemendaalsche ziekentriduum een laatste
hoogtepunt vinden.
IJMUIDEN, 11 Juli. Rijksvischafslag. Tarbot 49
74 cent per kg. Griet 15.0028.00 per 50 kg
Tong 0.601.25 per kg. Groote Schol 14.0025.00,
middel Schol 14.0025.00. Zetschol 11.00—22.00.
kleine Schol 1.6016.00, Bot 5.006.00, Schar
4.706.00, Tongschar 17.0025.00, Pieterman en
Poon 0.552.30. middel Schelvisch 20.0024.00.
kl. midd. Schelvisch 10.5016.00, kleine Schel
visch 2.009.00 per 50 kg. Kabeljauw 36.0054.00
per 125 kg. Gullen 2.80—16.50 per 50 kg. Heilbot
1.201.40 per kg. Wijting 2.503.00 per 50 kg.
van de Donderdag aan den Rijksvischafslag aan
gekomen
STOOMTRAWLERS
Beatrice 105 manden 980.Schoorl 400 man
den 1620.Adelante 330 manden 1430.Sil-
varlng 400 manden 2350.Geziena 150 manden
1000.—.
LOGGERS
K.W.: 58 500.-
270.—.
E 409 390.—. E 282 400.—, E
400.—.
134 400.—, 48 550.—. Sch. 53
KOTTERS
620.—, E 542
Eenige seconden kookten en bruisten de zil
veren golven van het Kanaal
Dan doodsche stilteGwenna's wensch
was vervuld: ze waren niet gescheiden.
NASCHRIFT
mirtekrans en lauwerkroon
Het was de week vóór Kerstmis 1914.
Londen was gehuld in zijn meest trieste
winterdracht van modderbruin en mistgeel;
andere jaren zouden om drie uur in den
namiddag alle straten geschitterd hebben van
licht.
Dit jaar echter moest Londen zijn weg zoeken
in het sombere halfduister.
Over een ruim plein met een omhekt plantsoen
In 't midden, schreed een groot, slank meisje
voort; van haar schouders hing een lange boa
neer, die meer geleek op twee randen klimop,
die zich slingeren langs den dunnen tam van
een boom. Zij droeg een bruin fluweelen man
tel met breede ceintuur om de smalle heupen
en op haar ondeugend hoofdje prijkte de
zwart fluweelen baret, die toen in de mode
was.
Zij keek aandachtig naar de nummers van
de huizen, die het plein omzoomden en hield
stil, toen zij blijkbaar het gezochte adres ge
vonden had. In vergulde lettors was boven de
deur te lezen:
BEHOORT BU HET HERSTELLINGS
OORD VOOR GEWONDE OFFICIE REN
Zij belde aan. Een meisje in padvinders
uniform opende de deur en geleidde haar naar
een ruime en rijk gestoffeerde vestibule, waar
zich een voornaam personnage, tenminste zoo
deed ze zich voor in verpleegsterscostuum
ophield.
De bezoekster werd met achterdochtige en
afkeurende blikken hier ontvangen.
„Waarom," dacht deze, .kijkt dat mensch mij
zoo aan? Het kan niet zijn, omdat ik er nu bij
uitzondering eens netjes uitzie, en ze kan met
weten, dat de boa en bruin fluweeien mantel
door mijn rijke nicht zijn afgedankt."
Op nonchalanten toon zei ze luid: „Ik ben
gekomen om mijnheer Scott te bezoeken."
„Om drie uur is het eersr bezoektijd!" ant
woordde de nurse onverbiddelijk.
„Dan zal ik maar even wachten," antwoordde
de bezoekster. Ze wachtte twee minuten, toen
de verpleegster op haar toetrad met een noti
tieboekje en potlood.
„Schrijf uw naam hier!" zei de verpleegster
kortaf. Op een blaadje, waarboven Mr. M. Scott,
schreef de bezoekster: Lesne Long.
