De „Kwikstaart" met zes inzittenden verbrand Het wrak een afgrijselijke ravage Kort na den start tegen den grond geslagen Het nieuws van heden DICHT BIJEEN ZAG MEN DE DOODEN 14 personen konden zich redden voor de benzine explodeerde DE BAROMETER VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS MAANDAG 15 JULI 1935 Avondblad Motordefect oorzaak Verklaring directeur Plesman Het Weer iifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiuiimiiiii^ BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: NASSAULAAN 51 TELEFOON 13866 ABONNEMENTEN: Voor Haarlem en Agentschappen per week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f3.58 bijvooruitbetaling DAGBLAD UITCECEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 EEN EN ZESTIGSTE JAARCANC No. 19437 Vlak bij Schiphol tegen den dijk van den nieuwen verkeers weg voltrok zich de ramp Wat een ooggetuige zag Eerste indruk op Schiphol Mevr. Silberstein zag alles! Passagier vertelt „Pas op, wij vallen!" Zes slachtoffers door de doctoren geïdentificeerd Het relaas van den steward DIT NUMMER BESTAAT UIT TIEN BLADZIJDEN NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 ct., Ingez. mededeelingen 50 cent; Idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek Wat er van de motoren was overge Neven na de catastrophe van de „Kwikstaart"een vormelooze massa tusschen de overblijfselen van het toe stel Een half uur na het gebeurde waren wij op de plaats des onheils. Reeds van ver zagen wij uit den auto het rookende wrak van de „Kwikstaart", links van den Spaarn- wouderweg tegen de Noord-Westelijke hel ling van den dijk, vlak bij het nieuw ge bouwde viaduct. Het toestel, waarvan nog slechts het geraamte restte, lag met staart en achterroeren schuin tegen het dijk- lichaam op slechts korten afstand van den weg. De aanblik was afgrijselijk. Houtwerk en be- kleedstof waren door het vuur verteerd. En vele half verkoolde spanten gaven nog den stand der vleugels weer. Het geraamte van staart en roeren bleek nog vrijwel intact, of schoon ontzet en verwrongen door de hitte. Een onherkenbare massa vormde de cockpit. De propellers werden bij het neerkomen als blik verbogen en staken nu half in den grond. Van de motoren was niets over dan klompen half gesmolten ijzer en staal, geheel van hun plaats gezakt. Uit den wind lagen nog enkele resten van den versplinterden linkervleugel, dichterbij plassen gesmolten en reeds gestold lood. En midden in deze afschuwelijke ravage ontwaarde men zwart-ge- blaakte, ten deele tot op het been verkoolde massa s, waaraan nog vaak hoofd, romp en beenen waren te onderscheiden. Stom van ontzet ting staart men op deze onherken baar verminkte resten, die met geen pen te beschrijven zijn. Geheel voor in, blijkbaar dus nog in de cockpit, lagen er drie dicht bijeen, iets opzij een vierde. Meer naar achteren in de cabine moesten er zich nog twee bevinden. Over alles hing een weeë brand- en benzinelucht. Een paar koffers waren nog te herkennen Half verbrand linnengoed puilde er uit, een smokinghemd, een pyama. Daar lag een onder scheiding, een eerekruis en nauwelijks meer leesbaar, een kaart, een uitnoodiging voor de opening der Rembrandt-Tentoonstelling. Naar later uit de passagierslijst bleek, moet dit de bagage zijn geweest van dr. Axel Gauffin, di recteur van .het Nationaal Museum te Stock holm, die Zaterdag de viering van het gouden jubileum der Rembrandt-Tentoonstelling had bijgewoond. Onmiddellijk na de ramp werden vanaf Schip hol de brandweer, de politie en de eigen red dingsdienst gemobiliseerd. Weldra was, behalve de militaire politie, die voor de afzetting van den weg zorg droeg, ook de Amsterdamsche Politie onder leiding van Inspecteur Gemmeke aanwezig, evenals de Rijkspolitie. Ook de Am sterdamsche brandweer was spoedig ter plaatse onder leiding van Commandant Gordijn en den hoofdbrandmeester Schuitemaker. Met een straal werd nog water gegeven, het toestel was toen echter reeds voor het overgroote deel uit gebrand. De G.G. G.D. was met vijf wagens aanwezig en verzorgde het transport van de gewonden, die niet in ernstigen toestand ver keerden, maar van wie er toch drie in 't Wilhel- minagasthuis zijn opgenomen. Op het terrein Waren voorts aanwezig de burgemeester van Amsterdam Dr. de Vlugt, van wiens arm de rouwband nog herinnerde aan den recenten on dergang van de „Leeuwerik"; de waarnemend hoofdcommissaris Haarman, de burgemeester van Haarlemmermeer Slob, wethouder Rustige, de advocaat-generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam mr. D. Reilingh en vele andere autoriteiten. Langs den weg stond den geheelen dag een talrijke menigte, die achter de afzetting uitkeek naar de trieste ruïne. Vele nieuwsgierigen kwa men per auto of fiets uit de stad, zoodat het verkeer over den Spaarnwouderweg in een rich ting werd geleid, het teruggaand verkeer langs de Ringvaart. In den namiddag nam militaire politie de afzetting bij het wrak van de Amster. damsche politie over. Op het oogenblik dat het ongeluk gebeurde, was het reeds vrij druk op den Spaarnwouder weg, tal van auto's en fietsen passeerden, ter wijl enkele wielrenners van de clubs „Olympia" en „Gazelle" er zich aan het oefenen waren. Ook de opzichter van het werk aan den nieu wen weg bevond zich met zijn vrouw ter plaatse. Zij allen zagen hoe de ramp zich vlak in hun bereik afspeelde en zij waren de eersten die toe snelden om hulp te verleenen. Ik zag, zoo deelde een van hen ons mede, dat het toestel koers zette in de richting Sloten. Het vloog tamelijk laag tusschen den Spaarnwouderweg en Sloten en het was dui delijk, dat er iets aan de hand was. Al spoe- dig stonden de twee linker motoren voor zoover wij konden nagaan, stil. Het toestel draaide en de piloot trachtte blijkbaar Schiphol te bereiken of een noodlanding te maken. Het toestel verloor snelheid en zakte steeds meer af tot plots de linkervleugel den dijk van den nieuwen weg naar Sassenheim raakte, vlak bij het viaduct. Het toestel brandde toen nog niet. Met een doffen plof kwam het toestel als een zak tegen den dijk terecht, maakte een vollen slag om, zoodat de cabine-deur aan de van den dijk afgewen de zijde kwam. Wij renden er heen. De eer ste die er uitstapte was een man in uniform, de steward. Verschillende passagiers volgden, wij trokken hen naar buiten zoo vlug het maar kon. Alles speelde zich in enkele se conden af. Bijna direct daarop hoorden wij een explosie en de vlammen sloegen uit het toestel. Het was een vreeselijk gezicht. De bemanning zat nog in de cockpit en vloog tegen de wanden. Wij zagen er een, wiens hoofd bloedde, tegen het venster beuken. Vreeselijke kreten klonken op. Toen over stemde het geloei der vlammen elk ander ge luid en moesten wij door de groote hitte van het toestel weg. De passagiers, voor zoover zij niet buiten het toestel bewusteloos ineen zakten en moesten worden weggesleept, stoven naar alle zijden uiteen. De meesten van hen waren geheel overstuur. Pas geleidelijk zijn zij op Schiphol bijeengebracht, behalve een dame en twee heeren, die in het ziekenhuis zijn