„Wilt u mee naar boven gaan?" vroeg de
verpleegster stug. Leslie beklom de bieede. met
roode loopers belegde trappen en werd naar
een ruim vertrek geleid met parketvloer, met
groote ramen en bescniiderde paueeeien;
't scheen een salon geweest te zijn, die nu, met
'n rij kleine bedden op groote wielen, voorzien
van verschillende tochtschermen, tot zieken
zaal was ingericht.
Een blonde jongeman in rose pyama en met
zijn arm In een zwart zijden draagband zat
overeind in het bed en was m gesprek met een
heer met grijze snor, die in het bed naast hem
lag; een andere gewonde officier zat bij den
vuurhaard te lezen, terwijl weer twee anderen
zich onder het glimlachend portret van de
eigenares des huizes vermaakten met piket
spel.
„Mijnheer Scott zit vandaag op in de voor
kamer," verwaardigde zich haar begeleidster te
zeggen. En Leslie trad door eon binnendeur een
kamertje aan de rechterzijde binnen. Een der
muren was behangen met een antiek bruin ge
tint tapijt, waarin reusachtige figuren te mid
den van reusachtige bladeren waren geweven.
Op een lagen divan, onder een zwart pantervel,
met het hoofd gemakkelijk leunend op den elle
boog, lag de jonge, gewonde officier uitgestrekt,
toen Leslie hem kwam bezoeken.
,,Dat is erg aardig van je," zei hij vroolijk,
toen zij binnentrad.
Ze zag hem sprakeloos aan en legde op zijn
divan het bouquet gouden chrysanthen, die zij
had meegebracht, benevens een nummer van de
Natal Newsletter", waarvoor hij zich interes
seerde.
Bijna was haar een onverstandig gezegde
ontsnapt: „Ze hebben je, goddank, toch nog je
mooie oogen laten houden, Monty."
Zijn gelaat was mager en bleek, en zijn
bloedarmoede was hem duidelijk aan te zien.
Zijn krukken stonden aan het voeteinde van
het rustbed.
Het was Monty Scott, de zoon van den
Anglikaanschen deken, voorheen medisch
student en aspirant-beeldhouwer. Ja, voorheen,
maar nu was hij het type van een verminkt
soldaat. De kleine snor en het kortgeknipte
haar stonden hem goed. Bij het uitbreken van
den oorlog had hij bij de Halberdiers dienst
genomen. Hij was tot den rang van officier
opgeklommen en had in den slag van Yperen
zijn been verloren. Nooit zou hij dat zwarte
pantercostuum meer op een bal masqué kunnen
dragen.... Nooit meer. Deze vulgaire, onge
paste gedachte flitste door Leslie's brein; en
ze moest zich op de lippen bijten, om niet in
tranen uit te barsten. Ze drukte de nagels in
de palmen van haar handen, opende haar
zwarte oogen wijd en glimlachend en begon
op den meest luchthartigen toon te babbelen.
„Hallo, Monty! Hoe prettig je weer te zien,
nu ik na veel moeite toegelaten ben. Die ge
wonde helden hier worden door een draak be
waakt blijkbaar! Ja, dank je, Ik ga hier zit
ten," en ze schoof een stoel bij den divan.
„Zeg, die engelbewaarder van je wilde me eerst
niet toelaten. Ze keek me aan, of ze dacht, dat
ik de zilveren lepels zou komen gappen.
(Misschien doen sommigen dat, dacht Leslie.)
Zij dacht klaarblijkelijk, dat ik een van die in
dringerige katten ben. die de koortsthevmo-
meters van den patiënt eenige graden doen
stijgen. Zij krijgen er me anders niet gauw
onder, maar dat schepsel
„O, zuster Elsa is zoo kwaad niet," zei de
patiënt, eveneens lachend.
„Ik denk, dat ze wat overdreven voorzichtig
is met vreemden. Ze heeft een manie, om
iedereen te verdenken dat hij of zij een Duit
sche spion is."
„En waarom?'*
.(Wordt vervolgd).