opgenomen. Aanvankelijk had men daardoor geen zekerheid hoe groot het aantal gered den was. De stationschef van Schiphol, de heer Thom son, vertelde ons, dat hij Zondagmorgen op het punt stond met vacantie te gaan. Plotseling werd hij opgebeld en deelde men hem met enkele woorden mede, welk een vreeselijk ongeluk er was gebeurd. Van uit zijn woning zag hij toen reeds de hoog oplaaiende vlammen van het toe stel. Onmiddellijk ging ieder, die over een auto beschikte, van Schiphol naar het terrein van de ramp. Toen wij daar aankwamen, zoo zeide de heer Thomson, was het toestel één laaiende vuurzee. De meeste passagiers stonden bp eeni- gen afstand van het toestel. Steward Haberer had hen zooveel mogelijk om zich heen verza meld. Het brandend vliegtuig bood een vreese- Voor de derde maal in korten tijd is Nederland opgeschrikt door een vliegtuig-catastrofe, ditmaal binnen eigen grenzen, op luttel afstand van Schiphol. Zondagmorgen is de vier-motorige F. 22, de „Kwikstaart" (P.H. J. Q.) even na de start verongelukt, waarbij vier leden van de bemanning en twee passagiers het leven verloren. De hofmeester en dertien passagiers wisten zich te redden. Enkelen van hen zjjn echter gewond. Om half tien vertrok de „Kwikstaart" met aan boord vijf man equipage en vijftien passagiers van Schiphol met bestemming Hamburg, Kopenhagen, Malmö. Op ongeveer twee kilometer afstand van het vliegveld, ter hoogte van Sloten, kreeg het toestel op nog geringe hoogte moeilijkheden met de beide linkermotoren. De bestuurder H. Silberstein, liet het toestel draaien, om naar Schiphol terug te keeren. De motoren liepen echter snel in toerental terug en bij het draaien verloor het vliegtuig zooveel hoogte, dat het op slechts enkele meters over den polder scheerde en op een ge geven oogenblik met den linkervleugel het dijklichaam van den in aanleg zijnden verkeersweg Amsterdam's Gravenhage raakte, op enkele tien tallen meters afstand van den Spaarnwouderweg. Het vliegtuig viel onmid dellijk tegen den dijk, draaide een vollen slag om en bleef liggen. Enkele seconden later explodeerde de benzine-voorraad, joeg een felle steekvlam door het vliegtuig, dat onmiddellijk in lichter laaie stond, Dertien passagiers en de steward J. Haberer hadden inmiddels kans gezien het vliegtuig door de cabine-deur te verlaten. De passagiers J. Newman en H. Hodson, beiden Engelschen, de piloot H. Silberstein, de radio telegrafist G. F. Nieboer en de N werk tuigkundigen G. Bron en L. J. van Dijk konden niet meer aan den vuurgloed ontsnappen en vonden den dood. Van de geredden moesten er drie in het ziekenhuis worden opgenomen, van de overigen waren er nog enkelen licht gewond: Het toestel brandde geheel uit. Een zeldzame opname van de brandende Kwikstaart, enkele minuten nadat het toestel den dijk raakte. Rechts van het toestel het viaduct van den nieuwen ver keersweg over den Spaarnwouderweg lijk gezicht. Maar wij moesten, zooals te begrijr pen viel, het hoofd koel houden. Er was direct zeer veel te regelen. Hulp konden wij niet meer bieden. De geredde passagiers hadden voor het overgroote deel geen verwondingen opgeloop.en. Drie van hen moesten met lichte verwondingen naar het gasthuis worden overgebracht, dit wa ren een Zweed en een Engelschman, alsmede een Deensche dame. Onmiddellijk werd begonnen, aldus vertelde de heer Thomson verder, om de familie te waar schuwen, hetzij telegrafisch, hetzij telefonisch. Verschillende passagiers zijn naar de stad ver trokken, enkele naar het restaurant op Schip hol. Hier was de verslagenheid zeer groot. Overal zag men bleeke, ontdane gezichten. De vlag bij den hoofdingang werd halfstok geheschen. Een zeer tragische omstandigheid was wel, dat Mevrouw Silberstein, die vlak bij het vliegveld in de Plesmanlaan woont, vanuit haar woning het ongeluk heeft zien gebeu ren. Zy zag de „Kwikstaart", waarmee haar man naar Malmö zou vliegen, opstijgen en bemerkte dadelijk, dat er iets haperde. „Er gebeurt wat," riep ze en enkele oogenblikken later raakte voor haar oogen het vliegtuig den grond en vloog het in brand. Een der geredde passagiers, de Noor Treschaw, vertelde dat hij dichtbij de buitendeur, dus achter in het toestel zat. Men was normaal op gestegen, doch even na den start moest er iets niet in orde zijn. Het toestel verloor hoogte en de piloot draaide. Nog had men geen oogenblik de gedachte, dat er zoo snel een ramp zou ge beuren. Plotseling voelde ik, aldus de heer Tre schaw, een zwaren schok, ik greep mij vast aan de leuning van den stoel en op hetzelfde oogen blik zag ik, dat de cabinedeur of>en zwaaide en de steward naar buiten sprong. Ik volgde hem en wist gelukkig op den grond te komen. Wat er verder precies gebeurde, kan ik niet zeggen. Onder de passagiers was een paniek ontstaan. Ieder poogde zich in veiligheid te stellen. Wat ik hier vertel speelde zich in luttele seconden af. Toen vogde een explosie en een steekvlam sloeg naar buiten. De passagiers lagen op dat oogen blik voor het grootste gedeelte buiten het toestel op den grond. Vreeselijke tooneelen speelden zich af. In het hotel op Schiphol hadden wij later nog een onderhoud met een der geredde passagiers den heer Petersen, ingenieur te Kopenhagen. De heer Petersen vertelde ons, dat hij Zondag morgen met het toestel uit Londen was aange komen, en dat hij via Schiphol doorvloog naar Malmö. Ik zat, aldus de heer Petersen, die nog zeer onder den indruk van de ramp was, in het tweede compartiment van achteren gere kend. Nauwelijks waren wij op Schiphol opge stegen of ik voelde, dat er iets niet in orde was. Ik vlieg zeer veel en dan krijg je kijk op dergelijke dingen. Wij waren pas enkele minuten in de lucht toen ik zag, hoe het toestel snel heid verloor, en geen hoogte hield. De piloot poogde te keeren. Hierbij verloor het toestel nog meer hoogte en ik merkte, dat hij van plan was te landen. Op een gegeven moment gleed het toestel af en ik riep naar de passagiers, die voor mij in de cabine zaten: „Pas De vier leden der bemanning van de „Kwikstaart", die bij het ongeluk den dood vonden. V.r.n.l.: de gezagvoerder H. Silberstein, de radio telegrafist G. Nieboer, de leerling-werktuigkundige Van Dijk en de werktuigkundige G. Bron De directeur der K.L.M., de heer Plesman, heeft Zondagavond een korte verklaring afgegeven, welke als volgt luidt: De zes slachtoffers zijn door Dr. Hulst uit Leiden, aan wien de sectie is opgedragen, in samenwerking met Dr. Slotboom van de K.L.M., ge ïdentificeerd. Door deze medici is tevens vastge steld, dat deze slachtoffers bij de botsing met den grond om het leven zijn gekomen. Tot zoover de verklaring van den heer Plesman. De directeur der KLM was, zooals begrijpelijk zeer onder den indruk van het gebeurde. Hij kon nog geen nadere inlichtingen geven over mogelijke oorzaken van de ramp. Het bureau van den Rijks-Studiedienst voor de Luchtvaart, de Technische Dienst van de KLM en verschillende andere luchtvaartautori teiten zijn bezig met het instellen van, een onderzoek. Over de begrafenis van de slachtoffers is tot op dit oogenblik nog niets vastgesteld. Een ver tegenwoordiger der Haagsche begrafenis-onder neming Immener, was Zondag reeds vroeg op Schiphol. op er gebeurt een ongeluk, we vallen!" Ik heb mij stevig vastgehouden aan het tafeltje voor me en daaraan heb ik het te danken, dat ik er afgekomen ben met een schaafwondje aan mijn rech terbeen. Een betrekkelijk lichte schok volgde. Het toestel was tegen den dijk geslagen. De deur zwaaide open en wij gingen zoo gauw mogelijk naar buiten. Een paar dames waren op den grond gevallen en in half bewusteloozen toe stand werden zij naar buiten getrok ken. Het was een vreeselijk oogenblik toen de machine vlam vatte. Van de bemanning heb ik niets gezien. Een steekvlam sloeg door de cabine. Wie er nog binnen was, was reddeloos verlo ren. Alles speelde zich in enkele oogen blikken af. Direct nadat het overgroote deel van de pasagiers buiten was, stond het toestel in lichter laaie. De oorzaak van de ramp kan ik natuurlijk niet beoordeelen. Maar ik heb den indruk, dat de piloot alles gedaan heeft, wat hij kon. De eenige overlevende van de beman ning, de steward J. Haberer, verklaarde dat hij, toen het ongeluk ging gebeuren, achter in de cabine stond. Hij herinner de zich nog, hoe eerst bij den linkerbin- nenmotor storing optrad en toen later ook de linkerbuitenmotor in toeren te rugliep. Wat er verder gebeurde herin nerde hij zich niet meer, evenmin hoe hij buiten is gekomen. Eenmaal op den grond kwam hij tot bezinning en snelde weer naar het toestel, om zoo mogelijk nog hulp te bieden. De vlammen scho ten toen echter reeds door de cabine. DE F 22 „KWIKSTAART" ZONDAGMORGEN KORT NA DEN START TEGEN DEN GROND (jjEVLOGEN EN VERBRAND. ZES INZITTEN DEN ZIJN OMGEKOMEN. DE VEERTIEN OVERIGEN WISTEN ZICH TE REDDEN. Ontzettend autobusongeluk in België. Elf dooden. Veertiende Juli in Frankrijk, vooral te Parijs, kalm verloopen. De onlusten te Belfast. De autorampe der familie Schuschnigg. Communisme in China wint terrein. Mr. P. W. A. Cort van der Linden, minister van Staat, oud-minister-president en oud- Staatsraad, overleden. Maria-omgang in Den BOisch. Bedevaart van de St. Josephsgezellen naar het graf van Kolping te Keulen. Ernstig auto-ongeluk bij Roermond; één doode, vier gewonden. Te Deventer heeft een vader in een vlaag van razernij zijn 12-jarig zoontje gedood. Trambotsing in Zuid-Limburg; zes gewonden. Verscheidene menschen bij het baden verdron ken. Weer een arrestatie te Oss. i VERWACHTING: Zwakke tot matigen, Noordelijke tot Westelijken wind, toene- mende bewolking, weinig of geen regen, j= koeler. Hoogste stand: 769.9 te Valentia. Laagste stand: 737.1 te Reykjavik. Zon op v.m. 4.57, onder n.m. 9.14. Licht op n.m. 9.34. Maan op n.m. 9.00, onder v.m. 3.32 Volle maan 16 Juli. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil Onder de geredde passagiers bevond zich een Nederlandsche dame, mej. C. M. Apell uit Den Haag. Zij is er gelukkig zonder verwondingen afgekomen. In den loop van den middag is de officier van Justitie van de Rechtbank te Haarlem, mr. An- dringa, op het terrein van de ramp aangekomen tot het instellen van een justitieel onderzoek. Dr. Hulst uit Leiden was aangewezen om een onderzoek in te stellen naar de lijken. Nadat ook de Rijksstudiedienst en de technische dienst van de K. L. M. zich de noodige gegevens had den verschaft, mochten de slachtoffers van de ramp worden vervoerd. (Vervolg elders in dit nummer) SN Stand op Maandag 1 uur n.m.: 765.3 Vorige stand: 765.3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 1